U, ik en hel verkeer... De groei van het en Bibliotheek Geestelijk artikel Uit Peel en Maas P.MO OREN Wereld-Televisie dank zij plastic kunstmanen... Tegenwoordige welvaart is en blijft een onzeker bezit.., Onrustige Zenuwen? Zaterdag 20 augustus 1960 No. 34 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG ■PEEL EN MAAS^ DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPPTCT^T A T\ VHHP VPNPAY PW HMQTPPïfPM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENT S- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 V VJV/A UlVivJ 1 lVLtlYUll PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venray 1.68) In ons numer van 23 juli j.l. ga ven wij een berichtje weer van dat zelfde nummer in 1910. Men vond daarin verschillende cijfers van een toen gehouden landbouwtelling. Dank zij de medewerking van het voedselbureau kunnen wij nu ver gelijkende cijfers met I960 geven, die dan hieronder mogen volgen: 1910 ha 1960 ha bouwland, grasland, tuinbouwgrond 4212 5916 paarden boven 3 jaar 389 630 paarden ben. 3 jaar 87 119 springstieren 11 35 melkkoeien 1458 4053 mestkalveren 45 145 mest vee 120 850 jongvee 1272 5087 schapen 1922 61 geiten 475 12 biggen 660 14.117 varkens 2688 23.022 kuikens 7996 373.840 mestkuikens 160.000 hennen 25.933 258.202 Men zou deze cijfers ook anders kunnen rangschikken. Hoeveel stuks van ieder waren b.v. te vinden op een boerderij van 10 ha in 1910 en in 1960. Deling geeft de volgende gegevens: 1910 1960 paarden 1,13 1,27 melkkoeien 3,46 6,85 mestkalveren 0,11 0,25 mestvee 0,28 0,25 jongvee 3,02 8.60 schapen 4,57 0,10 geiten 1,13 0,02 biggen 1,57 23,02 varkens 6.38 38,91 kuikens 18,98 631,91 mestkuikens 270,45 hennen 61,57 436,45 Verder commentaar lijkt ons wel overbodig. Apostolaat van het gebed Pauselijke maand-intenties September 1960 1. Eenheid bewaren. 2. Naastenliefde en rassen probleem. TRANEN OVER JOHANNESBURG „Tranen over Joannesburg" is de titel van een aangrijpende film van Alan Paton, die in deze maanden van Kongo-onlusten een nieuwe ak- tualiteit gekregen heeft. Vol pijnlijke droefheid ziet Ku- malo, de eenvoudige zwarte domi nee, het leven van de grote stad Joannesburg. Alles is even nieuw voor hem, want hij was nog nooit in zo'n wereldstad. Maar dat alles is in vergelijking met de vraag die telkens weer in hem opkomt: „Hoe is het mogelijk, dat er hier zoveel ellende en on tevredenheid is? Wij zijn ook arm, maar wij zijn tevreden en leven niet langs elkaar heen. Hier zorgt iedereen voor zich zelf. De blanken haten de zwarten en de zwarten de blanken. Hoe is dat alles toch mogelijk?" Het enige antwoord dat zijn be geleider kan geven is: „Ja, iedereen streeft naar macht, Kimulo. Maar er is maar één ding dat volledige macht bezit en dat is de liefde. Omdat, wanneer iemand liefheeft, hij geen macht zoekt en dan juist heeft hij die. Ik zie maar één mogelijkheid voor ons land en dat is onzelfzuch tige samenwerking tussen blank en zwart". Deze onzelfzuchtige samenwerking staat deze maand tevens in de ge- beds-aandacht van alle christenen door de missie-intentie, en enigszins algemener geformuleerd in de alge mene maandintentie van het Apos tolaat van het Gebed. Alleen de christelijke liefde kan een oplossing brengen in de rassen kwestie; alleen de eenheid van de gelovigen onder elkaar en met hun herders kan de Kerk beschermen in deze tijd van verwarring. Waren we toch maar met velen die leefden naar de laatste wens van Christus: „Mogen ze allen één zijn", dan zou den we de wereld kunnen veran deren, want eendracht maakt macht: de macht van de liefde. 'i o\U vms6«nn$«n j i Aypotfwlun -Q ffnanclem><jCaS" JULIANASINGEL41 'ttlif. 