U, ik en hel verkeer...
De groei van het
en Bibliotheek
Geestelijk artikel
Uit Peel en Maas
P.MO OREN
Wereld-Televisie dank zij plastic
kunstmanen...
Tegenwoordige welvaart is en
blijft een onzeker bezit..,
Onrustige Zenuwen?
Zaterdag 20 augustus 1960 No. 34
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
■PEEL EN MAAS^
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPPTCT^T A T\ VHHP VPNPAY PW HMQTPPïfPM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENT S-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 V VJV/A UlVivJ 1 lVLtlYUll PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venray 1.68)
In ons numer van 23 juli j.l. ga
ven wij een berichtje weer van dat
zelfde nummer in 1910. Men vond
daarin verschillende cijfers van een
toen gehouden landbouwtelling.
Dank zij de medewerking van het
voedselbureau kunnen wij nu ver
gelijkende cijfers met I960 geven,
die dan hieronder mogen volgen:
1910
ha
1960
ha
bouwland, grasland,
tuinbouwgrond
4212
5916
paarden boven 3 jaar 389
630
paarden ben. 3 jaar
87
119
springstieren
11
35
melkkoeien
1458
4053
mestkalveren
45
145
mest vee
120
850
jongvee
1272
5087
schapen
1922
61
geiten
475
12
biggen
660
14.117
varkens
2688
23.022
kuikens
7996
373.840
mestkuikens
160.000
hennen
25.933
258.202
Men zou deze cijfers ook anders
kunnen rangschikken. Hoeveel stuks
van ieder waren b.v. te vinden op
een boerderij van 10 ha in 1910 en
in 1960. Deling geeft de volgende
gegevens:
1910
1960
paarden
1,13
1,27
melkkoeien
3,46
6,85
mestkalveren
0,11
0,25
mestvee
0,28
0,25
jongvee
3,02
8.60
schapen
4,57
0,10
geiten
1,13
0,02
biggen
1,57
23,02
varkens
6.38
38,91
kuikens
18,98
631,91
mestkuikens
270,45
hennen
61,57
436,45
Verder commentaar
lijkt
ons wel
overbodig.
Apostolaat van het gebed
Pauselijke maand-intenties
September 1960
1. Eenheid bewaren.
2. Naastenliefde en rassen
probleem.
TRANEN OVER JOHANNESBURG
„Tranen over Joannesburg" is de
titel van een aangrijpende film van
Alan Paton, die in deze maanden
van Kongo-onlusten een nieuwe ak-
tualiteit gekregen heeft.
Vol pijnlijke droefheid ziet Ku-
malo, de eenvoudige zwarte domi
nee, het leven van de grote stad
Joannesburg. Alles is even nieuw
voor hem, want hij was nog nooit in
zo'n wereldstad.
Maar dat alles is in vergelijking
met de vraag die telkens weer in
hem opkomt: „Hoe is het mogelijk,
dat er hier zoveel ellende en on
tevredenheid is?
Wij zijn ook arm, maar wij zijn
tevreden en leven niet langs elkaar
heen. Hier zorgt iedereen voor zich
zelf. De blanken haten de zwarten
en de zwarten de blanken. Hoe is
dat alles toch mogelijk?"
Het enige antwoord dat zijn be
geleider kan geven is: „Ja, iedereen
streeft naar macht, Kimulo. Maar er
is maar één ding dat volledige macht
bezit en dat is de liefde. Omdat,
wanneer iemand liefheeft, hij geen
macht zoekt en dan juist heeft hij
die. Ik zie maar één mogelijkheid
voor ons land en dat is onzelfzuch
tige samenwerking tussen blank en
zwart".
Deze onzelfzuchtige samenwerking
staat deze maand tevens in de ge-
beds-aandacht van alle christenen
door de missie-intentie, en enigszins
algemener geformuleerd in de alge
mene maandintentie van het Apos
tolaat van het Gebed.
Alleen de christelijke liefde kan
een oplossing brengen in de rassen
kwestie; alleen de eenheid van de
gelovigen onder elkaar en met hun
herders kan de Kerk beschermen in
deze tijd van verwarring. Waren we
toch maar met velen die leefden
naar de laatste wens van Christus:
„Mogen ze allen één zijn", dan zou
den we de wereld kunnen veran
deren, want eendracht maakt macht:
de macht van de liefde.
