hulpcówne KODDE KRUIS Het synthetische wasmiddel Krefeld propageert kanaal Arcen-Ruhrort Paus is bezorgd over het moderne amusement Brandaris Meisjes, Enorme vetbesparing en toch een keurige schone was September 1944 Rijn-Maas-Schelde Kwaliteit van onze varkens stapel verbeterd Zaterdag 21 september 1957 No 38 ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG 19 PEEL EN MAAS GROTE STRAAT* 28^"' SETSSÊ WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ."<VKBTENT.E-PB.JS: 8 poe ABONNEMEXTS- PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.60. Een man was van z'n fiets ge vallen, zomaar temidden van de zaterd'agavonddrukte in de kerk straat. Onmiddelijk dromde het pu bliek om het slachtoffer heen en hoewel niemand direct wist wie het was, drong het goede hart van al len tot hulp. Maar hoe? Sjef zei: „Leg een jas onder z'n hoofd!" Maar Mathieu meen de: „Hij moet juist plat blij ven liggenDré, die er wel eens iets meer over gehoord had, pro beerde zich te herinneren wat dat ook weer was: „Hij heeft een rood hoofd, dus moet hij...."; maar ver der kwam hij niet want een man die nog deskundiger deed waar schuwde: „Je moet hem niet aan raken! Dat is gevaarlijk, zeggen ze". Ondertussen drongen de mensen steeds dichter om het slachtoffer. Zij, die vooraan stonden, verzorg den de reportage: ,,'t Is Sjang vd. Bogert" ontdekten ze, en dat was weer aanleiding voor degenen die Tjang wel een beetje kenden om van dichterbij deze mededeling te controleren. En allemaal wilden ze graag iets doen om te helpen. De wijkzuster heeft Sjang ten slotte het leven gered, niet enkel omdat ze deskundige maatregelen nam, maar speciaal omdat ze wist te voorkomen dat de bewusteloze door het hulpvaardige publiek ver trapt werd. Toen gingen Sjef, Mathieu en Dré maar een biertje drinken voor de schrik, en ze spraken er over hoe een mens toch zo gauw iets krijgen kan. Maar ze vertelden el kaar niet dat ze zich een beetje katterig voelden omdat ze er zo dichtbij hadden gestaan en toch niets hadden kunnen doen. Ja, de mensen zijn altijd wel van goeden wille als ze een ongeluk zien gebeuren. Maar als ze niet geleerd hebben hoe ze moeten hel pen, zijn ze meestal meer obstakel dan steun. Dat geldt voor straat ongevallen zo goed als voor grote rampen. Het is alleen maar jammer dat zovéél hulpvaardigheid dikwijls zovéél opofferingsgezindheid dan niet gebruikt kan worden, ter wijl er toch zovéél handen te kort komen. Handen wel te verstaan die niet verkeerd staan; handen die geoefend zijn voor reddingswerk, voor eerste hulp, voor het ver voeren van slachtoffers, voor het opslaan van tenten, voor het in richten van noodverblij ven of nood ziekenhuizen, voor verpleegwerk en voor het uitdelen van dekens, kleding, voedsel en al die andere werkzaamheden die bij een ramp vlug en deskundig gedaan moet worden. Handen van mannen en van vrou wen, van mensen, die men met een gerust hart uit kan sturen, omdat ze ernstig hebben geoefend om paraat te zijn als de nood aan de man komt. Zulke mensen zitten er in de colonnes van het Rode Kruis Korps. De helpers leren er als zé hun diploma E.H.B.O. bezitten hoe men zieken en gewonden moet vervoeren per brancard of per ambulance maar ook over een water als de brug is weggeslagen of uit de bovenste verdieping van een huis waar geen bruikbare trap meer is. De helpsters leren hoe ze de verpleegsters kunnen bijstaan, hoe ze een noodziekenhuis moeten inrichten en wat ze moeten klaarzetten om de dokter zoveel mogelijk te helpen als die zoals steeds in noodgevallen overbelast is. De kennis van helpers en helpsters komt altijd tepas; zeker in de eigen omgeving, maar de hoofdzaak is dat er op de leden van het Rode Kruis Korps gerekend kan worden als er op grote schaal geholpen moet worden, zoals bij epidemiën, bij watersnood of in geval van oor log en, zoals kortgeleden, toen de Hongaren geholpen moesten wor den. In Nederland zijn 13000 helpers en