Het jaar O Die middag braken ze de Kerststal af... SPORT De wereld was rijp voor het Christendom STERK! B. KRUYSEN Wanneer er gesproken wordt over de oude Romeinen,zijn velen ge neigd nog altijd te denken aan een zekere primitieviteit in weerwil van het feit, dat wij weten, dat deze Ro meinen toch reeds een belangrijke beschaving bezaten Deze gedachte is niet zo dwaas als ze misschien op het oog lijkt. Want de beschaving der Romeinen was slechts betrekkelijk en afhankelijk van wat ons als begrip beschaving voor ogen staat. Zien we beschaving slechts als materieel, cultureel en wetenschap pelijk, ja, dan mocht die Romeinse beschaving er rond de tijd van Christus zeker zijn. Doch wanneer men het begrip wat meer uitbreidt en trekken wij er ook het mense lijke en morele vlak bij, dan was die beschaving maar betrekkelijk. Door studie van Romeinse ge schriften en van dat wat wij te we ten zijn gekomen uit opgravingen, weten we van deze Romeinen vrij veel af. De historische resten in Rome en andere plaatsen, alsmede de belang rijke opgravingen van Pompei' en Herculanum tonen ons, dat de Ro meinen zich een wereldje geschapen hadden, dat op materieel gebied niet zo erg veel van het onze ver schilde. Techniek en kunst Vooral in de woningen der beter gesitueerden en in de paleizen zien we hun ver ontwikkelde techniek. Zij kenden reeds een voortreffelijk systeem van centrale verwarming, waarbij de warmte door roosters in de vloeren werd aangevoerd. Hun woningen waren pure lusthoven, waarbij zij er steeds voor zorgden de natuur in huis te halen. Men vond binnenshuis schitteren de vijvers met vissen en planten, de architectuur der Romeinen was groots en de eersten van hun tem pels en andere gebouwen geven ons hiervan voldoende indrukken. De beeldende kunst was ook ver ontwikkeld, wij behoeven maar te denken aan de beroemde Venus van Milo", die een lichtend voor beeld is van wat Romeinse beeld houwers in hun mars hadden. De fantastisch mooie fresco's, de muur schilderingen en mozaieken, waarin de Romeinse kunstenaars eveneens uitblonken, tonen welk een hoogte de kunst had bereikt. Hetzelfde geldt voor de pottebakkerskunst waarvan verschillende schitterende amfora's een voorbeeld zijn. In veel opzichten doet hun wereld aan de onze denken, zelfs op tech nisch gebied heeft men zaken ge vonden, die ons verwonderen, zo als automaten, waarin men 'n geld stuk kon gooien en waaruit dan een of ander betrokken kon worden. De zwakke plek De bewerking van stoffen en me talen is trouwens wereldbekend. De enorme veroveringen van de Ro meinen hebben hen in de gelegen heid gesteld hun cultuur wijd te verspreiden en tegenover het vele bloedvergieten en onderdrukken van volkeren staat dus ook een po sitieve kant, n.l. het brengen van hun cultuur, die de onderworpen of schatplichtige volkeren op een ho ger niveau bracht. In het godsdienstige vlak treffen we bij de Romeinen echter een zwakke plek. Zij kenden het veel godendom en we mogen rustig zeg gen, dat de Romein niet bepaald streng gelovig was. Voor twijfelaars bestond er bij allerlei goden en godinnen voldoende keuze en er waren vele tempels en huisaltaren. Van zo'n godsdienst gaat nu be paald geen kracht uit, vandaar ook, dat de Romenen hun kracht meer zochten in het materiële vlak. Dit verklaart ook hun houding tegenover Jezus. Toen Jezus leefde, hadden zij vrijwel geen enkele be langstelling voor hem. Hoogstens daar waar men over hem sprak als een opruier en waar het dus poli tieke zaken raakte. Op dat terrein waren de Romeinen geneigd aan dacht aan zijn persoon te schenken, maar waar sprake was van gods dienstige