'i o\U vms6«nn$«n j
i Aypotfwlun -Q
ffnanclem><jCaS"
JULIANASINGEL41 'ttlif. 1061 (K4780)
In de loop van de jaren is er nog
al gesold met de status van een
bromfietser, alsmede met dat van
het voertuig als zodanig. Het is dan
ook wel zeker, dat de omvangrijk
heid van het gebruik, de overheid
min of meer uit de hand gelopen is.
Niemand zal 10 jaar geleden ge
dacht hebben, dat de toen opkomen
de bromfiets het nationale vervoer
middel van vandaag zou worden. De
in en buiten werking geweest zijnde
bepalingen ten aanzien van het
voertuig en haar bestuurder(s) zijn
hier een tastbaar bewijs van.
Eerst moest een bromfietsbe
stuurder een rijbewijs hebben, dien
de het voertuig een nummerplaat te
voeren en werd het geheel gelijk ge
steld met een motorfiets.
Zij moesten niet, zoals thans op
het rijwielpad rijden, doch dienden
de rijbaan te houden.
Aanvankelijk was de houder te
vens verplicht een belastingschuld
te betalen. Vandaag is dit allemaal
niet meer. We zouden bijna zeggen
het is NU juist allemaal nét anders
om.
Men pleegt dan ook wel te pro
pageren, dat een bromfietser de
zelfde gedragslijn als een wielrijder
dient te volgen.
In grote trekken is dit juist. Er
zijn evenwel voldoende afwijkingen
welke enkele aantekeningen behoe
ven.
Een bromfietser dient voor wat de
bepalingen van VOORRANG aan
gaat dezelfde plaats in te nemen als
een wielrijder.
Er is hierop geen enkele afwij
king aanwezig. Dit klinkt merk
waardig aangezien de bromfiets in
feite een MOTORRIJTUIG is. Zo
dra U nl. bij rechterlijke uitspraak
het rijbewijs wordt ingetrokken en
een bepaalde periode de bevoegd
heid wordt ontzegd MOTORRIJTUI
GEN te besturen, geldt dat tevens
voor een bromfiets.
U mag in die periode eveneens
niet op een brommer gaan rijden.
Als puntje bij paaltje komt zelfs
niet als de motor uitgeschakeld is.
Dat klinkt waarschijnlijk niet erg
duidelijk.
Iemand die op een bromfiets, voor
(welk voertuig GEEN rijbewijs ver
eist is) onder auspiciën van alcoho
lica, brokken maakt of gekke dingen
doet kan de rijbevoegdheid voor een
bepaalde periode ontzegd worden.
Is zo'n goeierd dan in zijn dage
lijkse leven chauffeur of i.d. dan
staat er voor wat deze betrekking
aangaat gekleurd op.
Dit is misschien voor bepaalde
personen een hint in zekere rich
ting.
Als rijwielbestuurder mag U een
dier geleiden. Let wel op dat
woordje één. U mag één paard,
één hond of hiervoor geschikt dier
per rijwiel geleiden. De wielrijder
is slechts aan deze ristrictie gebon
den, dat hij dit dier voldoende in
zijn macht heeft. Met een normaal
paard of hond zal dat geen moei
lijkheden opleveren. Een bromfiet
ser mag dat nimmer, hoe zijn te ge
leiden beest ook is.
Een wielrijder mag onder bepaal
de voorwaarden een aanhangwagen
medevoeren. Een bromfietser mag
dat NOOIT.
Een wielrijder mag met zijn voer
tuig over 'n z.g. touristisch rijwiel
pad rijden. Zwart langwerpig, witte
letters en uitgespaarde hoeken). Een
bromfietser mag daar alleen op tuf
fen als de motor uitgeschakeld is.
Een wielrijder is NIET gebonden
aan max. snelheid. Een bromfietser
buiten de kom ..niet sneller dan 40
km per uur en binnen de bebouwde
kom niet sneller dan 30 km. On
geacht of voor auto's 70 km toege
staan is, een brommer mag dan nim
mer sneller als 30 km per uur rijden-
Een fietser mag rustig zijn naast
hem rijdende partner per rijwiel
voortduwen of trekken. Een brom
mer mag dat NIET.
Een brommer dient een gele
rechthoekige plaat te voeren. Een
fietser niet.
Een wielrijder behoeft slechts één
deugdelijke rem te voeren. Een
bromfietser is gehouden twee goede
remmen te hebben, waarvan de wer
king niet op de buitenomtrek van
de band mag zijn aangebracht.
Een fietser mag dat wel.
