PROGRAMMA bezoek Mgr. Maurice Otunga aan Venray zaterdag 30 - zondag 31 aug. De missies in Afrika Ganw rijk worde» is er niet bij maar... Uit Peel en Maas Over bijgeloof enz. voor 50 jaren terng Belangstelling voor de sport Zondagsdienst huisartsen Zaterdag 30 augustus 1958 No 35 NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAASJi QBOTESAATG28VE TIELBFOONNB?2EN O5BC>C160662 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBIJS PEB KWABTML I LiO BUMIIÏEWEAÏ I L«0 ZATERDAG 30 AUGUSTUS: 6 uur Aankomst van Mgr. M. Otunga bij het kruis op de Sta tionsweg. Verwelkoming door de HoogEerw. Heer Deken Ant. Loonen. Voorafgegaan door Harmonie „Euterpe" en bruidjes via Stationsweg, Hofstraat naar de Markt. Officiële ontvangst op het gemeentehuis. Na deze ontvangst zal Mgr. vanaf het bordes van het gemeentehuis een serenade van de Harmonie in ontvangst nemen. 7 uur Plechtig pontificaal Lof in de St. Petrus Banden-kerk waaronder korte toespraak door Mgr. Otunga. Onder het Lof collecte voor de missie van Mgr. ZONDAG 31 AUGUSTUS: Onder alle H. Missen schaalcollecte voor de missie van Mgr. Otunga. 7.30 uur H. Mis op te dragen door Mr. Otunga in de Parochiekerk. 9 uur Afhalen van Mgr. door geestelijkheid, misdienaars en bruidjes bij de HoogEerw. Heer Deken, voor de Hoogmis. 9.15 uur Plechtige Hoogmis met pontificale assistentie, op te dragen door de HoogEerw. Heer Deken Ant. Loonen, voor de parochie. 4.15 uur Officieel bezoek van Mgr. Otunga aan de enigste bede vaartplaats van de H. Jozef in Nederland „De Smakt", tevens de patroon van Mgr.'s congregatie. Nabij de eerste woning St. Josephlaan (Thoolen) wordt Mgr. begroet en door geestelijkheid, misdienaars> bruidjes en fanfare van Smakt-Holthees naar de kerk geleid. 4.30 uur Plechtig pontificaal Lof met korte begroeting, alsmede een kort woord van Mgr. Otunga. Onder het Lof collecte voor de missie van Mgr. 5.15 uur Kort bezoek aan genadekapel. Bewoners langs de straten en pleinen, waar langs zaterdag en zondag de stoet trekt, worden vriendelijk verzocht te willen vlaggen. roepen om blijvende steun Het officieel bezoek van de Af rikaanse neger-bisschop van Kenya, Mgr. Maurice Otunga, aan Venray, moet een oproep voor ons zijn om nog meer belangstelling op te gaan brengen voor de Kerk in Afrika. Z.H. Paus Pius XII heeft nog pas geleden in Zijn encycliek „Fidei donum" Zijn grote bezorgdheid over Afrika in roerende woorden geuit, en alle gelovigen over heel de we reld gesmeekt de missies in Afrika met alle macht te steunen. Al groeit de Kerk in Afrika, zij is er toch nog sterk in de minder heid. En bovendien moet zij er werken onder uiterst moeilijke om standigheden De maatschappelijke wantoestanden worden door de communisten uitgebuit om er onder de negers ontevredenheid en haat te zaaien en tevens propaganda te maken voor hun leer. Ook mis bruiken zij het streven van de negers naar zelfstandigheid om hen op te stoken tegen andere volkeren. Wie zal de strijd om de Afri kaanse ziel winnen? Aan ons het antwoord: het zal Christus zijn en Zijn Kerk, wanneer wij met ons voortdurend en drin gend gebed en met het offer van onze persoonlijke inzet of royale geldelijke steun gehoor geven aan de smeekbede van de Paus, om Afrika te hulp te snellen, vèör het te laat is! Want op ons geslacht rust een verschrikkelijke verantwoordelijk heid. Als wij katholieken hier niet met alle macht de missies in Af rika steunen, zal de Kerk in Afrika het gaan verliezen van het Com munisme en het goddeloze mate rialisme. Dan zal Afrika over 40 jaar in plaats van een overwegend christelijk Afrika een niet-christelijk of zelfs anti-christelijk Afrika zijn. Dan zal de anti-christelijke Af rikaanse massa, opgehitst door Sovjet-Rusland, een ernstige be dreiging worden voor de nog chris telijke wereld. Wij doen maar half genoeg voor de missie Men kan natuurlijk onverschillig