U, ik en het verkeer... DE RUILVERKAVELING Romeinse wegen in Venray de politierechter missie-toto wereld aterdag 13 augustus 1960 No. 32 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS RCK en UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENKAÏ WFFKRI AH VOOR VFNRAY FN OM^TRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS- ROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 ïf CiCitvDLi AU V UUI\ VCltlVAI Eflv tjlvio 1 ULflLLfll PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venraj 1.60) en belangrijk programma oor de agrarische bevolking Nu, zoals uit onze publicatie van >rige week bleek, de plannen en begrotingen van het Lollebeek- an vaste vormen aangenomen «ebben, is het wellicht goed iets meer aandacht te schenken aan ruil verkaveling in het algemeen. ruilverkaveling In de achter ons liggende jaren is het begrip x-uil verkaveling uitge groeid van een aanvankelijke sim pele landruil en het dempen van wat slootjes tot een groots program van agrarische vooruitgang. Langzaam maar zeker wordt, brok voor brok, wat afgeknabbeld van de achterstand, die het platteland heeft opgelopen in de algemene run naar meer welvaart. Ruilverkaveling blijft niet meer beperkt tot het dichter bij de boer derij brengen van de akkers en weidegronden. Ook de boerderij en het is niet overdreven te zeggen ook de mens zelf wordt veran derd. De woning wordt aangepast aan meer met onze huidige levens normen in overeenstemming zijnde omstandigheden, de mens wordt ge lukkiger en krijgt een ruimer oog voor zijn eigen waardigheid. werk van de c.t.d. Ruilverkaveling is een van de op drachten van de Cultuur Technische Dienst. Deze instelling met een literair af schuwelijke naam, maar met een goed en menselijk ideaal, viert dezer dagen haar zilveren bestaansfeest. Het was 1 augustus 1935 toen, door toedoen van Ir. A. Roebroek, direc teur-generaal van de landbouw, de C.T.D. werd gevormd uit een aantal bestaande advies-commissies. De Cultuur Technische Dienst is in de loop van zijn bestaan van een kleine werkgroep uitgegroeid tot een eenheid van 750 deskundigen. Haar ideaal is: voortbouwen aan de welvaart en het welzijn op het plat teland. Dat is de noemer waaronder deze werkzaamheden kunnen wor- den samengevat. Daarom ook is het belang groot voor niet alleen direct erbij betrokkenen. In deze tijd van algemene buitenlandse agrarische hervormingen en een naar elkaar toegroeien van Europa is ons gehele volk gebaat bij een goed-functio- nerende samenleving op het platte land. De taak is groot, het werk is moei lijk. Nooit mag over één nacht ijs worden gegaan. Vóór ook maar een spa in de grond wordt gestoken moet een zorgvuldig afgeronde planning op tafel komen. Meestal vergt al leen de voorbereiding al jax-en. Men heeft berekend, dat de ge middelde behandelingstijd van een - gebied zo'n vijftien jaren in beslag neemt. Vijf voor de vooi'bereiding, vijf voor de* uitvoering en nog eens vijf voor de nazorg. Daarom kan ook niet overal direct worden ingegre pen. Het Lollebeekplan geeft daar een uitstekend voorbeeld van. productieverhoging geen noodzaak Tot nu toe zijn 130.000 ha grond door ruilverkaveling ingrijpend ver beterd. Men werkt aan 240.000 ha en voor 1.200.000 ha is ruilverkaveling aangevraagd. Het zijn nieuwe stre ken die worden geschapen, waar niets oneer herinnert aan de slechte toestanden van voorheen. Het is een misverstand te beweren dat ruilverkavelingen er alleen op gericht zijn de bestaande