HENDRIX japonnen Meisjes,; Anders dan op briefkaarten Geen stal, geen hot, maar een kille grot. Het ongeluk van Hannessoe DOUWE EGBERTS -Thee löccotó ook voor ga maar kijken bij Uitsluitend te NIJMEGEN Korte .Molenstraat hoek Ziekerstraat In het stedeke, waar Christus zijn jeugd heeft doorgebracht, vind men weinig betrouwbare herin neringen aan Hem. Merkwaardig, dat er nog wel een aantal ouderwetse timmerlieden hun bedrijf uitoefenen. Ze werken ongeveer op gelijke manier als de ambachtslieden in Jezus' tijd. Van moderne middelen maken ze weinig gebruik. Het is een aantrekkelijke gedach te, dat de knaap Christus op ge lijke wijze als deze mensen in een werkplaatsje vol houtkrullen Zijn arbeid heeft verricht. Bethlehem en Nazareth zijn twee vaste punten in de jeugdperiode van Christus geweest. Wij lezen er in de bijbel niets van of Christus later nog Zijn ge boorteplaats heeft bezocht (zij ligt 8.5 km. van Jeruzalem). Wel kwam hij te Nazareth, waar men Hem allesbehalve vriendelijk gezind was. Maar zowel Bethlehem als Naza reth en daarmede al hetgeen aan Christus' geboorte en jeugd herin nert, vervaagt naarmate Jeruzalem meer in het midden van Zijn arbeid kwam te staan. En zo wijzen zowel de geboorte grot Bethlehem als de timmer manswerkplaats te Nazareth heen naar de reeks van plekken in Je ruzalem, waar Jezus Zijn voor naamste tekenen deed en waar Zijn Bloed eenmaal vloeide! voor moeilijk heden, ofwel voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, TeL 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck, D 67, Tel. 263 staan met elkaar in een hecht verband. Grond en gewas zijn de basis. Breng die door juiste bemesting in de beste conditie. En wat grond en gewas voor ons hoog opgevoerde cultuurvee nóóit bij machte zijn op te brengen, dat wordt U geleverd in de vorm van HENDRIX VEE-MELEN en tal van speciale mengvoeders. VEE-EN PLUIMVEEVOEDERFABRIEKEN ONDER WETENSCHAPPELIJKE LEIDING IN EIGEN LABORATORIA EN OP DE PROEFBEDRIJVEN TE BOXMEER HOFLEVERANCIER VAN Z.K.H. DE PRINS DER NEDERLANDEN Luistert IEDERE MORGEN voortaan om 3 minuten voor 12 uur naar Radio Luxemburg op golflengte 208 meter voor de landbouw- rubriek „RONDOM DE HOEVE"! I kobalthoudende KOPERSLAKKENBLOEM grasland elke 2 jaar 200-300 kg/ha bouwland 3 300-500 LANDBOUWKUNDIG BUREAU VOOR SPORENELEMENT - MESTSTOFFEN Velperweg 157 - ARNHEM - TEL. 20342 De timmerman werkt nog steeds. Tal van weidegronden lijden aan koper- en kobalt-gebrek. Het vee lijdt daaronder óók en tenslotte de boer zélf door te weinig melkproductie! Strooi daarom Het is niet mogelijk om een Kerstfeest te vieren zonder in ge dachten terug te gaan naar Bethle hem, waar Christus werd geboren en naar Nazareth, waar Hij als kind heeft gewoond. Gelukkig, dat wij beide stadjes niet in werkelijkheid behoeven te bezoeken. Vooreerst zou dat een riskante onderneming zijn: het is immers nog verre van rustig in het joodse land. Maar ook al waren de velden van Efratha de landstreek nabij Bethlehem, waar eenmaal de herders het engelenkoor hoorden en het gebied van Galilea, waar Nazareth ligt, volkomen vredig, dan nog zou een pelgrimage naar die plaatsen ons teleurstellen. Want ze zien er zo geheel anders uit als wij ze ons hebben voorgesteld! 3?