helpsters verenigd en geoefend in het Rode Kruis korps, maar dat zijn er nog steeds niet genoeg. Ook in Venray waar de colonne 35 leden telt, zou het Rode kruis er graag nog een aantal vrijwilligers bij hebben. Voelt u daar iets voor? U wilt immers niet als Sjef en Dré en Mathieu staan wanneer er geholpen moet worden? Komt U dan eens praten met Colonne Cdt. W.M. Oosterbaan, Arts, Stations weg. 45 Venray. (Adv.) BEL OP BIJ BRAND No. 392 Dezer dagen heeft de H. Vader het een zaak van het hoogste be lang geacht de aandacht van heel de wereld en in het bijzonder van de katholieken te vragen voor de moderne publiciteits- en amuse mentsmiddelen: de film, de radio en de televisie. Het feit, dat de Paus daaraan een encycliek wijdt, toont wel, dat Hem deze hedendaagse verschijnselen zeer ter harte gaan. En wanneer men deze encycliek, die de grootste is, welke Hij in Zijn lang pontificaat geschreven heeft, eens ontleedt, dan blijkt, dat de Paus inderdaad zeer scherp ziet; welke gevaren de ongebreidelde filmproductie, het in het wilde weg geven van radio- en televisie-uit zendingen aan de mens kan op leveren. Maar de Paus is geen negativist, Hij ziet ook met een heldere blik, dat genoemde communicatie-mid delen ontzaggelijke voordelen kun nen bieden, wanneer zij maar bij tijds door de goede mensen ter hand worden genomen. Het is een vrij normaal verschijn sel, dat de Paus in zulke openbare en voor iedereen bestemde brieven, niet in details treedt, dat Hij niet de landen, de personen en de in stellingen noemt, voor wie Hij eigen lijk Zijn woorden bedoelt. Maar van de andere kant beschikt Hij wel bij het samenstellen van Zijn rond- schrijvens over zulk een voorraad feiten en gegevens, dat Hij zeer precies weet over wie en over wat Hij het heeft. Een paar jaren geleden, n.l. in 1956 heeft de Franse Sociale Week zich reeds met hetzelfde verschijn sel bezig gehouden. Men heeft toen van katholiek standpunt uit ge tracht de voor- en nadelen het goed en kwaad van radio, televisie en film te ontleden. Toen reeds heeft men vele waar schuwende woorden kunnen horen, toen ook heeft men de onmacht kunnen beluisteren, die er bij velen bestaat het kwaad tegen te houden. En nog meer heeft men gezien, welke enorme Inspanning er van de goedwillenden zou worden gevraagd, om positieve daden te stellen. B.v. het produceren van katholieke films is een uiterst kostbare geschiede nis, waartoe weinigen in staat zou den zijn. Maar ook toen zag men reeds oplossingen, welke de H. Vader nu aanbeveelt. De moderne communicatiemid delen dringen de huizen en de ge zinnen binnen, zoals de krant daar mede reeds eerder begonnen is. Zij hebben daardoor een voor sprong op de zielzorgers, die vaak in vele milieux niet kunnen binnen treden. Dat is een voordeel. En een gevaar is, dat degenen, die de vreemde gasten ontvangen vaak niet eens weten wie het is, wat zijn gedachten en gevoelens zijn en waarom hij binnendringt. Komen de moderne communicatie middelen alleen voor ontspanning? Of voor persoonlijkheidsvorming? Of voor overreding tot een voor opgezet ideaal? Getallen van de aantallen radio- bezitters en van de televisiekijkers moeten inderdaad een verantwoor delijk man met zorg vervullen te meer wanneer hij weet, wat rommel er vaak door de ether gaat. Hetzelfde geldt ten aanzien van de film. Wie een weinig bekend is met de moderne film en b.v. ken nis genomen heeft van het hoog aantal rolprenten, die voor de massa afgekeurd worden, heeft begrip van de ernst der gevaren waarover de Paus spreekt. En die gevaren dreigen niet alleen voor de ouderen, de rijperen, neen, ook voor de jeugd, die vaak onge controleerd haar amusement kiest, zijn zij uitermate accuut. Nog een enkel woord over het publiek, waarover de Paus spreekt. Hij vraagt allen zich ver te houden van ondeugdelijke uitzendingen en voorstellingen en er tegen te pro testeren. De Paus vraagt ook al diegenen die dit amusement scheppen of