hulpcówne
KODDE KRUIS
Het synthetische
wasmiddel
Krefeld propageert
kanaal Arcen-Ruhrort
Paus is bezorgd over het
moderne amusement
Brandaris
Meisjes,
Enorme vetbesparing en toch een
keurige schone was
September 1944
Rijn-Maas-Schelde
Kwaliteit van onze varkens
stapel verbeterd
Zaterdag 21 september 1957 No 38
ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
19 PEEL EN MAAS
GROTE STRAAT* 28^"' SETSSÊ WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ."<VKBTENT.E-PB.JS: 8 poe ABONNEMEXTS-
PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.60.
Een man was van z'n fiets ge
vallen, zomaar temidden van de
zaterd'agavonddrukte in de kerk
straat. Onmiddelijk dromde het pu
bliek om het slachtoffer heen en
hoewel niemand direct wist wie het
was, drong het goede hart van al
len tot hulp. Maar hoe?
Sjef zei: „Leg een jas onder z'n
hoofd!" Maar Mathieu meen
de: „Hij moet juist plat blij
ven liggenDré, die er wel eens
iets meer over gehoord had, pro
beerde zich te herinneren wat dat
ook weer was: „Hij heeft een rood
hoofd, dus moet hij...."; maar ver
der kwam hij niet want een man
die nog deskundiger deed waar
schuwde: „Je moet hem niet aan
raken! Dat is gevaarlijk, zeggen ze".
Ondertussen drongen de mensen
steeds dichter om het slachtoffer.
Zij, die vooraan stonden, verzorg
den de reportage: ,,'t Is Sjang vd.
Bogert" ontdekten ze, en dat was
weer aanleiding voor degenen die
Tjang wel een beetje kenden om
van dichterbij deze mededeling te
controleren. En allemaal wilden ze
graag iets doen om te helpen.
De wijkzuster heeft Sjang ten
slotte het leven gered, niet enkel
omdat ze deskundige maatregelen
nam, maar speciaal omdat ze wist
te voorkomen dat de bewusteloze
door het hulpvaardige publiek ver
trapt werd.
Toen gingen Sjef, Mathieu en
Dré maar een biertje drinken voor
de schrik, en ze spraken er over
hoe een mens toch zo gauw iets
krijgen kan. Maar ze vertelden el
kaar niet dat ze zich een beetje
katterig voelden omdat ze er zo
dichtbij hadden gestaan en toch
niets hadden kunnen doen.
Ja, de mensen zijn altijd wel van
goeden wille als ze een ongeluk
zien gebeuren. Maar als ze niet
geleerd hebben hoe ze moeten hel
pen, zijn ze meestal meer obstakel
dan steun. Dat geldt voor straat
ongevallen zo goed als voor grote
rampen.
Het is alleen maar jammer dat
zovéél hulpvaardigheid dikwijls
zovéél opofferingsgezindheid
dan niet gebruikt kan worden, ter
wijl er toch zovéél handen te kort
komen.
Handen wel te verstaan
die niet verkeerd staan; handen die
geoefend zijn voor reddingswerk,
voor eerste hulp, voor het ver
voeren van slachtoffers, voor het
opslaan van tenten, voor het in
richten van noodverblij ven of nood
ziekenhuizen, voor verpleegwerk
en voor het uitdelen van dekens,
kleding, voedsel en al die andere
werkzaamheden die bij een ramp
vlug en deskundig gedaan moet
worden.
Handen van mannen en van vrou
wen, van mensen, die men met
een gerust hart uit kan sturen,
omdat ze ernstig hebben geoefend
om paraat te zijn als de nood aan
de man komt.
Zulke mensen zitten er in de
colonnes van het Rode Kruis Korps.
De helpers leren er als zé hun
diploma E.H.B.O. bezitten hoe
men zieken en gewonden moet
vervoeren per brancard of per
ambulance maar ook over een
water als de brug is weggeslagen
of uit de bovenste verdieping van
een huis waar geen bruikbare
trap meer is. De helpsters leren
hoe ze de verpleegsters kunnen
bijstaan, hoe ze een noodziekenhuis
moeten inrichten en wat ze moeten
klaarzetten om de dokter zoveel
mogelijk te helpen als die zoals
steeds in noodgevallen overbelast is.
