Eenheid der Christenen. Vogels blijven gaan en komen Uit Peel en Maas Ingezonden de TfL£\J\S/E specialist Geestelijk artikel Met pensioen Zaterdag 16 januari 1960 No 3 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG KLEDING WINT.'T PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCRHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJSI^RfKIWASrAALC/ f.40 BUITEN YENRAY 1.60 GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 Een van de meest verheugende verschijnselen van deze tijd is onge twijfeld de oecumenische beweging. Daaronder verstaan we het stre ven, in heel de christenheid op dit ogenblik werkzaam, om vanuit de gespletenheid in zoveel kerken en secten weer te komen tot de éne Kerk van Christus, het streven om metterdaad een antwoord te geven op het gebed, dat Christus ons als zijn testament heeft nagelaten: „Mo gen zij allen een zijnopdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt" (Jo. 17, 21). In dat gebed stelt Christus de een heid van hen die in Hem geloven, als hét teken bij uitstek van Zijn aanwezigheid onder ons, en daarom betekent het streven naar de verlo ren gegane eenheid aller christenen het vervullen van een fundamen- teel-christelijke opdracht. Vanzelfsprekend is dat streven, bij alle verscheurdheid, nooit geheel af wezig geweest, maar het was sinds eeuwen niet zo sterk en levend, zo krachtdadig als in deze tijd. In de protestantse kerken is dit streven vooral gegroeid vanuit bit tere ervaringen in het zendings- of missioneringswerk, waarin de ver schillende kerken, dezelfde bood schap van Christus' liefde brengend, toch min of meer als vijanden tegenover elkaar stonden. In het besef van deze tegenstrij digheid is men gaan zoeken naar 'n beter verstaan van elkaar, naar gro- ter samenwerking en eenheid. Aanvankelijk gebeurde dat vanuit particuliere initiatieven en tussen de verschillende zendingsgenootschap pen, nog niet vanuit en tusen de of ficiële instanties van de verschillen de kerken. In 1948 echter had in Amsterdam een bijeenkomts plaats waar 150 pro testantse en orthodoxe kerken ver tegenwoordigd waren en daar werd de „Wereldraad van Kerken" ge sticht, waarin de kei-ken als zodanig een permanent ontmoetings- en ge- sprekscentrum vinden en waarin het verlangen naar eenheid zijn voorlo pige belichaming vindt. Binnen de wereldraad van kerken blijven de afzonderlijke kerken voor lopig nog tegenover of naast elkaar staan, maar er is een band gescha pen, een nuchtere uitdrukking van christelijke eenheid als hoopvol te ken voor de uiteindelijke éénwor ding in de ene Kerk van Christus. Op het ogenblik hebben zich reeds 171 kerken bij de wereldraad aan gesloten, die samen 170 miljoen christenen tellen, en nog steeds is de beweging groeiende naar aantal en naar intensiteit. In geloofsleer zowel als in praktische samenwerking groeit de eenheid, en al is er nog een enorme afstand af te leggen, er zijn reeds vele stappen gedaan en wij mogen er veel van verwachten. Het eindpunt van die verwachting kan voor ons niet anders zijn dan de eenheid van alle christenen in de ene, heilige, apostolische en katho lieke Kerk, die naar ons geloof de Rooms Katholieke Kerk is. Want wij geloven, dat het gebed van Christus niet vruchteloos geweest is en dat de ene ware Kerk reeds werkelijk heid is; wij geloven dat Hijzelf het teken van mensen eenheid met God .gevestigd heeft in de Kerk, die wij als onze Moeder erkennen. Dat wil echter niet zeggen, dat wij in zalige zekerheid de terugkomst van de afgescheiden broeders kun- een