Gespannen beton... gespannen zenuwen. Uf ik en hei verkeer... de politierechter De Paardenfokkerij Tips voor de zomer-vakantie De vyzel kreunde achter de sta len plaat en trok de staaldraad in de 30 meter lange trekbank tril lend strak. Rustig kalm aan hun sigaretje trekkend draaiden de mannen van Nelissen' Betonindus- trie de vijzel hoger en hoger, tot de draden kreunden in de ijzeren mallen. Dan kwamen de beton- wagens vol beton en storten hun inhoud in de mallen keer op keer. Met hoog-frequente trilmachines werd de beton aangestampt, dat 't leek of hij kookte, zo spetterde en pruttelde het in de mallen. De zo- veeste kolos van een balk van voorgespannen beton werd gereed gemaakt. Elders op het terrein dat daar aan de Stationsweg steeds maar groter wordt, waren ingenieurs bezig met het beproeven van gereed gekomen balken, die ver over hun gewicht belast werden. Van hun gezichten bleek niet af te lezen of ze tevreden waren of niet. Wel keken ze gespan nen naar de fijne meters, die links en rechts aan en onder de balken waren geplaatst en die op een hon derdste milimeter nauwkeurig de trekvastheid van de beton contro leerden. En naast ons probeerde een mijn heer ons nu eens precies te ver tellen hoe dat nu in elkaar zat met die voorgespannen beton. Leek en ontechnisch als we zijn, hebben we alleen onthouden, dat voorgespannen beton heel ywat min der ruimte vraagt en toch heel wat steviger is en meer kan dragen. En dat een en ander veel vakkennis en goed materiaal vraagt. We hebben alleen onthouden, dat alleen al voor de bouw van een fa briek in Tilburg door Nelissen' Be- tonindustrie 267 balken klaar ge maakt worden ,die per stuk bijna 14,5 meter lang zijn en zo om en de bij 4,5 ton wegen. Afgezien dan nog van tientallen andere bakbeesten, waar ook nog de nodige tonnen be ton in gaan en waar men eveneens volop aan bezig is. BETON-INDU STRIE Wat ons wel duidelijk werd, was dat deze beton-industrie, die be gonnen is met wat sierbeton te maken, zoals men dat noemt, in tussen is uitgegroeid tot een groot bedrijf, dat er in zijn branche zijn mag. Als men heel nuchter op hoort merken, dat twee nieuwe trekbanken, die daar ergens op dat grote terrein staan voor meer dan één miljoen per jaar kunnen en moeten produceren, dan knip pert men even met de ogen. Want dat is slechts een van de vele fa cetten van deze beton-industrie. Er zijn nog tientallen anderen, zij het misschien kleinere. Ook hier dus weer gestage groei, die andere Venrayse bedrijven ge lukkig de laatste jaren kenmerkt. Maar ook hier de klacht, dat het feitelijk te kalm nog gaat. Het moet vlotter....; t BOEMELTJE OF SNELTREIN Wie geen vreemdeling in Jerusa lem is, ziet met eigen ogen de steeds maar groter wordende uitbreidingen van onze Venrayse industriën. Nieu we hallen, grotere fabrieken, uit breidingen hier, uitbreidingen daar, er schijnt een steeds maar grotere sneeuwbal aan het rollen te zijn. Gelukkig, want dat betekent niet alleen een ^bl industrie-terrein en fraaie fabrieken, maar betekent vooral werk en welvaart voor ar beiders, middenstanders, voor ieder een Maar dit alles komt zo maar niet vanzelf. Integendeel, die achter de schermen kan kijken bij onze indus triën, doet merkwaardige ontdek king. Een daarvan is het grote ge brek aan leiding-gevend personeel. Het is logisch, dat Venray, dat wat zijn industrialisatie betreft, pas in zijn kinderschoenen loopt, de vraag van bedrijven naar hoger en lei dinggevend personeel niet kan be antwoorden. We hebben daar dood eenvoudig thans de mensen nog niet voor. En dat zal ook nog wel even duren ook Dit houdt in, dat men mensen van buiten-af aan moet trekken. Mensen, die men met veel