RANG Landbouw de zonnige RANG Bekendmakingen Uit Peel en Maas Circus in Venray Goed gericht onderhoud geeft veiliger auto's en beroepskeuze in land en tuinbouw. i \l/^ deTfLf\i\SfE specialist God handelt altijd onpractisch en onlogisch Zaterdag 5 september 1959 No 36 TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNOKHOF WRPÏTRI A n UAHD UC1MD A V l?TVr HAACTDCirCM auvertentie-pbu8: 8 ct. perm.m. abonnements- OROTESTRAAT 28 telefoon 812 giro 150052 ECuDliAU V UUK V uliurt I E,1N UlVlO 1 lALitVLilM prijs per kwartaal i L40 buiten VENRAY t 1.60 Burgemeester en wethouders der gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat door de raad dezer gemeente medewerking is verleend San het bestuur van de r.k. bijzon dere lagere scholen te Venray-Oirlo voor de aanschaffing van leermid delen ten behoeve van die scholen in verband met de samenvoeging van de jongens- en de meisjesschool aldaar per 1 september 1959. Venray, 28 augustus 1959. Burgemeester en wethouders dei- gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat door de raad dezer gemeente in zijn vergadering van heden medewerking is verleend aan het r.k. Parochiaal kerkbestuur van St. Petrus Banden te Venray voor de aanschaffing van benodigdheden voor de inrichting van het gymna stieklokaal ten behoeve van de on der zijn bestuur staande U.L.O- school voor jongens en meisjes. Venray, 28 augustus 1959. Burgemeester en wethouders dei- gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat door de raad dezer gemeente in zijn vergadering van heden medewerking is verleend aan het bestuur van de r.k. bijzondere lagere meisjesschool te Leunen voor de aanschaffing van leermiddelen in verband met de uitbreiding van het aantal leerlingen. Venray, 28 augustus 1959. Inwilliging aanvrage bijzonder kleuteronderwijs Burgemeester en wethouders van Venray maken bekend, dat de raad dier gemeente in zijn vergadering van heden heeft besloten-medewer king te verlenen aan een verzoek van het bestuur van de bijzondere kleuterschool te Oirlo om ingevolge artikel 50 der Kleuteronderwijswet gelden uit de gemeentekas te mogen ontvangen voor de eerste inrichting van het vrijgekomen gebouw van de r.k. bijzonder lagere jongensschool Oirlo E 18. Ingevolge artikel 54 der Kleuter onderwijswet kan iedere ingezetene en het schoolbestuur binnen 30 vrije dagen te rekenen vaiïaf heden van genoemd besluit in beroep komen bij gedeputeerde staten van Limburg. Gedurende die termijn liggen alle bescheiden, op de aanvraag van het schoolbestuur betrekking hebbend kosteloos voor eenieder ter inzage op de secretarie der gemeente. Venray, 28 augustus 1959. HINDERWET Burgemeester en wethouders van Venray brengen ter openbare ken nis, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van de directie der N.V. Steenkolen- en Handelsvereniging Rinkade 1 Ut recht om vergunning tot het oprich ten, in werking brengen en in wer king houden van een petroleum-in- stallatie kadastraal bekend gemeen te Venray sectie C, nr. 6635. Gedurende tien dagen na dagteke ning van deze bekendmaking bestaat voor een ieder de gelegenheid schrif telijk bezwaren tegen het verlenen der vergunning in te brengen bij het gemeentebestuur. Bovendien zal op woensdag 9 sep tember a.s., des namiddags 15 uur, in het gemeentehuis te Venray een openbare zitting worden gehouden, waarin mondeling bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek kun nen worden ingebracht. Een ieder kan ter secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. Venray, 26 augustus 1959. Burgemeester en wethouders