ïenrajs oudste bewoners Koningin moeder SPORT Bloed is een zeer bijzonder vocht JULIANASINGEL 41 tiJêf. i 0 61 (M 780) I"Sneeuwwitje P MOOREN Uit Peel en Maas foor de politerechter Zaterdag 30 mei 1959 No 22 TACHTIGSTE JAARGANG ÈE9 PEEL EN MAAS M DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNOKHOF WCpifDI Afj VOOR VPNRAY R1M OlV/IQTPRlT PM ADVERTENTIEPRIJS: 8 ct. perm.m. ABONNEMENT8- GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150052 VW UUIVULrlU V VJV/A V L<lll\/Vl CflN UlVlO 1 IVDlVCfll PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.00 Oudsteentijdperfe Reeds pl.m. 150.000 jaar geleden hebben er mensen in ons land en aangrenzende streken gewoond. Van hun leven in de bossen, die hier in het warmere tijdperk tussen de 2de en 3de IJstijd groeiden, ge tuigen thans de eenvoudige ruw- behakte werktuigen uit vuursteen, die op verschillende plaatsen ge vonden worden. Wel mogen we aannemen, dat zij nog meer werktuigen en wapens, bijv. houten knotsen, hebben ge kend; deze zijn echter wegens ver gankelijkheid van het materiaal reeds lang verteerd. Uitdeze periode is in Venray niets gevonden. Na de ijstijd jaagden diverse stammen in de uitgestrekte toen dra's op rendieren en ander wild. Ze kwamen zeer waarschijnlijk uit Frankrijk en volgden zwervend, hun wild, dat steeds aan de voet der gletschers bleef, waar het ren diermos groeide. Middensteentijd (pl.m. 6.000- 3.000 voor Chr.) In het eerste gedeelte van het middensteentijd was de mens nog steeds jager en verzamelaar, even als in het Oudsteentijd, (30.000— 6.000 j. v. Chr.) Niets wijst nog op het bestaan van akkerbouw, veeteelt, potten bakkerij of het slijpen van vuur steen. De mens beheerste zijn om geving. Weliswaar waren de grote dieren niet meer aanwezig als in de ijstijd, maar er waren vissen en schelpdieren, die de mens aan dé oevers van rivieren en meren ver zamelde. Hij bouwde hutten, de eerste nederzettingen vormden zich de eerste dorpen ontstonden. In het landschap, dat in de ijstijd kaal was geweest, groeiden bossen en de mens werd met de noodzaak geconfronteerd deze bossen te be dwingen en te gebruiken. In de midden phase van 't midden- steentijdpeik ontstonden de werk tuigen, waarmee het bos gekapt en de houten hutten gebouwd werden. Dat zulks ook in onze gemeente geschied is, getuigen de stenen bijlen, welke hier gevonden werden. Men zou kunnen zeggen, dat rond 5000 voor Christus in deze streken reeds mensen hebben gewoond. Jongsteentijd (3000 1800 j.v. Chr.) Het steeds milder wordende kli maat in N.W. Europa maakt het zwervende leven onnodig, daar in de eikebossen van het jongsteentijd de natuur dierlijk en plantaardig voedsel te kust en te keur bood. Uit rondzwervende jagers zijn echte boeren ontstaan, die op hun eigen grond vrij en naar eigen aard kon den leven. Naast de nog stëeds druk be oefende jacht en visserij krijgen nu voor het eerst akkerbouw en veeteelt betek. nis. waai van laatst' genoemde vermoedelijk het eerst werd bedreven. Aan dit veelzijdiger boerenleven knopen zich als vanzelf vele ge bruiken en zeden vast, die ten dele op 't platteland tot op de huidigen dag, zij het in veranderde vorm, blijven voortleven. In het jongsleen- tijdperk voltrekt zich een belang rijke verandering ten aanzien van de middelen van bestaan. Want uit de aanvankelijk min of meer eenvormige mensenmassa ontwikkelden zich, voornamelijk tengevolge van het samensmelten van bepaalde