Het begon in september... Brieven aan Oom Piet Meisjes," Zuivclcrisis tot staan gebracht Landbouw en veeteelt Uit Peel en Maas Zaterdag 26 september 1959 No 39 TACHTIGSTE JAARGANG -EEN RIJK BEZIT PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPRK^RT AH VnnR VFNRAY P1M OM^TPPK'PIM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m ABONNEMENTS- GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 V" ÜUÜDUHU V UL/A V I WiVAO 1 PRIJS PER KWARTAAL 1.40 BUITEN VENRAY 1.60 TOEN BEGON DE EINDSTRIJD Helder scheen de zon die morgen, en de Spitfires met „het vliegend oog der artillerie", een langpotig lang zaam vliegende tweedekker, deden hun gewone ochtendpatrouilles en verkenningen. Dat was sedert we ken al het begin van de dagorde. Om negen uur was de parochie kerk, ondanks het gevaar voor gra naatinslagen, vol met een biddende menigte, want weer werden 9 slacht offers ten grave gedragen. In de verte vielen voortdurend granaten, maar ook dat hoorde erbij. Nauwelijks was de rouwdienst af gelopen of omstreeks half 11 begon nen de inslagen zich aaneen te rij gen tot een donderende orkaan en langzamerhand kwam het gedonder naderbij, het onweer van huilende granaten en ontploffingen werd met de minuut heviger; ieder vluchtte, waar hij kon, zo vlug mogelijk de kelder in, Dit uur werd het uur der ver schrikking, overal donderslagen, boven je, naast je, akelig huilend gierden ze over, de 25 ponders, de 18 ponders! Het leek alsof boven alle lever uitgeroeid moest worden en als bet even stil was klonk angstig 't loeien van het loslopende vee of het jan ken van 'n hond. Ik bevond mij die morgen buiten het dorp achter Ser- vatius en de enigste schuilplaats was een gat in de grond. Met iedere inslag trilde de bodem en met onfeilbare systematiek kwa men de slagen dichterbij, dit was het trommelvuur, dit moest de aan réi zijn. Nu zouden de moffen het dan toch gaan begeven, want zo'n hel is geen uur te harden! Dit trommelvuur, deze plotseling opgestoken orkaan van gegier en ge donder, werd de redding voor Ven- ray wel in dubbele zin! Niet alleen bevonden de inwoners zich allen in de schuilkelders, toen even later het bombardement volg de, neen 'n even zo groot gevaar zo niet ernstige was door de aan val voor Venray afgewenteld. Want de moffen, voor wien geen menselijkheid meer bestond, hadden juist even voor half 11 hun laatste slag willen slaan; algehele deportatie der Venrayse mannen tussen 16 en 60 jaar! Zij kregen slechts gelegenheid om hun plannen tot dit lugubere drama op één plaats bekend te maken en wel op de Stationsweg, in de buurt van het Servatiusgesticht. Verder zijn de slavendrijvers niet meer gekomen, 't moordend Engelse trommmelvuur vanuit Overloon bracht hen tot andere gedachten en de Grünen lieten zich daar, waar het zo warm toeging nooit meer zien. Maar ondanks de afwenteling van dit dreigende deportatiegevaar bleef de bloedige hand van Mars naar Venray wijzen. Dat moest z'n slacht offer worden, totaal zonder mede lijden. Nog achtte hij zijn krachen niet genoeg aangewend en hij riep zijn doodzaaiende vogels te hulp, die de laatste hand aan de vernietiging zouden leggen. Dit was de totale on dergang, dit was 't einde, een bom bardement door zware bommenwer pers. Opeens klonk in de verte tussen het gedonder der uiteenspattende granaten, vliegtuiggeronk, het mo notoon gebrom der motoren sloeg plots over tot een loeiend gehuil, steeds nader kwam het, alsof het je wilde doorboren, dan felle giertonen van omlaagdenderende projectielen, even later schokkende explosies; kel dermuren gingen op en neer, zwart donker werd het van neeivallend puinstof, steeds maar weer dat alles doordringend gehuil