Een wielrijder mag (personen bo
ven 10 jaar, één) achterop het voer
tuig vervoeren. Beneden de 10 jaar
mogen door een wielrijder, onder
bepaalde voorwaarden twee kin
deren vervoerd worden.
Een bromfietser mag dat niet.
Een bromfietser mag zelfs een
persoon in de z.g. amazonezit niet
vervoeren. Een wielrijder mag dat
wél.
Dit laatste indien het iemand be
treft ouder dan 10 jaar.
Er is dus nog wel enig. onder
scheid tussen de gedragingen van
een wielrijder en een brommer.
Nogmaals in het recht van VOOR'
RANG, in welke situatie ook, de
BROMMER is de gelijke van de
FIETSER en dient zich derhalve aan
de gelijkwaardige regels te houden.
R.K. OPENBARE LEESZAAL
Paterslaan 1 Venray
Nieuwe aanwinsten
ROMANS:
Antoine J., De koe en de krijgs
gevangene; en andere verhalen.
Barnham D., Tien tegen een; oor
logsverhaal waarin een piloot ver
telt van ,zijn ervaringen tijdens de
tweede wereldoorlog.
Berthold W., Van de hemel naar
de hel; de tragedie der Duitse val
schermjagers.
Eekhout J.H., De man met de har
monica; streekroman spelend in
Vlaanderen.
Konsalik H.G., Strafbataljon 999;
oorlogsroman.
Mons M., Moord in de Apollokli-
niek; detectiveroman.
Nagayo Y, De bronzen Christus;
novelle zich afspelend tijdens de
christenvervolging in 't 17e eeuwse
Japan.
Olivier D., Uit liefde alleen; his
torische roman uit de tsarentijd.
Queen E., Het glazen dorp; detec
tiveroman.
Steenbuch, R., Ook ik wil graag
leven; sociale roman met als hoofd
figuur een invalide meisje.
Steinbeck J., Cannery row; humo
ristische roman.
Zuchmayer Ci, Zonder masker;
psychologische roman zich afspe
lend tijdens de carnavalstijd van
1913 in een oude Rijnlandse stad.
STUDIEBOEKEN:
Assman H., Bent U daar al eens
geweest?
Bentum P.J. van, Vloeren, wan
den en plafonds; materiaalkeuze en
onderhoud.
Freuchen P. e.a., Peter Freuchen's
boek van de zeven zeeën.
Hietbrink G., Het licht in ons huis.
Homerius, Ilias.
Majorick B., Ontwerpen en ver
werpen; industriële 'vormgeving als
noodzaak.
Mantz J.J.C., Dokter mag ik? ge
rechten voor suikerpatiënten.
Meer de Walcheren, P. van der,
Alles is liefde.
Mens J., Oude raadhuizen.
Smit J.O. e.a., Naar Rome; geïl
lustreerd handboek voor reizigers
naar Rome.
Stempels C., Keukens; indeling en
uitrusting.
De wereld nu; foto's en feiten
'58-'59.
LICHT IN DE DUISTERNIS
Wij zien, wanneer het licht is. Het
licht maakt ons alles zichtbaar, de
vormen en de kleuren. Maar wan
neer de bron van het licht, de zon.
haar stralen laat uitschieten, dan
zien wij alles nog beter, de kleuren
worden helderder, de vormen scher
per. Deze natuurlijke gang van za
ken geldt ook voor ons geestelijk
leven. Ons geestelijke leven bestaat
bij de gratie van Gods licht, Zijn
genade. Dat lezen wij bij St. Pau-
lus deze zondag, wanneer hij schrijft5
„Maar wat ik ben, ben ik door de
genade Gods".
Wanneer wij niet in Gods genade
leven, leven wij eigenlijk niet, om
dat ons aardse leven zich verhoudt
tot 't leven in God als de nacht tot
de dag. In de nacht is er duisternis
om ons heen. Wij kunnen niet zien
wat er rondom ons is. Zonder het
licht van de goddelijke genade is
ons geestelijk leven ook in de duis
ternis en is er geen uitzicht.
In de practijk van ons leven be
tekent dit, dat wij steeds God als
de bron van het licht moeten zoe
ken. Dat is de absolute voorwaarde
zonder welke wij geen geestelijk le
ven kunnen leiden. In de practijk
van het leven betekent dit steeds
weer God tot onze norm te nemen,
ons dagelijkse leven in te richten
naar Gods liefdesgebod.
Hoe wij ieder voor ons dit leven
moeten richten op God, dat moet
Eenieder voor zichzelf uitmaken.
