r Het Venray van de toekomst ITALIANO Nederland helpt vluchtelingen bestaan aan nieuw KOU n GEVAT de lekkere Kunt U het weer voorspellen? Uit Peel en Maas Zaterdag 7 november 1959 No 45 TACHTIGSTE JAARGANG "EEN RIJK BEZIT PEEL EN MAAS GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Ê&TSWARTIAV Ip« "BUITEN™"™» Vraaggesprek mei de stedebouwkundige Wederopbouwplannen, uitbrei dingsplannen, structuurplannen, plannen in hoofdzaken en in onder delen, het zijn allemaal plannen, die de doorsnee-burger niet meer uit el kaar houden kan en waarvan hij de betekenis niet meer begrijpt. Er wordt in raadsvergaderingen over gesproken, soms worden ze be- critiseerd en hij, die bouwen wil, wordt een tikkeltje dol van al die plannen, waarmee zijn bouwplan netje rekening heeft te houden. Een uitvoerig gesprek met Ir Ma- gry, Venrays stedenbouwkundige, heeft voor ons toch wel licht ge bracht in deze plannen-duisternis en wat meer is, we hebben hierin ook iets op kunnen vangen van zijn visie over Venrays toekomstige ontwik keling. WEDEROPBOUW Na Venrays bevrijding lag de kom grotendeels in puin, terwijl ook in enkele kerkdorpen grote verwoes tingen waren aangericht. Het was logisch, dat de gemeente, wat de wederopbouw betrof, aan des kundigen opdracht gaf, hiervoor richtlijnen op te stellen. Want niet alleen moest herbouwd worden, wat door de jaren heen gebleken was on juist of niet goed te zijn. Men had nu immers ongedachte kansen. Aan de stedenbouwkundigen Ma- gry en Lerou, werd dan door de ge meente ook opdracht verleend om een wederopbouwplan op te zetten. In dit wederopbouwplan, dat voor namelijk dus betrekking had op de kom, werden de richtlijnen vastge legd volgens welke Venray-kom moest worden opgebouwd. Dit plan, aldus de heer Magry, is nu bijna voltooid, op een enkel pand na, dat nog gebouwd moet worden. Dat is dus het eerste plan: het we deropbouwplan. Daarover krijgen we straks meer Met een wederopbouwplan alleen was men er niet. De woningbouw had gedurende de oorlog jarenlang stil gelegen en men verwachtte na de oorlog een nogal stormachtige ontwikkeling. Die ontwikkeling moest worden opgevangen. Daartoe was het nodig, dat eerst voor de ge hele gemeente een plan in hoofdza ken werd vastgesteld, waarin dan de bestemming van de gronden in deze gemeente werd vastgelegd. Toen dit plan dan verscheen en goedgekeurd werd, wist men dus. waar woningbouw gepleegd kon wor den, waar de industrieterreinen zou den komen liggen, welke landbouw gronden niet zouden worden aange tast enz. enz. Dat was dus plan nr. 2 en dit was nodig voordat men kon beginnen aan de uitbreidingsplan nen. Toen men ongeveer wist waar men woningbouw kon plegen is men voor die resp. stukken uitbreidingsplan nen gaan maken. Zo is plan Oost tot stand gekomen (dat zijn natuurlijke begrenzing kreeg door Huize Servatius) een ge deelte van plan West, (namelijk rond de Henseniusschool) plan Zuid, waar men nu volop aan het werk is en tenslotte nog het kleine plan Dessel- ke, dat door een te plotselinge toe wijzing van bijzondere woningbouw een bepaalde groepering noodzake lijk maakte. DE TOESTAND NU Zo lag de situatie, die ik aantrof, aldus de stedenbouwkundige, toen ik in deze functie in Venray kwam, als opvolger van mijn broer en de heer Lerou. Men kan zeggen, dat het weder opbouwplan voltooid is. Maar de ont wikkeling van Venray is in een der gelijk tempo gegaan, dat veel wat 10 jaren geleden in dit plan als te re actionair werd beschouwd, nu al door de feiten is achterhaald. Het verkeer is veel intensiever ge worden, de industriële ontwikkeling is zeer vlot en onverwacht vlug ge gaan, sociale zorg, gezondheidszorg en wat dies meer zij is dermate groeid, dat wijkhuizen dringend noodzakelijk zijn, er moestensport en ontspanningsgelegenheden ko men, bejaardenzorg was