De kennis van helpers en helpsters
komt altijd tepas; zeker in de eigen
omgeving, maar de hoofdzaak is
dat er op de leden van het Rode
Kruis Korps gerekend kan worden
als er op grote schaal geholpen
moet worden, zoals bij epidemiën,
bij watersnood of in geval van oor
log en, zoals kortgeleden, toen de
Hongaren geholpen moesten wor
den.
In Nederland zijn 13000 helpers
en helpsters verenigd en geoefend
in het Rode Kruis korps, maar dat
zijn er nog steeds niet genoeg. Ook
in Venray waar de colonne 35 leden
telt, zou het Rode kruis er graag
nog een aantal vrijwilligers bij
hebben. Voelt u daar iets voor?
U wilt immers niet als Sjef en
Dré en Mathieu staan wanneer er
geholpen moet worden? Komt U
dan eens praten met Colonne Cdt.
W.M. Oosterbaan, Arts, Stations
weg. 45 Venray. (Adv.)
BEL OP BIJ BRAND
No. 392
Dezer dagen heeft de H. Vader
het een zaak van het hoogste be
lang geacht de aandacht van heel
de wereld en in het bijzonder van
de katholieken te vragen voor de
moderne publiciteits- en amuse
mentsmiddelen: de film, de radio
en de televisie.
Het feit, dat de Paus daaraan een
encycliek wijdt, toont wel, dat Hem
deze hedendaagse verschijnselen
zeer ter harte gaan.
En wanneer men deze encycliek,
die de grootste is, welke Hij in Zijn
lang pontificaat geschreven heeft,
eens ontleedt, dan blijkt, dat de
Paus inderdaad zeer scherp ziet;
welke gevaren de ongebreidelde
filmproductie, het in het wilde weg
geven van radio- en televisie-uit
zendingen aan de mens kan op
leveren.
Maar de Paus is geen negativist,
Hij ziet ook met een heldere blik,
dat genoemde communicatie-mid
delen ontzaggelijke voordelen kun
nen bieden, wanneer zij maar bij
tijds door de goede mensen ter
hand worden genomen.
Het is een vrij normaal verschijn
sel, dat de Paus in zulke openbare
en voor iedereen bestemde brieven,
niet in details treedt, dat Hij niet
de landen, de personen en de in
stellingen noemt, voor wie Hij eigen
lijk Zijn woorden bedoelt. Maar van
de andere kant beschikt Hij wel bij
het samenstellen van Zijn rond-
schrijvens over zulk een voorraad
feiten en gegevens, dat Hij zeer
precies weet over wie en over wat
Hij het heeft.
Een paar jaren geleden, n.l. in
1956 heeft de Franse Sociale Week
zich reeds met hetzelfde verschijn
sel bezig gehouden. Men heeft toen
van katholiek standpunt uit ge
tracht de voor- en nadelen het goed
en kwaad van radio, televisie en
film te ontleden.
Toen reeds heeft men vele waar
schuwende woorden kunnen horen,
toen ook heeft men de onmacht
kunnen beluisteren, die er bij velen
bestaat het kwaad tegen te houden.
En nog meer heeft men gezien,
welke enorme Inspanning er van de
goedwillenden zou worden gevraagd,
om positieve daden te stellen. B.v.
het produceren van katholieke films
is een uiterst kostbare geschiede
nis, waartoe weinigen in staat zou
den zijn. Maar ook toen zag men
reeds oplossingen, welke de H.
Vader nu aanbeveelt.
De moderne communicatiemid
delen dringen de huizen en de ge
zinnen binnen, zoals de krant daar
mede reeds eerder begonnen is.
Zij hebben daardoor een voor
sprong op de zielzorgers, die vaak
in vele milieux niet kunnen binnen
treden. Dat is een voordeel.