1061 (K4780) In de loop van de jaren is er nog al gesold met de status van een bromfietser, alsmede met dat van het voertuig als zodanig. Het is dan ook wel zeker, dat de omvangrijk heid van het gebruik, de overheid min of meer uit de hand gelopen is. Niemand zal 10 jaar geleden ge dacht hebben, dat de toen opkomen de bromfiets het nationale vervoer middel van vandaag zou worden. De in en buiten werking geweest zijnde bepalingen ten aanzien van het voertuig en haar bestuurder(s) zijn hier een tastbaar bewijs van. Eerst moest een bromfietsbe stuurder een rijbewijs hebben, dien de het voertuig een nummerplaat te voeren en werd het geheel gelijk ge steld met een motorfiets. Zij moesten niet, zoals thans op het rijwielpad rijden, doch dienden de rijbaan te houden. Aanvankelijk was de houder te vens verplicht een belastingschuld te betalen. Vandaag is dit allemaal niet meer. We zouden bijna zeggen het is NU juist allemaal nét anders om. Men pleegt dan ook wel te pro pageren, dat een bromfietser de zelfde gedragslijn als een wielrijder dient te volgen. In grote trekken is dit juist. Er zijn evenwel voldoende afwijkingen welke enkele aantekeningen behoe ven. Een bromfietser dient voor wat de bepalingen van VOORRANG aan gaat dezelfde plaats in te nemen als een wielrijder. Er is hierop geen enkele afwij king aanwezig. Dit klinkt merk waardig aangezien de bromfiets in feite een MOTORRIJTUIG is. Zo dra U nl. bij rechterlijke uitspraak het rijbewijs wordt ingetrokken en een bepaalde periode de bevoegd heid wordt ontzegd MOTORRIJTUI GEN te besturen, geldt dat tevens voor een bromfiets. U mag in die periode eveneens niet op een brommer gaan rijden. Als puntje bij paaltje komt zelfs niet als de motor uitgeschakeld is. Dat klinkt waarschijnlijk niet erg duidelijk. Iemand die op een bromfiets, voor (welk voertuig GEEN rijbewijs ver eist is) onder auspiciën van alcoho lica, brokken maakt of gekke dingen doet kan de rijbevoegdheid voor een bepaalde periode ontzegd worden. Is zo'n goeierd dan in zijn dage lijkse leven chauffeur of i.d. dan staat er voor wat deze betrekking aangaat gekleurd op. Dit is misschien voor bepaalde personen een hint in zekere rich ting. Als rijwielbestuurder mag U een dier geleiden. Let wel op dat woordje één. U mag één paard, één hond of hiervoor geschikt dier per rijwiel geleiden. De wielrijder is slechts aan deze ristrictie gebon den, dat hij dit dier voldoende in zijn macht heeft. Met een normaal paard of hond zal dat geen moei lijkheden opleveren. Een bromfiet ser mag dat nimmer, hoe zijn te ge leiden beest ook is. Een wielrijder mag onder bepaal de voorwaarden een aanhangwagen medevoeren. Een bromfietser mag dat NOOIT. Een wielrijder mag met zijn voer tuig over 'n z.g. touristisch rijwiel pad rijden. Zwart langwerpig, witte letters en uitgespaarde hoeken). Een bromfietser mag daar alleen op tuf fen als de motor uitgeschakeld is. Een wielrijder is NIET gebonden aan max. snelheid. Een bromfietser buiten de kom ..niet sneller dan 40 km per uur en binnen de bebouwde kom niet sneller dan 30 km. On geacht of voor auto's 70 km toege staan is, een brommer mag dan nim mer sneller als 30 km per uur rijden- Een fietser mag rustig zijn naast hem rijdende partner per rijwiel voortduwen of trekken. Een brom mer mag dat NIET. Een brommer dient een gele rechthoekige plaat te voeren. Een fietser niet. Een wielrijder behoeft slechts één deugdelijke rem te voeren. Een bromfietser is gehouden twee goede remmen te hebben, waarvan de wer king niet op de buitenomtrek van de band mag zijn aangebracht. Een fietser mag dat wel. Een wielrijder mag (personen bo ven 10 jaar, één) achterop het voer tuig vervoeren. Beneden de 10 jaar