zijn schouders ophalen en zeggen: Het zal zo'n vaart niet lopen. En er wordt ons toch genoeg geld uit de zak geklopt voor de missie. Die laatste opmerking kan ons juist niet bevallen. Wij willen van U, die dit leest, nog veronderstel len dat U, als weer eens een mis sionaris of missiezuster bij U aan klopt, een royale gift schenkt, echt uit liefde voor de missie. Gelukkig wordt er veel geofferd, maar het blijkt helaas nog lang niet vol doende om in de nood van demis sies te voorfclen. Zo schrijf t de Paus in zijn encycliek. Zo is het zelfs gebeurd, dat in Afrika een groot aantal jongeman nen die vurig verlangen naar het priesterschap, van de seminaries moesten worden uitgesloten bij ge brek aan geld. Het zij verre, zegt de Heilige Vader, dat katholieken, die zoals behoort hun verplichtingen ernstig nemen, weigeren om nog dieper in hun geldbeurs te tasten om aan deze behoeften te voldoen. Men klaagt dat er al zoveel ge bedeld wordt: elke week in de kerk en nog meer aan de deur. Men wordt het moe, en de missie-steun is dikwijls het eerste waarin men gaat bezuinigen: geen missieblaad jes of missiekalender meer, en de zelatrice van de Pauselijke Missie genootschappen van de Voortplan ting des Geloofs het Sint Petrus' Liefdewerk en de H. Kindsheid, stuurt men met een snauw weg van de deur. Men vergeet, dat de nood in de missie de grootste nood is, dat nl. de meeste mensen het geluk en de rijkdom van het Geloof nog missen, dat Afrika voor de Kerk van Chris tus" dreigt verloren te gaan als de katholieken hier niet met alle macht te hulp te snellen. Reeds herhaaldelijk hebben de Pausen verkondigd, dat het hun dringende wens is, dat alle katho lieken het missiewerk zullen steunen door tenminste lid te zijn van de Pauselijke Missiegenootschappen. Niet alleen stelt men dan door de jaarlijkse contributie de Paus in staat om aan de ergste noden van de missie overal ter wereld finan cieel hulp te bieden. Maar ook neemt men dan op zich, wat nog altijd het voornaamste is, om elke dag een gebed te verrich ten voor de missie, al was het maar één extra Onze Vader en Wees gegroet. Moge het bezoek van de Afri kaanse Missie-bisschop ons weer eens aan onze missieplicht herin neren en voor ons een nieuwe aan sporing zijn om vooral de missies in Afrika meer te steunen door ons gebed en ons offer. hy vond in Luxemburg wat hij lang zocht.... In Sanem, een dorpje twintig kilometer noordwestelijk van de stad Luxemburg, boert nu reeds 7 jaar lang Frans Marcus uit Gulpen. Hij boert er goed, dat kan men zonder overdrijving vaststellen. Met zijn vrouw en drie kinderen voelt hij zich volkomen thuis in 't gastvrije Groothergdom. Zo zelfs, dat hij thans druk bezig is om voor zich en zijn gezin de Luxemburgse nationaliteit te verwerven. Maar denk daarbij nu niet, dat Frans Marcus zijn Limburgse va derland verloochend heeft. De band met het bronsgroen eikehout blijft niet alleen bewaard door de nim mer aflatende stroom neefjes en nichtjes, die regelmatig bij hem komen logeren, maar ook en vooral door zijn contacten met de Katho lieke Limburgse Emigratiestichting in Roermond. Om het officieus te zeggen, de vertrouwensman van de Nederland se kolonie boeren in het groot her togdom. Die kolonie heeft zich de laatste jarenmet rasse schreden uitgebreid. Op het ogenblik zijn ongeveer 80 boerengezinnen uit Nederland in het vriendelijk glooiend Luxemburg neergestreken met één gedachte: door hard werken en een sober leven, een goed bestaan op te bou wen. Aldaar zijn ook een landbouwbe drijf begonnen, nl. de heren De Martines uit Deurne en Van Schip stal uit Mill, die deze week bezoek ontvingen van de gemeenteraad uit Deurne met hun eventuele dames. Gauw ryk worden is er niet by. Op dat harde werken en eenvou dig leven komt het in Luxemburg wel aan. Het blijkt overduidelijk uit Marcus' woorden: „Gauw rijk worden, is er hier