Noodkreet
U, ik en hel verkeer...
Minder gaan werken
de politierechter
putbus rïEc£Hm2 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJSRp?E KWARTAAL /Tl» (bulten Venraj 1.60)
Geestelijk artikel
Ontstellende toestanden
Uit Peel en Maas
Zaterdag 27 augustus 1960 No. 35
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
van onze Venrayse muziekgezelschappen
Bij gelegenheid van het eeuwfeest van Harmonie Euterpe, is
we hebben daar al op gewezen fotohandel Hoedemaekers eens
in de doos met oude negatieven gezocht. En men vond daar een
foto uit de vooroorlogse jaren, waarop de toenmalige Harmonie
bij een volksconcert was gefotografeerd. Gezellig, op het rustie
ke, door zware bomen overschaduwde Henseniusplein, blies daar
de Harmonie haar marsen, terwijl het publiek sommigen in
hemdsmouwen te luisteren stonden, in alle pais en vree.
Onwillekeurig moesten we hier
aandenken, toen zaterdag j.l. een
fanfare van een kerkdorp op het
Henseniusplein haar volksconcert
gaf. Het halve plein vol auto's, ru
moerige jongelui rond de frites
kraam, wat luisterende bestuurs
leden langs de rand, een bellende
ijscowagen, knetterende brommers,
vertrekkende en aankomende bus
sen en ergens verloren op die vlakte
een fanfare, die na enige marsen de
moed opgaf over al dat lawaai heen
te kunnen blazen
Voorbij schijnt de goede oude tijd,
toen we nog echte zomers hadden
en nog niet duizenden auto's en an
dere lawaai-dingen, die de vredige
stilte vestoorden. Toen was een
volksconcert nog een evenement op
een rustige zomeravond, waarnaar
met graagte werd geluisterd en
waarbij o.a. jongelui 'n gezellig
rendez-vous hadden. Dat ydillisch
zomertafereel, waaraan genoemde
foto ons weer kwam herinneren, is
verdwenen, of liever verjaagd door
wat men pleegt te noemen: de ver
worvenheden van de móderne tijd.
Het verkeer, de vlakte, het ru
moer, het lawaai en de parkeermo-
gelijkheden maken onze pleinen to
taal ongeschikt voor het geven van
een volksconcert. Men mag alleen
respect hebben voor die muziekge
zelschappen, die met de moed des
wanhoops hiertegen in proberen te
blazen. En evenzeer bewondering
JE INTERESSEREN VOOR HET
LEED VAN ANDEREN
En weer stoten wij op het ont
roerende verhaal van de barmhar
tige Samaritaan2000 jaren lang
een voorbeeld van model-christen
dom.
Bijna onbegrijpelijk, dat een zo
smpele geschiedenis, een bijna kin
derlijk vertelsel richtinggevend voor
miljoenen mensen van honderd ge
slachten geweest is. Deze legende
zal ook tot het einde van de wereld
richtinggevend blijven en alle maat
schappelijke, wijsgerige, sociolo
gische theoriën van geleerden van
naam in de schaduw stellen. Die
immers wisselen, verbleken
verdwijnen, deze legende blijft.
De barmhartige Samaritaan, van
nature een vijand vq.n de Joden,
klimt van zijn ezeltje om een ge
wonde volksvijand te helpen en te
verzorgen. Tegenwoordig zou men
kunnen zeggen, dat b.v. een Neder
lander met zijn wagen langs de
autobaan stopt, omdat hij een
wonde, verongelukte Duitser naast
zijn scooter ziet liggen. Hij gaat zelf
mee met de ziekenauto en laat de
gewonde op zijn kosten in het zie
kenhuis verplegen.
De moderne mens is geneigd te
zeggen, dat zo'n Nederlander gek is.
Hij zou vinden, dat Eerste Hulp en
Rode Kruis maar voor die man
moeten zorgen, dat de Duitse Bonds
regering de Duitse consul maar
voor zo iemand moet opkomen.
Het is meer volgens de zeden van
de 20ste eeuw, dat een passerende
automobilist even kijkt, aan om
standers vraagt hoe het gebeurd is
en dan weer rustig het portier ach
ter zich dichtklapt en wegrijdt. Wij
zijn zakelijk, wij hebben alles ge
organiseerd. De evenmens is niet
meer op ons persoonlijk aangewe
zen, hij wordt verzorgd door organi
saties, die ervoor zijn opgericht. En
kelen betalen.