goede woorden en andere dingen wel naar Venray kan krijgen, mits er'n woning beschikbaar is Maar die woning is er dikwijls niet. Dit houdt dan in, dat men ge remd wordt. Geremd in het ge wone routine werk, geremd ook in nieuwe projecten die men op sta pel wil zetten. De gemeenten krijgen per jaar een rantsoen woningen toegewezen. Wo ningen, die dan verdeeld worden over de mensen, die als wonigzoe- kenden staan ingeschreven. Ook de industrie geeft haar alge mene behoeften aan, voor zover zij die op een bepaald moment kan peilen. Doch deze peiling kan niet altijd zuiver zijn. Als een bepaalde fabriek op een bepaald moment voor het een of ander nieuw project kan sen ziet vakmensen van elders aan te trekken, dan is het best mogelijk, dat die niet op dat „peil-lijstje" staan, want men had b.v. niet ver wacht, dit project te kunnen verwe zenlijken, omdat er geen mensen be schikbaar waren. Nu blijkt dat wel het geval, maar nu is het lijstje al afgewerkt en de fabriek in kwestie staat dus al buiten. De gemeente zal over het alge meen haar woningen verdelen volgens sociaal-maatschappelüke regelen. Daar is een inwoningsge- val, waar twee families bij elkaar wonen, beiden met kinderen. Deze samenwoning is in de loop der jaren een onhoudbare toestand ge wórden. Feitelijk logisch, dat deze mensen een woning toegewezen krijgen en zeker eerder dan b.v. een pas getrouwd stel. Of iemand die nog trouwen moet. Maar als dat pas getrouwde stel nu voor de een of andere fabriek van groot, heel groot belang is, omdat de man b.v. een speciale vakman is, waarvan veel af hangt voor die fabriek en de spullen, die men er maakt, dan kijkt deze in dustrie naar de bedrijfs-econo mische factoren, die gediend zijn met een woningtoewijzing aan dit jonge gezin en dan zit het al ver keerd. Uit gesprekken met leiders van de Venrayse industrie blijkt wel, dat die woning-toewijzingsgeschiedenis niet bepaald ten hare voordele werkt en gewerkt heeft. Men wijst er op dat 8 industriën het vorig jaar zegge en schrijve: 6 woningen toegewezen hebben ge kregen waarvan men er nog twee aan het bouwen is. En al heeft men alle begrip voor de moeilijkheden, waarmede een gemeente tobt bij haar woningtoewijzing, van de an dere kant is toch ook industrialisa tie voor Venray een levensbelang. Als deze industrialisatie gehin derd wordt door te kleine woning toewijzing, of omdat men niet die mensen aan kan trekken, die men hebben wil, omdat er geen wonin gen zijn, dan loopt het fout. Men zal dus moeten kiezen Het feit, dat er steeds grotere klachten komen van de kant van de industrie toont aan dat men wat dit betreft niet tevreden is. Dat wordt alleen nog maar erger naarmate er nieuwe fabrieken of grote uitbrei dingen bij komen. Een oplossing weten we op dit moment beslist niet, weet trouwens ook de industrie niet, al zoekt men ook van die kant hier ernstig naar. Maar het is wel eens goed, dat we zo allen tesamen ook met dit vraagstuk eens .even worden gecon fronteerd, omdat het van groot be lang is, mede voor Venrays toe komst LANl). EN TUINBOUWSCHOLEN OTTERSUM, WELL EN VENRAY REIKTEN DIPLOMA'S UIT In Well werden de diploma's uit gereikt voor de lagere land- en tuin bouwscholen van Venray Well en Ottersum. Eerst werden de gasten waaronder de Rijksinspecteur, de heer de Ponti en de Bux'gemeester van Bergen, welkom geheten Nadat vervolgens door de drie di recteuren een kort verslag van het verloop der Examenklassen was ge geven, was het woord aan de rijks inspecteur. De inspecteur wees op de beteke- kenis van 't land- en tuibouwonder- wijs en vooral op de belangrijke uit breiding, die dit onderwijs de laatste jaren ondergaan had. Waren aan de die