Venray 100 jaar geleden OXFORD VéGd Het Warenhuis Land- en Tuinbonw Koop niet zo maar een Jas. koop een Voor de slacht Tube mayonaise )A 3Speculaaspopjes met 2xSöa/e korting: 24 gel 16 geldzegels Th. Claessens Steeds het nieuwste Steeds het beste Het Venray van tegenwoordig, met zijn herstel van de oorlogs verwoestingen, de nieuwe wijken, de ontginningen enz., kernen we; het Venray van voor 1944 herinne ren we ons nog goed; het Venray rond de eeuwwisseling is nog nabij door het vertellen van ouderen onder ons. We kennen ongeveer de getallen, de nijverheid, de gebouwen, enz. Maar het is ook eens interessant te weten, hoe ons „dorp" het aloude centrum van de Noord Limburgse Peelstreek tussen Seve- num en Boxmeer er voor 100 jaar uitzag. We vonden in een publicatie uit 1851 van de heer Poell (Weert) enkele mededelingen, diepten links en rechts uit publicaties en archie ven het een en ander op, en vul den dit aan met gegevens uit enkele familiepapieren. Ook toen, in 1850, was, naar de begrippen van die tijd, Venray een zeer groot dorp, en zelfs „stads" aangelegd. Er is nog wel een ten- denz geweest dat Horst en Bergen in Limburg en Boxmeer in Noord- Brabant Venray voorbij zouden kunnen streven, doch Venray heeft het „glansrijk gewonnen". Móesten we echter onze kennis over Venray putten uit oude en nieuwere ency- clopedies en andere publicaties (uitgezonderd o.a. die van de zeer eerw. heer Janssen, welke Oostrum en Spraeland uitvoerig behandelen), dan kwamen we er bekaaid af. Dat men hier Venray zo gemakkelijk voorbij ging, en nog wel gaat, kwam in hoofdzaak daardoor, om dat de verzamel-auteurs meestal met enkel andere bewoordingen overnamen, wat hun voorganger schreef. Hoe zag de buurt er uit Vooraleer onze notities over Ven ray, 100 jaar geleden, te geven, willen we ter beoordeling en vooral ter vergelijking, in het kort aan halen het inwonersaantal, aantal huizen en de aanwezige nijverheid van de omliggende dorpen. HORST had (in 1850) 3331 in woners en 545 huizen. Men leefde er van landbouw en veeteelt, er was enige handel en een flinke industrie. De industrie bestond uit veenderijen, 201 weefstoelen, 3 brouwerijen, 1 orgelmakerij, 2 stroopfabrieken, 2 hoedenfabrieken en 4 windmolens. Het was even eens de zetel van enkele bestuurs lichamen. SEVENUM telde 1357 inwoners en 226 huizen. Men leefde uitslui tend van landbouw en veeteelt; enkele inwoners nochtans beoefen den het beroep van sigarenmaker uit, meest in zelfstandige productie. Het dorp stond als welvarend be kend. MEERLO-TIENRAY telde 1357 inwoners en 251 huizen. Men leefde vrijwel enkel van landbouw en veeteelt. Tienray kende enige bede vaart drukte. WANSSUM-GEYSTEREN telde 742 inwoners en i33 huizen. Er is enig scheepvaartverkeer, hoewel de meeste boten voorbij varen, in het voorjaar is het overzet verkeer zeer druk. Overigens leefde men ook hier practisch alleen van landbouw en veeteelt. BERGEN met Well, Afferden, Wellerlooi en Heyen telde 4036 in woners en 642 huizen. Voor Well alleen gold het: 1310 inwoners en 236 huizen. Aan de Duitse grens is enige veenderij; enkele Maas boten leggen aan. De grote ver keersweg Venlo-Nijmegen bracht enige drukte. De industrie bestond uit 2 leerlooierijen, 5 brouwerijen 1 mosterfabriek, 1 blauwververij en 8 molens (graan-,olie- en mout- molens). Overigens leefde echter het meerendeel van landbouw en veeteelt. VENLO telde 7610 inwoners en 1020 huizen. Dit was zonder Blerick dat toen nog onder Maasbree be hoorde. Met Blerick erbij was het ongeveer 9600 inwoners en 1480 woningen. Er was een flinke in dustrie gevestigd en ook het haven- verkeer is er zeer druk. Buiten de stad wordt, behalve aan akkerbouw en langs de Maas aan veeteelt, ook veel aan tuinbouw gedaan. En nu Venray uitvoeriger De gemeeete