Het is misschien waar dat wij vele
vormen van naastenliefde moeilijk
meer in de persoonlijke sfeer kun
nen terugbrengen.
Wij zijn immers technisch zo per
fect geworden. Maar toch zijn er
nog vele mogelijkheden blijven be
staan, die niet kunnen worden ver
vangen. Er bestaat zoveel leed in
de wereld dat wij alleen door onze
persoonlijke bemoeiingen zouden
kunnen verlichten. Dat komt omdat
niet „het leed" bestaat, maar om
dat er alleen individuele, lijdende
mensen voorkomen. Zij leven dicht
bij ons, rond ons en naast ons.
Als wij daar eens een open oog
voor zouden willen tonen, als wij
mensen op onze verdiepingen, men
sen in onze straat, mensen in onze
winkel of op ons kantoor. Dan zou
den wij toch de barmhartige Sama
ritanen kunnen zijn, die de les in
practijk brengen van Christus, de
practijk, die alleen tot twee dingen
in staat is: ten eerste ons het eeuwig
leven te doen verwerven en ten
tweede het ellendige aanschijn van
deze aarde te veranderen.
Naar mijn mening moet men hier
in de naastenliefde in eigenlijke
vorm terugvinden. Hulp aan instel
lingen en ondernemingen van liefda
dige aard is ook goed, maar bena
dert het christelijke ideaal in min
der zuivere vorm.
hebben voor die 10 of 20 mensen
uit onze 22.000 inwoners tellende
gemeente, die trouw naar deze con
certen komen luisteren.
De tijd van deze volksconcerten
loopt ten einde. En van het einde
van deze serie is het wellicht toch
wel eens goed er op te wijzen, dat
ze in deze vorm gebracht zin
noch betekenis meer hebben.
Het is onze lezer waarschijnlijk
bekend dat deze volksconcerten fei
telijk een tegenprestatie zijn voor de
gemeentelijke subsidie, welke onze
muziekgezelschappen krijgen.
We zullen er hier verder niet op
ingaan of deze subsidie hoog genoeg
is maar alleen constateren, dat het
bij de meeste gezelschappen en ook
zangverenigingen schraalhans keu-
kenvorst is
Maar goed, deze volksconcerten
zijn dus een soort tegenprestatie,
waarbij dan het nuttige meteen met
het aangename verenigd wordt.
Want ieder gezelschap moet op ge
zette tijden iets van zich kunnen la
ten horen, moet zich kunnen pre
senteren. Dat is nodig niet alleen om
de elan en de energie te bewaren,
maar ook om deze te vergroten.
Zou men dus de volksconcerten
zonder meer beëindigen, omdat ze
zoals we boven reeds aantoonden,
niet meer aan hun doel beantwoor
den, dan wordt de tegenprestatie als
zodanig onmogelijk gemaakt
wordt een aansporing temeer te niet
gedaan. Wie met de bestuurderen
van onze gezelschappen zowel van
muziek als van zang spreekt weet,
dat er feitelijk drie dingen over het
algemeen mankeren.
Dat is op de eerste plaats geld, op
de tweede plaats de belangstelling
bij het publiek, zowel om te luiste
ren, als om te beoefenen en op de
derde plaats een goede gelegenheid
om te musiceren, om te zingen. Er
zit een onderling verband in
Wil men een goed concert geven,
dan is nodig, dat men dat goed bren
gen kan. Zowel op de kerkdorpen
als in de kom ontbreken daarvoor
de gelegenheden. Waren die er wel,
dan zou ongetwijfeld de uitvoering
tevens propaganda maken voor deze
ten ene male zeer nuttige vrije
tijdsbesteding die ook de culturele
vorming van onze mensen alleen
maar kan verbeteren
De concurrentie met televisie,
radio film en andere dingen blijft
wel zwaar, maar dan maken we nog
een kans, aldus deze bestuurderen.
