U, ik en het verkeer...
DE RUILVERKAVELING
Romeinse wegen in Venray
de politierechter
missie-toto
wereld
aterdag 13 augustus 1960 No. 32
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
RCK en UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENKAÏ WFFKRI AH VOOR VFNRAY FN OM^TRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS-
ROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 ïf CiCitvDLi AU V UUI\ VCltlVAI Eflv tjlvio 1 ULflLLfll PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venraj 1.60)
en belangrijk programma
oor de agrarische bevolking
Nu, zoals uit onze publicatie van
>rige week bleek, de plannen en
begrotingen van het Lollebeek-
an vaste vormen aangenomen
«ebben, is het wellicht goed iets
meer aandacht te schenken aan ruil
verkaveling in het algemeen.
ruilverkaveling
In de achter ons liggende jaren is
het begrip x-uil verkaveling uitge
groeid van een aanvankelijke sim
pele landruil en het dempen van
wat slootjes tot een groots program
van agrarische vooruitgang.
Langzaam maar zeker wordt, brok
voor brok, wat afgeknabbeld van
de achterstand, die het platteland
heeft opgelopen in de algemene run
naar meer welvaart.
Ruilverkaveling blijft niet meer
beperkt tot het dichter bij de boer
derij brengen van de akkers en
weidegronden. Ook de boerderij
en het is niet overdreven te zeggen
ook de mens zelf wordt veran
derd. De woning wordt aangepast
aan meer met onze huidige levens
normen in overeenstemming zijnde
omstandigheden, de mens wordt ge
lukkiger en krijgt een ruimer oog
voor zijn eigen waardigheid.
werk van de c.t.d.
Ruilverkaveling is een van de op
drachten van de Cultuur Technische
Dienst.
Deze instelling met een literair af
schuwelijke naam, maar met een
goed en menselijk ideaal, viert dezer
dagen haar zilveren bestaansfeest.
Het was 1 augustus 1935 toen, door
toedoen van Ir. A. Roebroek, direc
teur-generaal van de landbouw, de
C.T.D. werd gevormd uit een aantal
bestaande advies-commissies.
De Cultuur Technische Dienst is
in de loop van zijn bestaan van een
kleine werkgroep uitgegroeid tot
een eenheid van 750 deskundigen.
Haar ideaal is: voortbouwen aan de
welvaart en het welzijn op het plat
teland. Dat is de noemer waaronder
deze werkzaamheden kunnen wor-
den samengevat. Daarom ook is het
belang groot voor niet alleen direct
erbij betrokkenen. In deze tijd van
algemene buitenlandse agrarische
hervormingen en een naar elkaar
toegroeien van Europa is ons gehele
volk gebaat bij een goed-functio-
nerende samenleving op het platte
land.
De taak is groot, het werk is moei
lijk. Nooit mag over één nacht ijs
worden gegaan. Vóór ook maar een
spa in de grond wordt gestoken moet
een zorgvuldig afgeronde planning
op tafel komen. Meestal vergt al
leen de voorbereiding al jax-en.
Men heeft berekend, dat de ge
middelde behandelingstijd van een
- gebied zo'n vijftien jaren in beslag
neemt. Vijf voor de vooi'bereiding,
vijf voor de* uitvoering en nog eens
vijf voor de nazorg. Daarom kan ook
niet overal direct worden ingegre
pen. Het Lollebeekplan geeft daar
een uitstekend voorbeeld van.
productieverhoging
geen noodzaak
Tot nu toe zijn 130.000 ha grond
door ruilverkaveling ingrijpend ver
beterd. Men werkt aan 240.000 ha en
voor 1.200.000 ha is ruilverkaveling
aangevraagd. Het zijn nieuwe stre
ken die worden geschapen, waar
niets oneer herinnert aan de slechte
toestanden van voorheen.
Het is een misverstand te beweren
dat ruilverkavelingen er alleen op
gericht zijn de bestaande productie
te verhogen. In het ene gebied kan
dit bijzaak zijn, in het andere hele
maal niet aan de orde komen. Het
is nooit hoofdzaak. De markt is voor
oude producten verzadigd. Plaats
voor nieuwe is er weinig. Waar het
bij landbouwhervoi-mingen om gaat,
is niet het product maar de mens.
