Noodkreet U, ik en hel verkeer... Minder gaan werken de politierechter putbus rïEc£Hm2 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJSRp?E KWARTAAL /Tl» (bulten Venraj 1.60) Geestelijk artikel Ontstellende toestanden Uit Peel en Maas Zaterdag 27 augustus 1960 No. 35 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS van onze Venrayse muziekgezelschappen Bij gelegenheid van het eeuwfeest van Harmonie Euterpe, is we hebben daar al op gewezen fotohandel Hoedemaekers eens in de doos met oude negatieven gezocht. En men vond daar een foto uit de vooroorlogse jaren, waarop de toenmalige Harmonie bij een volksconcert was gefotografeerd. Gezellig, op het rustie ke, door zware bomen overschaduwde Henseniusplein, blies daar de Harmonie haar marsen, terwijl het publiek sommigen in hemdsmouwen te luisteren stonden, in alle pais en vree. Onwillekeurig moesten we hier aandenken, toen zaterdag j.l. een fanfare van een kerkdorp op het Henseniusplein haar volksconcert gaf. Het halve plein vol auto's, ru moerige jongelui rond de frites kraam, wat luisterende bestuurs leden langs de rand, een bellende ijscowagen, knetterende brommers, vertrekkende en aankomende bus sen en ergens verloren op die vlakte een fanfare, die na enige marsen de moed opgaf over al dat lawaai heen te kunnen blazen Voorbij schijnt de goede oude tijd, toen we nog echte zomers hadden en nog niet duizenden auto's en an dere lawaai-dingen, die de vredige stilte vestoorden. Toen was een volksconcert nog een evenement op een rustige zomeravond, waarnaar met graagte werd geluisterd en waarbij o.a. jongelui 'n gezellig rendez-vous hadden. Dat ydillisch zomertafereel, waaraan genoemde foto ons weer kwam herinneren, is verdwenen, of liever verjaagd door wat men pleegt te noemen: de ver worvenheden van de móderne tijd. Het verkeer, de vlakte, het ru moer, het lawaai en de parkeermo- gelijkheden maken onze pleinen to taal ongeschikt voor het geven van een volksconcert. Men mag alleen respect hebben voor die muziekge zelschappen, die met de moed des wanhoops hiertegen in proberen te blazen. En evenzeer bewondering JE INTERESSEREN VOOR HET LEED VAN ANDEREN En weer stoten wij op het ont roerende verhaal van de barmhar tige Samaritaan2000 jaren lang een voorbeeld van model-christen dom. Bijna onbegrijpelijk, dat een zo smpele geschiedenis, een bijna kin derlijk vertelsel richtinggevend voor miljoenen mensen van honderd ge slachten geweest is. Deze legende zal ook tot het einde van de wereld richtinggevend blijven en alle maat schappelijke, wijsgerige, sociolo gische theoriën van geleerden van naam in de schaduw stellen. Die immers wisselen, verbleken verdwijnen, deze legende blijft. De barmhartige Samaritaan, van nature een vijand vq.n de Joden, klimt van zijn ezeltje om een ge wonde volksvijand te helpen en te verzorgen. Tegenwoordig zou men kunnen zeggen, dat b.v. een Neder lander met zijn wagen langs de autobaan stopt, omdat hij een wonde, verongelukte Duitser naast zijn scooter ziet liggen. Hij gaat zelf mee met de ziekenauto en laat de gewonde op zijn kosten in het zie kenhuis verplegen. De moderne mens is geneigd te zeggen, dat zo'n Nederlander gek is. Hij zou vinden, dat Eerste Hulp en Rode Kruis maar voor die man moeten zorgen, dat de Duitse Bonds regering de Duitse consul maar voor zo iemand moet opkomen. Het is meer volgens de zeden van de 20ste eeuw, dat een passerende automobilist even kijkt, aan om standers vraagt hoe het gebeurd is en dan weer rustig het portier ach ter zich dichtklapt en wegrijdt. Wij zijn zakelijk, wij