zaken interesseerde het hen niet. Wat maakte het voor hen uit, dat deze leraar sprak van God. Goed, predikte hij een nieuwe God, die kon er in hun wereldje nog wel bij, zij hadden er toch al zoveel. De bedreigde priesters Anders lag 't ten opzichte van de Joden. Zij toch kenden het één- godendom. Er was één God, ge naamd Jaweh, met Hem hadden de Joden een verbond. De Joden in die tijd waren sterk religieus en de macht van de priesters moet niet worden onderschat. Voor hen bete kende de prediking van Jezus een aanslag op hun macht en een aan tasting van hun God. Een geheel .andere situatie dus dan waarvoor de Romeinen op dit gebied werden geplaatst. Van het standpunt der Joodse priesters uit bezien is het begrijpe lijk, dat zij naar middelen zoch ten om Jezus uit te schakelen. Elke Jood, die Jezus volgde betekende een afvallige van de godsdienst der vaderen en een verlies aan macht voor de priesters in een zo sterk re ligieuze staat. En de kans was om verschillende redenen groot, dat er velen zouden zijn die Jezus volg den. Om te beginnen predikte hij het bestaan van één God, iets dat pre cies paste in het kader van wat de Joden gewend waren, doch ten tweede predikte hij de goedheid en de liefde, het ingaan in het konink rijk des Heren van ieder die in Hem geloofde. De leer van Jezus was iets waar op duizenden hadden gewacht, de tijd bleek er rijp voor en dat is ook begrijpelijk. De Joodse koningen re geerden ook in Jezus' dagen nog als vorsten, zij het onder Romeinse su pervisie, met een echte Aziatische mentaliteit, dus met grote hard heid en wreedheid en zij werden daarin door de priesters gesteund. Er waren duizenden en duizenden mensen in het land die leden onder dit regiem, dat op een keiharde Ro meinse bezetting steunde. Het wa ren juist de onderdrukten, die zich tot de lief deleer van Jezus voelden aangetrokken. Voor hen betekende het een ver lossing en een mogelijkheid tot hei geduldiger dragen van hun lijden, want het was juist in Jezus dat zij voor het eerst erkenning van hun menszijn vonden. Ook al veranderde hun geloof weinig aan de realiteit, het gaf hun kracht hun kruis te dragen, iets dat voordien ontbrak. Zij wisten niet wat zij deden De dreigende mogelijkheid van een sterke aanwas van Jezus' aan hangers was een van de voornaams te redenen, waarom de priesters zochten hem te doden. Dat de Romeinen in de figuur van de stadhouder Pontius Pilatus hier aan hun medewerkink hebben gege ven, behoeft geen verwondering te wekken. Voor hen toch was Jezus niets meer dan een van die velen, die een nieuwe God predikten. Van de ernst en de belangrijkheid van Zijn prediking waren zij zich totaal niet bewust. Als mens was hij voor hen volko men onbelangrijk, ja misschien in zeker opzicht ook wel een beetje lastig en waar de rust in het bezette Joodse gebied er bovendien nog van af hing en bij de Romeinen een mensenleven weinig waarde had, zoals trouwens over het algemeen in die tijd, weerhield niets hen er van om medewerking te verlenen aan de ernstigste „moord" aller tij den, namelijk de kruisiging van Je zus Christus, Gods zoon. Jezus zelf, die de mensen kende als geen ander, heeft dit duidelijk gezien, hetgeen blijkt uit zijn woorden aan het kruis: „Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!" Van Jezus geboorte af, tijdens Zijn leven tot aan Zijn dood, heb ben de Romenen Hem niet gekend. Pas later drong ook tot hen de leer van de Verlosser door en volgden duizenden en nogmaals duizenden verdrukten zowel slaven als ook vooraanstaande Romeinen het kruis, ja, zelfs tot in de arena, waar zij tot vermaak van de volksmassa