scholen van Noord-Limburg tot voor enkele jaren nog slechts vier leerkrachten in totaal, thans kan men spreken van 'n staf van leraren. AANDACHT VOOR TUINBOUW Speciaal vroeg spreker de aan dacht voor de jongste spruit van dit onderwijs nl. de afdeling tuinbouw. Leek dit enkele jaren geleden nog 'n utopie, thans is dit een feit gewor den. Dit aldus spr. danken we aan de vooruitstrevendheid van de vereniging voor landbouwonderwijs, die blijk geeft van een nooit afla tende activiteit. Spreker deed een dringend beroep op de aanwezigen, ook dit onderwijs ten volle te steunen. Daar o.a. de pluimvee- en var kenshouderij op de gemengde be drijven de laatste tijd op de helling dreigen te geraken, biedt de tuin bouw in de toekomst nog vele mo gelijkheden. DIPLOMA WON AAN BETEKENIS Vervolgens was het de heer M. de Ponti, die, evenals de voorgaande spr., leerlingen en ouders feliciteer de met het behaalde succes en dank bracht aan de leraren. Door de nieu we vorm van examen afleggen, is de waarde en betekenis van het diplo ma met sprongen omhoog gegaan. Aanhakende aan de woorden van de inspecteur, wat betreft de invoe ring van het tuinbou wonder wijs op de landbouwscholen, was inleider van mening, dat dit onderwijs zeker niet achter staat bij dat aan de zui vere tuinbouwscholen, Dit was hem o.a. gebleken bij de laatst gehouden examens. Wel wilde hij de aandacht vragen voor het daarna volgen van het onderwijs aan een middelbare tuinbouwschool. Nadat de leerlingen van Venray, die o.l.v. de heer A. Urselmann, de bijeenkomst vocaal en instrumentaal opluisterden, weer een zangnummer ten beste hadden gegeven, was het woord aan kapelaan Schreurs uit Well, die de bevoegde instanties suggereerde indien mogelijk, het on derwijs in de licharhelijke oefening uit te breiden. Ook wilde hij spe ciale aandacht vragen voor het cul turele programma. Vervolgens bracht een der ouders en een leerling 't onderwijzend per soneel dank voor de gegeven lessen en voor de toewijding waarmee deze waren gegeven. Tenslotte werd overgegaan tot de uitreiking van de diploma's, waarbij aan' drie leerlingen van elke klas, die het hoogste aantal punten had den behaald tevens een prijs uitge- uitgereikt werd. De lijst van geslaagden publiceer den wij vorige week. De „gezellige" schoonmaak- en poets-woede-tijd is aan de gang. In volle hevigheid gooien fanatieke huismoeders overtollige spullen de deur uit om ze voor nieuwe te ver vangen. De vuilnisbakkensnuffelaars doen goede zaken, want er wordt nog al eens iets aan de dijk gezet, waarover de partijen het thuis niet altijd eens zijn. Vaders en volwassen kin deren worden er op uit gestuurd om het nieuw aangekochte karpet op te halen, terwijl men elders wielrijders of brommers hele rollen zeil ziet meezeulen. Over dit vervoer en de wijze waarop, menen wij enige aanteke ningen te moeten maken, aangezien dit bedrijf veelvuldig in strijd is met de verkeersvoorschriften. Op de eerste plaats menen wij te kunnen stellen, dat én een wielrijder én een bromfietser bepaaldelijk niet happy op zijn voertuig rijdt indien hij daarbij ook nog zo'n buitenge wone onhandige lading moet torsen. Vooral brommers met Drees-trek- kende bestuurders zijn blij als ze rem en gas-handle in overeenstem ming weten te gebruiken. En toch, waai'de lezers, pi'esteren deze lieden het om naast de moeite, welke zij hebben om zelf ongeschon den door het verkeer te komen, zich met allex-lei rare foutieve transpor ten te belasten, welke eerstens in strijd zijn met de wet doch bovendien hun virtuositeit nadelig beïnvloeden. En deze boosdoeners vormen dan in deze tijd het kwaad in^de tweewie lige sector. Over de lengte van de te