hebben alles ge organiseerd. De evenmens is niet meer op ons persoonlijk aangewe zen, hij wordt verzorgd door organi saties, die ervoor zijn opgericht. En kelen betalen. Het is misschien waar dat wij vele vormen van naastenliefde moeilijk meer in de persoonlijke sfeer kun nen terugbrengen. Wij zijn immers technisch zo per fect geworden. Maar toch zijn er nog vele mogelijkheden blijven be staan, die niet kunnen worden ver vangen. Er bestaat zoveel leed in de wereld dat wij alleen door onze persoonlijke bemoeiingen zouden kunnen verlichten. Dat komt omdat niet „het leed" bestaat, maar om dat er alleen individuele, lijdende mensen voorkomen. Zij leven dicht bij ons, rond ons en naast ons. Als wij daar eens een open oog voor zouden willen tonen, als wij mensen op onze verdiepingen, men sen in onze straat, mensen in onze winkel of op ons kantoor. Dan zou den wij toch de barmhartige Sama ritanen kunnen zijn, die de les in practijk brengen van Christus, de practijk, die alleen tot twee dingen in staat is: ten eerste ons het eeuwig leven te doen verwerven en ten tweede het ellendige aanschijn van deze aarde te veranderen. Naar mijn mening moet men hier in de naastenliefde in eigenlijke vorm terugvinden. Hulp aan instel lingen en ondernemingen van liefda dige aard is ook goed, maar bena dert het christelijke ideaal in min der zuivere vorm. hebben voor die 10 of 20 mensen uit onze 22.000 inwoners tellende gemeente, die trouw naar deze con certen komen luisteren. De tijd van deze volksconcerten loopt ten einde. En van het einde van deze serie is het wellicht toch wel eens goed er op te wijzen, dat ze in deze vorm gebracht zin noch betekenis meer hebben. Het is onze lezer waarschijnlijk bekend dat deze volksconcerten fei telijk een tegenprestatie zijn voor de gemeentelijke subsidie, welke onze muziekgezelschappen krijgen. We zullen er hier verder niet op ingaan of deze subsidie hoog genoeg is maar alleen constateren, dat het bij de meeste gezelschappen en ook zangverenigingen schraalhans keu- kenvorst is Maar goed, deze volksconcerten zijn dus een soort tegenprestatie, waarbij dan het nuttige meteen met het aangename verenigd wordt. Want ieder gezelschap moet op ge zette tijden iets van zich kunnen la ten horen, moet zich kunnen pre senteren. Dat is nodig niet alleen om de elan en de energie te bewaren, maar ook om deze te vergroten. Zou men dus de volksconcerten zonder meer beëindigen, omdat ze zoals we boven reeds aantoonden, niet meer aan hun doel beantwoor den, dan wordt de tegenprestatie als zodanig onmogelijk gemaakt wordt een aansporing temeer te niet gedaan. Wie met de bestuurderen van onze gezelschappen zowel van muziek als van zang spreekt weet, dat er feitelijk drie dingen over het algemeen mankeren. Dat is op de eerste plaats geld, op de tweede plaats de belangstelling bij het publiek, zowel om te luiste ren, als om te beoefenen en op de derde plaats een goede gelegenheid om te musiceren, om te zingen. Er zit een onderling verband in Wil men een goed concert geven, dan is nodig, dat men dat goed bren gen kan. Zowel op de kerkdorpen als in de kom ontbreken daarvoor de gelegenheden. Waren die er wel, dan zou ongetwijfeld de uitvoering tevens propaganda maken voor deze ten ene male zeer nuttige vrije tijdsbesteding die ook de culturele vorming van onze mensen alleen maar kan verbeteren De concurrentie met televisie, radio film en andere dingen blijft wel zwaar, maar dan maken we nog een kans, aldus deze bestuurderen. Stopt men de volksconcerten, dan is een gelegenheid voor muziek- en