Bovendien vraagt, net als de in
dustrie de landbouw om mechani
satie en rationalisatie. En mechani
satie op een bedrijf dat versnippex-d
is in kleine stukjes, welke verspreid
van elkaar liggen, is niet alleen
moeilijk maar ook nutteloos.
De nieuwe landindelingen maken
een betere en vooral regelmatiger
arbeidstijd mogelijk. Een eerste so
ciale winst voor de landbouwer zelf.
Maar ook anderen kunnen profi-
tex-en. Waar het kan, wordt aan
dacht besteed aan de recreatieve
zijde van de landbouwontwikkeling.
meerjarenplan gewenst
Het belang van de ruilverkaveling
wordt op het ministerie van Land
bouw niet onderschat. Dat blijkt uit
de budgetten, die de CTD krijgt toe
gewezen. Bij de oprichting bedroeg
de eerste begroting 200.000. Dit
jaar staan x-uim 108 miljoen ter be
schikking. Van deze gelden komt 100
miljoen van regeringswege, de rest
wordt ter beschikking gesteld door
provincies, gemeentelijke organen en
particulieren.
Toch is men bij de CTD niet hel
maal tevreden over wat op het Bin
nenhof wordt gedaan. Het veelbe
sproken meerjarenplan .voor ruilver
kavelingen verkeert"nog altijd in
ambtelijke nevelen gehuld in de
ganen van 't Haagse ministerie. Het
zou geen gek jubileumgeschenk zijn
als het nu eindelijk te voox-schijn
kwam.
moeilijke beslissing
De agrariër is van oudsher vast
houdend. Hij verliest niet graag wat
hij heeft en ziet veranderingen met
lede ogen komen. Hierdoor heerst in
kringen van bij ruilverkavelingen
betrokkenen dikwijls verzet tegen
de hervormingen die sterk ingaan
tegen gevestigde tradities.
Vex*zet in ons land is mogelijk, dit
in tegenstelling met b.v. Spanje en
Italië, waar de ontwikkelingsplan
nen zonder inmenging van de bevol
king worden uitgevoerd.
Het is in onze landsaard begrepen.
Maar getuigt het niet van kortzich
tigheid wanneer we óns daar niet
overheen zetten?
Soms ook is het verzet te billijken,
want de ambtelijke molens draaien
niet altijd op even logische wijze.
Het zijn zo nu en dan te beluis
teren valse noten in de symphonie
van geluk en welzijn. Fouten, welke
nooit zo ernstig zijn, dat ze de diri
gent niet mogen worden vergeven.
Om een volmaakte verkeerschaos
te kunnen aanschouwen móet men
de reactie zien van honderden weg
gebruikers zodra de brandweer-
sirene in werking treedt.
Jong en oud snelt zo rap de benen
het toelaten naar de brandweer
kazerne of brand met terzijdestel
ling van alle verkeers en fatsoens
normen.
Men loopt en rent over rijbanen,
jakkert met rijwielen en brommers
over voetpaden en wat overblijft
vervolgt haar weg tegen het overige
verkeer in.
Alle verkeersregels worden aan de
laars gelapt, niets wordt ontzien,
alles jaagt en raast naar een plaats
waar men op dat moment het best
gemist kan wox-den.
Waar eensklaps alle levende we
zens vandaan komen is iedereen een
raadsel, fietsen vliegen tegen ramen
en muren, kleine kindex'en wox-den
chnvér gerend en sommige huismoe
ders laten pot en ketel in de steek
om toch maar vooral niets te missen
van het sensationele gebeuren.
Een onafgebroken stroom van
nieuwsgierigen, in leeftijd variërend
van 5 jaar tot Dreestreklcend, ziet
■men alzo 'n vertoning geven welke
JANBOEL heet.
Al deze onzinnige handelingen, al
deze onverbeterlijke verkeersexces-
sen kan men signaleren, zodra juist
de allergrootste discipline vereist
wordt.
Toesnellende brandweerlieden
worden belemmerd naar de aange
duide plaatsen te komen.
