E
cc
hl
H
Z
UI
hl
hl
hl
Z
hl
0
Kleine middenstand
gaat langzaam onder
w
0
W
H
CC
w
H
Z
C5
H
«S
I-
(0
H
(0
5
O)
H
3
3
s
s
cc
e
a
H
a
*ao
.s
e
Voor de politierechter
C/3
2
«o
AuCat&i. foe yeect TifowtC!
VAN BOXTEL heed de allernieuwste Philips all-transistor hoorapparaten."
Van nu al kan Uw slechthorendheid voor iedereen onzichtbaar eo
onmerkbaar blijven.
MAANDAG 7 OKT.
Belangrijke demonstratie voor slechthorenden
In een rustige en vertrouwde sfeer houden onze gehoor-
deskundigen zitting op maandag 7 okt. a.s. van 11-14 uur
in café »ln den Engel« Grotestraai 33 Yenray
H@OTiIL TILBURG
Oen Bosch, Boxtel, Helmond.
HONDERDDUIZENDEN VINDEN HUN VOORDEEL BIJ VAN BOXTEL .HONDERDDUIZENDEN KUNNEN ZICH NIET VERGISSEN.
De ontwikkeling van het sociaal-economisch leven in ons land
geschiedt in onze dagen met een tempo, dat in enkele maanden
tijds een positiewijziging kan teweeg brengen in het welvaarts
niveau, waarop een bepaalde groep in ons volk zich bevindt.
Daalt b.v. de geldswaarde snel, dan komen de trekkers van
pensioenen en genieters van kleine inkomsten uit kapitaal
opbrengst spoedig in het gedrang. Stijging van de kosten van
levensonderhoud treft de grote gezinnen het eerst en het meest.
Zo menen wij dat de aangekondigde en de reeds aangebrachte
wijzigingen in het sociale en economische vlak van het regerings
beleid opnieuw eèn ernstige bedreiging vormen voor het wel
standsniveau van de kleine zelfstandigen.
Kleine zelfstandigen zijn de
economisch zwaksten onder de
middenstanders. Hun inkomen ligt
steeds beneden de weistandsgrens,
die thans op f 6900.per jaar is
gesteld. Hieruit mag men conclu
deren dat ca. 85 procent van de
middenstand tot deze groep behoort.
Immers wijst de statistiek uit, dat
het aantal middenstanders met een
inkomen beneden f 7000 dit hoge
percentage benadert. Wanneer men
ons dus zou tegenwerpen, dat er
rissen middenstanders zijn, die uit
de gunstige conjunctuur een inko
men halen van vijftien- tot twintig
duizend gulden, dan heeft men een
bevoorrechte minderheid op het
oog.
De kleine zelfstandigen hebben
in de eerste plaats de nieuwe
ouderdomsverzekering te verwerken
gekregen. Deze betekende voor hen
een aanzienlijke lastenverzwaring,
die zij niet konden doorberekenen
in een verhoging van de bruto
winstmarges. Deze immers worden
nauwlettend in het oog gehouden
door het ministerie van economi
sche zaken, dat een politiek voert
van prijsbewaking.
Men kan hier tegenover stellen,
dat kleine zelfstandigen dan nu
toch maar van een minimale oude
dagsvoorziening verzekerd zijn en
dat zij geen geld meer behoeven
te besteden of veel minder
aan de verzorging van hun ouders,
een feit blijft, dat hun gedurende
de produktieve jaren enige hon
derden guldens per jaar aan het
bedrijf worden onttrokken, die
voorheen aan de uitbouw van hun
kleine onderneming konden worden
besteed.
De hogere huren
De huurverhoging betekende een
nieuwe financiële aderlating. Onder
de kleine zelfstandigen treft men
de meeste huurders van bedrijfs
panden en het gros van hen zal
15 pet. huurverhoging moeten ver
werken, plus de huurverhoging van
de evt. afzonderlijke woning.
Dit zou minder moeilijk te accep
teren zijn, wanneer de bruto-winst-
marges zich daarbij aangepast
hadden. Ook zou de lastenverzwa
ring gemakkelijker zijn op te van
gen, wanneer de prijzen van
schoeisel, kleding en vooral de
eerste levensbehoeften naar ver
houding waren gestegen en dus
ook de daaruit voortvloeiende winst.
In zijn totaliteit kan dit zeker niet
worden gezegd, waar de overheid
er nog steeds naar streeft, de
primaire kosten van levensonder
houd laag te houden. Prijsverho
gingspogingen worden om de be
kende stabilisatie- en bewakings-
politiek afgewezen.
De partiële belastingverhoging,
zoals afschaffing van de investe
ringsaftrek, de verhoging van de
vennootschapsbelasting en de ge
stegen weelde- en omzetbelasting
heeft op de kleine zelfstandigen
minder uitwerking gehad, hoewel
sommige groeperingen er toch
gedeeltelijk slachtoffer van werden.