zangbeoefening te meer verloren, want ook de belangstelling voor poncerten en uitvoeringen is mi niem. Men moet deze concerten dus zeker niet laten verdwijnen. In tegendeel, men zal moeten streven naar een betere gelegenheid dan een kaal en rumoerig marktplein. Wellicht kan in het komend re creatieoord een rustige hoek voor deze concerten worden vrijgemaakt of gereserveerd, waarbij tevens voorzieningen getroffen worden, dat ook onze zangverenigingen kunnen concerteren, iets dat op heden nog altijd bij buitenconcerten niet zo'n verschrikkelijk succes wasMis schien kan dan ook het luisterend publiek in de vorm van zitgelegen heid meer service worden geboden. Daarnaast zullen ook onze muziek - en zanggezelschappen er rekening mee moeten houden dat de smaak van het publiek nu anders ligt dan 40-50 geleden Een gelukkige kentering is al te zien in de modernere werken, die op concoursen en festivals ten gehore worden gebracht, maar o.i. wordt nog dikwijls te veel vast gehouden aan stukken, die een modern publiek niet meer liggen. Men mag dat als muziekliefhebber wellicht betreu ren, maar van de andere kant heeft de belangstelling toch ook wat te zeggen. En deze belangstelling trekt men nu eenmaal meer in het popu- laridere genre, dan in het klassieke. We staan weer aan de vooravond van een nieuwe muziek-seizoen. De repetities na de vacantie gaan weer beginnen, voor de winterse uitvoe ring moet een begin worden ge maakt en ook ditmaal zal de con currentie van anderen weer zwaar en groot zijn. Wellicht dat het thans nog tijd is, dat ook onze muziek verenigingen in de gemeentelijke federaties welke zij hebben, deze problemen eens nuchter onder de loupe nemen en de overheid en zich zelf kunnen adviseren hoe men moet handelen om de minieme be langstelling van het publiek om te zetten in een gezonde Uit de crisisjaren van 25 jaren geleden Automobilisten plegen in deze va- cantie-1ijd nog wel eens het verbod te overtreden teveel personen in een cabine te vervoeren. Zeer veel lieden weten n.l. niet hoe het eigenlijk met deze bepaling gesteld is, terwijl er anderzijds te gen beter weten in maar lukraak een stel personen met een auto ver voerd wordt zonder acht te slaan op de bestaande wettelijke normen hieromtrent. Vóór in de cabine mag men dus maar een beperkt aantal personen vervoeren. D.w.z. dat men dus ge bonden is aan een wettelijk voorge schreven maat. Deze maat hangt ten nauwste samen met de breedte van Uw voertuig. En juist met deze breedte vergrabbelen zich nogal eens lieden. Hetzij bewust, hetzij onbewust. Indien men over de breedte van Uw voertuig spreekt i.v.m. het te vervoeren aantal personen, dan wil dit zeggen de binnenwandse breedte van Uw auto. De binnenwandse breedte van de voorste zitplaats wel te verstaan. Deze ruimte welke gemeten wordt tussen de achterzijde van de zitting, moet voor de bestuurder GO cm openlaten. Voor elk ander persoon boven de 12 jaar moet er ruimte bestaan van 40 cm terwijl een persoon jonger dan 12 jaar met een zitplaats van 30 cm kan volstaan. Wié dus met drie volwassen personen vóór in de cabine van een auto wordt aangetroffen moet in elk geval een zodanige ruimte van tenminste 1-40 hebben. Heeft men twee kinderen beneden de 12 jaar bij zich dan is een ruimte van 1.20 voldoende. U kunt dus met een eenvoudig sommetje uitrekenen voor welk aan tal en samenstelling Uw auto ge schikt is. Er schuilen echter enige angeltj es onder het redactionele gras van dit artikel. Er staat n.l. in de wet dat de mee te voeren persoon over een zitplaats van 40 c.q. 30 cm moet be