SPORT De wolf onder Venray De tijden veranderen, en wij veranderen mee Kermis MMY Het abc van een goede voeding Uit Peel en Maas Luxor Theater Dorp aan de rivier Zaterdag 24 januari 1959 No 4 TACHTIGSTE JAARGANG @9PEEL EN MAASÜ DRÜE EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF \KTT?T?irTll A F* VP1MI3AV P1M 01\AQTPP If PlM ADVERTENTIE-PBIJS: 8 ct. perm.m. ABONNEMENTS- QKOTESTBAAT 28 TELEFOON 512 GIBO 150052 "V UE<I\.DL/iU V UUIV V E*L\ VJiYIJ 1 IVDIVuil PB1JS PEB RWABTAAL f 1.40 BDITBNVEWRAÏ f 1.60 IV van 23 januari 1909 Met ingang van 1 febr. werd benoemd tot postbode te Bakel, onze dorpsgenoot H. Janssen uit de Hoenderstraat. Door de R.K. Volksbond Sint Jozef alhier zal op zondag 31 jan. een toneeluitvoering worden ge geven, waarin o.a. ook wordt opge voerd het drama: „aan God en koning trouw", door de Rederijkers kamer „St Albertus" uit Boxmeer. van 24 januari 1914 Te Oostrum werd aanbesteed het bouwen van een boerderij voor rekening van P. Linders aldaar. Hoogste inschrijver M. Nelissen te Oirlo voor f 3.936 en J. van Dijck/ en G. Poels voor f 3.413 aan wien het werk werd gegund. van 27 januari 1934 Op 21 januari overleed alhier plotseling de heer Jean Poels, lid van Gedeputeerde Staten. Hij be reikte de leef tijd van bijna 64 jaren. Paardevlees doet in voedingswaar de niet onder voor de andere soorten vlees en is als regel aan merkelijk goedkoper. Een rijst-, marcaronl- of spaghetti- schotel is af en toe lekker als afwisseling van aardappelen en groente en vlees. Natuurlijk mag de groente er niet bij ontbreken. Sinaasappelen zijn goede vitamine C-bronnen; aan 't sap kan even veel waarde worden gehecht als aan de gehele vrucht. Tandbederf kan in de hand ge werkt worden door veel snoepen. Denkt u daar eens aan, als de kinderen om lollies en zuurtjes vragen. Geef ze liever fruit of een boterham. Uitgaven voor levensmiddelen be dragen gemiddeld 34 procent van de totale uitgaven. Het visverbruik in ons land kan best wat hoger worden. Kies vooral eens vaker vis wanneer u brood belegging koopt. Kunt u geen verse vis kopen, denk dan eens aan diepvries-vis of vis uit blik. De wetten van de Kerk kunnen veranderen, de wetten van God niet Positieve wetten of instellingen, die de Kerk zelf heeft verordend, kan de Kerk ook zelf veranderen of afschaffen. Maar wat afkomstig is van God Zelf of van Christus, hetzij in de geloofsleer van de Kerk hetzij in de christelijke zedenleer, dat moet de Kerk onvervalst hand haven, daar kan ook de Kerk niets aan veranderen, omdat zij daar niets over te zeggen heeft. Over de geloofsleer hebben wij reeds gezegd, dat die niet verandert door de vernieuwingen en ver anderingen in het kerkelijk leven. Wel is er in de Kerk een groei en ontwikkeling mogelijk van de kennis van het geloof en van het inzicht in wat God heeft geopen baard. Zo kan er ook bij de gelovigen (want zij zelf zijn de Kerk) een zekere groei en ontwikkeling zijn in de geloofskennis, en die is zelfs nodig, anders zou ons geloof kun nen verstarren en tenslotte alleen nog maar bestaan uit formules die niet de minste invloed hebben op ons leven. Daarom juist moeten wij meer gaan nadenken over ons geloof, maar wij moeten ons hierbij laten leiden door het kerkelijk leergezag van Paus en Bisschoppen. De Kerk nu leert, dat zij geen wijziging kan breng-n in de wetten van God en ook niet in wat van Christus afkomstig is, maar alleen in de positeve wetten die de Kerk zelf heeft uitgevaardigd voor het geestelijk heil van