Weduwen en wezen
In de naaste toekomst zullen wij
geconfronteerd worden met een
nieuwe algemene weduwen- en
wezenverzekering, waar ook de
kleine zelfstandigen hun deel aan
zullen moeten bijdragen. Zij krijgen
daarvoor wel iets terug, nl. bepaal
de garanties voor vrouw en kinde
ren, wanneer zij komen te over
lijden.
Een onderzoek naar de feiten
zou aan het licht brengen, dat dit
risico in kringen van de zelfstan
digen voorheen praktisch niet werd
gedekt.
Fout, zal men zeggen, maar de
realiteit was toch maar, dat de
hiervoor bestemde premie tot heden
ter versterking van het kleine be
drijfskapitaal werd aangewend, dat
door invoering van de verzekering
dus opnieuw wordt verzwakt.
De verzekering van de sociale
positie gaat dan ten koste van de
economische, hetgeen per saldo
neerkomt op afbrokkeling van de
economische kracht van de kleine
middenstander.
In dit verband moet ook zeker de
op handen zijnde nieuwe vakantie
regeling worden genoemd.
Werknemers zullen minimaal 12
dagen vakantie gaan genieten en
de jeugdigen zelfs 18 dagen.
De kosten van deze vakantie
zullen door werkgevers moeten
worden gedragen. Daarbij komt
nog de vakantietoeslag.
In cijfers.
Het is duidelijk, dat kleine zelf
standigen hun werknemers deze
vakantie gunnen, maar dat velen
de daaraan verbonden kosten niet
kunnen betalen uit de winst van
het bedrijf, zoals de overheid wei
zal wensen.
Buitendien moetde hardzwoegen-
de middenstander zijn eigen vakan
tie inclusief inkomstenderving ook
nog financieren, De lasten zijn door
deze sociale ontwikkeling zeer sterk
gestegen.
Er zijn berekeningen gemaakt,
die ons vertellen van de stijging
der middenstandsinkomens, sinds
1948, die 82 procent nominaal zou
bedragen.
Men kan daar in de eerste plaats
tegenover stellen, dat de nominale
inkomensstijging van de werkne
mers in die periode hoger geweest
is. Relatief is dus de welvaartspo
sitie van de kleine middenstand
reeds achteruit gegaan.
De welvaartsvermeerdering van
deze groep is geringer geweestdan
die van de loontrekkenden.
In datzelfde tijdperk bedoeg de
lastenverzwaring voor de laatste
groep 6.8 pet., terwijl de kleine
zelfstandigen 15 pet. drukvermeer-
dering gekregen hebben.
Aanpassing nodig
De grondoorzaak van deze ont
wikkeling ligt in de foutieve kos-
tencalculatie van de kleine midden
stand.
De inmiddels toegenomen sociale
lasten voor ouderdomsverzekering,
vakantie en vanzelfsprekend, die
van de op komst zijnde weduwen-
en wezen verzekering zijn niet in
de bruto-winstmarges voor de on
derscheiden branches verwerkt.
Daar werd vroeger niet mee ge
rekend en het prijsbewakingsbeleid
laat dit klaarblijkelijk niet toe.
Deze winstmarges dienen aan de
gewijzigde omstandigheden te wor
den aangepast.
Twee opmerkingen kunnen hier
aan nog worden toegevoegd.
Met al die nieuwe sociale voor
zieningen wordt het laatste restje
spaarcapaqiteit aan de kleine zelf
standigen ontnomen. Deze spaar-
capaciteit was reeds te klein.
Dat blijkt ook uit de instelling
van de stichting „Algemeen Waar
borgfonds voor de Middenstand"
en van verschillende branchewaar
borgfondsen.
Deze hebben ten doel het mid
denstanders finantieel mogelijk te
maken, met behulp van bizondere
kredietregelingen een nieuw bedrijf
te vestigen, wanneer ze naar het
oordeel van het fondsbestuur aan
bepaalde eisen van vakbekwaam
heid en beheerscapaciteiten vol
doen.
De vestiging en het bestaan van
de komende kleine zelfstandige
drijft dus op het oordeel van der
den, die krediet moeten verstrek
ken en op het krediet zelf.
Voorheen dreef de kleine zelf
standige op eigen kapitaal en was
de vestiging afhankelijk van eigen
oordeel.
Wanneer men de kleine zelfstan
digen wil gaan kweken uit hen,
die door fondsen gefinancierd wor
den, dan is dit een devaluatie van
het begrip zelfstandige. Want zo'n
zelfstandige is juridisch onafhan
kelijk, maar economisch onvrij. Hij
drijft op krediet, van wie ook.
