Van botermelk en oliekachels Peelplan-zuid naar Heidse Peel De geschiedenis van Venrays' Parochiekerk St. Petrus Banden in beeld tigde industrlën Nelissen en Muvero ook debet zyn. In Oirlo krijgen we een opmer kelijke verbetering rond de kerk, die totaal verwoest, nu weer opge bouwd, het centrale middelpunt is van dit dorp. Ook hier trottoirs, brede wegen en riolering, boven dien de mogelijkheid om uit te breiden. Leunen wordt open gelegd met de Gussenstraat, waar nieuwe woningen nieuw leven brengen. De Heide verandert van aanschijn, niet alleen door het verlies van de molen, maar door expansiemoge lijkheden. Veulen bouwt een nieuwe kerk en krijgt juist bij die kerk gelegen heid tot de bouw van woningen. Ysselsteyn het krachtige Peeldorp ziet plannen verschijnen voor woningbouw en nieuwe straten, die ook hier de snelgroeiende bevolking in eigen plaats op kan vangen en zelfs de Smakt toont trots een uitbreidingsplan, dat ook hier nieuwe mogelijkheden schept. Zo heeft Venray de gezonde groei op weten te vangen in verant woorde herbouw en uitbreiding. Waar mogelijk zijn nieuwe wegen de 446 km. door de oorlog ver woeste wegen komen vervangen, riolering is vergroot en verbeterd, de verlichting is tot in de verste uithoeken goed te noemen, met haar 735 straatlampen (kosten per jaar f 37000). Dat dit alles tot stand is geko men na de practiscli totale ver woesting is een verblijdend teken van de daadkracht van het Ven- rayse volk, maar toont toch ook aan dat het gemeentebestuur in deze haar taak ten volle begrepen heeft. Ondanks soms zeer zware financiële moeilijkheden, ondanks vaak veel onbegrip, is het oude Venray yerdwenen en is het nieuwe wat tot stand kwam een voorbeeld voor geheel Limburg, ja zelfs voor heel Nederland. Dat houdt niet in, dat er geen wensen meer zijn, integendeel. „Al etende, krijgt men honger" zo zegt het spreekwoord en het is logisch dat zij, die nog niet aan goede wegen wonen, die nog geen elec- triciteit en waterleiding hebben wel eens afgunstig kijken naar al dat schone nieuwe wat is verrezen. Dit is een reden temeer om ook voor hen te blijven werken, ook deze problemen op te lossen. Het jongste verleden heeft getoond, dat men veel, heel veel bereiken kan.... „Industrie mijnheer? Kijk eens naar onze boterfabriek, naar onze cartonagefabriekaldus het ant woord, dat in 1938 de nieuw be noemde burgemeester kreeg, toen hij zich op dit terrein wilde oriën teren. Inderdaad was alles, wat Venray toen aan industrie te bieden had, georiënteerd op de landbouw. In de zuivelfabriek een der grootste van Noord Limburg werd de langzaam maar zeker groeit de belangstelling. Belangstelling bij onze arbeiders, belangstelling voor het nijverheids onderwijs, belangstelling bij buiten staanders. In 1952 komen de Venrayse ondernemingen op zetten. Mulders besteedt een nieuwe fabriek aan in Oostrum, die in binnen- en buitenland door zijn opzet belang stelling trekt. Men begint de smaak te pakken te krijgen. En in Oostrum is uit een simpele schuur Nelissen's be- tonindustiie gegroeid tot een vol waardige fabriek, waarin zelfs kunstenaars van naam het werk weten te waarderen. Op het indus trieterrein moeten Custers en Blitta uitbreiden, en op de Merse- loseweg verschijnt het permanente gebouw van Beeren,dat wel opeen bijzondere wijze haar barak periode afsluit. Zo wordt in enkele jaren tijds niet alleen aan honderden handen werk gegeven, zo wordt niet alleen een nieuwe toekomst opgebouwd voor Venrays jeugd, maar wordt ook Venrays naam de wereld in gedragen. Drinken Indiase kinderen melk uit Venray, worden vliegtuigen in Venrayse hangars in Turkije en Spanje geparkeerd, rijden vracht auto's met fronten uit Venray door Europa, zit men in Frankrijk en Duitsland op Venrayse stoeltjes enz. enz. Voeg daarbij de groeien uitbouw van verschillende Venrayse bouw bedrijven, die tot ver in het buiten land vererende opdrachten hebben ontvangen, dan zou men zo zeggen: „het sal waerachtig wel gaan...." De nieuwe magazijnen van de LLTB Ysselsteyn Vooruit- Maar het is nog niet genoeg. 