woongebieden, ver schillende volkeren en culturen, waarvan de belangrijksten ons land bereikten. Bandceramiekcultuur Het eerst is de stam, die de z.g. bandceramiek vervaardigde tot Ne derland doorgedrongen. Deze mensen kwamen uit het Donaugebied en volgden bij hun trek de gebieden waar löss aan wezig was. Omstreeks 4.000 jaar v. Chr. hebben zij ons land bereikt, waarschijnlijk vanuit het Zuiden langs het dal van de Maas. Zij heb ben zich neergezet aan deze rivier in de buurt van Sittard, waar de löss ophoudt. (In Venray tot heden hiervan niets gevonden). Als landbouwers woonden zij in dorpen die soms met een wal en een gracht waren omringd. Dr Modderman, conservator van de Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek leidt momenteel een opgraving van een bandcera- mische nederzetting te Beek-Elslo. Hunnebeddencultaur: Ongeveer 2.000 jaar v. Chr. is de beschaving die door de hunnebedden wordt gekenmerkt ons land vanuit N.W. Duitsland en Denemarken binnengedrongen, en vestigden zich in t Oosten van het land in aan grenzende gebieden. Zonder twijfel was dit volk niet alleen etnisch verschillend van het volk der bandceramiek, maar ook in aard-aanleg en karakter. In de aangrenzende gebieden kwam zij in botsing met de dragers van een andere vorm van bescha ving het z.g. bekervolk. Bekercultuur: Deze cultuur beheerste het mid den van ons land en kwam deels uit Westfalen, deels uit het Rijn land. Zij wordt gekenmerkt door individuele grafheuvels, de z.g. touwbekers en de strijdhamers. Het was een krijgshaftig volk, dat een groot deel van Midden-Europa had veroverd. Deze cultuur kwam weer in aan raking met het klokbekervolk. Klokbekercultuur: Dit volk was zoals uit het aarde werk blijkt een groep van artistiek zeer beschaafde mensen, maar klein in aantal. Van Spanje uit hebben zij zich over een groot deel van Europa verbreid en overal hebben zij de fraaie voortbrengselen van de potte- bakkerskunst vervaardigd. Naast de vermenging met de hunnebedden- cultuur, kwam de bekercultuur ook in contact met de bandceramiek, waarbij de typische geaardheid van de bewoners in de verschillende streken toch bewaard is ge bleven. Voortbrengselen dezer culturen In het oudsteentijdperk kende men reeds de vervaardiging van werktuigen door afsplintering van vuursteenkernen, welke aanvanke lijk niet, doch in het middensteen tijd wel geretoucheerd werden. In het jongsteentijdperk leert men, om met een scherp stuk vuur steen ook blokken andere natuur steen als dloriet, graniet of bazalt af te zagen en te kloven. Deze ruwe vormen werden dan verder met een in de hand gehouden slijpsteen in iedere gewenste fraaie vorm ge bracht en gepolijst. De uit deze tijd stammende ha mers werden met een kunstig boor apparaat van een steelgat voorzien. Bijna nog belangrijker is de uit vinding van de pottebakkerkunst, d e misschien in de middensteentijd zijn oorsprong vond. Men ontdekte hoe uit, aanvanke lijk met zand en organische stof fen vermengde klei, door verhit ting zeer bruikbaar vaatwerk te verkrijgen w^. In dat aanvankelijk zacht ge bakken vaatwerk, dat tot lang na het begin onzer jaartelling zonder draaischijf is gevormd, kon het stijlgevoel van de pottebakkerof liever pottenbakster, want het was vrouwenarbeid zich naar harte lust in vorm en versiering uitleven en al spoedig werden ware kunst werkenvan aardewerk vervaardigd. Van dit ogenblik af behoort de pottenbakkerskunst voor de prae historicus