Venrays verenigingsleven
Voor de moeder
Zaterdag 30 januari 1960 No 5
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
CONFFCT!c VAN
m
tEN RIJK BEZIT
PEEL EN MAAS
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN JÏÏÏKSM3K£/ Ziï "ÏÏSmnfwSÏÏSPMli
Het ontwikkelingsplan ten behoeve van de agrarische bevol
king in de gemeenten Venray, Horst en Sevenum, houdt ook 'n
soort wapenschouw over het organisatie-en verenigingsleven in
deze gemeenten, waarbij wij ons uiteraard zullen beperken tot
Venray. Het rapport noemt het vereningingsleven om meer dan
een reden nuttig en noodzakelijk voor een gemeenschap. Het
draagt onder anderen bij tot onderlinge toenadering, verstand
houding en samenhang in een bepaalde gemeenschap en kan
dikwijls een wezenlijke bijdrage schenken aan de oplossing van
talrijke vraagstukken, die de moderne maatschappij-structuur
op religieus, sociaal-cutureel en economisch terrein oproept.
Daarnaast is het verenigingsleven feitelijk een moderne vorm
van vrije tijdsbesteding, daar 't deels vormend, deels als recrea
tie kan dienen.
Nu is het oordeel van dit rapport over genoemd onderwerp over
het algemeen weinig vleiend. Zo zegt het met name dat het or
ganisatie- en verenigingsleven hier nog te weinig weerklank
vindt, dat er te weinig belangstelling voor bestaat, er te weinig
ervaring is, te weinig leiders zijn en een tekort aan samenwer
king.
TE WEINIG WEERKLANK
Andere dan zuiver zakelijke ver
enigingen, als b.v. een boerenbond,
een zuivelfabriek enz. vinden, aldus
het rapport te weinig weerklank.
Alleen hiervan wordt men „betef"
van, aldus zijn de bevindingen en
voor de rest gelooft men het wel.
Op de kerkdorpen vooral, waar 't
agrarisch element overheerst, is men
wat het verenigingsleven betreft, al
leen maar zakelijk ingesteld. Als
vrije-tijds-besteding krijgt een ver
eniging slechts weinig kansen.
Ook al wegens een gebrek aan lei
ders.
Waren dat vroeger automatisch de
rijke boeren, nu deze hegomonie ten
einde is, weet men feitelijk niet goed
wie men pakken zal, omdat des
ondanks mede afstamming, familie
enz., bij de leiderskeuze in ogen
schouw worden genomen, hoewel die
in feite niets met de kwaliteiten van
de leiders, als leiders, te maken heb
ben. Maar men kent elkaar te goed
en accepteert dus liever een vreem
de als leider, dan een „eigen", wiens
inzichten en tekortkomingen men
kent.
In Venray-kom staan volslagen
gebrek aan samenwerking tussen de
verschillende bevolkingsgroepen en
gebrek aan interesse een juiste aan
pak van de vrije tijdsbesteding in
de weg.
Hierbij dient men echter zeker
niet het feit voorbij te zien, dat een
dergelijke situatie mede in niet ge
ringe mate bevorderd is door een
schreeuwend tekort aan een behoor
lijke ruimtelijke akkomodatie, die
zijn oorzaak vindt in de kortzichtige
politiek en de conservatieve men
taliteit van de overheid in het ver
leden.
STANDSORGANISATIES
Bij de beschouwing van de stands
organisaties in de Venray se samen
leving komt het rapport tot de con
clusie, dat de LLTB de machtigste
is en de enige is, die meestal invloed
heeft en zelfs de samenleving be
heerst. Dit vooral omdat vele leden
deze standsorganisatie zuiver en al
leen zien als een commerciële in
stelling, waaraan wat „te verdienen"
is.
Inderdaad heeft de LLTB voor het
materiële welzijn van de boeren uit
deze streken veel gedaan en het is
dus begrijpelijk dat zij een derge
lijke „machtspositie" heeft kunnen
innemen. Maar van de andere kant
zal zij ook dienen te zorgen, dat de
mede door haar werk verkre
gen hogere welvaart toegepast wordt
in het sociale en kulturele leven en
zij doet inderdaad loffelijke pogin
gen daartoe door zgn. winterpro-
gramma's e.d. waarin het sociaal-
kulturele de nodige aandacht krijgt.
