znzn Kath. Thuisfront Wij Christenen moeten slimmer zijo Een geruchtmakende gevolgen had voor daad, die ernstige in Boete aan de staat als bijsmaak van 't legaat WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ffiS en nog vee! meer in de seizoen-opruiming bij en Nienw-üuinea Huidgenezing P U ROL Snuif en wrijf Zaterdag 19 juli 1958 No 29 NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS CONFECTIE VAN Vak TEN RIJK BEZIT De gelijkenis van de onrechtvaar dige rentmeester komt ons ieder iaar als wij haar horen voorlezen van 'de preekstoel, enigszins vreemd voor. Misschien hebben wij ook nog nooit een bevredigende uitleg van dit Evangelie gehoord. Om te beginnen om een eerste reden tot bevreemding uit de weg te ruimen is het niet de patroon die zijn onrechtvaardige rentmees ter prijst. Het is immers ondenk baar, dat iemand, die door zijn zaakbehartiger zo grol bestolen, hem zal prijzen, ook al heeft hij 't nog zo slim aangelegd. Neen, het is Jezus zelf, die hier uitleg geeft van de gelijkenis of parabel. „De Heer prees de on rechtvaardige rentmeester, omdat hij met overleg had gehandeld". Jezus prijst de man niet, omdat hij onrechtvaardig was op een heel slimme manier. Door slim tewerk te gaan, wordt de onrechtvaardig heid niet minder slecht gemaakt. Of men iemand besteelt door in te breken of door hem in zaken te bedriegen, dat maakt weinig ver schil. Het is allebei diefstal en even slecht. Men mag Oneerlijkheid in zaken niet goed pra~en met het gezegde: f „zaken zijn zaken" of „de ander moet maar niet zo stom zijn om zich te laten beetnemen". Er zijn helaas genoeg mensen, die onrechtvaardigheden in zaken, waarbij men slim te werk gaat, niet zo afkeurenswaardig vinden. Neen, Jezus prijst de man alleen omdat hij slim was en Hij wil ons christenen op het hart drukken om slimmer te werk te gaan als het gaat over het enigst noodzakelijke: God dienen en ons eeuwig geluk veilig stellen. „Weest toch redelijk en konse- kwent!" zo wil Jezus zeggen tot degenen, die Hem volgen, de chris tenen, de kinderen des lichts, in tegenstelling met de mensen, die slechts volgens wereldse beginselen leven. Waarom moeten de kinderen dezer wereld or.der elkaar en op hun terrein gewoonlijk met meer overleg en konsekvventer tewerk gaan dan de kinderen des lichts? Hier ligt de les van de gelijke nis. Wij moeten als christenen onze eeuwige gelukzaligheid veilig stel en daarvoor even goed ons ver stand gebruiken en konsekwent en doelbewust handelen, zoals de mensen in de wereld dat doen. Als de christenen de helft van het overleg en de energie, die de mensen besteden om vooruit te komen in de wereld en om meer geld te verdienen, zouden aanwen den om hun egoïsme te overwinnen hun naaste lief te hebben en God alleen te zoeken, hoe heel anders zou het dan in de wereld toegaan! Wij christenen moeten met meer overleg te werk gaan in ons gods dienstig leven. Wij werpen ons dikwijls op bij komstigheden, terwijl wij de hoofd zaak vergeten. Wij hechten bijv. meer waarde aan het opsteken van een kaars, dan aan het deelnemen aan het heilig Misoffer en het godvruchtig ontvangen van de heilige Sacra menten. En dan geeft Jezus een voorbeeld van verstandig christelijk handelen. „Ik zeg u, maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige mammon, dan zal men, wanneer deze u komt te ontvallen, u op nemen in de eeuwige tenten" Met die onrechtvaardige mam mon bedoelt Jezus het geld ofwel aardse rijkdommen. Die ontvallen ons zeker bij onze