Zalig Nieuwjaar Problemen uit het afgelopen jaar.. WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Lezers schrijven... <CA Zaterdag 2 januari 1960 No 1 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 PRIJSEER KWARTAAL 1.40 BUITEN VENRAY Ut Nu we dit schrijven zijn we nog enkele uren van het oude jaar af en als U dit leest wijst de kalender al 1960 aan. Dan is dus weer een jaar voorbij. En met de vreugde om het nieu we dat komen gaat, is er de wee^ moed om het oude, dat definitief ten einde is en weg is. Alleen de herinnering blijft. De herinnering aan de goede en mooie momenten in het mensen leven, de herinnering ook soms aan droeve, beroerde dingen, die lit tekens achterlaten in hart en geest. En juist met deze feestdagen, nu we weer staan voor een nieuw begin, komt dat allemaal weer terug. In een verloren ogenblik peinst ieder mens toch even over het jaar dat van hem gaat, over al les wat het bracht. En dan worden nieuwe plannen gemaakt voor het jaar dat komen gaat Zoals dat is bij ieder mens per soonlijk, zo is dat in de familie kring, waar het wel en wee van be sproken en overdacht wordt. En zo is het ook in die grote familie, die Venray heet. Want of we willen of niet we zijn lid van die gemeen schap waarin we wonen en we heb ben deel de een meer, de ander minder aan wat in die gemeen schap gebeurd. Aan de goede, maar ook aan de beroerde dingen En waar de plaatselijke krant het geweten van zulk een gemeenschap wordt genoemd, is 't ook haar taak om bij dat overschrijden van die jaardrempel even terug te blikken, even te memoreren de goede en de kwade kanten van het afgelopen jaar. U vindt dat in een overzicht en ook de „nieuwjaars-dichter" draagt zijn steentje daaraan bij. Het is misschien voor ons allen nog eens goed in kort bestek ons gemeenschapsleven van het afgelo pen jaar in vogelvlucht nog eens te overzien en geleerd door de fouten en feilen met frisse moed aan het nieuwe te beginnen. Wij voor ons maken bij deze jaarwisseling graag van de gele genheid gebruik dank te zeggen. Dank te zeggen aan onze abonnee's voor wie Peel en Maas de graag ge ziene gast in hun huizen is. En we zijn er trots op en dank baar voor, dat in practisch ieder huis van onze gemeente en in vele van de nabuurplaatsen onze krant een regelmatige gast mag zijn. Dankbaar zijn we onze adverteer ders voor hun steun. Zonder hen is het financieel onmogelijk voor een krant te blijven draaien. Dank aan onze medewerkers op zoveel terrein, dat zij ondanks de vele moeiten, die wij hun soms be zorgden ons zijn blijven steunen. Wij zien in hun hulp ook een stuk waardering voor de plaatselijke krant, die reeds 81 jaren oud, nog steeds zijn eigen plaats inneemt in onze Venrayse gemeenschap. Moge deze drie-eenheid: medewerkers, abonnee's en adverteerders, ook het komende jaar het mogelijk maken, dat Peel en Maas zijn taak kan blij ven vervullen En tenslotte dank aan de meer dan honderd abonnee's in de andere werelddelen. Hun soms zeer waar devolle brieven vormen een bewijs te meer, dat Peel en Maas een ster ke band is, die hun nog bindt aan de soms lang verlaten woonplaats. En als wij U dan allen een zalig nieuwjaar toewensen, dan is dat met het oprecht verlangen, dat het komende jaar inderdaad voor U en de Uwen een gezegent 1960 moge zijn. OPENBARE BEKENDMAKING De burgemeester der gemeente Venray maakt bekend, dat op het gemeentehuis afdeling I voor een ieder ter inzage liggen de beschik king van de Minister v. Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening van 10 januari 1957, no. L/PA 3012 en de daarbij behorende op deze gemeen te betrekking hebbende lijst, zoals deze gewijzigd is bij de beschikking van 14 nov. 1959, no. L/PD 1195. Deze beschikking verbiedt de teelt van aardappelen in een tuin, gelegen binnen een in die lijst om schreven gebied, behalve op dat ge deelte van die tuin, dat voor het be trokken teelt jaar is aangeduid op 'n door of vanwege de directeur van de Plantenziektenkundige Dienst vervaardigde situatieschets van die tuin. Telers van aardappelen in tuinen, waarop bovengenoemde beschik king niet van toepassing is, zijn ge houden bestaande voorschriften nauwkeurig op te volgen, te weten slechts daar aardappelen te verbou wen waar deze in de twee vooraf gaande jaren niet hebben gestaan en bovendien jaarlijks niet meer dan hoogstens 1/3 gedeelte van de tuin. Telers op wier tuin door deze be kendmaking de beschikking no. L PA 3012 van toepassing wordt en die nog niet in 't bezit zijn van de situatieschets kunnen deze schrifte lijk aanvragen bij de Plantenziek- «enkundige Dienst Swalmerstraat 12 .Roermond. 1959 is alweer verleden tijd. De jaren gaan al maar vlugger naar 't schijnt en voor men 't weet is men al weer toe aan een nieuwe kalen der, die dan ditmaal het trotse jaar tal 1960 draagt. Bij het opmaken van de balans over de tijd, die dan nu weer achter ons ligt, komt automatisch ook de vraag naar voren of 1959 voor onze gemeente een „goed" jaar was. Nu is het natuurlijk de vraag wat men feitelijk wel onder „goed" verstaat, maar laten we het dan maar opvat ten in de zin van „vooruigang" en „bloei". Zo zonder meer is daar geen ant woord op te geven. Het maatschap pelijke leven speelt zich af op zo vele trreinen, dat men die feitelijk stuk voor stuk zou moeten bekijken, om naar aanleiding daarvan ten slotte een gefundeerd antwoord te kunnen geven. Een van die terreinen is WONINGBOUW Als we weten, dat in plan Zuid 17 be jaarden-woningen en 43 normale gezinswoningen zijn klaar gekomen, dat daar nog 48 flatwoningen en 6 bejaarden-woningen, dat men in Oostrum met 10 woningwetwonin gen bezig is en in Merselo met 2, dan zou men moeten zeggen, dat op het gemeentelijk woningbouw-ter- rein, toch de nodige activiteit aan de dag gelegd wordt. Want daarnaast zijn er ook nog 44 particuliere woningen klaargeko men of in aanbouw en dat alles is toch geen kleinigheid. Inderdaad niet, maar desondanks vieren we een treurig lustrum. Want ondanks die bouwactiviteit, die zo op het eerste gezicht geweldig aan doet, is nu al meer dan 5 jaren het aantal woningzoekenden niet klei ner geworden dan 300 mensen. 300 mensen staan nu al jarenlang en dat aantal wordt maar niet kleiner op de lijst voor een wo ning. En dan praten we niet over alle mogelijke noodwoningen, die in centrum en op de kerkdorpen zo nog overal verspreid liggen en die feitelijk al jarën geleden hadden moeten zijn opgeruimd. Is dus enerzijds een verheugende bouwactiviteit waar te nemen, aan de andere kant is het steeds maar hetzelfde getal woningzoekenden nog steeds een dringend teken aan de wand. Er zal dus meer gebouwd moeten worden. Men zal grotere toewijzi- gingen moeten zien te krijgen, ook al omdat we meer industrie aan moeten trekken. En er zal meer particulier gebouwd moeten wor den. Die particuliere bouwerij is in het afgelopen jaar menigmaal on derwerp geweest vaa artikelen in dit blad, want naar ons gevoelen gaat die niet bepaald over rozen. We hebben moeten constateren dat nu al maanden de particuliere bouwer zit te wachten op een nieuwe pre mie-regeling, die wel schijnt te ko men, maar zo duister is, dat zelfs de ambtenaren er niet uit kunnen. We heben er op gewezen dat vele kleine aannemers met hun duimen zitten te draaien en hun werkvolk naar Duitsland zien vertrekken, en we hebben er tenslotte op gewezen dat voor particuliere bouw in onze gemeente bar weinig mogelijkheden zijn, met name in de kom, waar men alleen in plan Zuid hiervoor een zeer duur