Kermis 1960 Waarheen na school....? U, ik en het verkeer... Wist U. de politierechter P.M00REN Tel.'1070' Uit Peel en Maas 55 jaren ouderdoms- wefgeving Zaterdag 6 augustus 1960 No. 32 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAT WPTPl^RT ATï VOOP VPWPAY DM HMQTPPVPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct per m.m. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 WW \JVJM\ V L«lll\/1 1 J-riW WlVlvJ 1 IVUIxLtil PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venray 1.60) OPENSTELLING GEMEENTE- BUREAUX GEDURENDE DE KERMIS Burgemeester en wethouders van Venray brengen ter openbare ken nis, dat de gemeente-secretarie het kantoor van de gemeente-ontvanger, het kantoor van gemeente-werken en van het woningbedrijf op 8, 9 en 10 augustus a.s. voor'het publiek ge opend zullen zijn van 10-12 uur voormiddag. Venray, 27 juli 1960. Burgemeester en wethouders vnd, A.H.M. JANSSEN, burgemeester DRINGENDE UITNODIGING aan alle ouders, verzorgers en weldenkende inwoners De burgemeester van Venray ver zoekt de ingezetenen met de meeste aandrang hun algehele medewer king te verlenen om alle wanorde- lijkhedeh en drankmisbruik tijdens de kermis te voorkomen en aan de kasteleins van 15 tot 19 u. geen sterke drank te vragen. Aan de ouders en verzorgers richt hij in hun eigen belang en in dat hunner kinderen de dringende uit nodiging mede te zorgen, dat de hand wordt gehouden aan het ver bod van bezoeken van avondverma kelijkheden door kinderen voorzover daarvan geen ontheffing is ver leend. Dit verbod is in het eigen belang der ouders en der kinderen vast gesteld. Venray, 26 juli 1960. De burgemeester voornoemd, A.H.M. JANSSEN SLUITINGSUUR voor dranklokaliteiten en openbare vermakelijkheden gedurende de kermis te Venray-kom in 1960 De burgemeester der gemeente Venray; gelet op het bepaalde in de algemene politieverordenning Ven ray; brengt ter openbare kennis; A. dat op 7, 8, 9 en 10 augustus a.s. 1. aan houders van voor publiek toegankelijke inrichtingen als be doeld in artikel 121 der alge mene politieverordening Venray, voor zover gelegen in de kom der gemeente, door hem tot we deropzegging toestemming wordt verleend, om hun lokaliteiten voor het publiek geopend te hou- tot des nachts een uur; 2. de openbare vermakelijkheden mogen geopend zijn tot midder nacht te 24 uur; 3. in de voor het publiek toegan kelijke inrichtingen, waarin met dezerzijdse vergunning muziek mag worden gemaakt of verma kelijkheden mogen worden ge geven, het geven van muziek of de vermakelijkheden zelve moet(en) zijn beëindigd om des nachts half een; 4. het aan de houders van vergun ningslokaliteiten wordt verzocht in die lokaliteiten of hunnen aanhorigheden geen sterke drank te schenken gedurende het tijd vak van 15 tot 19 uur; 5. aan de houders van de in de ar tikelen 121, 135 en 137 van de algemene politieverordening Venray bedoelde inrichtingen of plaatsen geen danstenten zijnde, toestemming wordt verleend, al daar hun vrouwelijk personeel gedurende de uitoefening van't bedrijf dienst te laten doen of door of vanwege de houder aan wezig te doen zijn, onder voor waarde, dat zij de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt en van onbesproken levenswandel zijn; 6. aan bestuurders of beheerders van een inrichting, waar voor het publiek toegankelijke ver makelijkheden worden gegeven ontheffing wordt verleend in deze inrichtingen na 21 uur toe te laten of te laten verblijven personen beneden de leeftijd van 18 jaren en dat aan personen be neden de leeftijd van 16 jaren wordt toegestaan in dergelijke inrichtingen te verblijven, in dien zij onder begeleiding zijn van ouders, voogden of meerder jarige broers of zusters. B. dat de onder 1 en 2 bedoelde toe stemming zonder enige vooraf gaande waarschuwing, inciden teel of in het algemeen, zal wor den ingetrokken bij gebleken on geregeldheden of niét naleving van door de ambtenaren der po litie gegeven voorschriften en dat verder op strikte naleving van de bestaande of hierbij ge geven voorschriften ten