Kermis 1960
Waarheen na school....?
U, ik en het verkeer...
Wist U.
de politierechter
P.M00REN
Tel.'1070'
Uit Peel en Maas
55 jaren ouderdoms-
wefgeving
Zaterdag 6 augustus 1960 No. 32
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAT WPTPl^RT ATï VOOP VPWPAY DM HMQTPPVPN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct per m.m. ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 WW \JVJM\ V L«lll\/1 1 J-riW WlVlvJ 1 IVUIxLtil PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venray 1.60)
OPENSTELLING GEMEENTE-
BUREAUX GEDURENDE
DE KERMIS
Burgemeester en wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat de gemeente-secretarie het
kantoor van de gemeente-ontvanger,
het kantoor van gemeente-werken
en van het woningbedrijf op 8, 9 en
10 augustus a.s. voor'het publiek ge
opend zullen zijn van 10-12 uur
voormiddag.
Venray, 27 juli 1960.
Burgemeester en wethouders vnd,
A.H.M. JANSSEN, burgemeester
DRINGENDE UITNODIGING
aan alle ouders, verzorgers en
weldenkende inwoners
De burgemeester van Venray ver
zoekt de ingezetenen met de meeste
aandrang hun algehele medewer
king te verlenen om alle wanorde-
lijkhedeh en drankmisbruik tijdens
de kermis te voorkomen en aan de
kasteleins van 15 tot 19 u. geen sterke
drank te vragen.
Aan de ouders en verzorgers richt
hij in hun eigen belang en in dat
hunner kinderen de dringende uit
nodiging mede te zorgen, dat de
hand wordt gehouden aan het ver
bod van bezoeken van avondverma
kelijkheden door kinderen voorzover
daarvan geen ontheffing is ver
leend.
Dit verbod is in het eigen belang
der ouders en der kinderen vast
gesteld.
Venray, 26 juli 1960.
De burgemeester voornoemd,
A.H.M. JANSSEN
SLUITINGSUUR
voor dranklokaliteiten en openbare
vermakelijkheden gedurende de
kermis te Venray-kom in 1960
De burgemeester der gemeente
Venray; gelet op het bepaalde in de
algemene politieverordenning Ven
ray; brengt ter openbare kennis;
A. dat op 7, 8, 9 en 10 augustus a.s.
1. aan houders van voor publiek
toegankelijke inrichtingen als be
doeld in artikel 121 der alge
mene politieverordening Venray,
voor zover gelegen in de kom
der gemeente, door hem tot we
deropzegging toestemming wordt
verleend, om hun lokaliteiten
voor het publiek geopend te hou-
tot des nachts een uur;
2. de openbare vermakelijkheden
mogen geopend zijn tot midder
nacht te 24 uur;
3. in de voor het publiek toegan
kelijke inrichtingen, waarin met
dezerzijdse vergunning muziek
mag worden gemaakt of verma
kelijkheden mogen worden ge
geven, het geven van muziek of
de vermakelijkheden zelve
moet(en) zijn beëindigd om des
nachts half een;
4. het aan de houders van vergun
ningslokaliteiten wordt verzocht
in die lokaliteiten of hunnen
aanhorigheden geen sterke drank
te schenken gedurende het tijd
vak van 15 tot 19 uur;
5. aan de houders van de in de ar
tikelen 121, 135 en 137 van de
algemene politieverordening
Venray bedoelde inrichtingen of
plaatsen geen danstenten zijnde,
toestemming wordt verleend, al
daar hun vrouwelijk personeel
gedurende de uitoefening van't
bedrijf dienst te laten doen of
door of vanwege de houder aan
wezig te doen zijn, onder voor
waarde, dat zij de leeftijd van
16 jaar hebben bereikt en van
onbesproken levenswandel zijn;
6. aan bestuurders of beheerders
van een inrichting, waar voor
het publiek toegankelijke ver
makelijkheden worden gegeven
ontheffing wordt verleend in
deze inrichtingen na 21 uur toe
te laten of te laten verblijven
personen beneden de leeftijd van
18 jaren en dat aan personen be
neden de leeftijd van 16 jaren
wordt toegestaan in dergelijke
inrichtingen te verblijven, in
dien zij onder begeleiding zijn
van ouders, voogden of meerder
jarige broers of zusters.