gevolgd door vreselijke slagen. Alles werd duister, in doodsangst kropen de-mengen in de kelders te gen elkaar, grepen iets vast, 'n stoel, 'n fles, 'n vat, als het maar houvast gaf. De handen stijf van angst voor 't gelaat; 'n moeder klemde haar kind aan de box-st. Samen met haar kind zou zij bedolven worden onder neer stortend puin, haar kind verdedi gend tegen verpletterende steen- brokken, .zo werd zij later paars blauw verstikt in het puin gevon den! Alles scheen vernietigd te worden in deze ogenblikken. Machteloos lagen wij mensen ineen, geen kelder geen beton was bestand tegen deze vreselijke explosies! Tussen de slagen en het neerdon- deren van puinbrokken klonken de gebeden van de hulpelozen mens, overgeleverd aan deze hel van vuur en dood. In hun doodsangst baden zij tot God, tot Maria, zagen zij in een flits hun leven voor zich, alles wilden ze beloven, „maar God laat ons toch in leven". Voor velen werd het hun laatste gebed en met de handen ineenge wrongen van angst gingen zij over tot 'n ander leven. Nog was deze hel niet ten einde, een nieuwe aanval volgde, weer doken loeiende machines neer op de reeds donkere zwarte rookmassa, die Venray moest zijn. Weer gierden zij pijlsnel omlaag, de 500 kilo bommen, die alles doorbraken, waartegen niets bestand was. Een voltreffer betekende onher roepelijk de dood. De dood aan het begin der bevrijding, de dood die nu voor iedereen komen kon, of je jong was of oud, of je geld had of straat arm was! Het was eender in deze ogenblik ken alle schijn viel van je af, en in die ogenblikken bracht de dreiging van de dood je tot zuivere grootte of armzalige kleinheid terug. Je voelde je niet meer hoger dan de ander, die nu daar in doodsangst naast je lag, hij was een mens, dat was alles! Die ogenblikken van onmiddellijk doodsgevaar, «ze zijn zo helder, zo heel scherp staat het hele leven voor je, je ziet je eigen fouten zo goed in, belooft God in vurig gebed dat het zo heel anders zal worden, óls Hij maar het leven beschermt! Deze ogenblikken, momenten van vreselijke angst, soms ook van diepe genade. Het is zoals later eens een Engels soldaat mij vertelde hij studeerde voor Anglikaans priester in 't hevigste granaatvuur, wan neer je buiten in 'n gat of in 'n grep pel op je dood ligt te wachten, bid ik zo veel, je voelt je zo heel dicht bij God, je staat op het punt naar Hem te gaan en dat schenkt het vredige gevoel van rust en veilig heid, midden in de dodelijkste geva ren. Ogenblikken van diepe genade, als je katholiek bent en weet' dat Jezus Christus bij je is, dat Hij zo heel dicht bij je is, wat kan deze gedachte niet 'n kracht en sterkte geven, om je over de zo natuurlijk eerste angsten heen te brengen. VENRAY WERD VERNIETIGD Dit vreselijke bombardement werd uitgevoerd om Venray als spil van het gehele front te vernietigen. De opzet slaagde volkomen, Venray was vernietigd, evenwel de duitsers niet, want hij was niet in Venray, hij was reeds lang vertrokken. Het Duitse hoofdkwartier was enkele dagen te voren naar Horst verplaatst! In het centrum van het dorp bleek niets gespaard! De eerste bomaan val begon op Servatius, waar in systematische volgorde de wasserij, daarna enkele paviljoenen, geraakt werden, zo in de richting van het dorp. Het land tussen Servatius en het dorp, werd herschapen in een ware zandwoestijn, met 'n keten van diepe kuilen dwars er doorheen! Nooit zal ik de eerste aanblik ver geten van de verwoeste Grotestraat! Het is zo heel vreemd, wanneer je, waar voor 'n uur terug nog de men sen liepen, nu hopen puin liggen; het is 'n eigenaardige gewaarwor ding als je denkt, dat op de plaats waar nu die stenen en brokken puin branden,je voor