noodzake lijk en zo waren er honderd- en- een dingen, waaraan in het weder opbouwplan niet voldoende aan dacht was geschonken, om de een voudige reden, dat men toen geen enkele aanleiding zag voor een der gelijke ontwikkeling als Venray de laatste 15 jaren heeft laten zien. Het is dus dringend nodig, dat het wederopbouwplan vervangen wordt door een zgn. kom-plan, waarin mede met het oog op de verdere ont wikkeling gegeven wordt, waarlangs de kom der gemeente, die intussen is uitgegroeid tot een kleine stad, zich dient te ontwikkelen. Hier zullen b.v. voorzieningen in moeten getroffen worden t.a.v. be paalde winkelstraten, een oplossing gevonden dienen te worden voor be paalde verkeers-technische onmo gelijkheden in de kom van nu, be paalde ruimten gereserveerd moeten worden voor bijzondere bebouwin gen, waaraan Venray in de toekomst behoeften gaat krijgen, bepaalde buurten gesaneerd kunnen worden enz. enz. Jammer genoeg is tot op heden 'n dergelijke opdracht niet gegeven, hoewel men dit toch niet los kan zien van b.v. het nieuwe plan in hoofdzaken. Een dergelijk plan wordt opge steld voor ongeveer 10 jaren, dus de looptijd van het oude plan is prac tisch voorbij. Nu moet aan de hand van de jongste ontwikkeling een nieuw hoofdzaken-plan worden op gesteld, waarin dus niet alleen de correcties van het jongste verleden in worden verwerkt, maar ook weer de toekomstvisie van de steden bouwkundige op de ontwikkeling van Venray. TOEKOMSTVISIE Met het opstellen van een derge lijk plan is de stedenbouwkundige thans bezig, ook alweer omdat dit verband houdt met de nieuwe uit breidingsplannen, die moeten wor den vastgelegd. Gevraagd naar zijn denkbeelden hierover wees de heer Magry er op, dat een stedenbouwkundige voor de toekomst moet werken. Hij mpet dus proberen de ontwikkeling niet alleen te voorzien, maar ook te sti muleren in bepaalde richtingen. Met name wees de heer Magry hier b.v. op het sportpark in plan Zuid II, dat zich in de toekomst gaat ontwikkelen van Leunenseweg tot Deurneseweg. Men mag misschien thans verbaasd zijn over de gewel dige ruimten, die hiervoor wordt ge reserveerd, maar men moet niet ver geten, dat men geleidelijk aan zeer beslist deze sportgelegenheden nodig gaat hebben. De mens krijgt meer vrije tijd, heeft dus meer gelegenheid van ont spanning, die met name in sportbe oefening veelal gezocht wordt. Maar tevens vormt dit sportpark de zuide lijke begrensing van Venray-kom, omdat hierlangs immers de grote verkeersweg van Veltum naar de Leunseweg en verder door naar Oos trum gaat lopen. Als overgang tussen het groen der sportvelden en de kom-bebouwing is dan een bungalow-complex gedacht, waar men nog al enige critiek op had, maar dat intussen toch wel is aanvaard. Zeker als men kan komen tot sa nering van het gedeelte tussen An- toniusstraat, Groenewoldsepad er Kruisstraat (waarvoor het nog op te stellen kom-p^n de regels moet geven). Naar het Oosten toe, wordt de kom feitelijk begrensd door Huize Servatius, dat een afsluiting vormt van die kant van de kom. In 't Zui den vormt dat de weg Veltum-Oos- trum. TREK NAAR HET WESTEN In het Westen is echter plaats ge noeg en het is met name hier, dat nieuwe woonkernen gesticht kunnen worden en bestaande kunnen wor den uitgebreid. Rond de unieke re creatiemogelijkheden, die hjer lig gen rond de Vier Uutersten, als een soort stadspark, kan het complex, dat ligt tussen Deurneseweg, Vuil nisbelt, Vier Uutersten, Hoopweg en dan verder tot aan de Overloonse- weg, het Venray van de toekomst gaan worden. Als men in het verslag van de plancommissie stelt, aldus de heer Magry, dat voor plan West nog im mer een structuurplan op tafel is ge bracht, dan moet ik tot mijn spijt vragen, .wat men dan feitelijk onder structuur-plan wel verstaat. Als een stedenbouwkundige kaarten