Het rapport is echter niet be
paald gerust of deze pogingen wel
effectief genoeg zijn en meent, dat
er op dit terrein nog zeer veel werk
te doen is
Een eigenaardigheid kwam aan 't
licht bij dit onderzoek. De vergade
ringen van de Venrayse LLTB zijn
aanmerkelijk minder van gehalte
dan die te Horst.
Hier in Venray, aldus het rapport
is men minder aktief, beperkter ont
wikkeld en pasiever ingesteld. Het
constateert bij de Venrayse boeren
een gebrek aan durf, dat men b.v. in
Horst niet aantreft. Het rapport
wijdt dit aan het feit, dat in Horst
de bestaansstrijd veel feller is en
was dan in Venray, waar het gebrek
aan grond de boeren b.v. niet dwong
om tuinder te worden.
Deze overgang heeft die van Horst
actief gemaakt, ondernemend en
vooruitziend en men durft er proble
men onder ogen te zien en aan te
pakkenook ter vergadering te
brengen ©n te verdedigen
Over de godsdienstige, culturele en
huishoudelijke voorlichting welke de
boerinnenbonden geven, is het rap
port goed tevreden evenals over het
ledental.
Niet zo tevreden is het over de
jongere boeren organisaties, die in
bepaalde kernen wel kultureel actief
zijn, maar vooral in de kleinere
kernen deze vorming te veel ver
waarlozen.
Dit is verklaarbaar omdat juist in
die kleinere kernen er te weinig le
den zijn om tot grotere activiteit te
komen, maar ondanks dat verwacht
men er meer van.
Wel is vastgesteld, dat met de
voor vele jonge boeren afnemende
mogelijkheid om in de landbouw 'n
bestaan op te bouwen en de daar
mede gepaard gaande afvloeiing van
boerenzoons, de toeloop tot deze or
ganisaties in vele plaatsen daalt en
de getalssterkte minder wordt.
Voor de all-round vorming van de
jonge boer moet nog veel gedaan
worden, waarbij ook de vernieu
wing en uitbreiding van het land
bouwonderwijs van groot belang
is. Het gebrek aan mogelijkheden en
te kleine kernen, maakt echter deze
het gebrek aan leiders in de dikwijls
persoonlijkheidsvorming middels de
J.B.-organisatie zeer illusionair.
K.A.B.
T.a.v. de KAB is dit rapport ook
niet bepaald gunstig. Al is men vol
lof over het kader en de vorming
*van dit kader, waarvoor veel moeite
wordt gedaan, van de andere kant
moet men constateren, dat de be
langstelling voor deze standsorgani
satie onder de arbeiders niet groot
te noemen is. De opkomst op de ver
gaderingen is slecht en de belang
stelling miniem, aldus is de conclu
sie.
Te veel ongeorganiseerden, zeker
onder de jongeren, die deze organi
satie schijnbaar helemaal niets te
bieden heeft.
De spreiding van de arbeiders
over de verschillende kerkdorpen
maakt splitsing van de organisatie
noodzakelijk, maar ook op de kerk
dorpen is het „slappe boel".
Daar kan constateren, dat vele ar
beiders, nog half agrariër, de arbei
dersbeweging niet met hart en ziel
zijn toegedaan....
Daardoor heeft zij het nog moei
lijker om een krachtige en invloed
rijke groep te zijn in de overwegend
agrarische samenleving. Of de eco
nomisch gunstige conjunctuur en
grotere interesse in de vakorganisa
ties aan deze minieme belangstelling
debet zjjn, is 'n vraag, die dit rap
port wel stelt, maar niet oplost.
Wel dringt het ook hier weer aan
op een sociaal-kulturele vorming,
die ook de arbeider van nu onmoge
lijk en niet ongestraft missen kan.
MIDDENSTAND
De Venrayse middenstand is be
paald niet een standsorganisatie, al
dus het rapport, die uitblinkt door
activiteit, wat men toch wel ver
wachten mocht in een plaats waar
de middenstand een regionaal be
langrijke verzorgende functie heeft.
Deze inaktiviteit is voornamelijk
te wijten aan tekort aan saamhorig
heidsgevoel, als gevolg van de on
derlinge konkurrentie.