strengste zal worden toegezien. Venray, 26 juli 1960. De burgemeester voornoemd, A.H.M. JANSSEN Het is een droevig verschijnsel, dat veel jongelui die de school vérlaten, nog geen flauw idee heb ben van het beroep, dat zy zullen kiezen. Er wordt tegenwoordig wel meer dan vroeger aan beroeps voorlichting gedaan, maar in we zen is het toch nog te weinig. Wanneer wij ons realiseren, dat er ruwweg zo'n 5.000 verschillende beroepen zyn, dan is het duidelijk, dat bij de voorlichting er slechts een beperkt aantal aan bod kun nen komen. Het is echt wel be grijpelijk en verstandig, dat ouders hun kinderen voor een onderzoek sturen naar een bureau voor be roepskeuze, want daar staan we tenschappelijk geschoolde vak mensen klaar om de jongeman of het meisje te testen en zij kunnen in hun rapport belangrijke richt lijnen geven, waardoor de succes volle keuze van een beroep voor de jonge mens aanmerkelijk een voudiger wordt gemaakt. In deze contreien kan men aller eerst voor beroepskeuze terecht bij het Arbeidsbureau, dat hier voor een aparte afdeling heeft op gericht. Een afdeling die uiteraard rekening houdt met de mogelijk heden die hier aanwezig zijn. Dan zijn er verschillende grotere en duurdere psychologische instituten, als het provinciale in Maastricht en die, welke o.l.v. prof. Rutten in Nijmegen, Eindhoven en Tilburg werken. NIET TE JONG Van het grootste belang is het, dat de jongelui die beproefd zullen worden niet te jong zijn.. Zij die jon ger zijn dan twaalf jaar worden zelfs niet geaccepteerd. Als redelijke leeftijd voor een onderzoek ziet men feitelijk 16 jaar en ouder al naar ge lang de ontwikkeling van de per soon. Vroeger voor 1918, toen de maat schappelijke toestanden geheel an ders waren dan nu en aanmerkelijk meer jongelui" op 12- of 13-jarige leeftijd zo van de school naar fa briek, atelier of dergelijke gingen, kon men eigenlijk niet spreken van puberteit. De kinderen werden zo plotseling in het volle leven geplaatst, ont groend.... ze waren kleine oude mannetjes en vrouwtjes, voor het grootste deel doordrongen van de maatschappelijke en levensproble men. Een geleidelijke ontwikkeling via de puberteit, zoals vele jongelui die nu kennen en die meer mogelijk heden biedt voor de geestelijke ont wikkeling was er toen voor velen niet. Hierdoor kon men in die tijd dergelijke jongelui ook vroeger tes ten. Door de „Sturm und Drang perio de" die velen nu doormaken is het verstandiger met een onderzoek te wachten, omdat men dikwijls nog niet kan zeggen hoe de persoonlijk heid zich zal ontwikkelen. Vandaar dat men bij de instituten de jongelui liever op iets oudere leeftijd ziet ko men, bijvoorbeeld wanneer ze in de laatste klasse van een middelbare school zitten. WACHT NIET TE LANG Veel jongelui en hun ouders wachten echter anderzijds weer te lang. Na de examens maken velen zich nog geen zorg. „Eerst vakari- tie!" is de leus. Na enige tijd gaat men echterverder denken. „Wat moet er gebeuren?" En dan komt men er toe om een bureau te consulteren. Maardan is er dikwijls geen plaats meer voor een onderzoek, want de bureaus zijn inmiddels volgeboekt. In september of oktober moet ieder echter weten waar hij aan toe is en dan komen de moeilijkheden. Waarom wachten veel mensen zo lang? Men kan jonge mensen toch reeds laten onderzoeken wanneer ze in 't laatste jaar zijn van de school. Waarom tot. het laatste nippertje ge wacht? Vanaf november tot en met april hebben de onderzoekbureaus het niet zo druk, dan kan er gemakke lijk consult gegeven worden en is men bovendien in staat om voldoen de aandacht aan de proefpersoon te geven en uitgebreid overleg te ple gen met de onderzoekers over de re sultaten. ER IS HEEL WAT VERANDERD Bij een groot deel van het publiek is nog maar weinig bekend over de moderne methoden van onderzoek die tegenwoordig worden toegepast. Bij vele leken hangen nog begrippen van zo'n vijfentwintig jaar geleden. Vooral na de laatste wereldoorlog is er veel veranderd en heeft men bij het onderzoek ook meer de so ciologie betrokken. Het