voornoemd. Th. WINTELS, loco-burgemester H. VORST, secretaris Goede grondbewerking is een voordeel De mooie zomer was gunstig voor het binnenhalen van de oogst. Menig product is al vroeg van het land vertrokken, de tijd voor de na jaarsbewerking breekt aan. Het is voordelig wanneer deze vroeg en de gelijk geschieden. Men kan de win tergranen dan nl. inzaaien op een goed bezakte voor. Ook de bemesting kan nu tijdig geschieden. Vooreerst bekalking in dien nodig, waarbij de schuimaarde op zware grond steeds een goede uit werking heeft. Fosfaat en kali, als thomasmeel met kalizout 40% ge mengd komen ook al aan bod, om dat de beste zaaitijd voor het win tergraan gelijk bekend in begin ok tober volgt. Vergeet de kali niet. De winter granen gaan kali krachtiger de win ter in, minder kans op uitvriezen. Een goed en krachtig bestand levert bovendien, zodra het voorjaar zich aandient, direkt een flinke groei. Een goed gegroeide halm levert weer stro. En dat is ook wat waard, al gaat het om de korrel! De tarwe-inzaai zal dit jaar wel belangrijk worden. Er zijn nl. veel erwten verbouwd en dit land is zeer geschikt voor tarwe. De teler doet dus goed de voordelen van een tijdi ge najaarsbewerking zich niet te la- .ten ontgaan. van 5 september 1914 Onze dorpsgenoten de heren Jean Wijnhoven, onderwijzer te Ba- kel en Piere Gooren, onderwijzer te Oostrum, behaalden te Breda de Hoofdakte. Tegen het gebruik van Maas water en het zwemmen in deze ri vier wordt gewaarschuwd -wegens 't oorlogstuig, lijken van mensen en dieren, dat hierin voorkomt. van 28 augustus 1909 Er namen 76 jongelieden deel aan de loting voor de Nationale Mi litie te Venray, waarbij er drie te klein bleken te zijn. Te Arnhem behaalden onze dorpsgenoten, de heren Henri en Al- fons Vermeulen, respectievelijk de Hoofdakte en akte Fransch. Het stelen van appelen en tuin vruchten blijkt aan de orde van de nacht te zijn. Verschillende proces sen werden reeds opgemaakt. De Rijwielclub Sint Oda alhier hield zondag jl. wielerwedstrijden, waaraan 24 verenigingen deelnamen. van 25 augustus 1934 De heer P. Janssen, onderwijzer aan de Bijzondere Jongensschool te Venray-Kom, slaagde te Roermond voor de Hoofdacte. De heren Louis Custers en Eng. Verstraalen alhier, die 'n tocht naar Lourdes per rijwiel maakten, zijn deze week teruggekeerd. Deze zware reis, die niet zonder tegenslagen verliep, werd in 4 weken volbracht. Wegens het dagelijks voorko men van brand in de Peel hebben de bijenhouders hun bijen teruggehaald. Dit betekend voor hen een grote schadepost. Fjordenland, missieland ii. Vier zusters van „Onder de Bo gen" uit Maastricht, gewend aan de hartelijke voorkomendheid, die ons katholieke volk betoont jegens reli gieuzen, kwamen in het voorjaar van 1923 in Molde aan. Molde aan de fjordenkust van Noorwegen, waar men geen zusters kende en er ook helemaal geen prijs op stelde hen te léren kennen. Jawel Noorwegen was een be schaafd land, dat beschikte over alle comfort van die dagen. Het had de Moederkerk in de reformatie afge zworen en uit die tijd een afkeer, soms zelfs een afschuw voor pries ters en religieuzen geërfd. Neen er was geen commissie van ontvangst, er waren geen liefdevolle handen die het eerste uur in het vreemde land verzachtten. Er was niets in Molde. Niets dan een leeg huis.. „Wat wilde U er gaan doen? hebben we een van de werksters van het eerste uur gevraagd en ze antwoordde met de eenvoud, waar mee ze destijds gehandeld heeft: „Och, dat lieten we maar aan de Voorzienigheid over". Ze hadden niets te doen, niets, he lemaal niets. In huis richtten ze een