mogen door een wielrijder, onder bepaalde voorwaarden twee kin deren vervoerd worden. Een bromfietser mag dat niet. Een bromfietser mag zelfs een persoon in de z.g. amazonezit niet vervoeren. Een wielrijder mag dat wél. Dit laatste indien het iemand be treft ouder dan 10 jaar. Er is dus nog wel enig. onder scheid tussen de gedragingen van een wielrijder en een brommer. Nogmaals in het recht van VOOR' RANG, in welke situatie ook, de BROMMER is de gelijke van de FIETSER en dient zich derhalve aan de gelijkwaardige regels te houden. R.K. OPENBARE LEESZAAL Paterslaan 1 Venray Nieuwe aanwinsten ROMANS: Antoine J., De koe en de krijgs gevangene; en andere verhalen. Barnham D., Tien tegen een; oor logsverhaal waarin een piloot ver telt van ,zijn ervaringen tijdens de tweede wereldoorlog. Berthold W., Van de hemel naar de hel; de tragedie der Duitse val schermjagers. Eekhout J.H., De man met de har monica; streekroman spelend in Vlaanderen. Konsalik H.G., Strafbataljon 999; oorlogsroman. Mons M., Moord in de Apollokli- niek; detectiveroman. Nagayo Y, De bronzen Christus; novelle zich afspelend tijdens de christenvervolging in 't 17e eeuwse Japan. Olivier D., Uit liefde alleen; his torische roman uit de tsarentijd. Queen E., Het glazen dorp; detec tiveroman. Steenbuch, R., Ook ik wil graag leven; sociale roman met als hoofd figuur een invalide meisje. Steinbeck J., Cannery row; humo ristische roman. Zuchmayer Ci, Zonder masker; psychologische roman zich afspe lend tijdens de carnavalstijd van 1913 in een oude Rijnlandse stad. STUDIEBOEKEN: Assman H., Bent U daar al eens geweest? Bentum P.J. van, Vloeren, wan den en plafonds; materiaalkeuze en onderhoud. Freuchen P. e.a., Peter Freuchen's boek van de zeven zeeën. Hietbrink G., Het licht in ons huis. Homerius, Ilias. Majorick B., Ontwerpen en ver werpen; industriële 'vormgeving als noodzaak. Mantz J.J.C., Dokter mag ik? ge rechten voor suikerpatiënten. Meer de Walcheren, P. van der, Alles is liefde. Mens J., Oude raadhuizen. Smit J.O. e.a., Naar Rome; geïl lustreerd handboek voor reizigers naar Rome. Stempels C., Keukens; indeling en uitrusting. De wereld nu; foto's en feiten '58-'59. LICHT IN DE DUISTERNIS Wij zien, wanneer het licht is. Het licht maakt ons alles zichtbaar, de vormen en de kleuren. Maar wan neer de bron van het licht, de zon. haar stralen laat uitschieten, dan zien wij alles nog beter, de kleuren worden helderder, de vormen scher per. Deze natuurlijke gang van za ken geldt ook voor ons geestelijk leven. Ons geestelijke leven bestaat bij de gratie van Gods licht, Zijn genade. Dat lezen wij bij St. Pau- lus deze zondag, wanneer hij schrijft5 „Maar wat ik ben, ben ik door de genade Gods". Wanneer wij niet in Gods genade leven, leven wij eigenlijk niet, om dat ons aardse leven zich verhoudt tot 't leven in God als de nacht tot de dag. In de nacht is er duisternis om ons heen. Wij kunnen niet zien wat er rondom ons is. Zonder het licht van de goddelijke genade is ons geestelijk leven ook in de duis ternis en is er geen uitzicht. In de practijk van ons leven be tekent dit, dat wij steeds God als de bron van het licht moeten zoe ken. Dat is de absolute voorwaarde zonder welke wij geen geestelijk le ven kunnen leiden. In de practijk van het leven betekent dit steeds weer God tot onze norm te nemen, ons dagelijkse leven in te richten naar Gods liefdesgebod. Hoe wij ieder voor ons dit leven moeten richten op God, dat moet Eenieder voor zichzelf uitmaken. God heeft ons algemene en steeds geldende richtlijnen gegeven in de 10 geboden. Christus heeft ons ge zegd in Zijn bergrede hoe wij de heiligheid, d.w.z. God kunnen be reiken. Om dit te kunnen