B. dat de onder 1 en 2 bedoelde toe
stemming zonder enige vooraf
gaande waarschuwing, inciden
teel of in het algemeen, zal wor
den ingetrokken bij gebleken on
geregeldheden of niét naleving
van door de ambtenaren der po
litie gegeven voorschriften en
dat verder op strikte naleving
van de bestaande of hierbij ge
geven voorschriften ten strengste
zal worden toegezien.
Venray, 26 juli 1960.
De burgemeester voornoemd,
A.H.M. JANSSEN
Het is een droevig verschijnsel,
dat veel jongelui die de school
vérlaten, nog geen flauw idee heb
ben van het beroep, dat zy zullen
kiezen. Er wordt tegenwoordig wel
meer dan vroeger aan beroeps
voorlichting gedaan, maar in we
zen is het toch nog te weinig.
Wanneer wij ons realiseren, dat er
ruwweg zo'n 5.000 verschillende
beroepen zyn, dan is het duidelijk,
dat bij de voorlichting er slechts
een beperkt aantal aan bod kun
nen komen. Het is echt wel be
grijpelijk en verstandig, dat ouders
hun kinderen voor een onderzoek
sturen naar een bureau voor be
roepskeuze, want daar staan we
tenschappelijk geschoolde vak
mensen klaar om de jongeman of
het meisje te testen en zij kunnen
in hun rapport belangrijke richt
lijnen geven, waardoor de succes
volle keuze van een beroep voor
de jonge mens aanmerkelijk een
voudiger wordt gemaakt.
In deze contreien kan men aller
eerst voor beroepskeuze terecht
bij het Arbeidsbureau, dat hier
voor een aparte afdeling heeft op
gericht. Een afdeling die uiteraard
rekening houdt met de mogelijk
heden die hier aanwezig zijn.
Dan zijn er verschillende grotere
en duurdere psychologische
instituten, als het provinciale in
Maastricht en die, welke o.l.v. prof.
Rutten in Nijmegen, Eindhoven en
Tilburg werken.
NIET TE JONG
Van het grootste belang is het,
dat de jongelui die beproefd zullen
worden niet te jong zijn.. Zij die jon
ger zijn dan twaalf jaar worden
zelfs niet geaccepteerd. Als redelijke
leeftijd voor een onderzoek ziet men
feitelijk 16 jaar en ouder al naar ge
lang de ontwikkeling van de per
soon.
Vroeger voor 1918, toen de maat
schappelijke toestanden geheel an
ders waren dan nu en aanmerkelijk
meer jongelui" op 12- of 13-jarige
leeftijd zo van de school naar fa
briek, atelier of dergelijke gingen,
kon men eigenlijk niet spreken van
puberteit.
De kinderen werden zo plotseling
in het volle leven geplaatst, ont
groend.... ze waren kleine oude
mannetjes en vrouwtjes, voor het
grootste deel doordrongen van de
maatschappelijke en levensproble
men. Een geleidelijke ontwikkeling
via de puberteit, zoals vele jongelui
die nu kennen en die meer mogelijk
heden biedt voor de geestelijke ont
wikkeling was er toen voor velen
niet. Hierdoor kon men in die tijd
dergelijke jongelui ook vroeger tes
ten.
Door de „Sturm und Drang perio
de" die velen nu doormaken is het
verstandiger met een onderzoek te
wachten, omdat men dikwijls nog
niet kan zeggen hoe de persoonlijk
heid zich zal ontwikkelen. Vandaar
dat men bij de instituten de jongelui
liever op iets oudere leeftijd ziet ko
men, bijvoorbeeld wanneer ze in de
laatste klasse van een middelbare
school zitten.
WACHT NIET TE LANG
Veel jongelui en hun ouders
wachten echter anderzijds weer te
lang. Na de examens maken velen
zich nog geen zorg. „Eerst vakari-
tie!" is de leus. Na enige tijd gaat
men echterverder denken. „Wat
moet er gebeuren?"