afwachten. De gave, die ons ge schonken is, is ook een opdracht, die even dringend is voor ons als voor de niet-katholieken. De verscheurd heid, die er feitelijk tussen chris tenen bestaat, is ook onze schuld en de plicht tot herstel drukt evenzeer op ons als op de anderen. Gelukkig is ook binnen de katho lieke Kerk een grote opleving te constateren van de oecumenische gedachte, gelukkig worden de ka tholieken zich er steeds meer van bewust, dat ook zij hier een wezen lijke taak te vervullen hebben. Tot nu toe is er weinig officieel kontakt tussen de Wereldraad van Kerken en de katholieke Kerk, maar aller wegen is het gesprek gaande. Er groeit een dieper verstaan van elkaar en respect voor elkaar, het verlangen ook naar praktische sa menwerking in het lenigen van de nood der mensheid. Er groeit ook in de Katholieke Kerk het besef, dat wij duidelijker moeten laten zien, dat Zij geen vreemd huis is voor onze mede-christenen, maar him eigenlijke Vaderhuis, waar zij pas in volheid kunnen beleven wat zij nu reeds aan echt christelijke waarden bezitten. Voorlopig echter blijft onze voor naamste plicht in deze het gebed, opdat God ons allen, katholieke en niet-katholieke christenen, mag ver lichten om de juiste weg te vinden naar ons aller eenheid in Christus. Dat gebed, hetgeen een telkens terugkerend gebed moet zijn, krijgt nu bijzonder reliëf in de Internatio nale Bidweek, die in deze maand weer gehouden wordt door heel de christenheid, katholieken, protestan ten en orthodoxen. Het is deze gebedsweek waaraan het Apostolaat des Gebeds ook zijn maand-intentie ontleend heeft, die wij hiermede in het bijzonder aan al onze lezers willen aanbevelen. Daar in vinden wij elkaar nu reeds samen in Christus, biddend om ons aller eenheid. Onverwachte gasten in de winter Vogels in de winter Men komt over het algemeen er niet zo gauw toe ze te observeren, want de mens vindt het nu buiten rijkelijk kil en daar komt dan nog bü, dat men niet zoals in de zomer de ge legenheid heeft in de natuur waar nemingen te doen de dagen zijn immers te kort. Wanneer de dage- GEEN VREUGDESCHOTEN MEER BIJ HUWELIJKEN U kent allen het spreekwoord: Als de drank is in de man, is de wijs heid in de kan. En niet zelden is de waarheid van dit gezegde gebleken. Wanneer er bijvoorbeeld bij grond- transacties of festiviteiten veel geest rijk vocht gedronken werd, sloeg de baldadigheid nogal eens naar alle kanten uit. Dan ontzagen de „man nen met drank" zich niet b.v. vruchtbomen bij de tegenpartij te schillen of om te hakken. Soms ook werd het vee mishandeld. De drank was in laatste instantie hiervan de oorzaak. Hij had een vete in het leven geroepen, die men zo stiekumpjes uitvocht. In 1784 werden verordeningen in het leven geroepen tegen biermis- bruik. Trouw-traditie Aardig was in het land langs de Maas echter de trouw-traditie. Wan neer er een paartje in ondertrouw ging of de huwelijksceremonie zou plaats vinden, losten buren en vrien den schoten in de lucht, zoals wij dat nu doen in de oudejaarsnacht. Tij dens de eerste wereldoorlog ver dween dit stukje folklore, omdat de vuurwapens moesten worden inge leverd. Op Texel werd ook bij bruiloften geschoten. Daar plaatste men palen in de grond voor de .woning van de bruid. Deze masten, versierd met vlaggen, moesten worden neerge schoten. Ook dit gebruik is thans verdwe nen. Het schieten droeg alleen het karakter van huldebetoon aan het bruidspaar en beoogde geen trakta tie van de zijde der jonggehuwden. lijkse taak erop zit en men heeft thuis „brandstof" ingenomen, is de zon haar baan al lang aan de an dere kant van de aardbol begon nen. Neen, van een trip naar bui ten, kan maar weinig meer komen en de vrije middagen in de win ter worden maar al te vaak „uit gewist" door de sterk genuanceer de nukken van het winterse jaar getijde. AARZELEND WORDT DE BEWOONDE WERELD OPGEZOCHT En toch, wie eenmaal als „trap per" geboren is en het niet kan laten door ieder gaatje in het weer te kruipen om te zien wat er buiten gaande is, hij zal verkwikt weer thuis komen en allerlei in veld en bos beleefd hebben. Weliswaar is het rijke en overda dige décor van de zomer verdwenen de eiken wallen hebben nagenoeg hun bladertooi afgelegd, de bomen staan er nu als gestoopt bij en er is een grauw kleed over de natuur ge legd, maar van de andere kant ont dekt men nu ook allerlei zaken, die in volle bladertooi verborgen blij ven. Bekijk eens het fijne takken- werk van vele bomen en luister eens naar de wind, die er in z'n eigen melodie zingt. Bovenal echter: men doet vaak de ontdekking van z'n leven. In het nu naakte hout treft men telkens weer nesten van vogels aan, die men er in de zomer wel kon vermoeden, maar die men achteloos voorbij ging. Wat hebben onze vrienden, de vo gels, vaak geraffineerd de plaats van hun nest bepaald: nu zeggen we er van dat het toch „stom" is, maar het is alsof ze met alles en iedereen daarmede rekening gehouden heb ben Met de mensen, die zo graag met de klompen over 't mooie vogelleven lopen niet het minst met de roof vogels, die even goed, en van nature, jacht maken op allerlei klein goed. VERRASSINGEN Vele vogels zijn de winterse narig heden ontvlucht en hebben zuidelij ker landen voor lief genomen, doch andere vogels, die in het barre noor den broedden, blijven op onze brede- graad overwinteren en stellen ons zo nu en dan voor de reinste verras sing. Anderen trekken naar gelang de koude-invallen langs onze rivieren en kusten zoeken steeds weer het minst koude plekje op, in de hoop er nog wat voedsel tekunnen vinden. Het ergste voor hen is als er sneeuw ligt: dan zijn nagenoeg alle voedsel bronnen verstopt en is het vasten geblazen. Het is ook een kenmerkend feit, dat vele vogels in de wintertijd de neiging hebben zich wat dichter bij of zelfs in de bewoonde wereld op te houden het is alsof ze het kam- peerleven even vaarwel willen zeg gen. Natuurlijk worden de vogels ook wel gelokt door wat voedsel en wie bijvoorbeeld in z'n tuin, waar uiteraard wat bomen of ander hout moet staan, etensresten strooit of nog sympathieker wat pinda,s of het vlees van kokosnoten deponeert (doe 't met verstand, want katten zitten altijd op de loer), kan ervan op aan, dat hij velerle bezoek krijgt. Niet alleen van de gewone huismussen, van de winterkoninkjes en van de mezen hebt u al eens geconstateerd hoeveel soorten mezen er zijn? maar kan ook vogels ver wachten, die mén heel het jaar door niet in een tuin waarneemt en die men alleen in de bossen thuis dacht. BONTE SPECHT De bonte specht is al eveneens een, vriend van pinda's en hij vertrouwt er op, dat de mensen, die hem deze traktatie bezorgen, geen luchtbuksen voor de dag zullen halen of hem op een andere manier naar het leven staan. Mogelijk kunt ge zo een gast dan van zeer nabij, van achter uw woon- kamerraam, observeren en uw ple zier beleven van deze zo fraaie klant, die in meerdere formaten ver schijnt, die de basten van de nootjes stuk hamert met z'n lange sterke snavel, om als beloning daarvoor de heerlijke vrucht te verorberen. In de zomer in het bos, waar