gaat er niet alleen om of iemand intelligent is, maar ook of hij of zij die intelligen tie gebruikt. Daarnaast is men ook tot de con clusie gekomen, dat iemand eerst goed in een bepaald beroep past, wanneer hij of zij er zich geheel in kan aanpassen. Het gaat er dus niet meer alleen om, of iemand er de vaktechnische capaciteiten voor heeft. Of althans aanleg heeft om die te leren, neen, door een uitgebreid onderzoek ook in andere delen van de menselijke psyche wordt onderzocht of de be trokken persoon ook sociaal in dit beroep zal passen. Zo kan iemand, die bijvoorbeeld heel geschikt zou zijn voor machine bankwerker, althans wat zijn aanleg voor handvaardigheid betreft, een afschuw hebben van vuil, stof of dergelijke. Hierdoor kan hij zich moeilijk of in het geheel niet aan passen en zal hij nooit een honderd procent kracht worden die bevre diging vindt in zijn werk. Wordt diezelfde persoon in een andere omgeving geplaatst, waar hij wel kan aarden, dan voelt hij zich daar thuis en zal tevreden kunnen zijn en daardoor een betere werk kracht. SPECIALISTISCHE WETENSCHAP De onderzoekingen die door het team worden verricht zo'n team bestaat minimaal uit drie personen worden in een rapport neerge legd. Maar voordat het zover is, ko men de proefleiders bijeen in ver gadering en deponeren daar de re sultaten van hun onderzoek aange vuld met eventuele mondelinge ver klaringen. Aan de hand van die re sultaten wordt het totaal omvatten de rapport opgesteld. Het is duidelijk, dat de onderzoe kers wetenschappelijke specialisten moeten zijn. Zij komen bijvoorbeeld als psycholoog in dienst van de stichting, maar dan hebben ze nog drie tot vijf jaar in de praktijk no dig om zover te komen, dat zij dit bizonder verantwoordelijke werk zelfstandig kunnen verrichten. Ten eerste moeten zij leren te werken volgens de methode die een bepaalde stichting bij het onderzoek volgt. Zelf moeten zij zich psycho logisch hierbij aanpassen. Zij moeten hun eigen zwakke pun ten en fouten leren kennen en corri geren, want dit zou anders een fun- neste invloed hebben op de resulta ten van het onderzoek. EN KLOPT HET DAN? Indien het even mogelijk is, volgt men bij de stichting graag de ver dere ontwikkeling. Hier kan men later conclusies uit trekken aan gaande het toegepaste onderzoek. Men kan dan controleren of men juist geoordeeld heeft of dat er fou ten werden gemaakt en door wie. De gerenomeerde bureaus voor beroepskeuze in ons land voeren hun opdracht met de grootste nauwkeu righeid uit, dikwijls aan de hand van jarenlange ervaringen. Zij kun nen zeer belangrijke richtlijnen geven voor de verdere ontwikke ling of beroepskeuze van de onder zochten en dit is van bizondere waarde voor de mens en de maat schappij. Dat men als katholiek bij de keuze van deze bureaux naar ka- tholiekee instituten gaat, is gezien het bovenstaande wel duidelijk. In de meeste autobussen, welke een lijndienst onderhouden, kan men een opschrift aantreffen van de volgende inhoud: „Verboden met de bestuurder te spreken". Deze bepaling is geenszins in het leven geroepen om het deze bestuur der zo ongezellig mogelijk te maken. Het spreken als zodanig heeft men dan ook niet willen verbieden. Er moest n.l. staan: „Verboden te klet sen of te zwammen". Van een normaal kort en aardig praatje wordt zo'n betuurder niet dol. Van een eenzijdig afgeschroefd verhaal zonder inhoud echter ieder een. Derhalve heeft men gesteld, dat het SPREKEN in het algemeen uit den boze dient te zijn. Wie niet begrijpt waarom men deze bepaling heeft aangebracht is op zichzelf al een gevaar op de weg. Een dergelijk persoon heeft er dus de flauwste notie niet van wat een hedendaagse chauffeur alzo aan zijn hoofd heeft. Eigenlijk moest deze bepaling voor elk motorrijtuigbestuurder gelden. Het afleiden van een bestuurder heeft nl. onoplettendheid tenge volge. En daardoor zijn al heel wat lie den verongelukt. ONOPLETTEND HEID is een verdraaid groot gevaar in het hedendaagse verkeer. Van de 100 gevallen waarin een bestuur der „om onbekende