dis tribueren dit te doen naar christe- telijke normen en niet uit het oog punt van geld verdienen. De Paus zou wel graag zien, dat allen die aan het tot standkomen van een film meewerken, dus zo wel de uitbrengende maatschappijen als de filmsterren, zich als behoor lijke christenen gedragen. Denk aan de schandalen-verhalen rond Holly wood. De Paus zou ook ten aanzien van de radio willen, dat b.v. die zenders in Zuid-Amerika, die alleen maar zendtijd per uur verhuren, zich iets gelegen laten liggen aan de moraal. De Paus moet zeker wat de tele visie betreft, ook gedacht hebben aan die vreselijke om zich heen- grijpende kwaal bij de Amerikaanse jeugd, die tot laat in de avond kijkt naar moord- en dievenverhalen. Tegenover de geweldige lawine van amusement, die door de ether in de huizen binnendringt, en die misschien wel 60 pet op een laag peil staat en geen enkel nobel men selijk belang dient, staat het hoofd der Kerk menselijkerwijs bijna machteloos. Hij probeert de goedwillende ka tholieken mee te krijgen, om over al waar dit maar mogelijk is, iets te verbeteren. Maar Hij weet, dat velen, oppervlakkig als zij zijn, zich weinig van de ernst bewust zijn. Anderen gaat het meer om goed geld te verdienen, dan om moreel iets te presteren. En weer anderen azen erop, de gevierde man of vrouw te zijn en tonen zich daar door bereid tot concessies, die een film of een televisieprogram goed verkoopbaar, maar moreel ontoe laatbaar maken. De Pauselijke encycliek is daar om een appél aan alle goedwillen den. Deze krijgen dan ook concrete raad bureaux op te richten voor radio en televisie zoals er reeds filmbureaux bestaan. Ook kunstenaars en wetenschaps mensen worden opgeroepen mee te werken. Lang niet overal zal men een eigen katholieke televisie en radio kunnen scheppen, zoals wij in Nederland gelukkigerwijs heb ben. Maar men zal met alle inspan ning penetreren in dit gebied, dat zich al zo ver en in zulke bepaalde, niet bijzonder gunstige richting heeft ontwikkeld. Het zeepverbruik is in ons land na de oorlog enorm terugge lopen en zeker wanneer we de cijfers vergelijken met die van voor 1940. Wanneer we zien, dat Nederland toen gemiddeld ruim 11 kg zeep per inwoner per jaar verbruikte en daarmee de tweede plaats in de wereld innam, terwijl dit verbruik nu enkele tientallen procenten lager ligt, dan krijgen we de indruk dat het er met de zo geroemde properheid van ons volk maar bitter slecht uitziet. Het is echter schijn, want er spelen heel andere factoren een rol, die verantwoordelijk zijn voor dit ge ringere zeepverbruik. De oorzaak ligt in de technische vooruit gang, die voor een revolutie in de zeepwereld heeft gezorgd en wel door het synthetische wasmiddel. Gewone zeep wordt op betrekke lijk eenvoudige wijze gewonnen uit vetten of oliën. Vet met loog levert namelijk zeep en glycerine, twee stoffen van zeer groot belang. Maar vet op zich is ook van zoveel belang en daarom zocht men reeds vele tientallen jaren geleden naar wasmiddelen die zonder vet ver vaardigd konden worden. Reeds voor de tweede wereld oorlog was men zover gevorderd, dat men een synthetisch wasmiddel had, maar het ging er niet goed in. En dat was begrijpelijk. De huis vrouwen waren van ouds her ge wend met zeep te werken en zij beschouwden het nieuwe synthe tische wasmiddel als kunstzeep, een minderwaardig product. Zelfs in een land als de Verenigde Staten waar het publiek, mede door de enorme reclame, nog al snel voor iets nieuws was te vinden, lukte het niet het synthetische wasmid del voor de oorlog te doen inbur geren. Het vetgebrek in de laatste oorlog heeft de baan geëffend voor dit product. Het publiek leerde het kennen en ontdekte, dat het grote voordelen had. We behoeven hierbij alleen maar te denken aan het probleem van wassen in hard water, waardoor die nare kalkzeep ont staat, met vuile randen in de was- teilen en vlekken in het wasgoed. Met het synthetische wasmiddel