kapel in. Aan de nabijheid van de Heer hadden ze de sterkste behoefte, zeker nu de mensen zover bleven van hun tot geven bereid hart. 29 juni 1923 zegende onze land genoot Kardinaal van Rossum, die op visitatiereis was, de kleine kapel in. Dat was de eerste gloriedag van de jonge Noor wegen-missie. Maar elke volgende gloriedag moest ver diend worden, echt verdiend De mensen in Molde waren niet zo zeer vijandig als wel afzijdig. De vier zusters stonden buiten de ge meenschap en ze werden er angst vallig buiten gehouden. Er waren geen contakten met de burgerij en elke poging van de zusters in die richting strandde op onbegrip en misschien ook wel onwil. „De mensen zagen ons nog liever direkt gaan als over éen half uur. En dat voelden wij heel erg duide lijk". Nu, zesendertig jaar later,- is dat allemaal heel anders. Nu is de weg gebaand en al zijn de suksessen dan nog klein: de zusters worden geac cepteerd, gezocht zelfs af en toe. Er werd Noors geleerd, een moei lijke taal, maar met alle kracht stu deerden de vier zusters op de lands- eigen spraak. Ze hadden er de tijd voor, ja dat wel helaas In Molde was 't moeilijk en is 't ook lang moeilijk gebleven. Heel in het begin kwamen er wat mensen naar de kerk, nieuwsgierignatuur lijk, maar goed Toen begon er krantengeschrijf en de kapel bleef leeg. Je voelde de af keer van de mensen als je over de straat ging. Het was en bleef vijan dig Toch heben de zusters gewonnen. Eerst in Molde waar het met een blind jongetje begon, in 1924 in Ha- mar, waar het contakt met de men sen gemakkelijker ging en een paar jaar later in Kristiansund. Waar kwam die omzwaai door tot stand? Hoe vestigden de zusters vertrou wen temiden van een hen afkerige wereld? de internationale circus-show Binnenkort zal de internationale Circus-Show op zijn eerste toumée door Nederland ook Venray bezoe ken en voorstellingen geven op Maandag 7 september. De Internationale Circus-Show, welke dit seizoen voor de eerste maal ons land bereist brengt onder het motto: Mensen-dieren-sensaties. een echt internationaal circuspro gramma. De hoofdschotel van deze show, wordt gevormd door het optreden van, artisten uit div. landen o.a. Ita lië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, België, Engeland, enz. terwijl ook Nederlandse artisten hun medewerking verlenen. Internationale circusattracties o.a. jongleurs, wervelwind-acrobaten, kunstrijders, acrobatiek op galoppe rende paarden, luchtsensaties clowns van formaat, springplank-acrobaten, koorddansen, muzikale virtuozen, dames-acrobatiek, humoristische no viteiten enz. div. dierengroepen o.a. leeuwen beren, een mooie collectie paarden. Dit alles tesaam, verenigd tot één harmonieus geheel, een show zoals men zelden zag. pit schouwspel wordt gebracht in een grote viermastentent, welke plaats biedt aan 4000 toeschou wers. Het wagenpark is geheel ge motoriseerd en onder de ruim wagens bevinden zich de meest luxueuze salonwagens, garderobes, lichtmachines, waterinstallatie, die rentransportwagens enz. Het geheel maakt een uiterst ver zorgde indruk en zelden zag men 'n zo'n omvangrijk internationaal cir cusprogramma. De internationale sfeer doet U enige uren Uw zorgen en dagelijkse beslommeringen vergeten. De grote circuskaravaan zal in de loop van de nacht van 6 op 7 sept. ariveren en des morgens 8 uur zal met de opbouw van de reuze speel- tent, stallen enz. worden begonnen. Na enige uren van hard werken zal dan de Internationale Circus- Show haar poorten openen en onder de vrolijke klanken van het circus- orkest zal dan het internationale