oorzaak" tegen een boom of tegenligger knalt, zijn er 90 door onoplettendheid ontstaan. Of dit allemaal te bewijzen valt is een andere zaak. Meestal is een plotseling (niet te vinden) overste kend kind, of een plotseling snij dende (onbekend en doorgereden) auto de oorzaak. Althans, dat zegt men. In feite is het pure onoplet tendheid, waarbij van een derde geen sprake. Van de 10% overigen is een be paald percentage de dupe van tech nische gebreken, zodat er maar een bedroevend beetje overblijft welke zuiver door de stommiteit van an der-én (welke wegkomen) ergens te genaan botsen. Onoplettendheid kan men in velerlei vorm aantreffen. Het op steken van een cigaret kan er één van zijn. Niet dat we voor elk zo'n gelegenheid naar een parkeerplaats moeten. Doch om met 90 tot 10o km per uur te blijven doorrijden en waarschijnlijk de mede-inzittenden van vuur en rookgerei te voorzien menen wij ook te moeten afraden. Het zwammen als vorenbedoeld, waarbij met armen en benen allerlei gebaren ter verduidelijking dienen, is ook een vorm van hoe het NIET moet. Smoorverliefden plegen gedurende een autorit, handelingen te verrich ten welke stilstaande reeds ge vaarlijk zijn. Er zijn voorbeelden te over, al dienen we de omkijkers naar charmante dames beslist niet te ver geten. Deze vormen van onoplettendheid hebben al heel wat bloed doen vloeien en auto's per kilo doen ver kopen. Wie zich in een auto waagt met de gedachten thuis in een leun- of ligstoel te liggen, komt vroeg of laat met de verfrommelde neus thuis. In het verkeer dient men zich te concentreren. Of men nu 1 maand of 40 jaar achtereen o^de weg zit (men drukt zich het liefst zó uit) speelt totaal geen rol. We zouden bijna zeggen, dat de geroutineerden nog voorzichtiger dienen te zijn, omdat de sleur meestal een uitnodiging tot VAST STAANDE handelingen wordt, wel ke vroeger misschien pasten doch nu voorwaar uit de mode zijn. Wie met de alure van „wie doet me wat" met een snelheid van 100 km een voorligger gaat inhalen, moet vandaag niet raar opkijken als hij een tegenligger aait die „nog zo ver af was" doch toevallig 140 reed. Die tegenligger is waarschijnlijk vlugger geweest als U met alle i volgen van dien. Als men met een gezelschap op vacantie gaat betekent de rit per auto voor de bestuurder geenszins een „uitje". Hoe groot de lol achterin of naast hem zal zijn, voor hém mag de aan dacht, behoudens op een parkeer plaats als de wagen stilstaat, geen ogenblik verflauwen. Wie met een snelheid van 75 km per uur toert, rijdt, gelet op de he dendaagse supersonische snelheden bepaaldelijk niet als een wilde. Toch legt zijn voertuig dan per seconde iets meer dan 20 meter af. Als men in die seconde net doende is om een banaan te villen of achter in de auto iets te pakken, kan een flauwe bocht in de weg U al in de berm doen belanden. Staan er toevallig een paar kin derachtige eiken in die berm, dan kunt U de banaan waarschijnlijk van Uw voorhoofd afvegen als U per ambulance naar het Rode Kruis- hotel vervoerd wordt. 75 km per uur is niet snel, maar als U frontaal tegen iets aanknalt wat niets meegeeft, een eigenschap waar dikke eiken om bekend staan, dan bent U en Uw voertuig „totaal los". Zodra dat met Uw auto het ge val is, valt er nog wel iets te maken. Als het met U of een van Uw mede-inzittenden plaats vindt kan alleen de begrafenisonderneming voor coulante bediening zorg dragen. „Verboden met de bestuurder te spreken". We willen het niet zover drijven. Onder bepaalde omstandigheden zou het echter raadzaam zijn dit gebod op te volgen. Voor al voor hen die zo graag de bestuurder vertellen „Hoe hij het moet doen en hoe hy dat gedaan zou hebben. „Alles hangt af van de eerste in druk die mijn familie van je krijgt", zei het meisje dromerig. „Als mijn moeder het goed vindt, zijn we al half klaar". De minnende jonkman aan haar zijde knikte instemmend. „Maak je geen zorgen", zei hij fier, „dat knap ik wel even op. Ik zal daar een ver- jaarsfeestje geven zoals ze nog nooit hebben gezien". Dat is het inderdaad