niet bij" beweert hij nadrukkelijk. Dat hij zelf nu een auto in de schuur heeft staan en dat hij 44 hectaren kan bebouwen, heeft hij niet met niksdoen verdiend. Het is niet zo'n heksentoer om in Luxem burg aan pachtgrond te komen. Dat men bij pachten heel erg op zijn tellen moet passen, is natuur lijk waar, maar daarnaast blijft 't merkwaardige feit, dat 't kleinste landje van de Benelux over de meeste grond beschikt en boven dien het dunst bevolkt is. Van de drie Benelux-landen is de kleinste peuter verreweg het wel varendste. „Een wat eenzijdige welvaart, zegt Marcus, maar dat doet er weinig toe". In Luxemburg is de stad Esch sur Alzette het land van melk en honing. Daar is het industriecen trum, daar staan de hoogovens, daar worden de lonen betaald, die de Luxemburgers veel kunnen doen uitgeven. Een autootje Is al het minste. De vooruitzichten op de heel kor te termijn levert de Luxemburgse landbouw niet. En zo ziet men dan nu die grote trek van Luxemburgse landbou werszonen, die hun geluk in de industrie gaan beproeven. Boerenschaarste. Marcus is een van de eerste ge weest, die van de boerenschaarste heeft geprofiteerd. Met het aanpassen heeft hij heel weinig last gehad. Hij woont in een streek, die erg op Limburg lijkt. Hij vindt door zijn Limburgse aard gemakkelijk aansluiting bij de gelovig katholieke bevolking van het Luxemburgse platteland. De taal van het Groothertogdom heeft merkwaardigerwijze veel ge meen met het Limburgs. Het is een Duits dialect dit Letzeburgisch en het heeft zich zo zelfstandig ontwikkelt, dat men welhaast van een eigen taal kan spreken. Marcus spreekt het behoorlijk, zijn kinderen zelfs vloeiend, zoals je dat van peuters van een jaar of vijf kan zeggen. Wat Marcus hier wel erg mist, is de kegelsport. Hij kegelt nu ferm in een clubje van Nederlandse ko lonisten, dat hij mee hielp oprich ten en waarvan ook zijn twee Nederlandse knechts uit Groesbeek en Heijthuijsen deel uitmaken. Lezers, die er ernst van maken nog eens naar Luxemburg te emi greren, krijgen waarschijnlijk wel eens met Marcus te maken. Hij is zelf het mooiste voorbeeld van wat men met hard aanpakken nog meer kan bereiken dan alleen maar met een vet spaarbank boekje. van 29 augustus 1908 Te Merselo overleed op 25 augustus de Weleerw. Heer Rector Aloysius Beek. Z.Eerw. die in 1869 te Venlo werd geboren, was van 1893 tot 1901 kapelaan te Venray en werd in december 1902 benoemd tot Rector te Merselo. Op de verjaardag vanH.M. de Koningin (31 aug.) zullen de fan fares Euterpe en Sint Cecilia, op Grote Markt en Henseniusplein een concert geven. Er waren hier veel valse 2- markstukken in omloop. De heer H. v.d. Heuvel uit Merselo, thans onderwijzer te Pos- terholt, slaagde te Arnhem voor de hoofdakte. van 30 augustus 1913 Met ingang van 1 september a.s. is benoemd tot brieven- en telegrambesteller alhier, de heer Jean Betrams. Het metselwerk van een te Tienray te bouwen ringoven werd bij publieke aanbesteding opge dragen aan de Gebr. Oudenhoven alhier. Op één klas van bijgelovigen wil ik wijzen, nl. op hen, die vast me nen, dat deze of gene de macht heeft anderen te kwellen of te be nadelen. Als er bij een boer een paar koeien achter elkaar ziek worden, of als een kindje niet wil groeien, dan hebben sommige liefderijke(l) mensen dadelijk een oud vrouwtje in de buurt op het oog, die ,.de Paus Pius XI als bergbeklimmer Er is de laatste tijd veel veran derd in de waardering voor en van de sport. Nog geen halve eeuw ge leden hoorde de sportman (sport vrouwen of -meisjes kende men toen nauwelijks) niet zelden het verwijt, dat hij „ziene tied wel baeter kös besteeje". Tegenwoordig behoeft men het nut en de noodzaak, het gezonde, en het aangename van de sport nauwelijks meer aan te tonen. Eenieder is hiervan zo langzamer hand wel overtuigd. Gelukkig De sport en de sportbeoefening zijn niet meer weg te