terrein heeft gere serveerd en dan nog rond het Nas- sauplein, maar daar moet men ex perimentele bouwsels plaatsen, die ook experimenteel geld gaan kos ten. We hebben gevraagd om duidelij ke inlichtingen voor de particuliere bouwer, die trouw telkens naar de zelfde adressen wordt gestuurd om grond te kunnen kopen, terwijl de betrokken eigenaren al honderden keren te verstaan hebben gegeven geen grond te willen verkopen. Het zou ons te ver voeren in dit overzicht de vraag te stellen, hoe het mogelijk is dat onlangs in de Pr. Hendrikstraat nog grond aan particuliere bouwers is verkocht, terwijl twee jaar geleden in de gemeenteraad al verteld werd dat deze straat uitverkocht was. Een Jkwestie van voorlichting die ook niet schijnt te kloppen. Onze eindconclusie kan dus zijn, dat ondanks het vele dat is ge beurd, er nog altijd te weinig ge beurt, om de steeds maar hoge wo ningnood te lenigen, terwijl het voor de particuliere bouwer nodig is, dat wat de gemeente zelf kan doen, ook zo goed mogelijk gedaan wordt. Nauw verband met de woning bouw houdt de STEDENKUNDIGE ONTWIKKELING In januari van dit afgelopen jaar heeft men in de raad bepaald, dat een uitbreidingsplan in voorberei ding is voor West. Reeds eerder had de voorganger van Ir. Magry een plan daartoe ont worpen, maar nu zou men dan eens definitief werk van deze uitbreiding gaan maken, temeer waar plan Zuid zo langzaam maar zeker volgebouwd wordt. Behoudens een vraaggesprek dat een onzer met de stedebouw- kundige had en waarin tot uiting kwam, dat hij bezig is plannen te ontwerpen voor een woonkern in West die over ongeveer 30 jaren 16.000 mensen kunnen bevatten, is er officieel verder niets uit de bus gekomen. Nu vinden we, gezien de plannen die al klaar lagen, een jaar toch nog immer een hele tijd om iets uit te kunnen werken en we betreuren het dan ook, dat 1959 geheel voorbij moest gaan zonder dat definitieve plannen voor West op tafel kwa men. Terecht kan men zeggen, dat er binnenskamers wel het een en an der over te doen is geweest, zelfs, dat er voor gevochten is, maar de simpele leek moet vaststellen, dat de plannen voor uitbreiding niet of ficieel zijn, al is op het scheiden van de markt een verbetering van het wederopbouwplan bekend gewor den. Voordat mogelijke plannen kunnen worden gerealiseerd, gaat er gewoonlijk veel tijd verloren en we kunnen wat dit onderdeel be treft, dus niet snel genoeg zijn. INDUSTRIALISATIE We zijn op dit moment het onder werp van liefst drie min of meer lij vige rapporten. Namelijk van het jubileumboek van de Kamer van Koophandel, van het peilingsrap port der Commissie Sociale plan ning en van dat der Commissie voor Agrarische Belangen in Limburg. In al deze rapporten wordt de noodzaak van een verder gaande industrialisatie van ons aller Ven ray nog eens uitdrukkelijk onder streept. Welnu we mogen vaststellen, dat de bestaande industrieën een gezon de groei kennen. Mulders heeft plan nen voor verdere uitbreiding, Cus- ters heeft ze al grotendeels verwe zenlijkt. Inalfa begint, zo gauw het mogelijk is. Er komt een „eierfabriek" en een metaalwarenfabriek binnen afzien bare tijd. dus groei zit er in. Of dat voldoende is, blijft nog een open vraag.Een vraag die o.m. de in gestelde industriële commissie zal oplossen en waaruit zij dan de con sequenties zal dienen te trekken. Zeker is, dat de benoeming van Venray een winstpunt is in de slag, faciliteiten voor fabrieksbouw, voor Venay een winstpunt is in de slag, die allerwege om de industrie ge voerd wordt. Zeker is ook dat een der eerste op gave in het komend jaar een uit breiding van het industrie-terrein zal zijn en dat daarmede inhaerent zijnde ontwikkelingsplannen dienen te worden opgesteld. Nauw verband met de industriali