En dan komt men er toe om een
bureau te consulteren. Maardan
is er dikwijls geen plaats meer voor
een onderzoek, want de bureaus zijn
inmiddels volgeboekt. In september
of oktober moet ieder echter weten
waar hij aan toe is en dan komen
de moeilijkheden.
Waarom wachten veel mensen zo
lang?
Men kan jonge mensen toch reeds
laten onderzoeken wanneer ze in 't
laatste jaar zijn van de school.
Waarom tot. het laatste nippertje ge
wacht?
Vanaf november tot en met april
hebben de onderzoekbureaus het
niet zo druk, dan kan er gemakke
lijk consult gegeven worden en is
men bovendien in staat om voldoen
de aandacht aan de proefpersoon te
geven en uitgebreid overleg te ple
gen met de onderzoekers over de re
sultaten.
ER IS HEEL WAT VERANDERD
Bij een groot deel van het publiek
is nog maar weinig bekend over de
moderne methoden van onderzoek
die tegenwoordig worden toegepast.
Bij vele leken hangen nog begrippen
van zo'n vijfentwintig jaar geleden.
Vooral na de laatste wereldoorlog
is er veel veranderd en heeft men
bij het onderzoek ook meer de so
ciologie betrokken. Het gaat er niet
alleen om of iemand intelligent is,
maar ook of hij of zij die intelligen
tie gebruikt.
Daarnaast is men ook tot de con
clusie gekomen, dat iemand eerst
goed in een bepaald beroep past,
wanneer hij of zij er zich geheel in
kan aanpassen.
Het gaat er dus niet meer alleen
om, of iemand er de vaktechnische
capaciteiten voor heeft. Of althans
aanleg heeft om die te leren, neen,
door een uitgebreid onderzoek ook
in andere delen van de menselijke
psyche wordt onderzocht of de be
trokken persoon ook sociaal in dit
beroep zal passen.
Zo kan iemand, die bijvoorbeeld
heel geschikt zou zijn voor machine
bankwerker, althans wat zijn aanleg
voor handvaardigheid betreft, een
afschuw hebben van vuil, stof of
dergelijke. Hierdoor kan hij zich
moeilijk of in het geheel niet aan
passen en zal hij nooit een honderd
procent kracht worden die bevre
diging vindt in zijn werk.
Wordt diezelfde persoon in een
andere omgeving geplaatst, waar hij
wel kan aarden, dan voelt hij zich
daar thuis en zal tevreden kunnen
zijn en daardoor een betere werk
kracht.
SPECIALISTISCHE
WETENSCHAP
De onderzoekingen die door het
team worden verricht zo'n team
bestaat minimaal uit drie personen
worden in een rapport neerge
legd. Maar voordat het zover is, ko
men de proefleiders bijeen in ver
gadering en deponeren daar de re
sultaten van hun onderzoek aange
vuld met eventuele mondelinge ver
klaringen. Aan de hand van die re
sultaten wordt het totaal omvatten
de rapport opgesteld.
Het is duidelijk, dat de onderzoe
kers wetenschappelijke specialisten
moeten zijn. Zij komen bijvoorbeeld
als psycholoog in dienst van de
stichting, maar dan hebben ze nog
drie tot vijf jaar in de praktijk no
dig om zover te komen, dat zij dit
bizonder verantwoordelijke werk
zelfstandig kunnen verrichten.
Ten eerste moeten zij leren te
werken volgens de methode die een
bepaalde stichting bij het onderzoek
volgt. Zelf moeten zij zich psycho
logisch hierbij aanpassen.
Zij moeten hun eigen zwakke pun
ten en fouten leren kennen en corri
geren, want dit zou anders een fun-
neste invloed hebben op de resulta
ten van het onderzoek.
EN KLOPT HET DAN?
Indien het even mogelijk is, volgt
men bij de stichting graag de ver
dere ontwikkeling. Hier kan men
later conclusies uit trekken aan
gaande het toegepaste onderzoek.
Men kan dan controleren of men
juist geoordeeld heeft of dat er fou
ten werden gemaakt en door wie.