schikken. En dit kan soms niet aanwezig zijn in een auto welke binnenwands twee meter, breed is. Neem bijvoorbeeld een auto welke voorzien is van z.g. frontbesturing (ingebouwde motor). Daarin zijn meestal twee zitplaat sen aanwezig, terwijl de binnen wandse ruimte een plaats aan wel vier personen biedt. De aanwezigheid van ZITPLAATS houdt dus wél nauw verband met de toestemming van een dergelijk vervoer. Tenslotte wijzen wij U op de mo gelijkheid, dat men tevens een kind beneden de 5 jaar op de schoot van een naast de bestuurder GEZETEN persoon mag meenemen. Voor der gelijke kleine kinderen, op deze wijze gezeten is dus geen aparte rumte vereist. Vrachtauto-chauffeurs plegen deze tijd voorts zeer gaarne liftende personen op te pikken. Wij bedoelen hier speciaal dat soort lifters welke met rijwiel en al op de laadbak van een vrachtauto meerijden. Hoe mensenlievend één en ander moge zijn, het is absoluut strafbaar. Men mag n.l. met een motorrijtuig geen personen vervoeren dan die welke op een daarvoor bestemde zit plaats gezeten zijn. En daar valt de laadbak van een vrachtauto NIET onder. Er is voor dit soort vervoer één uitzondering. Indien men op deze wijze meerijdt ten behoeve van de lading. In dit geval is dit soort rij den toegestaan. Dan moet er evenwel een lading zijn welke iets dergelijks vereist. Bijv. vervoer van vee, of lading welke onderweg enige zorg vereist. Het zonder meer opladen van lif ters echter niet. Het wordt saai, maar een brom fietser en een wielrijder mogen niet breder geladen zijn dan 75 cm. Het regent bonnen en de kans dat we enkele zieltjes redden nemen wij te baat om voor de derde maal in enkele weken tijd over deze aange legenheid te schrijven. Het beeld, dat we op de rijwiel paden zien geeft ons n.l. de indruk, dat er voorhands geen enkele notie van genomen wordt. Wie echter de wettelijke premie van deze overtreding betalen moet, zal wel gauw tot andere gedachten komen. In dit verband wijzen wij er te vens op, dat men met een rijwiel met hulpmotor slechts één persoon mag medenemen. Deze moet op een doelmatige zit plaats zijn gezeten en de voeten moeten aan weerszijden op voet steunen rusten. De z.g. amazonezit, veelal in trek bij de dames is dus verboden en le vert de bestuurder en niet de ama zone een bekeuring op. ONZE KOEIEN-MISÈRE Het is een even merkwaardig als ontstellend feit, dat als resultaat van alle kostbare crisismaatregelen, om te komen tot een mindere melk productie, alleen in Friesland in het afgelopen jaar (juli 19341935) de melkproductie is gestegen met ruim 12°/o en daarmede een maximum heeft bereikt, want nog nooit werd gehaald. Dat is een. Maar er zijn nog meer onbegrij pelijke dingen op dit gebied. De Deense Landbouwraad heeft aan de georganiseerde Ned. Vlees importeurs bericht, dat men geen gebruik meer wenst te maken van het recht om een bepaald kwantum rundvlees in Nederland te mogen invoeren, omdat de invoerheffing hier te lande te hoog is naar Deense smaak. De niet-ingewijde lezer, die gere geld kennis neemt van de berichten over vernietiging van varkensvlees, slachting van drachtige runderen, verstrekking van goedkoop blik- vlees, teeltbeperking voor runderen varkens enz., alles ten doel heb bende, om in Nederland de veestapel te doen inkrimpen, zal zich er over verbazen, dat niettemin nog invoer van vleesch is toegestaan! Tóch is dit het geval. Wél is de rundvlees-invoer door de regering gecontingenteerd, maar dat neemt niet weg, dat in 1934 nog altijd werd ingevoerd het naar om standigheden zeer respectabele kwantum van vier en drie