En een gevaar is, dat degenen,
die de vreemde gasten ontvangen
vaak niet eens weten wie het is,
wat zijn gedachten en gevoelens
zijn en waarom hij binnendringt.
Komen de moderne communicatie
middelen alleen voor ontspanning?
Of voor persoonlijkheidsvorming?
Of voor overreding tot een voor
opgezet ideaal?
Getallen van de aantallen radio-
bezitters en van de televisiekijkers
moeten inderdaad een verantwoor
delijk man met zorg vervullen te
meer wanneer hij weet, wat rommel
er vaak door de ether gaat.
Hetzelfde geldt ten aanzien van
de film. Wie een weinig bekend is
met de moderne film en b.v. ken
nis genomen heeft van het hoog
aantal rolprenten, die voor de massa
afgekeurd worden, heeft begrip van
de ernst der gevaren waarover de
Paus spreekt.
En die gevaren dreigen niet alleen
voor de ouderen, de rijperen, neen,
ook voor de jeugd, die vaak onge
controleerd haar amusement kiest,
zijn zij uitermate accuut.
Nog een enkel woord over het
publiek, waarover de Paus spreekt.
Hij vraagt allen zich ver te houden
van ondeugdelijke uitzendingen en
voorstellingen en er tegen te pro
testeren.
De Paus vraagt ook al diegenen
die dit amusement scheppen of dis
tribueren dit te doen naar christe-
telijke normen en niet uit het oog
punt van geld verdienen.
De Paus zou wel graag zien, dat
allen die aan het tot standkomen
van een film meewerken, dus zo
wel de uitbrengende maatschappijen
als de filmsterren, zich als behoor
lijke christenen gedragen. Denk aan
de schandalen-verhalen rond Holly
wood.
De Paus zou ook ten aanzien van
de radio willen, dat b.v. die zenders
in Zuid-Amerika, die alleen maar
zendtijd per uur verhuren, zich iets
gelegen laten liggen aan de moraal.
De Paus moet zeker wat de tele
visie betreft, ook gedacht hebben
aan die vreselijke om zich heen-
grijpende kwaal bij de Amerikaanse
jeugd, die tot laat in de avond kijkt
naar moord- en dievenverhalen.
Tegenover de geweldige lawine
van amusement, die door de ether
in de huizen binnendringt, en die
misschien wel 60 pet op een laag
peil staat en geen enkel nobel men
selijk belang dient, staat het hoofd
der Kerk menselijkerwijs bijna
machteloos.
Hij probeert de goedwillende ka
tholieken mee te krijgen, om over
al waar dit maar mogelijk is, iets
te verbeteren. Maar Hij weet, dat
velen, oppervlakkig als zij zijn, zich
weinig van de ernst bewust zijn.
Anderen gaat het meer om goed
geld te verdienen, dan om moreel
iets te presteren. En weer anderen
azen erop, de gevierde man of
vrouw te zijn en tonen zich daar
door bereid tot concessies, die een
film of een televisieprogram goed
verkoopbaar, maar moreel ontoe
laatbaar maken.
De Pauselijke encycliek is daar
om een appél aan alle goedwillen
den. Deze krijgen dan ook concrete
raad bureaux op te richten voor
radio en televisie zoals er reeds
filmbureaux bestaan.
Ook kunstenaars en wetenschaps
mensen worden opgeroepen mee te
werken. Lang niet overal zal men
een eigen katholieke televisie en
radio kunnen scheppen, zoals wij
in Nederland gelukkigerwijs heb
ben. Maar men zal met alle inspan
ning penetreren in dit gebied, dat
zich al zo ver en in zulke bepaalde,
niet bijzonder gunstige richting
heeft ontwikkeld.