heeft Hij ons alle genade belooft, die wij nodig hebben om de heiligheid te berei ken. Heilig worden, betekent niet ernaar streven om op een console te staan met een aureooltje om ons hoofd, maar God zoeken, die de hei ligheid Zelf is. van 20 augustus 1910 Onze vroegere dorpsgenoot, de Eerw. Pater Albert Feijen, van de orde der missionarissen van het H. Hart te Tilburg, zal morgen zondag in de parochiekerk alhier zijn Eerste H. Mis opdragen. Tegen verschillende personen werd proces-verbaal opgemaakt, omdat zij bij de schouw der water lossingen deze niet in orde hadden gebracht. van 24 augustus 1935 Het kringfeest van de turners en turnsters zal te Venray gehouden worden op 8 sept. a.s. Hieraan zul len ruim 500 personen deelnemen. Te Rotterdam overleed plotse- lin de Eerw. Pater A. Janssen o.f.m.» welke enkele jaren directeur van het Patronaat te Venray was. VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLRRT5ING ZORGT: „Jammer, dat ik België niet op mijn scherm kan krijgen. Duitsland gaat wel, maar België is niets of met. veel sneeuw". Deze verzuchting hoort men nog wel eens uit de mond van een tele visiekijker in onze 'streken. Daarentegen garandeert het bezit van een televisietoestel in Zuid- Limburg een smetteloze ontvangst van de Duitse, Nederlandse en Bel gische televisie. Boven de Moerdijk, in het Westen van het land kan men over het al gemeen slechts genieten, van wat zender Lopik te bieden heeft en Oostelijk Nederland kan in vele ge vallen ook nog zender Oldenburg of Langenberg op zijn scherm krijgen. Maar wat is de oorzaak van de onvolkomenheid van onze televisie? En vooral zal de wereldtelevisie al tijd een illusie blijven? Het antwoord op de eerste vraag is vrij eenvoudig te geven. De oor zaak van een slechte ontvangst is de bolvormigheid van moeder aarde. Deze vorm belet nl. de electro- magnetische golven zich over een grotere afstand, dan ongeveer 150 kilometer voort te bewegen. De af stand, die de televisiegolven af kun nen leggen, hangt trouwens af van de hoogte van de televisiemast. En verder zijn er nog.andere fac toren, die oorzaak kunnen zijn van een slechte ontvangst „sneeuw" zo als men zegtin het televisiejargon. Een bosachtig gebied werkt soms belemmerend voor woningen, die direct hierachter gelegen zijn. Men kan zich voorstellen, dat er omstandigheden zijn, waar bij de ronde vorm van onze aarde geen hinderpaal is voor een goede ont vangst. Pa zegt b.v. op een regenachtige zondagmiddag tegen ma: „Waarde loos,. ons vaderlandse televisiepro gramma vandaag. En te weten, dat Parijs een bokswedstrijd uitzendt". En de altijd praktische ma, bijge staan door haar ondernemende dochter zegt dan: „Maar dan kijk je toch naar'-de bokswedstrijden!" Maar manlief antwoordt: „Maar vrouwtje, Parijs, kunnen we .toch niet krijgen". En dan doet de ondernemende dochter een duit in het zakje van de conversatie: „Maar paps, waar hebben we anders onze privé-heli- kopter voor? Het apparaat erin. Op stijgen tot 5 kilometer hoogte en we hebben de mooiste ontvangst, die-je je maar kunt wensen". De dochter had gelijk, maar deze vrij kostbare oplossing is niet te verwezenlijken. En in de toekomst zal een dergejijke omslachtige man nier van doen ook helemaal niet no dig zijn. Heeft men intussen niet reeds ontdekt, dat onze maan radio golven uitstekend reflekteert? Op soortgelijke wijze wil men te werk gaan met televisie. Onze oude romantische maan is niet bruikbaar voor dit doel. Deze is steeds in be weging en staat trouwens te ver van onze aarde af, om een goede ontvangst te verzekeren. Doch nu wordt duidelijk, dat Thor-Able-raketten en aardsatellie- ten, behalve voor de landsverdedi ging en