danken uit onze moderne maatschappij, zij vormen er een wezenlijk bestand deel van. Natuurlijk' kan men niet ontken nen, dat men in zijn waardering van de sport hier en daar veel en veel te ver gaat. Deze promotoren van de sport beter zou men kunnen zeggen van de sportver- dwazing doen de ware sport eerder schade dan voordeel. Het is maar goed, dat tegenover de hou ding van deze lieden het gedrag en het gezag staat van vele ande ren, die in de sport geen einddoel, maar 'n middel zien. Tot deze laatste behoort onze roemrijk regerende Paus Pius XII, die voor de sport een zeldzaam grote belangstelling toont. Vele malen heeft de Paus in het open baar over de sport gesproken. Van Pius XII zijn niet minder dan 23 toespraken bekend, waarin de Wach ter van het Vaticaan zijn zienswijze omtrent de sport heeft bekend ge maakt. Het Belgische S porta heeft enige tijd geleden het lovenswaardige initiatief genomen, de uitspraken van Zijne Heiligheid betreffende de sport-problemen te bundelen en uit te geven. „In talrijke uitspraken aldus Kardinaal van Roey, aarts bisschop van Mechelen, in zijn voorwoord bij deze brochure wijst Z.H. de Paus, als de leraar van de Eeuwige Waarheid, aan de sportmannen de weg die zij te volgen hebben, niet enkel om hun leven hier' op aarde in schoonmen- selijkhetd en broederlijkheid te doen uitgroeien, maar vooral om voor dit leven de eindwedstrijd, het eeuwige leven, te winnen." Voor de verspreiding in Neder land van deze brochure „De Paus en de Sport" draagt de N.K.S. zorg. Voor belangstellenden zij ver meld, dat men deze mooi uitge geven en met fraaie foto's ver luchte brochure kan bekomen bij de N.K.S., Brugstraat 9 te Den Bosch. De prijs is f 1.60. Hoe levendig en hoe kernachtig Paus Pius het probleem van de sport benadert moge blijken uit onderstaand citaat, dat wij ontlenen aan de toespraak van de Paus tot de sportbonden van Italië op 18 maart 1945. ,De sport aldus de Paus is een school voor eerlijkheid, moed, gehardheid, beslistheid, universele broederlijkheid: alle natuurlijke deugden, maar die 'n stevige basis vormen voor de bovennatuurlijke deugden en die voorbereiden om zonder te verflauwen het gewicht van de zwaarste verantwoordelijk heden te dragen. Hoe zouden Wij bij deze gelegen heid niet het voorbeeld van Onze grote voorganger Pius XI, in herin nering roepen, die 'n meester berg beklimmer was? Herlees dan het verhaal, zeer indrukwekkend in z'n kalme eenvoud, van die nacht doorgebracht, na twintig uren zware beklimming, op de stijle rotsflank van de Mont Rose op 4600 mtr. hoogte, bij een ijzige koude, rechtopstaande, zonder in één enkele richting 'n stap te kun nen verzetten, verplicht zich geen enkel ogenblik te laten overmees teren door de slaap: in het midden van dit meest grootse landschap onder de vele, die de Alpen bieden, welk 'n machtige openbaring van de almacht en majesteit van God Hoeveel fysieke weerstand, hoeveel morele volharding veronderstelt zulke inspanning En hoe moesten deze moedige ondernemingen de toekomstige Paus voorbereiden om 'n onversaagde moed te betonen in het volbrengen van de enorme verplichtingen, die Hem wachtten, in het bestuderen en oplossen van de schijnbaar onontwarbare vraag stukken, die zich voor Hem zouden stellen op de dag, dat Hij het hoofd der Kerk zou zijn Door het gezond vermoeien van zijn lichaam, de geest laten rusten voor nieuwe opdrachten, de zin tuigen verfijnen om de geestelijke vermogens 'n groter indringens- vermogen te geven, de ledematen oefenen en zich gewoon maken aan de inspanning om het karakter plooibaarder te maken en 'n grotere weerstand van de wil te verwerven, veerkrachtig ais staal: dat was het begrip dat de priesterlijke alpinist zich vormde over de sport." Wij staan kort voor 'n nieuw sportseizoen. De aandacht van duizenden zal in de komende maan den weer opnieuw gevraagd wor den voor