de gelovigen. Wat zijn nu positieve wetten? Dat wij in Nederland rechts moe ten rijden, dat alle kinderen hier van 7 tot 14 jaar naar school moeten, dat zijn positieve wetten van de Nederlandse staat. De staat kan dat zelf ook veranderen en b.v. voorschrijven, dat voortaan links gereden moet worden, als ze dat in andere landen ook gaan doen. Maar dat wij in het verkeer nie- mands leven of gezondheid roekeloos in gevaar mogen brengen, door b.v. dronken achter het stuur te gaan zitten, dat is geen positieve wet van de staat, ook al staat het in de Nederlandse wetgeving. Die wet is een toepassing van de goddelijke Venray bergt voor de beoefenaar van en zoeker in de archeologie, topografie, ethnografie enz, vele raadsels, welke slechts aan de hand van enkele (vaak niet eens tast bare, hoewel reduktieve) feiten en stellingen naar voren kunnen wor den gebracht. Een nuchter iemand zal vanzelf sprekend en vaak ook zeer terecht vragen: Waar zijn de reële bewijs stukken van de gegeven bewering of veronderstelling? Maar toch mogen wij een en ander niet ver- ontachtzamen. DIE MOSSE BEWAARD BLIEVE. Zo schreven wij reeds een aantal artikelen dienaangaande, vroeger en ook voor kort nog, in dit blad en elders. Wij haalden o.a. de Venrayse „Veenbrug" aan, tussen het Zwart Water en de Poalse Koele. Nader hand vonden we nog iemand, die deze niet in geschrift vastgelegde vondst kon bevestigen. Helaas, de door Joh. Lemmens Sr. en Fr. van Baar Sr. opgegra ven palen, welke een tijdlang aan de Milleskoel en de Looi koel heb ben gelegen, tegen de oude school muur aan en daarna werden ge bruikt om „te tune" zijn verdwenen. Wij haalden ook aan de Venrayse Schans. Voor dit verdwenen objekt hebben we intussen meer bewijs baars gekreken. Behalve eertijds al gevonden vuur steenafslag als pijlenpunten, zijner onlangs enkele brokjes aardewerk opgehaald, kennelijk van vroeg middeleeuws maaksel en zagen wij ook de Schans nauwkeurig geloka liseerd op een oude stafkaart. Zelfs ontdekten twee leden van de Venrayse Oudheidkundige Kring, de heren Kruysen en Driessen, een persoon, die de Schans had mee helpen afgraven, dus doen verdwij nen. Deze persoon vertelde de volgen de moot erbij: „Toen we de wallen aan het slechten waren, kwam Jan Poels voorbij, die van de Heide naar de Schaapspeel ging en die zei: „mer jongens, da ge dizze wal aafgraaft, is nog sunt, die mosse bewaard blieve". Ze zjjn helaas niet bewaard, on danks dat destijds Joh. Lemmens wet: „Ge zult niet doden!" Zo is het ook in de Kerk. Dat we drie uur vóór de H. Communie nuchter moeten zijn, dat we vrijdags geen vlees mogen eten en op be paalde dagen en op een vastge stelde manier moeten vasten: dat zijn positieve wetten die de Kerk zelf zo heeft verordend. Daar kan de Kerk ook zelf verandering in brengen. Een positieve instelling van de Kerk is ook, dat de kardinalen de nieuwe Paus moeten kiezen, dat de H. Mis in het latijn gevierd moet worden en dat priesters niet als gehuwden mogen leven. Dat is niet altijd zo geweest en de Kerk zou dat onder bepaalde omstandigheden kunnen afschaffen. Of zij zou er ook in bepaalde gevallen in kunnen dispenseren. Zoals Paus Pius XH, dat gedaan heeft bij enkele protestantse pre dikanten die katholiek waren ge worden en na hun priesterwijding als gehuwden mochten blijven leven. Maar wat van God zelf of van Christus afkomstig is, daar kan zelfs door de Kerk geen wijziging in gebracht worden: b.v. dat wij moeten leven volgens de tien ge boden, dat wij