een uur terug nog rustig stond te praten. Het treft je diep als je bij 'n huis komt, met de grond gelijk gemaakt, terwijl je weet dat de mensen in de kelder waren. Wie voelt niet de radeloze angst van de jongen, die zijn plicht als helper bij de Geneeskundige Dienst deed en „thuis" gekomen blijft staan voor verwrongen balken en muur- resten, terwijl moeder en zusjes ergens daar onder moeten zijn. Waar moet de hulp vandaan komen bij de uitgebroken branden, wanneer de straten verdwenen zijn onder het puin en geen brandweerwagen er meer door kan. Wie zal met de wils kracht van 'n razende gaan graven, houwen, brokken puin wegtorsen, als je rondom je 'n regen van grana ten neerkomt? Dan dat vreselijke verhaal in die eerste ogenblikken na die verschrik king, daar ginds in de Draalstraat moet iemand verbrand zijn, maar men weet niet wie het slachtoffer is. Het vroegere beeld wat Venray bood is voor altijd verdwenen, de brede open Patersstraat; de gezellige winkelstraat, de Grotestraat voor de helft met de grond gelijk gemaakt! Het Patersklooster, waar 't duitse zendstation stond opgesteld, aan de achterzijde, 'n troosteloze ruïne, de Draalstraat voorgoed verdwenen; de ene zijde van het Henseniusplein, bestond slechts uit resten verwron gen ijzer en massa's puin. De lijn der verwoestingen liep van Oost naar West, van Servatius loodrecht op 't doi-p tot bij de bios coop Luxor. De etappelinies, die de Engelsen volgens de BBC hadden gebombardeerd, bleken dus te liggen ten zuiden van deze lijn tot de lijn Paterskerk-Langstraat. Het is begrijpelijk dat menige bit- tere verzuchting geslaakt werd, want men had ons altijd geleei-d dat de RAF de burgex'bevolking zou sparen! Deze raid schijnt wel een van die factoren in de strijd te zijn geweest, waarvan wij, die nu eenmaal deze strijd lijdelijk moesten ondei'gaan, de draagwijdte niet kunnen zien. Voor ons onbegrijpelijk, voor onze bevrijders, bij het opzetten van hun doorbraakplannen, een voor de hand liggende noodzakelijkheid. Naderhand zal de generaal, die 't operatieplan opzette, wellicht tot andex-e conclusies gekomen zijn, want ook hij kende niet alle om standigheden. Zeker is, dat onze be vrijders voor een ontzaggelijke taak stonden om een vijand die letterlijk achter iedere heg en in ieder huis zich verzette, van ieder bos 'n ves ting had gemaakt, vernietigend te verslaan. En eigenlijk gezien de verwoestin gen was het doden aantal bij het bombardement aan de lage kant; helaas kostte deze aanval aan 35 burgers het leven. HET LEVEN IN VERWOESTING EN VERNIELING Venray was kapot gemokerd, het centrum van onze plaats verbx'ijzeld, maar boven de puinhopen stond nog zij het gehavend de eeuwenoude Petrus Banden,als een trouwe wa ker, die met ons de hitte van het vuur zou doorstaan. Onder hem puinhopen, bx'okstukken, brandende ruïnes. Mensen lagen bedolven, do den en gewonden lagen tussen steen- brokken op straat. Hulp moest ko men, maar was dit nog mogelijk onder aanhoudend granaatvuur? Mogelijk was het "menselijkerwijze niet, maar daar vroegen de mannen en vrouwen, die hun plicht kenden, niet naai-. Het leven van een ander stond op het spel, daar lag 'n ge wonde, die naar het ziekenhuis moest, zelf was je gelukkig niet ge troffen, dus helpen! Ja, de geest was niet gebroken, de geest van hen, die hun angst over wonnen. Het was de priester, die de ster vende bijstond, het was de dokter, die, al was hij alles verloren, de lei ding nam bij de hulp aan gewonden, het was de kerel, die de schop in z'n handen greep en begon te graven tot hij niet meer kon, het was de bak ker, die zorgde, dat er toch ondanks de granaten, brood was, het was het meisje, dat zojuist nog door