productie te verhogen. In het ene gebied kan dit bijzaak zijn, in het andere hele maal niet aan de orde komen. Het is nooit hoofdzaak. De markt is voor oude producten verzadigd. Plaats voor nieuwe is er weinig. Waar het bij landbouwhervoi-mingen om gaat, is niet het product maar de mens. Bovendien vraagt, net als de in dustrie de landbouw om mechani satie en rationalisatie. En mechani satie op een bedrijf dat versnippex-d is in kleine stukjes, welke verspreid van elkaar liggen, is niet alleen moeilijk maar ook nutteloos. De nieuwe landindelingen maken een betere en vooral regelmatiger arbeidstijd mogelijk. Een eerste so ciale winst voor de landbouwer zelf. Maar ook anderen kunnen profi- tex-en. Waar het kan, wordt aan dacht besteed aan de recreatieve zijde van de landbouwontwikkeling. meerjarenplan gewenst Het belang van de ruilverkaveling wordt op het ministerie van Land bouw niet onderschat. Dat blijkt uit de budgetten, die de CTD krijgt toe gewezen. Bij de oprichting bedroeg de eerste begroting 200.000. Dit jaar staan x-uim 108 miljoen ter be schikking. Van deze gelden komt 100 miljoen van regeringswege, de rest wordt ter beschikking gesteld door provincies, gemeentelijke organen en particulieren. Toch is men bij de CTD niet hel maal tevreden over wat op het Bin nenhof wordt gedaan. Het veelbe sproken meerjarenplan .voor ruilver kavelingen verkeert"nog altijd in ambtelijke nevelen gehuld in de ganen van 't Haagse ministerie. Het zou geen gek jubileumgeschenk zijn als het nu eindelijk te voox-schijn kwam. moeilijke beslissing De agrariër is van oudsher vast houdend. Hij verliest niet graag wat hij heeft en ziet veranderingen met lede ogen komen. Hierdoor heerst in kringen van bij ruilverkavelingen betrokkenen dikwijls verzet tegen de hervormingen die sterk ingaan tegen gevestigde tradities. Vex*zet in ons land is mogelijk, dit in tegenstelling met b.v. Spanje en Italië, waar de ontwikkelingsplan nen zonder inmenging van de bevol king worden uitgevoerd. Het is in onze landsaard begrepen. Maar getuigt het niet van kortzich tigheid wanneer we óns daar niet overheen zetten? Soms ook is het verzet te billijken, want de ambtelijke molens draaien niet altijd op even logische wijze. Het zijn zo nu en dan te beluis teren valse noten in de symphonie van geluk en welzijn. Fouten, welke nooit zo ernstig zijn, dat ze de diri gent niet mogen worden vergeven. Om een volmaakte verkeerschaos te kunnen aanschouwen móet men de reactie zien van honderden weg gebruikers zodra de brandweer- sirene in werking treedt. Jong en oud snelt zo rap de benen het toelaten naar de brandweer kazerne of brand met terzijdestel ling van alle verkeers en fatsoens normen. Men loopt en rent over rijbanen, jakkert met rijwielen en brommers over voetpaden en wat overblijft vervolgt haar weg tegen het overige verkeer in. Alle verkeersregels worden aan de laars gelapt, niets wordt ontzien, alles jaagt en raast naar een plaats waar men op dat moment het best gemist kan wox-den. Waar eensklaps alle levende we zens vandaan komen is iedereen een raadsel, fietsen vliegen tegen ramen en muren, kleine kindex'en wox-den chnvér gerend en sommige huismoe ders laten pot en ketel in de steek om toch maar vooral niets te missen van het sensationele gebeuren. Een onafgebroken stroom van nieuwsgierigen, in leeftijd variërend van 5 jaar tot Dreestreklcend, ziet ■men alzo 'n vertoning geven welke JANBOEL heet. Al deze onzinnige handelingen, al deze onverbeterlijke