20.000 inwoners telt Venray, in 20 jaren 6000 inwoners meer gekregen. Voor hen moet werk te vinden zyn De gezonde groei moet opgevan gen worden en waar de landbouw geen ruimte meer biedt, moet dat in fabrieken en industriën gebeu ren. Bestedingsbeperking heeft rem men opgelegd aan Venrays indus trialisatie, maar heeft tevens de grote noodzaak daarvan weer aan getoond in de werklozen-cijfers. Daarom zal ook in de toekomst steeds verder uitgebouwd moeten melk verwerkt. In de cartonagefa briek beperkte men zich hoofdza kelijk tot de beruchte en beroemde eier-raampjes en in Oostrum was een zekere Mulders begonnen met de fabricage van de zg. koe-ketels, waarin het voer voor het vee op gemakkelijke wijze gekookt werd. Venray was nu eenmaal een agrarische gemeente, wat in hield dat het grootste percentage der arbeidskrachten werkzaam was in de landbouw of hier nauwe betrek kingen mee onderhield. Voor het overige vonden de arbeiders werk in de bouwvakken of waren los- vast. Dit laatste had al tot oorzaak dat reeds voor de oorlog vele Venrayse mensen ofwel buiten de grenzen moesten wei ken ofwel in de peel-ontginningen werkzaam waren. De bevolkingsaanwas kon nooit opgevangen worden door de te winnen landbouwgronden en daarom was het na de oorlog een dringend gebod voor het Venrayse gemeentebestuur te gaan industria liseren. Een nog te Ieren vak Zoals voor de industrie het vak geleerd moest worden, zo moest ook het industrialiseren nog geleerd worden. Het begon met de aanleg van een industrie-terrein, waarover in de raad nog al gesputterd werd, omdat het zo groot en zo duur was. Er werd ook gesputterd toen de eerste hal er gebouwd moest worden. Men vond het niet juist dat de gemeente fabrieksgebouwen ging zetten, in een tijd dat toch al zo moeilijk aan geld te komen was. Ondanks dat, werd doorgezet. De fa. Beaumont begon met metaal bewerking, Al ras bleek, dat de Venrayse mensen wel van goede wil waren, maar bar weinig vak kennis hadden, zodat deze firma, mede door andere oorzaken aldra huiswaarts keerde. Geen succes dus- Een tweede hal werd gebouwd, ditmaal plechtstatig atelier ge noemd, waarin de fa. de Boer confectie ging maken. Weer gesputter, weer een dure hal, weer geen succes. Het was een vrij hopeloze geschiedenis, maar al doende leert men, krijgt men connecties, weet men de weg te vinden. Het Economisch Technologisch Instituut Limburg gaf deskundige adviezen, vestigde op Venray de aandacht. De Provincie hielp wat zij kon. geschrokken door de steeds hoger wordende wcrklozencyfers, zelfs in jaren van hoogconjunctuur en men begon de zaak groot scheepser aan te pakken. Een nijverheidsschool werd ge sticht, al moest ir.en beginnen in de oude verwoestte en daarna provisorisch opgelapte lagere school aan de Merselose weg. Men kreeg rijkssteun doordat Venray werd „benoemd" tot incidenteel te stimu leren kern, waarbij het' rijk de aanloopkosten voor verbetering van het industrie-terrein op zich nam en steun verleende by de bouw van fabrieken. 1951 het nieuwe begin In 1951 wordt dan de tweede hal gebouwd en nu heeft de gemeente een goed contract In handen met de fa. Franssen in Blitterswyck, die hier stalen ramen gaat maken. Niet dat er geen moeiiykheden meer zyn. Te over zelfs, maar De N.V. Custers neemt de leeg staande hal over op het industrie terrein en de gemeente doet bar geheimzinnig over een nieuwe fabriek, dat later dan het tricotage- bedrijf Beeren blijkt te zijn. Het confectie-atelier aan de Maasheseweg vindt een nieuwe huurder in Darnell, een firma, die zich met plastic tubes zal bezig houden. Voor tientallen handen is er dan werk gevonden en er is onderling al strijd over het aantal arbeiders, dat beschikbaar is. 1953 komt met