satie houdt ook het probleem: pen delaars, waarin een van onze plaat selijke industrieën in de loop van het jaar in een huis-aan-huis-folder meende te moeten wijzen. Nog te velen zoeken werk buiten Venray, waar in Venray zelf een tekort is. Ook in dit onderdeel, waarbij de ge meentelijke classificaties in ver schillende CAO's ter sprake komt, zal onderwerp van studie uit dienen te maken. Het grootste gebeuren van 't begin der Midden Peelweg heeft ook weer geaccentueerd de noodzaak van een betere verbinding van Venray-cen- trum via de Beekweg met de weg naar de Rips. Ook hier zal men de aandacht op moeten blijven vestigen, daar het aan- en af voerprobleem voor de in dustrialisatie en dus voor Venray van groot belang is. Naast het begin van de Midden Peelweg mogen we aanstippen de verbetering van de weg Venray- Horst en het begin aan de omleg ging van de Deurneseweg. Maar daarnaast ook nog eens de aandacht vestigen op de Deurneseweg zelf, waar fietspaden toch wel dringend gewenst zijn, zoals trouwens in een der genoemde rapporten ook wel wordt benadrukt. Of de uurdienst die in mei a.s. begint bij de Ned. Spoorwegen op het traject Nijme- gen-Roermond nog veel succes zal hebben voor Venrayse reizigers, wa gen we te betwijfelen, daarvoor heeft de N.S., Venray te lang ver waarloosd. Maar slechter worden doet het de verbindingen met Ven ray in geen geval worden en, dat is al winst. Een misschien dwaze wens, waar over we jammer genoeg zo weinig horen in alle mogelijke rapporten, is een betere uitbuiting van de Wellse brug door de Duitsers. Welke in stantie er in Duitsland op gewezen dient te worden, dat men via deze brug en de nieuwe Beekweg in de toekomst een auto-strada krijgt, die tot midden in Brabant voert en daar aansluiting geeft op de grote snel wegen naar Utrecht, Den Haag, Rot terdam en Amsterdam weten we niet. Maar het zou toch de moeite waard zijn om b.v. via de industrie commissie de Duitse visie hierop eens te horen. Om, zoals nu, om 11 uur aan een gesloten grens te staan, is niet be paald bevordelijk voor het groeien de grensverkeer, noch voor 'n doel matig gebruik van deze brug. ONTWIKKELING EN ONTSPANNING Hebben we al een belangrijk on derdeel, nl. de verbindingen in ver band met de industrialisatie naar vorengebracht, een ander zeker zo'n belangrijke factor is bv. het onder wijs. De klacht, dat men voor hoger personeel in de industie buiten Ven ray blijft aangewezen, zit nog altijd hoog. Men moet naast LTS, moge lijkheden scheppen, UTS en HTS te volgen. Hiervan wordt nog te wei nig gebruik gemaakt. Wat 't overige betreft Dat het lyceum enkele noodklas- sen in het afgelopen jaar heeft kun nen openen is enerzijds gelukkig, omdat het onderwijs door kan gaan, maar van de andere kant hebben we met noodgevallen de meest vreemde ervaringenzie maar eens de barak in de Patersstraat. De De jongenssschool in het rectoraat nadert zijn voltooing, waarmede het scholenplan in deze parochie ook zijn verwezenlijking krijgt Leunen krijgt nu ook zijn kleu terschool en Castenray bezint zich of het patronaat niet door een perma nent schoolgebouw vervangen kan worden. Een gymnastiekzaal in de kom is klaar en de andere daar is men dan eindelijk weer mee begonnen. Rijks molens malen langzamer dan Ven- rays betonmolens. De LTS puilt uit van de leerlin gen, maar of men daar de reeds ja ren bestaande uitbreidingsplannen nu ook eens een keer kan verwe zenlijken, daaraan gelooft niemand meer. Hetzelfde geldt voor de bouw van een land- en tuinbouwschool. Werd die voor enkele jaren nog dringend nodig geacht, nu spreekt er geen mens meer over. En toch dringt men in verschil lend rapporten vooral aan op uit breiding en veelzijdigheid van 't nij verheidsonderwijs. Zowel voor jon gens als voor meisjes. Hoe dit te rijmen? 