De gerenomeerde bureaus voor
beroepskeuze in ons land voeren hun
opdracht met de grootste nauwkeu
righeid uit, dikwijls aan de hand
van jarenlange ervaringen. Zij kun
nen zeer belangrijke richtlijnen
geven voor de verdere ontwikke
ling of beroepskeuze van de onder
zochten en dit is van bizondere
waarde voor de mens en de maat
schappij.
Dat men als katholiek bij de
keuze van deze bureaux naar ka-
tholiekee instituten gaat, is gezien
het bovenstaande wel duidelijk.
In de meeste autobussen, welke
een lijndienst onderhouden, kan
men een opschrift aantreffen van
de volgende inhoud: „Verboden met
de bestuurder te spreken".
Deze bepaling is geenszins in het
leven geroepen om het deze bestuur
der zo ongezellig mogelijk te maken.
Het spreken als zodanig heeft men
dan ook niet willen verbieden. Er
moest n.l. staan: „Verboden te klet
sen of te zwammen".
Van een normaal kort en aardig
praatje wordt zo'n betuurder niet
dol. Van een eenzijdig afgeschroefd
verhaal zonder inhoud echter ieder
een.
Derhalve heeft men gesteld, dat
het SPREKEN in het algemeen uit
den boze dient te zijn.
Wie niet begrijpt waarom men
deze bepaling heeft aangebracht is
op zichzelf al een gevaar op de weg.
Een dergelijk persoon heeft er dus
de flauwste notie niet van wat een
hedendaagse chauffeur alzo aan zijn
hoofd heeft.
Eigenlijk moest deze bepaling voor
elk motorrijtuigbestuurder gelden.
Het afleiden van een bestuurder
heeft nl. onoplettendheid tenge
volge.
En daardoor zijn al heel wat lie
den verongelukt. ONOPLETTEND
HEID is een verdraaid groot gevaar
in het hedendaagse verkeer. Van
de 100 gevallen waarin een bestuur
der „om onbekende oorzaak" tegen
een boom of tegenligger knalt, zijn
er 90 door onoplettendheid ontstaan.
Of dit allemaal te bewijzen valt
is een andere zaak. Meestal is een
plotseling (niet te vinden) overste
kend kind, of een plotseling snij
dende (onbekend en doorgereden)
auto de oorzaak. Althans, dat zegt
men. In feite is het pure onoplet
tendheid, waarbij van een derde
geen sprake.
Van de 10% overigen is een be
paald percentage de dupe van tech
nische gebreken, zodat er maar een
bedroevend beetje overblijft welke
zuiver door de stommiteit van an
der-én (welke wegkomen) ergens te
genaan botsen.
Onoplettendheid kan men in
velerlei vorm aantreffen. Het op
steken van een cigaret kan er één
van zijn. Niet dat we voor elk zo'n
gelegenheid naar een parkeerplaats
moeten. Doch om met 90 tot 10o km
per uur te blijven doorrijden en
waarschijnlijk de mede-inzittenden
van vuur en rookgerei te voorzien
menen wij ook te moeten afraden.
Het zwammen als vorenbedoeld,
waarbij met armen en benen allerlei
gebaren ter verduidelijking dienen,
is ook een vorm van hoe het NIET
moet.
Smoorverliefden plegen gedurende
een autorit, handelingen te verrich
ten welke stilstaande reeds ge
vaarlijk zijn. Er zijn voorbeelden te
over, al dienen we de omkijkers naar
charmante dames beslist niet te ver
geten.
Deze vormen van onoplettendheid
hebben al heel wat bloed doen
vloeien en auto's per kilo doen ver
kopen.
Wie zich in een auto waagt met
de gedachten thuis in een leun- of
ligstoel te liggen, komt vroeg of laat
met de verfrommelde neus thuis.
In het verkeer dient men zich te
concentreren.
Of men nu 1 maand of 40 jaar
achtereen o^de weg zit (men drukt
zich het liefst zó uit) speelt totaal
geen rol.