vervoe ren voorwerpen per rijwiel of brom mer is wettelijk niets bepaald. Wel is omschreven, dat de lading niet breder dan 75 cm mag zijn. Dat dit beslist niet te gering is voor onze vier tegels brede rijwielpaden zal geen nader betoog hoeven. Kortom is het dus zo, dat het ver boden is enig voorwerp dat breder is dan 75 cm per rijwiel of brommer te vervoeren. Aangezien rollen zeil en karpetten meestal deze afmeting overschrijden, is het dienstig te we ten dat vervoer hiervan in de breedte verboden is en dat zo'n transport in de lengte een zekere garantie van de vaax'digheid van de bestuurder eist. Het vervoer van kinderen van en naar school met rijwielen en brom mers is soms al even beroerd. Er zijn Ma's die ten gerieve van de buurt een particulier kinderver-voer exploiteren. Twee en soms drie peuters worden op een rijwiel bagagedrager gepropt, waarna Ma start. Aan de effenheid en de te volgen weg en de tegenwoordigheid van geest der peuters om zich in doods nood vast te houden is het slechts te danken, dat zo'n handige moeder met hetzelfde aantal kinderen aan de school komt als waarmede zij thuis vertrok. Op zo'n rijwiel ontbreekt meestal alle comfort, zoals: 'n doelmatige en veilige zitplaats, alsmede voldoende steun voor handjes en voetjes, het minste wat men zo'n onnozele peu ters kan en moet verschaffen. Nee, waarde lezers, niets van dat alles is aanwezig. Een rammelende en heel onzekere bagagedrager is de zitplaats voor kleuterschoolgaande kinderen, welke op „vakkundige" wijze door hun Ma worden getran sporteerd. Niet zelden komt het voor, dat Ma bij de'school aangekomen vuurrood kleurend van inspanning geen en kele notie van zwaartekracht heeft. Als ze op haar eigen vlotte manier is afgestapt, gebeurt het niet zelden, dat het voorwiel omhoog klapt met 't gevolg dat Sientje, Mientje en Petex-ke als aardappelen bij de zus ter het schooltje inrollen. Ook voor het vervoex'en van kin deren per rijwiel en bromfiets be staan wettelijke normen. Per rijwiel mag men hoogstens 2 personen meevoeren. Dit moeten kinderen zijn die niet ouder dan 10 jaar zijn, tex-wijl de bestuurder de leeftijd van 18 jaar moet hebben. Is de bestuux-der jonger dan mag hij slechts een persoon meevoeren. Een persoon, die nog geen 18 jaar oud is, mag evenwel geen persoon meevoe ren die ouder is dan hijzelf. Nu zijn moeders met dx-ie kinderen meestal ouder dan 18 jaar. Dit impliceert, dat zij dus twee, doch geen drie kin deren mogen meenemen (per rij wiel). Op zo'n rijwiel moeten even wel voldoende middelen aanwezig zijn, welke voldoen aan de eisen als vorenbedoeld. Indien men een kind van 14 jaar of jonger per rijwiel de jongere zus jes of broertjes naar school laat brengen, is men eveneens in over treding: Dat kind mag slechts één persoon, die jonger is dan hij of zij, op de vorenomschreven wijze vex*- voeren. Voor bromfiets en zijn andere x-e- gels. Hiermede moogt U slechts één persoon vervoeren, die eveneens op een doelmatige zitplaats is gezeten en zijn qf haar benen aan weers zijden van het voertuig op voetsteu nen doet x*usten. Dit geldt dus al leen voor brommers, welke bepaling één van de vele vragen heeft doen opx-ijzen, waarom hiervoor wel en voor een scooter of motorrijwiel niet. „Edelachtbare meneer de rechter", zei de getuigende scharensliep, ik mag deze persoon niet beledigen en daarom zal ik niet zeggen dat 't een lammeling is. Maar als ik zei wat ik op m'n hart draag „U bent anders al gevaarlijk dicht bij een proces-verbaal wegens be lediging" zei de rechter. „Heeft deze verdachte u de woorden „slome dui kelaar" toegevoegd?" „Hij heeft me benadeeld in m'n boterham, maar da's niet strafbaar. Zoveel sjoge