Gespannen beton...
gespannen zenuwen.
Uf ik en hei
verkeer...
de politierechter
De Paardenfokkerij
Tips voor de zomer-vakantie
De vyzel kreunde achter de sta
len plaat en trok de staaldraad in
de 30 meter lange trekbank tril
lend strak. Rustig kalm aan hun
sigaretje trekkend draaiden de
mannen van Nelissen' Betonindus-
trie de vijzel hoger en hoger, tot
de draden kreunden in de ijzeren
mallen. Dan kwamen de beton-
wagens vol beton en storten hun
inhoud in de mallen keer op keer.
Met hoog-frequente trilmachines
werd de beton aangestampt, dat 't
leek of hij kookte, zo spetterde en
pruttelde het in de mallen. De zo-
veeste kolos van een balk van
voorgespannen beton werd gereed
gemaakt.
Elders op het terrein dat daar aan
de Stationsweg steeds maar groter
wordt, waren ingenieurs bezig met
het beproeven van gereed gekomen
balken, die ver over hun gewicht
belast werden. Van hun gezichten
bleek niet af te lezen of ze tevreden
waren of niet. Wel keken ze gespan
nen naar de fijne meters, die links
en rechts aan en onder de balken
waren geplaatst en die op een hon
derdste milimeter nauwkeurig de
trekvastheid van de beton contro
leerden.
En naast ons probeerde een mijn
heer ons nu eens precies te ver
tellen hoe dat nu in elkaar zat met
die voorgespannen beton.
Leek en ontechnisch als we zijn,
hebben we alleen onthouden, dat
voorgespannen beton heel ywat min
der ruimte vraagt en toch heel wat
steviger is en meer kan dragen. En
dat een en ander veel vakkennis
en goed materiaal vraagt.
We hebben alleen onthouden, dat
alleen al voor de bouw van een fa
briek in Tilburg door Nelissen' Be-
tonindustrie 267 balken klaar ge
maakt worden ,die per stuk bijna
14,5 meter lang zijn en zo om en de
bij 4,5 ton wegen. Afgezien dan nog
van tientallen andere bakbeesten,
waar ook nog de nodige tonnen be
ton in gaan en waar men eveneens
volop aan bezig is.
BETON-INDU STRIE
Wat ons wel duidelijk werd, was
dat deze beton-industrie, die be
gonnen is met wat sierbeton te
maken, zoals men dat noemt, in
tussen is uitgegroeid tot een groot
bedrijf, dat er in zijn branche zijn
mag. Als men heel nuchter op
hoort merken, dat twee nieuwe
trekbanken, die daar ergens op
dat grote terrein staan voor meer
dan één miljoen per jaar kunnen
en moeten produceren, dan knip
pert men even met de ogen. Want
dat is slechts een van de vele fa
cetten van deze beton-industrie.
Er zijn nog tientallen anderen, zij
het misschien kleinere.
Ook hier dus weer gestage groei,
die andere Venrayse bedrijven ge
lukkig de laatste jaren kenmerkt.
Maar ook hier de klacht, dat het
feitelijk te kalm nog gaat. Het moet
vlotter....; t
BOEMELTJE OF SNELTREIN
Wie geen vreemdeling in Jerusa
lem is, ziet met eigen ogen de steeds
maar groter wordende uitbreidingen
van onze Venrayse industriën. Nieu
we hallen, grotere fabrieken, uit
breidingen hier, uitbreidingen daar,
er schijnt een steeds maar grotere
sneeuwbal aan het rollen te zijn.
Gelukkig, want dat betekent niet
alleen een ^bl industrie-terrein en
fraaie fabrieken, maar betekent
vooral werk en welvaart voor ar
beiders, middenstanders, voor ieder
een
Maar dit alles komt zo maar niet
vanzelf. Integendeel, die achter de
schermen kan kijken bij onze indus
triën, doet merkwaardige ontdek
king. Een daarvan is het grote ge
brek aan leiding-gevend personeel.
Het is logisch, dat Venray, dat wat
zijn industrialisatie betreft, pas in
zijn kinderschoenen loopt, de vraag
van bedrijven naar hoger en lei
dinggevend personeel niet kan be
antwoorden. We hebben daar dood
eenvoudig thans de mensen nog niet
voor. En dat zal ook nog wel even
duren ook
Dit houdt in, dat men mensen
van buiten-af aan moet trekken.