op tafel legt, waarin een mogelijkheid ont sloten wordt om 16.000 mensen woongelegenheid te geven, met alles wat daarbij en daaraan hoort, dan mag de vraag gesteld worden, wat hij nog meer moet doen en men dan feitelijk wel onder structuur-plan verstaat. Deze uitbreiding, welke dus feite lijk wordt omsloten door een grote verkeersweg, die vanuit Veltum naar de Overloonseweg gaat (even wijdig aan de reeds uitgevoerde Hoe- bertweg) zal het toekomstige ont wikkelingsgebied van de kom zijn, waarin plan West een klein onder deel is. Vanuit dit uitbreidingsgebied zul len wegen moeten gaan naar 't hart van Venray, naar de plaats waar men nu de schouwburg gaat bouwen. Deze is reeds, maar wordt daardoor nog meer, het centrale punt van Venray. Maar daar komen we dus weer in het kom-plan terecht, dat hierop aan moet sluiten, maar er nog steeds niet is Dat wil niet zeggen, dat er elders 19 cent per rol. EEN PRODUKT VAN KING- EN RANGFABRIEKEN TONNEMA N.V. SNEEK in de buurt van de Akkerweg zijn woongebieden geprojecteerd, die ge leidelijk aan tot ontwikkeling wor den gebracht. Men moet dit alles echter zien, als bestemd voor de komende 30 jaren. En successievelijk zullen bepaalde onderdelen van dit grote plan tot uitvoering komen. Zo is men thans bezig wederom een deel van plan West verder uit te werken, opdat de woningbouw in de komende jaren vooruit kan TEAMGEEST De critiek van de plan-commissie nu ter sprake gekomen en we hebben de stedenbouwkundige ook naar zijn mening gevraagd. Laat ik voorop stellen, aldus de heer Magry, dat ik niets liever doe, dan in de plaatsen waar ik werk, samen te werken met mensen uit die bepaalde plaats. Is het van de ene kant wel goed dat men als steden bouwkundige boven plaatselijke dingen staat, van de andere kant is een zeker contact onontbeerlijk. Niets is me dan ook liever dan in 'n bepaald team de ontwikkelingsmo gelijkheden na te gaan en vast te leggen. En voor kritiek sta ik altijd open, mits men de positieve kanten van mijn visie wil zien. Als Uw gemeentebestuur op een bepaald ogenblik vraagt om in het nieuwe uitbreidingsplan West er re kening mee te willen houden, dat de bouwgrond niet te duur gaat wor den en dat ik me dus wat het uiter lijke betreft, zoals groenstroken etc. meer moet beperken, dan houd ik met deze reële wens natuurlijk graag rekening. En als in Uw plan-com missie bepaalde suggesties naar vo ren worden gebracht, dan wil ik gaarne in onderling overleg probe ren hiervoor een oplossing te zoeken. Bij de uitwerking van plan Zuid b.v. is met de plaatselijke architec ten over de bejaardenwoningen en de etagebouw prettig overleg ge weest, dat tot beider voldoening goede resultaten heeft gehad. Waar om dus niet met de plan-commissie, die inderdaad goed werk voor Ven ray kan doen en ook voor een ste denbouwkundige van groot belang kan zijn. Het enige wat ik vraag en als stedenbouwkundige moet vragen, is, dat men een positieve instelling heeft en de nodige ruimtelijke visie om Venrays uitbreiding in de toe komst voor en zeker te stellen. Er is overleg. Ook wat het plan in onderdelen van 't nieuwe industrie terrein en plan West betreft, heb ik goede hoop, dat én plan-commissie én stedenbouwkundige zich zullen vinden VOOR DE NAASTE TOEKOMST, zo is dan onze conclusie van dit vraaggesprek met de heer Magry, staat op het verlanglijstje de tot standkoming van een kom-plan, de goedkeuring van een gedeelte van plan West en de uitbreiding van het industrieterrein. Voor wat de kerkdorpen betreft, waar de ontwikkeling wat geleide lijker gaat, is er voorlopig weinig nieuws, alleen wordt de uitgroei van de kerkdorpen Oostrum en Leunen naar de kom toe een weinig afge remd en naar een andere richting toe gebogen om ook hier weer betere kernen te krijgen. Met het plan West is men druk aan het werk, evenals