verkeersexces- sen kan men signaleren, zodra juist de allergrootste discipline vereist wordt. Toesnellende brandweerlieden worden belemmerd naar de aange duide plaatsen te komen. Gealai'meerde politie moet oor vijgen uitdelend een weg banen door drommen nieuwsgierigen, die voor een zacht woord geen duim breed wijken. En het allerergste van dit drama is de uitrukkende brandweerauto toebedacht. Met kunst en vliegwerk moet de chauffeur van dit voertuig zich een weg vrij maken. Remmend, gasgevend, claxonnerend en sirene- loeiend, schreeuwend en ergerend moet zo'n man dan trachten zo vlug mogelijk naar een BRAND zien te komen. Als hij een beetje pech heeft krijgt hij niet eens de kans onbelemmerd uit de brandweergarage te komen. Wie dit bex-oep naar eer en ge weten uitoefent, redt bij elk uitruk ken tientallen mensenlevens. De vrije doortocht welke ieder een wettelijk verplicht is aan dit voertuig te verlenen komt op deze wijze wel in een schriele realiteit te staan. Slechts het feit, dat de bestuurder tientallen malen moet afremmen, uitwijken enz. enz. typeert de schan dalige mentaliteit van iedereen die hem hiertoe noopt. De gapers, de lanterfanters, de betweters en de eigenlijke hardleerse bollen. De nietsnutters, die niet begrijpen waarom alles zo snel moet gaan, die overal en iedereen in de weg lopen. Die onder 't mom van „nog iets red den" hun sensatiezucht willen ca moufleren. Deze en alle overige overtollige klunzen, maken van een hoogst ern stige zaak een locaal festijn. We zouden kunnen doorgaan met het opsommen van allerlei erger lijkheden welke men bij een brand aan de dag wenst te leggen. Het is dan ook harde noodzaak dat wij via deze rubriek een ernstig woord richten tot de ouderen welke zich aan deze bedenkelijke sport schuldig maken en aan de ouders en opvoeders die zulks van hun pupil len tolereren. Hoe men dit in deze positie het best kan voorkomen is 'n zaak wel ke U persoonlijk aangaat. Door zelf als een bezetene het gezin in de steek te,laten en als een dolleman achter de brandspuit aan te rennen geeft U in geen geval het juiste voorbeeld. Zoals U bekend, bestaat er eén wettelijke voorrangsbepaling. Men geeft daarin weer op welke wegen en met welk voex-tuig men op krui singen en splitsingen van wegen voorrang heeft. Voor bepaalde categoriën bestaat hierop een uitzondering. O.a. voor de brandweer. U weet dit waar schijnlijk allemaal. Indien dit voex-- tuig gebruik maakt van sirene of bel, hetwelk bij BRAND meestal het geval is, moet men dit voer tuig in alle gevallen VOORRANG vexienen, doch bovendien moet men dit voertuigje de vrije doortocht verlenen. Volgens een arrest van de Hooge Raad der Nederlanden bestaat dit laatste ondermeer uit de GEHELE RIJBAAN vrijlaten alsmede de GE- HELr, KRUISING waarover zo'n voertuig wenst te rijden. Gaat U dus links op de rijbaan staan of rijden, rennen of jakkeren, dan bent U eveneens fout. De gehele rijbaan dient vrij te blijven. De gehele kruising even eens. Hopenlijk bereikt deze waarschu wing U op tijd. Mochten er in de toekomst ernstige ongevallen ont staan dan gaat het spreekwoord van „het kalf en de put" in elk ge val niet meer op. De put is er en blijft. Het dempen moet U zelf doen, door een correcte mentaliteit aan de dag te leggen, zodra het gevaar hiervan zijn climax bereikt. Er is een hardnekkig verhaal, dat de Engelse troepen bij hun ver overing van Overloon en Venray in 1944 gebruikt gemaakt hebben van een z.g. knuppelweg. Een