Mensen, die men met veel goede
woorden en andere dingen wel
naar Venray kan krijgen, mits er'n
woning beschikbaar is Maar
die woning is er dikwijls niet.
Dit houdt dan in, dat men ge
remd wordt. Geremd in het ge
wone routine werk, geremd ook in
nieuwe projecten die men op sta
pel wil zetten.
De gemeenten krijgen per jaar een
rantsoen woningen toegewezen. Wo
ningen, die dan verdeeld worden
over de mensen, die als wonigzoe-
kenden staan ingeschreven.
Ook de industrie geeft haar alge
mene behoeften aan, voor zover zij
die op een bepaald moment kan
peilen. Doch deze peiling kan niet
altijd zuiver zijn. Als een bepaalde
fabriek op een bepaald moment voor
het een of ander nieuw project kan
sen ziet vakmensen van elders aan
te trekken, dan is het best mogelijk,
dat die niet op dat „peil-lijstje"
staan, want men had b.v. niet ver
wacht, dit project te kunnen verwe
zenlijken, omdat er geen mensen be
schikbaar waren. Nu blijkt dat wel
het geval, maar nu is het lijstje al
afgewerkt en de fabriek in kwestie
staat dus al buiten.
De gemeente zal over het alge
meen haar woningen verdelen
volgens sociaal-maatschappelüke
regelen. Daar is een inwoningsge-
val, waar twee families bij elkaar
wonen, beiden met kinderen. Deze
samenwoning is in de loop der
jaren een onhoudbare toestand ge
wórden. Feitelijk logisch, dat deze
mensen een woning toegewezen
krijgen en zeker eerder dan b.v.
een pas getrouwd stel. Of iemand
die nog trouwen moet.
Maar als dat pas getrouwde stel
nu voor de een of andere fabriek
van groot, heel groot belang is,
omdat de man b.v. een speciale
vakman is, waarvan veel af hangt
voor die fabriek en de spullen, die
men er maakt, dan kijkt deze in
dustrie naar de bedrijfs-econo
mische factoren, die gediend zijn
met een woningtoewijzing aan dit
jonge gezin en dan zit het al ver
keerd.
Uit gesprekken met leiders van de
Venrayse industrie blijkt wel, dat
die woning-toewijzingsgeschiedenis
niet bepaald ten hare voordele
werkt en gewerkt heeft.
Men wijst er op dat 8 industriën
het vorig jaar zegge en schrijve: 6
woningen toegewezen hebben ge
kregen waarvan men er nog twee
aan het bouwen is. En al heeft men
alle begrip voor de moeilijkheden,
waarmede een gemeente tobt bij
haar woningtoewijzing, van de an
dere kant is toch ook industrialisa
tie voor Venray een levensbelang.
Als deze industrialisatie gehin
derd wordt door te kleine woning
toewijzing, of omdat men niet die
mensen aan kan trekken, die men
hebben wil, omdat er geen wonin
gen zijn, dan loopt het fout. Men zal
dus moeten kiezen
Het feit, dat er steeds grotere
klachten komen van de kant van de
industrie toont aan dat men wat dit
betreft niet tevreden is. Dat wordt
alleen nog maar erger naarmate er
nieuwe fabrieken of grote uitbrei
dingen bij komen.
Een oplossing weten we op dit
moment beslist niet, weet trouwens
ook de industrie niet, al zoekt men
ook van die kant hier ernstig naar.
Maar het is wel eens goed, dat we
zo allen tesamen ook met dit
vraagstuk eens .even worden gecon
fronteerd, omdat het van groot be
lang is, mede voor Venrays toe
komst
LANl). EN TUINBOUWSCHOLEN
OTTERSUM, WELL EN VENRAY
REIKTEN DIPLOMA'S UIT
In Well werden de diploma's uit
gereikt voor de lagere land- en tuin
bouwscholen van Venray Well en
Ottersum. Eerst werden de gasten
waaronder de Rijksinspecteur, de
heer de Ponti en de Bux'gemeester
van Bergen, welkom geheten
Nadat vervolgens door de drie di
recteuren een kort verslag van het
verloop der Examenklassen was ge
geven, was het woord aan de rijks
inspecteur.
De inspecteur wees op de beteke-
kenis van 't land- en tuibouwonder-
wijs en vooral op de belangrijke uit
breiding, die dit onderwijs de laatste
jaren ondergaan had. Waren aan de
die scholen van Noord-Limburg tot
voor enkele jaren nog slechts vier
leerkrachten in totaal, thans kan
men spreken van 'n staf van leraren.