Ongezonde toestand
Hiermee is erkend, dat wij in be
ginsel met het handhaven van kleine
ondernemers op de verkeerde weg
zijn. Men erkent door het bestaan
van waarborgfondsen tevens, dat
het praktisch niet meer mogelijk is
op eigen kracht en door eigen be
sparing een zaak te bouwen. Zo
ging het voorheen en zo was het
enige gezonde standpunt.
Onze slotopmerking sluit hierbij
aan. Wanneer men het heden ten
dage toejuicht, dat het aantal rand-
bedrijfjes af neemt, omdat dit de
middenstand saneert, dan is het
een open vraag, hoe lang die „sa
nering", reeds sinds 1937 in gang,
zich nog voort moet zetten. Wordt
onder het mom van sanering geen
afbraak ingeluid?
Is de middenstander van de toe
komst iemand, die op eigen ver
mogen teert of iemand die met
waarborgfondsen en andere tot af
hankelijkheid voerende hulpmidde
len, die als kunst- en vliegwerk
kunnen worden betiteld, nog zelf
standige wordt genoemd?
Laat de overheid met haar fraaie
middenstandspolitiek daarover eens
filosoferen.
Zorgzame gemeente-werklui had
den de zandweg met grondploeg en
wegschaaf onderhanden genomen,
zodat het midden van de weg een
smal modderspoor vormde tussen
de riviertjes aan weerszijden. Een
boer trachtte zich met fiets en
schop een weg te banen naar de
aardappelakker, waar de aardappe
len de grond in regenden met
dezelfde snelheid als waarmee hij
ze die morgen had opgegraven.
Over de zandweg naderde een
automobiel. De ruitenwissers tikten
gezellig en het kacheltje maakte
de temperatuur in de wagen be
haaglijk. Met een zwaai reed de
auto om de verkleumde boer heen,
enkele honderden liters modder
over hem stortend. Daarop bleef
de wagen staan. De achterwielen
maalden doelloos door de modder.
Hij zat vast.
„Had ik hem er maar uit," wenste
de automobilist, terwijl hij dacht
van de verhalen over gastvrije en
behulpzame buitenlieden. Maar de
buitenman bleef aan zijn pijp trek
ken en over zijn fiets leunen, ter
wijl het gesprek moeizaam voort
gang vond.
Tenslotte vroeg de autobestuur
der de schop te leen. Verwoed
begon hij in de weg te graven,
zoals stadsen dat doen; met veel
misbaar en weinig grond op de
schop.
Het geultje liep meteen weer vol
water. Wat takken voor het achter
wiel brachten geen uitkomst.
„Hij zit goed vast", constateerde
de boer nog eens, terwijl hij een
nieuwe pijp stopte. Hij kreeg geen
antwoord. Hijgend wurmde de
chauffeur zijn schop enkele centi
meters in de modder.
„Als je zo doorgaat kom je in
Japan terecht, geloof ik, „zei de
landbouwer. „Of in Australië. Ik
weet niet precies wat hier tegenover
ligt".
De gestrande groef door. Maar
na een uurtje wenste de landbou
wer zijn schop terug. Het was etens
tijd. „Ik kan hier toch niet blijven
staan?!" klaagde de automobilist.
,Ik ook niet", zei de landbouwer.
Hij liet de doorweekte automobilist
in wanhoop achter. Maar nauwelijks
drie minuten later was hij terug.
Met een tractor en een ketting. En
00 g
10
Os .-
B
O H
•J
Z
PJ <-
F—iA fc
O 8
i
r-»
io
ON
v~4
u
QJ
B
<u
a
<D
ca
i
PO
'sg N
N
W
10
J
CM
o.ë
c-s ifl
QJ v
3 S3 O
CM
aS O
*0
cu
SC O
«8 CM
a 2 O
C°S 10
se 2)
CO O
N
O
iq
co
J O
§5 >0
■M
.si s
o
10
vd
ON ON
O CM
00 CO
O CM CM O
O CM
Qi bc
,2 IfS O CM to
u3 O CM CO
QJ-Ï ia MD MD vO MD
J-, jg irj »-!
O
ia O CM CM O
IfJ O CM
to io to tO
G 'O
ft
<y 2
M
O
to
ei
CO PO co CO
o-wj o
iC ON MO
G Ci 10 1 OM tO
OM CM CM CM
2
U
O
w
•->
HH
G
o
OS
C T3
X
O
to
O
to
ON
O
to
00
to
to
10
rf
td
o CM CM O
O CM CM O
O CM
O CO co O
O CM
on on a on
o oo
oo' 00
co MD
CM
oö 00
t>~ fv.