Stopt men de volksconcerten, dan
is een gelegenheid voor muziek- en
zangbeoefening te meer verloren,
want ook de belangstelling voor
poncerten en uitvoeringen is mi
niem. Men moet deze concerten dus
zeker niet laten verdwijnen. In
tegendeel, men zal moeten streven
naar een betere gelegenheid dan
een kaal en rumoerig marktplein.
Wellicht kan in het komend re
creatieoord een rustige hoek voor
deze concerten worden vrijgemaakt
of gereserveerd, waarbij tevens
voorzieningen getroffen worden, dat
ook onze zangverenigingen kunnen
concerteren, iets dat op heden nog
altijd bij buitenconcerten niet zo'n
verschrikkelijk succes wasMis
schien kan dan ook het luisterend
publiek in de vorm van zitgelegen
heid meer service worden geboden.
Daarnaast zullen ook onze muziek -
en zanggezelschappen er rekening
mee moeten houden dat de smaak
van het publiek nu anders ligt dan
40-50 geleden
Een gelukkige kentering is al te
zien in de modernere werken, die
op concoursen en festivals ten gehore
worden gebracht, maar o.i. wordt nog
dikwijls te veel vast gehouden aan
stukken, die een modern publiek
niet meer liggen. Men mag dat als
muziekliefhebber wellicht betreu
ren, maar van de andere kant heeft
de belangstelling toch ook wat te
zeggen. En deze belangstelling trekt
men nu eenmaal meer in het popu-
laridere genre, dan in het klassieke.
We staan weer aan de vooravond
van een nieuwe muziek-seizoen. De
repetities na de vacantie gaan weer
beginnen, voor de winterse uitvoe
ring moet een begin worden ge
maakt en ook ditmaal zal de con
currentie van anderen weer zwaar
en groot zijn. Wellicht dat het thans
nog tijd is, dat ook onze muziek
verenigingen in de gemeentelijke
federaties welke zij hebben, deze
problemen eens nuchter onder de
loupe nemen en de overheid en zich
zelf kunnen adviseren hoe men
moet handelen om de minieme be
langstelling van het publiek om te
zetten in een gezonde
Uit de crisisjaren van 25 jaren geleden
Automobilisten plegen in deze va-
cantie-1ijd nog wel eens het verbod
te overtreden teveel personen in
een cabine te vervoeren.
Zeer veel lieden weten n.l. niet
hoe het eigenlijk met deze bepaling
gesteld is, terwijl er anderzijds te
gen beter weten in maar lukraak
een stel personen met een auto ver
voerd wordt zonder acht te slaan op
de bestaande wettelijke normen
hieromtrent.
Vóór in de cabine mag men dus
maar een beperkt aantal personen
vervoeren. D.w.z. dat men dus ge
bonden is aan een wettelijk voorge
schreven maat. Deze maat hangt ten
nauwste samen met de breedte van
Uw voertuig. En juist met deze
breedte vergrabbelen zich nogal
eens lieden. Hetzij bewust, hetzij
onbewust.
Indien men over de breedte van
Uw voertuig spreekt i.v.m. het te
vervoeren aantal personen, dan wil
dit zeggen de binnenwandse breedte
van Uw auto. De binnenwandse
breedte van de voorste zitplaats wel
te verstaan.
Deze ruimte welke gemeten wordt
tussen de achterzijde van de zitting,
moet voor de bestuurder GO cm
openlaten.
Voor elk ander persoon boven de
12 jaar moet er ruimte bestaan van
40 cm terwijl een persoon jonger
dan 12 jaar met een zitplaats van
30 cm kan volstaan. Wié dus met
drie volwassen personen vóór
in de cabine van een auto wordt
aangetroffen moet in elk geval een
zodanige ruimte van tenminste 1-40
hebben. Heeft men twee kinderen
beneden de 12 jaar bij zich dan is
een ruimte van 1.20 voldoende.
U kunt dus met een eenvoudig
sommetje uitrekenen voor welk aan
tal en samenstelling Uw auto ge
schikt is.
Er schuilen echter enige angeltj es
onder het redactionele gras van dit
artikel. Er staat n.l. in de wet dat
de mee te voeren persoon over een
zitplaats van 40 c.q. 30 cm moet be
schikken.
En dit kan soms niet aanwezig
zijn in een auto welke binnenwands
twee meter, breed is.