dood en we kunnen ze ook al eerder kwijt raken. Men moet toch weten, dat onze Heer de innerlijke waarde van geld en goederen niet erg hoog aanslaat. Zo dikwijls kleeft er onrecht aan dat geld. Er wordt zoveel bedrog gepleegd om maar meer geld te verdienen. En voor de christenen die koers moeten houden naar de haven van het eeuwig geluk, is er geen gevaarlijker klip dan de rijk dom. De uitdrukking „onrechtvaar dige mammon" kan evengoed schadelijke mammon betekenen. Maakt u vrienden met behulp van de gevaarlijke rijkdommen, zo luidt dan Jezus' raadgeving. En hoe zal men zich met de rijkdommen vrienden maken? Door het doen van goede werken, en vooral door het geven "van aalmoezen. Wat komt het er tenslotte op aan of men op aarde rijk of minder rijk is. Laat de mensen van de wereld maar zeggen dat het ge makkelijk is als je veel geld in bezit hebt. Christenen moeten niet zo boven op het geld zitten, anders verdienen zij de naam van christen niet. Het getuigt van verstandig over leg en van vooruitzien als een christen het geld dat hij voor het noodzakelijk levensonderhoud van zijn gezin niet nodig heeft, gebruikt voor goede werken. „Verzamelt U Een Helmondse notarisdochter, Sophia Alberts, heeft rond 1700 een nog al geruchtmakende daad gesteld, die grote gevolgen had voor de katholieken in de Meijerij. Hierover zijn verschillende pu blicaties verschenen. Zo heeft Pastoor L. Schutjes, geschiedschrijver van het Bisdom Den Bosch, A. Hezemans, gewezen archivaris van Den Bosch en ook Ouwerling publicaties hierover het licht laten zien, evenals Jac. Heer en die in zijn boek „De bekering van Sophia Alberts en de gevolgen daarvan voorde katholieken in de Meijerij" een uitvoerige studie aan deze bekering wijdt. Hieraan is het volgende ontleent: Sophia Alberts was goed zestien toen zij in de nacht van 2 op 3 november 1700 wegvluchtte uit het huis van haar ouders te Helmond, waar haar vader notaris was. Aan niemand »had zij verteld, waarheen zij ging. Zij hield zich vijf dagen schuil en daarna verliet zij de stad Helmond op een voer- manskar, in het gezelschap van een zekere Margriet van Bussel. Zij vertrok naar Venray, waar zij zich wendde tot de Roomskatholieke pastoor Mathias Roebroeck, met 't verzoek, dat hij haar zou onder richten in het katholieke geloof. Vooral de laatste weken, nadat zij haar ouders te kennen had gegeven dat ze katholiek wilde worden, had zij thuis weinig plezier beleefd. Soms moesten de buren er bij te pas komen, zo geweldig ging haar moeder tegen haar te keer. Tenslotte had zij het niet langer kunnen uithouden en was 's nachts weggelopen. Een paar weken later hoorden haar ouders, dat hun dochter in Venray was, het eerste dorp achter Deurne, aan de overzijde van de Peel, in Pruisisch Gelder. Natuurlijk deden zij al wat ze konden om hun kind naar huis terug te krijgen. Sophia was nog minderjarigen dus eisten de ouders bij de schepenrechtbank te Venray, dat die ervoor zou zorgen, dat hun dochter terug kwam. Maar het gold hier een geloofs zaak, zo verklaarden de schepenen en daarin konden zij geen uitspraak doen. Toen riepen de ouders de hulp in van Albert Joseph, graaf van Arberg, heer van Helmond. Deze richtte zich persoonlijk tot de Ven- rayse pastoor Roebroeck, met het bevel het minderjarig meisje terug te zenden naar haar ouders en hij dreigde in zijn brief met de tussen komst van de Staten-Generaal. De Venrayse pastoor antwoordde dat de Staten-Generaal zich met deze aangelegenheid niet zouden