voor de wilde dieren werden gewor pen. Maar de triomftocht van het Christendom, die een aanvang nam met de geboorte van het kindeke Jezus in de stal te Bethlehem, viel niet te stuiten. De liefdeleer won het pleit en zal dit steeds blijven doen, daarvoor is het Kind van Bethlehem onze borg. MAAK ZWAKKE HANDEN ZONDAGMORGEN 27 DECEMBER GEEF royaal tijden» een vrije collecte GEEF gebrekkige kinderen onderdak GEEF hen meer levensvreugde EEN BLIKSEMAKTIE (met geheim) K.R.O. UITZENDING 27-12-'59 BLIKSEMACTIE ten behoeve van lichamelijk gebrekkige kinderen Op de 3e Kerstdag wordt bij het uitgaan van de H. Missen een be roep gedaan op het katholieke volk van Nederland ten behoeve van li chamelijk gebrekkige kinderen. Polio- en rheumapatientjes, als mede patientjes met afwijkingen geboren, zijn in oude zweedse ba rakken in de St. Maartenskliniek ondergebracht en er bestaat drin gend behoefte aan een Internaat. Toen knipte Trui het lich in de bij-sacristie uit, sloot zorgvuldig de deur en schommelde daarna bedrij vig naar haar keuken, waar de olie stond te walmen op 't fornuis. Grad Heul had die middag de kerststal afgebroken en dat was knap vroeg als ge weet dat de olie op Trui's fornuis voor de bollen van Oudejaarsavond bestemd was. Maar ja, 't was gebeurd, al waren er voordat het zover was in de be slotenheid van de pastorie dan ook heel wat harde woorden over vallen. Pastoor van 't Hart met zijn acht enzeventig jaren, was 't er niet mee eens en hij had dat zo vierkant ge zegd als zijn jaren en zijn huis houdster toelieten, Maar Trui had gezegd, dat 't moest. Overmorgen zouden de schil ders komen om te beginnen met 't verf werk dat al jaren geleden had moeten gebeuren. D'r was nooit geld en d'r zou ook wel nooit geld komen. Maar Pieke Veermans, de schilder, had gezegd, dat dat wel in orde kwam en zo was afgesproken: 2 januari 's mor gens om negen uur zou een begin gemaakt worden. De kerk kreeg een grote beurt, groter dan pastoor van 't Hart zich in de bijna veertig jaren van zijn pastoraat herinnerde dat de kerk ooit gehad had. Er zouden hoge steigers komen en doeken over alle beelden, die niet weggezet konden worden. Het altaar ging van de plaats en vlak achter de communiebank zou elke morgen opnieuw 't processie altaartje het hoofdaltaar met de gouden engelen moeten vervangen. Ja, en wat kunt ge temidden van al die heilige rommel met 'n kerst stal beginnen en dan nog wel zo'n levensgrote als de mens van de Tets sinds mensenheugenis gewend wa ren? De hele hoek van 't St Jozefsal taar werd er door in beslag geno men en Miep Stiphout, die haar plaats in de eerste bank had, moest in de Kersttijd of verhuizen of bij een of andere herder op schoot gaan zitten. Mien verhuisde elk jaar op nieuw. Maar goed, met zo'n bak beest van een stal in de kerk zou den de schilders zich niet kunnen roeren. Ze zouden hun steigers niet kunnen optrekken en, stél dat dat allemaal wel zou kunnen, waar zoudt ge dan na Driekoningen met de stal en de beelden naar toe wil len? Zo had Trui gevochten tegen de pastoor, die de kersttijd te vroeg vond eindigen dit jaar. De argu menten van Trui waren van prak tischer aard dan de zijne, dat voel de hij heel goed. Enfin de kerststal is afgebroken vafhmiddag. En Grad Heul had knap wat rommel achter gelaten. ,Die mannen" gromde Trui ter wijl ze de bende aan 't schoonma ken was. „Als de schilders beginnen zulde nog wat anders te zien krij gen" had Grad Heul gezegd en dat kon wel waar wezen, maar als de schilders voor de éérste keer kwa men, dan zouden ze een schone, een brandschone kerk vinden. Boven dien, morgen op Nieuwjaarsdag