heb ik wel van de ju- x'isterij. Daarom ben ik maar met dat „slome duikelaar" naar de poli tie gelopen. Maar verder kan 't me niks schelen". „Dus u voelt zich door die woor den eigenlijk niet beledigd?" "Och, beledigdbeledigd Kan mij 't schelen." „Dus niet beledigd" constateerde de rechter. En de griffier haastte zich dat te noteren. De verdachte, een bedeesd man met opvallend nette plooien in zijn broek vroeg verlof de zaak te mogen toelichten. Zijn vrouw was aan de schoonmaak die mox-gen, vertelde hij. Dientengevolge was ze nogal prikkelbaar. Toen de scharenslijper aan de bel had getrokken had hij maar gezegd, dat z'n vrouw niet thuis was. Maar de scharenslijper had mevrouw gezien toen ze met 'n rood hoofd de stofdoek buiten het raam heen en weer zwaaide. Uit wraak om dat leugentje had hij toen om het kwartier aan de bel getx-okken wel anderhalf uur lang. In opdracht van zijn vrouw ging verdachte een eind maken aan dat gebel. Tijdens de woordenwisseling die daarbij ontstond had hij dat le lijke woord gezegd. „Hoe kwam u toch aan „slome duikelaar?" vroeg.de officier-, „ik vind dat de man nog wel aardig ac tief was met zijn gebel.' „Och, ik had dat woord in m'n hoofd zitten want ik zat op de trap zo'n beetje in de encyclopedie te bladeren. Juist, dat wilde ik nog zeggen" haastig haalde hij een papiertje uit zijn zak „Slome Duikelaar" is afge leid van de jiddische schrijver Abraham Joseph Swalff, die in Amsterdam op de markt stond. Ben ik nu wel strafbaar wegens belediging als ik toch een wex-kelijk bes'taande naam heb gebruikt, de bijnaam van iemand die echt ge leefd heeft! Dat is toch heel iets anders dan bijvoorbeeld het woord lammeling, dat deze meneer hier net gebruikte. Dat is een echt scheldwoord, maar „slome duikelaar" toch eigenlijk niet". Die vlieger ging niet op. „U ziet er niet naar uit, maar als ik Iwan de verschrikkelijke tegen u zei, dan zou dat toch ook geen compliment wezen", meende de officier. „Meneer de verdachte heeft hele maal geen verstand van de juriste- x-ij", snoefde de scharensliep, „an ders had-ie wel ontkend. Als t-ie ontkend had, dan hadden jullie 'm niks kunnen maken, want d'r waren geen andere getuigen bij dan mijn persoon, en de wet moet er twee hebben. Als hij ontkend had, dan bleef ik alleen over en da's nie ge noeg voor een straf". „Als een fatsoenlijk mens een fout maakt, dan erkent hij dat" wees de rechter hem terecht. „Ja, en daarom hangt-ie nou, daar kunnen geen duizend advocaten wat an doen. Zo veel versjager heb ik nog wel van de juristex-ij." Maar het wex-d vrijspraak. Omdat de getuige duidelijk te kennen had gegeven dat hij zich niet beledigd voelde. „Klassejustitie, anders niks", liefst had ik een zo klein mogelijke boete", zei de verdachte. „Ach man ga toch naar huis. Ze hebben je d'r al lang uitgelinkt, pmateur!" mopperde de teleurge stelde getuige. DE OPFOK VAN HET MOEDER LOOS VEULEN De oorzaak, dat een pasgeboren veulen de moedexiijke zox-gen moet missen kan o.a. gelegen zijn in het feit dat: a. de moeder het veulen verstoot; b. de moeder geen of onvoldoende melkafscheiding heeft; c. de moeder is gestorven, aldus de heer L.W. Biesheuvel, rijksconsulent voor de paardenfok kerij onlangs voor de microfoon. Het verstoten of niet aannemen van het veulen komt nog wel eens voor wanneer de geboorte plaats heeft zonder menselijke hulp en de merrie gestald is in de paardenstal tussen andere paarden in. Doordat de merrie is vastgebon den aan de krib kan zij niet bij haar kind komen en als het kind dan bij de eerste pogingen om „de benen onder het lijf te krijgen" van de moeder verwijderd raakt en ver dwaald tussen de andere paarden terecht komt, kan dit