onszelf moeten ver loochenen en offers moeten kunnen brengen voor ons geloof, dat wij waardig en vol eerbied de H. Com munie moeten ontvangen, dat wij onze doodzonden moeten biechten, enz.: dat zijn geen positieve jvetten en instellingen van de Kerk. De Kerk heeft dat niet zelf zo bepaald, maar het is van God af komstig. De Kerk kan deze ver plichtingen wel aan ons voorhouden en dat is ook haar taak, maar zij kan aan die goddelijke wetten niets veranderen. Dit alies is niet zo moeilijk te begrijpen. De grootste moeilijkheid is hiermee echter nog niet opge lost. Wat precies behoort nu tot de zuiver kerkelijke wetten, en wat behoort tot de goddelijke wetten? Want dat is niet altijd zo duide lijk als in de voorbeelden die wij tot nu toe gedaan hebben. Behoren b.v. de zedigheidsnormen en de huwelijksmoraal, die de Kerk ons voorhoudt, werkelijk tot de godde lijke wet, of zouden die normen met de tijd toch ook kunnen ver anderen? v.d. B. Sr., die de eerste werken van de Peel-openleggingen en ontginningen leidde, hier de oorspronkelijk ge plande doorgangsweg liet ophouden of verlegde! Vandaag willen we het hebben over „De Wolf". Tussen het Venrays Broek en de Beek aan de Oostelijke zijde, het Kleindorp en Daland aan de Zuide lijke, de Ballonzuil aan de Weste lijke en Endepoel en Rozendaal aan de Noorijke, ligt een betrekkelijk klein stuk, waarvan de volksbena ming De Wolf gold en hopelijk met de her-kartografering, weer officieel zal gaan gelden. De benaming is thans, als vele andere nagenoeg vergeten. Wijzelf zagen dit de laatste keer vermeld in de volkskundige publikatie van Gerard Krekelberg. De aloude Aaidoop, tegenwoordig de Dallandse Waterlossing geheten, komt, lopende tussen de Pottenweg en Dallandseweg, via de buurtschap de Smaal plank, (kent U deze ty pische benaming ook nog?) blijk baar genoemd naar een oud brugje over de Aai, ongeveer ter plaatse waar de Dallandse Waterlossing de Endepoelbosweg passeert. Hoewel deze waterlossing niet geheel zuiver de oude Aailoop volgt is het meest Oostelijke gedeelte van de Laagheide. De benaming Laagheide is be waard gebleven. De Wolf, nog zui verder gelokaliseerd bij de Aai, ligt westelijk van deLoonse dijk, noor delijk van de Ripsweg en direct zuidelijk van de Endepoelbuurt. Het roofdier de wolf heeft ook in deze streek gehuisd, 's Winters konden deze beesten een ware plaag vormen. Ze besprongen, uit gehongerd, mensen en dieren. In de 16e en 17e eeuw wordt er herhaaldelijk gewag van gemaakt. Nog in 1811 werd voor deze stre ken een lijst opgesteld van 13 per sonen, hoofdzakelijk kinderen, die door de wolven aangevallen waren en verscheurd. In onze jeugd hebben we nog op een boerderij onder Merselo en Hei nog bewaarde wolfsklemmen ge zien. De naamgeving aan dit stuk ter rein, zal waarschijnlijk op dit roofdier slaan. Echter is een naam geving van dit klein stuk, bekeken zoals het er vroeger uitzag (een wild, verlaten heide- en piassen- gebied met enkele kleffen), wel opmerkelijk, zodat we mogen aan nemen, dat er iets bijzonders mee is. We horen nog oud-wethouder Janssen z.g. vertellen, hoe hier „ennen hiëlen aide kunning spókte" De bekende oud-burgemeester Verblakt uit de vorige eeuw droeg een warm hart voor heel dit ge bied, vanaf de Vollemeule en Lo beek tot Zwartwater en Poalse Koele. Hij had er zijn speciaal jachtterrein op wild en visserij. Zo bouwde hij in de Endepoel zelfs een zomerhuisje, dat slechts per bootje te bereiken was en liet hij beplantingen aanbrengen