tot een van de belangrijk ste kenmerken voor het onderschei den van de verschilledde culturen. Landbouw Door middel van pollenanaly-e (stuif meelkorrelonderzoek) heeft men kunnen nagaan, dat er in de steentijd diverse graansoorten zoals tarwe en gerst werden getee'd, welke echter afwijken van de hui dige typen. Zij waren o.a. kleiner en telden minder korrels. Het is niet uitgesloten, dat er ook andere dan graangewassen werden verbouwd. Voor de granen is de oorsprong in het Midden-Oosten aan te wijzen. In deze gebiedenzijnookde oudste sporen van landbouw ontdekt. Over de wijze waarop de grond bewerkt werd is nog geen defini tieve uitspraak te geven. Er zijn ech'er aanwijzigingen, dat er van een ploeg gebruik kan zijn gemaakt. Dodenverzorging Wij willen allereerst eens stil staan bij de verschillende vormen der graven. Deze waren niet alle van dezelfde structuur. Er is reeds dadelijk een onderscheid te maken tussen de monumenten, waarin meerdere doden zijn bijgezet en die welke slechts vóór een persoon zijn ge bouwd. Deze grafheuvels komen voor op de zandgronden, meestal op wat hoger gelegen gebieden. - Bij een aandachtige beschouwing der grafheuvels, dat er veel aan is waar te nemen, dat zowel op de wijze van bijzetting betrekking heeft, als op de manier waarop het monument is opgebouwd. Het bijzetten kan uiteenlopen van het eenvoudig neerleggen op het maaiveld (vlakgraftot het bepaal- bouwsels voorziene grafkuil. Bij de in kuilen begraven lichamen is ver schillende malen geconstateerd, dat zij op één zijde en met opgetrokken knieën zijn neergelegd. Men heeft dit in ons land vooral aan grond- verkleuringen waargenomen (lijk- silhouetten). De grafheuvels kunnen naar gelang de verschillende culturen al of niet voorzien zijn van ring greppels met of zonder palissaden, steen- omkransing of volledige steenbe dekking. De heuvels kunnen een hoogte bereiken van pl.m. 2 meter, de diameter kan variëren van 5 tot 15 meter. De zorgvuldige wijze waarop de graven zijn opgebouwd, de aan wezigheid van grafgiften en de houding van het lichaam, maken duidelijk, dat het begraven van de doden in de steentijd gepaard ging met bijzondere riten en plechtig heden. De grafgiften bestaan voorname lijk uit aardewerk, stenen voor werpen, zoals bijlen, dolken, messen, strijdhamers en pijlspitsen, barn-, steen en in de laatste phase van de jongsteentijd ook uit gouden en koperen voorwerpen. Wat Venray betreft zijn restanten van bekercuituurgraven gevonden op de Hansenberg en het Hoogrie- broek. Op laatstgenoemde plaats werd zelfs een volledige touwbeker met prachtige versiering gevonden. Dit exemplaar is echter helaas in vreemde handen terecht gekomen. De hoge gronden in Noord-Lim burg en dus ook het gebied van Venray, hebben in die tijd een vol komen ander karakter gehad dan tegenwoordig. Het was een moeilijk toegankelijk gebied met dichte, maar niet hoge bossen, afgewisseld door vennen en moerassen. De praehistorische mens vond hier dus een veilige wijkplaats hem door de natuur klaar gemaakt. Dat de mens die uitstekende woon gelegenheid reeds vroegtijdig had weten te ontdekken, getuigen de diverse wapens en werktuigen van vuursteen, welke er opgegraven werden of toevallig aan de dag traden bij 't rooien van bossen, of 't ontginnen van broek en heide veld. Wat Venray en omgeving betreft, mogen wij ons gelukkig prijzen in een tijdsbestek van 2—3 jaren een 23tal vindplaatsen van vuurstenen