Het zeepverbruik is in ons land na de oorlog enorm terugge
lopen en zeker wanneer we de cijfers vergelijken met die van
voor 1940. Wanneer we zien, dat Nederland toen gemiddeld ruim
11 kg zeep per inwoner per jaar verbruikte en daarmee de
tweede plaats in de wereld innam, terwijl dit verbruik nu
enkele tientallen procenten lager ligt, dan krijgen we de indruk
dat het er met de zo geroemde properheid van ons volk maar
bitter slecht uitziet. Het is echter schijn, want er spelen heel
andere factoren een rol, die verantwoordelijk zijn voor dit ge
ringere zeepverbruik. De oorzaak ligt in de technische vooruit
gang, die voor een revolutie in de zeepwereld heeft gezorgd en
wel door het synthetische wasmiddel.
Gewone zeep wordt op betrekke
lijk eenvoudige wijze gewonnen uit
vetten of oliën. Vet met loog levert
namelijk zeep en glycerine, twee
stoffen van zeer groot belang. Maar
vet op zich is ook van zoveel
belang en daarom zocht men reeds
vele tientallen jaren geleden naar
wasmiddelen die zonder vet ver
vaardigd konden worden.
Reeds voor de tweede wereld
oorlog was men zover gevorderd,
dat men een synthetisch wasmiddel
had, maar het ging er niet goed in.
En dat was begrijpelijk. De huis
vrouwen waren van ouds her ge
wend met zeep te werken en zij
beschouwden het nieuwe synthe
tische wasmiddel als kunstzeep,
een minderwaardig product. Zelfs
in een land als de Verenigde Staten
waar het publiek, mede door de
enorme reclame, nog al snel voor
iets nieuws was te vinden, lukte
het niet het synthetische wasmid
del voor de oorlog te doen inbur
geren.
Het vetgebrek in de laatste oorlog
heeft de baan geëffend voor dit
product. Het publiek leerde het
kennen en ontdekte, dat het grote
voordelen had. We behoeven hierbij
alleen maar te denken aan het
probleem van wassen in hard water,
waardoor die nare kalkzeep ont
staat, met vuile randen in de was-
teilen en vlekken in het wasgoed.
Met het synthetische wasmiddel
bleek daar geen sprake van, dit
maakte het water zacht. In ons
land is dit al een zeer belangrijk
punt, omdat het grootste deel van
het in ons land geleverde water
hard is.
Vetbesparing
De mannen van de wetenschap
hebben echter niet gerust. Steeds
waren en zijn ze er op uit het
synthetisch wasmiddel te perfec
tioneren. En men boekt successen.
Steeds sneller en beter reinigen de
middelen en het publiek waardeert
ze, vandaar deze daling van het
zeepverbruik, zonder dat hierbij de
reinheid in het gedrang komt.
Maar hoe maakt men deze syn
thetische wasmiddelen dan zal men
zich afvragen, Het gaat te ver om
hiervan een uitgebreide uitleg te
geven, doch wij kunnen volstaan
met te vermelden, dat het bijpro
ducten zijn van de petroleummaat-
schappijen waardoor plantaardige
en dierlijke oliën en vetten kun
nen worden bespaard, een ander
punt van het grootste belang, aan
gezien de wereld met een enorm
tekort aan olie en vet voor de
consumptie tobt.
Al deze plantaardige en dierlijke
oliën en vetten, zoals palmolie,
cocosolie, katoenzaadolie, olijfolie,
slaolie, maïsolie, lijnzaadolie, wal
vistraan, enz. kunnen namelijk
buitengewoon goed gebruikt wor
den als grondstoffen voor de
margarinefabricage.
Niet alleen idealistisch
Het is van het grootste belang,
dat er zoveel mogelijk olie en vet
vrijkomen voor de consumptie,
waardoor het voedingspeil van de
wereldbevolking opgevoerd kan
worden. Hieraan werkt het synthe
tisch wasmiddel mee.
Het is niet deze idealistische
achtergrond, die de huisvrouwen
en de zeepverwerkende bedrijven
tot het gebruik van synthetisch
wasmiddel brengen, maar het feit,
dat het gebruik van dit middel ten
eerste zeepbesparend is en ten
tweede het gereinigde schoner
wordt en gemakkelijker te behan
delen is.