God heeft ons algemene en steeds
geldende richtlijnen gegeven in de
10 geboden. Christus heeft ons ge
zegd in Zijn bergrede hoe wij de
heiligheid, d.w.z. God kunnen be
reiken.
Om dit te kunnen heeft Hij ons
alle genade belooft, die wij nodig
hebben om de heiligheid te berei
ken. Heilig worden, betekent niet
ernaar streven om op een console
te staan met een aureooltje om ons
hoofd, maar God zoeken, die de hei
ligheid Zelf is.
van 20 augustus 1910
Onze vroegere dorpsgenoot, de
Eerw. Pater Albert Feijen, van de
orde der missionarissen van het H.
Hart te Tilburg, zal morgen zondag
in de parochiekerk alhier zijn Eerste
H. Mis opdragen.
Tegen verschillende personen
werd proces-verbaal opgemaakt,
omdat zij bij de schouw der water
lossingen deze niet in orde hadden
gebracht.
van 24 augustus 1935
Het kringfeest van de turners
en turnsters zal te Venray gehouden
worden op 8 sept. a.s. Hieraan zul
len ruim 500 personen deelnemen.
Te Rotterdam overleed plotse-
lin de Eerw. Pater A. Janssen o.f.m.»
welke enkele jaren directeur van
het Patronaat te Venray was.
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLRRT5ING ZORGT:
„Jammer, dat ik België niet op
mijn scherm kan krijgen. Duitsland
gaat wel, maar België is niets of
met. veel sneeuw".
Deze verzuchting hoort men nog
wel eens uit de mond van een tele
visiekijker in onze 'streken.
Daarentegen garandeert het bezit
van een televisietoestel in Zuid-
Limburg een smetteloze ontvangst
van de Duitse, Nederlandse en Bel
gische televisie.
Boven de Moerdijk, in het Westen
van het land kan men over het al
gemeen slechts genieten, van wat
zender Lopik te bieden heeft en
Oostelijk Nederland kan in vele ge
vallen ook nog zender Oldenburg of
Langenberg op zijn scherm krijgen.
Maar wat is de oorzaak van de
onvolkomenheid van onze televisie?
En vooral zal de wereldtelevisie al
tijd een illusie blijven?
Het antwoord op de eerste vraag
is vrij eenvoudig te geven. De oor
zaak van een slechte ontvangst is
de bolvormigheid van moeder aarde.
Deze vorm belet nl. de electro-
magnetische golven zich over een
grotere afstand, dan ongeveer 150
kilometer voort te bewegen. De af
stand, die de televisiegolven af kun
nen leggen, hangt trouwens af van
de hoogte van de televisiemast.
En verder zijn er nog.andere fac
toren, die oorzaak kunnen zijn van
een slechte ontvangst „sneeuw" zo
als men zegtin het televisiejargon.
Een bosachtig gebied werkt soms
belemmerend voor woningen, die
direct hierachter gelegen zijn.
Men kan zich voorstellen, dat er
omstandigheden zijn, waar bij de
ronde vorm van onze aarde geen
hinderpaal is voor een goede ont
vangst.
Pa zegt b.v. op een regenachtige
zondagmiddag tegen ma: „Waarde
loos,. ons vaderlandse televisiepro
gramma vandaag. En te weten, dat
Parijs een bokswedstrijd uitzendt".
En de altijd praktische ma, bijge
staan door haar ondernemende
dochter zegt dan: „Maar dan kijk
je toch naar'-de bokswedstrijden!"
Maar manlief antwoordt: „Maar
vrouwtje, Parijs, kunnen we .toch
niet krijgen".
En dan doet de ondernemende
dochter een duit in het zakje van
de conversatie: „Maar paps, waar
hebben we anders onze privé-heli-
kopter voor? Het apparaat erin. Op
stijgen tot 5 kilometer hoogte en
we hebben de mooiste ontvangst,
die-je je maar kunt wensen".
De dochter had gelijk, maar deze
vrij kostbare oplossing is niet te
verwezenlijken. En in de toekomst
zal een dergejijke omslachtige man
nier van doen ook helemaal niet no
dig zijn. Heeft men intussen niet
reeds ontdekt, dat onze maan radio
golven uitstekend reflekteert?
Op soortgelijke wijze wil men te
werk gaan met televisie. Onze oude
romantische maan is niet bruikbaar
voor dit doel. Deze is steeds in be
weging en staat trouwens te ver
van onze aarde af, om een goede
ontvangst te verzekeren.
