Ven ray 100 jaar geleden i&les m. uk. ^jianJ^ecien A Wij Ook Wij hebben nodig: Kom Wij bieden leerling- aankomende- en ervaren naaisters. Voor (eesten groot of klein Th. Claessens Zater-fag 15 november 1958 No 46 NEGEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG CONFECTIE VAN UI "EEN RIJK BÉZIT PEEL EN MAAS DRUB EN UITGAVE FIBMA VAN DEN MDNÜKHOF WFFKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ADVEBTENT,E PB,JS: 8 ot' P"m,n' ABONNEMENTS- QBOTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIBO 150652 'T V OOIX J-fA* vyi,Aw' PRIJS PEB KWARTAAL f 1.40 BUITENVEiVBAÏ f 1.60 2 De gemeente Venray toen 2 pa- weg, komende van Horst, langs de rochies (hoofdparochie te Venray- kom, parochie te Oirlo) en 5 rek- toraats- of bijkerken (rektoraat Oostrum, Castenray, Merselo, Leu nen en Smakt; de 2 laatste in feite bijkerken). In de rektoraatskerken werden geregeld elke dag de H.H. Diensten gedaan; in de bijkerken op vastgestelde dagen. Bestuurlijk hoorde Venray sinds 1840 onder het Apostolisch Vikariaat Roermond (Mgr. Paredis); eerst later werd Roermond officieel bis- don Dekenaal stond Venray onder Horst. Op 8 personen' na waren alle in woners van Venray katholiek; 6 hiervan waren niet in Venray ge boren. De godsdienst werd ijverig beleden. Vele kruisen (hagelkruisen e.a.) en heiligenhuisjes stonden langs de wegen en de wegen- sprongen; ook vond men wel beelden van heiligen in nissen aan de wo ningen. Verscheidene vooraanstaande ka tholieke personen zijn in Venray ge boren, o.a. de zeer geleerde jezuïet- bollandist Henschenius, de schrijver Paludanus, monseigneur Gruterus, aartsbisschop van Wenen en biecht vader van keizer Maximiliaan. Er waren rond 1850 vele priester- en kloosterroepingen, en verschei dene geestelijken namen een voor name plaats in het kerkelijk bestuur van het vikaiiaat en in kon venten. Zij allen werkten voor de meerdere eer en glorie van God. Wij vinden hier slechts een pijnlijke uitzon dering: in de 16e eeuw verliet een Venrayse priester het geloof, ageer de op een beruchte wijze tegen ons geloof, en werd later elders her vormd predikant, gelukkig is aldus onze bron de historie hem nagenoeg vergeten. Wat wij uit deze tijd vonden ge noteerd over de Venrayse kerken en kapellen, geven wij hieronder in het kort weer; we plaatsen de re portage in de tegenwoordige tijd, of schoon veel ervan thans verleden tijd is. De hoofdkerk van Venray-ko'" Is toegewijd aan de H. Petrus- A (Banden) en is een uitm' schoc gebouw, fors r getrokken. |f De kerk staat waar vóór 1400 «ge romaansenaar men ze weer .mg was gew - jgere kerk- wijst op een van katholiek .«.een van de huidige afkomstig van de voor- gaa. «de (en). 1401 werd een toren gebouwd, .r van het metselwerk, (aldus an gevonden aantekening) alleen reeds 42 meter hoog was, en waar op nog een spits is gekomen van eveneens 42 meter. In 1462 verleende Z.H. de Paus een aflaat aan allen, die de behulp zame hand zouden reiken aan het herstel en opbouw van de (hui dige) Venrayse kerk; de volksmond vertelt, dat heel Venray toen mee deed, o.a. door in een aaneenge sloten rij de tichelstenen, welke in de Kerkkoele op de Smakt gebak ken waren, door te geven. De toren van 84 meter hoogte, spitser opgetrokken dan thans, was einde 19e eeuw zeer bouwvallig ge worden; ze werd teruggebracht tot 54 meter. (Notitie: in Ï867 bouwde men de torenspits van ruim 70 m hoogte, zoals wij die voor 1944 nog hebben gekend). De toren is de zwaarste uit de hele Peelstreek; de middelste beuk van de kerk maakt een bijzondere indruk door de geweldige hoogte. De kerk heeft een schat van oude beelden, waarvan die van de H. Paulus afzonderlijk en de 12 Apos telen bijzonder genoemd dienen te worden. Men