moesten de mensen toch in een schone kerk met hun schoonste voornemens voor het altaar kunnen komen. Vandaar dat Trui nog vier uren bekant nadat Grad Heul zijn pet over de oren getrokken had, met dweilen en emmers en borstels aan de gang geweest was. Nu zag de zaak er weer uit alsof er nooit een kerststal gestaan, ja, alsof morgen uitgerekend het feest van St. Jozef op Zijn eigen altaar gevierd moest worden. Het werk was gebeurd en, De Stichting Sterke Helpende Handen zal weldra een bijzondere nijverheidsschool (met regerings subsidie) gaan bouwen. Kinderen die de St. Maartenskliniek, na be handeld te zijn, verlaten, kunnen de bijzondere school bezoeken voor het aanleren van een ambacht, aan gepast aan de lichamelijke omstan digheden van het kind. Doch ook deze stichting zal de beschikking moeten verkrijgen over een inter naat, daar kinderen uit het gehele land zullen worden opgenomen. Op zondag 27 september, aan de vooravond van de dag, waarop we de onnozele kinderen gedenken zul len na de H. Mssen tijdens een vrije collecte, coupons worden uitgereikt. De uitreiking van de coupons, waaraan geheimen zijn verbonden die op dezelfde dag door de KRO in het avondprogramma zullen wor den opgemaakt, heeft alleen tot doel een volstrekte aandacht te ves tigen op de nood waarin de licha melijk gebrekkige kinderen verke ren. Het is een vrije collecte. Men is NIET verplicht tot het ge ven van enige gift noch kunnen of mogen coupons worden verkocht. Wanneer op de 3e Kerstdag ook u (een collectebus wordt voorgehou den? Geef dan royaal en mild. Wan neer uzelf en uw kinderen niet li chamelijk gebrekkig zijn? Dan kan juist tijdens het kerst feest, dat wij vieren, uw offer ook dankoffer zijn. Door het Neder landse volk werden nog kort gele den onder het motto: „Redt 'n kind" tienduizenden kinderen gekleed. Laten we echter onze eigen Ne derlandse kinderen, die des winters bij strenge vorst de St. Maartenskli niek moeten verlaten om bevriezing te voorkomen op zondag 27 decem ber niet te vergeten. zoals gezegd, de olie wachtte op 't fornuis op de bollen Het schemerdonker had bezit ge nomen van de bijsacristie, waar de grote beelden van de kerstgroep door Grad Heul een beetje slordig bijeen gezet waren. Ze stonden daar te staanzoals beelden staan, meent ge. Maar ge vergist U, want de heilige drie Koningen, die nog helemaal niet aan hun uitstapje buiten de muffe bijsacristie toe wa ren gekomen, lieten zich geducht gelden. Caspar vooral. Hij nam het niet, dat zo'n huishoudster zo maar zijn koninklijke waardigheid kon mis kennen en hem, met konninklijke ambtsbroeders in al hun gouden majesteit kon laten staan, waar ze een jaar lang gestaan hadden. Hij sprak er luid over met Balthasar, die overigens een bijzonder rustig mens was, maar deze behandeling ook bar vond. Melchior, de zwarte koning, be greep er niet alles van. „Onze dag is er immers nog niet" zei hij en daarmee was voor hem de kous af. Maar Caspar en Balthaser keken verder dan hun neus lang was. Ze stonden immers niet meer alleen, zoals in de dagen van Kerstmis. De herders met de schapen, Maria en Jozef, de os en de ezel en zelfs het lieve Jezuskind in het houten kribje stonden opgeborgen. Neen, dat ging een Driekoningen feest worden zonder de feestelijke tocht naar de stal met de ster. Melchior mocht er dan al fiducie in hebben dat ze op zes januari met z'n drieën naar de stal en het Kind konden trekken, zij hielden zich lie ver aan wat ze zagen. Trouwens, had Sint Jozef niet duidelijk genoeg gezegd, dat de stal al half afgebro ken was toen ze hem hierbinnen hadden gedragen? En wat 't stro uit 't kribje