circus-show-programma voor dé* ogen der duizenden toeschouwers afrollen. JULIANASINGÏL41 'te lef. 1061 (K4780) Premie-regeling voor het schieten van houtduiven wordt beëindigd. Met ingang van 12 september '59 wordt de premieregeling voor het schieten van houtduiven beëindigd. De regeling was ook dit jaar weer getroffen om de schade, die houtduiven aan de landbouw toe brengen, te beteugelen. Jachtakte-houders en houders van een vergunning ex artikel 53 van de Jachtwet kregen bij inlevering van beide vleugéls van een gescho ten houtduif 75 cent uitbetaald. Tot en met 17 september a.s. kunnen de vleugels van geschoten houtduiven bij de provinciale voed- selcommissarissen worden ingele verd. Verplichte keuring van auto's is niet de oplossing om technische gebreken, die gevaarlijk kunnen zijn voor de verkeersveiligheid, te voorkomen. Dit is de mening van de E.V.O., de organisatie van verladers en eigenvervoerders, wiens leden meer dan 200.000 bestel-, vracht- en be- drijfsper9onen-auto's op de weg brengen. Het percentage ongelukken met auto's als gevolg van een technisch gebrek is zeer gering. Maar dat mag volgens de E.V.O. geen reden zijn om niet alles in 't werk te stellen gevaar opleverende technische gebreken zo veel mogelijk te voorkomen. De enige mogelijkheid daartoe is goed gericht onderhoud. Er bestaat behoefte aan een on derhoudsbeurt, uitsluitend gericht op die onderdelen, welke voor de verkeersveiligheid van belang zijn en die door de garagebedrijven tegen een van tevoren vastgesteld bedrag zou moeten worden ver richt. Bij een dergelijke op de veilig heid gerichte onderhoudsbeurt dient o.a. te worden gelet op het veilig functioneren van stuurin richtingen, remmen, veren, spoor- stangen e.d. Deze onderdelen dienen echter niet alleen te worden gecontroleerd maar ook zo nodig bijgesteld en daarna vooral waar nodig gesmeerd te worden. De E.V.O. meent, dat een derge- tijke onderhoudsbeurt zou kunnen samenvallen met een doorsmeer- beurt. Exclusief de prijs voor de olie, heeft de organisatie berekend, dat de garagebedrijven een dergelijke beurt inclusief het normale door smeren voor een bedrag van f 15.zouden kunnen uitvoeren. De E.V.O. adviseert een derge lijke beperkte onderhoudsbeurt iedere 15.000 km. resp. tweemaal per jaar te laten plaatsvinden. De organisatie heeft haar visie ter kennis gebracht van de BO VAG. De bond van garagehouders is gevraagd mede te delen of deze bereid is tegen de genoemde prijs een onderhoudsbeurt als hierboven vermeld in te stellen. Over het vraagstuk van de af vloeiing uit de landbouw, waarmede het probleem van de boeren- en tuinderszoons zo nauw verband hóudt sprak een dezer dagen in een radiocauserie drs. R. Rijneveld van het Landbouw Economisch Instituut. Het probleem van de boeren- en tuinderszoons heeft in de jaren na de oorlog sterk de aandacht getrok ken. Immers het aantal zoons, dat boer wilde worden, was steeds gro ter dan het aantal vrijkomende be drijven. Duizenden boerenzoons beseffen, dat de landbouw hun weinig kansen bood en zochten veelal op oudere leeftijd nog een beroep buiten de landbouw. De te late omschakeling heeft in zeer veel gevallen grote te leurstellingen opgeleverd en ging veelal gepaard met een daling op de maatschappelijke ladder. Ofschoon reeds veel is geschreven en gesproken over de boeren- en tuinderszoons, ontbrak tot voor kort feitelijk inzicht in dit zo belangrijke vraagstuk. Vele vragen bleven on beantwoord. Vragen als: Is er thans nog een overschot aan boerenzoons op de bedrijven? Hoeveel zoons kiezen te laat een ander beroep en waar