Doch nu wordt duidelijk, dat
Thor-Able-raketten en aardsatellie-
ten, behalve voor de landsverdedi
ging en wetenschappelijke doelein
den, ook voor de televisie waarde
kunnen hebben.
De Douglas-fabrieken in de Ver.
Staten hebben onlangs een televisie-
maan geconstrueerd. Deze maan zag
er uit als een opgevouwen plastic
regenjas, met dien verstande, dat er
in het plastic metalen molekulen
verwerkt waren, die op grote hoogte
de televisiegolven terug zouden
kaatsen. Dit pakje, met gas gevuld,
werd door middel van een raket in
een baan om de aarde gebracht.
Op 200 km hoogte was het ge
heimzinnige geval door de kracht
van de zon en gebrek aan lucht-
weerstand, uitgedijd tot een zilver
achtig lichtende bol met een dia
meter van 40 meter. Deze ballon
bleek van de aarde uitgezonden
golven inderdaad uitstekend terug
te kaatsen.
Hoewel dit nog maar een experi
ment was en nog onvolmaakt,, is
thans toch duidelijk geworden, dat,
wanneer er een 6-tal van deze tele
visie-mannen in de ruimte zouden
zweven, de wereldtelevisie nu
nog een probleem een feit zal
kunnen worden.
DE TIJD WERKT NIET VOOR MAAR TEGEN ONS.
LIMBURG MOET MEER OP DE TOEKOMST
DAN IN HET HEDEN LEVEN
Dc vorige week gepubliceerde cijfers over de werkloosheid In
Limburg zijn wederom byzonder gunstig. Tengevolge van de in
deze tijd van het jaar gebruikelke iffechryving als werkzoeken
de van vele jongen, die hun schooljaren hebben beëindigd en tot
het arbeidsproces toetreden, is er in juli een lichte styging van
de werkloosheid geweest. Einde juni waren er in Limburg 1379 en
einde juli 1526 werkzoekenden. Maar dit is een tijdelijk verschijn
sel, dat verdwijnt als deze jongeren in de loop van augustus en
september werk vinden.
Van de totale mannelijke beroepsbevolking in de provincie is
slechts 0,8 procent werkloos, wat 'n bijzonder laag aantal is, voor
al ook omdat er onder de beroepsbevolking altijd een vrij grote
groep is die geestelijk op een zo laag peil staat, dat deze mensen
voor normale geregelde arbeid practisch niet te gebruiken zyn.
Zij behoren tot de zorgenkinderen dfcr maatschappij, omdat zy
hun gehele leven telkens weer of vrijwel doorlopend werkloos
zyn. Deze groep is thans de grootste onder de verschillende ca
tegorieën werklozen. Dit bewijst duidelijker dan alle cijfers, dat
idereen die werken wil en werken kan ook inderdaad werk kan
vinden.
DREIGENDE ACHTERSTAND
OP DUITSLAND EN BELGIc
De toestand is zo, dat de vraag
naar arbeidskrachten het aanbod
aanzienlijk overtreft.
Einde juli waren er bij de geza
menlijke Limburgse arbeidsbureaux
zoals gezegd 1526 werkzoekenden
ingeschreven, terwijl het aantal aan
vragen om arbeidskrachten bij deze
bureaux 5662 bedroeg.
In verschillende bedrijfstakken
valt zelfs een toenemende spanning
waar te nemen, omdat men met
geen mogelijkheid het aantal werk
krachten, dat eigenlijk nodig zou
zijn, bij elkaar kan krijgen. Dit geldt
in Limburg vooral voor de bouw
vakken en de metaalindustrie.
Het tekort in de bouwvakken is
met name te wijten aan de toene
mende trek van bouwvakarbeiders
naar Duitsland, waar de lonen hoog
zijn, waardoor het ontbreken van
behoorlijke sociale voorzieningen op
de koop toe wordt genomen.
Hier en daar zijn ook al sympto
men waarneembaar, dat onder de
metaalarbeiders de trek naar de in
dustrie in de Duitse grensgebieden
eveneens toeneemt
En dus zullen velen geneigd zijn
te zeggen, staan we er bijzonder
gunstig voor: volop werk, goede
lonen en handen tekort. Er is geen
vuiltje aan de (economische) lucht
en Limburg bloeit en gedijt in een
voorspoed, welke voor zover dat
nu reeds valt te beoordelen voor
lopig blijft voortduren. Voor on
gerustheid over de naaste toe
komst bestaat er daarom geen en
kele aanleiding. We kunnen de
goede gaven van .het heden dank
baar benutten en de dingen ver
der rustig op hun beloop laten.