wetenschappelijke doelein den, ook voor de televisie waarde kunnen hebben. De Douglas-fabrieken in de Ver. Staten hebben onlangs een televisie- maan geconstrueerd. Deze maan zag er uit als een opgevouwen plastic regenjas, met dien verstande, dat er in het plastic metalen molekulen verwerkt waren, die op grote hoogte de televisiegolven terug zouden kaatsen. Dit pakje, met gas gevuld, werd door middel van een raket in een baan om de aarde gebracht. Op 200 km hoogte was het ge heimzinnige geval door de kracht van de zon en gebrek aan lucht- weerstand, uitgedijd tot een zilver achtig lichtende bol met een dia meter van 40 meter. Deze ballon bleek van de aarde uitgezonden golven inderdaad uitstekend terug te kaatsen. Hoewel dit nog maar een experi ment was en nog onvolmaakt,, is thans toch duidelijk geworden, dat, wanneer er een 6-tal van deze tele visie-mannen in de ruimte zouden zweven, de wereldtelevisie nu nog een probleem een feit zal kunnen worden. DE TIJD WERKT NIET VOOR MAAR TEGEN ONS. LIMBURG MOET MEER OP DE TOEKOMST DAN IN HET HEDEN LEVEN Dc vorige week gepubliceerde cijfers over de werkloosheid In Limburg zijn wederom byzonder gunstig. Tengevolge van de in deze tijd van het jaar gebruikelke iffechryving als werkzoeken de van vele jongen, die hun schooljaren hebben beëindigd en tot het arbeidsproces toetreden, is er in juli een lichte styging van de werkloosheid geweest. Einde juni waren er in Limburg 1379 en einde juli 1526 werkzoekenden. Maar dit is een tijdelijk verschijn sel, dat verdwijnt als deze jongeren in de loop van augustus en september werk vinden. Van de totale mannelijke beroepsbevolking in de provincie is slechts 0,8 procent werkloos, wat 'n bijzonder laag aantal is, voor al ook omdat er onder de beroepsbevolking altijd een vrij grote groep is die geestelijk op een zo laag peil staat, dat deze mensen voor normale geregelde arbeid practisch niet te gebruiken zyn. Zij behoren tot de zorgenkinderen dfcr maatschappij, omdat zy hun gehele leven telkens weer of vrijwel doorlopend werkloos zyn. Deze groep is thans de grootste onder de verschillende ca tegorieën werklozen. Dit bewijst duidelijker dan alle cijfers, dat idereen die werken wil en werken kan ook inderdaad werk kan vinden. DREIGENDE ACHTERSTAND OP DUITSLAND EN BELGIc De toestand is zo, dat de vraag naar arbeidskrachten het aanbod aanzienlijk overtreft. Einde juli waren er bij de geza menlijke Limburgse arbeidsbureaux zoals gezegd 1526 werkzoekenden ingeschreven, terwijl het aantal aan vragen om arbeidskrachten bij deze bureaux 5662 bedroeg. In verschillende bedrijfstakken valt zelfs een toenemende spanning waar te nemen, omdat men met geen mogelijkheid het aantal werk krachten, dat eigenlijk nodig zou zijn, bij elkaar kan krijgen. Dit geldt in Limburg vooral voor de bouw vakken en de metaalindustrie. Het tekort in de bouwvakken is met name te wijten aan de toene mende trek van bouwvakarbeiders naar Duitsland, waar de lonen hoog zijn, waardoor het ontbreken van behoorlijke sociale voorzieningen op de koop toe wordt genomen. Hier en daar zijn ook al sympto men waarneembaar, dat onder de metaalarbeiders de trek naar de in dustrie in de Duitse grensgebieden eveneens toeneemt En dus zullen velen geneigd zijn te zeggen, staan we er bijzonder gunstig voor: volop werk, goede lonen en handen tekort. Er is geen vuiltje aan de (economische) lucht en Limburg bloeit en gedijt in een voorspoed, welke voor zover dat nu reeds valt te beoordelen voor lopig blijft voortduren. Voor on gerustheid over de naaste toe komst bestaat er daarom geen en kele aanleiding. We kunnen de goede gaven van .het heden dank baar benutten en de dingen ver der rustig op hun beloop laten. 