aanleiding „van niet meer aannemen" worden. De merrie is dan niet in de gele genheid haar pasgeboren kind schoon te likken en daardoor de x-euk van haar kind in haar moederlijk instinct op te nemen. De andere stalgenoten geven veelal blijk de grootste interesse en zox-g voor de nieuw geborene te hebben, maar missen de mogelijkheid het veulen te kunnen voeden. Om het euvel van „verstoten" te voorkomen is het derhalve van het grootste belang, de hoogdrachtige merrie vroegtijdig in een goed ge sloten box te plaatsen, waar zij goed verzorgd de geboorte van haar kind rustig kan afwachten. Merriën, die hun veulen verstoten, dienen gedwongen te worden hun veulen te laten zuigen. Zonodig door het opzetten van een neuspraam en het opnemen van een voox-been. Tn geval het veulen de eerste da gen te zwak of niet doortastend ge noeg is om te zuigen, is het nood zakelijk om de merrie te melken en de gewonnen biest per fles met speen aan het veulen te verstrekken. In geval de merrie ook kwaadaar dig is op 't veulen, dienen ter voor koming van letsel van de jonggebo rene, moeder en kind in aparte boxen te worden gedaan maar wel zodanig, dat zij elkaar goed kunnen zien en horen. Een tienmaal per 24 uur laten drinken (ook in de nacht een paar maal) is nodig. Als moeder en kind op deze wijze een paar weken aan elkaar zijn ge wend kan het laten zuigen van het veulen bij een andere veulen-merrie, als dat voor de moeder van het veu len aanschouwelijk plaats heeft, wel zodanige jaloex-sheid opwekken, dat het veulen in het vervolg met alle moederliefde wordt omringd. In geval de moeder onvoldoende of geen melkafscheiding heeft, dient de dierenarts te worden geraad pleegd. Hormooninspuitingen kun nen dan mogelijk nog resultaat op leveren. Bij te geringe melkafschei ding dient het veulen te worden bij- gevoederd. Gegevens daarover zijn weergegeven in onderstaande voe derrantsoenen. In geval er in het geheel geen melkafscheiding plaats heeft of de, merrie is gestorven, dient allereerst te worden getracht een pleegmoeder te vinden. Hiervoor komen in aanmerking merriën, waarvan het veulen bij de geboorte of kort daarna is gestor ven dan wel een merrie, waarvan het veulen al enkele maanden oud is en met bijvoeding zich verder wel zonder moedermelk kan ont wikkelen. Voor het verkrijgen van inlich tingen over het beschikbaar zijn van een pleegmoeder, dan wel opgave van moederloze veulens, kan men zich dag en nacht wenden tot de Sex*vice Telefoon Centrale te 's-Gra- venhage onder no. 070-32.29.28. Inmiddels dient alle zorg te wor den besteed aan het jonggeboren veulen en in afwachting van het verkrijgen van een pleegmoeder dient men over te gaan tot de kunst matige opfok. De uiterste reinheid van het melk- gereedschap moet in acht genomen worden. Het eiwit in paardemelk bevat veel meer albumine dan koe melk. Daarom is het gewenst in het meelvoeder, dat naast melkmengsel gegeven wordt, ook dierlijk eiwit op te nemen. Men gebx-uikt als meel voeder vrij algemeen het kuikenop- fokvoeder I. Daarmede worden zeer goede resultaten bereikt. Reeds op een leeftijd van 4-7 da gen leert men het veulen iets meel te eten, b.v. door na het drinken iets op de bodem van de emmer te depo neren of door iets op de vingers te nemen en het veulen daarop te laten zuigen. Vervolgens gtelt men het meelvoeder droog en onbeperkt in een bakje ter beschikking. Het veu len mag tot zich nemen zoveel het verkiest. Natuurlijk moet het diertje ook drinkwater kunnen opnemen als het dat nodig heeft. Reeds spoedig leex-t het veulen ook hooi eten. Goede kwaliteit hooi, dat weinig gebroeid heeft, moet doorlopend aanwezig zijn. De eerste twee dagen na de ge boorte