AANDACHT VOOR TUINBOUW
Speciaal vroeg spreker de aan
dacht voor de jongste spruit van dit
onderwijs nl. de afdeling tuinbouw.
Leek dit enkele jaren geleden nog 'n
utopie, thans is dit een feit gewor
den. Dit aldus spr. danken we
aan de vooruitstrevendheid van de
vereniging voor landbouwonderwijs,
die blijk geeft van een nooit afla
tende activiteit.
Spreker deed een dringend beroep
op de aanwezigen, ook dit onderwijs
ten volle te steunen.
Daar o.a. de pluimvee- en var
kenshouderij op de gemengde be
drijven de laatste tijd op de helling
dreigen te geraken, biedt de tuin
bouw in de toekomst nog vele mo
gelijkheden.
DIPLOMA WON AAN
BETEKENIS
Vervolgens was het de heer M. de
Ponti, die, evenals de voorgaande
spr., leerlingen en ouders feliciteer
de met het behaalde succes en dank
bracht aan de leraren. Door de nieu
we vorm van examen afleggen, is de
waarde en betekenis van het diplo
ma met sprongen omhoog gegaan.
Aanhakende aan de woorden van
de inspecteur, wat betreft de invoe
ring van het tuinbou wonder wijs op
de landbouwscholen, was inleider
van mening, dat dit onderwijs zeker
niet achter staat bij dat aan de zui
vere tuinbouwscholen, Dit was hem
o.a. gebleken bij de laatst gehouden
examens. Wel wilde hij de aandacht
vragen voor het daarna volgen van
het onderwijs aan een middelbare
tuinbouwschool.
Nadat de leerlingen van Venray,
die o.l.v. de heer A. Urselmann, de
bijeenkomst vocaal en instrumentaal
opluisterden, weer een zangnummer
ten beste hadden gegeven, was het
woord aan kapelaan Schreurs uit
Well, die de bevoegde instanties
suggereerde indien mogelijk, het on
derwijs in de licharhelijke oefening
uit te breiden. Ook wilde hij spe
ciale aandacht vragen voor het cul
turele programma.
Vervolgens bracht een der ouders
en een leerling 't onderwijzend per
soneel dank voor de gegeven lessen
en voor de toewijding waarmee deze
waren gegeven.
Tenslotte werd overgegaan tot de
uitreiking van de diploma's, waarbij
aan' drie leerlingen van elke klas,
die het hoogste aantal punten had
den behaald tevens een prijs uitge-
uitgereikt werd.
De lijst van geslaagden publiceer
den wij vorige week.
De „gezellige" schoonmaak- en
poets-woede-tijd is aan de gang. In
volle hevigheid gooien fanatieke
huismoeders overtollige spullen de
deur uit om ze voor nieuwe te ver
vangen.
De vuilnisbakkensnuffelaars doen
goede zaken, want er wordt nog al
eens iets aan de dijk gezet, waarover
de partijen het thuis niet altijd eens
zijn. Vaders en volwassen kin
deren worden er op uit gestuurd om
het nieuw aangekochte karpet op te
halen, terwijl men elders wielrijders
of brommers hele rollen zeil ziet
meezeulen.
Over dit vervoer en de wijze
waarop, menen wij enige aanteke
ningen te moeten maken, aangezien
dit bedrijf veelvuldig in strijd is met
de verkeersvoorschriften.
Op de eerste plaats menen wij te
kunnen stellen, dat én een wielrijder
én een bromfietser bepaaldelijk niet
happy op zijn voertuig rijdt indien
hij daarbij ook nog zo'n buitenge
wone onhandige lading moet torsen.
Vooral brommers met Drees-trek-
kende bestuurders zijn blij als ze
rem en gas-handle in overeenstem
ming weten te gebruiken.
En toch, waai'de lezers, pi'esteren
deze lieden het om naast de moeite,
welke zij hebben om zelf ongeschon
den door het verkeer te komen, zich
met allex-lei rare foutieve transpor
ten te belasten, welke eerstens in
strijd zijn met de wet doch bovendien
hun virtuositeit nadelig beïnvloeden.
En deze boosdoeners vormen dan in
deze tijd het kwaad in^de tweewie
lige sector.