kwart miljoen kg rundvlees waarvan twee derde deel uit Denemarken en de rest uit Argentinië kwam. Vóór de crisis 19271929 impor teerde Denemarken slechts 100 a 200 ton rundvlees in Nederland, vorig jaar ondanks de beperking nog 3240 ton, of ongeveer 16.000 run deren en in de afgelopen zeven maanden 9000 stuks. Toen Duitsland zijn grenzen sloot voor het Deense vlees, trachtten de Denen hun afzet naar Nederland te verplaatsen; het gevolg was, dat in de jaren 1930 en 1931 telkens 12% miljoen kg Deens rundvlees op de Ned. markt werd geplaatst. In die twee jaren consumeerde Nederland, dat kort daarop zijn eigen veestapel door geforceerde en kostbare afslachting moest gaan be perken, niet minder dan 125.000 Deense koeien! Te laat werd aan deze abnormale invoer, die het tachtigvoudige be droeg van de invoer in 19271929, een beperking opgelegd, hetwelk aanleiding gaf tot felle protesten van Denemarken, hoewel het aan dat land toegewezen contingent nog altijd een veelvoud bedraagt van de normale invoer vóór de crisis. Thans hebben de Denen bericht, dat zij niet langer gebruik wensen te maken van hun consenten, omdat de heffingen de prijs zozeer druk ken, dat zij „het er niet meer voor kunnen doen". Dit is de omgekeerde wereld; in plaats van een protest tegen invoer beperking, komt er een weigering, om langer te leveren. En tóchis dit zo vreemd? De Denen verliezen zoveel op deze uitvoer, dat zij er liever mee op houden. Wij denken aan de tiental len miljoenen kilo's boter, die wij geforceerd! hebben uitgevoerd naar Engeland en de Ver. Staten voor gemiddeld zeven stuivers per kg, terwijl de groothandelprijs van boter in Nederland 1,40 en van margarine 1 bedraagt, dank zij de crisisheffingen. Geven de Denen, zo vraagt het Handelsblad, ons land eigenlijk geen voorbeeld, door een einde te maken aan een export, die zware verliezen oplevert, zodat zij er de voorkeur aan geven om dat vlees in eigen land te doen consumeren? Om nu nog even op die enorme toename van de productie van melk en boter terug te komen, het Handelsblad vraagt zich af, wat de oorzaak daarvan kan zijn en somt op: Het systeem van melksteun zon der ook maar enige begrenzing: af slachting van vee zonder gelijktij dige teeltbeperking; te late invoe ring der beperking van teelt en steun, benevens het ontbreken van een gezond verband tussen de maat regelen voor de akkerbouw en die voor de veehouderij, waardoor een overgaan van zuivel- op akker bouwproductie had behoren te wor den bevorderd, dit alles blijkt zich thans te wreken! Een minimale mogelijkheid tot lonende afzet valt nu samen met een record-productie, voor rekening en risico van de Ned. natie! Men heeft ons in goede jaren wel eens „het land van melk en honing" genoemd, maar nu paste ons beter „het land van melk en dwaasheid". Deze dingen wijzen er in ieder geval op, dat we met onze land bouw-crisispolitiek niet op de goede weg zijn. Moge Exc. Deckers landbouw en veeteelt naar betere paden leiden. van 27 augustus 1910 Maandag had in de Muziek zaal aan de Schoolstraat de loting plaats voor lotelingen uit deze ge meente. 