bijlen opgespoord te hebben. Hiervan zijn er 15 in het bezit of in bruikleen gegeven aan het Oudheidkundig Museum alhier, de rest is helaas door oorlogshandel ingen verloren geraakt. Dein het Oudheidkundig Museum geëxposeerde bijlen zijn alle van 't z.g. West-Europese type, geheel gepolijsd en volgens Dr. Modder man, conservator van de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonder zoek, daterend uit het Nealithicum (jongsteentijd 30001800 jaar voor Christus.) Deze Venray se vondsten zijn voor de bestudering van de praehistorie van uitermate grote waarde. Immers door het vaststellen der vindplaatsen en de bestudering der vormen van diverse voorwerpen is men in staat zich een beeld te vormen van de verspreiding en datering der diverse culturen Deze studie wordt minitieus ver richt, in samenwerking met de Rijksdienst voor Oudheidkuudig bodemonderzoek. Het is voor ons een grote vol doening te mogen constateren, dat reeds vele inwoners van onze ge meente hun daadwei kelijke belang stelling hebben getoond door hun vondsten te melden. Wij mogen onze lezers er op wijzen, dat een bezoek aan Venrays Oudheidkundig Museum niet alleen interessant is, doch reeds diverse malen erioe heeft bijgedragen, dat vondsten behouden zijn gebleven, doordat men in de vilrines voor werpen zag, welke overeenkomst vertoonden met hetgeen men had gevonden. Hierdoor werd voorkomen, dat het gevondene achteloos werd weg gegooid. Ten overvloede zij vermeld, dat de vitrines van het Oudheidkundig Museum voorlopig zijn onderge bracht in de hal voor de raadzaal van het Gemeentehuis. Eenieder kan gedurende de uren dat het Gemeentehuis geopend is, deze vitrines gratis komen bezich tigen. Meent U ons inlichtingen of vondstmeldingen te kunnen ver schaffen, wendt u zich dan tot de correspondent der Rijksdienst voor Oudheidkundig bodemonderzoek. BERN. KRUYSEN, Markt 15 Tel. 1972. Deze woorden werden gesproken door Mephistopheles bij het onder tekenen van zijn contract met doctor Faust. Dergelijke overeen komsten konden met geen andere inkt worden bekrachtigd en zij waren dan ook voor de eeuwigheid geldig. Uit dit voorbeeld blijkt dui delijk met welk een ontzag, ver mengd met vrees en bijgeloof, de mens van alle tijden en van alle rassen de geheimzinnige rode vloei stof „de drager van het leven", naar hij niet ten onrechte vermoedde, beschouwd heeft. Talrijk zijn de woorden, uitdrukkingen en gebrui ken die daaraan herinneren. Ook wij, mensen van de twintig ste eeuw, staan met respect tegen over dit wonder en de feiten die de wetenschap ons heeft kenbaar ge maakt, hebben die eerder verdiept dan verminderd. In één min. doorstroomt 'n bloed- golf voortgestuwd door 't hart ons gehele lichaam, door alle slag aderen, microscopische dunne haar vaten en slagaderen, zonder één plekje over te slaan. Waar géén bloed komt, begint verstikking, ver giftiging, verval, treedt de dood binnen. Levensbloed! Wie er teveel van verliest, sterft. Soms als de medi cus tijdig kan ingrijpen, kan de vijand worden teruggedrongen en één van de sterkste wapenen is.... bloed. Gezond mensenbloed, dat dus dag en nacht op ieder uur, op alle plaatsen waar mensen wonen, be schikbaar dient te zijn. Het is er in onze landen veelal, dank zij hen die hun plicht van naastenliefde verstaan hebben en zich tijdig als donor bij de Bloed transfusiedienst van het Neder- landsche Roode Kruis hebben aan gemeld. Tijdig, want als de nood dikwijls