0 En het is nu juist deze zelfgenoeg zame mentaliteit van „laat maar waaien, ons kan niets gebeuren", welke het ergste zou zijn, wat ons op het ogenblik kon overkomen. Want het zou verlammend werken op onze waakzaamheid, strijdbaar heid en noodzakelijke rusteloze ac tiviteit en dit zijn drie zaken, welke we thans minder dan ooit missen kunnen. Want het gaat niet alleen om de positie, waarin we in Limburg op het ogenblik verkeren die is on getwijfeld rooskleurig het gaat om de toekomst en waarachtig niet eens een zo ver verwijderde toe komst.. De grote welvaart, welke we thans genieten, brengt het ernstige gevaar met zich mee dat zij ons in slaap wiegt, zodat wij verzuimen tijdig alles in het werk te stellen om deze toekomst te waarborgen. Dat dit gevaar niet denkbeeldig is, blijkt uit de feiten. Herhaaldelijk is door terzake kun- digen uiteengezet, dat de industria lisatie van Limburg gedurende deze na-oorlogse jaren zeer aanzienlijk is uitgebreid, maar dat het tempo van deze industrialisatie nog zal moeten worden opgevoerd, wil men in staat zyn de nog steeds snel in aantal groeiende bevolking ook over tien, vijftien jaar in het eigen gewest ar beid en brood te verschaffen. Als extra-moeilijkheid is daar nog het vraagstuk van de mijnindustrie, waar een geleidelyke inkrimping van het aantal arbeidskrachten waarschijnlijk is, bij gekomen. Een ander voorbeeld: het laatste stuk van de nieuwe autoweg Aken- Keulen wordt nog dit jaar voor het verkeer opengesteld en over hooguit twee jaar hebben de Belgen de auto weg AntwerpenLuikAken, wel ke hierop aansluit, gereed. De moderne internationale auto wegen, welke door Limburg zullen komen te lopen, bestaan echter slechts op papier of zijn pas gedeel telijk in aanleg. De autoweg Eind hovenMaastricht komt pas in 1965 klaar. De autoweg Antwerpen VenloRuhrgebied, welke voor de verdere industrialisatie van Noord- Limburg onmisbaar is, zal zoals de zaken nu staan eerst in 1975 nog slechts gedeeltelijk voltooid zijn. En van de Midden Peelweg is nog maar een heel klein stukje klaar! Hoe denkt men echter met succes de industrialisatie aanzienlyk uit te breiden, terwyi hier de noodzake lijke verkeersverbindingen ontbre ken en de naburige industriegebie den in het buitenland, die onze naaste concurrenten zyn, daar wel over kunnen beschikken? Voor de kanalen geldt hetzelfde. Een goede rechtstreekse verbinding tussen het kanalenstelsel in Noord- België en dat in Brabant en de Maas in Noord-Limburg ontbreekt nog, terwijl de plannen voor de aanleg van een MaasRijnkanaal zich zo traag ontwikkelen, dat er helemaal geen schot meer in zit. We hebben op deze problemen en er zijn andere te noemen! nog maals de aandacht gevestigd, omdat het hier om een levensbelang voor Limburg gaat. Natuurlijk heeft Lim burg de oplossing ervan niet in eigen hand. Het zijn veelal nationale vraagstukken, die nationaal moeten worden opgelost. Maar als wij niet dag-in, dag-uit op het aambeeld van deze gewes telijke levenkwesties, welke overi gens ook voor de nationale econo mie van de grootste betekenis zijn» blijven hameren, telkens en tel kens weer, dan kunnen we op hun verwezenlijking blijven wachten tot het te laat is en de omringen de industriegebieden in België en Duitsland een dergelijke voor sprong hebben verkregen, dat Lmburg als industriegewest onder de druk der internationale con currentie onherroepelijk naar het tweede plan verhuist. Maar geloof niet, dat we dan nog steeds een loflied op de bestaande welvaart kunnen zingen, zoals ons dat nu God-zij-dank wel mogelijk is! Mljnhardt's Zenuwtobletten

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1