niet reeds weggegooid? Daar stonden Caspar en Baltha sar zowat over te praten, toen een jonge herder, de bolkfluit in de hand, zo langs zijn neus weg op merkte, dat Trui de drie majestei ten dan toch maar mooi te pakken had gehad. Caspar en Balthasar waren te verontwaardigd om iets terug te zeggen. Hoe durfde zo'n snotneus hun koninklijke waardigheid te be ledigen, hoe durfde hij! Maar juist toen Caspar, de vu rigste van de drie, wilde uitvaren, zei Melchior tegen de knaap: „En jij dan, vind jij 't zo plezierig voor Nieuwjaar alweer opgeborgen te zitten in de kast, waar je een heel jaar lang op Kerstmis kunt wach ten? Neen, dat vond de jongen ook niet plezant, maar hij haalde zijn schou ders op: „Wat doe je er an?" Toen pas kwam Caspar los: „Wel voor den drommel, wat doe je d'r aan, wat doe je d'r aan? Is dat taal voor een flinke jonge vent, die han den aan zijn lijf heeft om te wer ken?" De knaap keek verbaasd, wat be doelde de koning? Hij begreep er niets van: „Ik snap niet waar U heen wilt", hij zei: Dat zal ik je dan eens uitleggen", zei Caspar, „kom eens hier En behalve de overblufte jongen kwamen ook wat oudere herders en zelfs Sint Jozef persoonlijk naar de koning toe om van hem te horen wat hij van plan was. .Luister", zei hij op fluisterende toon „we moesten samen doodge woon de stal, die afgebroken is, weer opbouwen. Gij heilige Jozef zoudt de leiding moeten nemen, ge verstaat dat handwerk beter dan een van ons. En jullie, herders moe ten helpen zo hard als je kunt. Mel chior, Balthasar'en ik zullen dan, als jullie klaar bent de Moeder Gods en het lieve Kind naar de stal ge leiden". t Was even stil in de bijsacristie. De klok van de kerktoren sloeg ne gen uur in die stilte keek Jozef naar zijn bruid om van haar te horen wat hij zou moeten doen. Ze knikte met een lieve glimlach: „Ge zoudt Trui misschien verdrieten, maar misschien ook niet, Ge doet maar". Voorzichtig schoof de jonge her der de zware deur van de bijsacris tie open om te zien of niet een of ander godvruchtig mens op de laats te avond van het jaar was blijven nabidden. De lege kerk was bijna donker. Door de diep gekleurde ramen viel wat maanlicht naar binnen, genoeg om in stilte te kunnen werken. Een voor een schoven ze door de deur, knielden even voor het hoogaltaar en trokken naar 't altar van St. Jo zef, die zijn eigen glorie met plezier opschortte om plaats te bieden aan hen, die het Kind kwamen huldi gen. Onder de toren lagen de brok stukken van de stal, juist zoals Grad Heul ze er neergesmeten had, toen het zwaarste werk gedaan was. Na Nieuwjaar zou hij de rommel wel verder opruimen, had hij tegen Trui gezegd. Nu was 't welletjes. Heul was er bepaald niet zuinig mee geweest. Het dak was verfom faaid en een van de poten was ge broken. Maar de timmerkist van Grad stond bij de restanten en dat was voor Sint Jozef een hele troost. De heilige timmerman gaf zijn aanwijzingen en het duurde maar eventjes of de hele rimram van planken en palen en balken lag keurig netjes gesorteerd in het zij pad bij het Jozefaltaar, kort bij de biechtstoel van pastoor 't Hart. En andermaal een kwartiertje later be gonnen zich de lijnen van de stal al weer af te tekenen tegen de tiere lantijntjes van het Sint Jozefaltaar. Het zwarte jonk, dat de kameel van koning Caspar altijd drijven moest, liet zich door een van de tuimelramen naar buiten glijden om al vast wat groen te halen, hier of daar in de pastorietuin. Met een arm vol dennen takken kwam hij terug en toen stond de stal al weer helemaal overeind. „Ge hebt zeker een wondertje gedaan, he? fluisterde hij in onver valst Persisch tegen