weg, die zij zelf door de kapotgeschoten bos sen hebben aangelegd en waarbij ze gebruik gemaakt hebben van stuk ken hout, die aan elkaar verbonden waren door ijzerdraad. Index-daad hebben de geallieerde troepen zulke „wegen" gebruikt. Maar de geschiedenis vertelt dan verder, dat deze knuppelweg prac- tisch dezelfde route volgde als een oudere knuppelweg, die de Romein se troepen in de tijd van de Romein se bezetting gebruikt zouden heb ben. Van dit laatste is echter noch een bevestiging noch een bewijs te krijgen. Vanzelf komt dan de vraag naar voren of in deze contereien wel Ro meinen zijn geweest en zo ja of zij daar dan wegen hebben aangelegd. vondsten geven bewijs Dat hier Romeinen rond de tijd van Christus geweest zijn, staat vast door de vondsten van munten, ge bruiksvoorwerpen e.d. We hebben nog onlangs het verhaal gepubli ceerd van de bekende Romeinse heim, die in" Liessel-Deurne gevon den is. Of zij hier echter wegen aan gelegd hebben, is weer een andex-e kwestie. Toch is het belangrijk zulks te weten, omdat deze wegen feitelijk de ruggegraat zijn van de bewo- ningsgeschiedenis in de Romeinse tijd en later. Er zijn niet veel bronnen, waaruit men putten kan, indien men iets meer wil weten over de Romeinse wegenbouwers. Er is een dertiende eeuwse kopie gevonden van een z.g. Romeinse reiskaart, oorspronkelijk een smalle, meer dan 7 meter lange rol, waarop de voornaamste routes van het Romeinse wegennet van En geland tot de Indische Oceaan zijn afgebeeld. Hierop stonden practisch geen af standen, maar wel de halteplaatsen, waar de reiziger dan informeren kon hoever hij nog reizen moest tot de volgende plaats en welke moeilijk heden hij daarbij kon ondervinden. tongeren-nijmegen Op deze kaart zijn ook de plaat sen Tongeren, Blerick en Nijmegen te vinden. Er moet dus tussen deze plaatsen een weg gelopen hebben en er zijn waarschijnlijk tussen-stations geweest. De Limburgse priester Jos. Habets en Ritmeester Ort hebben speciale studie van deze weg gemaakt. Had Caeser in zijn Gallische oorlogen nog gebruik gemaakt van de bestaande wegen, al wei-den ze door hem ver breed en uitgebreid, vooral zijn op volgers hebben hier nieuwe kunst wegen aangelegd. Deze waren nodig om goede ver bindingen te kunnen onderhouden met de bezettingstroepen, die ver van het oude Italië de onderworpen volkeren er onder moesten hou den. Er werden dus militaire wegen aangelegd en bij deze aanleg moes ten de bewoners hand- en span diensten vei-lenen. Dat de bewoners op deze militaire wegen hun eigen gebruikswegen weer richten is van zelfsprekend. De Romeinse heerwegen waren feitelijk dammen van 1-2 m hoog. Zo bleven zij altijd droog en bo ven een uitzicht over het omringend terrein. De minder te gebruiken we gen werden bedekt met houten bal ken (knuppel wegen), de meer ge bruikte (regen en kiezellaag). Hun militaire wegen liepen ge woonlijk over de korste verbindin gen en volgden zoveel mogelijk de hoge oevers van rivieren en beken, die niet overstroomd konden wor den. Aan deze wegen lagen dan de ste den en dorpen, waar de troepen kon den overnachten, verder de wissel plaatsen (mutations) waar steeds verse paarden te krijgen waren, ter wijl bovendien overal verstrekte ob servatie- en signaalposten werden gebouwd. blerick-geijsteren Van de reeds genoemde heerbaan Tongeren-Nijmegen interesseert ons voor al het stuk, dat liep van Ble rick (Blaracum) tot de Brabantse gx-ens. Blerick ontleent zijn naam aan 'n landgoed van de Romein