Ford 6/aü/iu^ Handels- en Verenigings-drukwerken Drukkerij fa. van den Munckhof Dat is voor Item «V &ÜP Not FORD en De Gruyter betaalt 'Of Dit is de nieuwe Automobielbedrijf L.J. VAK HAREK - VEKRAY r:.;r 't Is tegenwoordig moeilijk «Hö de eindjes aan elkaar te knopen. Heerlijk als je dan een achterdeurtje hebt voor bijzondere gelegenheden. Voor 4 maanden kassabons kreeg ik f. 23,- uitbetaald. 1 KAHDUKOEK yoOR 40 CENT 1 pakje PRE!^ samEN VOOR 50 CENT HET SNOEPJE VAN DE WEEK (vervolg van voorpagina) schrijving van de grote bronsdepot- vondst in de Smakter Spurkt, eerst iets over de levensomstandigheden en levenswijze van de bronstijd- mens. Er rijzen nog vele vragen, zoals die naar de klimaatomstan- digen, natuurlijke landschap, de woning, middelen van bestaan enz. Op deze vragen kan slechts zeer ten naaste bij een antwoord wor den gegeven. De bronstijdmensen leefden in een warmer en milder klimaat dan wij nu hebben. Dank zij het stulf- meelonderzoek weten wij welke vegetatie, welke bomen en planten groeiden in de tijd der eeuwen van het brons. Dit onderzoek leert ons, dat het woongebied van de toenmalige mens voor een groot deel bedekt was met gemengd loofbos: eik, linde, berk, hazelaar, pijnboomen en een beuk. Gedurende de brons tijd beginnen de beuken de eiken te verdringen, het bos verdwijnt en wordt vervangen door heide en grasland. De bronstijdmens bedreef reeds landbouw en veeteelt, bezat run deren, schapen, varkens, geiten en deze dieren hebben in de bossen hun voedsel moeten vinden. Daar door is dan het bos gedeeltelijk vernietigd: vruchten, zaden en jong houtgewas werden opgegeten. Bekend is, dat voor akkerbouw (tarwe, gerst) grote bossen gerooid werden. Ook jacht en visvangst zijn vanzelfsprekend bronnen van bestaan geweest. In die tijd moeten de uitgestrek te moerasgebieden ontstaan zijn, die de bronstijd-mens voor zichzelf begaanbaar heeft gemaakt door 't aanleggen van houten wegen, de zg. knuppelbanen. Die wegen heb ben tussen de moerassen door de nederzettingen met elkaar verbon den. Uit paalsporen, in die nederzet tingen later gevonden, concludeert men, dat de wanden der hutten gevormd moeten zijn door palen, waartussen zich horizontaal ge vlochten takken bevinden, die aan beide zijden met leem bepleisterd waren. De vloer van het huis be stond uit leem of was van kleine veldkeien gemaakt. Een met grotere stenen omsloten ruimte langs de zijmuur zal de haardplaats geweest zijn. Merk waardig weinig verzorgd is echter het aardewerk. In tegenstelling met het vaak zo kunstig versierde aardewerk uit de steentijd, zoals het hunnebed- aardewerk, de klokbekers en de bandceramiek, is dat uit de brons tijd, hoewel soms goed van vorm, altijd vrij grof en onversierd. Wat hun kleding betreft kunnen wij volstaan met de vermelding dat deze in hoofdzaak bestond uit wollen geweven stoffen. Linnen kleding schijnt, voorzover men thans weet, niet voorgekomen te zijn. Waarschijnlijk heeft de mens van de bronstijd nog niet ontdekt, dat vlas een duurzaam vezel gaf. Wat de sieraden betreft, getuigen deze voorwerpen van een hoge trap, waarop de bronstijdmens heeft gestaan. Niet alleen zijn de vormen goed en zuiver gegoten, doch opmerke lijk zijn vooral de versieringen, cirkels en spiralen, die met grote vaardigheid zijn aangebracht. Van deze versieringen zijn o.a. armban den, beenbanden, hoofdsieraden, het meest opvallend de grote ronde rijkversierde bronzen gordelplaten. Het stenen mes is de voorloper van en voorbeeld voor het korte dolkmes en aangezien het bronzen materiaal meer mogelijkheden biedt dan de steen, wordt het dolkmes langer: het zwaard ontstaat. Opvallend zijn bij zowel dolk als zwaard de prachtige versierde ge vesten. Dolk en zwaard werden gestoken in houten scheden, van binnen vaak met huid bekleed, van buiten weer met brons versierd. De ken nis van de bronstijdmens hebben wij voor een groot deel verkregen door het onderzoek van de doden- monumenten van die tijd. Dodenverzorging De dodenverzorging van de brons tijdmens vertoont niet bepaald een breuk met die van de mens uit de jongste steentijd. Allereerst de dodenverzorging door crematie (verbranding) van de doden en bijzetten in een urn, meestal met enige grafgiften en in een kleine grafheuvel, daarna be graving van 't lichaam in 'n kist