Over de lengte van de te vervoe
ren voorwerpen per rijwiel of brom
mer is wettelijk niets bepaald. Wel
is omschreven, dat de lading niet
breder dan 75 cm mag zijn. Dat dit
beslist niet te gering is voor onze
vier tegels brede rijwielpaden zal
geen nader betoog hoeven.
Kortom is het dus zo, dat het ver
boden is enig voorwerp dat breder
is dan 75 cm per rijwiel of brommer
te vervoeren. Aangezien rollen zeil
en karpetten meestal deze afmeting
overschrijden, is het dienstig te we
ten dat vervoer hiervan in de
breedte verboden is en dat zo'n
transport in de lengte een zekere
garantie van de vaax'digheid van de
bestuurder eist.
Het vervoer van kinderen van en
naar school met rijwielen en brom
mers is soms al even beroerd. Er
zijn Ma's die ten gerieve van de
buurt een particulier kinderver-voer
exploiteren. Twee en soms drie
peuters worden op een rijwiel
bagagedrager gepropt, waarna Ma
start.
Aan de effenheid en de te volgen
weg en de tegenwoordigheid van
geest der peuters om zich in doods
nood vast te houden is het slechts te
danken, dat zo'n handige moeder
met hetzelfde aantal kinderen aan
de school komt als waarmede zij
thuis vertrok.
Op zo'n rijwiel ontbreekt meestal
alle comfort, zoals: 'n doelmatige en
veilige zitplaats, alsmede voldoende
steun voor handjes en voetjes, het
minste wat men zo'n onnozele peu
ters kan en moet verschaffen.
Nee, waarde lezers, niets van dat
alles is aanwezig. Een rammelende
en heel onzekere bagagedrager is de
zitplaats voor kleuterschoolgaande
kinderen, welke op „vakkundige"
wijze door hun Ma worden getran
sporteerd.
Niet zelden komt het voor, dat Ma
bij de'school aangekomen vuurrood
kleurend van inspanning geen en
kele notie van zwaartekracht heeft.
Als ze op haar eigen vlotte manier
is afgestapt, gebeurt het niet zelden,
dat het voorwiel omhoog klapt met
't gevolg dat Sientje, Mientje en
Petex-ke als aardappelen bij de zus
ter het schooltje inrollen.
Ook voor het vervoex'en van kin
deren per rijwiel en bromfiets be
staan wettelijke normen.
Per rijwiel mag men hoogstens 2
personen meevoeren. Dit moeten
kinderen zijn die niet ouder dan 10
jaar zijn, tex-wijl de bestuurder de
leeftijd van 18 jaar moet hebben. Is
de bestuux-der jonger dan mag hij
slechts een persoon meevoeren. Een
persoon, die nog geen 18 jaar oud is,
mag evenwel geen persoon meevoe
ren die ouder is dan hijzelf. Nu zijn
moeders met dx-ie kinderen meestal
ouder dan 18 jaar. Dit impliceert,
dat zij dus twee, doch geen drie kin
deren mogen meenemen (per rij
wiel). Op zo'n rijwiel moeten even
wel voldoende middelen aanwezig
zijn, welke voldoen aan de eisen als
vorenbedoeld.
Indien men een kind van 14 jaar
of jonger per rijwiel de jongere zus
jes of broertjes naar school laat
brengen, is men eveneens in over
treding: Dat kind mag slechts één
persoon, die jonger is dan hij of zij,
op de vorenomschreven wijze vex*-
voeren.
Voor bromfiets en zijn andere x-e-
gels. Hiermede moogt U slechts één
persoon vervoeren, die eveneens op
een doelmatige zitplaats is gezeten
en zijn qf haar benen aan weers
zijden van het voertuig op voetsteu
nen doet x*usten. Dit geldt dus al
leen voor brommers, welke bepaling
één van de vele vragen heeft doen
opx-ijzen, waarom hiervoor wel en
voor een scooter of motorrijwiel
niet.
„Edelachtbare meneer de rechter",
zei de getuigende scharensliep, ik
mag deze persoon niet beledigen en
daarom zal ik niet zeggen dat 't een
lammeling is. Maar als ik zei wat ik
op m'n hart draag
„U bent anders al gevaarlijk dicht
bij een proces-verbaal wegens be
lediging" zei de rechter. „Heeft deze
verdachte u de woorden „slome dui
kelaar" toegevoegd?"
„Hij heeft me benadeeld in m'n
boterham, maar da's niet strafbaar.