De middenstander is bovendien 'n
uitgesproken individualist en heeft
over het algemeen weinig tijd voor
vergaderingen en verenigingsleven.
Op de kerkdorpen komt van een
middenstandsorganisatie practisch
niéts terecht, zodat er ook geen in
vloed van uit gaat
ADELBERT
Ook over de Adelbertvereniging is
het rapport niet bijster te spreken.
Men komt terug op een reeds eer
der gegeven stelling, dat er van deze
kwantatief belangrijke groep poten
tiële leiders der gemeenschap wei
nig leiding en invloed op de samen
leving uitgaat,. Deze intelligentia
houdt zich afzijdig van het gemeen
schapsleven, omdat Venray niets te
bieden heeft, terwijl anderzijds haar
deelname daaraan, voor een goed
funktioneren van dat gemeenschaps
leven van wezenlijk belang is. Een
oplossing te vinden voor dit punt,
acht het rapport het meest belang
rijke.
VERENIGINGSLEVEN
Om een bloeiend verenigingsleven
te krijgen is een behoorlijke acco-
modatie een vereiste.
In Venray-kom is deze allerminst
rooskleurig. Er moet een geweldige
achterstand in worden gehaald.
Het rapport noemt enkele punten
met name op: zwembad, gymnastiek
zalen, sportvelden, gemeenschaps
huizen, wandelpark en recreatieoord.
Ook op de kerkdorpen is de akko
modatie soms ondoelmatig en ge
brekkig (Leunen en Oirlo). Het
slecht funktioneren van jeugd- en
andere verenigingen moet hieraan
worden toegeschreven.
Voeg daarbij het leidersprobleem,
dat ook en vooral speelt in de klei
nere kernen, waar het aanbod van
leiders juist door de te kleine groep
practisch nihil is, en alles neerkomt
op een dikwijls toch al overbezette
pastoor, rector of onderwijzer, dan
is het begrijpelijk, dat het vereni
gingsleven in het algemeen en de
jeugdverenigingen in het bijzonder
op laag peil staan.
Twee uitzonderingen maakt het
rapport en wel voor Ysselsteyn en
Merselo, waar niet alleen de akko
modatie in orde is, maar ook een
goed stel leiders inderdaad het ver
enigingsleven vruchtbaar maken.
De geïsoleerde ligging van deze
plaatsen, de „kolonisten-geest" en 't
inwoner-aantal hebben tot deze
bloei ook het hunne bijgedragen.
In de andere gevallen zijn echter
soms erge tekorten aan te wijzen.
JEUGDVERENIGINGEN
Die te kleine kernen zijn ook dik
wijls oorzaak, dat het jeugdwerk
moeilijk is. En juist hier is bij de
ouderen, die vroeger dit werk niet
gekend hebben, dikwijls ook veel
onbegrip en ziet men de noodzaak
van de jeugdbeweging niet in.
Van de andere kant is daar dik
wijls het jeugdwerk verouderd, zit
men nog met een bepaald patronaat
systeem, dat niet meer voldoet en is
het gebrek aan leiders oorzaak van
een slome gang van zaken. Er is te
weing differentiatie om het voor de
jeugd aantrekkelijk te maken en zo
Kunnen we nog doorgaan.
Waar echter in deze kleine kernen
arbeiders-jeugd komt, die doorgaans
over meer vrije tijd beschikt dan de
landbouwers-jeugd en voor wie dus
het probeem der vrije tijdsbesteding
al langer hoe nijpender wordt, zal
men toch iets moeten doen.
Het rapport bepleit dan zgn. op
vangcentra, waar zaterdags en zon
dags de jeugd op een positieve en
doelmatige wijze haar tijd kan door
brengen in clubs, maar dan zal men
daarvoor ook meer accomodatie
moeten brengen.
Ook het open jeugdwerk, dus
jeugdwerk in zijn moderne vormen
wordt bepleit, maar het is de vraag
waar men daarvoor de leiders weer
moet halen. O.i. loopt men in een
kringetje rond. Voor wat de kom
betreft merkt het rapport op, dat
hier het jeugdwerk, practisch be
perkt blijft tot de middenstands-
groep.
Arbeidersjeugd wordt daar h.i. te
weinig bij betrokken.