Gealai'meerde politie moet oor
vijgen uitdelend een weg banen door
drommen nieuwsgierigen, die voor
een zacht woord geen duim breed
wijken.
En het allerergste van dit drama
is de uitrukkende brandweerauto
toebedacht. Met kunst en vliegwerk
moet de chauffeur van dit voertuig
zich een weg vrij maken. Remmend,
gasgevend, claxonnerend en sirene-
loeiend, schreeuwend en ergerend
moet zo'n man dan trachten zo vlug
mogelijk naar een BRAND zien te
komen.
Als hij een beetje pech heeft krijgt
hij niet eens de kans onbelemmerd
uit de brandweergarage te komen.
Wie dit bex-oep naar eer en ge
weten uitoefent, redt bij elk uitruk
ken tientallen mensenlevens.
De vrije doortocht welke ieder
een wettelijk verplicht is aan dit
voertuig te verlenen komt op deze
wijze wel in een schriele realiteit
te staan.
Slechts het feit, dat de bestuurder
tientallen malen moet afremmen,
uitwijken enz. enz. typeert de schan
dalige mentaliteit van iedereen die
hem hiertoe noopt. De gapers, de
lanterfanters, de betweters en de
eigenlijke hardleerse bollen.
De nietsnutters, die niet begrijpen
waarom alles zo snel moet gaan, die
overal en iedereen in de weg lopen.
Die onder 't mom van „nog iets red
den" hun sensatiezucht willen ca
moufleren.
Deze en alle overige overtollige
klunzen, maken van een hoogst ern
stige zaak een locaal festijn.
We zouden kunnen doorgaan met
het opsommen van allerlei erger
lijkheden welke men bij een brand
aan de dag wenst te leggen.
Het is dan ook harde noodzaak
dat wij via deze rubriek een ernstig
woord richten tot de ouderen welke
zich aan deze bedenkelijke sport
schuldig maken en aan de ouders en
opvoeders die zulks van hun pupil
len tolereren.
Hoe men dit in deze positie het
best kan voorkomen is 'n zaak wel
ke U persoonlijk aangaat. Door zelf
als een bezetene het gezin in de
steek te,laten en als een dolleman
achter de brandspuit aan te rennen
geeft U in geen geval het juiste
voorbeeld.
Zoals U bekend, bestaat er eén
wettelijke voorrangsbepaling. Men
geeft daarin weer op welke wegen
en met welk voex-tuig men op krui
singen en splitsingen van wegen
voorrang heeft.
Voor bepaalde categoriën bestaat
hierop een uitzondering. O.a. voor
de brandweer. U weet dit waar
schijnlijk allemaal. Indien dit voex--
tuig gebruik maakt van sirene of
bel, hetwelk bij BRAND meestal
het geval is, moet men dit voer
tuig in alle gevallen VOORRANG
vexienen, doch bovendien moet men
dit voertuigje de vrije doortocht
verlenen.
Volgens een arrest van de Hooge
Raad der Nederlanden bestaat dit
laatste ondermeer uit de GEHELE
RIJBAAN vrijlaten alsmede de GE-
HELr, KRUISING waarover zo'n
voertuig wenst te rijden.
Gaat U dus links op de rijbaan
staan of rijden, rennen of jakkeren,
dan bent U eveneens fout.
De gehele rijbaan dient vrij te
blijven. De gehele kruising even
eens.
Hopenlijk bereikt deze waarschu
wing U op tijd. Mochten er in de
toekomst ernstige ongevallen ont
staan dan gaat het spreekwoord
van „het kalf en de put" in elk ge
val niet meer op.
De put is er en blijft.
Het dempen moet U zelf doen,
door een correcte mentaliteit aan
de dag te leggen, zodra het gevaar
hiervan zijn climax bereikt.
Er is een hardnekkig verhaal, dat
de Engelse troepen bij hun ver
overing van Overloon en Venray in
1944 gebruikt gemaakt hebben van
een z.g. knuppelweg. Een weg, die
zij zelf door de kapotgeschoten bos
sen hebben aangelegd en waarbij ze
gebruik gemaakt hebben van stuk
ken hout, die aan elkaar verbonden
waren door ijzerdraad.