zegt wel, dat deze of wel het merendeel van deze beelden, tijdens de geloofsonderdrukking in Brabant, van daar hierheen zijn ge komen; doch gezien de belangrijk heid van de Venrayse kerk en om andere oorzaken is men dit thans sterk gaan betwijfelen. Onder de inventaris vindt men verder: 1 gotische monstrans uit 1520, 1 koperen evangeliehouder en koorlezenaar, een unieke dubbele .Marianum, een prachtig Maria- altaar als zijaltaar gebruikt, zeer oude en mooie kommuniebank, een oude zware klok gegoten door Jan van Venray, 1 schone preekstoel en 2 Idem biechtstoelen. Het schijnt aldus een gevonden notitie dat dwars door de kerk vanaf de Grotestraat en de Markt naar de Loonse kant toe, geweegd Is; altans men loopt er vaker vrije lijk doorheen, hetgeen, hoewel niet zo bedoeld, toch oneerbiedig aan doet. Duldt dit aldus dezelfde noti- «rop, dat vroeger de hoofd achterkant van de vroegere kleinere kerk liep in de richting van Maashees? De parochiekerk van Oirlo, is eveneens zeer oud; men zegt, dat ze is gebouwd, waar vroeger een romeinse tempel heeft gestaan. Tussen 110Ö en 1200 was Oirlo reeds een zelfstandige parochie (patroonheilige zou zijn geweest de H. Dionisius). De huidige kerk is in 1830 beduidend vergroot door het eenbeukig schip uit te breiden tot een driebeukige. Men vindt in de kerk een bijzondere verering tot de H. Machutus, patroonheilige tegen vallende ziekte, kinderziekten als stuipen, enz. De kerk van Oostrum het volk spreekt altijd nog van kapel is een alombekende Maria-bedevaarts- kapel: wordt jaarlijks door onge veer 15.000 pelgrims bezocht, voor al uit de omliggende plaatsen en uit Brabant. Elk jaar trekt een „vloed" van payers (is bedevaartgangers) te voet of per huifkar uit de Meierij, door Venray naar Kevelaer, meteen Oostrum en ook wel Tienray aan doende; op heen- en terugreis over nachten de meeste voet-pelgrims te Venray en Oostrum, op zolders en beugelbanen, liggend op stro. In het midden van de 14e eeuw, omstreeks 1350, werd alhier het mi- rakuleus beeldje van O.L.Vrouw op een vlasakker gevonden en een stem gehoord: hier wil ik rusten. Er werd toen een kapel gebouwd, In 1450 stond er een romaans kerkgebouw; vanuit Venray werd deze bediend door zondagsmorgens een H. Mis te lezen. Later verrees de huidige bedevaartskapel. De kerk bezit een klok uit 1392, een mooie preekstoel en idem biechtstoel, er 2 schone schilderijen, één een pro cessie voorstellende en een de won derbare broodvermenigvuldiging. De Smakt heeft een devotiekapel toegewijd aan de H. Jozef; Smakt is een druk „gefrequenteerd" bedevaartsplaats. In 1699 werd een kapel gebouwd; toen de uitoefening van de gods dienst in het Cuykse land vrijwel «mogelijk werd gemaakt; van verre A?am men zondags hierheen om in het niet door de Hollanders be zette Venray, de H. Mis te horen, (Notitie auteur: eerst in 1860 wer den op de Smakt geregeld de H. Diensten gedaan, terwijl in 1880 officieel het rektoraat werd ge sticht). Te Leunen werd in 1431 een kapel ter ere van de H. Catharina ge bouwd; zondags werd er een H. Mis gelezen, later ook op vrijdagen en in de vastentijd; dit moest geregeld worden door de pastoor te Venray. De H. Mis werd zondags en op feestdagen om 6 uur gelezen, opdat de Leunse mensen nog naar Ven ray ter hoogmisse konden gaan. In de 17e eeuw werd de kapel vernieuwd. (Notitie auteur: rond 1880 bouwde men de huidige kerk) De kerk van Casfenrsy dateert oorspronkelijk uit 1485 (toen een capella). In 1668 vinden wij geno teerd, dat vanuit Venray op zon- en feestdagen de H. Mis werd gelezen De kerk heeft een uitzonderlijk^e bouwd koorgebouw, tegen het kerk gebouw zelf afstekende; dit mooi koorgebouw dateert mogelijk van de oude capella. Merselo had in de 