\ De Engelse schrijver Morton, die op een hete dag naar Bethlehem reisde, schreef daarover: „Ik zag in mijn verbeelding een besneeuwd landschap, waar schaap herders in dikke jassen gehuld de wacht hielden bij hun kudde, onder een vriezende hemel. Ik zag ik mijn gedachten een kleine hut, waarin de dieren in hun stallen stonden te trappelen en de adem van hun mond in de koude lucht bliezen. Op het stro naast de krib zat geheel verloren in haar geluk een Moeder, met een stralend licht om haar hoofd en met een klein Kind in haar armen. De sterren schenen koud en door de lucht kwam het geluid van verre klok ken." „Dit was", zo schreef Morton, „mijn kinderlijke voorstelling van Bethlehem; een voorstelling, die mij mijn hele leven bijgebleven is en zich gevormd had onder invloed van Kerst-briefkaarten, die ik als kind kreeg. Het was een beeld, dat ontstond door de eerbied en de vroomheid, waarmee een koud land in het noorden de geschiedenis van de geboorte had omgeven." Hoe was 't werkelijk Wij zullen ongetwijfeld allemaal dezelfde indrukken hebben opgedaan als de schrijver, die hier werd ge citeerd. Schilders en dichters zijn ontrou we gidsen geweest. De geboorte van Christus had niet plaats in een stal, zoals wij die kennen, maar zij geschiedde in een grot, gelijk de oude huizen in Bethlehem ze nog kennen, een spelonk-achtige kel derverdieping. Men bezigde zulk een ruimte inderdaad als nachtver blijf voor het vee. Toen Maria en Jozef geen geschikt logies in het oude stadje konden vinden, hebben ze met zo'n grot genoegen genomen. En in die weinig romantische ruimte aanschouwde Christus het levenslicht. Onder de Geboortekerk te Beth lehem wijst men de grot aan, waar Christus geboren zou zijn. Wie de plek ziet, zal zijn' teleurstelling moeilijk kunnen verbergen. Van Bethlehem naar Nazareth is de afstand niet groot. Deze plaatsen liggen even ver van el kaar als Amsterdam en Leeuwar den. In onze gedachten is het poëtisch Bethlehem echter een heel eind van het prozaïsche Nazareth verwijderd. Dat komt, omdat we Bethlehem altijd hoger aanslaan. Bethlehem was de stad van David, maar kon uit Nazareth iets goed komen vervolg van voorpagina) En Joep, hij hakkelde nog na: „Seefke, ik b ben er de schuld van, en het zzal nooit meer gebeuren. En het kkkerststalletje en de kerstboom en alles, ddie komen ook in orde, vvader en ik bouwen die morgen op. De schoonste van allemaal!" Seefke die nog tegen Joep lag aangeleund om het verdriet, keek op en ging recht staan. Maar Joep wachtte niet af, en hakkelde door: „ik hebik heb nog nnooit, eerlijk waar, een meismeisje in m'n armen gehad, Seefke, en jij... jij b... bent de eerste! en, nee... dat zeg ik n... niet omdat ik 'n borrel op heb, maar eenou, het is goed, maar ik weet niet, wa wat ik moet zeggen. Alleen maar! mijn Seefke! „Joep!" In die hoek, daar ligt de kerstboom. Op die tafel, daar staat de doos met versiersels en liggen de beeldjes, en de kerststal is op een stoel geplaatst. Vader ligt er nog, daar op de geïmproviseerde draagbaar. Maar hij beweegt zich en hij murmelt: „pro... proficiat, Joep, pro... pro- ficikt en pro prosit. Maar nou echt de 11laatste borrel, an anders wordt S Seefke te on ongerust." Vader kreunt nog wat, beweegt zich opnieuw, en hij slaat de ogen op. Verwezen kijkt hij even rond, fronst dan z'n weenkbrauwen, en dan zegt hij, maar lacht toch: „Seefke, ik b ben dus thuis. Seefke, iik had d dit niet moeten doen ik ik maar het zal