Index-daad hebben de geallieerde
troepen zulke „wegen" gebruikt.
Maar de geschiedenis vertelt dan
verder, dat deze knuppelweg prac-
tisch dezelfde route volgde als een
oudere knuppelweg, die de Romein
se troepen in de tijd van de Romein
se bezetting gebruikt zouden heb
ben. Van dit laatste is echter noch
een bevestiging noch een bewijs te
krijgen.
Vanzelf komt dan de vraag naar
voren of in deze contereien wel Ro
meinen zijn geweest en zo ja of zij
daar dan wegen hebben aangelegd.
vondsten geven bewijs
Dat hier Romeinen rond de tijd
van Christus geweest zijn, staat vast
door de vondsten van munten, ge
bruiksvoorwerpen e.d. We hebben
nog onlangs het verhaal gepubli
ceerd van de bekende Romeinse
heim, die in" Liessel-Deurne gevon
den is. Of zij hier echter wegen aan
gelegd hebben, is weer een andex-e
kwestie.
Toch is het belangrijk zulks te
weten, omdat deze wegen feitelijk
de ruggegraat zijn van de bewo-
ningsgeschiedenis in de Romeinse
tijd en later.
Er zijn niet veel bronnen, waaruit
men putten kan, indien men iets
meer wil weten over de Romeinse
wegenbouwers. Er is een dertiende
eeuwse kopie gevonden van een z.g.
Romeinse reiskaart, oorspronkelijk
een smalle, meer dan 7 meter lange
rol, waarop de voornaamste routes
van het Romeinse wegennet van En
geland tot de Indische Oceaan zijn
afgebeeld.
Hierop stonden practisch geen af
standen, maar wel de halteplaatsen,
waar de reiziger dan informeren kon
hoever hij nog reizen moest tot de
volgende plaats en welke moeilijk
heden hij daarbij kon ondervinden.
tongeren-nijmegen
Op deze kaart zijn ook de plaat
sen Tongeren, Blerick en Nijmegen
te vinden. Er moet dus tussen deze
plaatsen een weg gelopen hebben en
er zijn waarschijnlijk tussen-stations
geweest.
De Limburgse priester Jos. Habets
en Ritmeester Ort hebben speciale
studie van deze weg gemaakt. Had
Caeser in zijn Gallische oorlogen nog
gebruik gemaakt van de bestaande
wegen, al wei-den ze door hem ver
breed en uitgebreid, vooral zijn op
volgers hebben hier nieuwe kunst
wegen aangelegd.
Deze waren nodig om goede ver
bindingen te kunnen onderhouden
met de bezettingstroepen, die ver
van het oude Italië de onderworpen
volkeren er onder moesten hou
den. Er werden dus militaire wegen
aangelegd en bij deze aanleg moes
ten de bewoners hand- en span
diensten vei-lenen. Dat de bewoners
op deze militaire wegen hun eigen
gebruikswegen weer richten is van
zelfsprekend.
De Romeinse heerwegen waren
feitelijk dammen van 1-2 m hoog.
Zo bleven zij altijd droog en bo
ven een uitzicht over het omringend
terrein. De minder te gebruiken we
gen werden bedekt met houten bal
ken (knuppel wegen), de meer ge
bruikte (regen en kiezellaag).
Hun militaire wegen liepen ge
woonlijk over de korste verbindin
gen en volgden zoveel mogelijk de
hoge oevers van rivieren en beken,
die niet overstroomd konden wor
den.
Aan deze wegen lagen dan de ste
den en dorpen, waar de troepen kon
den overnachten, verder de wissel
plaatsen (mutations) waar steeds
verse paarden te krijgen waren, ter
wijl bovendien overal verstrekte ob
servatie- en signaalposten werden
gebouwd.
blerick-geijsteren
Van de reeds genoemde heerbaan
Tongeren-Nijmegen interesseert ons
voor al het stuk, dat liep van Ble
rick (Blaracum) tot de Brabantse
gx-ens.
Blerick ontleent zijn naam aan 'n
landgoed van de Romein Blarus en
men heeft ontdekt, dat deze plaats
feitelijk een wegenknooppunt was,
van waaruit men ook naar Xanten
en Keulen kon. Opgravingen in Ble
rick bevestigen zulks ten dele.