bemoeien „nademaal de Hoogmo gende heren in het hart van Hol land vrijheid van geweten toelaten, ja zelfs aan de kerkelijke overheid vrijheid vergunnen, iemand, die Rooms wil worden, te helpen." Hoe zal ik zo schreef hij ver der mij over de ziel van dit meisje op de dag des oordeels kun nen verantwoorden, wanneer ik haar, die door het bloed van Chris tus werd vrijgekocht, verloren laat gaan? Wel was het in Helmond alge meen bekend geworden, dat Sophia Alberts dikwijls onenigheid had met haar ouders, maar dat zij ka tholiek wilde worden, wist buiten haar ouderlijk huis niemand. Dominee Walraven moest zelfs getuigen, dat zij nog de laatste dagen te Helmond ijverig zijn ka- techisatie-lessen had gevolgd, zon der ook maar „enige schijn te geven van haar genegenheid tot het paaps geloof." Het is bewezen, dat Sophia Al berts geheel uit eigen wil haar ouderlijk huis ontvlucht was, zon der enige voorkennis van de ka tholieke geestelijkheid te Helmond. Toch verklaarde de protestantse kerkeraad aldaar in een brief aan de Staten-Generaal, dat Sophia „door de opstoking en kwaadaardige ondernemingen van die der Roomse gemeente alhier, is vervoerd ge worden naar het Spaans gebied Venray genaamd en tengevolge daarvan van geloof veranderd is. De kerkeraad vertelde in dit schrijven ook, dat Sophia nu was terecht gekomen bij een volk van veel wreder natuur dan die der barbaren en dat zij hoopten, dat 't meisje spoedig uit de klauwen van die „grijpende wolven" bevrijd zou worden! Het „tengevolge daarvan" in dit schrijven is onwaar. Ook aan de Venrayse pastoor had Sophia ver klaard, dat zü vrijwillig ontvlucht was en „liever op de markt zou geen schatten op aarde waar dieven ze kunnen stelen, maar verzamelt U schatten in de hemel." willen verbrand worden, dan nog langer in de dwaling te blijven" Voor de Rechtbank De Staten-Generaal der Verenig de Nederlanden vaardigden nu op 17 december 1700 een „nerveuse en crachtig doorslaande resolutie" uit, waarin de drossaert van Helmond werd bevolen een grondig onderzoek in te stellen naar de toedracht der geschiedenis en vooral de Roomse geestelijkheid en de Roomse nota beien der stad te ondervragen, die ervoor moesten zorgen, dat het meisje binnen veertien dagen bij haar ouders terug was Als aan dit bevel niet werd vol daan, dan zouden zij tegen de gees telijkheid van Helmond gaan op treden! Uit het onderzoek van de dros saert bleek, dat Augustinus Kenis, pastoor van Helmond, en diens ka pelaan, volmaakt onschuldig waren aan de ontvluchting van Sophia Alberts. Ze kenden haar niet eens en hadden haar dus ook nooit ge sproken. Verder werd Den Haag gemeld, dat Sophia uit Venray was ver trokken en naar Antwerpen was gegaan. Kerkvervolging De ouders en de Helmondse do minee drongen op dat bericht in Den Haag aan op krachtiger maat regelen. Het direct resultaat hiervan was, dat de drossaert van Helmond op dracht ontving de Roomse geeste lijkheid der stad gevangen te zetten en de kerkschuur te sluiten, totdat Sophia zou zijn teruggekeerd. De drossaert, overtuigd van hun onschuld, volgde dit bevel op, maar zorgde tevens, dat de straf der ge vangen genomen priesters zo licht mogelijk was. Dat was niet naar de zin van dominee Walraven, die wederom met de ouders protesten stuurden naar Den Haag, dat bevel gaf, de gevangenschap van de pastoor strenger te maken, en elke uitoefe ning van de Roomse godsdienst binnen Helmond te beletten. Gevlucht Maar precies daags tevoren was pastoor Kenis uit zijn gevangenis