SPORT EN SPEL
Voor sport en spel zijn er in kom
en kerkdorpen alle mogelijke vereni
gingen. Ruiterclubs, zangverenigin
gen, toneelclubs, voetbal- gymna
stiekverenigingen, handboogschut
terijen, biljartclubs, duivenvereni-
gingen enz. enz.
Het is eigenaardig dat tot in de
kleinste kernen hiervoor wel leiders
beschikbaar zijn en dat bv. de ama
teur-toneelclubs zeer goede resulta
ten weten te behalen. Alleen hoort
men de klacht dat de jeugd hier
voor niet die interesse op kan bren
gen, die de ouderensoms met hart
en ziel, voor hun hobbies weten te
geven.
De jeugd gaat liever dansen of
naar de bioscoop, aldus het rapport
en voelt niet veel voor toneel.
In dit verband wordt weer gewe
zen op de clubvorming, die schijn
baar voor de jeugd de meeste aan
trekkingskracht heeft. Maar aange
zien het rapport terzelfdertijd moet
constateren, dat er geen accomoda
tie is, afgezien van Oostrum, Cas-
tenray, Ysselsteyn en Merselo, komt
men dus weer voor nog grotere
moeilijkheden.
In Venray-centrum lijden deze
verenigingen aan een zekere moe
heid en heeft het de schijn, dat al
leen de voetbal nog enige interesse
kan krijgen.
Nu is van de ene kant deze be
langstelling goed, mits ze niet be
perkt blijft tot een passief toezien,
maar de mensen activeert zelf ook
aan sport te gaan doen, waarvoor
dan ruimte en plaats geschapen
dient te worden.
CONCLUSIE_
We kunnen dit overzicht van het
Venrayse verenigingsleven in enkele
facetten allesbehalve opgewekt noe
men. Integendeel, want dit rapport is
'n vrij somber beeld, dat menig
een, die zelf in vele organisaties zit
ting heeft, zelfs de vraag doet rijzen
of een en ander niet te somber is.
Het is zeker, dat het verenigings
leven in het algemeen een soort cri
sis doormaakt en dat deze crisis zich
zeker niet beperkt tot Venray alleen.
De standsorganisaties mogen dan
niet die belangstelling krijgen, die
men wellicht zou wensen, maar het
aantal hierbij aangeslotenen liegt er
toch niet om En dat de activiteit ook
wel eens terdege om kan slaan, heb
ben we b.v. de laatste tijd duidelijk
bij onze middenstand kunnen mer
ken, die toch een behoorlijk werk
programma op tafel legde en daar
voor ook een uitgesproken grote be
langstelling mocht trekken.
En wie een besprekingsprogram
ma onder de ogen krijgt van b.v. 'n
gemeenschapshuis in Ysselsteyn en
in Oostrum, die knippert toch wel
eens met de ogen, gezien de veelheid
van vergaderingen die ook in deze
kleine gemeenschappen worden be
legd.
Wat men stelt t.a.v. de jeugdver
enigingen kunnen we noch onder
schrijven, noch tegenspreken.
De vraag mag gesteld worden, of
b.v. een jeugdraad, die uiteraard van
vele van deze zaken op de hoogte is,
haar visie hierover eens zou willen
geven. Dat ook zij zal klagen over
gebrek aan accomodatie, daarvan
zijn we overtuigd.
Maar uit haar rapport zal dan on
getwijfeld beter naar voren komen,
waar zich nu precies de schoen
wringt, waar de grootste problemen
liggen en welke oplosing men op een
gegeven plaats het beste kan treffen.
Zo vinden we eerlijk gezegd dit
rapport niet alleen pessimistisch in
zijn overzicht, maar ook wel zeer
vaag bij het aangeven van zijn op
lossingen voor verschillende kwes
ties.
Hét rapport kan echter prima die
nen als een uitgangspunt voor een
nadete bestudering van bv. 't jeugd-
Drobleem in het kader zoals dat b.v.
de gemeente Horst heeft gedaan
De jeugd ambieer! hei
politie-vak niet
Zucht naar makkelijk baantje en
lage salariëring zijn onder meer oor
zaken van de geringe animo.
Bij de politie hoort men mo
menteel dezelfde klachten als
reeds enige jaren geleden bij de
zeevaart. Het is erg moeilijk om
personeel aan te trekken; er be
staat weinig interesse voor het
vak.