hij thuis hoort, kunt ge deze vogel niet zo dicht naderen. Dan immers ver dwijnt hij onder alarmerende roepen verder het bos in. Nu echter kunt ge zijn fraai kleedje bewonderen: de mooie kop, het zig-zag zwarte randje aan de vleugeleinden, de zacht rossige kleur van de snuit en de vertikale strepen over z'n vleugels. Doch ge ziet hem nu opeens bezig, terwijl hij aan z'n „rozenkrans" hangt, op de tafel van de natuur. NIET DOOD Zo nu en dan vliegt hij even weg om de nabij staande boomstammen aan een grondige inspectie te onder werpen en de mezen even gelegen heid te geven van het goede der aarde te genieten, maar de trakta tie in de takken beschouwt hij toch als hoofddoel. Dan moeten de zwak kere meesjes weer plaats maken! Neen, de winter is niet dood. Wan neer men geduld heeft, verneemt men nu en dan zelfs het als inge keerde gezang van een winterko ninkje in de boom bij uw huis: ge kent reeds het drukke gedoe van de mezen, die uw hout afstropen, het drukke gedoe van de mussen, die bij éen straaltje winterse zonneschijn reeds een spektakel maken alsof de lente al in het land is. En wie er oog voor heeft, ziet zelfs in de kreet van een Vlaamse Gaai of de roep van een kraai, al mogen ze muzikaal ook op 'n laag pitje staan, iets van het opwekkende leven in de natuur. van 22 januari 1910 In het „streupen" ligt voor ve len zo'n grote bekoring, dat zij slechts met grote moeite er aan kun nen weerstaan. Soms leeft de oude jachtnatuur zo heftig op, dat zij toch bos- of heidepad opgaan en zolang rondjagen, dat zij genoeg buit heb ben of gesnapt worden. Helden zijn in bange ogenblikken lang niet alle „streupers". Zij schie ten er niet gaarne 't hachje bij in en kiezen liever het „hazenpad" dan bos- of heipad. Zo ook waren zondagnacht een tweetal stropers met een licht bak bezig nabij de Weverslose berg en werden hierbij door veldwachter Janssen betrapt, waarop beiden aan de haal gingen. Een ervan wist te ontkomen, doch de ander kwam in een brede sloot terecht en viel daar in handen der politie. Met achter lating van geweer, lichtbak en een haas, bovendien doornat en een pro cesverbaal op de koop toe, kon de onfortuinlijke jager naar huis gaan. Op dergelijke manier zou de jacht- lust wel verminderen, ofeen volgende keer beter! - Alhier werd aanbesteed het timmerwerk van twee woonhuizen, voor rekening van de heer Ma assen aan de Langstraat. Er waren 7 in schrijvers. Hoogste Jac. van Dijk met f 680. Laagste Gerard Potten met 557 aan wien het werk werd ge gund. Te Oostrum werd aanbesteed het bouwen van stallen voor reke ning van de heer A. Loonen. Er wa ren 10 inschrijvers. Hoogste Dinghs- Janssen, Castenray met 2.238. Laagste Jac. van Dijck en G. Poels met 1.610, aan wien 't werk werd gegund. Met de Vastelaovenddagen zal de Fanfare Euterpe een groot con cert met toneeluitvoering geven, met medewerking van het jeugdige maar reeds zeer gunstig bekend staande zanggezelschap „Ons Genoe gen" te Oirlo. Aan de Gasfabriek te Venray waren verkrijgbaar: grote cokes van 100-1000 1,40 p. 100 kg van 500-10.000 kg 1,30 p. 100 kg kleine cokes 1.20 p. 100 kg IJSPRET De jeugd juichte, toen zaterdag avond een schoolplein onder water werd gezet. Het was een attentie van de gemeente, die zondag een spiegelende ijsbaan opleverde een van de vele in Nederland waarop jong en oud dit weekend het eerste schaatsplezier van 1960 beleefden. Dit bericht geïllustreerd met een grote foto, kon men maandag j.l. aantreffen op de voorpagina van „de Volkskrant". Inderdaad een zeer attente ge meente