te Helmond ontsnapt en gevlucht naar de abdij van Postel in België. Op de tafel van zijn gevangenis had hij voor de drossaert een briefje achtergelaten, waarin hij de ont vluchting van Sophia Alberts streng afkeurde, en waarin hij „het be treurde, dat de ganse gemeente zo moest lijden om de onbeleefdheid van zulk een snotneusken". Daar om zou hij zelf eens gaan proberen de zaak tot een goed einde te brengen. Inderdaad reisde de ontsnapte pastoor naar Antwerpen en ver volgens naar Mechelen, om daar met de bisschoppen het geval te bespreken. Hij verzocht hun, hun gezag aan te wenden om Sophia Alberts te dwingen tot een onder houd met haar moeder. De bisschop van Antwerpen wist werkelijk gedaan te krijgen, dat Sophia's ouders op kosten van de regering naar Antwerpen konden reizen voor een onderhoud met hun kind. Dit onderhoud heeft inderdaad plaats gehad, en het duurde ander half uur. Maar het had geen resul taat. Sophia weigerde volstrekt, mee te gaan naar Helmond. De ontsnapping van de pastoor en het vruchteloze bezoek der ouders was voor de dominee opnieuw aan leiding, de Staten om strengere maatregelen te vragen. Hij wist het in december 1704 zo ver te krijgen, dat de Hoogschout in Den Bosch, bevel kreeg enkele vooraanstaande priesters om dit feit te arresteren. Die Hoogschout vreesde de volks woede om dit besluit, maar ar resteerde tenslotte na herhaald aan dringen de plebaan van Den Bosch. Dat gaf een hele herrie, die niet eerder eindigde dan met zijn vrij lating. In zijn plaats werd een onbeken de Pater Dominicaan gepakt. Maar de nieuwe pastoor van Helmond, een zekere pater Janssen moesten zou ook gevangen genomen worden. Toen de Bossche Hoogschout in Helmond aankwam, vond hij de pastoor niet thuis. Om niet met lege handen in Den Bosch aan te komen, pakte hij toen maar een andere pater, die hij toevallig op straat aantrof. De kerkeraad van Den Bosch, aan gevuurd door dominee Walraven, vroeg nu om de sluiting van alle kloostergeestelijken. Inderdaad werden alle ordegees telijken uit Den Bosch verbannen. De minder gevaarlijk geachte wereldgeestelijken konden blijven, maar met gesloten kerken! In de Meierij van Den Bosch brak een ware kerkvervolging uit. Dit alles was natuurlijk in hoge mate onbillijk, alleen al omdat de STOPPELKNOL Hel besie stoppelknollenzaad in de nieuwe beschermende blikverpakking katholieken werkelijk alles deden wat zij konden om Sophia Alberts naar haar ouders te doen terug keren. Zelfs had Pieter Govaerts, de vicaris-apostolicus die door de Paus met de zorg voor dit missie gebied was belast, getracht Sophia, desnoods tegen haar wens in, naar huis terug te laten voeren. Hij had haar een aanzienlijke som geld aan geboden, als ze naar haar ouders in Helmond wilde terug gaan. Maar het jonge meisje weigerde beslist, Nog moeilijker werd het, toen Sophia kort daarop in 1705, trouw de met een zekere Robert Thirry, en met haar man naar een stadje in midden-Frankrijk vertrok. Verandering Onverwacht kwam er een hele verandering. Sophia stierf op het eind van 1707 teThouars in Frank rijk, op jonge leeftijd. Terstond probeerden de katho lieken hun kerken weer geopend en hun priesters bevrijd te krijgen Maar de Staten eisten 'n officiële bevestiging van Sophia's dood. Die was toen niet zo gemakkelijk te krijgen, de betrekkingen tussen Frankrijk en onze gewesten waren nog steeds verbroken. Na twee jaren kwam eindelijk 'n officieel bericht. Toen besloten de Staten werkelijk de gevangen pries