moet het diertje in een war me omgeving gehuisvest zijn, gelei delijk mag de omgevingstempera tuur wat lager zijn. Eventueel kan men gebruik maken van eendroog- straallamp, welke men geleidelijk hoger hangt. Bij zwakgeboren exem plaren is op een leeftijd van 2 a 3 dagen een vitaminenstoot met een AD3-preparaat op zijn plaats. Ook kan men de dierenarts vragen het diertje de eerste dag met sera en vitaminpreparaat in te spuiten. Doen zich naderhand reachitische verschijnselen voor dan raadplege men eveneens de dierenarts. Het spreekt vanzelf, dat het veulen de nodige beweging moet krijgen en bij gunstig weer in de weide moet ver toeven. In de stalperiode geeft men het ook wel een kleine hoeveelheid rode wortelen en/of bieten. Voedermiddelen die in slokdarm en maag sterk kunnen zwellen zoals droge pulp, mogen niet gegeven worden. Men trachte wormbesmet ting te voorkomen, dus men mag het veulen niet in een stal of weide brengen waar ook andere veulens of paax-den vertoeven. Het reizen naar het buitenland is na de tweede wereldoorlog zó enorm toegenomen en zó gemakkelijk gemaakt, dat de „upperten' wellicht binnen enkele jaren weer haar vacantie in eigen land zal gaan doorbrengen of zich verplicht zal gevoelen naar Hawaii of een ruimtestation te vliegen. Dit wordt althans wel eens badi nerend beweerd. Een privilege is het houden van vacantie in het buitenland inderdaad niet meer. Toch zal niet iedereen het ver van huis gaan zoeken, ook al wil hjj ixaar „het buitenland" en dan valt dikwijls de keuze op België, het Rijn- en Moezelgebied of Luxemburg. In België heeft men dan nog het voordeel, nagenoeg overal terecht te kunnen met Nederlands. Dat is gemakkelijk voor hen, die geen vreemde talen kennen maar toch liever op eigen gelegexxheid op reis gaan dan in groepsverband. Ook in de Duitse buurtprovincies kan men zich aardig met Nederlands en „eigen gemaakt" Duits behelpen en zo lukt het ook wel in Luxemburg, dat vooral tussen de beide we reldoorlogen honderdduizenden Nederlandse toeristen verwerkt heeft. Grensdocumenten leveren ook al geenmoelïjkheden op. Men kan voor toeristische doeleinden met een toe- ristenkaart naar België, Duitsland en Luxemburg. Kosten ongeveer 1; geldigheidsduur twee maanden. Ook een paspoort, dat nog geen vijf jaren ver-lopen is, voldoet. De afstanden zijn net zo gx-oot, of men kan met de fiets het goed kope vex-voermiddel voor jongelui maar evengoed voor sportieve oude ren gemakkelijk overal komen. Dit heeft vele voordelen behalve al het besparen van de i-eiskosten want men is niet gebonden aan gro te wegen, busroutes of spoorbaan. Men dringt tot in het hart van de mooiste plekjes door en men heeft maar weinig te maken met het „par keerprobleem", waarmee iedere automobilist zit opgescheept als hij een toeristencentx-um binnenkomt. In de zomer kan men gemakkelijk de bagage die men nodig heeft mee nemen, al dijt deze natuurlijk wel uit als men kampeer- en kookuit- rusting wil gebruiken. Wij rijn geen bewonderaars van de liftmethode en vinden het altijd nog stukken sportiever, dat jongelui hun reisgeld zelf verdienen of spa ren of dat zij fietsen, dan dat zij de gemakken en risico's van het liften kiezen. Index'daad, jonge meisjes kunnen bijvoor-beeld al liftend leren wat er in de'wereld te koop is, maar als ze voor het verkrijgen van die kennis „betaald" hebben, is Leiden in last. GEGEVENS Naar de drie genoemde landen kan men uiteraard ook met reison dernemingen, bussen e.d. reizen, doch zo dicht bij huis zal menigeen zelf zijn zaken willen regelen. Daar zit toch ook wel iets aantrekkelijks in. Voor België kan men allerhande gegevens over bepaalde provincies, steden en