als een dief in de nacht komt aankloppen, is er geen tijd meer om toegeschoten levensredders op bepaalde eigenschappen geneeskun dig te onderzoeken. Daarom, wie een medemens van de dood wil redden: doe het nu, nu het nog tijd is. Een briefkaart aan het Roode Kruis, een telefoontje desnoods, opent voor U de gelegenheid een leven te redden. Wie eenmaal, na geneeskundig onderzoek, als donor is aanvaard; heeft kans, dat hij tweemaal per jaar wordt opgeroepen om een halve liter bloed af te staan. Dat kan hij gemakkelijk doen uit de reserve die zijn gezonde lichaam in voorraad heeft en die geleidelijk weer wordt aangevuld. De gehele operatie bestaat uit het gemakke lijk plaatsnemen op een rustbank, de arm ontbloten, een prikje (géén erg pijnlijke prik!) voelen en na een minuut of vijf weer opstaan en een kopje pittige koffie drinken. Dat is alles. Ondertussen is Uw kostbare bloed, door toevoeging van een bepaalde stof tegen stollen behoed, al op weg naar de patiënt, die nu na een geslaagde operatie mede door Uw hulp een redelijke kans maakt er weer bovenop te komen. Mogen wij U met dit resultaat van harte feliciteren? Er zijn gevallen waarin het toe dienen van vers bloed niet mogelijk is. Gelukkig is ook hiervoor een oplossing gevonden. Uit het bloed wordt een preparaat bereid, het bloedplasma, dat geruime tijd kan worden bewaard en bij rampen en oorlogen levens kan behouden. Maar ook hiervoor is gezond mensen bloed nodig en als u gezond bent, waar wacht u dan eigenlijk op, toch niet op het ogenblik, dat het te laat zal zijn? Als U zich dan Uw verantwoor delijkheid bewust zoudt worden, wat zoudt U een spijt hebben! Helpt Uw Roode Kruis helpen. f0 oWt wrreRtrin^n j jAKM fcvpottNfcf (-4 j financier«9«a j" Hockey-nieuws Onder een tropische hitte werd er zondag j.l. op drie fronten ge- hockeyed. De dames, wederom in een jonge formatie, traden aan tegen HC Deurne; ze werden ge ducht afgestraft, getuige de 51- nederlaag in eigen huis; dames we zijn er nog lang niet! Heren II speelden vriendschap pelijk in Tegelen; ook hier waren debutanten, die op een goede wed strijd kunnen terugzien. Ook hier een nederlaag. Uitslag 21. De verrassing van de dag was de wedstrijd Heren IR.A.F. Laar- bruch Did., de militairen van de vliegbasis aldaar. Onze sterkste for matie liet goed spel zien; de ballen werden goed gestopt en via mooi open vleugelspel werd het Engelse doel onder „vuur genomen". Tegen onze verwachting in waren we voor half-time in de meerder heid. Met een 1—0-voorsprong be gonnen we de 2e helft en zowel Venray als onze sportieve Engelse vrienden konden nog ieder twee maal juichen. Weliswaar moesten we in de slotfase nog even in de verdediging, maar we „rukten" het toch de eerste overwinning op dit sterke team tot een feit te maken. Begin september zullen we met twee Herenteams en mogelijk ook een damesteam een tegen-bezoek aan Laarbruch brengen. ■«f AROL Elke tand een VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLAATSING ZORGT W;l 1 van 19 mei 1909 Zaterdag werd alhier ter aarde besteld het stoffelijk overschot van de heer Mathijs Verriet, in leven commissaris en penningmeester der Fanfare „St Cecilia". van 30 mei 1914 Maandag 1 juni 2e Pinkster dag wordt alhier de 16e Limburgse katholiekendag gehouden. - Dinsdag werd alhier een zeld zaam jubilé herdacht. Het was 50 jaren geleden, dat mej Drika Smits bij de familie Arts, Patersstraat in dienst trad. Door H.M. de