telde in 1850-'51 4744 inwoners en 778 huizen, een zeer flink dorp dus. De Venrayse kom had 254 huizen en 1714 in woners. De oppervlakte bedroeg 14625 bunder land, waarvan 7990 bewerkt werden (hoven behuizin gen, akkers, weiden en aangelegde bossenWat betreft de oppervlakte vonden we elders: 14616 ha. De bevolkingsaanwas vertoonde een gestadige maar slechts lichte stijging, welke aanwas toch aan zienlijk groter diende te zijn wan neer men rekening hield met de geboortes binnen de gemeente. Dit hield in, dat, hoewel toch als een flink en ook wel welvarend dorp bekend stond, verschillende Ven rayse ingezetenen naar elders ver trokken om er een betere boterham te hebben of te kunnen verdienen. Enkele zijn zelfs naar Amerika ge- emigreerd. De bevolking Jeefde merendeels van akkerbouw en veeteelt, en in mindere maten van ambachten. De akkerbouw was beduidend belang rijker dan de veeteelt. Er werden evenwel veel kleinere bedrijven ge vonden (zg. keuterijen), waarvan de beheerder of eigenaar ook nog vaak als dagloner bij de grote boeren en elders gingen werken. Hoewel ook Oirlo een kleine am bachtsbevolking had, was dit voor 85 pet. in Venray gecentraliseerd en zeer belangrijk, hetgeen ook een goed winkelbedrijf met zich mee bracht. Hierdoor was Venray, beduidend meer dan bijv. Horst, een centrum voor de omliggende gehuchten, de bijdorpen en gemeenten. Voor de vakman en inkopen trok men naar Venray, eveneens naar de Venrayse markten. De ambachten waren vele, o.a. schoenmakers, wevers, schilders, aangravers (een apart vak voor wallenbouwers rond akkers, die van verstuivingen hadden te lijden ofwel door verstuiving van zand heuvels bedolven konden worden), timmerlui, metselaars, schrijnwer kers, snijders of kleermakers enz. Elke groep ambachtslui was nog meestal in gilden verenigd. Ook werd 't imkersbedrijf veelal als bijverdienste uitgeoefend. On danks het feit, dat in de kom vele boerenbedrijven waren, deed 't zich als een stadje aan. Verschillende winkeliers leefden, in tegenstelling met die der nabije gemeenten, uitsluitend van hun nering. De klein-industrie was ook important. Er bestond een bekende koperen kannen- en ketelslagerij. Er ware vele klompenmakerijen, waarvan verschillende een of meer knechten hadden. Er was zelfs een klompenmakerij, die van Toon Jeu ken op de Boshuizen, welke wijd en zijd in de omtrek bekend stond van wege de „schone" klompen, goed passend, mooi afgewerkt, op wens gelakt en versierd met snijwerk. Verder had men 3 leerlooierijen, blauwververij, 3 bierbrouwerijen, branderij, chicoreifabriek, koffie branderij, 3 stroopfabrieken, kaar senfabriek, 2 tabaksfabrieken, snuif fabriek, schoenfabriek. De schoenindustrie telde ook vele zelfstandige werkers en hun werk werd veelal naar Holland verzon den, soms per schip via Maashees, doch meestal per kar. Zekere Grad Lemmens bracht wekelijks een kar vol de Peel over! Dan nog weefindustrie, 5 graan- 2 pel- en 1 runmolen, 2 watermo lens, wolvergaarderij, en hoeden- industrie, die rond 1850 kwijnende was, het restant van een vroegere flinke nijverheid. Venrayse hoeden, aldus wist men te vertellen, gingen zelfs overzee. Wel kunnen we bevestigen, dat een Hendrik Lemmens, voorvader van bovengenoemde Lemmens, met zijn zeven vaak met karren vol de Peel doortrok en zelfs tot Bergen op Zoom hoeden afleverde, alwaar destijds een haven was. Een andere vrachtrijder trok, met minder grote vrachten de Maas over en bediende de afzet in het Pruusses. Dit vrachtbedrijf bracht mee, dat in Venray een vrij bloeiende vracht- en bedrijfdienst ontstond, welke allerhande dingen van en naar Venlo, Helmond en Nijmegen vervoerde. De veenderij had als industrie niets te betekenen. Dit kwam om dat de beste stukken onder Horst, Deurne en Bakel lagen