met de uit breiding van het industrieterrein. Er is hierover, zoals reeds gezegd, het nodige overleg, alleen het plan voor de kom, dat is nog steeds geen uit gemaakte zaak. En wij voor ons ge loven, dat dit inderdaad toch wel 'n zeer belangrijke en urgente kwestie is, ook al omdat we een briefje van de welstandscommissie onder ons neus kregen, waarin deze bouwplan nen ter zijde legde met de opmer king: hier zal eerst de stedenbouw kundige zijn visie moeten geven. Maar de stedenbouwkundige is ner gens naar gevraagd. En dat klinkt wel een tikkeltje vreemd en bevor dert allerminst de bouwlust Een bouwlust, die gezien de ge projecteerde uitbreidingen, voorlo pig ruim baan krijgt in de kom niets meer gebeurt, inte-. gendeel, ook in noordelijke richting, kampen op. 1 Voor het overige In een wat mieserige morgen van oktober stonden wij, een aantal Ne derlandse journalisten, ergens in het noorden van Duitsland, in een kamp voor vluchtelingen. Armelijke groen houten barakken, modderige paden, waarover mensen met diep ingeval len gezichten, getekend door de el lende, die zij hebben doorstaan, tref fen het eerst het oog van de bezoe ker. Maar toen wij binnen in de ba rakken gingen kijken en de vele verhalen van de vluchtelingen ver namen beseften wij eerst goed wat deze mensen hadden doorstaan en nog doorstaan moeten. Twee kampen hebben wij bezocht en in beide kampen vonden wij een zelfde troosteloosheid. In beide kampen ook vonden wij mensen, die enkel kunnen leven van de steun en liefdadigheid van ande ren. Het is noodzakelijk, dat er een totaal nieuw bestaan voor deze men sen geschapen wordt. In het kader van het vluchtelin- genjaar 1959/60 wordt hieraan een begin gemaakt door aan deze men sen woning te bieden, die zich in niets onderscheidt van andere wo ningen. Hiermede zijn de vluchtelin gen slechts gedeeltelijk geholpen, maar om verder te kunnen helpen is een eerste noodzaak. Hout en steen vormen het grote contrast tussen het Poolse kamp Friedrichsfeld en het Letse kamp Ohmstede. Het eerste, een oud Flie- gerlager, ligt als verloren tussen Ol denburg en Wilhelmshafen in de richting van de zee, het andere 2 kilometer ten Noorden van de stad Oldenburg. Maar hiermede houden dan ook alle verschillen tussen beide vindt men er Onze redacteur bezocht dezer dagen voor U twee vluchte lingenkampen in Noord-Duits- land. Wat hij daar voor ellen de aanschouwde tart iedere beschrijving. Hij wil nochtans proberen U een beeld te geven van hetgeen hjj zag in de hoop, dat de welvarende Ne derlandse katholiek niet onbe wogen zal blijven wanneer het Nederlands Comité Vluchte lingen 1959/60 een bijdrage voor de vluchtelingen komt vragen. mensen, ongeveer 750 in getal, die alle denkbare ellende hebben door staan en nu in de meest miserabele omstandigheden leven. In vochtige, donkere barakken, in kleine kamertjes, waarin enkel een paar houten stoelen, een tafel en en kele bedden als meubilair dienst doen. In het ene kamp leven gevluchte Polen, in het andere gevluchte, be rooide en geslagen Letten. De mogelijkheid om zich boven deze ellende uit te werken is nau welijks aanwezig. Werkgelegenheid in de omgeving is zeer klein. Slechts enkelen verrichten arbeid, van wie sommigen bij de Britse of Ameri kaanse legereenheden, 600 a 700 ki lometer van hun familie verwijderd. Deze laatsten kunnen hun gezin slechts 1 of 2 maal in het jaar be zoeken. Een tweede factor is de ge zondheidstoestand van deze mensen. Ongeveer 30% van hen lijdt aan t.b.c., men vindt er invaliden, hoofd zakelijk oorloginvaliden, geesteszie ken, chronische zieken en ouden van dagen. Zij leven van de ondersteu ning en liefdadigheid, die nauwelijks toereikend zijn om zich van 't aller noodzakelijkste te voorzien. De ondersteuning bedraagt gemid deld per gezin 170 gulden in de