St Jozef, maar die gaf hem voor zijn schalkse on eerbiedigheid een draai om z'n oren. Caspar, die met Balthasar en Mel chior vanuit de brede eiken bid- stoel op het hoofdaltaar de bouwerij had gadegeslagen, kwam eens wat dichterbij kijken en stelde vast dat het tijd werd om Maria en het Kind te gaan halen. Samen met Balthasar droeg hij heel voorzichtig het houten kribje naar het midden van de stal. Het zwarte jonk kreeg opdracht hulzen van wijnflessen te gaan halen in de kelder van de pastorie, 'n Opdracht! Maar ook de pastorie bleek tui melramen te hebben en enkele mi nuten later lagen de hulzen, geu rend nog naar de oude Bourgogne in 's pastoors kelder, reeds in het kribje. Toen kwam voorzichtig over de glad gewreven tegels Maria met haar Kindje aangewandeld. Ze leg de Het temiden van het stro en spreidde het witte kleed dat altijd over de Kleine lag, behoedzaam uit over haar Jongen. Daar hadden ze allemaal stil en voldaan naar staan kijken, maar toen het Kindje een maal lag was het tijd, dat iedereen zijn plaats ging innemen. De os en de ezel werden naar hun plaats achter het kribje gebracht, de her ders zetten hun schapen op de plaats en kozen zelf daarna een plek, waarvandaan ze heel de tijd door het Kindje zouden kunnen zien. Caspar, Balthasar en Melchior knielden gedrieën vlak voor de kribbe. Volgens Melchior was dat te vroeg, omdat 't nog pas 1 jan. ging worden, maar Caspar en Bal thasar waren niet te vermurwen. Daarom sloot ook hij zich bij de an deren aan. Toen het eerste morgenlicht door de kerkramen viel, was het net als of in de parochiekerk van de Tets de kerststal nooit weggeweest was, net alsof geen Trui opdracht tot slopen gegeven had, net alsof Grad Heul naar de stal niet omgekeken had. In het kamertje van Trui liep de wekker af. Ze dacht „Sjakkes" en zei: „Geloofd zij Jesus Christus" en haastte zich daarna om aangekleed te raken. Ieder jaar was zij het die pastoor van 't Hart alle heil en zegen het eerst toewenste en aan die traditie wilde ze vasthouden. En bovendien viel er voor de vroegmis zo nog 't een en ander te redderen. Daar was gisteravond in de drukte niet veel van gekomen, 't Was tegen half ze ven toen Trui haar keuken verliet om in de sacristie de misgewaden klaar te gaan leggen, die de zeven- uurspater straks dragen zou. Dat ging allemaal met bepaalde gebaren, die ze zich als een vol maakte kosteres in de loop der ja ren had aangewend. Met tien minu ten was alles gebeurd en stapte ze de schemerdonkere kerk in om ach terin de grote deur open te zetten voor de vroegkomers. Op 't priesterkoor gekomen knip te ze 't grote licht aan enhaar hart stond stil. Zag ze goed, zag ze werkelijk goed? Stond daar de kerststal, die ze gisteren met eigen ogen door Grad Heul had zien afbreken? Ze wreef met een resoluut gebaar door haar ogen, kneep zichzelf eens in de wang en keek opnieuw.. Warempel, daar stónd de stal, de stal met al de beelden. „Heregod" riep ze luid door de lege kerk en van alle kanten hoorde ze haar uitroep door de wanden te rugkaatsen. Zo hard ze lopen kon rende Trui de kerk uit, recht naar de pastorie, recht naar de werk kamer van pastoor van 't Hart, die het eerste deel van zijn brevier aan 't bidden was. Hij schrok: „Wat isMaar de pastoor kreeg de kans niet zijn zin af te maken, want in een stortvloed van woorden vertelde Trui wat er gebeurd was, wat ze met eigen ogen gezien had. „En 't is een won der", zei Trui, „gerust waar pastoor 'n groot wonder". Onthutst door de opgewondenheid van Trui en nieuwsgierig ook slofte pastoor van 't Hart, sneller dan zijn jaren verdroegen, naar de kerk. Warempel