en tweedens vele inwoners zelf een stukje van de gemeente pachtten, om winter- brand te steken. De handel in turf was echter drukker, daar men alleen hout en turf stookte, daar de kolen te duur waren. Tussen Merselo en Weverslo vond men ijzeroer, waarvan karvrachten werden gedolven en naar Maashees vervoerd. Men gebruikte ook wel ijzeroerstukken voor de onderbouw van grote gebouwen. DE HANDEL in het dorp was heus van beteke nis, vooral in schapen, vee en nij verheidsproducten. Minder was de handel in hout, granen en land bouwproducten. Hout vond men in de bossen en de boeren kende geen kunstmest of organisatie, men produceerde alleen voor eigen be hoefte. Slechts de botermijn onder het Raadhuis had enige betekenis. Er bestond eveneens wat ventersbe- drijf. In de kom waren verder alom bekende en drukbezochte markten, waar aangevoerd werden paarden, rundvee, schapen, biggen, boter, kraamartikelen en linnen. Wat dit laatste betrof, vele in woners teelden zelf een stukje vlas en hadden enkele schapen voor de wol. Het vlas en de wol werd dan j uitgesponnen voor eigen gebruik. Het was een eer voor de jonge dochters bij hun huwelijk hun kist vol van dit goed te hebben! In de Peel nog niet geheel ver kend! en dat een woest en moeras sig gebied was met veel roewazies en homouws, vooral op het Venrays gedeelte, ook met vele ruwe hoog tes (o.a. de Paardenkop, deLitsen- berg, de Vossenholen, de Groteberg, de Kempensberg, de Testrik, de Piëlkooye) trof men vele kooien, waar de schepers soms voor eigen rekening maar veelal in dienst van grotere boeren of „heerboeren" bij nacht en ontij, beginnende in de lente en eindigende in de herfst, hun kudden schapen onderbrachten. De schepers (of schaapherders) verbleven er ook zeer vaak dag en nacht; zij waren zeer vaardig in het breien, hetgeen zij deden wan neer de schapen vrijelijk in de hei graasden en de honden de kudde bij elkaar hielden. Als bijdorpen vinden wij in 1851 vermeld: Oostrum, Leunen, Merselo, Smakt, Castenray en Oirlo; als ge huchten, Boshuizen, Lull, Brukske, Riebroek, Schey, Schoor, Veulen en Volen, Heyde, Veltum, Weverslo, Hiept en Daland (op een kaart vonden wij: d'Aland, met een water loopje: de Aa). Oirlo was tot 1804 een zelfstandige gemeente, toen werd het bij Venray gevoegd. Men telde in de Gemeente 7 scholen, en wel: 2 te Venray, 1 te Oirlo, 1 te Leunen, 1 te Castenray, 1 te Merselo en 1 te Oostrum. In totaal werden ze bezocht door 462 leerlingen (er bestond geen leerplicht). De 2 dorpsscholen inde kom telden 235 leerlingen, waar van verscheidenentot 12 jaar bleven. In de bijdorpsscholen telde men 225 leerlingen, doch velen van hen gingen slechts 's winters ter schole. Ook maakten vele kinderen slechts 2 of 3 klassen of winters af. De aanleiding ertoe gaf de al of niet gemeende noodzaak om thuis te werken op het land of in de stal, ofwel, wanneer er vele magen moes ten worden gevuld en de verdiensten niet hoog waren, het zich verhuren b v. als hulpjongen of koemeisje (koehèrd). Naar aanleiding van dit „zich verhuren" kunnen we nog mede delen, dat het steeds gebruikelijk was zich voor een vol jaar als knecht of meid te verhuren, en in die tijd steeds van Pasen tot Pasen. De „dienst" moest vóór Onze Lieve Vrouwe Lichtmis (begin februari) eventueel zijn opgezegd; met O.L.Vr. Lichtmis werd dan ook tot het zich (opnieuw) verhuren overgegaan. Het vertier rond 1850 bestond uit: beugelen, schutterfeesten, kermis sen, jagen, vissen, boogschieten, spinavonden houden, en... herberg bezoek. Ook werd wat aan ruiter sport, muziek en zang gedaan. Stropen en lorren (is smokkelen) was eveneens een „bezigheid" langs hun werk voor bepaalde groepen mensen. Overal had men buurtschappen, welke bij geboortes, ziektes, sterf gevallen e.d., in aktie