maand, terwijl ouden van dagen slechts 100 gulden per maand krij gen. Het is vanzelfsprekend, dat dergelijke omstandigheden lijden tot geestelijke spanningen. Twisten tus sen ouders en kinderen, komen zeer veel voor, die nog verhevigd worden, door de uitzichtloosheid van de ouderen, die zonder uitzicht op een nieuwe toekomst enkel op de her inneringen voortleven. De kinderen willen vooruit, maar velen zijn onzeker, hetgeen zij ver bergen achter ongenaakbaarheid en onverschilligheid. Een slechte verstandhouding met de bevolking uit de naaste omgeving is er de oorzaak van, dat zij vaak niet verder komen dan in hun eigen gesloten gemeenschap. Zij immers zijn „mensen uit een kamp", een uitdrukking die voor de kampbewo ners het meest beledigend in de oren klinkt. Waren zij vroeger ook niet vooraanstaande mensen? Enkele maanden geleden stierf in het Letse kamp de vroegere Letse minister van financiën. Ook hij leef de ongeveer 15 jaar in kampen en ook hij moest zien rond te komen van 100 gulden in de maand en ook hij werd door de mensen nagewezen, als „iemand van het kamp". Momenteel leeft er de oud-diri gent van de opera in Libou, een van de grootste steden van Letland. Vol trots liet hij ons enige krantenknip sels zien, met foto's, waarop hij sa- menstond met vroegere regerings leiders, of staande voor het grote or kest en opera-koor. Eén kamertje in het kamp is van hem en zijn vrouw. Twee stoelen, 'n tafel, een bed en een oude piano is alles wat deze „grote" man nog be zit. Op een vraag van een fotograaf, of hij een foto van hem mocht ma ken, nam hij plaats achter zijn oude piano en speelde het Letse volkslied met zoveel overtuiging en ontroe ring, dat iedereen een brok in zijn keel kreeg. Toen hij zijn grijze hoofd weer op hief was het alsof hij uit een droom ontwaakte, terwijl een simpele traan over zijn wang naar beneden gleed Pastor Urdze, de dominee in kamp Ohmstede zei het zo treffend. „Het kamp is geworden tot een sociologische eenheid, zo gesloten, dat zij een barrière vormt voor het intremenselijk contact. Pogingen om de vluchtelingen met Duitse fami lies in aanraking te brengen faalden, mede door de houding van de vluch telingen zelf. Zij schamen zich voor hun positie en vrezen terecht te ko men in de sfeer van „Liefdadigheid", die zij toch zo hard nodig hebben. Een enkeling trekt zich op aan zijn geloof. De meesten echter kunnen eenvoudig niet meer aannemen, dat er nog een „Goede God" bestaat. Het gevolg is, dat slechts 5% van hen nog trouwe kerkbezoekers zijn. Een van hen is de koster van het kerkje in het kamp Friedrichsfeld. Met wijduitgestrekte arm wees hij ons op de beeltenis van O.L.Vrouw Czestochowa, en sprak erover als van zijn „Mutti", die heel zijn leven voor hem zorgt. Aan haar schreef hij toe, dat hij levend de oorlog door gekomen was, terwijl kameraden naast hem neervielen en de grana ten op enige meters afstand neer ploften. Een andere groep tracht de'ellen de te vergeten door het bedrijven van allerlei buitensporigheden. In een volgend artikel willen we over deze groep terugkomen en te vens nader ingaan op individuele levensbeschrijvingen. Hoezeer hulp buitenaf nodig is zou alleen te de monstreren zijn met enkele getallen van vluchtelingen die er momenteel nog in de verschillende landen in de wereld zijn. Maar ook dit willen wij tot een volgende keer bewaren. tijlozen zijn zeer gevoelig voor het weer. Komt er een zachte winter, dan schieten de wortels niet ver in de grond, schieten ze wel ver in de grond, dan kan men rekenen op een (vrij) strenge winter. U kunt het geloven of niet, maar: flinke sneeuwval 's nachts wordt ge volgd door milder weer en dooi; indien geluiden op verre afstand goed te horen zijn, is slecht weer te verwachten; als stenen muren in de winter zwe ten, is warmer weer te verwach