64 jongelingen namen hieraan deel. 5 waren er bij die broederdienst hadden, 2 te klein en 2 reclames. No. 1 trok Fleurkens P.A. No. 2 Wilmsen L.A. - Met genoegen kunnen wij mel den, dat alhier pogingen in 't werk gesteld worden om te komen tot op richting ener afdeling van het Groene Kruis. Op 7 sept. a.s. zullen in Ven- ray 240 manschappen en paarden worden ingekwartierd van het 2e Regiment Huzaren. - Ten behoeve van de geiten fokkerij in Limburg werden in Duitsland andermaal 90 bokken en geiten aangekocht. van 31 augustus 1935 De 80-jarige jager Januske van de Weyer alhier werd dinsdag op de weg Overloon-Vierlingsbeek, door een vrachtauto overreden en op slag gedood. Het ongeluk gebeur de doordat hij zijn hond voor over- rijding wilde behoeden. De burgemeester van Venray waarschuwde tegen het in dienst nemen van vreemdelingen zonder vergunning. Op 23 aug. werd aanbesteed het bouwen van een nieuwe kerk met rectorswoning te Oostrum. Er waren 15 inschrijvers. Gunning kerk Gebr. Oudenhoven,Venray; rectors woning J. Houwen, Oirlo. Een garagehouder adverteerde de bedevaartreizen naar Wittem i 1,50 per persoon. Een levensmiddelen-bedrijf no teerde deze week Edammer-kaasjes (3 pond a 58 ct., sardines in torna tensaus groot blik 15 ct., en zeer fijne candijkoek a 20 ct., 1 pond fijne koffie en 1 grote bedrukte China-mat, samen voor 75 ct., 2 pak zelfrijzend bakmeel 20 ct., prima to maten 10 ct. p. kilo. Ster-valappelen 2 ct. per kilo. 2 bus leverpastei voor 25 ct. Nederland beleefde weer de pe riode, waarin de ene helft van ons volk bij de ander helft gaat lo geren. De regen deelde in het al gemeen enthousiasme, de ene de pressie volgde op de andere, en de regenfronten waren niet van de lucht. De temperaturen waren de zelfde als die van gisteren of iets lager. In de riante bungalow, die zo Smaakvol was aangeprezen in de advertenties, heerste grote bedrij vigheid. Aan eten kwam men nau welijks toe," omdat vrijwel alle be schikbare pannen benut moesten worden om het door het dak lek kende regenwater op te vangep. Bezoek behoefde men niet te vrezen want het bospad was een binnenzee geworden, die slechts werd gewaardeerd door de plaat selijke muggen. Rond de wrakke tafel hingen landerig de beide ge zinnen, die hun vakantietoeslag in deze kille onderneming hadden ge stoken. Deze vriendschap is weinig ge schikt om de onderlinge vriend schap te bevorderen. Men zegt wel dat de nood de mensen hechter aan- eensmeedt, maar dat geldt niet in de vakantie. De kinderen verveel den zich. Zij lieten dat duidelijk blijken. Voorzover zij niet aan de kledingstukken der volwassenen hingen, maakten zij onderling inzie. Door luid gesnauw trachtten de beide ouderparen enige orde te scheppen. In zulke omstandigheden echter is het riskant ook tegen an dermans kinderen te snauwen. Tijdens de regen in een dure bun galow, die eigenlijk een kippenhok toont de mens een opvallende lichtgeraaktheid. In deze sfeer besloot de ene vader de andere met diens aanhang weg te werken. Hij fietste door de gut sende regen naar de stad en kwam enige uren later terug met een ge heimzinnig gezicht en een zak vol spullen. „We zullen er eens een leuke avond van maken", beloofde hij. Er was weliswaar geen elktrici- teit en geen waterleiding, maar daar stond tegenover, dat het zomer huisje een open haard had. Toen de avond begon te vallen lagen daarin enkele vochtige takken amechtig te smeulen het vertrek met een ver stikkende rook vervullend. „Lekker warm en gezellig", zei de initiatief nemer. Het gezelschap had zich proestend in het te kleine vertrek ver zameld. De kinderen maakten zich verdienstelijk door in het vuur te blazen, zodat het vochtige hout niet uit ging. „Daar gaat-ie!" riep de man met de zak vol spullen. Hij tastte diep in zijn voorraad, en wierp iets in het vuur. Het effect was onverwachts en groots. Dan echter klonk een da verende knal. De zak met spullen had vlam gevat. Onder oorverdo vend geraas ging de voorraad vuurwerk in vlammen op. De meute rapte zich naar buiten onder een