15e eeuw even eens reeds een capella, toegewijd aan de H. Joannes de Doper, maar is wellicht de oudste beneficie van Venray. Vanuit Venray werden op zon- en feestdagen de H.H. Diensten gedaan, alsook op vrijdagen. In 1664 werd de capella vergroot in laat-gotische stijl. Vermeldings- waard is het beeld (in een doopvont model gebouwd monumentshuisje) van Sint Jan, aan de ingang van het dorp ais men van Venray af komt. Tenslotte vindt men onder Ven ray nog 2 kapellen of kerkgebouw- tjes en een apart te vermelden „heiligenhuisje in kapelvorm". De eerste ligt binnen Veltum, en is toegewijd aan de H. Rochus; in deze kapel wordt op bepaalde ge legenheden vanuit Venray een H. Mis opgedragen. In tijden van be smettelijke ziekte vindt men hier een grote toeloop van biddenden. De tweede vindt men op de drie hoek grens Venray, grens Maashees en grens Geijsteren, echter nog op Venrays grondgebied. Deze kapel is toegewijd aan de H. Willebrordus, apostel van Nederland. Er is een waterputje bij; men trekt er wel eens heen, afzonderlijk, om wat water te halen, dat men bv. aan een zieke toedient, terwijl begin november hier op een hoogte (men wijst deze hoogte nog aan) vlakbij de kapel onze voorouders toesprak en hen doopte met het water, dat hij door een slag met zijn staf in de zanderige grond deed opwellen De derde Is het bijzonder kapel letje van Sint Oda op de Hiept. Sint Oda leefde geruime tijd als kluizenares te Venray op een plaats binnen de kloostermuren van het tegenwoordige zusterklooster. Zij was een koningsdochter uit Schot land. Toen zij moest vluchten, keerde zij gaande in de richting van de Peel om zich te vestigen in een kluis te St Oedenrode op een hoogte om en bad voor Venray, deze hoogte heet thans nog de Om ziende Berg, en hierop is het ka pelletje gebouwd. Eik jaar trekt vanuit Venray een processie hier heen. Binnen de gemeente liggen 2 kloosters. Het eerste is een nonnenkonvent. In 1422 begonnen drie godvruchtige vrouwen hier het kloosterleven onder toestemming van de bisschop van Luik, Borhonius. In 1465 werd de regel van de H. Augustinus ingevoerd en het kloos ter tot slot gemaakt. Later werd het vergroot. Dit duurde tot 1802, toen het gesloten werd en als do meingoed verkocht (onder de franse overheersing. Koper was een voor malige rektor, die per testament het konvent vermaakte aan een dergelijk instituut. Toen namen Urselinenzusters uit Tildonk het over. In 1850 telde het klooster 20 reli gieuzen en was er een zeer bloeien de en voorname kostschool aan verbonden, waar men zelfs in paard rijden onderwees. Het tweede is een paterskonvent, ook aan een kant van het dorp gelegen. In 1467 werd tussen de gemeente en de Minderbroeders uit Weert een verdrag gesloten hier een klooster met school te bouwen, ten einde „tot gerief en gemak' van de inwoners de jeugd in de christelijke leer, de latjjnse taal, enz., te onderwijzen. Het duurde eveneens tot 1802, toen het onder de franse overheersing als domein goed werd verkocht. Tot In 1837 bleef het leeg staan, uitgezonderd een bewoning van enkele gezinnen en alleenstaande manspersonen. Toen namen de paters, fraters en lekebroeders(min derbroeders) de gebouwen over welke in vrij goede staat waren gebleven; de plaatselijke geestelijk heid en de bisschop van Luik had den er een voornaam aandeel in. De latijnse school werd onmid dellijk hervat, en zo groeide het klooster weer uit tot een bloeiend konvent en de school tot een ge renommeerd college (gymnasium) Er studeerden in 1850 zestig leer lingen, welke, behoudens de enkelen uit Venray zelf, in verschillende studentenkosthuizen waren onder gebracht. Omstreeks die tijd werd ook een „sierlijk" en afzonderlijk gebouw voor dit college opgetrok