Zoveel sjoge heb ik wel van de ju-
x'isterij. Daarom ben ik maar met
dat „slome duikelaar" naar de poli
tie gelopen. Maar verder kan 't me
niks schelen".
„Dus u voelt zich door die woor
den eigenlijk niet beledigd?"
"Och, beledigdbeledigd
Kan mij 't schelen."
„Dus niet beledigd" constateerde
de rechter. En de griffier haastte
zich dat te noteren.
De verdachte, een bedeesd man
met opvallend nette plooien in zijn
broek vroeg verlof de zaak te mogen
toelichten. Zijn vrouw was aan de
schoonmaak die mox-gen, vertelde
hij. Dientengevolge was ze nogal
prikkelbaar. Toen de scharenslijper
aan de bel had getrokken had hij
maar gezegd, dat z'n vrouw niet
thuis was. Maar de scharenslijper
had mevrouw gezien toen ze met 'n
rood hoofd de stofdoek buiten het
raam heen en weer zwaaide.
Uit wraak om dat leugentje had
hij toen om het kwartier aan de bel
getx-okken wel anderhalf uur lang.
In opdracht van zijn vrouw ging
verdachte een eind maken aan dat
gebel. Tijdens de woordenwisseling
die daarbij ontstond had hij dat le
lijke woord gezegd.
„Hoe kwam u toch aan „slome
duikelaar?" vroeg.de officier-, „ik
vind dat de man nog wel aardig ac
tief was met zijn gebel.'
„Och, ik had dat woord in m'n
hoofd zitten want ik zat op de trap
zo'n beetje in de encyclopedie te
bladeren.
Juist, dat wilde ik nog zeggen"
haastig haalde hij een papiertje uit
zijn zak „Slome Duikelaar" is afge
leid van de jiddische schrijver
Abraham Joseph Swalff, die in
Amsterdam op de markt stond.
Ben ik nu wel strafbaar wegens
belediging als ik toch een wex-kelijk
bes'taande naam heb gebruikt, de
bijnaam van iemand die echt ge
leefd heeft!
Dat is toch heel iets anders dan
bijvoorbeeld het woord lammeling,
dat deze meneer hier net gebruikte.
Dat is een echt scheldwoord, maar
„slome duikelaar" toch eigenlijk
niet".
Die vlieger ging niet op. „U ziet
er niet naar uit, maar als ik Iwan
de verschrikkelijke tegen u zei, dan
zou dat toch ook geen compliment
wezen", meende de officier.
„Meneer de verdachte heeft hele
maal geen verstand van de juriste-
x-ij", snoefde de scharensliep, „an
ders had-ie wel ontkend. Als t-ie
ontkend had, dan hadden jullie 'm
niks kunnen maken, want d'r waren
geen andere getuigen bij dan mijn
persoon, en de wet moet er twee
hebben. Als hij ontkend had, dan
bleef ik alleen over en da's nie ge
noeg voor een straf".
„Als een fatsoenlijk mens een fout
maakt, dan erkent hij dat" wees de
rechter hem terecht.
„Ja, en daarom hangt-ie nou, daar
kunnen geen duizend advocaten wat
an doen. Zo veel versjager heb ik
nog wel van de juristex-ij."
Maar het wex-d vrijspraak. Omdat
de getuige duidelijk te kennen had
gegeven dat hij zich niet beledigd
voelde. „Klassejustitie, anders niks",
liefst had ik een zo klein mogelijke
boete", zei de verdachte.
„Ach man ga toch naar huis. Ze
hebben je d'r al lang uitgelinkt,
pmateur!" mopperde de teleurge
stelde getuige.
DE OPFOK VAN HET MOEDER
LOOS VEULEN
De oorzaak, dat een pasgeboren
veulen de moedexiijke zox-gen moet
missen kan o.a. gelegen zijn in het
feit dat:
a. de moeder het veulen verstoot;
b. de moeder geen of onvoldoende
melkafscheiding heeft;
c. de moeder is gestorven,
aldus de heer L.W. Biesheuvel,
rijksconsulent voor de paardenfok
kerij onlangs voor de microfoon.
Het verstoten of niet aannemen
van het veulen komt nog wel eens
voor wanneer de geboorte plaats
heeft zonder menselijke hulp en de
merrie gestald is in de paardenstal
tussen andere paarden in.
Doordat de merrie is vastgebon
den aan de krib kan zij niet bij haar
kind komen en als het kind dan bij
de eerste pogingen om „de benen
onder het lijf te krijgen" van de
moeder verwijderd raakt en ver
dwaald tussen de andere paarden
terecht komt, kan dit aanleiding
„van niet meer aannemen" worden.