op 'i Rosendaal en De Wolf. In dit laatste stuk liet hij zelfs de schup in de grond zetten, want hier heette het moest iets bijzonders zitten. Het „iets bijzonders" is echter niet voor de dag gekomen. Wij weten verder ook niet, waarom hij hier liet graven. WOLFSBURCHT. Voor enige historie rond De Wolf kunnen wij dan ook maar heel weinig tastbare stukken ter tafel brengen. Wij geven dus aan, wat wij in onze jeugd hoorden en later, bij navragen, nog konden verne men. Deze zijn: 1. het opmerkelijk graven door burgemeester Verblakt in de vorige eeuw; 2. de sage, die de bekende Lim burgse folklorist en publicist Ge rard Krekelberg over dit stuk gaf, zijnde een vertelling rond een ver zonken slot, „de Wolfsburcht"; 3. het zeggen van onze oudste mensen, dat Merselo, waaronder de Wolf valt, „hiël aid is"; 4. het haardvertelsel van dezelf de mannen, dat hier eens een burcht heeft gestaan van „enne kunning, dèn van 't zeuje hierhin is komme vlugte"; f 5. de nabijheid van een aller waarschijnlijk oude verkeersweg, komende van de Maas en Peel- waarts gaande, deze doorkruist. Daarom zou dit terrein, door een moeras gescheiden van deze weg en afgelegen zijnde, zich wonderwel lenen voor „enne gevlugte kunning" of hoofdman èn om zich te verber gen èn om toch in de nabijheid te zijn als 't nodig was. Hierbij dienen wij nog aan toe te voegen, dat wij, tijdens onze gym nasiumjaren 19101915 in de „sixième" studieboeken overnamen van voorgaande leerlingen; dat was goedkoper. Daar was bij een latijns vertaalboek, hetwelk we gedeeltelijk hadden te vertalen. Dit was „Com- mentarli de bello gallico" van Caesar; en we vonden hierin ook de allereerste geschreven geschie denis uit ons vaderland. Waar nu de veldheer-veroveraar Caesar 't over de Eburonen en over hun op standige koning Ambiorix spreekt, had iemand (een student van 'n vroegere jaargang in de marge geschreven, dat koning Ambiorix, die noordwaarts vluchtte en daar door ontsnapte aan de uitmoording van zijn volk, in het gebied van de Peel terecht is gekomen en er een burcht zou hebben gebouwd op de plaats, die nog de Wolf wordt ge noemd. Dezelfde kantekening werd ook in een jaargang van het blad Limburg aan Christus (1930) ge memoreerd. Afgaande op deze zij het dan zeer losse en derhalve geenszins vaste gegevens zou het mogelijk kunnen zijn, dat in De Wolf rond het begin van onze jaartelling een burcht (wallen-burcht) zou hebben gestaan, waar de gevluchte Eburo- nenkoning zijn toevlucht had en mogelijk nog heeft gebroed op wraak op de Romeinen.... Echter mist deze hypothese, als gezegd, verder elke grond. Een buurt De Wolf geheten hebben wij verder in deze streek niet kunnen ontdekken dan enkel in deze Venrayse kon- treien. Julius Caesar in onze streken Laten wij desondanks de historie van Caesar eens nagaan; we heb ben daartoe ons „latijn" wat opge poetst en de door Caesar geschre ven Eburonengeschiedenis doorge nomen.... Er is op ons vaderlands gebied historisch 3 maal sprake van ernstig verzet tegen de poging der Romei nen om de hier wonende volkeren te onderwerpen en te blijven heer sen. De eerste maal gebeurde dit onder de leiding van koning Am biorix der Eburonen tijdens Caesar's veroveringstocht, de tweede maal in 't jaar 28 door de Friezen, en de derde keer onder leiding van Claudius Civilis uit de stam der Batavieren in het jaar 69 na Chris tus. Over de eerste strijd zullen wij het hebben. Caesar noemt de Belgae, als ver zamelnaam van de volkeren tussen de