bezorgde hier haar jeugd een leuke, sportieve winter-zondag en men mag gerust aannemen, dat bij blijvende vorst de jeugd daar nog heel lang plezier van zal be leven. Enkele weken geleden stelde ik in dit blad de gemeente voor, het ter rein aan de Schoolstraat, waar voor heen de noodwoningen stonden/ te egaliseren en bij een vorstperiode onder water te zetten, zodat men een prachtige ijsbaan midden in de kom had. Helaas, onze gemeente is niet zo actief en attent voor haar jeugd als die in bovenvermeld bericht. Geen enkel raadslid die er in de laatste raadsvergadering een balletje over op wierp, ondanks het feit, dat velen van hen destijds bij de gemeente raadsverkiezingen beweerden de ontspanningsmogelijkheden van de jeugd voor te staan en te willen be vorderen. Maar hier geldt waarschijnlijk, luister naar mijne woorden, maar zie niet naar mijne daden. In ieder geval heeft het gemeente bestuur hier de prachtkans voor de jeugd voorbij laten gaan. U, geachte redactie, dankend voor de plaatsruimte. M.S. WIEN NEERLANDS BLOED DOOR DE ADEREN VLOEIT Het was op een van die regenach tige middagen tijdens de Kerst- vacantie, dat onze kinderen een stel vriendjes en vriendinnetjes mee gebracht hadden om bij ons hun vrije tijd door te brengen. Op een gegeven moment moest 'n ieder „zijn eigen lied gaan zingen" wat tot ge volg had, dat het hele Kerstreper toire luidkeels ten gehore werd ge bracht. Toen die voorraad uitgeput was kwamen andere liedjes op de prop pen, die kennelijk ook op school ge leerd waren, doch die mij als (on moderne) ouder wel vreemd in de oren konken, zoals b.v.: „mijn vrijer is bij de marine" en „moeder, mijn vrijer staat voor de deur". Dit was voor mij aanleiding om eens te wijzen op enkele vaderlandse liedjes, zoals: „waar in bronsgroen eikenhout" en het „Wilhelmus" Gehoord hadden ze deze liedjes wel eens, maar verder dan 2 tot 3 re gels brachten ze het niet, terwijl de nachtigaal in het bronsgroen eiken hout vervangen was door een zin gend papegaaitje. En zo was het met zeer vele vaderlandse liederen, die wij vroeger op school toch allemaal tot en met van buiten- kenden. Nogmaals, ik ben maar een on moderne ouder. Toch geloof ik geust, dat het slapende boertje met z'n karretje op de zandweg, intussen de eeuwige rust ingegaan is, maar ook dat de vaderlandse liederen van vroeger voor zover ze niet ver vangen worden door meer actuele of modernere nog steeds die aan dacht verdienen welke er vroeger aan gegeven werd. Dit schijnt echter in het huidige eerplan niet het geval te zijn, wat werkelijk geen vooruitgang is. EEN HUISMOEDER HAKENKRUIZEN Practisch heel de vrije wereld is verontwaardigd door de golf van anVi-semitisme, die overde wereld speelt, waar minder fraaie leuzen op de muren gekladderd worden, ver gezeld van de beruchte hakenkrui zen. Zondag j.l. zag ik in ons Venray - in de Patersstraat ook enkele hakenkruizen getekend. Ze vielen niet erg op en wellicht, dat slechts weinigen ze zagen. In geen enkele krant zag ik er iets over geschreven en ik geloof ook wel, dat dit kwa- 'TEL. 1070 jongenswerk geweest is. Laat die kwajongens dan bedenken, wat deze kruizen voor ons allen en voor velen in het bijzonder te betekenen heb ben gehad. Welke angst, leed en el lende deze bezorgd hebben. Vermoedelijk hebben ze daarvan helemaal geen begrip of kennis, en rest ons niets anders dan hun dit hardhandig aan het verstand te brengen, wanneer ze betrapt worden bij hun kladderij. N.S. WIJNWONDER OF TELEVISIE- WONDER? In de wereld, waarin wij leven, geloven vele