We zouden bijna zeggen, dat de
geroutineerden nog voorzichtiger
dienen te zijn, omdat de sleur
meestal een uitnodiging tot VAST
STAANDE handelingen wordt, wel
ke vroeger misschien pasten doch
nu voorwaar uit de mode zijn.
Wie met de alure van „wie doet
me wat" met een snelheid van 100
km een voorligger gaat inhalen,
moet vandaag niet raar opkijken als
hij een tegenligger aait die „nog zo
ver af was" doch toevallig 140 reed.
Die tegenligger is waarschijnlijk
vlugger geweest als U met alle i
volgen van dien.
Als men met een gezelschap op
vacantie gaat betekent de rit per
auto voor de bestuurder geenszins
een „uitje".
Hoe groot de lol achterin of naast
hem zal zijn, voor hém mag de aan
dacht, behoudens op een parkeer
plaats als de wagen stilstaat, geen
ogenblik verflauwen.
Wie met een snelheid van 75 km
per uur toert, rijdt, gelet op de he
dendaagse supersonische snelheden
bepaaldelijk niet als een wilde.
Toch legt zijn voertuig dan per
seconde iets meer dan 20 meter af.
Als men in die seconde net doende
is om een banaan te villen of achter
in de auto iets te pakken, kan een
flauwe bocht in de weg U al in de
berm doen belanden.
Staan er toevallig een paar kin
derachtige eiken in die berm, dan
kunt U de banaan waarschijnlijk
van Uw voorhoofd afvegen als U
per ambulance naar het Rode Kruis-
hotel vervoerd wordt.
75 km per uur is niet snel, maar
als U frontaal tegen iets aanknalt
wat niets meegeeft, een eigenschap
waar dikke eiken om bekend staan,
dan bent U en Uw voertuig „totaal
los".
Zodra dat met Uw auto het ge
val is, valt er nog wel iets te maken.
Als het met U of een van Uw
mede-inzittenden plaats vindt kan
alleen de begrafenisonderneming
voor coulante bediening zorg dragen.
„Verboden met de bestuurder te
spreken".
We willen het niet zover drijven.
Onder bepaalde omstandigheden zou
het echter raadzaam zijn dit gebod
op te volgen.
Voor al voor hen die zo graag de
bestuurder vertellen „Hoe hij het
moet doen en hoe hy dat gedaan zou
hebben.
„Alles hangt af van de eerste in
druk die mijn familie van je krijgt",
zei het meisje dromerig. „Als mijn
moeder het goed vindt, zijn we al
half klaar".
De minnende jonkman aan haar
zijde knikte instemmend. „Maak je
geen zorgen", zei hij fier, „dat knap
ik wel even op. Ik zal daar een ver-
jaarsfeestje geven zoals ze nog nooit
hebben gezien".
Dat is het inderdaad geworden.
Het was de eerste keer, dat de jon
geman kennis zou gaan maken met
zijn schoonfamilie. Zijn verjaardag
leek dagr een goede aanleiding toe.
Hij zou de familie wel eens tracte-
ren, had hij gezegd. Hij zou voor de
dag komen zoals ze nog nooit had
den gedroomd. Een soort Blitzkrieg
zou hij voeren. In één slag zou hij
alle harten winnen. „Leen mij je
bromfiets even", vroeg hij, „want er
valt nog heel wat te organiseren".
Het resultaat van deze organisatie
bleek de volgende ochtend, toen voor
dag en dauw een bloemist bij de a.s.
schoonmoeder een reusachtige bos
bloemen kwam brengen. Daarna
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLAATSING ZORGT
bleef het de hele dag druk. Banket
bakkers kwamen en gingen met
koek en ijs en gebak. Slijters brach
ten flessen vol geestrijke dranken en
kratjes bier. Niets was er vergeten,
van de zoute pinda's af tot de dure
sigaren toe.
„Zo had je nou .eigenlijk niet uit
moeten pakken", sprak de a.s.
schoonvader ontroerd toen die
avond zijn jarige schoonzoon in spé
voor hem stond. Maar deze wim
pelde die opmerking losjes af. 't
„Maakt niets uit", zei hij, „het geld
moet toch rollen".
Het werd een feest dat nog lange
jaren in de familie-historie zal blij
ven geboekstaafd als Het Feest.