spervuur van brandende scherts- artikelen. Toen zij in de regen ston den was er van de riante bungalow weinig over. De brandweer behoef de geen dienst meer te doen. Het zomerverblijf was vervallen tot een rokende massa, waarin de regen sis send neerviel. Dat was nou echt de bedoeling niet" zei de vader terneergeslagen toen hij voor de groene tafel moest komen. „Dat nemen we direct van U aan", zei de rechter, „maar on voorzichtigheid is ook strafbaar!" De man kreeg honderd gulden boete. „Altijd no gbeter dan daar in de regen te zitten", troostte de deurwaarder. Maar de verdachte liet zich niet troosten. Waarschijn lijk zit hij nog met een vordering wegens schadevergoeding. Zullen we in onze vrije tijd verdrinken Wij gaan steeds meer en steeds langer met vakantie. We krijgen steeds meer vrjje tijd. Dat heeft gevolgen voor ons economisch leven en voor de vrye-tijdsbesteding van de mens. Nu de va cancies achter de rug zijn, die dit jaar weer meer dan anders z(jn gehouden, mogen wij ons toch wel eens bezig houden met de vraag waar deze ontwikkeling op moet uitmonden. In Nederland zijn wij bezig een 45-jarige werkweek te verwezen lijken met twee vrije dagen. Elders kent men de reeds 40-urige werkweek. In bepaalde vakbondskringen in de V.S. spreekt men over 35 uren werken per week. Er zijn zelfs al eisen gesteld voor een 32-urige werktijd per week. Nu vinden wij dat in Nederland nog onvoorstelbare onzin. Wij vergeten echter, dat onze groot vaders nog werkweken maakten van 85 uren! Langzaam zijn we teruggegaan naar 7o en 60 uur tot we in deze eeuw de 48 uur be reikten. Het tempo van de werktijdvermindering is echter steeds sneller gegaan en daarom zal het geslacht na ons misschien reeds alledaags vinden wat wij nu nog voor onmogelijk houden. SEIZOENEN WORDEN LANGER Nu zijn we nog bezorgd over de voorziening van de wereld met vol doende eerste levensbehoeften. De westelijke landen spreken er voor hun eigen bevolking niet meer over, er wordt naar middelen gezocht ook de minder bedeelde landen van het nodige te voorzien. De dienstverle ning neemt onder de behoeftenbe- vrediging een steeds belangrijker plaats in. De toeristenindustrie is in om vang verveelvoudigd en de lengte van haar seizoenen wordt steeds groter. Bevoorrechten in het genie ten van vakantie vinden hun zomer vakantie al te lang. Zij bewaren 'n deel voor de winter en gaan dan genieten van de wintersport. Ook voor- en najaar worden meer bij de vrije tijd betrokken en de dag is niet ver meer waarop de toeristen nijverheid het hele jaar kan gaan draaien al zal de aktiviteit naar ge lang het seizoen verlegd worden van buiten naar binnen, van de bergen naar de stad enz. Dit betekent dat een veel groter categorie van bevolking en het za kenleven zich zal kunnen toeleggen op het vormen van inkomen uit de vrije tijd van anderen. In Amerika bedraagt de totale be steding aan vrije tijd nu reeds meer dan 10% van het nationale inko men. GEWOONTEN MOETEN VERANDEREN Niet alleen de seizoenvakanties zijn in dit verband belangrijk. Er is niet aan te ontkomen, dat ook de week-endvakanties in aantal zullen toenemen. De wekelijkse invasie- golf van buitenlandse auto's over onze grenzen spreekt boekdelen. Nu neemt men uit gewoonte nog over de gehele linie zo megelijk op vrijdag, zaterdag en zondag als vrije dagen. De toenemende verkeers drukte zal spoedig een deel van de reizigers er toe verleiden de maan dag en de dinsdag te kiezen inplaats van de vrijdag en zaterdag. Zo zal het gehele bedrijfsleven

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1