mensen alleen nog aan wonderen als T.V. en radio en uit de ruimte terugkerende raketten. Maar niet aan echte wonderen. Misschien kan men beter zeggen, dat het wonder geen plaats in hun gedachten inneemt, zoals aan enge len, duivels, genade en zelfs God geen aandacht wordt besteed. Met een duur woord noemen katholieken dit het „proces der secularisatie". Voor henzelf vormt dit verschijn sel een benauwende werkelijkheid, zoals het dat is voor vele andere christenen. Maar voor het grootste deeLder mensen betekent de afwe zigheid van God en van de hele on zichtbare werkelijkheid de ge woonste zaak van de wereld. Men maakt er zich niet druk over. De technische vooruitgang en vooral de ruimtevaart acht verreweg het grootste deel der mensen wél be langrijk, wél wezenlijk. Hoe moeten wij, katholieken, ons voelen in deze wereld, in deze men taliteit, als wij op de Tweede Zon dag na Driekoningen luisteren naar het verhaal, bekend als het „Wonder van Cana?" Slome jongens, achterlijke vrou wen zouden velen ons willen noe men, als ze wisten, dat wij in alle ernst daarnaar luisteren. Of anderen zouden willen zeggen, dat we zelf maar moeten weten of we dit geloven of niet. Voor hen zijn wonderen onbenulligheden, fanta sieën. Zijn wij dan werkelijk ook zo naïef, zo achterlijk, als wij in ernst geloof hechten aan het optreden van Christus? Is het dom in het wonder een be wijs van zijn Godheid te zien? Maar al tegoed weten wij, dat het geloof in wonderen niet ijdel is. Jazeker, het zal jaren duren eer ons geloof in zekerheid zal worden omgezet. Het zal tot onze dood du ren eer wij de beloning ontvangen voor een hecht geloof, dat niet ge wankeld heeft. Dat maakt het grote verschil uit tussen hen, die niet en hen die wél geloof hebben gehecht aan simpele verhalen als de bruiloft van Cana. Met Cana, geloven we ook aan Calvarië en aan het Kruis en de Verrijzenis en de H. Geest, Ons ge loof beperkt zich niet tot die simpele verandering van water in wijn, maar het omvat de hele hemelse werke lijkheid, de onzichtbare wereld. Bij God in de eeuwigheid begint ons geloof en het eindigt ook bij Hem. Cana als wonder is beslist geen fantasie, geschikt voor onderontwik kelden, het is de tip van de sluier, die ons wordt opgelicht. Het Evangelie zegt: „Jezus open baarde Zijn Heerlijkheid". Die om vat meer dan telefoon, radio, T.V. en ruimtevaart, oneindig veel meer. DIENSTOPZICHTER OYMANS VAN DE P.T.T. MET PENSIOEN Als op 23 januari a.s. de heer J.L. Oymans, de gepensioen-gerechtigdde leeftijd heeft bereikt, dan zal nood zakelijk aan dit werkzame en ar- beidszame leven, ongeveer 40 jaar in dienst van de P.T.T., sinds 1947 als opzichter in de dienstkring Ven ray een einde komen. Wie nu een van de kengetallen 4780 enzovoorts, of 4760,4709 of hoe deze ook zijn, van de gemeenten Venray, Horst, Sevenum, Grubben- vorst, Broekhuizen, Meerlo, Wans- sum, Verlingsbeek en een gedeelte der gemeente Bergen, draait, zal zich nog moeilijk kunnen voortellen, dat na de laatste oorlog de automa tisering in dat gebied zijn beslag heeft gekregen. De tijd van telefonistes en het draaien met de „koffiemolen" ligt dus achter ons. Met deze omscha keling heeft 't hoofd van de dienst kring een werkzaam aandeel gehad. De automatisering ging door van het ene dorp naar het andere, bo vengrondse leidingen werden ver vangen door ondergrondse. Legio waren de wachtlijsten van de aanvragers en waren het voor de oorlog maar enkele tientallen welke in de dorpen telefoon hadden, thans zijn het diezelfde dorpen welke dik wijls