nooit meer gebeuren Seefke, lief kind, la lach eens. M. .morgen ben ik weer goed, en Joe Joep helpt ons aan de kkkerstboom en de stalDan is vader uitge praat en kijkt hij nog maar enkel. Doch Joep neemt het over: „morgen, Seefke, echt waar, hahand op het hart, het ststalletje en de kkerstboom, ddie maken we samen klaar. En er zal geen mooiere in de hele w wereld te zien zijn, en er z.zal geen schoner kerstfeest gevierd worden ddan hier. En geen drdruppel meer over m'n lippen ondanks ddat ik maar 'n koelpiet ben, maar wel zzal de schoonste droppel in zijn ziel zitten. De schschoonste droppel in mijn hart. Die blblijft erin. Die is er nu ingekomen. De schoonste. Seefke, je bent van mij van n.. af aan., van mij. En het Kerstkindje, d dat zal wel een beetje boos op de nieuwe houwer zijn. Het zal wel 'n bbeetje b.boos op me zijn, en het Kindje heeft er recht toe. Mmaar wij, jij en ik en vader, we zullen sasamen voor het door ons gemaakt stalletje gaan staan, en wwe zzullen het Kindje Jezus en de MMoeder Gods en Sint Jozef en de he. herdersen de kokoningen toezingen van „Stille Nacht, heilige nacht" en van „Adeste fidelis". Jij hhebt een ggoede stem, Seefke, ddat heb ik al es gehoord, en ik k kan ook goed zingen. En dan is vvader weer beter, en we zzingen alle drie. Dan zullen het KKindje, en Ma Maria en Jo Jozef gelukkig zijn en ze zullen vader en mij niet langer kwaad aankijken. En ddan, wel Seefke, wwe doen dat, en ddan zullen wij ook gelukkig zijn, wij, vader en jij en ik. En we zullen ook lachen. En jij m mag ons daarom ni e.niet langer kwaad aankijken. SeeSeefke, jij en ik, e Joep, wat heb je lang gesproken en veel gezegd. En veel schoons toegezegd! Seefke wist 'n traan uit 'r ogen. Maar dat schoonsdat komt nu in orde. Seefke weet het. Inderdaad. Vader beweegt zich weer hij wil van de baar. Joep en Seefke helpen hem. De anderen gaan met een „goeienavond verder!" De kerstboom en het stalletje zijn door Joep en Seefke gemaakt en opgetuigd; vader Hannessoe hielp hen daarbij. Laat gebeurd zijn wat nu eenmaal gebeurd is, maar het kerstfeest is zo schoon voor hen ge weest, voor hen allen: voor Seefke, voor Joep, voor Hannessoe. Maar toch in het bizonder voor Seefke en Joep. Seefke, ze was immers •ok een kerstgeschenk! En het slot van deze vertelling? Wel, moet dat nog gezegd worden! waarmee hij zijn Seefke leed zou kunnen verschaffen; Mariekatrieng boven in de hemel zal tevreden zijn. Trouwens, het zou ook geen pas meer geven. Want Seefke en Joep hebben een fatsoenlijk huishouden opgezet, en ze hebben al zoveel kunnen sparen dat ze over enkele maanden hun eerste kindje gaan kopen. Over enkele maanden hun eerste kindje! Joep hoapt, dat het 'n kerst kindje zal zijn, zoals Seefke. Aan het kerstfeest bewaren ze hun eerste gezamenlijke herinnering. GERARD LEMMENS Juist met de feestdagen, als het binnen goed en gezellig is en de fijne geur van het, met extra zorg gezette, kopje koffie of thee bijdraagt tot die prettige, feestelijke sfeer, dan wordt er in alle rust dubbel genoten van al wat de vertrouwde naam Douwe Egberts draagt! Het heerlijk-pittige aroma van Douwe Egberts koffie, de fijne opwekkende geur en smaak van Pickwick thee worden in deze dagea extra geproefd, gekeurd en gewaardeerd. Zij dragen veel bij tot de goede, huiselijke feeststemming.

Peel en Maas | 1957 | | pagina 4