De merrie is dan niet in de gele
genheid haar pasgeboren kind
schoon te likken en daardoor de x-euk
van haar kind in haar moederlijk
instinct op te nemen. De andere
stalgenoten geven veelal blijk de
grootste interesse en zox-g voor de
nieuw geborene te hebben, maar
missen de mogelijkheid het veulen
te kunnen voeden.
Om het euvel van „verstoten" te
voorkomen is het derhalve van het
grootste belang, de hoogdrachtige
merrie vroegtijdig in een goed ge
sloten box te plaatsen, waar zij goed
verzorgd de geboorte van haar kind
rustig kan afwachten.
Merriën, die hun veulen verstoten,
dienen gedwongen te worden hun
veulen te laten zuigen. Zonodig door
het opzetten van een neuspraam en
het opnemen van een voox-been.
Tn geval het veulen de eerste da
gen te zwak of niet doortastend ge
noeg is om te zuigen, is het nood
zakelijk om de merrie te melken en
de gewonnen biest per fles met
speen aan het veulen te verstrekken.
In geval de merrie ook kwaadaar
dig is op 't veulen, dienen ter voor
koming van letsel van de jonggebo
rene, moeder en kind in aparte
boxen te worden gedaan maar wel
zodanig, dat zij elkaar goed kunnen
zien en horen.
Een tienmaal per 24 uur laten
drinken (ook in de nacht een paar
maal) is nodig.
Als moeder en kind op deze wijze
een paar weken aan elkaar zijn ge
wend kan het laten zuigen van het
veulen bij een andere veulen-merrie,
als dat voor de moeder van het veu
len aanschouwelijk plaats heeft, wel
zodanige jaloex-sheid opwekken, dat
het veulen in het vervolg met alle
moederliefde wordt omringd.
In geval de moeder onvoldoende
of geen melkafscheiding heeft, dient
de dierenarts te worden geraad
pleegd. Hormooninspuitingen kun
nen dan mogelijk nog resultaat op
leveren. Bij te geringe melkafschei
ding dient het veulen te worden bij-
gevoederd. Gegevens daarover zijn
weergegeven in onderstaande voe
derrantsoenen.
In geval er in het geheel geen
melkafscheiding plaats heeft of de,
merrie is gestorven, dient allereerst
te worden getracht een pleegmoeder
te vinden.
Hiervoor komen in aanmerking
merriën, waarvan het veulen bij de
geboorte of kort daarna is gestor
ven dan wel een merrie, waarvan
het veulen al enkele maanden oud
is en met bijvoeding zich verder
wel zonder moedermelk kan ont
wikkelen.
Voor het verkrijgen van inlich
tingen over het beschikbaar zijn van
een pleegmoeder, dan wel opgave
van moederloze veulens, kan men
zich dag en nacht wenden tot de
Sex*vice Telefoon Centrale te 's-Gra-
venhage onder no. 070-32.29.28.
Inmiddels dient alle zorg te wor
den besteed aan het jonggeboren
veulen en in afwachting van het
verkrijgen van een pleegmoeder
dient men over te gaan tot de kunst
matige opfok.
De uiterste reinheid van het melk-
gereedschap moet in acht genomen
worden. Het eiwit in paardemelk
bevat veel meer albumine dan koe
melk. Daarom is het gewenst in het
meelvoeder, dat naast melkmengsel
gegeven wordt, ook dierlijk eiwit op
te nemen. Men gebx-uikt als meel
voeder vrij algemeen het kuikenop-
fokvoeder I. Daarmede worden zeer
goede resultaten bereikt.
Reeds op een leeftijd van 4-7 da
gen leert men het veulen iets meel
te eten, b.v. door na het drinken iets
op de bodem van de emmer te depo
neren of door iets op de vingers te
nemen en het veulen daarop te laten
zuigen. Vervolgens gtelt men het
meelvoeder droog en onbeperkt in
een bakje ter beschikking. Het veu
len mag tot zich nemen zoveel het
verkiest.
Natuurlijk moet het diertje ook
drinkwater kunnen opnemen als het
dat nodig heeft. Reeds spoedig leex-t
het veulen ook hooi eten. Goede
kwaliteit hooi, dat weinig gebroeid
heeft, moet doorlopend aanwezig
zijn.