geworden. Het was de eerste keer, dat de jon geman kennis zou gaan maken met zijn schoonfamilie. Zijn verjaardag leek dagr een goede aanleiding toe. Hij zou de familie wel eens tracte- ren, had hij gezegd. Hij zou voor de dag komen zoals ze nog nooit had den gedroomd. Een soort Blitzkrieg zou hij voeren. In één slag zou hij alle harten winnen. „Leen mij je bromfiets even", vroeg hij, „want er valt nog heel wat te organiseren". Het resultaat van deze organisatie bleek de volgende ochtend, toen voor dag en dauw een bloemist bij de a.s. schoonmoeder een reusachtige bos bloemen kwam brengen. Daarna VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLAATSING ZORGT bleef het de hele dag druk. Banket bakkers kwamen en gingen met koek en ijs en gebak. Slijters brach ten flessen vol geestrijke dranken en kratjes bier. Niets was er vergeten, van de zoute pinda's af tot de dure sigaren toe. „Zo had je nou .eigenlijk niet uit moeten pakken", sprak de a.s. schoonvader ontroerd toen die avond zijn jarige schoonzoon in spé voor hem stond. Maar deze wim pelde die opmerking losjes af. 't „Maakt niets uit", zei hij, „het geld moet toch rollen". Het werd een feest dat nog lange jaren in de familie-historie zal blij ven geboekstaafd als Het Feest. Vrienden en verwanten werden vorstelijk onthaald, en van de kliek jes alleen zou men naderhand nog twee normale feesten kunnen vie ren. „Ik wist niet dat je zoveel geld had", zei zij naderhand trots. „Eerlijk gezegd: ik ook niet", ant woordde hij. Haar achterdocht werd gewekt toen zij enkele dagen later bij de kapper kwam. Daar stond haar bloedeigen brommer voor de deur, keurig opgepoetst en glanzend als nieuw, maar met de penning van de rijwielbewaarplaats nog aan het zadel. „Hoe komt u aan die bromfiets?" vroeg ze aan de dame die net onder de droogkap zat. „Dat is de mijne!" „Kom, meisje", suste de dame minzaam, „dan vergis je je toch wel hoor. Mijn man heeft die plof en kele dagen geleden pas voor me ge kocht. 't Is wel een tweede-hands je, maar hij is nog goed hoor. Hij heeft er tweehonderd gulden voor be taald". Plotseling werd het haar duidelijk waar het geld voor dat legenda rische feest vandaan was gekomen. Zij rende naar de politie. De politie spoedde zich naar de nieuwbakken verloofde. Die verdween met spoed in het huis van bewaring. Zeven weken heeft hij daar gezeten, en nu moest hij voor de rechtbank komen. ,,'t Was toch ook haar belang, dat ik goed voor de dag kwam", vond hij. De officier dacht daar anders over. Dertien weken met aftrek, waarvan zes voorwaardelijk vroeg hij. Dat heeft de royale minnaar gekregen ook. Bovendien bepaalde de recht bank zijn voorwaardelijke ter be schikking stelling: als hij weer zulke rare dingen doet, wordt hij in een inrichting geplaatst. van 10 augustus. 1935 Donderdag 15 aug. tot en met 18 aug. worden in het dekenaat Venray missie-dagen gehouden, be staande uit kerkelijke plechtigheden, tentoonstelling in het Patronaat en sportwedstrijden. Bij de donderdag gehouden controle op de nieuwe rijwielplaat jes werden 19 personen bekeurd. Woensdag cirkelde geruime tijd een geweldige mierenzwerm bij het kerktorenspits alhier. Deze was zeer ver te zien, zodat men op enige afstand meende, dat er rook uit de toren opsteeg, daar de zwerm van verre op een rookwolk geleek. dat studenten bij Loch Ness de wacht houden. Zij zoeken naar kleine monstertjes. Een boer heeft namelijk een paling van 3.60 m gevangen. Zijn er daar zulke grote palingen of zijn het kindertjes van het befaamde monster? dat de P.T.T. van Leyton het ge meentebestuur verzocht heeft nu eindelijk eens op te houden met het verwerken van het woord „forest" (woud of bos), In Leyton hebben ze nu al: The Forest, Fo rest Court, Forest Drive East, Fo rest Drive West, Forest Glade, Fo rest, Road, Forest View en Forest Avennue. Een beetje moeilijk, in derdaad. dat de attente stedelijke autoritei ten van een Britse kustplaats wel weten, wat de marine toekomt. In 't programma ter gelegenheid van het bezoek van een harer ma- jesteits