Overal waar men komt, of dit
nu is in Amsterdam, Rotterdam.
Den Haag of Utrecht om maar en
kele van de grootste steden te noe
men, of op kleinere plaatsen, over
al hoort men dat er vacatures zijn
Wat kan hier toch de oorzaak
van zijn?
Wij spraken over dit probleem
deze week met eender hoogste poli-
tie-autoriteiten, die het complex van
problemen als volgt omschreef:
„Het komt zelfs voor, dat mensen
die reeds jaren in het vak zitten en
het liefhebben, de politiedienst ver
laten, dat zijn toch wel tekenen aan
de wand.
Wat de laatsten betreft, hier is
sprake van een te lage salariëring.
Ervaren politiemannen met een
prachtige staat van dienst vinden
soms een beter betaalde betrekking
in het bedrijfsleven, waar men der
gelijke ervaren mensen dikwijls heel
goed kan gebruiken.
Het salaris geeft in die gevallen,
dus de doorslag. Het is algemeen be
kend, dat de salariëring van rijks-
en gemeentepersoneel lager ligt dan
dat van de werkers in het bedrijfs
leven.
Reeds geruime tijd worden er po
gingen aangewend om de rijks- en
gemeentesalarissen op te trekken,
maar het is nog steeds in de pen en
er zijn nog geen resultaten geboekt."
HET IS ZWAAR WERK
„Daar staat tegenover, dat de
werkzaamheden bij de politie heus
niet zo licht zijn en dat het regelma
tig voorkomt, dat men buiten de
eigenlijke diensturen nog moet over
werken of in zekere mate gebonden
blijft.
Bovendien is het een vak, dat de
aspirant niet aanwaait. Er moet
voor gestudeerd en getraind worden,
want de politieman draagt een grote
verantwoordelij kheid
Hij moet een grondige wetskennis
hebben, maar daarnaast moet hij
steeds lichamelijk in prima conditie
verkeren en ook dat moet worden
bijgehouden.
Hij heeft wisselende diensten, over
dag en 'snachts hij moet door weer en
wind, kortom er wordt zeer veel van
hem verlangd.
Hij moet weten te gehoorzamen,
moet echter ook over persoonlijk
initiatief beschikken, moet tact heb
ben en veel zelfbeheersing, kortom
de goede politieman is wat men
pleegt te noemen een schaap met
vijf poten en die zijn moeilijk te
vinden.
In vele andere landen worden de
politiemannen beter betaald. In
Duitsland zelfs met ongeveer het
dubbele van hier. Men heeft zich
dus eigenlijk niet te verwonderen
over 't verdrietige feit, dat inNeder-
land vakbekwame poltiemannen een
andere betrekking accepteren, wan
neer zich die mogelijkheid voordoet".
GEEN AANTREKKINGSKRACHT
„En kan men dan geen mensen
genoeg opleiden?" vroegen wij.
„Het aantrekken van jong perso
neeel stuit eveneens op moeilijkhe
den. Naast 't feit van de lage sala
riëring, die natuurlijk weinigen zal
trekken,komt daar nog bij, dat een
groot deel van de hedendaagse jeugd,
de spirit en het gevoel voor roman
tiek mist, die noodzakelijk zijn om
het politievak te ambiëren.
Velen van hen geven de voorkeur
aan een rustige goedbetaalde be
trekking ergens op een kantoor of in
een fabriek, waar men zijn werk
verricht van 8 of zelfs 9 tot 5 en dan
geheel vrij is. Waar men vooraf
weet, wat men te doen zal hebben
en waar men niet" voor onverwachte,
onaangename verrassingen kan ko
men te staan.
Het is deze tendens bij de jeugd
die oorzaak is van het gebrek aan
voldoende jonge krachten in mili
taire-, zeevaart- en politiekringen
om maar enkele voorbeelden te noe
men. Daarbij komt bovendien nog,
dat in al deze kringen dicipline zeer
belangrijk is en daar ontbreekt het
bij vele moderne jongeren ernstig
aan. Dat is de reden dat zij derge
lijke betrekkingen niet wensen".
VOORZICHTIGHEID GEBODEN!