vertienvoudigd zijn in tele foonaansluitingen. De draadomroep had zorgen in de gemeenten Horst Venray. Ontelbaar waren de moeilijkheden van herstel van geleden oorlogsschade, maar mede dank zij het doorzettingsver mogen voor materiaal en uitbreidin gen van batterijen, werd de wacht lijst steeds kleiner. Waren het enige jaren geleden maar enige serietoe- stellen, thans zijn het er tientallen in dit ambtsgebied. Niet alleen, dat de aangeslotenen n deze dienstopzichter een begrip- vole raadgever hadden, voor het on der zijn gezag staand personeel was de heer Oymans een humane chef, welke immer meeleefde met hun moeilijkheden. Oymans kende geen moeilijkheden en wist steeds uit komst te geven. Het is geen wonder, dat het be drijfsleven wat zo nauw met hem te maken had, juist in de naoorlogse jaren de gelegenheid wil aangrij pen om ter gelegenheid van het afscheid te huldigen en te danken, omdat er geen andere gelegenheid is. Ook de personeel van de kring Venray wil in dit afscheid haar chef huldigen en danken voor de beleid- vollen wijze waarop hij ruim 12 jaar hun belangen heeft behartigd. Als Helmonder begonnen bij de technische dienst aldaar, waren het niet veel standplaatsen voordat te Venray het einde kwam. Na Helmond volgde Breda, weer terug in Helmond volgde Breda, weer terug in Helmond, waarna het Noorden des Lands Franeker en Leeuwarden, weer terug naar het Zuiden, waar de Venlose wederop bouw enige jaren een kracht in hem vond. In 1947 kwam hij naar Ven ray toe. Voor het bedrijfsleven is de gele genheid om afscheid te nemen na de H. Mis van dankzegging ten huize van de heer Oymans op 1 februari a.s. van 11 tot 1 uur Pastoor Rutten- straat 1 Venray. Het personeel der P.T.T. krijgt de gelegenheid in een der Venray se ge legenheden in de namiddag en dan zal blijken welke plaats de heer Oyman heeft weten in te nemen in de rij der P.T.T.-ers. 10-JARIG BESTAAN TEXTIELARBEIDERSBOND Zaterdag 9 jan. j.l. heeft de Tex- tielarbeidersbond „St. Lambertus" afd. Venray haar tien-jarig bestaan, op feestelijke wijze gevierd. Nadat 's morgens uit dankbaarheid een H. Mis was opgedragen, werd 's avonds in zaal Wilhelmina door het bestuur een gezelige avond aan geboden. De voorzitter heette hier alle leden met echtgenote of verloofde en ge nodigden een hartelijk welkom, hij memoreerde hoe in de afgelopen 10 jaar,na vele ups en downs de afde ling heden een ledental bereikt heeft, dat nimmer te voren bereikt was, ook de samenwerking tussen St Lambertus en werkgevers was in deze jaren gegroeid tot meer begrip in belang van beiden. Ook de geestelijk adviseur kape laan van Leipsig feliciteerde de afd. met deze bereikte mijlpaal, hij waar schuwde de aanwezigen, dat men niet bij de bereikte resultaten moest blijven stilstaan, nog velen moeten rond komen met een inkomen, dat absoluut onvoldoende is om een ge zin in deze tijd van het aller nood zakelijkste te voorzien, dat de afge vaardigden der arbeiders, op alle posten toch blijven ijveren, dat ook deze een loon gaan verdienen, dat menswaardig genoemd mag worden, zo eindigde hij zijn betoog. District-bestuurder van Gils haal de ook het een en ander op over de afgelopen jaren en zeide, dat Venray een moeilijke afdeling was, omdat zij vele dames onder haar leden telt, toch is de afd. Venray er in geslaagd telken jaren haar ledenstand op pijl te houden, en zelfs op te voeren. Hij hoopt, dat in de toekomst op dezelf de voet werd doorgewerkt. Ook de K.A.B.-voorzitter de heer

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1