Vrienden en verwanten werden
vorstelijk onthaald, en van de kliek
jes alleen zou men naderhand nog
twee normale feesten kunnen vie
ren.
„Ik wist niet dat je zoveel geld
had", zei zij naderhand trots.
„Eerlijk gezegd: ik ook niet", ant
woordde hij.
Haar achterdocht werd gewekt
toen zij enkele dagen later bij de
kapper kwam. Daar stond haar
bloedeigen brommer voor de deur,
keurig opgepoetst en glanzend als
nieuw, maar met de penning van
de rijwielbewaarplaats nog aan het
zadel.
„Hoe komt u aan die bromfiets?"
vroeg ze aan de dame die net onder
de droogkap zat. „Dat is de mijne!"
„Kom, meisje", suste de dame
minzaam, „dan vergis je je toch wel
hoor. Mijn man heeft die plof en
kele dagen geleden pas voor me ge
kocht. 't Is wel een tweede-hands je,
maar hij is nog goed hoor. Hij heeft
er tweehonderd gulden voor be
taald".
Plotseling werd het haar duidelijk
waar het geld voor dat legenda
rische feest vandaan was gekomen.
Zij rende naar de politie. De politie
spoedde zich naar de nieuwbakken
verloofde. Die verdween met spoed
in het huis van bewaring. Zeven
weken heeft hij daar gezeten, en nu
moest hij voor de rechtbank komen.
,,'t Was toch ook haar belang, dat
ik goed voor de dag kwam", vond
hij.
De officier dacht daar anders over.
Dertien weken met aftrek, waarvan
zes voorwaardelijk vroeg hij. Dat
heeft de royale minnaar gekregen
ook. Bovendien bepaalde de recht
bank zijn voorwaardelijke ter be
schikking stelling: als hij weer zulke
rare dingen doet, wordt hij in een
inrichting geplaatst.
van 10 augustus. 1935
Donderdag 15 aug. tot en met
18 aug. worden in het dekenaat
Venray missie-dagen gehouden, be
staande uit kerkelijke plechtigheden,
tentoonstelling in het Patronaat en
sportwedstrijden.
Bij de donderdag gehouden
controle op de nieuwe rijwielplaat
jes werden 19 personen bekeurd.
Woensdag cirkelde geruime
tijd een geweldige mierenzwerm bij
het kerktorenspits alhier. Deze was
zeer ver te zien, zodat men op enige
afstand meende, dat er rook uit de
toren opsteeg, daar de zwerm van
verre op een rookwolk geleek.
dat studenten bij Loch Ness de
wacht houden. Zij zoeken naar
kleine monstertjes. Een boer heeft
namelijk een paling van 3.60 m
gevangen. Zijn er daar zulke grote
palingen of zijn het kindertjes van
het befaamde monster?
dat de P.T.T. van Leyton het ge
meentebestuur verzocht heeft nu
eindelijk eens op te houden met
het verwerken van het woord
„forest" (woud of bos), In Leyton
hebben ze nu al: The Forest, Fo
rest Court, Forest Drive East, Fo
rest Drive West, Forest Glade, Fo
rest, Road, Forest View en Forest
Avennue. Een beetje moeilijk, in
derdaad.
dat de attente stedelijke autoritei
ten van een Britse kustplaats wel
weten, wat de marine toekomt. In
't programma ter gelegenheid van
het bezoek van een harer ma-
jesteits torpedojagers werd het
punt „cello-concei"t" vervangen
door „bezoek aan de plaatselijke
brouwerij". Niet dat de Jannen
cello-concerten zo verafschuwen
maar.
dat grafzex%kenbouwer Franz Ohne-
wald veel, moeite heeft gehad om
te bewijzen, dat hij niet begraven
ligt op het Franse oorlogskerkhof
te Dagneux, afdeling 2, rij 4 graf
99. Uiteindelijk heeft hij de auto
riteiten toch kunnen overtuigen.