En zou een aanmerkelijke salaris-
verbetering de grootste moeilijk
heden oplossen?"
„Een aantrekkelijke salariëring
zou misschien in staat zijn het ent
housiasme groter te maken voor een
dergelijke werkkring. Ze zou het
verlies van vakbekwame krachten
kunnen voorkomen, maar of het een
oplossing zal zijn voor de werving is
een open vraag.
Ongtwijfeld zullen zich meer jon
gelui melden voor de politie-oplei-
ding, maar of dit werkelijk geschikte
krachten zullen zijn valt te betwij
felen.
Zij die zich slechts laten lokken
door geld, kunnen moeilijk de juiste
mentaliteit voor dit beroep bezitten,
want men maakt niet alleen door de
opleiding 'n goed politieman, neen,
de aspirant moet in zijn wezen de
juiste feeling hebben voor dit beroep.
Men zal in zo'n geval bij de werving
extra voorzichtig moeten zijn om het
kaf van het koren te scheiden.
Het is helaas een droevig tijdsver
schijnsel, dat 't schitterende politie
vak blijkbaar zo weinig aantrek
kingskracht op de jeugd heeft, want
de politieman is in de ware zin des
woords de dienaar der gemeenschap.
Maar tot het dienen van de gemeen
schap zijn nog slechts weinig jonge
ren bereid!"
oU« «crze&trin^en j
hipAMn r~4
financiering j
JULIANASINGEL41 'teUf. 1061 (K4780)
VLEKKEN-MISèRE
Het verwijderen van vlekken geeft
doorgaans vele moeilijkheden. Ten
dienste van onze lezeressen volgen
hier enkele wenken.
In het algemeen moge dienen dat
van het vlekkenmiddel slechts wei
nig gebruikt m^ï worden. Daarbij
geldt bovendien nog, dat steeds zo
vlug mogelijk gewerkt moet worden
en men zich moet bepalen tot de vlek
zelf. Het verdient aanbeveling rond
de vlek in stoffen waarin kringen
kunnen voorkomen, eerst een randje
magnesapoeder te leggen, dit ter
voorkoming van doorlopen.
Vooral die vlekkenmiddelen welke
de stof kunnen aantasten moeten
altijd heel goed worden uitgespoeld.
Verwarmde vlekkenmiddelen. In
sommige gevallen moet men gebruik
maken van verwarmde vlekkenmid
delen, zoals spiritus, eau de cologne,
alcohol of terpentijn. Vergeet nooit,
dat men deze middelen moet ver
warmen in een klein bakje dat ge
plaatst moet worden in een groter
bakje met heet water. Deze midde
len „au bain marie" verwarmd, mo
gen nimmer op een open vuur ge
plaatst worden. Ze zijn brandge
vaarlijk.
Brandvlekken in stoffen. Is de stof
niet aangetast, dan kan men deze
vlekken verwijderen door ze te be
vochtigen met een papje waarop
boorwater. Eerst moet onder het
weefsel een oud lapje gelegd wor
den, ter voorkoming van doorlopen.
Goed met water naspoelen. Is het
goed reeds gesteven dan eerst het
stijfsel er uit wassen.
Glimmende plekken. Deze zijn voor
al goed te zien in zwarte stoffen.
Toch behoeft u er niet mede te blij
ven doorlopen. U neemt gewoon een
lapje dat gedrenkt is in een mengsel
van zwarte koffie en een beetje am
monia. De plekken zullen verdwijnen
doch het is wel nodig de stof na de
behandeling 'aan de verkeerde kant
op te strijken.
Kaarsvetvlekken. Wellicht zit u nog
met een vlek van druipende kaarsen
van de achter ons liggende feestda
gen. Deze vlekken kunt u te lijf gaan
met verwarmde benzine, tetra of
witte terpentijn (zie de waarschu
wing). Eerst moet echter het vet zo
veel mogelijk weggebrokkeld worden
door de vlek tussen de duimen heen
en weer te wrijven. Ook hier weer
naspoelen.