De weg van Tongeren naar Nij
megen moet, aldus pastoor Habets,
gelopen hebben via Blerick, Grub-
benvorst, Lottum en Broekhuizen-
vorst.
Van Ort meent, dat hij vanaf Ble
rick liep langs de Tienrayse en
Meer lose Heide naar Wanssum en
Geijsteren.
Volgerxs deze laatste onderzoeker
was het stuk tussen Lottum en
Broekhuizen te moerassig in die tijd,
al kan er misschien een z.g. oever-
weg gelopen hebben, waarvan dan
reizigers en plaatselijke bevolking
gebruik gemaakt hebben.
Zeker is, dat in Lottum zowel
munten als overblijfselen van een
Romeins gebouw gevonden zijn.
Maar ook in de Tienrayse Heide
en in de Swolgense Heide zijn ur
nen aangetroffen en munten.
Er hebben in ieder geval twee we
gen gelopen en welke nu de officiële
heerbaan en welke de onofficiële
oeverweg was, blijve hier verder
buiten beschouwing.
de staai in wanssum
Zeer waarschijnlijk is in Wans
sum in de Romeinse tijd een over
tocht-gelegenheid geweest over de
Maas.
Zowel in Wanssum als in Vier
lingsbeek vindt men veerhuizen, die
thans nog de naam Staai dragen.
Men vx-aagt zich af, of deze naam
komt van de latijnse „statio navium"
een versterkte post, van waaruit met
schepen overgevaren kon worden.
Bekend is, dat vanaf Well in de
Romeinse tijd een heerbaan liep
naar Weeze en Xanten, in welke
laatste plaats grote legerkampen
gevestigd waren. Waarschijnlijk gaf
ook het Vierlingsbeekse-veer hier
verbinding op.
Al is het ruim 1900 jaren geleden
toch is duidelijk merkbaar, dat van
af Wanssum een Romeinse weg liep
langs de Leeberg en zeker als men
op de „dam-vorm" let, herkent nxen
deze Romeinse weg thans nog nabij
de verwoestte kerk in Geijsteren,
die zoals opgravingen reeds hebben
bevestigd, gevestigd was op een zeer
oude „cultus-plaats" een plek dus,
waar reeds eerder kerken, tempels
of offerplaatsen hebben gestaan.
Trouwens, bij deze kerk zijn ver
schillende oude Romeinse munten
gevonden en men sprak vroeger in
Geijsteren nog altijd van de Tem
pelplaats, die iets verderop bij de
Landweer (oude x'ivierduin) zou zijn
gelegen.
Deze weg liep door tot de hoeve
Nieuwenhof en kwam daar samen
met de andere weg, die langs de
westkant van Geijsteren liep. Hier
worden dus de weg Blerick, Lottum,
Geijsteren en de weg Blerick, Tien-
ray, Wanssum, Geijsteren weer één.
romeinen in venray?
Er hebben dus voorname Romein
se wegen vlak langs het Venrayse
grondgebied gelopen.
Hebben daarvan nu aftakkingen
bestaan op het Venrayse?
Het is nog wat voorbarig om zulks
te concluderen. Vast staat, dat zo
wel in Castenray, Oirlo, Oostrum
als de Smakt, Romeinse vondsten
zijn gedaan. O.a. Romeins vaatwerk,
munten en losse vondsten.
Ook heeft men hier teruggevon
den een op grint rustende balklaag,
beide onder een oud landbouwpro-
fiel, terwijl in de buurt Romeins
vaatwerk lag.
Gedurende de Romeinse tijd wa
ren vooral de omstreken van Venray
'n vrij ontoegankelijk gebied, waar
van de bewoners waarschijnlijk zeer
weinig contact hebben gehad met
deTfL£M\SIE specialist
TEL. 1070
De nijvere agrariër stond enigs
zin onwennig in het verdachten
bankje. Hij had gehandeld in strijd
met de V.V.-brochure, die naast het
landschapsschoon ook de gemoede
lijke gastvrijheid van onze inwoners
aanprijst. Hij had „stadse ellende
ling" gezegd tegen een gezelschap,
dat zijn akkers betrad.
