Kanttekeningen
Wezen en waardering
van de boerenarbeid
HUURPROBLEMEN
Znster Trans Lemmeas na 18 jaar missie
in Pakistan op vacantie.
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
op een brief over cultuur
Uit Peel en Maas
Zaterdag 17 augustus 1957 No 33
ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
De meneer, die een boze briel
schreef naar aanleiding van de
overpeinzing" in dit blad over het
laatste optreden van Venray's Har
monie, heeft ongelijk. In deze over
peinzing werd gesteld, dat het zg.
populaire programma, wat deze
Harmonie op haar laatste concert
bracht, feitelijk een verheugend
gebeuren was, omdat hier nu eens
iets anders gebracht werd dan
zware concoursnummers e.d., die
tot heden een geliefkoosd onder
deel zijn van veel concerten onzer
muziekverenigingen.
Deze meneer schreef, dat hij niet
begrijpen kon, hoe een krant een
dergelijk huis- en tuinconcert kon
toejuichen, dat toch allerminst als
„cultureel" betiteld kan worden.
Als men muziek van Verdi en
Johan Strauss waarvan o.a.
nummers werden gebracht niet
cultureel kan noemen, wat dan
wel
Het is altijd gevaarlijk om dat
woordje „cultureel" of „kuituur" te
gebruiken. Onder dit begrip ver
staat men van allerhande dingen,
die met kunst en beschaving te
doen hebben, maar het begrip als
zodanig is rekbaar als elastiek.
Deze meneer bedoelt er alleen maar
zg. zware muziek mee. En maakt
daarmede de ernstige fout slechts
dat niet alleen als cultureel te be
schouwen wat hij waarderen kan,
maar ook zijn muziekliefde als
norm te stellen voor andere men
sen. Hij vergeet dat die muziek
liefde van anderen wel heel dikwijls
op een heel ander peil staat.
De man, die het schone lied van
de smokkelaar drie, vier maal op
een avond uit de muziekautomaat
laat schallen, vindt dit mooi, wordt
er misschien zelfs tot diep in zijn
hart van ontroert, want anders had
hij er de drie of vier dubbeltjes
niet voor over. Diezelfde man staat
niet alleen. Dat blijkt uit de record
cijfers die de platen van Johny
Jordaan, Zwarte Riek en zelfs de
motten van Dorus weten te halen.
Als men tegen deze mensen over
cultuur praat, dan halen ze de
schouders op, want dat is zo'n duur
woord, dat men niet eens verstaat.
Deze mensen weten dikwijls ook
het Slavenkoor te waarderen, de
walsen van Strauss en sommige
operette-muziek. Ze kennen en
fluiten de marsen van Sousa, zon
der zich van dat culturele wat aan
te trekken en maken zich er heus
niet dik over of dat nu allemaal
wel cultureel is of niet, als het
voor hen maar mooi is.
Deze zelfde mensen waarderen
echter niet en hier draait het
hem om prachtige en ingewik
kelde concoursnummers, waarin de
kracht en de macht van een muziek
corps op de proef wordt gesteld als
bij een examen. Trouwens de
meeste mensen hebben wat tegen
examens.
Dat een Harmonie aan dat zeer
grote aantal mensen, dat dan mis
schien niet het muziekgevoel kan
opbrengen van de boze meneer,
toch tegemoet komt is een daad
van wijs beleid. Want de Harmonie
is er voor de mensen en niet
andersom. Als een Harmonie door
haar programma van lichte muziek,
zoals men die dan gelieft te noe
men, de weg baant voor beter
begrip voi r de zwaardere muziek
vervult zij een zeer grote en goede
taak.
Iemand moet eerst geleerd heb
ben mes en vork te hanteren, voor
dat hij aan een groots diner wil
gaan beginnen. Zo moet men door
betere kennis en meer begrip van
de lichtere muziek de smaak te
pakken krijgen voor ook eens
andere, zwaardere stukken.
We zijn hier extra eens wat
dieper op ingegaan, omdat o.i. hier
een probleem aan de orde komt,
dat reeds eerder moeilijkheden heeft
veroorzaakt.
We hebben in Venray een ama
teurtoneel, dat terecht tot een der
beste der provincie gerekend kan
worden. Dat haar werk t.o.v. andere
clubs met een heel wat minder
cultureel programma ook beter
gewaardeerd is, durft wel niemand
beweren.
We bezitten een Ontwikkeling en
Ontspanning, maar deze vereniging
heeft het dit jaar ondanks alle
pogingen niet zo ver kunnen bren
gen, dat haar programma in zijn
geheel werd uitgevoerd. En om de
kosten behoeft men het hier toch
zeker niet te laten.