Neem bijvoorbeeld een auto welke
voorzien is van z.g. frontbesturing
(ingebouwde motor).
Daarin zijn meestal twee zitplaat
sen aanwezig, terwijl de binnen
wandse ruimte een plaats aan wel
vier personen biedt.
De aanwezigheid van ZITPLAATS
houdt dus wél nauw verband met
de toestemming van een dergelijk
vervoer.
Tenslotte wijzen wij U op de mo
gelijkheid, dat men tevens een kind
beneden de 5 jaar op de schoot van
een naast de bestuurder GEZETEN
persoon mag meenemen. Voor der
gelijke kleine kinderen, op deze
wijze gezeten is dus geen aparte
rumte vereist.
Vrachtauto-chauffeurs plegen
deze tijd voorts zeer gaarne liftende
personen op te pikken.
Wij bedoelen hier speciaal dat
soort lifters welke met rijwiel en al
op de laadbak van een vrachtauto
meerijden.
Hoe mensenlievend één en ander
moge zijn, het is absoluut strafbaar.
Men mag n.l. met een motorrijtuig
geen personen vervoeren dan die
welke op een daarvoor bestemde zit
plaats gezeten zijn.
En daar valt de laadbak van een
vrachtauto NIET onder.
Er is voor dit soort vervoer één
uitzondering. Indien men op deze
wijze meerijdt ten behoeve van de
lading. In dit geval is dit soort rij
den toegestaan.
Dan moet er evenwel een lading
zijn welke iets dergelijks vereist.
Bijv. vervoer van vee, of lading
welke onderweg enige zorg vereist.
Het zonder meer opladen van lif
ters echter niet.
Het wordt saai, maar een brom
fietser en een wielrijder mogen
niet breder geladen zijn dan 75 cm.
Het regent bonnen en de kans dat
we enkele zieltjes redden nemen wij
te baat om voor de derde maal in
enkele weken tijd over deze aange
legenheid te schrijven.
Het beeld, dat we op de rijwiel
paden zien geeft ons n.l. de indruk,
dat er voorhands geen enkele notie
van genomen wordt.
Wie echter de wettelijke premie
van deze overtreding betalen moet,
zal wel gauw tot andere gedachten
komen.
In dit verband wijzen wij er te
vens op, dat men met een rijwiel
met hulpmotor slechts één persoon
mag medenemen.
Deze moet op een doelmatige zit
plaats zijn gezeten en de voeten
moeten aan weerszijden op voet
steunen rusten.
De z.g. amazonezit, veelal in trek
bij de dames is dus verboden en le
vert de bestuurder en niet de ama
zone een bekeuring op.
ONZE KOEIEN-MISÈRE
Het is een even merkwaardig als
ontstellend feit, dat als resultaat
van alle kostbare crisismaatregelen,
om te komen tot een mindere melk
productie, alleen in Friesland in het
afgelopen jaar (juli 19341935) de
melkproductie is gestegen met ruim
12°/o en daarmede een maximum
heeft bereikt, want nog nooit werd
gehaald.
Dat is een.
Maar er zijn nog meer onbegrij
pelijke dingen op dit gebied.
De Deense Landbouwraad heeft
aan de georganiseerde Ned. Vlees
importeurs bericht, dat men geen
gebruik meer wenst te maken van
het recht om een bepaald kwantum
rundvlees in Nederland te mogen
invoeren, omdat de invoerheffing
hier te lande te hoog is naar Deense
smaak.
De niet-ingewijde lezer, die gere
geld kennis neemt van de berichten
over vernietiging van varkensvlees,
slachting van drachtige runderen,
verstrekking van goedkoop blik-
vlees, teeltbeperking voor runderen
varkens enz., alles ten doel heb
bende, om in Nederland de veestapel
te doen inkrimpen, zal zich er over
verbazen, dat niettemin nog invoer
van vleesch is toegestaan! Tóch is
dit het geval.
Wél is de rundvlees-invoer door
de regering gecontingenteerd, maar
dat neemt niet weg, dat in 1934 nog
altijd werd ingevoerd het naar om
standigheden zeer respectabele
kwantum van vier en drie kwart
miljoen kg rundvlees waarvan twee
derde deel uit Denemarken en de
rest uit Argentinië kwam.