onderhandelingen over de verkoop der oude Gas fabriek aan de N.V. Condor, waar gasfornuizen zullen worden ge maakt. De fabriek wordt half ver huurd en de eerste Venrayse gasfornuizen worden snel afgele verd. Links en rechts ziet men reclames verschijnen in kranten en vakbla den over de prachtige voorwaarden die Venray voor de industrie biedt, maar intussen ryden steeds meer bussen naar de mijnen, naar de Vlisco in Helmond en naar Philips in Eindhoven. In 1954 stelt de gemeente in een grootscheepse industriedag het Venrayse publiek op de hoogte van de vele moeilijkheden, die industria lisatie met zich brengt, maar ook van de vele mogelijkheden, die deze omschakeling voor de gemeente met zich zal brengen voor in de verre toekomst. Intussen is de oude weheropbouw- barak omgetoverd in een modern confectie-atelier en Venrayse sol daten komen al thuis met over hemden, die in Venray zijn ge maakt. Daar moet de* barak al worden uitgebreid. Dan valt het verder insiders op, dat er nog al eens brieven verstuurd worden en ook dikwyis op reis gegaan'wordt naar de Keulse Kade in Utrecht, maar voorlopig is dat nog zwaar geheim. De aandacht valt meer op de uitbreiding van de N.V. Custers en de N.V. Laurensse, die de bestaan de fabrieken dienen uit te breiden. Op het einde van dat jaar komt dan de verheugende tijding, dat de N.V. Inalfa definitief naar Venray komen zal. Muvero Ketelfabriek Oostrum worden, wat sinds de bevrijding onder dikwijls zulke moeilijke om standigheden begonnen is. De voor oorlogse toestanden hebben ons een zware les gegeven. Dan wijzen we tevens op het feit, dat men onder industrialisatie meer moet verstaan dan fabrieks- bouw. Daar horen huizen bij, daar hoort vak- en algemeen onderwijs bij, dat welliswaar in nijverheid- school en Mater Amabilischool een goed begin, maar nog immer geen einde heeft. We denken aan ont wikkeling en ontspanning, aan vrije tijdsbesteding en jeugdzorg, alle problemen, die nauw samenhangen met industrialisatie. Moge echter de toekomst het zelfde beeld van voortvarendheid geven, dat het jongste verleden liet zien. De nieuwe rijkssteun, die de mi nister van Economische zaken in tussen heeft toegezegd, is naast een financiële ook een morele steun om de industrialisatie r.og verder uit te bouwen. ook weer de boer, die van deze crisis profiteerde. Immers, de dui zenden werklozen moesten uit de steun, men wilde werkverschaffing om het nutteloze niets doen te be perken en de mensen het werken niet verleren. Reeds Burgemeester vd. Loo, had begrepen, dat hiervan de gemeente kon profiteren. Mede op zijn instig- natie was in 1931 als z.g. werklozen- object het grote plan tot normalisa tie en verbetering der Nrd.Limb, beken, met behulp van Jan Poels bij Min. Ruys de Berenbrouck bepleit gewonnen. Meer dan een half mil joen kostte dit verbeteringsobject, dat van grote betekenis was en is voor de waterlossing in deze om geving. Peelplan Zuid. Na beëindiging van dit werk had burgemeester vd. Loo contact op genomen met de betreffende in stanties, om de werklozen in te zetten ter ontginning van de peel, waarbij dan speciaal gedacht was aan de ontginning van Peelplan Zuid. Burgemeester Janssen, die al in Nieuwenhagen het ontginningswerk had leren kennen, vond deze plan nen grotendeels uitgewerkt, toen hij naar Venray kwam. Het is een soort voorteken voor zyn bewind geweest, dat hij in No vember 1938 reeds minister Romme met de commissaris der Koningin v. S onsbeek naar Venray kon uit nodigen om de geweldige 800 ha. grote peelvlakte in peelplan Zuid, waarop 5 a 600 werklozen 5 jaren zouden te werken hebben. Alhoewel in Duitsland het oor- logsrumoerrommelde, had niemand verwacht, dat de ontginning van peelplan,, Zuid een lijdensweg zou worden. Toen de oorlog uitbrak, waren byna 450 ha. gereed ën een 30tal boeren waren er reeds met het werk begonnen. Het zou 1948 worden, voordat het