Koningin werd haar de medaille der Oranje- Nassau Orde geschonken. Dinsdag werd ten Raadhuize aanbesteed het bouwen van de tweede boerderij in de gemeente ontginning het Zwarte Water. In geschreven werd als volgt: M. Nelissen, Oirlo f 7 600 MaasVollenberg, Venray 7 575 Louis Wijnhoven, 6.780 Gebr. Oudenhoven, 6 575 In \le boerderij van Jenniskens aan het Laagriebroek ontstond brand. Het gebouw brandde geheel uit. Vee en inboedel werd gered. Het bouwen van een paarden stal met bergplaatsen voor de zuivel- j fabriek te Oostrum, werd aange nomen door Th. Vissers te Wans- sum voor f 1.280. Hoogste inschrijving bedroeg f 1.800. van 2 juni 1934 Onderhands werd aanbesteed het bouwen van 'n woon- en winkel huis aan de Hofstraat voor rekening van de heer P. van Opbergen Fzn. Laagste inschrijver Th. Kersten te Overloon, voor f 8 975. De hoogste inschrijving bedroeg f 10 650. in haar tot mens. Maria schonk aan God haar bloed en levenssappen, zodat Chris tus Zijn bloed kon vergieten voor ons. TWEEDE ZONDAG PINKSTEREN. NA Voor de theologen kan het mis schien geen raadsel zijn, maar voor ons gewone mensen is het huwelijk van Maria en Jozef maar moeilijk te begrijpen. Wanneer we in de Bijbel lezen, komen we over dat huwelijk be trekkelijk weinig tegen. St. Jozef komt er bekaaid af. Hij is de heilige in de schaduw van het grote licht: Christus. Over Maria komen we meer te weten, ook al is het niet zoveel als wij zouden willen. Morgen zondag lezen we in het Evangelie een tweegesprek tussen de boodschapper van God, de engel Gabriël en Maria, waarin het won der van Gods menswording in Maria wordt aangekondigd. Uit dit tweegesprek blijkt, dat Maria helemaal niet begreep wat haar te wachten stond. Zij schrok, zogt Lucas en zij vroeg zich af wat de groet van de haar onbekende boodschapper te betekenen zou hebben. Het is vrij gemakkelijk voor ons om alles achteraf te reconstrueren en te zeggen: Dit woord betekende dit en dat woord betekende dat. Maar Maria stond voor een groot vraagteken. Toen de engel tegen haar zei, dat zij de gezegende on der de vrouwen was, begreep Maria dit werkelijk niet. En toen de engel haar zei, dat zij een zoon zou krijgen, wist Maria helemaal niet hoe zij het had. Zij was wel verloofd, maar niet ge trouwd. En het voor ons vertrouw de feit, dat God in haar mens zou worden, was voor Maria alleen in het geloof op te lossen. Voor dit mysterie heeft God Maria geplaatst en met dit mys terie voor ogen zei Maria in geloof ja tegen God. Ze begreep dit ge heid niet, maar toch verklaarde ze zich de dienstmaagd van God en werd zij Moeder van GoJ. Met haar deemoedige dienstbaar heid aan een zaak, die geen men senverstand kan begrijpen, .heeft Maria zich de titel van Koningin verworven. Zij heeft door haar aanvaarding het Verlossingswerk van God, zoals God dit wilde, mogelijk gemaakt. Zij verdient de naam van mede- verlosseres. Door haar medewerking kon de genade van God weer vrijuit stro men over de aarde en is zij de middelares aller genaden. In Christus is Maria verheven boven alle mensen tot koningin van hemel en aarde. God grbeide Deze vertegenwoordiger had een paar borreltjes te veel gedronken. Op zich zelf is dat niets bijzonders. Vooral sinds enkele jaren geleden het deelnemen aan het verkeer onder invloed van drank als mis drijf is gekenmerkt, blijkt dat ver tegenwoordigers in dit opzicht een bijzonder gevaarlijk beroep hebben. Deze vertegenwoordiger bekende