wedstrijden, die om welke reden dan ook belangrijk zijn of althans heten. Velen staan op met de sport en gaan er mee naar bed. Ze verslinden kranten artikelen en hebben er zeer veel voor over om aan sportwedstrijden te kunnen deelnemen of er bij tegenwoordig te zijn. Misschien is het juist voor hen het nuttigst, de bedoelde brochure te lezen. Men kan er zijn inzicht in de sport- problemen slechts door verrijken, kwade hand" aan de wieg heeft gehad, die de stal heeft betovert, of 's nachts als een weerwolf rond waart. En o wee, wanneer de slordige moeder vergat enkele weken ach tereen het kussen op te schudden en dan opeens in het peluw een krans ontdekt. Geen tien pastoors die het haar of hem uit het hoofd praat, dat er geen hekserij ofwel toverij bestaat. Onnodig te zeggen, dat zo'n ge dachte van een evenmens te koes teren een gruwel is, want ze gaat uit van de veronderstelling, dat zulk een mens met de duivel een verbond sloot om anderen te scha den of te kwellen. Toverij toch heet men: door stil zwijgende of uitdrukkelijke aanroe ping van de duivel wonderbare dingen uit te werken. Dit dient goed onderscheiden van de gochelkunst, die door hogere kennis van natuurkunde, door zeer behendige vlugheid en andere lis ten schijnbaar wondere dingen uit werkt. Wat een gewoon mens buitenge woon lijkt, is voor een deskundige vaak onbeduidend. Dus men oor- dele niet te gauw. Dat men in de middeleeuwen aan de beruchte heksenprocessen deed, is te verschonen, omdat de natuur kennis gebrekkig was, het gods dienstonderwijs beneden peil en de mensheid heeft nu eenmaal een zwak voor geheimzinnige dingen.... Doch die de naam van christen in onze tijd met ere wil dragen, zette dit spel der dwaze verbeel dingskrachten opzij en kome zeker niet bij de priesters of aan de kloosterpoort om raad, om een me- dalje of gewijd water, teneinde om de heks of de tovenaar te bezwe ren. Hoe sterk de verbeelding werkt, kunt u uit de volgende ware ge schiedenis zien. Er kwam bij de Capucijnen te Velp een boer die behekst was. Hij kwam uren ver en het zweet parel de op zijn voorhoofd. Angst belette hem haast te spreken. „O, 't was niet pluis op de stal" enz. enz. water, zette die midden op 't erf, liep er een keer of drie omheen en riep: „Kobus, in die emmer zult ge dadelijk zien, wie de boerderij be hekst heeft." De pastoor liep er nog enkele keren rondom en de boer keek met open mond en bleek van schrik naar de emmer. Tenslotte zei de pastoor plechtig: „Kobus, nu is 't uw tijd. Kijk eens goed op de bodem van de emmer. De boer deed het met angst. „Wat zie je nu? vroeg pastoor. „Niks als mij zelf" riep Kobus. „Precies, zei Heeroom, dan heb je juist de rechte toverkol te pak ken. We behoeven niet verder te zoeken. Uw kwade hand is in het spel. Als gij wat minder plakt in de herbergen, wat harder werkt, uw zaken wat beter nakijkt en kraakhelder zijt op uw melkgerij, dan zullen uw zaken van stonde af zonder wijwater of stool heel wat beter gaan." De man keek geweldig nuchter op zijn neus. Zo had hij 't helemaal niet verwacht, dat begrijp je. Hij is nooit meer op de pastorie geweest om te klagen, schaamde zich ook om het ooit iemand te vertellen, maar op de boerderij heeft men ook nooit meer iets gemerkt van.... de kwade hand De gardiaan hoorde zijn klaag tonen bedaard aan. Op de vraag wat de overste ervan dacht, zei deze: „Vriend, ze leren ons, dat twee dingen moeten samengaan om be hekst te zijn. Zo dat niet is, hebt ge niets te vrezen." De boer was nieuwsgierig. „Welnu, zei de gardiaan, die be hekst is, heeft koud zweet. Het boertje kromp al ineen, want waar lijk van angst parelde het koude zweet reeds op zijn voorhoofd. „En het tweede vroeg hij. „Wit bloed", sprak de pater. Dadelijk werd de proef op de som genomen en de lezer begrijpt, dat de man rood bloed had als ieder sterveling. Blij als een kind ging hij nu huiswaarts. Hij was genezen van zijn inbeeldingsziekte. 