kwamen. Was men geholpen, ofwel bij de eerste .plechtige en gezegende' kerk gang na een geboorte, gaf de be trokken vrouw voor de andere ge huwde vrouwen van de buurtschap een passende koffietafel; ook de jeugd had door bijeenkomsten of avonden aandeel in het buurtleven. dan werden o.a. boerendansen ge daan, 'n meitak gestoken, gespookt. GERARD LEMMENS (wordt vervolgd) Scheuren van grasland en hunstweide-exploltatie De voederkosten in de veehou derij vormen het voornaamste deel van de onkostenlast. Dat is bekend. Menig veebedrijf zou gebaat zijn met wat meer suiker- of voeder bleten. Denk ook aan de „kop" die een best kuilvoer levert. Maar, dan ook deze bieten geoogst van eigen grond! Moet men aankopen, dan gaat weer een deel van de winst in andermans zak. De gedachte „bieten geteeld op gescheurd weiland" verdient ern stige overweging. Gescheurd land geeft een goede kans op hoge opbrengst. Waarom zou men het niet doen De melkprijs (en de beperking daarop) staat thans vast. Als Uw „kostprijs" voor de melk nu maar lager uitvalt dan wat de Minister als garantie heeft beloofd, dan loopt alles best. Zo niet, dan zult U (wederom) voor een mini maal loon Uw werk verrichten. Op menig gemengd bedrijf is dit al jaren het geval. Grasland scheuren vóór de winter, het kan nu nog. Scheuren van grasland en bieten telen dus Maar wat dan Wat daarna Daarna één jaar granen en het daarop volgende voorjaar op datzelfde perceel „kunstweide" inzaaien. Bij voorkeur een klaver rijk mengsel, dat drie jaar lang een gezond, klaverrijk bestand houdt. En zo elk jaar een deel. Telkens op het gescheurde deel bieten (of aardappelen), het jaar daarop een graangewas, en ver volgens weer een klaverrijk gras mengsel voor de kunstweide- exploitatie. Dit systeem levert profijt; op enkele proefbedrijven is dit geble ken. De klaverrijke kunstweide verhoogt de vruchtbaarheid van de grond, ten voordele van de akker- bouwproduktie. Het klaverrijke mengsel is gezonder voor het vee (minder ziekte-risico). De klaver rijke weide geeft speciaal in de zomer een goede en constante pro- duktie (minder droogte-risico). Het wisselbouwsysteem met zijn In tensievere bedrijfsvorm verhoogt het arbeidsinkomen, het „arbeids rendement" stijgt aanmerkelijk. Dit werkt gunstig op de kostprijs en dit betekent: minder prijs-risico. En daar moeten wij naar toe Voor het gemengde bedrijf maar ook voor de veehouderij op de klei, de zavel en het zand biedt „wisselbouw" met Inpassing van de klaverrijke kunstweide een goede kans aan deze moeilijke tijd het hoofd te bieden Voor (eesten groot of klein verhuurt glas, bestek en porcelein Bezorgen en ophalen gratis. Grotestraat 29 Tel. 385 Schoenhandel ARIAENS-KOSMAN ZN. vleesmolens vleessnijmachines worsthoorntjes braadpannen ketels met hengel zeeften houten lepels gummiringen passevite zeeften stenen vetpotten steriliseerketels klammen thermometers fa. Th. Pouwels Zn. Hofstraat 10 Julianasingel 2 bij aankoop van 1 fles VéGé-Slaolie (168 ct.) èn nog 10% korting 40 gel bij aankoop van 250 gram VéGé-Koffie (naar keuze) 4HB W& (naar keuze) WP cent èn nog 10% korting in geldzegels bij aankoop van 250 gram Ter Introductie VéGé-Tomatenseep per sachet 58 ct, met VéGé-VentliCelliSOep per sachet 42 ct. met ramels per 150 gram 51 ct. met VéGé-Vruchtenkaramels 20 geldzegels 't Scheelt U een stuk in Uw Nylon», du PARC 3-ln-l spaart U op elk paar een heel paar uit. Immers - is er één du PARC stuk, dan vult nummer 3 het paar weer aan en U gaat weer even opvallend charmant gekleed Alleen du PARC Super Luxe («vondkou») tn 3-ln-l verpakking I 5.50 Keuze uit nog 8 andere du PARC tcousèft allemaal met ladderitop. -»s>» Ruime keuze Nylons v.a. 2.95 Kinderkousen Herensokken Hebt U al 3-in-1 du PARCS?

Peel en Maas | 1958 | | pagina 186