werk weer grootscheeps kon wor den aangepakt. Dank zij voortdu rend aandringen van ons gemeen tebestuur besloot men toen de zaak mechanisch aan te pakken en zo verschenen dan de bulldozers en draglines, die later zulk een ver trouwd beeld zouden worden in de Peel. 173 ha. peelgrond kon op die wijze omgetoverd worden in vrucht bare landbouwgrond. In de moeilijke jaren van '49 en '50 werd de rest, 'n kleine 200 ha. in DUW-verband, dus weer als 'n werklozen-object, gereed gemaakt. Meer dan 58 nieuwe bedrijven waren door deze ontginning tot Van Zo verryst op het industrieterrein de prachtige nieuwe fabriek van de N.V. Inalfa, die later plechtig ge opend wordt door de Commissaris der Koningin, die daarby nog eens duidelijk laat uitkomen, dat dit alles Een begin is.... Een begin van de langzaam maar zeker komende evolutie die Noord Limburg in het algemeen en Ven ray in het byzonder moet onder gaan.... Dat intussen de Zuivelfabriek ook niet achtergebleven is toont de practische nieuwbouw, dat ook de kleinere bedreven langzaam maar zeker opwaarts gaan, toont de uit breidingen by Hermus, het nieuwe confectie atelier van Thy ssen Kleine Staarman en de uitbreiding bij Nelipak. Toen Burgemeester Janssen in 1938 aan het hoofd van het ge- meentbestuur van Venray kwam te staan, had de landbouw in het al gemeen een zware periode achter de rug. Crisismaatregelen o.a. maakten het de boer niet gemakkeiyk, al waren ze noodzakeiyk om tenminste iets van zyn werk lonend temaken, en er voor te zorgen, dat de pro- duktie in redelijke banen bleef. Zeker op de lichtere zandgronden rond Venray was het werk zwaar en hard. Van de andere kant drong het betrekkeiyk groot aantal boeren kinderen te zoeken naar nieuwe bestaansmogeiykheden. Bestaans- mogeiykheden die nog voorhanden waren in de grote peelvlakten, welke Venray omringden. Reeds in de twintiger jaren was men dikwyis op eigen houtje peelwaarts gegaan om te ontginnen maar de resultaten waren nu niet Metaalwaren- fabriek Inalfa te Venray bepaald om te juichen. Wel hadden deze pogingen aangetoond, dat mits goed aangevat, ze toch tot betere resultaten konden leiden. Nadat grote combinaties als die van Prins, Blad, Janssen-Janssen- Camps en Jaeger, dit nog eens on derstreept hadden, besloten Jan Poels, Mr. Rutten, Mr. Wynhoven Mr. Peters in de Stichting Eigen Boer de nieuwkomers meer moge- lykheden te geven. o.a. door voor lichting en materiële en financiële steun. Zo is dan Ysselsteyn gegroeid, zo is het Veulen gegroeid. En Burge meester vd. Loo had in zyn bestuurs periode juist deze opzet en deze opzet zoveel als mogelyk bevorderd. Maar de crisisjaren maakte het vóór de boer niet gemakkeiyk. Toch was het van de andere kant stand gekomen en meer dan twee miljoen was uitgegeven om dit te verwezenlyken. Maar al lag deze grond dan klaar, de huisvesting voor hen, die de grond kregen toe gewezen, was een aanfluiting. Schuurtjes, kippenkooien, stro hutten waren de verblijven van de hardwerkende boeren. Honderden brieven zyn verzonden, tientallen conferenties gehouden, voordat er extra toewyzing gegeven werd 'voor nieuwe peelboerderyen, die sinds 1948 heel langzaam maar zeker de noodgevallen vervingen en van de eertijds dorre peelvlakte 'n geschikt werk- en woonoord maakten. j De financiële hulp, die de gemeen te via Herstelbank en Sticht. Peel boerderyen geven kon, maakten 't voor de boeren heel wat gemakke- ïyker de grote uitgavenposten van de aanvangsjaren te kunnen beta len. Aangezien immer de bedoeling voorstond boerenland in boerenhand te geven, is de laatste jaren, mede onder dwang van de financiële om standigheden, de verkoop van alle gemeentegrond in plan Zuid door gevoerd, zodat thans inderdaad het land en de gebouwen eigendom zyn van de boeren. VREDE-PEEL. Ondanks de vele moeiiykheden en. de grote zorgen, die de ontginning in peelplan Zuid gaven, hield men 't oog