M
cd
W
X) -- w X)
6
o o CJ o
nJ o
§2
O
g a>
QJ «M
ei
G G
O
(N
N
W
CM CM CM CM
O CM Is- tO
CM CO
CM CM
O CM CM O
O CM CM O
tO
CM
&Ejo
C ra lO
cu -a a
O
CM
o
gs
|2 O
n8 CM
og O
G
n
c-a
<u x
<U (h
O
eE tO
O
X
2
W
N50
G
S j s !£2
O
«■4
CC
X
w
cd
H
cd
UJ
O CM CM co
CM CM CM CM
O O O O
CM CM CM CM
CM
10
O 2 f5 EnS
10
O
00
10
O
c- to
CM co
00 co
10 22
O c-
-H CM
MD* NO
10
O
to
O
tO
O
PO
tO N t— tO
r- CM CM co
to to tri to
cm co
TT
to N o- to
H CM CM CO
CO* CO CO CO
W)
c-3
qj qj
(N IN CM CM
tO
O
§i
S3 9
a-s O
«I !d
10
O
ON
g-S
c| to
to
0)
o-g
O CU) A
üj g
si O
■al r>:
O c-
00 co
H C
(U
w
OJ
-a
to
CM CO M
o O O
MD
G
ra
co in
CM co
ON ON 01
CR
01
s
CM CO I-
O
O O 0) O
5-
10
CM
O
QJ
QJ
X
z,
i-i
QJ
-O
»-i
X
cc
QJ
QJ
U
QJ
d
o
cn
3
O
-4—1
weer drie minuten later stond de
wagen op het droge, terwijl de be
stuurder nog bezig was zich met
de bemodderde handen het zweet
uit het gezicht te wissen.
„Waarom heb je die trekker niet
meteen gehaald?" vroeg hij huile
rig. „Daar heb je niet om gevraagd",
antwoordde de landbouwer. „En
bovendien is een beetje op de schop
staan wel gezond. Je bent veel te
dik man".
Nu begon de man na het door
gestane leed woedend te worden.
Hij ging schelden, nam een eind
touw en wierp dat woedend naar
de trekker. Het ging precies door
het ruitje, dat onmiddellijk barstte.
„Dat had je nou niet moeten
doen", zei de landbouwer rustig.
Hij startte de trekker, zette de auto
netjes weer in de modder en ging
naar huis eten.
Een surveillerende politieman
hoorde de scheldwoorden die de
wanhopige autobestuurder de onver
stoorbare landbouwer nariep. Hij
maakte meteen proces-verbaal op
wegens belediging. Want hij had
ook al de hele morgen in de regen
gefietst zonder iets bijzonders te
zien.
De autobestuurder was nog boos
toen hij als verdachte voor de balie
kwam. „Anderhalf uur heb ik door
de regen moeten lopen om een
garage te vinden!" riep hij. „Ik heb
me blauw betaald aan een kraan
wagen!"
„Ik snap al die drukte niet", zei
de landbouwer, die als beledigde
partij moest fungeren. „Laat die
man toch schelden als hij dat graag
wil".
„Voelt u zich dan niet beledigd?"
vroeg de rechter onzeker. „Natuur
lijk niet", zei de landbouwer. „Daar
verlaagt hij alleen zichzelf maar
mee. Laat hem maar gaan. Dat
anderhalf uur lopen in de regen is
straf genoeg".
Waarna de automobilist werd vrij
gesproken. Als niemand zich be
ledigd voelt kan er ook geen sprake
zijn van belediging.
De man was niet eens dankbaar.
NATSTE SEPTEMBER
MAAND SEDERT 100 JAAR.
De maand september is buiten
gewoon nat geweest. In de Bilt
viel tot 's ochtends 30 sept. meer
dan 200 mm. regen, ongeveer 3 x
zoveel als normaal, hetgeen bete
kent dat aldaar op elke vlerkante
meter 200 liter water is gevallen.
Wie van grote getallen houdt, kan
ook zeggen, dat elke hectare twee
miljoen liters regenwater heeft
ontvangen.
September 1957 was niet alleen
in de Bilt, maar vrij zeker ook ge
middeld over 't gehele land de nat
ste septembermaand sedert 't begin
van de waarnemingen in 1848.
Aangezien de meeste gewassen
in augustus of september worden
geoogst, heeft dus teveel regen in
deze maanden spoedig ernstige ge
volgen.
Maar dit jaar was ook juli te
nat en een dergelijke opeenvolging
van drie te natte maanden in de
zomer doet zich niet dikwijls voor.
In de laatste 100 jaren vonden wij
een dergelijke situatie slechts 5 x,
nl, in 1889, 1930, 1950, 1954 en dit
jaar. Ook hierbij sloeg 1957 een
record. De temperatuur was ruim
een graad te koud.
De zon heeft ons ook veel in de
steek gelaten. Gemiddeld schijnt de
zon in sept. 148 uren, nu 100!
De schade aan tuin- en landbouw
heeft ernstige gevolgen, vooral
voor de suikerbietenteelt, doordat
het suikergehalte te laag is ge
bleven.