ken. Onder Oostrum vindt men verder nog enkele restanten van een zus- terkonvent, Betlehem geheten. Het werd eveneens in 1802 door de Fransen opgeheven, doch thans is het vervallen en zelfs grotendeels gesloopt. Onder Venray vond men even eens zeer schone en grote gebou wen, doch geen kastelen. Een kas teel heeft echter gestaan'te Sprae-, land onder Oostrum, waar nog wat muurresten langs de beek te zien zijn, Hier leefda eens de bekende ridder Johan van Broichuysen, roofridder maar ook H. Land-reiziger. Het volk vertelt verder, dat onder de Wolf nabij Merselo eens een gevluchte koning uit het zuiden een burcht bewoonde. Eveneens zegt men, dat tussen de oude weg te Oirlo, richting Castenray een slot is verzonken. De aangeduide plaats ligt thans geheel in het Oirlose heidegebied en men heeft in de nabijheid wel eens enkele romeinse gebruiksvoorwerpen gevonden, zo als ook elders in Venray op enkele plaatsen oude grafheuvels gevonden worden. Dit alles wijst op een zeer vroe ge bewoning van deze streek. Waar de huidige pastorie staat, moet, aldus de volksmond, vroeger ook een groot gebouw hebben ge staan. Tegenover vele andere dorpen in de omtrek, kende men vooral in Venray over 't algemeen betere woningen. De huizen werden, zeker de boerenwoningen, gebouwd met een Saksische inslag en met stro bedekt, wat algemeen was, ook in de kom zelf. Echter: „Beste Tines" zo luidt 'n brief uit 1858 naar een venrayse emigrant in Amerika, „de stroje dake goan deruut, ien 't durp zelf ziede ze nie mer en er zien ok veul boere, die dat stroj wegdoen en panne anschaffe". De stenen voor de gebouwen werden in veldovens gebakken. Deze ovens vond men tegen het Loonse aan, op de Smakt, aan 't Schoor en het Veulen. Het muntverkeer bestond hoofd zakelijk in duits geld. Men zag wel enkele franks. Hollands geld was praktisch nietin omloop, kreeg men dit te pakken, dan werd 't bewaard om belasting te betalen, ofwel men wisselde het in, want op elke mark f a hebben een prachtig conleclie-atelier gebouwd, waarin hel prettig werken ii. voor U is er plaals bij ons. Ook op de controle-aideling zijn enkele plaatsen vrij eens pralen, een goed loon een prima sociale verzorging. VENRAY Voor inlichtingen eventueel ook bij J. A. EEKHOUT, Leunen K3c, Tel. 922, 's avonds na 7 uur van 60 cent had men dan een winst van 1 tot 2 cent. Het- wereldlijk bestuur over Ven ray was als volgt: Het behoorde onder het hertog dom Limburg en werd derhalve provinciaal, aldus de aantekening vanuit Maastricht. Verder behoorde Venray onder het arrondissement Roermond, het kanton Venlo, het militiekanton Bergen, het hoofd- kiesdistrict Venlo, het landbouw district Horst en het buurtwegen- district Broekhuizen. Het wapen bestond in 1850 uit een mijter of pauselijke hoed van St. Petrus, met twee liggende gouden sleutels. Naar aanleiding hiervan kunnen wij mededelen, dat in 1851 het huidige gemeentewapen in den Haag werd vastgesteld in de vorm zoals het wapen thans nog is. In de plaats van de mijter kwam de bijenkorf. o Hiermee willen wij voorlopig onze bijdrage over „Venray, 100 jaar geleden" sluiten. Honderdjarigen hebben we in Venray niet, die het een en ander nog zouden kunnen aanvullen, doch er zijn zeker nog wel hoogbejaar den onder ons te vinden, die het een en ander kunnen bevestigen. Mochten er onder de lezers zijn, die iets goeds of interessants uit vroegere tijden weten of hebben, dan zouden wij hen willen verzoe ken, dit bekend te maken of af te staan, eventueel in bruikleen, aan het komende museum (B. Kruysen Grote Markt) van de plaatselijke Oudheidkundige en Heemkundige Kring Venray. Laten we Venray de plaats geven ook wat betreft de oudere tijden, welke het toekomt GERARD LEMMENS. verhuurt