De eerste twee dagen na de ge
boorte moet het diertje in een war
me omgeving gehuisvest zijn, gelei
delijk mag de omgevingstempera
tuur wat lager zijn. Eventueel kan
men gebruik maken van eendroog-
straallamp, welke men geleidelijk
hoger hangt. Bij zwakgeboren exem
plaren is op een leeftijd van 2 a 3
dagen een vitaminenstoot met een
AD3-preparaat op zijn plaats. Ook
kan men de dierenarts vragen het
diertje de eerste dag met sera en
vitaminpreparaat in te spuiten.
Doen zich naderhand reachitische
verschijnselen voor dan raadplege
men eveneens de dierenarts. Het
spreekt vanzelf, dat het veulen de
nodige beweging moet krijgen en bij
gunstig weer in de weide moet ver
toeven. In de stalperiode geeft men
het ook wel een kleine hoeveelheid
rode wortelen en/of bieten.
Voedermiddelen die in slokdarm
en maag sterk kunnen zwellen zoals
droge pulp, mogen niet gegeven
worden. Men trachte wormbesmet
ting te voorkomen, dus men mag het
veulen niet in een stal of weide
brengen waar ook andere veulens of
paax-den vertoeven.
Het reizen naar het buitenland is na de tweede wereldoorlog zó
enorm toegenomen en zó gemakkelijk gemaakt, dat de „upperten'
wellicht binnen enkele jaren weer haar vacantie in eigen land zal
gaan doorbrengen of zich verplicht zal gevoelen naar Hawaii of
een ruimtestation te vliegen. Dit wordt althans wel eens badi
nerend beweerd. Een privilege is het houden van vacantie in het
buitenland inderdaad niet meer.
Toch zal niet iedereen het ver van huis gaan zoeken, ook al wil hjj
ixaar „het buitenland" en dan valt dikwijls de keuze op België,
het Rijn- en Moezelgebied of Luxemburg. In België heeft men
dan nog het voordeel, nagenoeg overal terecht te kunnen met
Nederlands. Dat is gemakkelijk voor hen, die geen vreemde talen
kennen maar toch liever op eigen gelegexxheid op reis gaan dan in
groepsverband. Ook in de Duitse buurtprovincies kan men zich
aardig met Nederlands en „eigen gemaakt" Duits behelpen en zo
lukt het ook wel in Luxemburg, dat vooral tussen de beide we
reldoorlogen honderdduizenden Nederlandse toeristen verwerkt
heeft.
Grensdocumenten leveren ook al
geenmoelïjkheden op. Men kan voor
toeristische doeleinden met een toe-
ristenkaart naar België, Duitsland
en Luxemburg. Kosten ongeveer 1;
geldigheidsduur twee maanden. Ook
een paspoort, dat nog geen vijf jaren
ver-lopen is, voldoet.
De afstanden zijn net zo gx-oot, of
men kan met de fiets het goed
kope vex-voermiddel voor jongelui
maar evengoed voor sportieve oude
ren gemakkelijk overal komen.
Dit heeft vele voordelen behalve
al het besparen van de i-eiskosten
want men is niet gebonden aan gro
te wegen, busroutes of spoorbaan.
Men dringt tot in het hart van de
mooiste plekjes door en men heeft
maar weinig te maken met het „par
keerprobleem", waarmee iedere
automobilist zit opgescheept als hij
een toeristencentx-um binnenkomt.
In de zomer kan men gemakkelijk
de bagage die men nodig heeft mee
nemen, al dijt deze natuurlijk wel
uit als men kampeer- en kookuit-
rusting wil gebruiken.
Wij rijn geen bewonderaars van
de liftmethode en vinden het altijd
nog stukken sportiever, dat jongelui
hun reisgeld zelf verdienen of spa
ren of dat zij fietsen, dan dat zij de
gemakken en risico's van het liften
kiezen.
Index'daad, jonge meisjes kunnen
bijvoor-beeld al liftend leren wat er
in de'wereld te koop is, maar als ze
voor het verkrijgen van die kennis
„betaald" hebben, is Leiden in last.
GEGEVENS
Naar de drie genoemde landen
kan men uiteraard ook met reison
dernemingen, bussen e.d. reizen,
doch zo dicht bij huis zal menigeen
zelf zijn zaken willen regelen. Daar
zit toch ook wel iets aantrekkelijks
in.