gericht op de Vredepeel. In 1947 had de Minister weer eens aangedrongen om de eeuwenoude kwestie omtrent eigendom en ge bruiksrechten van een gedeelte van die peelgronden op te lossen. Reeds voor de oorlog had een commissie daarvoor gewerkt, maar was niet kunnen slagen. Nadat het gemeentebestuur herhaaldelyk om oplossing had gevraagd, maar daar niet in slaagde, werd na de bevrij ding deze kwestie opnieuw, nu op provinciaal vlak bekeken en be sproken en men slaagde er toen gelukkig in aan die eeuwenoude stryd een einde te maken en een regeling te ontwikkelen, die een ontginning mogelyk maakte. De regeling kwam in 't kort hier op neer, dat Venray aan Vierlings' beek en Oploo f 10 000 zou betalen voor eventuele eigendomsrechten, die deze gemeenten op hun beurt moesten spenderen voor de aanleg van wegen naar de Vredepeel. De gebruiksrechten zouden wor den gehonoreerd door toedeling in de pacht. Men kwam daarby tot de vol gende opstelling: 50 ha voor Ven ray als compensatie voor in het verleden betaalde lasten, 50 ha. voor de kerk, 182 ha. voor Venray, 108 ha. voor Vierlingsbeek en 74 ha. voor Oploo, aan de hand van welk schema de op te richten Vredepeel- commissie de nieuw te stichten boerderyen moest verdelen. Op 22 febr. 1919 keurden de ge meenteraden van Venray, Vierlings beek en Oploo deze regeling goed en was inderdaad het einde van 't Vredepeelgeschil in zicht. In 1950 werden de plannen opge steld en hoewel men eerst mecha nische ontginning voorstond, bleek het aantal werklozen intussen zo hoog opgelopen, dat men hand kracht ging gebruiken. November 1951 werd begonnen aan de ontginning van deze vlakte die circa 865 ha. groot was. Later werd hiervan 40 ha. afgenomen voor het vliegveld en 160 ha. aan gewezen voor bosgrond, zodat 665 ha. overbleven voor landbouwgrond, waar 4 pet. af ging voor wegen en waterlossingen. In 1952 teken des tijds werkten gemiddeld duizend werk lozen per maand aan dit grootse object, dat mede door zijn voorge schiedenis de belangstelling trok tot over de grenzen. In '52 kwamen al 430 ha. gereed, in '53 100 ha., in '54 50 ha. en toen op 16 juni '55 minister Mansholi naar Venray kwam, kon hy ruim 600 ha. nieuwe landbouwgrond officieel by de nederlandse land bouwgrond voegen. Het is in dit artikel niet doenlijk om de hele ontginningsgeschiede nis zelfs maar summier weer te geven. Als we constateren, dat in '55 600 ha. klaar liggen, als we toen zagen, dat daar nieuwe forse boer deryen waren gebouwd, voorzien van electriclteit, prachtige wegen, goede verbindingen, dan kan zelfs een klein kind begrypen, dat dit alles zo maar niet uit de lucht is komen vallen. Dat dit alles veel overleg, veel studie, onderhandelen heeft gekost en dat ons gemeentebestuur hier iedere dag opnieuw klaar moest staan, om er „uit te halen, wat er uit te halen is." Tussen de komst vande ministers Romme en Mansholt lagen ternau wernood 17 jaren, waarin Venray werd verwoest en weer opgebouwd en ruim 1500 ha. landbouwgrond aan Neerlands areaal toegevoegd kon worden. Konden meer dan 110 boeren een nieuw bedrijf stichten en konden aan binnen- en buiten landse gasten prachtige ontgin- nings-complexen getoond worden, die een voorbeeld zyn in geheel Europa. Meerselse Peel Heeft de regeling van 't crediet voor boerderijbouw zowel in de Vrede peel en Peelplan Zuid gezorgd voor een behooriyke financiering van deze bouw, waarvoor het benodigde bouwyolume soms lang op zich liet wachten. Ze zou ook behoorlijk werken met het derde grote project, dat de ge meente begon in 1953, nl. de ont ginning van de ongeveer 300 ha grote Meerselse peel. Het begint een eentonig liedje te worden, zoals ook het ontginnings werk eentonig lykt. Maar ook hier werd doorsamen- werking van gemeentebestuur, pro vinciale diensten en N.V. Grontmy, kostbare cultuurgrond gewonnen en de heide verdrongen. We herinneren aan het gevecht met defensie, die