de linies gekomen, zich aanstonds beschik baar stelde als verpleegster, het was de kleine gekrulde broeder van Ser- vaas, die alles durfde, het waren zij die zorgden voor de Gaarkeuken, de mannen der brandweer, het waren de talrijke vrijwilligers, die mee aan pakten, die niet uit angst tot zelfbe houd wegdoken, maar die allen heldhaftig de consequenties van deze ogenblikken aanvaardden. De evenmens was in gevaar, ieder moment langer wachten kon voor hem de dood betekenen, dus ging zonder meei-, je groef, je droeg brancards, je hielp gewonden! Toen de avond viel waren reeds velen uit de puinhopen bevrijd en helaas talrijke slachtoffers geborgen, maar onder de ontzaggelijke steen massa's moesten nog vele doden liggen. Het was echter 'n hopeloos werk, onder het voortdurende gra naatvuur. Met het invallen der duisternis moest het opgravingswex'k gestaakt worden, gebruik van licht hier en daar was nog een petroleumlamp werd noch door de moffen noch door de Tommys getolereerd, want aan stonds regende het granaten neer op de bewuste plaats. Het was 'n angstige avond, rood smeulende puinhopen, de straten be zaaid met stenen, balken, omwoeld van bom- en granaattrechters, ter wijl patrouillei*ende moffen 'n voort durend gevaar betekenden. Het kanonvuur dat de gehele dag aanhoudend sterk was geweest hield met de duisternis plotseling op, en het werd akelig stil. Af en toe werd in de verte tussen Venray en Overloon het ratelen van 'n mitrailleur gehoord, uit de kelders klonken gedempte stemmen van mensen, die in het donker op elkaar gepakt zich 'n slaapplaats trachtten in te richten, overigens heerste 'n benauwende stilte. Met regelmatige tussenpozen ver brak het brullend geloei van de nebelwerper, hel rood vurend deze mst, maar ook dat hield op. Alleen de brandende beelden der herinne- x-ing aan de verschrikkingen van de afgelopen dag deden je nog denken dat je in de vuurlinie lag. Waarom ben ik gespaard gebleven, waax-om viel die bom juist naast ons huis, waarom werden die evacuees uit Ovex-loon, dié al zoveel geleden hadden, verbrijzeld en bedolven in die kelder; Waarom vonden zij juist daar hun dood? En wie was morgen aan de beurt, was het niet dat wij allen de dood reeds bij ons droegen, want één bom 'n granaatschex-f of 'n kogel, het was gebeurd Was het dan maar 'n legende, dat St. Oda Venray zou behoeden voor pest, hongersnood en oorlog? Had God ons dan verlaten, liet Onze Lieve Vrouwke van Oostrum, naar wien Venray al in Vrijheid had willen gaan, ons dan in de steek? Wat is eigenlijk het leven en wat is de dood? Welk 'n geluk, ons geloof, nu je weet dat al word je morgen geroe pen, je leven overgaat in een ander heilzamer leven? Waarom kunnen de mensen nu zo goed bidden, hoor eens hoe dat ro zenhoedje met aandacht en innig heid wordt gebeden! Waarom geeft het al die mensen zulke gerustheid en moed? God heeft hen niet verlaten, O.L. Vrouwke is heel dicht bij hen! De dood is niet het einde, maar slechts het begin van een nieuw leven. (wordt vervolgd) VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLBRT5INGZORGT P. M00REN 1070 MEE® De kalender wijst september aan, de maand, die feitelijk het voorpor taal is van de herfst, ondanks de fel stekende zon, ondanks de droogte, die allerwege weer het laatste gras een vale kleur doet krijgen. En Ven ray loopt weer vol. Vol van studen ten en pensionaires, die ook weer met bun studie gaan beginnen. 's Morgens en 's middags trekken de kindex-en van en naar school, kortom het leven van iedere dag be gint weer op streek te geraken. 