1960 zal naar onze overtuiging ook hierin geen op lossing brengen. En dan de ontspanningsmogelijk hedenHet sportplan staat al lang op papier, maar zijn we goed ingelicht dan is Den Haag eindelijk bereid een deel daarvan in 't begin van I960 te verwezenlijken, zodat dus ook aan de nood, die op dit ter rein heerst, nu langzamerhand een einde gaat komen. Zwembad en recreatieoord staan ook al op papier, maar of dit in 1960 al enige kans van slagen heeft, wa gen we te betwijfelen. Het zwembadplan mag dan bij de laatste instantie zijn, die er wat over te zeggen heeft, daarmede zijn we nog niet aan verwezenlijking toe. Men mag ons wat dit betreft rus tig voor pessimist uitmaken, daar zal dan de teleurstelling van andere jaren wel debet aan zijn, maar aan zwembad geloven wij beslist niet meer, voordat we de eerste duik hebben kunnen nemen. En dat is zeker niet in 1960, hoe jammer het ook is. Wat we wel geloven is, dat onze kinderspeeltuin ook in het komende jaar succes zal boeken. Men loopt gelukkig alweer met de nodige plan nen voor uitbreiding en vergroting, van dit comité alleen maar stimu lerend werken t.o.v. anderen. En wensen hun graag ook alle succes toe met de camping-plannen. Wat we ook verwachten is de eerste steenlegging voor de schouwburg of cultureel Centrum of hoe men het noemen wil.. De eerste noodwonin gen zijn er al het slachtoffer van geworden en den Hölteren Hoek wordt al kaler en kalerDie zal dus bebouwd moeten worden en we mogen hopen en verwachten, dat 1960 de realisatie van veel van de plannen, zal gaan brengen Dat de jeugd-O. en O. ook het succes van 1959 in 1960 zal prolon geren, helpen wij gaarne hopen, omdat hierdoor voor de toekomst Venray een tikkeltje meer cultuur- minded wordt, dan heden, ondanks het bepaald groot aantal intellec tuelen dat onze gemeente telt De ervaringen van de ouderen-O. en O. en nu bij de cyclusfilms, to nen hoe nodig dit is. LANDBOUW Een van de pijlers van ons ge meentelijk bestaan is zeker de land bouw, die dit jaar wel uitzonderlijk slecht er van af gekomen is. Terwijl we allen in zon en hitte vacantie konden houden, verschroeiden op de akkers de vruchten, droogden de weiden uit en kreeg men hier een toestand, die niets minder en meer was dan een ramp, al is dat tot he den toe nog niet zo duidelijk naar voren gekomen. Deze uitzonderlijke droogte-perio de heeft nog eens temeer de aan dacht gericht op een goede water huishouding, waaraan in deze stre ken, met z'n van nature al te droge grond, nog wel het een en ander mankeert. Dat is reeds eerder dan in het ontwikkelingsplan naar voren gekomen en is een van de reden geweest om te starten met het Lol- lebeekplan. Door een onjuiste voorlichting o.i., is over dit Lollebeekplan in het afgelopen jaar nogal een en ander te doen geweest. Zo vreesde men in Ysselsteyn het herstel van de fouten en feilen in het oude boerenland ook te moeten bekostigen, maar dat was gelukkig niet waar en zo is de vrede weer gekeerd. Intussen wordt er achter de scher men hard gewerkt aan de verwe zenlijking van het Lollebeekplan. Een niet geringe opgave, waaraan deskundigen hun handen vol heb ben. Voor de buitenwereld, die na tuurlijk op resultaten zit te wach ten, is dat niet zo prettig maar we mogen aannemen, dat in 1960 ook naar buiten uit een begin gemaakt wordt aan de uiteindelijke verwe zenlijking van dit grootse plan. Een plan, dat naast de absolute voorde len voor de boer zelf, ook voor de gemeenschap van groot nut is. We denken aan waterleiding, waar te veel mensen met te slecht water van verstoken blijven en waarvoor aan- sluitingskosten abominabel hoog lig gen, we denken aan gas en electri- citeit en memoreren nog gaarne het cadeau van