ten; ij zei is een voorteken van zachter weer; onrustige mieren zijn een voorteken van slecht weer. Constateert u in de herfst hoge mierenhopen of een hoge molshoop, dan kunt u reke nen op een koude winter; komen de eenden des winters vroeg naar hun hok, dan volgt daarop prompt een koude nacht; blijven larven in de herfst vlak on der de aardbodem, dan kunt u een zachte winter verwachten; wordt het zout vochtig, dan volgt er regen; van 6 november 1909 Door de Boerenbond werd aan besteed de levering van 20 wagons thomasslakken merk Ster. Laagste inschrijvers: Poels-Ver- riet voor 2,37 per 100 kilo en 38 wagons kaïniet. Laagste inschijvers: Poels-Verriet voor 180 per wagon met lossen en aanzeggen. Dinsdag 9 nov. zal de Commis saris der Koningin in Limburg een officieel bezoek brengen aan Venray. - Op de Allerzielendag gehouden groentemarkt was veel aanvoer. N/oor witte kool betaalde men de kolossale som van20 tot 30 ct. per 100 pond, rode kool 4 tot 8 ct, look 2024 ct per kop, prei 8 ct en selderie 12 ct per bos en nog werd de gehele aanvoer niet verkocht. De volgende week wordt begon nen met het verharden van het rij wielpad Venray-Deurne. - Dat ook de woningnood ernstig is blijkt uit het feit, dat in Horst een 12-tal paartjes willen trouwen, zo gauw ze een woning kunnen krijgen! van 10 november 1934 - Door de afd. Venray van de Ned. R.K. Bouwvakarbeidersbond werd over de maand oktober 283,15 uit de werklozenkas betaald. Op de woensdag gehouden paardenmarkt betaalde men voor de veulens 130 tot 160, graspaarden 180 tot 250, ponny's 90 tot 250 en werkpaarden 200 tot 450. - Op 4 nov. overleed in klooster Jeruzalem alhier Mère Marie Gon- zague, die meer dan 50 jaren haar beste krachten heeft besteed aan de opvoeding van Veni'ays jeugd. Zij was Ridder in de Orde van Oranje- Nassau en bereikte de leeftijd van 84 jaren. Zij vierde haar 60-jarig kloosterfeest. Het plaatselijk crisis-comité ontving over 1933—1934 in natura: 50 wollen dekens, 24 bedlakens, 50 manchester broeken, 30 manstruien, 36 mansonderbroeken en hemdrok ken, 36 idem voor vrouwen, 50 paar vrouwenschoenen, 25 paar idem voor meisjes, 25 paar idem voor jongens, 30 paar vetleren schoenen, en 35.000 kilo eierkolen, 20.000 kilo aardap pelen van de Venrayse landbouwers, wat geheel is uitgedeeld. Als Paas- gave werden onder 151 gezinnen verdeeld 4910 eieren. - Door de Stroomverkoop Mij is besloten de kerkdorpen, Heide Over- broek en Veulen van electrisch licht te voorzien. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. VERCAUTEREN Grotestraat 11 Telefoon 1335 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de Kom. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. J. Janssen Leunen K 3 tel. 1361 Burgemeester en wethouders der gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat het besluit van de raad dezer gemeente van 28 augus tus 1959, no. 702, tot wijziging van artikel 116 van de verordening op het bouwen en de bewoning der ge meente Venray door gedeputeerde staten van Limburg bij besluit van 19 oktober 1959, 4e afdeling, no. B 18863 is goedgekeurd. Het besluit ligt gedurende drie maanden voor eenieder ter secreta rie ter lezing. Venray, 31 oktober 1959. Burgemeester en wethouders der gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat zij bij hun besluit van heden, no. 938, aan de N.V. Cal- tex-Petroleum-Maatschappij geves tigd te 's Gravenhage Conradkade 178, voorwaardelijk vergunning heb ben verleend tot het uitbreiden en wijzigen van de benzine-, autogas- olie- en lichtpetroleuminstallatie op het perceel, kadastraal bekend ge meente Venray, sectie D no. 3808, gelegen te Leunen. Venray, 28 oktober 1959. Burgemeester en wethouders vnd, A.H.M. JANSSEN, burgemeester H. VORST, secretaris

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1