Rijn, Marne en de zee, dus ook in onze streek, het krachtigste volk, dat zeer dapper was. De Eburonen, een Germaanse stam in dit gebied, was een ervan; zij be woonden de streek ongeveer tussen de Peel en de Rijn, aan weerszijden van de Maas, in het noorden be grensd ongeveer tot Telden en Horst in het oosten tot ongeveer Düren, in het zuiden tot voorbij Verviers en Luik, in het westen tot voorbij Tongeren. Het eerste kontakt van de Ro meinse legioenen en de Eburonen kwam in het jaar 67 voor Christus tot stand bij een verdrag, zonder dat zij feitelijk onderdanen werden of onderworpen. Caesar bleef oor logvoeren om de hele streek van de zee tot de Rijn (hij trok zelfs over de Rijn en landde in Enge land) te veroveren. Het vriend schapsverdrag met de Eburonen werd door Caesar begrepen als een onderworpen-zijn, en hij handelde ernaar. En zo kwam het hier tot een grote, en zelfs grootse, opstand, welke een aanvang nam met een sluwe krijgslist der Eburonenkoning door de in een winterkamp ge legerde Romeinse legioenen nabij Atuatuca, de hoofdstad der Eburo nen, hieruit weg te lokken en op hun afmars in een dal en ravijnen ze te vernietigen. Dit winterkamp heeft o.i. wel degelijk in ons Limburg gelegen, n.l. in het keteldal zuid-oostelijk van Cadier Keer, terwijl de hoofdstad der Eburonen o.i. niet in de Belgisch-Limburgse stad Tongeren dient te worden gezocht, maar ook weer in ons Limburg, namelijk te Houtem bij Valkenburg, De vernietiging der romeinse legioenen zal dan zijn geschied in de dalen en slochten tussen Ban- holt en Sint Geertruiden, en verder. De opstand werd na deze voor Ambiorix zo gunstige slag alge meen en breidde zich snel uit; dit gebeurde in het jaar 54 voor Christus- Caesar noemt zelfs 7 vol keren, die eraan deelnamen, waar door Caesar wilt aangeven hoe dreigend het gevaar was. Het was een zware taak voor Caesar hier het romeins gezag weer te herstellen, en toen de ver schillende stammen weer waren onderworpen op de Eburonen en Atuatuken na, besloot hij deze als aanstichters en als bedrijvers van het vals verraad uit te roeien. Met deze uitroeiing, die o.i. wel nooit volledig zal zijn kunnen gebeuren, begon hij in het jaar 53 voor Christus, en herhaalde de aktie naderhand nog eens. Om het goed te doen, trok hij met twee leger-speerpunten op, één langs Düren en de Rijn noordwaarts en één langs Tongeren en de weste lijke Peel eveneens noordwaarts, zodoende het gehele Eburonen- gebied omvattende en dit trachtend in te sluiten. Aan de Rijn legerde hij sterke afdelingen om koning Ambiorix te beletten naar de stamverwante Germanen te vluchten. Caesar noemt ook duidelijk het moeras gebied, dat wij thans als de Peel kennen, en welke zijn legioenen door moesten trekken vaak op door hen zelf aangelegde knuppel wegen. Tegelijk stootte een romeinse ruiterij van het zuiden door om Ambiorix bij verrassing gevangen te nemen; bijna gelukte dit ook, maar op het laatste moment sprong Ambiorix op een paard en ont kwam in de bossen. Het uitroeiingsresultaat was vooreerst zeker niet voldoende, omdat de Eburonen, die hun land wel kenden, zich overal in bossen en moerassen verborgen. Caesar verklaarde intussen dan ook het land en het volk vogelvrij; naburige stammen konden er naar lust roven en doden. De tweede expeditie ondernam Caesar vanuit de inmiddels bezette hoofdstad der Eburonen Atuatuca, Alles werd platgebrand en over de kling gejaagd, de oogst ter velde vernietigd en het vee weggehaald. Maar ook nu kon men koning