de PLEM, waarvan Merselo zo van heeft geprofiteerd. En zeker aan de zandwegen-mi sère, waar men nu al jaren mee tobt. Gelukkig is er nu enig licht in de duisternis gekomen en heeft een op timistische burgervader in een van de laatste raadsvergadering kunnen vertellen, dat er dit jaar 35 km zandwegen verhard gaan worden. Daar houden we het dan maar op, al blijft daarnaast het werk der wegschaaf nog altijd dringend no dig. En dat men in het oude boeren land, dat niet in het Lollebeekplan valt, de toekoms wel een beetje somber inziet, omdat er na verwe zenlijking van het Lollebeekplan, voor hun geen grond overblijft voor sanering, is verklaabaar. Maar wel licht dat men in 1960 elkaar in on derlinge samenwerking kan vinden om gezamenlijk te komen tot een vrijwillige verkaveling, die tezamen met het Lollebeekplan verwezen lijkt kan worden. Geen kleine opgave en geen ge makkelijke, maar toch wel een, die grote verdiensten kan hebben voor heel de Venayse Landbouw, en dat is dan ook de reden, waarom wij dit b.v. gaarne aanbevelen aan 't kring- bestuur der LLTB. GELD Als we dit dan zo eens allemaal bekeken hebben, dan zal iedereen zeggen; ja,ja, dat zal allemaal wel, maar wie zal dat betalen. Ja, laten we U zeggen, dat ook niet te weten. Daar doet het feit, dat er nog geen begroting voor 1960 is weinig aan af, want een gemeentelijke begro ting heeft naar ons gevoelen, bij de huidige gang van zaken geen enkele waarde t.a.v. het toekomstig beleid van de gemeente. We stellen slechts vast, dat finan ciering van vele plannen mogelijk blijkt en is, waar men al in Den Haag en elders in onderling overleg gelden beschikbaar heeft gesteld of in het vooruitzicht. En we stellen daarnaast vast, dat er nog vele an dere kansen liggen om uit de ver schillende ministeries te putten, mits men ze maar op zoekt en kan onderhandelen. 1959 Zo is dan een jaar voorbijgegaan, dat ook in ons Venay zijn sporen heeft achtergelaten. Een jaar van vooruitgang op velerlei terrein, een jaar waarin weer andere initiatie ven zijn geboren, die nu verwezen lijkt gaan worden. Er is veel gebeurd op vele terrei nen. Er moet nog veel gebeuren. Maar laten we ook voor een ding voorzichtig zijn, n.l. voor onze kri tiek Wij, die de dagelijkse gang in onze gemeente meemaken, die iedere week in dit blad de kroniek van deze plaats kunnen volgen, lopen zo gauw voorbij aan dingen, die de vreemdeling opvallen; zien zo gauw alleen maar fouten en feilen, terwijl een vreemde denkt: hé, dat hebben ze hier aardig opgelost Ja zeker, er moet nog veel gebeu ren, er is nog veel te wensen, maar laten we door al dat gewens en die dadendrang toch ook niet de waar dering vergeten, die rustig getoond mag worden voor wat op zo menig terein gedaan is en gedaan wordt. i SCHENDARTIKEL Geachte redactie, Er zal geen redelijk mens voor stander zijn van de hand- en span diensten, maar is het daarom nodig, dat er in een R.K. dagblad hier in Limburg ingezonden stukken ver schijnen. waarin een Mijnheer v. Vugt „een 70-jarige Venrayse wet houder" eens even onder schot neemt op een manier, die misschien in de klasse-strijd van de eeuw wisseling in alle mogelijke rode blaadjes succes zou hebben, maar waar we ons nu toch onderhand wel een beetje te beschaafd voor moeten achten. Dit heeft noch met hand-, noch met spandiensten iets van doen, alleen en uitsluitend met fat soen en we begrijpen niet wat voor zin genoemde heer v. Vugt ziet in dit soort tirades, noch hoe een r.k.