Dit zijn in eerste instantie de
factoren die aansprakelijk zijn voor
de grote vlucht, die de synthetische
wasmiddeien hebben genomen, met
als aangenaam gevolg, dat er meer
vet vrijkomt voor de consumptie.
We leven snel en er is vaak wei
nig tijd voor om even terug te
blikken. Toch heeft het deugd dat
somwijlen even te doen al was het
alleen maar om bepaalde herinne
ringen op te halen. In deze maand,
nu slechts dertien jaren geleden,
speelde zich het spel van de bevrij
ding in volle ernst en hevigheid af.
Weet u het nog?
We beleefden enerverende dagen.
Terugtrekkende duitsers, inkwar
tiering van de Organisation Todt
en voortdurende luchtaanvallen
van Britse jagers.
Totdat de zondag van 17 septem
ber een mooie zonnige dag
naakte. Het was al vroeg in de
morgen erg onrustig. Bommen
werpers, in groepen van b.v. vijf
naderden hoog en statig de kop
van Noord Limburg. Ze werden als
het ware omkranst door witte wolk
jes, veroorzaakt door ontploffende
granaten uit de Duitse luchtafweer.
Zware ontploffingen van bommen
uit de vliegtuigen deden de huizen
trillen. De mensen in de kerken
werden door angst bevangen.
Na dit bombardement werd 't nog
drukker in de lucht en... de vlakte
schoon. En toen kwam het meest
indrukwekkende schouwspel, dat
de bevolking van deze contreien
ooit aanschouwde: de luchtlandings
troepen. Honderden, duizenden pa
rachutes in verschillende kleuren
daalde over het sterk gearceerde
terrein van de Mookerhei en de con
touren van het Reichswald neer.
En deze armada bleef uren lang
aanhouden: bijkans trage vliegtui
gen voerden maar immer nieuwe
valschermtroepen aan. Vele van deze
vliegtuigen waren gliders, die tus
sen Plasmolen en Groesbeek neer
streken, gevuld met de eerste jeeps,
lichte kanonnen en wat al niet meer.
Mook, dat zo dicht bij gelegen
was, juichte en stak, toen de Duit
sers nog steeds bezig waren met
vluchten, de driekleur uit. Er heers
te intense vreugde.
In Venray deden de wildste ge
ruchten de ronde en wachtte men
opgetogen op de komst van de
eerste Tommy's. Men wachtte op
de op handen zijnde bevrijding en
bevrijders. Er waren er zelfs, die
de eerste Engelse sigaret rookten,
toen men later in Grave ging ken
nis maken met de Engelse troepen.
Het werd october en nog steeds
wachtte men op de tred van de
bevrijders.
Men heeft daarop lang moeten
wachten!
De Rijn-Maas-Schelde-verbinding Daarover is de laatste tijd al heel
te water is reeds een oud probleem.
Het legendarische Mariagrift of
ook Fossa Eugenia nabij Arcen uit
de 17e eeuw betekende de eerste
poging om deze waterweg te reali
seren, wat halverwege gelukte doch
het kanaal werd door oorlogshan
delingen tussen de Staatsen en
Spanje onbruikbaar gemaakt; de
restanten zijn in het Noordlimburgse
landschap nog te herkennen. Het
bedoelde goederenverkeer tussen
beneden-Rijn en Schelde af te
tappen ten nadele van de Hollandse
havens.
In de volgende eeuwen werd het
plan niet helemaal vergeten, doch
eerst na het verdrag van Versailles
scheen het een kans te maken.
Toen ontstonden enkele plannen
voor zo'n verbinding „binnendoor".
Zulk een kanaal ingevolge het ver
drag van Versailles was in het
noorden van ons land natuurlijk
niet populair, doch men durfde
zich tegen de toen almachtige
Geallieerden, waartoe ook België
behoorde, niet verzetten.
Krefeld, een der grotere industrie
steden van het Duitse Neder-Rijnse
gebied, liet een plan ontwerpen,
dat er nogal fantastisch uitzag: de
van Antwerpen komende schepen
moesten over een scheepsbrug de
Maas kruisen, dat mochten 3000-
tonners zijn, terwijl onder die brug
door slechts schepen met 2000 ton
laadvermogen konden.passeren, wat
in de omgeving van Venlo zou ge
schieden.