bleek daar geen sprake van, dit maakte het water zacht. In ons land is dit al een zeer belangrijk punt, omdat het grootste deel van het in ons land geleverde water hard is. Vetbesparing De mannen van de wetenschap hebben echter niet gerust. Steeds waren en zijn ze er op uit het synthetisch wasmiddel te perfec tioneren. En men boekt successen. Steeds sneller en beter reinigen de middelen en het publiek waardeert ze, vandaar deze daling van het zeepverbruik, zonder dat hierbij de reinheid in het gedrang komt. Maar hoe maakt men deze syn thetische wasmiddelen dan zal men zich afvragen, Het gaat te ver om hiervan een uitgebreide uitleg te geven, doch wij kunnen volstaan met te vermelden, dat het bijpro ducten zijn van de petroleummaat- schappijen waardoor plantaardige en dierlijke oliën en vetten kun nen worden bespaard, een ander punt van het grootste belang, aan gezien de wereld met een enorm tekort aan olie en vet voor de consumptie tobt. Al deze plantaardige en dierlijke oliën en vetten, zoals palmolie, cocosolie, katoenzaadolie, olijfolie, slaolie, maïsolie, lijnzaadolie, wal vistraan, enz. kunnen namelijk buitengewoon goed gebruikt wor den als grondstoffen voor de margarinefabricage. Niet alleen idealistisch Het is van het grootste belang, dat er zoveel mogelijk olie en vet vrijkomen voor de consumptie, waardoor het voedingspeil van de wereldbevolking opgevoerd kan worden. Hieraan werkt het synthe tisch wasmiddel mee. Het is niet deze idealistische achtergrond, die de huisvrouwen en de zeepverwerkende bedrijven tot het gebruik van synthetisch wasmiddel brengen, maar het feit, dat het gebruik van dit middel ten eerste zeepbesparend is en ten tweede het gereinigde schoner wordt en gemakkelijker te behan delen is. Dit zijn in eerste instantie de factoren die aansprakelijk zijn voor de grote vlucht, die de synthetische wasmiddeien hebben genomen, met als aangenaam gevolg, dat er meer vet vrijkomt voor de consumptie. We leven snel en er is vaak wei nig tijd voor om even terug te blikken. Toch heeft het deugd dat somwijlen even te doen al was het alleen maar om bepaalde herinne ringen op te halen. In deze maand, nu slechts dertien jaren geleden, speelde zich het spel van de bevrij ding in volle ernst en hevigheid af. Weet u het nog? We beleefden enerverende dagen. Terugtrekkende duitsers, inkwar tiering van de Organisation Todt en voortdurende luchtaanvallen van Britse jagers. Totdat de zondag van 17 septem ber een mooie zonnige dag naakte. Het was al vroeg in de morgen erg onrustig. Bommen werpers, in groepen van b.v. vijf naderden hoog en statig de kop van Noord Limburg. Ze werden als het ware omkranst door witte wolk jes, veroorzaakt door ontploffende granaten uit de Duitse luchtafweer. Zware ontploffingen van bommen uit de vliegtuigen deden de huizen trillen. De mensen in de kerken werden door angst bevangen. Na dit bombardement werd 't nog drukker in de lucht en... de vlakte schoon. En toen kwam het meest indrukwekkende schouwspel, dat de bevolking van deze contreien ooit aanschouwde: de luchtlandings troepen. Honderden, duizenden pa rachutes in verschillende kleuren daalde over het sterk gearceerde terrein van de Mookerhei en de con touren van het Reichswald neer. En deze armada bleef uren lang aanhouden: bijkans trage vliegtui gen voerden maar immer nieuwe valschermtroepen aan. Vele van deze vliegtuigen waren gliders, die tus sen Plasmolen en Groesbeek neer streken, gevuld met de eerste jeeps, lichte kanonnen en wat al niet meer. Mook, dat zo dicht bij gelegen was, juichte en stak, toen de Duit sers nog steeds bezig waren met vluchten, de driekleur uit. Er heers te intense vreugde. In Venray deden de wildste ge ruchten de ronde en wachtte men opgetogen op de komst van de eerste Tommy's. Men wachtte op de op handen zijnde bevrijding en bevrijders. Er waren er zelfs, die de eerste Engelse sigaret rookten, toen men later in Grave ging