Men vraagt zich af wie dan wel
in afdeling 2, rij 4 en graf 99 ligt.
dat na de huwelijksplechtigheid van
legerchauffeur Neville Clarke,
sergant major Cyril Lawrence op
hem afstapte en zei: Proficiat met
je huwelijk, maar je bent de klos.
Clarke had namelijk zonder toe
stemming de benen genomen om
te trouwen en de-- wittebroods
weken te vieren. In plaats van met
zijn bruidje ging hij met de ma
joor de wittebroodsweken tege
moet.
dat Tom Johnson uit Aberdeen in
Schotland traint voor de wereld
titel bierdrinken. Hij oefent zich
op het drinken van zestig glazen
per dag. Hij traint zeer serieus
deze 215 ponder. In '55 werd hij
verslagen door een rondbuikige
Beier. „Afschuwelijk, na 51 glazen
kon ik niet meer", zei Tom, „dat
moet in augustus a.s. anders gaan".
dat liefde zich door niets laat weer
houden. Dat bleek in Arnhem,
waar een op kamers wonend meis
je bezoek ontving van een jonge
man. Het pension echter kent re
gels en de pensionhouder kondig
de het einde van het bezoekuur
aan. De-jongeman voelde nog niets
voor een afscheid. De „baas" pakte
hem toen op en zette hem buiten.
De deur ging op slot. Het meisje
liep toen naar boven en sprong uit
het raam. Met een gebroken en
kel werd £ij naar het ziekenhuis
gebracht. Ook daar zijn vastgestel
de bezoekuren.
dat de meest exclusieve bar in Ge-
nève niet een plaats is waar het
gaat om de drank, maar om ta
bak. De bar wordt alleen bezocht
door pijprokers. De bar is dan ook
uitsluitend voor heren. Even dreig
de het mis te lopen, toen een dame
de bar binnenstapte om een pijpke
te smoren. Onder leiding van de
rookkeeper werd het conflict snel
bijgelegd. Er werd de vredespijp
gerookt.
dat er al jaren lang rendieren over
liepen van Noorwegen naar Fin
land en omgekeerd. Daar wilde
men iets aan doen. De meest voor
de hand liggende oplossing heeft
men dan ook uitgevoerd. Langs de
Fins-Noorse grens is een heining
aangelegd van 530 kilometer. Er is
zeven jaar aan gewerkt.
dat in de afgelopen jaren een mil
joen mark is gespendeerd aan de
restauratie van de toren van de
oudste kerk van Lüneburg. De
kerk stamde uit 1418. Maandag
sloeg de bliksem in de toren. Vijf
uur nadat de brand was uitge
broken werd deze pas ontdekt. Er
hoeft over restaureren niet meer
te worden gedacht.
Onze tegenwoordige „algemene
ouderdomsverzekering" de meer be
kende, „a.o.w." regelt het recht op
een waardevast, door het rijk ge
garandeerd ouderdomspensioen op
65-jarige leeftijd.
Voor het echter zover was, is er
heel wat aan vooraf gegaan.
Reeds in het jaar 1889 werd de
eerste stap gezet om tot een wette
lijke ouderdomsverzekering te ko
men. In dat jaar werd er namelijk
een wetsvoorstel gedaan om een
staatscommissie te benoemen, welke
o.m. als opdracht had gegevens te
verzamelen voor de kennis van de
maatschappelijke toestanden der ar
beiders en de verhoudingen tussen
werkgevers en werknemers in de
verschillende bedrijven. Een tweede
commissie werd in het leven geroe
pen om verslag uit te brengen van
de werkzaamheden van haar voor
gangster en zo daartoe aanleiding
zou bestaan, nadere voorstellen te
doen.
In 1894 bracht deze commissie
verslag uit en zij gaf de regering
daarbij in overweging een wettelijke
regeling tot stand te brengen van
een verplichte verzekering van
werklieden de invaliditeit en ouder
dom, met geldelijke bijdragen van
de werkgevers, de werklieden en de
staat zelf.
NIET IN BEHANDELING
Het duurde nog tot 1905 alvorens
het éérste voorstel werd ingediend.
Kabinetswisseling was de oorzaak
dat het niet in behandeling kwam.
Hetzelfde lot was beschoren aan een