komen zij dan terecht? Hoe is het met het onderwijs van de zoons en de beroepskeuze voor lichting? Op welke leaf tijd worden de zoons zelfstandig en doet de oude genera tie van boeren en tuinders afstand van het bedrijf. Een antwoord op deze en vele vra gen is te vinden in de nieuwe pu- blikatie van het Landbouw-Econo- misch Instituut, die zeer binnenkort zal verschijnen. Vragen, waarop het antwoord des te belangrijker wordt, nu het platte land steeds meer wordt ontsloten. Vele plattelandsgebieden zijn reeds door de toverstaf van de eco nomische en technische onwikkeling beroei'd. Te denken valt in dit ver band aan de ingrijpende verande ringen in de landbouw, zoals ruil verkaveling en mechanisatie. Verder aan de vestiging van in dustrieën in agrarische gebieden, waardoor aan vele boerenzoons werk in eigen omgeving wordt geboden. Ook de ontwikkeling van het ver keer is een belangrijke factor. Voor het onderzoek van het L.E.I. hebben in 63 plattelandsgemeenten, verspreid over het gehele land, de grondgebruikers 'n vragenformulier ingevuld. De medewerking van de betrokken boeren en tuinders bij na 8.000 in totaal was zeer groot. Op deze wijze werden van 17.000 boeren- en tuinderszoons gegevens verkregen over beroepskeuze, onder wijs, toekomstplannen, e.d. Enkele resultaten van dit onderzoek zullen hier in kort bestek worden vermeld. Beroepskeuze en onderwijs Gebleken is, dat de snelle ontwik keling van het platteland in sterke mate de toekomstplannen van de boeren- en tuinderszoons heeft be- invloed. Het aantal op het ouderlijk bedrijf werkende zoons bedraagt thans on geveer 92.000. In vergelijking met 1947 is dit aantal met 20% afgeno men. Echter niet alleen de omvang van de afvloeiing is sterk verbeterd. Tien, twintig jaar geleden was het in vele plattelandsgebieden regel dat vele zoons eerst een aantal jaren op het ouderlijk bedrijf meewerk ten en pas op latere leeftijd de land bouw de rug toekeerden. In feite kwamen zij dan als ongeschoolden op de arbeidsmarkt met alle gevol gen van dien. Thans kiest een veel groter aantal zoons direct na de lagere school een niet-agrarisch beroep; deze zoons volgen gewoonlijk ook voortgezet onderwijs. Typerend is bijvoorbeeld, dat van de buiten de landbouw wer kende zoons van 1519 jaar de jongste generatie dus 90% voort gezet onderwijs volgt tegenover 50% bij de zoons van 30 jaar en ouder. Overigens is ook bij de zoons, die in de landbouw zijn gebleven, de on derwijssituatie verbeterd. Van de 1519-jarige zoons heeft b.v. 80% land- of tuinbouwonder- wijs genoten; bij de zoons van 35 jaar en ouder is dit cijfer 60%. De toenemende belangstelling voor het landbouwonderwijs wil nog niet zeggen, dat er geen verbetering meer mogelijk is. Integendeel, zelfs van de jongste generatie zoons heeft 1/3 deel nog geen agrarisch dagonder wijs gevolgd. Bedrijfsopvolging op de grote bedrijven in de knel De vraag of er misschien te veel zoons in de land- en tuinbouw wer ken, is gemakkelijker gesteld dan beantwoord, aldus vervolgde dr. A. Maris van het L.E.I. de radiolezing. Laten we beginnen met te zeggen dat „te veel" hier bedoeld is in ver band met de mogelijkheden tot be drijfsopvolging, met andere woorden om boer te worden. We zien dus af van het feit dat er vooral op de grotere bedrijven, als gevolg van de sterke daling van het aantal landarbeiders, nog wel werk is voor meer dan één zoon. Een ander feit waar we rekening mee moeten houden is de afneming van het aantal bedrijven; deze was zoals bekend in de periode 1950—'57 ongeveer 5%. Er zijn tekenen die er op wijzen, dat deze