Voor België kan men allerhande
gegevens over bepaalde provincies,
steden en dorpen krijgen bij het Bel
gisch Verkeersbureau Leidseplein
5-7, Amsterdam, tel. 020-45959.
Er zijn 90 vouwbladen beschik
baar met allexiei gegevens in kort
bestek. Suggesties voor uitstapjes en
rondritten, inlichtingen over hotels,
badplaatsen, bezienswaardigheden,
kunststeden, de Ardennen enz.
De brochure „Heel België per
spoor" vertelt U alles over gemak
kelijk reizen per spoor. De kampeer
ders doen goed, „Camping 60" te
vragen. Het verschaft inlichtingen
over 250 kampeerterreinen in België,
maar dan ook volledige: over ver
lichting, winkeliers in de buuxi e.d.
incluis. Alle inlichtingen worden
gratis verstrekt, evenals de genoem
de drukwerken.
Wie alles van hotels wil weten,
kan ook daarvoor een gids krijgen.
Aangezien er, vooral in het hoog
seizoen, veel aan gelegen is, dat
men van te voren weet waar men
aan toe is, doet men goed, zich vol
doende ruim te domenteren en tij
dig te bespreken.
België heeft nog wel eens de naam
erg duur te zijn voor ons, Neder
landers, maar dat behoeft niet; Als
men maar een beetje Uitkijkt.
Waar men naar toe moet gaan?
Wie de zee prefereert,, vindt langs
de kust een reeks badplaatsen tot
zijn beschikking, waarbij wij het
heus niet zien als ideaal om in Os-
tende te gaan logeren.
De Ardennen geven volop gele
genheid van prachtig natuurschoon
te genieten, van „bergen" (in het oog
van Nederlander-s), van historische
plekjes, ook uit de jongste historie
(Bastogne of Bastenaken), van on
dergrondse schoonheid in grotten
(Han b.v.) enz.
In de Kempen vindt men gx-ote
dênnenbosseix en heide. Brussel is
iets voor de kunstliefhebber die ook
van vertier houdt, en zo ook Ant
werpen. Kunststeden zijn Gent,
Bmgge e.a. Wie wil niet eens zwer
ven in het land van Guido Gezelle.
Pallieter, de Witte enz.?
Men zal zich er stellig thuisgevoe
len en genieten van het bier-, de
„frieten" en veel andere goede din
gen des levens.
LUXEMBURG
Luxemburg is ook een aantrekke
lijk land voor de toerist. Het bezit
iets liefelijks. Het is een bergland
schap in miniatuur en daardoor voor
velen, die een Alpenlandschap be
klemt, het aangewezen vacantie-
paradijs. Men is er zó, per trein,
met de wagen of per fiets, al zal de
ouder in het geaccidenteerde land
schap nog al eens naast de fiets
moeten lopen.
Reisbux-eaux maken arrangemen
ten voor U, maar het is ook echt een
land om op eigen gelegenheid naar
toe te gaan.
We schx-even het reeds. De Bel
gische Ardennen lopen in de Luxem
burgse over. Wandelwegen zijn er
legio en als men zijn standplaats 'n
beetje handig kiest, al naar gelang
men verlangens heeft, dan behoeft
men ook niet duur uit te zijn.
De hotelletjes en de pensions in
de knusse dorpjes stellen er een eer
in hun gasten goed te verzorgen.
Des avonds is er dan wel geen
vertier en kan men vroeg naar bed,
maar in de prachtige natuur heeft
de morgenstond goud in de mond.
Wie zich inlichtingen over dit land
wil verschaffen: het Luxemburgs
Verkeersbureau, Moreelstraafc 15,
Amsterdam, tel. 020-797267, ver
schaft ze U met plezier. En verder
vele reisbureaux, als U zich daar
liever aan toevertrouwt.
DUITSE RIVIERDALEN
En dan Duitsland „onder de rook
van Nederland". Ook hier liefelijke
natuur, romantische plekjes, ruïnes,
moderne bouwwerken (de kerken v.
Keulen en omgeving, na de oorlog
gebouwd, zijn beroemd), indrukwek
kende oude gebouwen (dom te Keu
len, oude abdijen, eeuwem-oude ker
ken enz de frisse Rijn- en Moezel
wijnen, de „vleespotten" en -schoter
het zijn allemaal dingen, die kortere
of langere uitstapjes, een verblijf op
een standplaats of enkele stand
plaatsen (mits met zorg gekozen), tot
een onvergetelijk vacantitgenoegen
maken.