1 De moderne moeders hebben een gx-ote zucht geslaakt toen eindelijk de vacanties achter de rug waren en aan de kleutex-scholen zijn de traantjes weer gex-old van die peu- tex-s, die langzaam maar zeker, al is het dan via de kleuterschool hun in trede gaan doen in het volle leven. En onze dochter is dan vol trots de eerste klas ingegaan, vol met heilige voornemens om een grote „meid" te worden. Van de week kwam ze al een beetje gedesillusioneerd thuis toen ze bij de eerste leesbeurt het plaat je „pet" v ex-taalde door „kieps" en de zuster haar moest vertellen, dat ze dit nuttig maar ook on-moderne instrument wel in Venray zo kon noemen, maar niet in het overige deel van Nederland. Ze begreep dat nog niet goed Ze zal nog wel meer niet begrij- p'en. Want het „Venraods" maakt met Venray samen een evolutie door, die nu niet bepaald ten goede komt aan dit dialect. Met de „nus- sik" en de „toer" verdwijnen veel „Venraodse" woorden, die misschien nog eens terugkomen in een puzzle van de Vastelaovendkrant, maar voor het overige gaan verdwijnen of al lang verdwenen zijn. Vraagt de jongelui van tegen woordig wat een eektes is of een zekdempel, dan kijken ze je aan of je Grieks spreekt en van de oude spelen, van onze jeugd, pèt-dek, dik- pik-folie, höpke-tikke, mötje-pikke, land veroevre, poes, bokspringe, toeke, hakke, dompe, slibbere, ban- dele en zoveel andere hoort men de jeugd xxiet meer spx-eken. Ze hoor den bij het oude Venray dat met bommen en granaten is onder ge gaan. Want nu spreekt men deftig, nu beschouwt men zijn „moers-taal" als niet netjes en de jeugd moet Hol lands spreken, thuis en op straat. Misschien dat we van de Ven- Ionaars eens iets leren kunnen, die overal en altijd hun dialect naar voren brengen, die onder elkaar het hoog-hollands schijnen afgezworen te hebben en o.a. in hun liedjes het eigene van stad en streek niet alleen weten uit te dragen, maar ook te bewaren. Waar blijft de man of vrouw die het oude dialect nog probeert te be waren, al is het alleen maar voor het Oudheidkundig Museum en daardoor voor het nageslacht. Waar blijft trouwens de officiële man, die de geschiedenis van deze en vervlogen tijd gaat vastleggen. Er is met de oorlog zo onnoemlijk veel verloren gegaan, ook van Ven ray s geschiedenis en ieder jaar! gaat er meer vei'loren. Wordt 't niet de hoogste tijd dat men een en an der eens gaat vastleggen. Wat weet de doorsnee-Venrayer van zijn kex'ken, zijn kapellen, zijn geschiedenis. Op ons x*edactie-bureau hangen enkele oude foto's van het Venray van voor de oorlog. Dus ternauwer nood 20 jaren terug. Maar slechts zelden is er een bezoeker die die dingen niet bekijken moet en dan hoor je telkens: Och ja,dat zag er toen zo uit. En wie de ooi'logshistorie leest, die we thans hei-plaatsen, moet zich i-ealiseren, hoeveel hij feitelijk al weer vergeten was in zo'n betx-ek- kelijk korte tijd Het is zo zonde en jammer dat zo veel verloren gaat Door een gelukkig toeval kregen uit de „nalatenschap" van een over- leden Venrayse minderbroeder een sigarendoosje vol oude bidprentjes gestuurd. Toen men ze wou op ruimen is ex- iemand op de gelukkige gedachte gekomen stuur ze naar Venray terug misschien dat die er wat aan heb ben Ze gaan naar het museum en over 50 jaren zal men dankbaar zijn deze oude hex'inneringg nog te hebben. Zo vragen we ons af wat er ge beurd is met de nalatenschap van Pater Beda z.g. die bij zijn leven nooit tot publicatie is gekomen van wat hij gevonden heeft bij de orde ning van het archief der Grote kerk. Bekend was, dat er aantekeningen waren, maar waar zijn ze gebleven en wat is er mee gebeurd. Zijn ze al vernietigd of werden ze hier of daar opgeborgen, om later opeens zoek te zijn. Trouwens laten we eerlijk zijn. In een Duits museum troffen we onder vacantie een doodgewone pomp