0— Een pastoor, wiens raad men in riep, probeerde het anders. Op een boerenerf spookte het, de koeien waren ziek, de varkens wilden niet vet worden, de karn wilde niet boteren, telkens werd er wat vermist, in één woord, „de kwade hand" was in 't spel. Heeroom had voor die oudewij venpraat geen oren en wees de boer gauw de deur uit. Ook ried hij niet aan te bidden of enig sa- cramentalie (wijwater, medalje etc) te gebruiken, want dan zouden die verwarde hoofden nog gaan denken dat de priester er enig geloof aan hecht. Doch de pastoor had buiten de waard gerekend. De angstige boer kwam driemaal op een dag terug. Het was niet meer uit te hou den op de boerderij, alles draaide, enz. enz. De pastoor moest en zou komen. Waar was hij anders ook voor.... De pastoor besloot dan te komen en zou de toverkol opsporen. De boer dacht natuurlijk dat de pastoor zou komen met wijwa ter en stool en er heel wat Latijn aan zou verspillen. Niets van dat alles. Hij pompte een emmer helder Een „gouden" Mère Marcella In 1906 kregen de leerlingen van de eerste klas der meisjesschool een nieuwe juffrouw. Juffrouw Christine Stoffels, die als postulante der Zusters Ursulinen van deze de opdracht kreeg de meisjes van Venray, de eerste beginselen van het alfabet bij te brengen. Na een week werd deze juffrouw Stoffels in de recreatie door haar mede zusters gevraagd, hoe het werk haar aanstond. „Ik teken er mijn hele leven voor", aldus haar bescheid. Het is inderdaad een mensenleven geworden. Juffrouw Stoffels werd na 2 jaren Mère Marcella, en die naam is voor jong en oud uit Ven ray een begrip geworden. Want het i3 bij dat simpele a-b-c voor de meisjes niet gebleven. Al gauw vroeg de Venrayse pastoor haar de zorg 'op zich te nemen voor de eerste communicantjes uit zijn parochie. Zo zijn sinds 1906 duizenden jongens en meisjes door haar voor bereid op dat grote moment in hun leven, de eerste H. Communie. Met nooit aflatende ijver en een onuitsprekelijk geduld, met liefde vol begrip en in innig contact heeft zij Venrays jeugd mede gevormd en naar het altaar geleid. En nie mand kan bevroeden hoeveel per soonlijke offers zij al die jaren heeft gebracht, om ook het huiselijk feest zo schoon mogelijk te doen zijn. Zo is Mère Marcella mede ge groeid met de Venrayse jeugd en met Venrays kerk. Ze is vroeger wel eens de vierde kapelaan genoemd en het was niet ten onrechte. Want veertig jaren lang, iedere morgen opnieuw, heeft zij in de Grote kerk de surveillance uitgeoefend over Venrays jeugd en het was haar trots, nimmer ont broken te hebben. 52 Lange jaren vormde zij de rij van bruidjes, die alle processies en kerkelijke feestelijkheden met hun feestelijk wit heeft opgeluisterd. Een werk, dat zij na haar pensio nering bij het lager onderwijs nog immer blijft doen. Pastoors en Dekens hebben haar graag dit werk laten doen, waar zij de overtuiging hadden, dat het tot in de puntjes verzorgd was. En het is haar heimelijke trots, in al die bruidjes de moeders terug te kennen, die bij haar op school ge weest zijn. Nu is zij kosteres en zorgt voor de eredienst in de kapel van Jeru salem, maar blijft als hoofdzelatrice van het Apostolaat des Gebeds met Venray contact houden en o.m. zorgen voor Venrays H. Hartbeeld. Zondag gaat Mère Marcella haar gouden professiefeest vieren. Er wordt om minder reden feest ge vierd. Mère Marcella mag dan terug zien op een werkzaam leven en mag zich overtuigd weten van de dank van zo vele Venrayse mensen, die van haar zoveel mochten ont vangen. Nieuws uit Venray en Omgeving Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de praktijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. VAN DEN HOMBERGH Oostsingel 6 Telefoon 393 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingenbureau voor de Kom,

Peel en Maas | 1958 | | pagina 89