ken nis maken met de Engelse troepen. Het werd october en nog steeds wachtte men op de tred van de bevrijders. Men heeft daarop lang moeten wachten! De Rijn-Maas-Schelde-verbinding Daarover is de laatste tijd al heel te water is reeds een oud probleem. Het legendarische Mariagrift of ook Fossa Eugenia nabij Arcen uit de 17e eeuw betekende de eerste poging om deze waterweg te reali seren, wat halverwege gelukte doch het kanaal werd door oorlogshan delingen tussen de Staatsen en Spanje onbruikbaar gemaakt; de restanten zijn in het Noordlimburgse landschap nog te herkennen. Het bedoelde goederenverkeer tussen beneden-Rijn en Schelde af te tappen ten nadele van de Hollandse havens. In de volgende eeuwen werd het plan niet helemaal vergeten, doch eerst na het verdrag van Versailles scheen het een kans te maken. Toen ontstonden enkele plannen voor zo'n verbinding „binnendoor". Zulk een kanaal ingevolge het ver drag van Versailles was in het noorden van ons land natuurlijk niet populair, doch men durfde zich tegen de toen almachtige Geallieerden, waartoe ook België behoorde, niet verzetten. Krefeld, een der grotere industrie steden van het Duitse Neder-Rijnse gebied, liet een plan ontwerpen, dat er nogal fantastisch uitzag: de van Antwerpen komende schepen moesten over een scheepsbrug de Maas kruisen, dat mochten 3000- tonners zijn, terwijl onder die brug door slechts schepen met 2000 ton laadvermogen konden.passeren, wat in de omgeving van Venlo zou ge schieden. Aanvankelijk wilde men zelfs geen verbinding tussen beide waterwegen toestaan. Dat bleek ze in Noord- Limburg en Rijnland wat al te bar. In Venlo werd een comité van actie gevormd ten gunste van het ka naal .binnendoor'. In 1923 verscheen een van kaarten en profielen voor zien memorandum. Door allerlei omstandigheden, wel niet in het minst vanwege de enorme kosten, bleef het ontwerp in portefeuille. Dat was 34 jaar geleden. Men liet te Krefeld het idee niet los en dezer dagen is daar verschenen een keurig verzorgd memorandum in zake een Maas-Rijn-verbinding. Nu baseert men zich op de plan nen voor een kanaal Arcen Ruhrort. wat te doen geweest, doch omdat het het industriegebied van Aken niet uit zijn isolement kon helpen vond het niet veel bijval. Men geeft te Krefeld de moed echter niet op. Dat het boekje uitkomt vlak voor het „Internationaal Waterwegencon gres" dat te Maastricht wordt ge houden kan wel niet toevallig zijn. Op dit congres vormt de Rijn- Maas-Schelde verbinding via Born- Geilenkirchen, die Aken wel uit eindelijk aan groot vaarwater kan brengen, wel een van de voornaamste punten van gedachtenwisseling. Of het plan Born-Geilenkirchen-Neuss echt echt kansen maakt kunnen we niet uitmaken, doch het heeft tenminste een groter doel voor. Intussen, Krefeld, en daarmee samenhangend het gebied van Düs- seldorf Moens en Geldern, wil wat men noemt een „vinger in de pap" blijven houden. Dit bleek duidelijk uit dit memorandum dat voor heel Noord Limburg van belang is. Voor een tracé van 40 km (met 2 sluizen) schat men een bedrag van 120 miljoen Rijksmaken (circa 108 miljoen gulden) en voor een van 50 km. 150 miljoen mark (cir ca 135 miljoen gulden), zo heeft men daar in de kosten uitgewerkt. Het veel langere en moeilijker tracé Born, Geilenkirchen-Neuss schat men op 700 miljoen. Tot enige conclusie kon men na tuurlijk niet komen, ook al omdat men niet weet wat het geval, als er iets van kan komen, dan aan materialen en arbeidslonen kosten gaat. In ieder geval heeft Krefeld met zijn boekje op voorname wijze de aandacht op het probleem ge vestigd. de haard die zichzelf betaalt kunt U krijgen bij Coenen-Houtackers Overdaad schaadt Er bestaat momenteel veel be langstelling van de zijde der var kensfokkers voor de najaarsvarkens fokdagen. Deze belangstelling wordt zeer zeker mede gestimuleerd door de uitbetaling naar kwaliteit. Voor slacht varkens met goede slachteigenschappen veel vlees, goed