torpedojagers werd het punt „cello-concei"t" vervangen door „bezoek aan de plaatselijke brouwerij". Niet dat de Jannen cello-concerten zo verafschuwen maar. dat grafzex%kenbouwer Franz Ohne- wald veel, moeite heeft gehad om te bewijzen, dat hij niet begraven ligt op het Franse oorlogskerkhof te Dagneux, afdeling 2, rij 4 graf 99. Uiteindelijk heeft hij de auto riteiten toch kunnen overtuigen. Men vraagt zich af wie dan wel in afdeling 2, rij 4 en graf 99 ligt. dat na de huwelijksplechtigheid van legerchauffeur Neville Clarke, sergant major Cyril Lawrence op hem afstapte en zei: Proficiat met je huwelijk, maar je bent de klos. Clarke had namelijk zonder toe stemming de benen genomen om te trouwen en de-- wittebroods weken te vieren. In plaats van met zijn bruidje ging hij met de ma joor de wittebroodsweken tege moet. dat Tom Johnson uit Aberdeen in Schotland traint voor de wereld titel bierdrinken. Hij oefent zich op het drinken van zestig glazen per dag. Hij traint zeer serieus deze 215 ponder. In '55 werd hij verslagen door een rondbuikige Beier. „Afschuwelijk, na 51 glazen kon ik niet meer", zei Tom, „dat moet in augustus a.s. anders gaan". dat liefde zich door niets laat weer houden. Dat bleek in Arnhem, waar een op kamers wonend meis je bezoek ontving van een jonge man. Het pension echter kent re gels en de pensionhouder kondig de het einde van het bezoekuur aan. De-jongeman voelde nog niets voor een afscheid. De „baas" pakte hem toen op en zette hem buiten. De deur ging op slot. Het meisje liep toen naar boven en sprong uit het raam. Met een gebroken en kel werd £ij naar het ziekenhuis gebracht. Ook daar zijn vastgestel de bezoekuren. dat de meest exclusieve bar in Ge- nève niet een plaats is waar het gaat om de drank, maar om ta bak. De bar wordt alleen bezocht door pijprokers. De bar is dan ook uitsluitend voor heren. Even dreig de het mis te lopen, toen een dame de bar binnenstapte om een pijpke te smoren. Onder leiding van de rookkeeper werd het conflict snel bijgelegd. Er werd de vredespijp gerookt. dat er al jaren lang rendieren over liepen van Noorwegen naar Fin land en omgekeerd. Daar wilde men iets aan doen. De meest voor de hand liggende oplossing heeft men dan ook uitgevoerd. Langs de Fins-Noorse grens is een heining aangelegd van 530 kilometer. Er is zeven jaar aan gewerkt. dat in de afgelopen jaren een mil joen mark is gespendeerd aan de restauratie van de toren van de oudste kerk van Lüneburg. De kerk stamde uit 1418. Maandag sloeg de bliksem in de toren. Vijf uur nadat de brand was uitge broken werd deze pas ontdekt. Er hoeft over restaureren niet meer te worden gedacht. Onze tegenwoordige „algemene ouderdomsverzekering" de meer be kende, „a.o.w." regelt het recht op een waardevast, door het rijk ge garandeerd ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd. Voor het echter zover was, is er heel wat aan vooraf gegaan. Reeds in het jaar 1889 werd de eerste stap gezet om tot een wette lijke ouderdomsverzekering te ko men. In dat jaar werd er namelijk een wetsvoorstel gedaan om een staatscommissie te benoemen, welke o.m. als opdracht had gegevens te verzamelen voor de kennis van de maatschappelijke toestanden der ar beiders en de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers in de verschillende bedrijven. Een tweede commissie werd in het leven geroe pen om verslag uit te brengen van de werkzaamheden van haar voor gangster en zo daartoe aanleiding zou bestaan, nadere voorstellen te doen. In 1894 bracht deze commissie verslag uit en zij gaf de regering daarbij in overweging een wettelijke regeling tot stand te brengen van een verplichte verzekering van werklieden de invaliditeit en ouder dom, met geldelijke bijdragen van de werkgevers, de werklieden en de staat zelf. NIET IN BEHANDELING Het duurde nog tot 1905 alvorens het éérste voorstel werd ingediend. Kabinetswisseling was de oorzaak dat het niet in behandeling kwam. Hetzelfde lot was beschoren aan een

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1