een goeddeel van dit ontginningsproject naderhand kwam opeisen voor de aanleg van het vliegveld, maar ook hier is het gelukt het verlies zo klein mogelijk te doen zyn. En nu we dit schryven bouwt men in die eertijds kale peelvlakte nieuwe boerderijen, is er een ruil verkavelingsregeling tot stand ge bracht, die van groot voordeel is voor allen, die deze nieuwe grond toegewezen kregen en zijn de eerste producten reeds lang geleverd. Het is een groots stuk werk ge weest, wat de gemeente Venray voor en vooral na de oorlog heeft gepresteerd op het terrein van ont ginningen. Het is hard en zwaar geweest, maar wie in de lente-zon de nieuwe bedryven ziet liggen, het groen der weiden ziet en het jonge koren, wie daar de jeugd ziet spelen langs de nieuwe wegen, die weet, dat dit alles niet voor niets is geweest, maar dat honderden nieuwe be- staansmogelykheden, dank zy dit werk, hebben kunnen vinden, Ruilverkaveling Lollebeek Nog is het grote werk niet ten einde. We hebben immers nog de Heydse Peel. Dit heeft men echter ingebracht in een ander groots project, dat voor heel Noord-Limburg en Oost- Brabant van grote betekenis kan worden, het z.g. ruilverkavelings plan Lollebeek. Op de grens van Venray en Horst stroomt deze betrekkeiyk kleine beek, die haar naam gaat geven aan een groots ruilverkavelings project. waarby 11.000 ha boeren- grond betrokken zyn. De watervoorziening van de ont- ginningsgronden laat in het alge meen te wensen over. Ofwel te nat, ofwel te droog (gewoonlijk dit laatste), vragen deze gronden een betere waterbeheersing. Men wil voor heel Midden- en Noord-Limburg aan deze kant van de Maas een oplossing zien te be reiken door 'n wateropstuwsysteem nabij Panheel, waardoor het water gebracht wordt tot in de hoog gelegen Vredepeel en van daaruit wederom zijn weg zoekt langs het boerenland naar de Maas terug. Lollebeek zal proefobject zyn, maar omdat te verwachten is, dat de uitvoering van dit alles nog wel enige tijd kan duren, is het de ge meente wederom, die gekomen is, met een apart beregeningsproject voor de Vredepeel, dat men nu aan het uitwerken is en waar in een soort federatief verband bergenings- installaties het nodige water aan voeren. De grote ruilverkaveling Lolle beek kan eerst slagen, wanneer vol doende uitwykmogelykheden aan wezig zyn om bestaande bedryven te kunnen saneren en wegen en waterlossingen nodig zijn. Welnu de Heydse peel is ver kocht juist voor dit grootste project. Weliswaar was men daartoe ge dwongen door de verschrlkkelyke financiële nood onzer gemeente, maar van de andere kant was het bijna zeker, dat Venray zelf voor lopig aan de ontginning van deze gronden onmogelyk denken kon, juist door gebrek aan financiën. Door deze geste is niet alleen het Lollebeek-plan gediend, i.e. de Ven rayse boeren, maar ook Venray zelf, dat nu zyn laatste peelgronden voor dit project heeft afgestaan. Landfcoav Zou menig ge een dergelyke s de landbouw i kunnen zyn, in heeft Venrays meer gedaan. I men we enkele We denken as de landbouwsch een tuinbouw l'a werking tot de tuinbouwwinter station voor dec in Horst, haar i vry making var richting van e markt. De bouw vai houdschool, de grond aan de p Vredepeel, de leiding in de ke aan de grote middenstandster werking aan telefoondiensten en Ysselsteyn, electriciteitsnet, tie, steun aan z.g. hakselbedri peel en zovele a Taya elugSie i weest. De tyd< grondareaal is t Intensivering schakeling naar t zelfs naar kasse Dat vraagt gro zelf, dat vraajt en hulp der gei groot sociologist de richtlynen h< een goede en g onzer boeren. De trotse sik in de afgelopen is het bewijs slechts tientalle goede kan verar Moge ook elc bare tya derge eenzelfde voomi landbouw kunne in de afgelopen is verricht, doet De „Grote Kerk" voor de oorlog De verwoesting na het bombardement De heropgebouwde g kathedraal van de Peel

Peel en Maas | 1958 | | pagina 2