Ambiorix niet te pakken krijgen. Telkens vernamen de Romeinen, dat ze vlak bij hem waren, maar als ze aan zijn schuilplaats kwamen, was Ambiorix weer verdwenen. Koning Ambiorix vluchtte toen definitief noordwaarts, met een gevolg van slechts vier ruiters, en ontkwam derhalve aan de romeinse wraakneming. Dit noordwaarts vluchten ging ongetwijfeld de Venrayse kant uit! Maar waarheen Zit in De Wolf de oplossing er van verborgen? Het is aan te nemen, hoewel de hypothese gedurfd is en altijd zeer zwak blijft. Maar altijd zit toch nog een kern van historie ofwel enige grond van 'n mogelijke gebeurtenis in de overgeleverde, aloude volks gezegden en volksvertellingen. De huidige technische, nuch tere, veramerikaanste (noem het zoals u wilt) tijd doet deze volks vertellingen wel de strop om, ze worden vergeten, ze gelden vaak nog enkel als een kuriositeit, en het heeft er alle schijn van dat het nieuwe geslacht er op een oppervlakkige dan wel karnavaleake wijze erop terug zal zien. Ze worden vergeten, hebben we juist gezegd, en toch is er zoveel bij wat frappant is en waaruit iets aanwijsbaars kan gedistilleerd worden. Daarom hebben wij van daag eens De Wolf naar voren gehaald, een en ander is méér dan interessant. GERARD LEMMENS Burgemeester en wethouders van Venray maken bekend, dat inschrij vingen vopr een standplaats op de in 1959 te houden kermis van 2 tot en met 6 augustus en 9 augustus vóór 15 februari a.s. worden inge wacht. De inschrijvingen dienen te ge schieden op formulieren, welke ter secretarie, afdeling I, kunnen wor den afgehaald of aangevraagd. Vermakelijkheidsbelasting wordt niet geheven. Tevens kan worden ingeschreven voor de op de kerkdorpen Leunen, Oirlo, Helde, Merselo, Ysselsteyn, Castenray, Veulen en Oostrum in 1959 te houden kermissen, met dien verstande echter, dat voor de kin derdraaimolen, viskraam en suiker- kraam gecombineerd moet worden ingeschreven voor de kermissen in Venray-kom en kerkdorpen. Venray, 7 januari 1959. Aan het eind of in het begin van het jaar vergasten wij u weer eens op enige snufjes uit het magazijn van de voedingsleer. U kunt er van meepakken zoveel u wilt. Appelmoes is erg lekker bij de warme maaltijd, maar wat voe dingswaarde betreft kan het de plaats van groente niet innemen. Bonen en erwten kunnen het vlees gerecht vervangen, wanneer u in dezelfde maaltijd voor een melk- gerecht zorgt. C is het vitamine, dat we in het vroege voorjaar voornamelijk uit citruskruchten en/of rozebottel- jam of stroop kunnen opnemen. Dagelijks gebruik van de donkere broodsoorten (krop-, bruin- of volkorenbrood) is beter dan alleen maar wit brood eten. Eieren eten wij bij voorkeur een paar maal per week. Fruit heeft rauw meer waarde dan gekookt; bovendien is het zo beter voor de oefening van 't gebit. Groenten heeft iedereen zowel in de winter als in de zomer dage lijks in flinke hoeveelheid nodig: zeker 250 gr. per persoon. Blik- en diepvriesgroente behoeft in voedingswaarde niet onder te doen voor vers-gekookte groente. Havermout, boekweit en volkoren- produkten van tarwe behoren tot de beste bindmiddelen voor pap en andere nagerechten. Bij inmaken door diepvriezen zul len de produkten van eigen erf het minst aan smaak en voedings waarde inboeten. Jachten aan tafel is niet bevorder lijk voor een goede stemming en spijsvertering en kan er een oor zaak van zijn, dat de kinderen slecht eten. Kaas is niet elleen maar een aar dige broodbelegging voor eens 'n keertje; hij behoort dagelijks