Vóór de crisis 19271929 impor
teerde Denemarken slechts 100 a 200
ton rundvlees in Nederland, vorig
jaar ondanks de beperking
nog 3240 ton, of ongeveer 16.000 run
deren en in de afgelopen zeven
maanden 9000 stuks.
Toen Duitsland zijn grenzen sloot
voor het Deense vlees, trachtten de
Denen hun afzet naar Nederland te
verplaatsen; het gevolg was, dat in
de jaren 1930 en 1931 telkens 12%
miljoen kg Deens rundvlees op de
Ned. markt werd geplaatst.
In die twee jaren consumeerde
Nederland, dat kort daarop zijn
eigen veestapel door geforceerde en
kostbare afslachting moest gaan be
perken, niet minder dan 125.000
Deense koeien!
Te laat werd aan deze abnormale
invoer, die het tachtigvoudige be
droeg van de invoer in 19271929,
een beperking opgelegd, hetwelk
aanleiding gaf tot felle protesten
van Denemarken, hoewel het aan
dat land toegewezen contingent nog
altijd een veelvoud bedraagt van de
normale invoer vóór de crisis.
Thans hebben de Denen bericht,
dat zij niet langer gebruik wensen
te maken van hun consenten, omdat
de heffingen de prijs zozeer druk
ken, dat zij „het er niet meer voor
kunnen doen".
Dit is de omgekeerde wereld; in
plaats van een protest tegen invoer
beperking, komt er een weigering,
om langer te leveren. En tóchis
dit zo vreemd?
De Denen verliezen zoveel op deze
uitvoer, dat zij er liever mee op
houden. Wij denken aan de tiental
len miljoenen kilo's boter, die wij
geforceerd! hebben uitgevoerd
naar Engeland en de Ver. Staten
voor gemiddeld zeven stuivers per
kg, terwijl de groothandelprijs van
boter in Nederland 1,40 en van
margarine 1 bedraagt, dank zij de
crisisheffingen.
Geven de Denen, zo vraagt het
Handelsblad, ons land eigenlijk geen
voorbeeld, door een einde te maken
aan een export, die zware verliezen
oplevert, zodat zij er de voorkeur
aan geven om dat vlees in eigen
land te doen consumeren?
Om nu nog even op die enorme
toename van de productie van melk
en boter terug te komen, het
Handelsblad vraagt zich af, wat de
oorzaak daarvan kan zijn en somt
op:
Het systeem van melksteun zon
der ook maar enige begrenzing: af
slachting van vee zonder gelijktij
dige teeltbeperking; te late invoe
ring der beperking van teelt en
steun, benevens het ontbreken van
een gezond verband tussen de maat
regelen voor de akkerbouw en die
voor de veehouderij, waardoor een
overgaan van zuivel- op akker
bouwproductie had behoren te wor
den bevorderd, dit alles blijkt zich
thans te wreken!
Een minimale mogelijkheid tot
lonende afzet valt nu samen met
een record-productie, voor rekening
en risico van de Ned. natie!
Men heeft ons in goede jaren wel
eens „het land van melk en honing"
genoemd, maar nu paste ons beter
„het land van melk en dwaasheid".
Deze dingen wijzen er in ieder
geval op, dat we met onze land
bouw-crisispolitiek niet op de goede
weg zijn.
Moge Exc. Deckers landbouw en
veeteelt naar betere paden leiden.
van 27 augustus 1910
Maandag had in de Muziek
zaal aan de Schoolstraat de loting
plaats voor lotelingen uit deze ge
meente. 64 jongelingen namen
hieraan deel. 5 waren er bij die
broederdienst hadden, 2 te klein en
2 reclames. No. 1 trok Fleurkens
P.A. No. 2 Wilmsen L.A.
- Met genoegen kunnen wij mel
den, dat alhier pogingen in 't werk
gesteld worden om te komen tot op
richting ener afdeling van het
Groene Kruis.
Op 7 sept. a.s. zullen in Ven-
ray 240 manschappen en paarden
worden ingekwartierd van het 2e
Regiment Huzaren.