- dagblad, dat ook iets aan de opvoe ding van haar lezers moet doen, dergelijke schendstukjes opneemt H.F. GEEN NACHTELIJKE HULP Geachte redactie, Op maandagnacht 14 dec. trof on dergetekende een manspersoon aan, liggende aan de voeten van Hen- schenius. Dus doodgewoon op de harde keien van het Henseniusplein. Of de man bedronken was, of dat hij ziek was, was in deze bepaald gure nacht moeilijk terstond te be palen, reden waarom hij naar de telefooncel toog en na de nodige dubbeltjes verzameld te hebben 1234 opbelde ofwel de Venrayse politie. Met de regelmaat van een klok ging de alarm-schel over, maar wie zich meldde, geen politie Dit spelletje is zo ongeveer een kwartier voortgezet, zonder dat er van de andere kant van de lijn ook maar een enkel teken van leven kwam. Maar men kan een medemens bij nacht toch niet op kasseien laten liggen en voor Venrayse clochard laten spelen, derhalve werd gepoogd om dan via 1111 oftewel de brand weer hulp te krijgen. Weer hetzelf de spel, weer geen commentaar Intussen had iemand uit 't gezel schap wel zoveel ontdekt als dat de man dronken was en dus zijn roes uitsliep. Ten einde raad hebben we hem - daarmede allerminst de Samari taan spelende aan zijn lot over gelaten. Zijn we goed ingelicht dan heeft een latere politie-patrouille hem in zijn nachtrust gestoord en hem een betere plaats gegeven om te slapen. Het geval is dus nog allemaal vrij onschuldig verlopen en de Bachus- offeraar kan er hoogstens wat rheu- matiek van overhouden. Maar waar het hier weer om gaat is, dat er nachts in een van de uitgestrekste gemeenten van ons land met ruim 20.000 inwoners geen politie direct beschikbaar is en zelfs 1111 de brandweer verstek laat gaan Dat is toch wel ergerlijk. Moet nu beslist eerst 't kalf verdronken zijn voor men de put gaat dempen? K.S. NIEUWE AKTIE? In uw weekblad „Peel en Maas" van donderdag 19 december jj., werd een oproep geplaatst door de heer v. Vught, stationschef Neder landse Spoorwegen te Oostrum, waarin de inwoners van Venray, die een aanslag hand-, span- en trek- diensten ontvangen hebben, wordt gevraagd bedoelde belasting in na- tura te willen voldoen. M.a.w. de aangeslagenen worden verzocht te komen werken, teneinde aldus het gemeentebestuur te dwingen deze „feodale" belasting af te schaffen. Of de inwoners van Venray aan de oproep gehoor zullen geven laten wij in het midden. Uit bedoelde op roep blijkt wel, dat de heer van Vught, verbazend 't land heeft aan de „hand-, span- en trekdiensten". Nu is het zo, dat de mensen over het algemeen iedere vorm van be lasting niet bepaald leuk vinden. Als wij de heer v. Vught goed be grijpen, is het meer, zoals hij het noemt, het „feodale", het verouder de systeem van belastingheffing, dat hem tegenstaat. Zou de heer v. Vught niet eens willen overwegen om de inwoners van Venray, beter nog van geheel Noord-Limburg, op te roepen voor een protest tegen de verouderde toestand van zijn station, waarmede vooral bedoeld wordt het niet aan gepast zijn van de perrons aan het nieuwe prachtige materieel van de Nederlandse Spoorwegen? De aan het huidige materieel niet aangepaste perrons zijn niet alléén lang uit de tijd maar bovenal le vensgevaarlijk. Het is voor de reizigers makke lijker op het station Venray uit de trein te vallen, dan om behoorlijk uit te stappen. Wil men uitstappen, dan moet dit netjes uitgekiend wor den. Wij doen derhalve de heer v. Vught de suggestie aan de hand om, als „Chef de la Station", eens een oproep te richten tot de inwoners van Noord-Limburg èn zijn col lega's van de stations Vierlingsbeek, Boxmeer en Cuyk, om in een vurig protestschrijven aan de Nederland se Spoorwegen duidelijk te maken, dat het met de bestaande perrons niet langer meer gaat, dat deze per rons van 1880, volkomen uit de tijd geraakt zijn bij het thans in gebruik» zijnde rollend spoorwegmaterieel. Mijnheer v. Vught, wij zien met belangstelling uw ontwerp-protest- nota tegemoet en reken maar, dat

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1