Blarus en men heeft ontdekt, dat deze plaats feitelijk een wegenknooppunt was, van waaruit men ook naar Xanten en Keulen kon. Opgravingen in Ble rick bevestigen zulks ten dele. De weg van Tongeren naar Nij megen moet, aldus pastoor Habets, gelopen hebben via Blerick, Grub- benvorst, Lottum en Broekhuizen- vorst. Van Ort meent, dat hij vanaf Ble rick liep langs de Tienrayse en Meer lose Heide naar Wanssum en Geijsteren. Volgerxs deze laatste onderzoeker was het stuk tussen Lottum en Broekhuizen te moerassig in die tijd, al kan er misschien een z.g. oever- weg gelopen hebben, waarvan dan reizigers en plaatselijke bevolking gebruik gemaakt hebben. Zeker is, dat in Lottum zowel munten als overblijfselen van een Romeins gebouw gevonden zijn. Maar ook in de Tienrayse Heide en in de Swolgense Heide zijn ur nen aangetroffen en munten. Er hebben in ieder geval twee we gen gelopen en welke nu de officiële heerbaan en welke de onofficiële oeverweg was, blijve hier verder buiten beschouwing. de staai in wanssum Zeer waarschijnlijk is in Wans sum in de Romeinse tijd een over tocht-gelegenheid geweest over de Maas. Zowel in Wanssum als in Vier lingsbeek vindt men veerhuizen, die thans nog de naam Staai dragen. Men vx-aagt zich af, of deze naam komt van de latijnse „statio navium" een versterkte post, van waaruit met schepen overgevaren kon worden. Bekend is, dat vanaf Well in de Romeinse tijd een heerbaan liep naar Weeze en Xanten, in welke laatste plaats grote legerkampen gevestigd waren. Waarschijnlijk gaf ook het Vierlingsbeekse-veer hier verbinding op. Al is het ruim 1900 jaren geleden toch is duidelijk merkbaar, dat van af Wanssum een Romeinse weg liep langs de Leeberg en zeker als men op de „dam-vorm" let, herkent nxen deze Romeinse weg thans nog nabij de verwoestte kerk in Geijsteren, die zoals opgravingen reeds hebben bevestigd, gevestigd was op een zeer oude „cultus-plaats" een plek dus, waar reeds eerder kerken, tempels of offerplaatsen hebben gestaan. Trouwens, bij deze kerk zijn ver schillende oude Romeinse munten gevonden en men sprak vroeger in Geijsteren nog altijd van de Tem pelplaats, die iets verderop bij de Landweer (oude x'ivierduin) zou zijn gelegen. Deze weg liep door tot de hoeve Nieuwenhof en kwam daar samen met de andere weg, die langs de westkant van Geijsteren liep. Hier worden dus de weg Blerick, Lottum, Geijsteren en de weg Blerick, Tien- ray, Wanssum, Geijsteren weer één. romeinen in venray? Er hebben dus voorname Romein se wegen vlak langs het Venrayse grondgebied gelopen. Hebben daarvan nu aftakkingen bestaan op het Venrayse? Het is nog wat voorbarig om zulks te concluderen. Vast staat, dat zo wel in Castenray, Oirlo, Oostrum als de Smakt, Romeinse vondsten zijn gedaan. O.a. Romeins vaatwerk, munten en losse vondsten. Ook heeft men hier teruggevon den een op grint rustende balklaag, beide onder een oud landbouwpro- fiel, terwijl in de buurt Romeins vaatwerk lag. Gedurende de Romeinse tijd wa ren vooral de omstreken van Venray 'n vrij ontoegankelijk gebied, waar van de bewoners waarschijnlijk zeer weinig contact hebben gehad met deTfL£M\SIE specialist TEL. 1070 De nijvere agrariër stond enigs zin onwennig in het verdachten bankje. Hij had gehandeld in strijd met de V.V.