- Ten behoeve van de geiten
fokkerij in Limburg werden in
Duitsland andermaal 90 bokken en
geiten aangekocht.
van 31 augustus 1935
De 80-jarige jager Januske
van de Weyer alhier werd dinsdag
op de weg Overloon-Vierlingsbeek,
door een vrachtauto overreden en
op slag gedood. Het ongeluk gebeur
de doordat hij zijn hond voor over-
rijding wilde behoeden.
De burgemeester van Venray
waarschuwde tegen het in dienst
nemen van vreemdelingen zonder
vergunning.
Op 23 aug. werd aanbesteed
het bouwen van een nieuwe kerk
met rectorswoning te Oostrum. Er
waren 15 inschrijvers. Gunning kerk
Gebr. Oudenhoven,Venray; rectors
woning J. Houwen, Oirlo.
Een garagehouder adverteerde
de bedevaartreizen naar Wittem i
1,50 per persoon.
Een levensmiddelen-bedrijf no
teerde deze week Edammer-kaasjes
(3 pond a 58 ct., sardines in torna
tensaus groot blik 15 ct., en zeer
fijne candijkoek a 20 ct., 1 pond
fijne koffie en 1 grote bedrukte
China-mat, samen voor 75 ct., 2 pak
zelfrijzend bakmeel 20 ct., prima to
maten 10 ct. p. kilo. Ster-valappelen
2 ct. per kilo. 2 bus leverpastei voor
25 ct.
Nederland beleefde weer de pe
riode, waarin de ene helft van ons
volk bij de ander helft gaat lo
geren. De regen deelde in het al
gemeen enthousiasme, de ene de
pressie volgde op de andere, en de
regenfronten waren niet van de
lucht. De temperaturen waren de
zelfde als die van gisteren of iets
lager.
In de riante bungalow, die zo
Smaakvol was aangeprezen in de
advertenties, heerste grote bedrij
vigheid. Aan eten kwam men nau
welijks toe," omdat vrijwel alle be
schikbare pannen benut moesten
worden om het door het dak lek
kende regenwater op te vangep.
Bezoek behoefde men niet te
vrezen want het bospad was een
binnenzee geworden, die slechts
werd gewaardeerd door de plaat
selijke muggen. Rond de wrakke
tafel hingen landerig de beide ge
zinnen, die hun vakantietoeslag in
deze kille onderneming hadden ge
stoken.
Deze vriendschap is weinig ge
schikt om de onderlinge vriend
schap te bevorderen. Men zegt wel
dat de nood de mensen hechter aan-
eensmeedt, maar dat geldt niet in
de vakantie. De kinderen verveel
den zich. Zij lieten dat duidelijk
blijken. Voorzover zij niet aan de
kledingstukken der volwassenen
hingen, maakten zij onderling inzie.
Door luid gesnauw trachtten de
beide ouderparen enige orde te
scheppen. In zulke omstandigheden
echter is het riskant ook tegen an
dermans kinderen te snauwen.
Tijdens de regen in een dure bun
galow, die eigenlijk een kippenhok
toont de mens een opvallende
lichtgeraaktheid.
In deze sfeer besloot de ene vader
de andere met diens aanhang weg
te werken. Hij fietste door de gut
sende regen naar de stad en kwam
enige uren later terug met een ge
heimzinnig gezicht en een zak vol
spullen. „We zullen er eens een
leuke avond van maken", beloofde
hij.
Er was weliswaar geen elktrici-
teit en geen waterleiding, maar daar
stond tegenover, dat het zomer
huisje een open haard had. Toen de
avond begon te vallen lagen daarin
enkele vochtige takken amechtig te
smeulen het vertrek met een ver
stikkende rook vervullend. „Lekker
warm en gezellig", zei de initiatief
nemer.
Het gezelschap had zich proestend
in het te kleine vertrek ver
zameld. De kinderen maakten zich
verdienstelijk door in het vuur te
blazen, zodat het vochtige hout niet
uit ging.
„Daar gaat-ie!" riep de man met
de zak vol spullen. Hij tastte diep
in zijn voorraad, en wierp iets in
het vuur.