Aanvankelijk wilde men zelfs geen
verbinding tussen beide waterwegen
toestaan. Dat bleek ze in Noord-
Limburg en Rijnland wat al te bar.
In Venlo werd een comité van actie
gevormd ten gunste van het ka
naal .binnendoor'. In 1923 verscheen
een van kaarten en profielen voor
zien memorandum. Door allerlei
omstandigheden, wel niet in het
minst vanwege de enorme kosten,
bleef het ontwerp in portefeuille.
Dat was 34 jaar geleden. Men
liet te Krefeld het idee niet los en
dezer dagen is daar verschenen een
keurig verzorgd memorandum in
zake een Maas-Rijn-verbinding.
Nu baseert men zich op de plan
nen voor een kanaal Arcen Ruhrort.
wat te doen geweest, doch omdat
het het industriegebied van Aken
niet uit zijn isolement kon helpen
vond het niet veel bijval. Men geeft
te Krefeld de moed echter niet op.
Dat het boekje uitkomt vlak voor
het „Internationaal Waterwegencon
gres" dat te Maastricht wordt ge
houden kan wel niet toevallig zijn.
Op dit congres vormt de Rijn-
Maas-Schelde verbinding via Born-
Geilenkirchen, die Aken wel uit
eindelijk aan groot vaarwater kan
brengen, wel een van de voornaamste
punten van gedachtenwisseling. Of
het plan Born-Geilenkirchen-Neuss
echt echt kansen maakt kunnen
we niet uitmaken, doch het heeft
tenminste een groter doel voor.
Intussen, Krefeld, en daarmee
samenhangend het gebied van Düs-
seldorf Moens en Geldern, wil wat
men noemt een „vinger in de pap"
blijven houden. Dit bleek duidelijk
uit dit memorandum dat voor heel
Noord Limburg van belang is.
Voor een tracé van 40 km (met
2 sluizen) schat men een bedrag
van 120 miljoen Rijksmaken (circa
108 miljoen gulden) en voor een
van 50 km. 150 miljoen mark (cir
ca 135 miljoen gulden), zo heeft
men daar in de kosten uitgewerkt.
Het veel langere en moeilijker tracé
Born, Geilenkirchen-Neuss schat
men op 700 miljoen.
Tot enige conclusie kon men na
tuurlijk niet komen, ook al omdat
men niet weet wat het geval, als
er iets van kan komen, dan aan
materialen en arbeidslonen kosten
gaat. In ieder geval heeft Krefeld
met zijn boekje op voorname wijze
de aandacht op het probleem ge
vestigd.
de haard die zichzelf betaalt
kunt U krijgen bij
Coenen-Houtackers
Overdaad schaadt
Er bestaat momenteel veel be
langstelling van de zijde der var
kensfokkers voor de najaarsvarkens
fokdagen. Deze belangstelling wordt
zeer zeker mede gestimuleerd door
de uitbetaling naar kwaliteit.
Voor slacht varkens met goede
slachteigenschappen veel vlees,
goed ontwikkelde hammen en een
regelmatige strook vrij dun spek
wordt 12 ctper kg geslacht gewicht
meer betaald in vergelijking met
slachtvarkens, die deze goede slacht
eigenschappen niet bezitten.
Deze uitbetaling naar kwaliteit
is van gunstige invloed op de ver
betering van de varkenstapel. In
mei is opnieuw begonnen met deze
uitbetaling naar kwaliteit en sinds
dien zijn de classificatieresultaten
aanmerkelijk verbeterd.
Het percentage slachtvarkens,
dat met een A. voor slachttype
wordt beoordeeld, d.w.z. varkens
met de gewenste slachteigenschap
pen, is bij de categorie bacon-
varkens gestegen van 31.8 pet. in
1951 tot 44.5 pet in 1956. Bij de
vlees warenvarkens is het percentage
A. varkens vooruitgegaan van 36.6
pet in 1951 tot 47.4 pet in 1956.