op tafel te komen. Lever verdient om zijn hoge voe dingswaarde (veel eiwitten, mi neralen en vitamine) regelmatig een plaats in het menu. Melk is zeer waardevol, dat weet u natuurlijk, maar gebruiken al uw gezinsleden tenminste een halve liter per dag? Niertjes worden bij de slager vaak over het hoofd gezien; evenals lever zijn zij rijk aan voedings stoffen. Gebakken of verwerkt tot een pittige ragout, smaken zij heerlijk. Opgewarmde groente bevat min der vitamine C dan vers-gekookte groente. Kook daarom als het enigszins mogelijk is voor laat komers de groente apart. Een warme maaltijd is iedere dag nodig, ook voor kamerbewoners! IJzerrijke levensmiddelen zijn o.a. vlees, peulvruchten, brood, groene groenten en appelstroop. Zuurkool is de enige vatgroente die een niet onbelangrijke voedings waarde heeft. Ook van rauwe zuurkool kunnen diverse smake lijke gerechten worden bereid. Hockey-nieuws Wegens de slechte weersomstan digheden konden de vastgestelde wedstrijden op 11 en 18 jan. geen doorgang vinden. Wind en weer dienende, spelen zowel de heren als de dames morgen aan de Leunse- weg een thuiswedstrijd, resp. tegen Deume en Eindhoven III. Gezien de standenlijsten en de resultaten in de uitwedstrijden, ver wachten we zonder meer, dat de puntjes in Venray blijven. Aanvang 12.45 en 14.00 uur. TOEPEN. Zaterdagavond had in hotel de Keizer alhier een toepwedstrijd plaats tussen Limburg en Brabant. Limburg dat reeds een wedstrijd in Brabant speelde en deze wist te winnen, wist de voorsprong te ver groten. Limburg behaalde 548 punten, Brabant 532 punten. De le prijs werd behaald door de heren Loenen en Litjens, Leunen, 2e mevr. van Veldhoven en de heer Huikmans te Veghel, 3e de heren Millen en van Rhee te Venray. Als eenling .wist de heer Loenen te Leunen de hoogste punten te behalen. De derde ofwel beslissingsronde wordt eind 1959 gehouden om het kampioenschap. De boeken van de lang in Deurne gewoond hebbende Brabantse schrij ver Antoon Coolen, hebben ook in deze contreien zeer grote belang stelling mogen ondervinden. Zijn Peelwerkers en andere ro mans zijn vtel gelezen boeken en van de smakelijke verteltrant van deze grote schrijver, heeft menig een genoten, temeer waar hij onder werpen behandelde, die ons allen bekend waren en zijn. Zijn grote doktersromans, als „Dorp aan de rivier" e.a. hebben, hoewel ze op ander terrein lagen, ook deze belangstelling getrokken, waaraan een zekere overeenkomst met in deze streken geleefd heb bende en nog levende doktoren, nïet vreemd is. Zijn boek, „Dorp aan de rivier", is verfilmd en zal komende week in het Luxor-Theater vertoond worden. De vele lezers van het leven en werken van dokter Tjerk van Taeke, zullen ongetwijfeld deze film willen gaan zien. Zijn vriendschap met Cis den Dove en zijn vijandschap met de burgemeester, zijn liefde tot zijn vrouw en kinderen, zijn vervaar lijke raadgevingen en nog vervaar- lijker daden zullen ontroeren en doen lachen en men zal even roee genomen worden naar dat vreemde en toch weer gewone Dorp aan de rivier. De film is er niet in geslaagd de fijne sfeer van Antoon Coolen's boek geheel tot uiting te brengen. Men krijgt korte episoden te zien, humorvol, belachelijk, omroerend, soms, maar geen geheel. Dat verhindert echter niet, dat het weerzien met al deze bekenden uit Coolens boek, de bezoeker on tegenzeggelijk plezier zal doen en wij mogen deze Nederlandse film zeker aanbevelen.

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1