-brochure, die naast het landschapsschoon ook de gemoede lijke gastvrijheid van onze inwoners aanprijst. Hij had „stadse ellende ling" gezegd tegen een gezelschap, dat zijn akkers betrad. De aanvoerder van het gezelschap had zich deze woorden aangetrok ken. Hij was in zijn korte broekje naar de wachtmeester gegaan om aangifte te doen van de belediging. Thans had de aanvoerder zijn zon dags pak aan om voor de rechter te getuigen van het leed, dat in zijn hart was opgeweld toen de land bouwer de lelijke worden zei. De boer vertelde, dat hij het ge zelschap al urenlang op de korrel had. Het had hem leed gedaan hoe zij als stadse colorado-kevers door zijn aardappels marcheerden, maar hij had niets gezegd. Vervolgens wa ren zij het weiland binnengedron gen. Daar haalde de aanvoerder een rode lap te voorschijn en demon streerde zijn begeleiders een spel letje stierengevecht. Hij sprong in het rond als een dolleman, zodat zijn broekje zich steeds meer spande. Met de rode lap zwaaide hij naar de koeien, die hem vol ontzetting aanstaarden, niet begrijpend, dat een menselijk wezen zich zo raar kan aanstellen. Vervolgens was hij met een tak naar de koeien gaan prik ken, die op hun beurt met de staart omhoog wegvluchtten. Tijdens het koffiedrinken zei de boer tegen zijn vrouw, dat hij alle vakantiegangers zoveel regen toe wenste, dat zij naar de stad terug keerden. Doe die mensen dan weg", zei zij. Maar zoiets doet men niet gemak kelijk. Hij had zijn kof ie nog niet op of hij zag, dat de stedelingen nu een aanval deden op zijn roggeland. Enkele staken zich korenbloemen in de haren, anderen liepen de rogge in om klaprozen te plukken. „Dat kost geld man", zei de vrouw verwijtend. Waarop de landbouwer naar buiten draafde, in zijn auto sprong en naar het róggeland reed. „Iedere stap die u daar doet kost mij geld" had hij gezegd. „Ons ook", antwoordde de aanvoerder jolig. Want de vacantie is nu ook weer niet zo overdreven goedkoop. Nu be gon het jeugdige deel van het gezel schap zich in het gesprek te men gen. „Wat doet 'n boer in een auto" informeerden zij belangstellend Waarop pa inviel: „Als U een auto kunt betalen, kunt U ook wel be talen dat wij door de rogge lopen. Vooruit maar jongens, ga maar door met plukken De *jeugd stortte zich in het graan. „Meneer" zei de boer zeer ten onrechte, want 'n heer was dit niet, „U moet uw mensen direct terugroepen. Die auto heb ik niet voor mijn plezier, maar omdat hij tijd en geld spaart op mijn be drijf. Ik kan dus niet betalen dat U door mijn rogge loopt, en dat wil ik niet betalen ook „Ga jij nou maar aan je werk riep de aanvoerder. De getergde landbouwer riep de beledigende woorden terug. Er zou nog meer zijn geroepen als de knecht er niet langs was gekomen met de tractor. Hij dreef het gezelschap op eigen initia tief naar de openbare weg terug, onderweg roepend dat hij allen tot pap zou rijden als ze niet hard lie pen. „Een gulden boete is méér dan voldoende" zei de rechter. „U mag nu eenmaal niet schelden". „Dank U wel meneer" zei de verdachte. Maar de stadse vacantieganger was nog niet jai'ig. De rechter heeft alles over hem uitgestort wat bij de justitie berisping heet. Ik denk dat de VVV hem met geen duizend bro chures meer als gast kan terugwin nen /puRöL Gezondheid 'mkm en genezing v-ooï de huid. de Romeinse overheerser. Als dit contact er geweest is, dan zal dat waarschijnlijk in het ooste lijk gedeelte zijn geweest met Oirlo als middelpunt. Een en ander wet tigt zeker een nader onderzoek, waarbij iedere vondst zeker zijn waarde kan hebben. BERNARD KRUYSEN Limburgs Appèl voor De gebeurtenissen in Congo heb ben ieder van ons sterk aangegre pen en houden ons nog steeds in spanning