dorpen krijgen bij het Bel gisch Verkeersbureau Leidseplein 5-7, Amsterdam, tel. 020-45959. Er zijn 90 vouwbladen beschik baar met allexiei gegevens in kort bestek. Suggesties voor uitstapjes en rondritten, inlichtingen over hotels, badplaatsen, bezienswaardigheden, kunststeden, de Ardennen enz. De brochure „Heel België per spoor" vertelt U alles over gemak kelijk reizen per spoor. De kampeer ders doen goed, „Camping 60" te vragen. Het verschaft inlichtingen over 250 kampeerterreinen in België, maar dan ook volledige: over ver lichting, winkeliers in de buuxi e.d. incluis. Alle inlichtingen worden gratis verstrekt, evenals de genoem de drukwerken. Wie alles van hotels wil weten, kan ook daarvoor een gids krijgen. Aangezien er, vooral in het hoog seizoen, veel aan gelegen is, dat men van te voren weet waar men aan toe is, doet men goed, zich vol doende ruim te domenteren en tij dig te bespreken. België heeft nog wel eens de naam erg duur te zijn voor ons, Neder landers, maar dat behoeft niet; Als men maar een beetje Uitkijkt. Waar men naar toe moet gaan? Wie de zee prefereert,, vindt langs de kust een reeks badplaatsen tot zijn beschikking, waarbij wij het heus niet zien als ideaal om in Os- tende te gaan logeren. De Ardennen geven volop gele genheid van prachtig natuurschoon te genieten, van „bergen" (in het oog van Nederlander-s), van historische plekjes, ook uit de jongste historie (Bastogne of Bastenaken), van on dergrondse schoonheid in grotten (Han b.v.) enz. In de Kempen vindt men gx-ote dênnenbosseix en heide. Brussel is iets voor de kunstliefhebber die ook van vertier houdt, en zo ook Ant werpen. Kunststeden zijn Gent, Bmgge e.a. Wie wil niet eens zwer ven in het land van Guido Gezelle. Pallieter, de Witte enz.? Men zal zich er stellig thuisgevoe len en genieten van het bier-, de „frieten" en veel andere goede din gen des levens. LUXEMBURG Luxemburg is ook een aantrekke lijk land voor de toerist. Het bezit iets liefelijks. Het is een bergland schap in miniatuur en daardoor voor velen, die een Alpenlandschap be klemt, het aangewezen vacantie- paradijs. Men is er zó, per trein, met de wagen of per fiets, al zal de ouder in het geaccidenteerde land schap nog al eens naast de fiets moeten lopen. Reisbux-eaux maken arrangemen ten voor U, maar het is ook echt een land om op eigen gelegenheid naar toe te gaan. We schx-even het reeds. De Bel gische Ardennen lopen in de Luxem burgse over. Wandelwegen zijn er legio en als men zijn standplaats 'n beetje handig kiest, al naar gelang men verlangens heeft, dan behoeft men ook niet duur uit te zijn. De hotelletjes en de pensions in de knusse dorpjes stellen er een eer in hun gasten goed te verzorgen. Des avonds is er dan wel geen vertier en kan men vroeg naar bed, maar in de prachtige natuur heeft de morgenstond goud in de mond. Wie zich inlichtingen over dit land wil verschaffen: het Luxemburgs Verkeersbureau, Moreelstraafc 15, Amsterdam, tel. 020-797267, ver schaft ze U met plezier. En verder vele reisbureaux, als U zich daar liever aan toevertrouwt. DUITSE RIVIERDALEN En dan Duitsland „onder de rook van Nederland". Ook hier liefelijke natuur, romantische plekjes, ruïnes, moderne bouwwerken (de kerken v. Keulen en omgeving, na de oorlog gebouwd, zijn beroemd), indrukwek kende oude gebouwen (dom te Keu len, oude abdijen, eeuwem-oude ker ken enz de frisse Rijn- en Moezel wijnen, de „vleespotten" en -schoter het zijn allemaal dingen, die kortere of langere uitstapjes, een verblijf op een standplaats of enkele stand plaatsen (mits met zorg gekozen), tot een onvergetelijk vacantitgenoegen maken.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 2