ontwikkelde hammen en een regelmatige strook vrij dun spek wordt 12 ctper kg geslacht gewicht meer betaald in vergelijking met slachtvarkens, die deze goede slacht eigenschappen niet bezitten. Deze uitbetaling naar kwaliteit is van gunstige invloed op de ver betering van de varkenstapel. In mei is opnieuw begonnen met deze uitbetaling naar kwaliteit en sinds dien zijn de classificatieresultaten aanmerkelijk verbeterd. Het percentage slachtvarkens, dat met een A. voor slachttype wordt beoordeeld, d.w.z. varkens met de gewenste slachteigenschap pen, is bij de categorie bacon- varkens gestegen van 31.8 pet. in 1951 tot 44.5 pet in 1956. Bij de vlees warenvarkens is het percentage A. varkens vooruitgegaan van 36.6 pet in 1951 tot 47.4 pet in 1956. Ook t.a.v. de dikte van het rug- spek valt een goede vooruitgang waar te nemen. Het percentage le klas varkens, dat zijn varkens met vrij dun rugspek, is eveneens aan merkelijk gestegen. Bovendien heeft deze uitbetaling naar kwaliteit tot gevolg, dat een grotere vraag ontstaat naar goede mestbiggen, hetgeen een stimulans betekent voor de stamboekfokkerij. De kwaliteit van het fokma- teriaal bij de stamboekfokkers is vooruitgegaan en in de laatste tijd komen in verschillende provincies fokbedrijven voor met een vrij uit gebreide zeugenstapel van zeer goede kwaliteit. Vele zeugen van deze bedrijven zijn sterzeugen, waarvan de nakomelingen zijn on derzocht op de selectiemesterijen met.gunstige resultaten ten aanzien van groei, voederverbruik en slacht kwaliteit. Het spreekt vanzelf, dat fokkers die de beschikking hebben over enkele sterzeugen het best in staat zijn een goede selectie toe te pas sen. Het is zeker de moeite waard om deze bedrijven b.v. door een excursie in fokverenigingsverband eens te bezichtigen. De inspecteurs van de provinciale varkenstam boeken verlenen daaraan gaarne hun medewerking. Inkrimping noodzakelijk Wat de afzetmogelijkheden be treffen, zijn de vooruitzichten mo menteel ongunstig. De varkenssta pel heeft zich de laatste jaren steeds verder uitgebreid, terwijl de pro- duktie van slachtvarkens voor 1957 op 4 miljoen stuks wordt geraamd. Volgens de gegevens van de dek- kingensteekproef worden in het laatste kwartaal van dit jaar bijna 300.000 varkens meer verwacht dan in de overeenkomde periode van vorig jaar. Ook gedurende de eerste maanden van 1958 zal de productie van slachtvarkens zeer groot zijn. Ongeveer 2/3 deel van de geproduceerde slachtvarkens kan worden opgenomen door de binnenlandse markt, doch het res terende 1/3 gedeelte moet worden geëxporteerd, waarbij vooral de Engelse markt van grote betekenis is. De exportmogelijkheden naar Engeland zijn echter vrij ongunstig, omdat niet alleen de productie in Engeland zelf is toegenomen, maar vooral Denemarken met zeer gote quanta bacon op de Engelse markt komt. De afzet van slachtvarkens zal dan ook zeer zeker grote zor gen met zich mee brengen. Ook andere afzetgebieden leveren geen extra mogelijkheden. Het verleden heeft bewezen, dat wij ongeveer een maandelijkse productie van 300.000 slachtvar kens kunnen plaatsen. Wordt de productie hoger opgevoerd, dan ontstaat een surplus, hetgeen lagere prijzen betekent. Een inkrimping van het aantal mestvarkens is daarom noodzakelijk om onze slacht varkens af te zetten tegen redelijke prijzen, terwijl er van bevoegde zijde meermalen is betoogd, dat de boeren meer zullen verdienen aan de productie vaa 3,5 miljoen slacht varkens dan van 4 miljoen. Tenslotte zij er op gewezen, dat ongeacht de bestaande conjuctuur- schommelingen in de varkenshou derij, de vraag van de consument altijd zal blijven uitgaan naar var kensvlees, terwijl er weinig vraag zal zijn naar spek en vet. bij moeilijk heden, ofwel voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof- S angers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; MeJ. T. Coenen, Patersstraat 30,

Peel en Maas | 1957 | | pagina 1