aan, netjes gepoetst en opgedoft, maar verder even doodgewoon als de hon derden pompen, de in Venray heb ben gestaanHebben gestaan, zoals in die stad, maar nu wist de jeugd van diezelfde stad met geen duivels geweld hoe een pomp er uit zag en daarom werd hij in het mu seum gezet.En wat doen wij? We gooien die dingen weg, die we zelf beschouwen als waai-deloos, foto's van oud Venray, van de pèrde- tx-em, van Hensenius,, van oude peel- vennen en molens, en beseffen niet dat we getuigenissen weggooien van een tijd, die over 50 jaren een geslo ten boek zal zijn. Deze brief Oom Piet, zal U weinig nieuws vertellen, maar misschien dat ook U weer eens opgewekt wordt om het oude, dat we weg doen, om dat het ouderwets is geworden, te zeer versleten of om welke andere reden ook, toch voor anderen grote waarde kan hebben. Voor anderen die na ons komen. Waarom dan die dingen niet gestuurd naar het ge meentehuis of daar een seintje ge geven. Ze komen beslist in het Oud heidkundig Museum, waarvoor plaatsruimte in overvloed is nu we in het oude pand van Meester Vei-- beek terecht kunnen. Tabé. Bij de landbouwbegroting voor 1960 wordt vastgesteld, dat de terug gang van de economische toestand in de landbouw, die zich in de afge lopen jaren voordeed en verstrekt werd door een internationale zui- velcrisis, zich in 1959 niet verder heeft voortgezet. In het algemeen kan van enige opleving worden gespx-oken. Zo is in 1958 niet bepaald een ren dabele export verkregen, die van grote betekenis is voor de agrarsche sector en de gehele volkshuishou ding. Behoudens' een lichte stijging bij vee en vlees, deed zich een alge mene prijsdaling voor. De cijfers over het eerste halfjaar van 1959 wijzen op een zeker herstel van het exportpeil. Verheugend is, dat de boter- en kaasprijzen die bij de vorige begi-oting gi*ote zorgen baarden, aanzienlijk verbetei-d zijn. Het nadelig verschil tussen de ge daalde prijzen en de gestegen kos ten bleek voor het oogstjaar 1957/58 aanzienlijke vox-men aan te nemen. Een dergelijke ontwikkeling heeft consequenties voor de financiële re sultaten der bedrijven. Uit de in de memorie van toelich ting opgenomen gegevens der ge middelde arbeidsinkomens per be- drijfshoofd blijkt duidelijk, dat de economische situatie de inkomens heeft beïnvloed. Zonder 't garantie- beleid van de overheid zouden de inkomens per bedrijfshoofd tot een onverantwooi-d laag niveau zijn te ruggelopen. Met name voor 1957/58 vormde de ovex-heidsgarantie een belangrijke factor bij het realiseren van een redelijk bestaan in de agra rische sectoi-. Uit x'ecente ontwikkeling kan een zeker herstel van de economische toestand in de landbouw geconsta teerd worden, waarbij met name de verbeterde zuivelpositie een belang rijke rol speelt. De verbetering van de zuivel- markt, die in het tweede halfjaar van 1958 inzette, bex-eikte eind juni 1959 het prijspeil van voor de prijs- vex-laging in april 1958. In een beschouwing over de vraag in hoeverre gerekend mag worden op een blijvend herstel, dan wel op 'n verdex-gaande vex-betering van de zuivelmarkt geen gi*otere betekenis heeft dan die van het ogenblik, ge let op de velex-lei omstandigheden en feiten, in het bijzonder die van internationaal karakter, die invloed uitoefenen op de zuivelsituatie. De betekenis van penicilline in mengvoeders Om een juist begrip te kunnen ver krijgen over de betekenis van de an tibiotica, is het van belang hierover een meer omschx-even uiteenzetting te geven. Voor veel veehouders is het nog geheel nieuw, daarom willen wij trachten om door een goede voorlich ting enig inzicht te verschaffen in deze materie. Het is wel bekend dat in het buitenland reeds lang