Ook t.a.v. de dikte van het rug-
spek valt een goede vooruitgang
waar te nemen. Het percentage le
klas varkens, dat zijn varkens met
vrij dun rugspek, is eveneens aan
merkelijk gestegen.
Bovendien heeft deze uitbetaling
naar kwaliteit tot gevolg, dat een
grotere vraag ontstaat naar goede
mestbiggen, hetgeen een stimulans
betekent voor de stamboekfokkerij.
De kwaliteit van het fokma-
teriaal bij de stamboekfokkers is
vooruitgegaan en in de laatste tijd
komen in verschillende provincies
fokbedrijven voor met een vrij uit
gebreide zeugenstapel van zeer
goede kwaliteit. Vele zeugen van
deze bedrijven zijn sterzeugen,
waarvan de nakomelingen zijn on
derzocht op de selectiemesterijen
met.gunstige resultaten ten aanzien
van groei, voederverbruik en slacht
kwaliteit.
Het spreekt vanzelf, dat fokkers
die de beschikking hebben over
enkele sterzeugen het best in staat
zijn een goede selectie toe te pas
sen. Het is zeker de moeite waard
om deze bedrijven b.v. door een
excursie in fokverenigingsverband
eens te bezichtigen. De inspecteurs
van de provinciale varkenstam
boeken verlenen daaraan gaarne
hun medewerking.
Inkrimping noodzakelijk
Wat de afzetmogelijkheden be
treffen, zijn de vooruitzichten mo
menteel ongunstig. De varkenssta
pel heeft zich de laatste jaren steeds
verder uitgebreid, terwijl de pro-
duktie van slachtvarkens voor 1957
op 4 miljoen stuks wordt geraamd.
Volgens de gegevens van de dek-
kingensteekproef worden in het
laatste kwartaal van dit jaar bijna
300.000 varkens meer verwacht
dan in de overeenkomde periode
van vorig jaar. Ook gedurende de
eerste maanden van 1958 zal de
productie van slachtvarkens zeer
groot zijn. Ongeveer 2/3 deel van
de geproduceerde slachtvarkens
kan worden opgenomen door de
binnenlandse markt, doch het res
terende 1/3 gedeelte moet worden
geëxporteerd, waarbij vooral de
Engelse markt van grote betekenis
is.
De exportmogelijkheden naar
Engeland zijn echter vrij ongunstig,
omdat niet alleen de productie in
Engeland zelf is toegenomen, maar
vooral Denemarken met zeer gote
quanta bacon op de Engelse markt
komt. De afzet van slachtvarkens
zal dan ook zeer zeker grote zor
gen met zich mee brengen. Ook
andere afzetgebieden leveren geen
extra mogelijkheden.
Het verleden heeft bewezen, dat
wij ongeveer een maandelijkse
productie van 300.000 slachtvar
kens kunnen plaatsen. Wordt de
productie hoger opgevoerd, dan
ontstaat een surplus, hetgeen lagere
prijzen betekent. Een inkrimping
van het aantal mestvarkens is
daarom noodzakelijk om onze slacht
varkens af te zetten tegen redelijke
prijzen, terwijl er van bevoegde
zijde meermalen is betoogd, dat de
boeren meer zullen verdienen aan
de productie vaa 3,5 miljoen slacht
varkens dan van 4 miljoen.
Tenslotte zij er op gewezen, dat
ongeacht de bestaande conjuctuur-
schommelingen in de varkenshou
derij, de vraag van de consument
altijd zal blijven uitgaan naar var
kensvlees, terwijl er weinig vraag
zal zijn naar spek en vet.
bij moeilijk
heden, ofwel
voor raad en
inlichtingen is de R.K. Vereniging
tot bescherming van Meisjes:
Mevr. W. v.d. Munckhof- S angers
Grote Straat 28, Tel. 581;
Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, Tel. 393;
Mevr. A. Pijls-Drenth,
Grote Straat 14;
MeJ. T. Coenen, Patersstraat 30,