glas, bestek en porcelein Bezorgen en ophalen gratis. Grotestraat 29 Tel. 385 Venray heeft dan toch nog we reldkampioen schaken, de heer dr. ir. M. Botwinnik op bezoek gehad; voor Venray zeker toch een evene ment, waar steden om vochten en waarvan Amsterdam, met 't Vrije Volk achterzich, de primeur kreeg. Heeft men in Venray te voren begrepen en beseft men 't thans ook nog maar enigszins, dat dit gebeuren een aanloop, een begin had kunnen zijn, had moeten zijn tot een levendig initiatief op sport en cultureel gebied. Wanneer een klubje van ruim 20 mensen, door durf, volharding en aanpakken dit tot stand kan bren gen, kan er dan in Venray op dit terrein niet veel meer gebeuren? Van enhoesiaste medewerking van de zijde van Venrays bevolking is niets, maar dan ook letterlek niets gebleken. Dit wordt hun niet kwaltfk ge nomen, men beseft er niets van. Schrijver wil U de verwijten hier voor besparen. Men acht 't vol doende in de groeiende en daar door geheel veranderde gemeen schap van Venray, dat men een of tweemaal per week een bioscoop kan bezoeken, biertjes drinken er. toepen in café's zijn geld verdoen aan gokkasten en toto's, ijsjes en patates frites (waarvoor men thuis bedankt) kan snoepen en met de verpakking ervan de straten ver sieren. Dit is hard, bar hard, maar de waarheid Dr. Poels z.g. richtte indertijd in Heerlen een maatschappij „Tijdig" op, in een zich ontwikkelende in dustriestad. Zou deze er geen heel zegenrijk werk mee hebben gedaan door tijdig de komende verander ingen onder het oog te zien en doeltreffende maatregelen te ne men om de toen komende bevol king te geven, wat h%ar in gees telijken materieel opzicht toekwam tot behoud van Kerk en Staat. Waarom dit schrijven zo hard en zo bits? De bedoeling ervan Is dit: Ven ray, de leidende persoonlijkheden in de eerste plaats, of hen, die dit zouden moeten worden, wakker te schudden neen dat is nog veel te zwak om vandaag nog het initiatief te nemen om te komen tot een aanmerkelijke verhoging van het peil en het aantal van de ontspannings- en sportgelegenheden en culturele gebeurtenissen in Ven ray, waar de jonge meisjes naar de fabriek gaan, niet meer bij moeders pappot blijven zitten en om 5 of 6 uur vrij zijn. Waar jongelui met hun lege tijd geen raad weten en die 'savonds langs de straat lummelen of hun afleiding vinden in een café met een biertje en hun belangstelling alléén uitgaat naar de voetbaluit slag van een club, waarvan ze slechts de voorletters kennen. Deze nood groeit in Venray met de dag, als er niet zeer spoedig komt een maatschappij „Tijdig", die daarin tijdig voorziet. Zal Venray's antwoord hierop zijn: ja, morgen beginnen we. 't Zou schrijver niet verwonderen, ook overmorgen niet Maar kalm aan hoor, niet te hard van stapel lopen. EXIT. ACHTER DE WAND Na het zwaar-dramatische en sombere werk „De Woeste Hoogte", waarmee de toneelgroep „Hioob" voor de derde keer een provinciale subsidie won, heeft genoemde ver eniging voor haar eerste optreden in dit seizoen een modern, Jicht en geestig stuk gekozen. Ook al luidt de ondertitel: „Het drama der onzichtbare familie", toch hebben de beide schrijvers met dit spel allerminst een tragedie willen geven. In een aantal vlotte, dikwijls humoristische scenes, door de auteurs vol afwisseling opgebouwd, zien we hoe binnen enkele dagen een grote verandering plaats grijpt in het leven van een gewoon bur gergezin. Het zijn werkelijk maar hele ge wone mensen, mensen met hun dagelijkse zorgen, die van een klein salaris moeten zien rond te komen. Ze moeten zuinig leven en kunnen zich maar heel weinig genoegens veroorloven. Ze hebben hun gebreken: ze zijn Vervolg zie achterpagina.

Peel en Maas | 1958 | | pagina 197