Het effect was onverwachts en
groots. Dan echter klonk een da
verende knal. De zak met spullen
had vlam gevat. Onder oorverdo
vend geraas ging de voorraad
vuurwerk in vlammen op. De meute
rapte zich naar buiten onder een
spervuur van brandende scherts-
artikelen. Toen zij in de regen ston
den was er van de riante bungalow
weinig over. De brandweer behoef
de geen dienst meer te doen. Het
zomerverblijf was vervallen tot een
rokende massa, waarin de regen sis
send neerviel.
Dat was nou echt de bedoeling
niet" zei de vader terneergeslagen
toen hij voor de groene tafel moest
komen. „Dat nemen we direct van
U aan", zei de rechter, „maar on
voorzichtigheid is ook strafbaar!"
De man kreeg honderd gulden
boete. „Altijd no gbeter dan daar
in de regen te zitten", troostte de
deurwaarder. Maar de verdachte
liet zich niet troosten. Waarschijn
lijk zit hij nog met een vordering
wegens schadevergoeding.
Zullen we in onze vrije tijd verdrinken
Wij gaan steeds meer en steeds langer met vakantie. We krijgen
steeds meer vrjje tijd. Dat heeft gevolgen voor ons economisch
leven en voor de vrye-tijdsbesteding van de mens. Nu de va
cancies achter de rug zijn, die dit jaar weer meer dan anders z(jn
gehouden, mogen wij ons toch wel eens bezig houden met de
vraag waar deze ontwikkeling op moet uitmonden.
In Nederland zijn wij bezig een 45-jarige werkweek te verwezen
lijken met twee vrije dagen. Elders kent men de reeds 40-urige
werkweek. In bepaalde vakbondskringen in de V.S. spreekt men
over 35 uren werken per week. Er zijn zelfs al eisen gesteld voor
een 32-urige werktijd per week. Nu vinden wij dat in Nederland
nog onvoorstelbare onzin. Wij vergeten echter, dat onze groot
vaders nog werkweken maakten van 85 uren! Langzaam zijn we
teruggegaan naar 7o en 60 uur tot we in deze eeuw de 48 uur be
reikten. Het tempo van de werktijdvermindering is echter steeds
sneller gegaan en daarom zal het geslacht na ons misschien
reeds alledaags vinden wat wij nu nog voor onmogelijk houden.
SEIZOENEN WORDEN LANGER
Nu zijn we nog bezorgd over de
voorziening van de wereld met vol
doende eerste levensbehoeften. De
westelijke landen spreken er voor
hun eigen bevolking niet meer over,
er wordt naar middelen gezocht ook
de minder bedeelde landen van het
nodige te voorzien. De dienstverle
ning neemt onder de behoeftenbe-
vrediging een steeds belangrijker
plaats in.
De toeristenindustrie is in om
vang verveelvoudigd en de lengte
van haar seizoenen wordt steeds
groter. Bevoorrechten in het genie
ten van vakantie vinden hun zomer
vakantie al te lang. Zij bewaren 'n
deel voor de winter en gaan dan
genieten van de wintersport. Ook
voor- en najaar worden meer bij de
vrije tijd betrokken en de dag is
niet ver meer waarop de toeristen
nijverheid het hele jaar kan gaan
draaien al zal de aktiviteit naar ge
lang het seizoen verlegd worden van
buiten naar binnen, van de bergen
naar de stad enz.
Dit betekent dat een veel groter
categorie van bevolking en het za
kenleven zich zal kunnen toeleggen
op het vormen van inkomen uit de
vrije tijd van anderen.
In Amerika bedraagt de totale be
steding aan vrije tijd nu reeds meer
dan 10% van het nationale inko
men.
GEWOONTEN MOETEN
VERANDEREN
Niet alleen de seizoenvakanties
zijn in dit verband belangrijk. Er is
niet aan te ontkomen, dat ook de
week-endvakanties in aantal zullen
toenemen. De wekelijkse invasie-
golf van buitenlandse auto's over
onze grenzen spreekt boekdelen.
Nu neemt men uit gewoonte nog
over de gehele linie zo megelijk op
vrijdag, zaterdag en zondag als vrije
dagen. De toenemende verkeers
drukte zal spoedig een deel van de
reizigers er toe verleiden de maan
dag en de dinsdag te kiezen inplaats
van de vrijdag en zaterdag.
Zo zal het gehele bedrijfsleven