ja, daar stónd de stal, alsof geen mens ze gisteren opge ruimd had. Daar stonden pastoor en huishoudster beduusd bij, dan ke ken ze elkaar aan, wilden allebei iets tegelijk zeggen enzwegen beiden. Maar 't scheen 'n ogenblik alsof de jonge herder met zijn blokfluit in lachen scheen uit te barsten. Maria's lieve glimlach was als al tijd, ofschoonPastoor van 't Hart heeft er heel, heel lang over gedacht. Nooit heeft Trui er naar getaald de kerststal af te breken voordat 't feest van Driekoningen, compleet met oktaaf voorbij was. En als er S.V.V.-NIEUWS Terwijl le en 2e elftal van een rustige zondag konden genieten, le verde het 3e elftal in Well tegen E.W.C. een boeiende strijd om een plaats in de volgende bekerronde. Ondanks regen en harde wind een prettige en vlotte wedstrijd. Voor de rust met de wind mee waren on ze 3e elftallers oppermachtig op het middenveld en het aantal doelpun ten was met 3 stuks wat aan de zui nige kant,, temeer daar E.W.C. met enkele uitvallers er 2 wist te fabri ceren. Bepaald pech hadden onze jon gens, dat juist rust werd gefloten onderwijl een hard schot op het EWC-doel onderweg was, dat bovendien raak was maar niet werd toegekend om hiervoor omschreven redenen. Ondanks tegenwind was Venray na de rust zeker niet minder in de aanval dan EWC, doch men slaagde er niet in te scoren. EWC wist gelijk te maken en deze stand te behou den, zodat de wedstrijd verlengd moest worden. In deze verlenging was EWC de gelukkige om het eerst te doelpunten en daarmee de wed strijd te winnen. Venray 4 speelde voor de compe titie tegen Melderslo2 en was in dit gebeuren oppermachtig, zodat het einde kwam met een mooie 60- overwinning nadat de rust met 40 was ingegaan. Programma voor zondag 27 dec.: Venray IDe Ster I Wilhelmina'08 3Venray 2 YsselsteynVenray 3 Venray 4Sevenum 2 Wittenhorst 5Venray 5 Venray I krijgt dus de huidige leider van haar klasse op bezoek. In mei -j: 1. behaalde onze ploeg een gemakkelijke 52-overwinning op deze tegenstanders. Het ziet er naar uit dat intussen de krachtsverhou dingen zijn gewijzigd in ons nadeel zodat een overwinning niet erg voor de hand liggend lijkt. We zijn be nieuwd in welke formatie trainer Swanenberg zijn mannen zal laten aantreden om de schok van Budel na de hoopgevende wedstrijd te gen Wittenhorst op te vangen. Venray 2 op bezoek bij Wilhel- mina 3 moet in staat worden ge acht om niet met lege handen uit Weert terug te komen. Venray 3 gaat op bezoek bij de momenteel ernstigste kampioens kandidaat: Ysselsteyn. Indien de Victorianen op een gemakkelijke zege rekenen zijn zij de plank mis; onze jongens zullen hun huid zo duur mogelijk trachten te verkopen. Een verrassing achten wij niet uit gesloten. Voor Venray 4 wordt het zondag de beslissing of men al of niet aan spraak kan maken op de titel. Bij een nederlaag zijn de kansen prak tisch verkeken terwijl een overwin ning hen weer aardig in het gareel brengt. Ook het 5e elftal moet zondag be wijzen, dat zij nog mee willen doen in de strijd om de leiding. Diverse kandidaten zijn hier nog in betrok ken en één van de belangrijkste is hun tegenstander van a.s. zondag. De handen ineen jongens en zorg dat er een overwinning uit de bus komt. Oordeelt U zeil maai! Allen Zalig Kerstfeest en Zalig Nieuwjaar Slijterij-Wijnhandel Harkt 15 Tel. 1971 zo tegen tien, twaalf januari al eens iemand tegen Trui zei, dat 't toch zoetjesaan toch wel tijd werd om de stal en de beelden op te ruimen, dan meesmuilde Trui iets van „tijd ge noeg". In gedachten zag ze dan die wonderlijke gilmlach weer rond Wonderlijke glimlach iweer rond

Peel en Maas | 1959 | | pagina 2