vlot. De dokter had 1,60 pro mille alcohol in zijn bloed gevonden en de man was op een rechte weg, zonder ander verkeer, met zijn wagen over de kop geslagen. De officier vorderde er een maand ge vangenisstraf voor en zes maanden ontzegging van de rijbevoegdheid, beide voorwaardelijk, metdaarnaast f 250 boete. Tot zover was de hele zaak de moeite van het vertellen niet waard. Maar nu kwam de vertegenwoor diger verslag doen van het ongeluk. Het was avond. Eerst reed de wagen normaal rechts. Daarop raakte hij in de berm, reed 120 meter door, kwam weer op de straat, reed aan de andere kant de berm in, botste tegen een boom en sloeg ondersteboven. De vertegenwoor diger bleef onder de wagen liggen. Hij toonde zich zeer dankbaar over het feit, dat nog leefde. Op dat ogenblik echter, toen hij daar onder de omgeslagen auto lag met 1,60 pro mille, kreeg hij het tamelijk benauwd. Hij begon benard om hulp te roepen, en hoe meer het tot hem doordrong dat hij nog leefde, des te harder schreeuwde hij zijn noodkreten in de nacht. Het stemgeluid werd weliswaar gedempt door de omgeslagen'auto, maar toch drong het geroep door tot een landbouwer, die van een verjaardag kwam. De man onder de auto hoorde de voetstappen naderen. Zij hielden op bij de wagen, om zich daarna te verwijderen. „Help, help dan toch!" schreeuw de de benauwde vertegenwoordiger, nu helemaal ontnuchterd. „Ikke niet", riep de voorbijganger terug, „Ik ga naar bed". „Help, help", schreeuwde de man onder de wagen. „Laat me hier toch niet liggen!" „Nee", antwoordde de landbouwer beslist. „Ik heb nog nooit een dode gezien, en ik kan niet tegen lijken. Ik ga naar huis en naar bed. Wel terusten". De vertegenwoordiger, die zelf ook enigszins was beschadigd, za melde zijn laatste krachten bij el kaar. „Man!" schreeuwde hij, „je kunt toch wel horen dat ik niet dood ben. Help me dan toch!". De voetstappen hielden even op. „Dat kun je nou wel zeggen", luidde het antwoord, maar ik laat me niet beetnemen. Ik kan geen lijken zien." De voetstappen verwijderden zich en er kwam geen antwoord meer, wat de benauwde vertegenwoor diger ook riep. Pas veel later heeft de politie hem uit het karkas van de wagen gehaald. ,Dat is al een flinke straf op zichzelf geweest", vond de raads man. „En dat niet alleen: het was toch maar een kunststukje om de auto weer op de weg te krijgen na die 120 meter door de berm." De rechter liet hij bij f 100 boete het vertrouwen, dat de man voortaan de borrel zal laten staan als hij nog moet rijden. Van Expo naar Bunde De bevolking van het Zuidlim burgse dorp Bunde, zal nog gene raties lang dankbaar terugdenken aan de Brusselse Wereldtentoon stelling van 1958. Een onderdeel van de Expo wordt op het ogenblik in het centrum van het dorp opnieuw opgebouwd. Een heel klein gedeelte slechts, maar het is ruim voldoende om 3unde van een brandend probleem te ver lossen: het gemis van een gemeente huis. Dit heeft de bevolking te danken aan een lumineus idee van zijn jonge burgemeester mr R.A.J. van de Ven. Toen de Expo goed en wel op gang was, in de lente van 1958, had de burgemeester al een brief in zijn zak, waarin aan het gemeentebe stuur het recht van voorkeur werd gegeven om het Nederlandse land- bouwpaviljoen en het bijbehorende restaurant te kopen voor de spot prijs van rond 40.000 gulden. Het paviljoen en het restaurant zijn nu de glorie van het dorp.

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1