De aanvoerder van het gezelschap
had zich deze woorden aangetrok
ken. Hij was in zijn korte broekje
naar de wachtmeester gegaan om
aangifte te doen van de belediging.
Thans had de aanvoerder zijn zon
dags pak aan om voor de rechter te
getuigen van het leed, dat in zijn
hart was opgeweld toen de land
bouwer de lelijke worden zei.
De boer vertelde, dat hij het ge
zelschap al urenlang op de korrel
had. Het had hem leed gedaan hoe
zij als stadse colorado-kevers door
zijn aardappels marcheerden, maar
hij had niets gezegd. Vervolgens wa
ren zij het weiland binnengedron
gen.
Daar haalde de aanvoerder een
rode lap te voorschijn en demon
streerde zijn begeleiders een spel
letje stierengevecht. Hij sprong in
het rond als een dolleman, zodat zijn
broekje zich steeds meer spande.
Met de rode lap zwaaide hij naar
de koeien, die hem vol ontzetting
aanstaarden, niet begrijpend, dat een
menselijk wezen zich zo raar kan
aanstellen. Vervolgens was hij met
een tak naar de koeien gaan prik
ken, die op hun beurt met de staart
omhoog wegvluchtten.
Tijdens het koffiedrinken zei de
boer tegen zijn vrouw, dat hij alle
vakantiegangers zoveel regen toe
wenste, dat zij naar de stad terug
keerden. Doe die mensen dan weg",
zei zij.
Maar zoiets doet men niet gemak
kelijk. Hij had zijn kof ie nog niet op
of hij zag, dat de stedelingen nu een
aanval deden op zijn roggeland.
Enkele staken zich korenbloemen
in de haren, anderen liepen de rogge
in om klaprozen te plukken.
„Dat kost geld man", zei de vrouw
verwijtend. Waarop de landbouwer
naar buiten draafde, in zijn auto
sprong en naar het róggeland reed.
„Iedere stap die u daar doet kost
mij geld" had hij gezegd. „Ons ook",
antwoordde de aanvoerder jolig.
Want de vacantie is nu ook weer
niet zo overdreven goedkoop. Nu be
gon het jeugdige deel van het gezel
schap zich in het gesprek te men
gen. „Wat doet 'n boer in een auto"
informeerden zij belangstellend
Waarop pa inviel: „Als U een auto
kunt betalen, kunt U ook wel be
talen dat wij door de rogge lopen.
Vooruit maar jongens, ga maar door
met plukken De *jeugd stortte
zich in het graan. „Meneer" zei de
boer zeer ten onrechte, want 'n heer
was dit niet, „U moet uw mensen
direct terugroepen. Die auto heb ik
niet voor mijn plezier, maar omdat
hij tijd en geld spaart op mijn be
drijf. Ik kan dus niet betalen dat U
door mijn rogge loopt, en dat wil ik
niet betalen ook
„Ga jij nou maar aan je werk
riep de aanvoerder. De getergde
landbouwer riep de beledigende
woorden terug. Er zou nog meer zijn
geroepen als de knecht er niet langs
was gekomen met de tractor. Hij
dreef het gezelschap op eigen initia
tief naar de openbare weg terug,
onderweg roepend dat hij allen tot
pap zou rijden als ze niet hard lie
pen.
„Een gulden boete is méér dan
voldoende" zei de rechter. „U mag
nu eenmaal niet schelden". „Dank U
wel meneer" zei de verdachte.
Maar de stadse vacantieganger
was nog niet jai'ig. De rechter heeft
alles over hem uitgestort wat bij de
justitie berisping heet. Ik denk dat
de VVV hem met geen duizend bro
chures meer als gast kan terugwin
nen
/puRöL Gezondheid
'mkm en genezing
v-ooï de huid.
de Romeinse overheerser.
Als dit contact er geweest is, dan
zal dat waarschijnlijk in het ooste
lijk gedeelte zijn geweest met Oirlo
als middelpunt. Een en ander wet
tigt zeker een nader onderzoek,
waarbij iedere vondst zeker zijn
waarde kan hebben.