zo dikwijls we er over horen of lezen in de krant. Wij zullen hier niet lijdzaam kunnen toezien, waar een heel werelddeel op een vlak staat, dat door nalatig heid onzerzijds af zou kunnen glij den naar het Communisme. Een van de grootste problemen is voorlichting en wel voorlichting via dagbladpers. In Afrika met ruim 200 millioen inwoners verschijnt geen enkel katholiek dagblad, zulks on danks het feit, dat Afrika circa 20 millioen katholieken telt. Dank zij een lOOjarig missiewex'k kan een groot aantal Afrikanen le zen en schrijven. Men leest op dit moment wat men krijgen kan, en dat is veelal lectuur - zo niet direct communistisch - dan toch wel zo danig hierdoor besmet, dat het ge vaar hiervan uitermate groot is. Nog altijd verkeert de Afrikaan die lezen kan in een bevoorrechte positie. De man die leest, is de man die het weet, en daarom vraagbaak voor iedereen, vooi-al in de binnen landen. De man die leest, is ook de man die uitdraagt, de propagandist, bewust of onbewust. De man, die al naar gelang hij wordt voorgelicht, ten goede dan wel ten kwade kan be-invloeden. Daarom ook kunnen wij niet ge noeg aandacht besteden aan het uit ermate belangrijke streven, uitge gaan van de drukkers-actie in sa menwerking met de Ned. Kath. Dag bladpers, om in dit Afrika enkele rotatiepersen te plaatsen. Dit geza- melijk overleg heeft zich geculmi- neerd in een actie van Missapos, welke Stichting in samenwerking met CentraalMissie Thuisfront ge komen is tot de organisatie van de wereld-missie-toto. Via deze nati onale toto in de vorm van een loterij waarbij men zelf zijn lotnummer bepaald, hoopt men te komen tot een inrichting van drie persen in Afrika. Vermeldenswaardig is nog, dat door een drukkerij in Ierland al een pers geheel gratis ter beschik king is gesteld. De mogenlijkheden voor een ka tholieke krant in Afrika zijn onbe perkt. De oplage kan millioenen be dragen zonder dat zij in de totale behoefte voorziet. Er is niet, zoals hier, 'n behoefte aan direct nieuws, daar een krant op zijn weg naar het oerwoud en afgelegen nederzet tingen soms weken onderweg is, zonder dat zij daardoor minder ac tueel wordt. Het ligt in de bedoeling met een z.g. penny-krant te verschijnen, dus uiterst goedkoop, zodat ze onder het bereik van alleman valt. Dit is ook zakelijk verantwoord, daar via advertenties deze dagbla den ook financiëel rendabel kunnen zijn. Dit is door terzake deskundi gen ter plaatse bestudeerd. Van hoe groot belang goede voor lichting via pers is, moge blijken uit een recent voorbeeld uit de staat Cancan in het voormalige Frans- Guinea, die geruisloos en zonder enige revolutie of bloedvergieten, in zijn totaliteit communistisch is ge worden, met als enige aanwijsbare oorzaak, dat dit gebied slechts een voorlichtingsblad had, wat geheel communistisch is georienteerd. Azië is voor een groot deel voor de vrije wereld verloren gegaan, in Afrika dreigt een zelfde gevaar. Het is nog niet te laat, alhoewel vooral de gebux-tenissen in de Congo voor ons wel een duidelijke vingeraan wijzing moeten zijn, hoe laat het is! NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Voor zondag 14 aug. Dr. L. COENEN Hensseniusstraat Telefoon 1878 Voor maandag 15 aug. (Hemel vaartsdag) Dr. W.J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de Kom. Vrijdag voor de kerkdorpen. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. M. JANS Overloon Tel. K 4788—262

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1