ters in vrijheid te stellen... als zij eerst de kosten betaalden van hun hechtenis en de schulden die Al- bert daarvoor had gemaakt! Hoe onrechtvaardig zij het ook vonden, de katholieken van de Meierij beloofden die „schadever goeding" te zullen betalen. Maar met die belofte werd geen genoe gen genomen. De som van 7600 gulden moest eerst betaald zijn, voordat de gevangenen zouden wor den vrijgelaten. Dat was toen, en voor onze ver armde landstreek een hoog bedrag. Na bijna een half jaar had men het geld bij elkaar, en werd het bij de griffier der Staten betaald. In 1710 gingen de deuren der gevange nis open. En daarmee nam dan eindelijk de affaire een einde. Voor de politierechter „Waarom staat u hier vroeg de politierechter, bladerend in zijn stukken. „Omdat tante Trui is overleden" zei de verdachte voor het hekje. De officier fronste de wenk brauwen, maar het was de waar heid: dat tante Trui overleden is blijkt in eerste instantie de reden te zijn, waarom deze man dertig gulden boete moet betalen. „Tante Trui zat er warmpjes bij" verklaarde een getuige. „Zij gaf geen cent onnodig uit en deze eigenschap heeft de familie werke lijk geholpen om het verdriet over het verlies van tante spoedig te boven te komen". Neef Jan kreeg duizend gulden uit de nalatenschap, helemaal vrij, na aftrek van alle kosten. En dit bedrag opende voor neef Jan ge heel nieuwe perspectieven. Sinds jaar en dag had hij ervan gedroomd nog ooit een eigen auto te bezitten. Wekelijks las hij alle advertenties van nieuwe en gebruikte wagens. Hij volgde de auto-rubrieken in elke krant, die hij maar te pakken kon krijgen. Van elke wagen die langs kwam kon hjj merk en bouw jaar noemen. Hij was, zoals zijn vrouw placht te zeggen, weg van auto's. Maar het zat er niet aan. Dat zei zijn vrouw ook. Hoe neef Jan ook spaarde, zij wilde hem geen toestemming geven een eigen wagentje aan te schaffen. Nu ech ter kwam onverwacht die duizend pop los. En de vrouw kon hoog springen en laag springen, „nu of nooit" zei Jan, en hij ging rijles nemen. Met die lessen ging het vrij vlot; met het rijexamen niet zozeer. Maar na drie keer proefrit afleg gen kwam neef Jan er door en vol trots liet hij iedereen het stijve rose papiertje zien, dat de Neder lander machtigt een motorrijtuig te besturen. Ondertussen had hij alles aan alle vrienden en bekenden verteld en dat moet men onder zulke om standigheden nooit doen. Van hein de en ver kwamen garagehouders Mod. 77. Opankette uit soepel leder in di verse modieuze kleu rencombinaties. m. 35-42... J4^S Er is een Bata- filiaal vla.let)ij en autoslopers toegestroomd om hun oude vehikels aan te prijzen. Soms kwamen er twee, drie aan biedingen per dag en aanvankelijk ging Jan ze allemaal bekijken, om later teleurgesteld terug te komen. Wat waren die wagens prachtig in de verhalen van de verkopers; en wat waren ze roestig en gammel als je ze in werkelijkheid zag. Tenslotte bemachtigde hij via een kennis van een kennis een wagentje, dat in de loop van de jaren zijn deugdelijkheid had be wezen. Het moest negenhonderd pop kosten. Je kunt daar niet alles voor eisen, maar het liep en dat is de hoofdzaak. De stroom der teleurgestelde handelaren werd nu vervangen door die van verzekeringsagenten en financieringsinstituten, maar neef Jan deed zijn wagen in de belastingen en reed trots weg. Hij kwam dezelfde avond thuis met een verschrompeld spatbord. Want on derweg is hij tegen een houten hek gereden. Van schrik is hij toen weggegaan