0
En het is nu juist deze zelfgenoeg
zame mentaliteit van „laat maar
waaien, ons kan niets gebeuren",
welke het ergste zou zijn, wat ons
op het ogenblik kon overkomen.
Want het zou verlammend werken
op onze waakzaamheid, strijdbaar
heid en noodzakelijke rusteloze ac
tiviteit en dit zijn drie zaken, welke
we thans minder dan ooit missen
kunnen.
Want het gaat niet alleen om de
positie, waarin we in Limburg op
het ogenblik verkeren die is on
getwijfeld rooskleurig het gaat
om de toekomst en waarachtig niet
eens een zo ver verwijderde toe
komst..
De grote welvaart, welke we
thans genieten, brengt het ernstige
gevaar met zich mee dat zij ons in
slaap wiegt, zodat wij verzuimen
tijdig alles in het werk te stellen
om deze toekomst te waarborgen.
Dat dit gevaar niet denkbeeldig is,
blijkt uit de feiten.
Herhaaldelijk is door terzake kun-
digen uiteengezet, dat de industria
lisatie van Limburg gedurende deze
na-oorlogse jaren zeer aanzienlijk is
uitgebreid, maar dat het tempo van
deze industrialisatie nog zal moeten
worden opgevoerd, wil men in staat
zyn de nog steeds snel in aantal
groeiende bevolking ook over tien,
vijftien jaar in het eigen gewest ar
beid en brood te verschaffen. Als
extra-moeilijkheid is daar nog het
vraagstuk van de mijnindustrie,
waar een geleidelyke inkrimping
van het aantal arbeidskrachten
waarschijnlijk is, bij gekomen.
Een ander voorbeeld: het laatste
stuk van de nieuwe autoweg Aken-
Keulen wordt nog dit jaar voor het
verkeer opengesteld en over hooguit
twee jaar hebben de Belgen de auto
weg AntwerpenLuikAken, wel
ke hierop aansluit, gereed.
De moderne internationale auto
wegen, welke door Limburg zullen
komen te lopen, bestaan echter
slechts op papier of zijn pas gedeel
telijk in aanleg. De autoweg Eind
hovenMaastricht komt pas in 1965
klaar. De autoweg Antwerpen
VenloRuhrgebied, welke voor de
verdere industrialisatie van Noord-
Limburg onmisbaar is, zal zoals
de zaken nu staan eerst in 1975
nog slechts gedeeltelijk voltooid zijn.
En van de Midden Peelweg is nog
maar een heel klein stukje klaar!
Hoe denkt men echter met succes
de industrialisatie aanzienlyk uit te
breiden, terwyi hier de noodzake
lijke verkeersverbindingen ontbre
ken en de naburige industriegebie
den in het buitenland, die onze
naaste concurrenten zyn, daar wel
over kunnen beschikken?
Voor de kanalen geldt hetzelfde.
Een goede rechtstreekse verbinding
tussen het kanalenstelsel in Noord-
België en dat in Brabant en de Maas
in Noord-Limburg ontbreekt nog,
terwijl de plannen voor de aanleg
van een MaasRijnkanaal zich zo
traag ontwikkelen, dat er helemaal
geen schot meer in zit.
We hebben op deze problemen
en er zijn andere te noemen! nog
maals de aandacht gevestigd, omdat
het hier om een levensbelang voor
Limburg gaat. Natuurlijk heeft Lim
burg de oplossing ervan niet in
eigen hand. Het zijn veelal nationale
vraagstukken, die nationaal moeten
worden opgelost.
Maar als wij niet dag-in, dag-uit
op het aambeeld van deze gewes
telijke levenkwesties, welke overi
gens ook voor de nationale econo
mie van de grootste betekenis zijn»
blijven hameren, telkens en tel
kens weer, dan kunnen we op hun
verwezenlijking blijven wachten
tot het te laat is en de omringen
de industriegebieden in België en
Duitsland een dergelijke voor
sprong hebben verkregen, dat
Lmburg als industriegewest onder
de druk der internationale con
currentie onherroepelijk naar het
tweede plan verhuist. Maar geloof
niet, dat we dan nog steeds een
loflied op de bestaande welvaart
kunnen zingen, zoals ons dat nu
God-zij-dank wel mogelijk is!
Mljnhardt's Zenuwtobletten