afneming zich in de toekomst in versterkte mate zal voortzetten. Vanzelfsprekend heeft dit tot gevolg dat er minder boeren zoons bedrijfshoofd kunnen worden. En tenslotte zijn van betekenis de leèftijden waarop men boer wordt en waarop men het bedrijf verlaat. Naarmate boeren op oudere leef tijd de bedrijven overdragen des te minder bedrijven er per jaar vrijko men voor de opvolgers. Het onder zoek van het L.E.I. naar de bedrijfs opvolging en de beroepskeuze in land- en tuinbouw heeft aangetoond, dat men vooral op de zandgronden op vrij late leeftijd (ongeveer 31 jr.) boer wordt. Neemt de agrarische bevolkings druk in de toekomst af, dan is zeer waarschijnlijk dat de boerenzoons op jongere léeftijd bedrijfshoofd worden. Laten we evenwel deze ontwikke lingstendenties buiten beschouwing en baseren we ons op de feitelijke situatie van vandaag, dan staan er in Nederland voor 100 vrijkomende bedrijven gemiddeld 125 boeren zoons gereed om de leiding ervan over te nemen. Men zegt in zo'n ge val wel dat de generatiedruk 1,25 is. Zou men er rekening mee houden dat in de naaste toekomst het aantal bedrijven afneemt en de zoons op jongere leeftijd boer worden, dan uiteraard de generatiedruk hoger worden. Van gebied tot gebied geeft deze generatiedruk verschillen te zien. Op de zeekleigronden is deze druk het laagst, op de zandgronden en in de tuinbouwgebieden het hoogst. Be langrijker nog dan de geografische verschillen, zijn die tussen de grootteklassen. In alle gebieden in Nederland ligt op de bedrijven kleiner dan 5 ha generatiedruk ver beneden 1, het geen dus wil zeggen dat op deze be drijven de animo om boer te worden niet groot meer is. In de grootteklasse van 5—10 ha is bij de gevolgde berekeningswijze het aantal opvolgers, ongeveer in evenwicht met 't aantal vrijkomen de bedrijven. De generatiedruk is echter zeer hoog in de grootteklassen boven de 10 en vooral boven de 20 ha. In enkele gebieden is het aantal opvolgers zelfs meer dan tweemaal zo groot dan het aantal vrijkomende bedrijven. Een gelukkig verschijnsel mag men noemen, dat op de kleine bedrijven de generatiedruk laag is; dit werkt ongetwijfeld de afneming van het aantal van deze bedrijven in de hand. Bovendien is het van belang er op te wijzen, dat er relatief min der jongere dan oudere boerenzoons zijn. Dit wijst erop dat thans de be roepskeuze van de boerenzoons meer verantwoord is (verantwoord in ver band met de mogelijkheden om be drijfshoofd te worden dan vroeger. Moeten we thans een schatting ma ken van het aantal boerenzoons waarvoor in de naaste toekomst geen bedrijf beschikbaar komt, dan zouden we dit op ongeveer 20.000 willen houden. Samenvattend kunnen we zeggen dat door de invloed van talrijke fac toren, het boerenzoonsvraagstuk zich de afgelopen 10 jaren in de goede richting heeft ontwikkeld, maar dat toch in vele gebieden, vooral op de grotere bedrijven, de bedrijfsopvol ging nog een belangrijk knelpunt vormt. Geestelijk artikel Hoewel het ons honderden malen is voorgehouden en ons nog tot onze dood zal verkondigd blijven, zijn we in ons hart niet bereid het onlogi sche en het onredelijke van ons ge loof als levenspractijk te aanvaar den. Misschien klinkt dat scherp in onze oren. En toch is het zo. Er zijn maar heel weinig katholieken om 'n bepaald voorbeeld te noemen, die echt in hun hart ervan overtuigd zijn, dat het goed is arm te zijn. En nog veel minder die het als een zegen zouden beschouwen door hyn omgeving veracht en uitgelachen te worden. (vervolg zie achterpagina)

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1