d.w.z. veelal in de lengte in tweeën gespleten uitgeholde boomstam. Deze boomkist stond dan op een vloer van veldkeien, en boven het graf werd een plaggenheuvel op gericht, die soms omringd werd door een dubbele palenrij, of om geven was door een of meer ring- sloten of ringwal. Later in de bronstijd veranderen de begrafenisgebruiken weer: de dode wordt verbrand, om eerst nog in 'n boomkist, later in 'n urn te worden bijgezet. Waar de urnen der doden dicht bij elkaar begraven worden ont staan de z.g. urnenvelden. Die voor een deel tot de jongste bronstijd gerekend kunnen worden, maar voor een deel tot de ijzertijd (urnenveld- tijd) behoren. Grafgiften vormen daarbij een middel tot datering. Smakter-vondst Na deze inleiding volgt de be schrijving van de op vier na voor naamste wapenvondst, welke uit het hierboven beschreven tijdperk dateert. Het was in 1935, dat bij toeval de landbouwer P. in de Smakter- Spurkt zes bronzen voorwerpen vond, die na deskundig onderzoek, beschouwd konden worden als een depot, dat het persoonlijk bezit van een krijgsman omvat, n.l. twee zwaarden, twee speerpunten, een zeer zeldzame „geknikte" randbijl en een mantelspeld. Van Prof. Dr. W. Glasgergen, directeur van het Prae- en Proto- historisch Instituut te Amsterdam, ontvingen wij de volgende gegevens omtrent deze wapenvondst. De zwaarden Het ene, dat geheel gaaf is be hoort tot het z.g. Wohlde-type, het andere naar het schijnt eveneens. Beide zijn vermoedelijk geïmpor teerde stukken uit Noord-West- Dultsland, hoewel het zwaardtype een groter verspreidingsgebied heeft, dat ook Midden-Europa bevat. De speerpunten De vakkundig gegraveerde ver siering op een van de speerpunten verraadt ogenblikkelijk zijn her komst, de stijl kenmerkend voor de speerpunten van 't „Bagterp'Mype in Denemarken en Zuid-Zweden uit de periode van de vroegste zuiver Noordelijke metaal-industrie. De tweede is ten naaste bij van dezelfde tijd, maar onversierd. Opvallend is slechts, dat de niet- gaten eerder vierkant dan rond zijn. Bandbijl De geknikte randbijl is een bekend type uit Noord-West-Duitsland, en kenmerkend naar de „Sögeler" bronsindustrie, de eerste die in dat gebied ontstaan is. Mantelspeld met een nauwe doorboring die door een verdikking is geponst, schijnt in Europa ten Noorden van de Alpen verder onbekend, afgezien van een dergelijk stuk uit een graf van de Sögel-groep in Oldenburg. De gehele vondst draagt dus dui delijk het stempel van Sögeler- industrie. Deze ontstond rond 1300 jaar voor Christus. De vondst uit de Smakter- Spurkt, dat de meeste ontwikkelde typen van de Wohlde-fase bevat, zal dateren uit omstreeeks 1400 tot 1350 voor Christus. Het is zeer te betreuren, dat deze vondst voor Venray verloren is ge gaan. Via 'n conservator uit Den Bosch is ze terechtgekomen in het Pro vinciaal Brabants museum aldaar, en ondanks diverse pogingen is het tot heden nog niet gelukt, om ze voor 't Venrays Historisch-Museum terug te krijgen. Wel heeft dr. Butler, wetenschap pelijk medewerker bij 't Biologisch Archaeologisch Instituut te Gronin gen, ons toegezegd 'n tekening (op ware grootte der voorwerpen) te zullen laten vervaardigen en deze zal dan ook in de toekomst in het plaatselijk museum tentoongesteld worden. Laten wij het verloren gaan van deze vondst van grote historische waarde, beschouwen als een waar schuwing en vooral zorg dragen, dat alle vondsten, hoe gering ook, terstond gemeld worden. Het ligt beslist niet in onze be doeling om de vinder zijn vondst afhandig te maken. Wel zouden we graag zien, dat een gevonden voorwerp in bruik leen afgestaan of geschonken, in het plaatselijk Historisch Museum tentoongesteld worde. Meldt uw vondsten daarom aan. Bernard Kruysen, Markt 15, Tel. 971. Binnenkort leverbaar in 2- 4-deurs uitvoering qf als Combi. Élégance Comfort - Prestatie De Taunus 17 M'heeft eèn bijzonder" fraaie carrosserie, geheel gesynchroniseerde 3-versnelIingsbak, zuinige motor en ïnstrumentenbord met toetsenbedienïng. Onafhankelijke voorwielvering, i t 'M f f i 1 V U vl i iM.w Geldig tot en t 28 april 1959 Ti*u procent korting op alle artikelen slechts met uitzondering van roomboter, suiker, zout en soda. Voor de kinderen steeds een andere lekkernij met elke week een nieuwe verrassing erbij. ol

Peel en Maas | 1959 | | pagina 4