met vrucht antibiotica in geringe hoeveelheden aan mengvoeders wordt toegevoegd. In ons land is dit gebx-uik tot voor kort bepex'kt gebleven nml. tot slachtkuikens. Vele ondex-zoekingen en proef nemingen hebben evenwel aange toond, dat ook voor varkens de toepassing van penicilline geen en kel risico met zich meebrengt. Hoewel hier nog uiterste voor zichtigheid wordt betracht, is weten schappelijk komen vast te staan, dat vooi-al door de voorgeschreven dosering geen enkel bezwaar voor gebruik meer aanwezig is. Om tot een juist inzicht te komen kan het nuttig zijn even terug te grijpen naar het vei-leden. Welke bezwaren werden voorheen geoppex'd? Door toepassing van antibiotica in xnengvoeders zou de kans bestaan dat pathogene organismen x-esistent worden, zodat het betreffende anti- boticum zijn waai'de als geneesmid del verliest. Bij langdui-ig gebruik zou het ef fect verloren gaan. Bij toepassing zou het microbiologisch evenwicht in de darmen worden verstoox-d. Men heeft nu echter geconsta teerd, dat het voor een juist inzicht in deze problemen noodzakelijk is 'n schex-p onderscheid te maken in de aard van het antibioticum. Van de vele bekende antibiotica immers zijn er slechts enkele, die 'n duidelijk groei-effect bij slacht-kui- kens en varkens geven, terwijl deze groeibevorderende werking verto nen t.o.v. de diverse micro-organis- men in de darm. Bij nauwkeurig onderzoek is ge bleken, dat 'pencilline in lage dose ring t.o.v. de voornaamste darm bewoners geen groei-remmende maar juist een gx-oeibevorderende werking vertoont. In dit verband is van een versto- xüng van het mici'obiologisch even wicht in de darm geen sprake en past het pro-bioticum beter. Ook de andei-e genoemde bezwa- x-en gelden niet voor de toepassing van pencilline in lage doseringen. Nu, na vele jaren is in vei-schil- lende landen het gebruik van anti biotica zeer algemeen gewoi'den. Ook voor ons land is thans het ge bruik toegestaan en het kon wel eens blijken dat dit voor de boer van groot belang kan worden, het geen wij in een volgend artikel zul len uiteenzetten. van 26 september 1914 Dondex-dag overleed alhier de oudste bewoonster van Venray, nl. mej. Nella Verbeek, Henseniusstraat, in de ouderdom van ruim 90 jaren. De Weleerw. Heer Henri Haen- raets werd benoemd tot kapelaan te Horst. van 25 september 1909 Donderdag werd het vex-grootte schoolgebouw van het St. Jozefsge sticht plechtig ingezegend. In 1906 was de eerste eigen school gereed en begon in Juni met 47 leer- lingen. Thans waren er 140 kin deren. van 29 september 1934 - Op de paax-denmax'kt waren 130 dieren aangevoex-d. - Het bouwen van een woonhuis te Oostrum voor Hub. Jenniskens, wex-d aanbesteed. Er warén 18 in- schrijvers. Laagste Piet Peetex-s te Meerlo *roor 5.711. Het bouwen van een woon- en winkelhuis voor rekening van Ant. Laurensse aan de Hofstraat werd aanbesteed. Daar waren 17 inschrij vers. Laagste Th. Maassen voor f 5.330. Door enige middenstanders uit de Schoolstraat, worden pogingen in het werk gesteld om met mai'kt- dagen ook in die stx-aat kramen ge plaatst te krijgen. Waar die moesten staan werd er niet bij vermeld. voer moeilijk heden, ofwei voor raad en Inlichtingen is de R.K. Vereniging tot bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-Sangers Grote Straat 28, Tel. 1581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 1393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenenen Mej.T. Paping, Eikenlaan; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 1673; Mevr. Baronesse de Welchs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blltterswiick. D 67, Tel. 263

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1