zonder zijn visite kaartje achter te laten en daar moet hij nu die dertig gulden voor betalen. Blijkens het verbaal had de politie eerst de omwonenden ondervraagd. „Wij dachten", hebben die unaniem verklaard, „dat er een straaljager omlaag was gestort. Zo'n slag was het". Terwijl de verontruste buurt genoten de vermeende straaljager gingen zoeken was neef Jan enkele straten verder bezig het spatbord van de band los te trekken. Daar vond de politie hem. „Ik dacht", zei neef Jan laconiek, „dat ik over een tak was gereden." Een dergelijk optimisme kon de rechter waarderen. En omdat Jan al over de honderd gulden heeft betaald uit eigen zak voor de reparatie van het hek en omdat hij het kapotte spatbord ook heeft moeten maken en omdat de kanton rechter er nog wel iets bij zal doen, bleef het bij drie tientjes. Toen neef Jan na de zitting weg reed werd duidelijk waarom de buurt aan een straaljager had ge dacht. Het zat niet in het lawaai van de botsing, maar in het geluid van de motor. Hoewel Nat. Katholiek Thuisfront nu alreeds jaren achtereen, in goede samenwerking met het Protestant Interkerkelijk Thuisfront ervoor zorg draagt, dat onze jongens, die op Nieuw-Guinea hun diensttijd doorbrengen, met Kerstmis een pakket ontvangen, als blijk van medeleven enerzijds met hen, zal dit jaar zeer bijzondere aandacht nog besteed dienen te worden aan Huidzuiverheid - Huidgezondheid Voelen en oksels fris door Purol-poeder deze kerstpakettenverzorging daar, zoals bekend, het aantal dienst plichtigen op Nieuw-Guinea aan merkelijk zal worden uitgebreid met een detachement van de Ko ninklijke Landmacht. De beideThuisfronten zullen uiter aard met evenzoveel genoegen ook voor deze nieuwkomers aldaar zor gen en hen laten delen in de jaar lijks terugkerende kerstverrassing vanuit het Moederland. Zo is dan nu reeds op beideThuis fronten een kerstsfeer, ondanks de hoog zomer, daar nu ook reeds voor een en ander gezorgd dient te wor den, wil ook werkelijk met Kerst mis een geschenk aan een neder- landse militair op Nieuw-Guinea kunnen worden uitgereikt. In september moeten de kisten verzendklaar zijn. en dus moeten nu reeds de pakketten verzorgd worden. Waren de financiële zorgen om pakketten met werkelijk goede in houd te kunnen bekostigen steeds al zwaar te noemen, dit jaar zal niet alleen de merkbare kosten stijging in het algemeen, maar ook het grotere aantal pakketten Na tionaal Katholiek Thuisfront extra zwaar belasten. Om deze reden is dan ook een kleinere actie gestart onder de af delingen van het Thuisfront, om iedere afdeling zulk een pakket ad f 5,te laten bekostigen, terwijl daarnaast aan een aantal geselec teerde particuliere adressen een zelfde verzoek is gericht. Zij, die dan daadwerkelijk dit spe ciale werk van Thuisfront willen steunen, kunnen een bijgesloten kaart tevens invullen met hun naam en adres. Deze kaart wordt bij een pakket gevoegd, zodat de ontvanger kan weten, dat het niet de ongrijp bare Thuisfronten zijn, die aan hen dachten, maar de individuele bur gers, die doormiddel van die Thuis fronten In de gelegenheid waren hun sympathie te laten blijken ten opzichte van hen, die voor ons op de bres staan, en waar wij burgers, achter horen te staan. Indien men dit werk ook wil steunen dan kan men zijn bijdrage storten op giro 520.000 ten name van Katholiek Thuisfront, Anna Paulownastraat 48 te Den Haag, onder vermelding „Actie Overzee". Uw verkoudheid van neus. keelof borst weg met

Peel en Maas | 1958 | | pagina 47