Eau de colognevlekken. Deze vlek
ken moeten verwijderd worden met
benzine. Deze benzine hoeft niet ver
warmd te worden, doch men doopt
hierin een watje en wrijft daarmede
de vlek uit. Leren voorwerpen kan
men hiermede ook bewerken, doch
u moet niet vergeten het voorwerp
na de behandel ng weer in de was
van de goede kleur te zetten. Voorts
is het raadzaam geen benzine te ge
bruiken in een vertrek waar vuur
brandt, dus b.v. in de keuken of bij
een brandende kachel. Rook niet tij
dens de behandeling.
Openbare vergadering
Piëlhaas
Dinsdagavond werd in hotel de
Zwaan de openbare vergadering ge
houden van de vastelaovesvereni-
ging de Piëlhaas, die onder leiding
stond van de heer Wijnen.
Allereerst werden de bezoekers
verteld hoe feitelijk de reorganisatie
van de Piëlhaas in zijn werk is ge
gaan en wat er gereorganiseerd is.
Het komt hier op neer, dat de ver
antwoordelijkheid voor de organisa
tie thans door personen gedragen
wordt, die als afgevaardigden van
verenigingen, die het Venrayse pu
bliek vertegenwoordigen, zitting
hebben in de vastelaovesvereniging.
Dit in tegenstelling met vroeger
toen de raad van 11 het alleen maar
moest zien op te knappen.
Dan werd het vastelaovespro-
gramma 1960 uitvoerig besproken
o.m. door de voorzitters van de ver
schillende commissies, die hierbij
oetrokken zijn.
Het blijkt, dat men 's zondags met
de feestelijkheden gaat beginnen en
wel door de onthulling van 'n stand-
oeeld met de Piëlhaas, waarna de
plechtige intocht van de nieuwe
Prins Carnaval zal plaats hebben.
Na het officiële gedeelte op het
stadhuis, zal dan de kinderoptocht
trekken, waar men aan deel kan
nemen tot 16 jaren, zowel als enke
ling of in groeps-, school- of club
verband.
De oude route blijft gehandhaafd
en tot slot komt weer de kinder
aubade. Aangedrongen werd, dat op
de scholen de vastelaovesliedjes ge-
leerd zullen worden en daartoe
strekkende verzoeken zullen worden
ingediend.
Dan bezoekt de Prins de kerkdor
pen en met vertegenwoordigers van
de daar gevestigde vastelaovesklups
zal zo spoedig mogelijk contact wor
den opgenomen om deze en andere
mogelijkheden te bespreken.
's Maandags trekt dan de grote op
tocht, die dit jaar zal staan in het
teken van de spreekwoorden.
Voorzitter Colsen deed medede
ling over route, opstelling en andere
gewichtige zaken, terwijl ook be-
Kend werd, dat op de zondag 14 en
21 febr. de adviescommissie zitting
heeft na de hoogmis in hotel de
Zwaan.
Dinsdags is de boerenbruiloft welk
onderwerp de federatie van buurt
verenigingen zal verzorgen. Hier
over verschijnen zo spoedig moge
lijk nadere mededelingen. Alleen
werd nog eens uitdrukkelijk er op
gewezen, dat de deelname aan de
boerenbruiloft voor iedereen vrij
staat en dat men juist op die middag
vooral de ouderen wil zien
Tot slot van de vastelaovendvie-
ring zal er iets gaan gebeuren met
het standbeeld van de Piëlhaas, dat
drie dagen het middelpunt is ge
weest van de vastelaovenjool.
Bij de rondvraag van deze zeer
geanimeerde vergadering kwamen
nog verschillende suggesties naar
voren, die in de desbetreffende com
missies nader uitgewerkt zullen
worden
De belangstelling voor deze ver
gadering was, ondanks het feit, dat
verschillende verenigingen reeds
zitting hebben in de organisatie, en
dus met de zaken op de hoogte wa
ren, goed te noemen.
Gezondheid is de grootste schat
Zolang men fietst begrijpt men dat
POELS Rijwielhandel
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VAN THIEL
Patersstraat 30 Telefoon 1887
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingenbureau voor de Kom.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. M. JANS
Overloon Tel. K 4788—262
KRINGSTUDIEDAG
Op dinsdag 9 februari a.s., zal de
kring Venray der LLTB een studie
dag organiseren in Prinsenhof.
De secretaris der LLTB de heer
Dinghs en aalmoezenier Coenen
zullen hierop een inleiding houden.
Aan het slot is er een gezamenlijke
koffietafel.