BERNARD KRUYSEN
Limburgs Appèl voor
De gebeurtenissen in Congo heb
ben ieder van ons sterk aangegre
pen en houden ons nog steeds in
spanning zo dikwijls we er over
horen of lezen in de krant. Wij
zullen hier niet lijdzaam kunnen
toezien, waar een heel werelddeel
op een vlak staat, dat door nalatig
heid onzerzijds af zou kunnen glij
den naar het Communisme.
Een van de grootste problemen is
voorlichting en wel voorlichting via
dagbladpers. In Afrika met ruim 200
millioen inwoners verschijnt geen
enkel katholiek dagblad, zulks on
danks het feit, dat Afrika circa 20
millioen katholieken telt.
Dank zij een lOOjarig missiewex'k
kan een groot aantal Afrikanen le
zen en schrijven. Men leest op dit
moment wat men krijgen kan, en
dat is veelal lectuur - zo niet direct
communistisch - dan toch wel zo
danig hierdoor besmet, dat het ge
vaar hiervan uitermate groot is.
Nog altijd verkeert de Afrikaan
die lezen kan in een bevoorrechte
positie. De man die leest, is de man
die het weet, en daarom vraagbaak
voor iedereen, vooi-al in de binnen
landen. De man die leest, is ook de
man die uitdraagt, de propagandist,
bewust of onbewust. De man, die al
naar gelang hij wordt voorgelicht,
ten goede dan wel ten kwade kan
be-invloeden.
Daarom ook kunnen wij niet ge
noeg aandacht besteden aan het uit
ermate belangrijke streven, uitge
gaan van de drukkers-actie in sa
menwerking met de Ned. Kath. Dag
bladpers, om in dit Afrika enkele
rotatiepersen te plaatsen. Dit geza-
melijk overleg heeft zich geculmi-
neerd in een actie van Missapos,
welke Stichting in samenwerking
met CentraalMissie Thuisfront ge
komen is tot de organisatie van de
wereld-missie-toto. Via deze nati
onale toto in de vorm van een loterij
waarbij men zelf zijn lotnummer
bepaald, hoopt men te komen tot
een inrichting van drie persen in
Afrika. Vermeldenswaardig is nog,
dat door een drukkerij in Ierland al
een pers geheel gratis ter beschik
king is gesteld.
De mogenlijkheden voor een ka
tholieke krant in Afrika zijn onbe
perkt. De oplage kan millioenen be
dragen zonder dat zij in de totale
behoefte voorziet. Er is niet, zoals
hier, 'n behoefte aan direct nieuws,
daar een krant op zijn weg naar het
oerwoud en afgelegen nederzet
tingen soms weken onderweg is,
zonder dat zij daardoor minder ac
tueel wordt.
Het ligt in de bedoeling met een
z.g. penny-krant te verschijnen, dus
uiterst goedkoop, zodat ze onder het
bereik van alleman valt.
Dit is ook zakelijk verantwoord,
daar via advertenties deze dagbla
den ook financiëel rendabel kunnen
zijn. Dit is door terzake deskundi
gen ter plaatse bestudeerd.
Van hoe groot belang goede voor
lichting via pers is, moge blijken uit
een recent voorbeeld uit de staat
Cancan in het voormalige Frans-
Guinea, die geruisloos en zonder
enige revolutie of bloedvergieten, in
zijn totaliteit communistisch is ge
worden, met als enige aanwijsbare
oorzaak, dat dit gebied slechts een
voorlichtingsblad had, wat geheel
communistisch is georienteerd.
Azië is voor een groot deel voor
de vrije wereld verloren gegaan, in
Afrika dreigt een zelfde gevaar. Het
is nog niet te laat, alhoewel vooral
de gebux-tenissen in de Congo voor
ons wel een duidelijke vingeraan
wijzing moeten zijn, hoe laat het is!
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Voor zondag 14 aug.
Dr. L. COENEN
Hensseniusstraat Telefoon 1878
Voor maandag 15 aug. (Hemel
vaartsdag)
Dr. W.J.A. BLOEMEN
Stationsweg 15 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
Vrijdag voor de kerkdorpen.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. M. JANS
Overloon Tel. K 4788—262