Voor de oprichting van een film
kring, waarbij men zich zou specia
liseren in echte culturele films
bestond totaal geen belangstelling;
voor opera-uitvoeringen in het
nabije Duitsland, een unieke ge
legenheid, bestaat slechts zeer
minieme belangstelling (al is het
dan waar dat hier inderdaad kos
ten een rol spelen) en na een
Jonas- en Vermeulen-tentoonstelling
is er niemand anders meer te
vinden, die hier exposeren wil.
Heeft men zich wel eens afge
vraagd, waarom dit zo is, waarom
het grootste deel van het publiek
passief blijft voor al deze dingen
Er is in iedere gemeenschap een
groep, die door opvoeding, studie
of natuurlijke „aanleg" zo graag
eens iets beters, iets hogers, iets
beschaafders, iets kunstzinnigers
wil brengen. Een streven, dat niet
genoeg gewaardeerd en gesteund
kan en moet worden. Een streven
echter, dat bijna altijd grote teleur
stellingen oplevert.
Het is niet prettig als een goed
toneelspel, verzorgd gebracht, geen
kijkers trekt; als een goede film
toch lager wordt gewaardeerd dan
de eerste beste gooi- en smijtklucht;
een tentoonstelling slechts met
moeite kijkers trekt en een goed
orkest voor lege zalen speelt. Men
is dan als goedwillende organisator
van dit alles al zeer gauw geneigd
om onder het motto: dat eens maar
nu nooit meer, zich verder afzijdig
te houden. Hoogstens nog een boze
brief naar de krantte schrijven, als
die eens een programma van Straus
en Verdi, blijkt te verkiezen boven
nog grotere of misschien modernere
goden.
Er zijn echter ook anderen, die
ondanks de teleurstelling, die ook
zij bij hun streven ondervinden,
toch zijn doorgegaan en voor zover
hun krachten het toelieten, jongeren-
clubs geformeerd hebben, waar men
met grammofoonplaten, met kunst
albums, met causeries heel rustig
en kalm de jeugd begrip bij pro
beert te brengen voor al het cul
turele.
Ze beginnen bij het begin in alle
opzichten. Dus ook bij de jeugd,
die op school wel rekenen en
schrijven leert, maar die voor het
culturele onderwijs de hulp van
vrijwilligers in moeten roepen. En
met de jeugd hoopt men dan o zo
langzaam ook de ouderen die be
langstelling bij te brengen, voor
schonere en mooiere dingen, die
nu zo dikwijls zich alleen maar
richt op „lol" of sentimentele on
ware dingen.
Waarbij men steeds opnieuw zich
zal moeten realiseren, dat het toch
nog maar een beperkt deel van
het publiek is, dat de gewenste
belangstelling op zal weten te
brengen.
Hiermede mogen we dan onze
kanttekeningen besluiten op de
brief van de boze meneer, waar
over nog zoveel te zeggen is.
Telkens opnieuw treft het bij
deze dingen, dat zovele mensen met
hun hoofd in de wolken lopen en
de werkelijkheid niet schijnen te
zien. De werkelijkheid die het
droeve lied van de smokkelaar
boven een stuk van Mozart ver
kiest en die blijkens de ervaring
liever een film van de dikke en
dunne ziet, dan een voorstelling
van O. en O.
Men mag dat betreuren, de
realiteit ligt nu eenmaal zo. Wil
men die veranderen, dan is her
opvoeding nodig, waaraan ledereen,
die wel culturele belangstelling
heeft dient mee te werken. Niet
door boze brieven aan de krant,
maar door ieder iniatief in deze
te steunen en belangstelling daar
toe te tonen.
Aan die steun en die belangstel
ling ontbreekt het echter nog al te
dikwijls.
van 19 augustus 1911
De aannemers Chr. Wijnhoven,
V. Maassen en Gebr. Vollenberg,
waren met f 5.717,— de laagste in
schrijvers voor het bouwen van een
boerderij enz., voor rekening van
Camps—van de Pasch aan de Heide.
van 17 augustus 1912
Pater Gerard Pouwels M.S.C.,
zou 18 augustus zijn eerste plechtige
H. Mis opdragen.
Ruim 60 leden van de Derde
Orde gingen in Maastricht het Maria-
congres bijwonen.
Te Tanday (Filippijnen) over
leed de missionaris Pater Theodor
Custers M.S.C. uit Leunen, pas 27
jaar oud.
„Diana" behaalde op het con
cours te Nijmegen de rozenprijs.
De heer A. W. Martens, uit
Merselo, onderwijzer te Stiphout,
slaagde voor de hoofdakte.
van 16 augustus 1913
Het maken van een kunstweg
Venray—Oploo, werd opgedragen
aan L.A. Spierings te Boxtel.
De vlekziekte bij de varkens
deed zich voor.
In 1939 vertrok uit Oostrum, mej.
Truus Lemmens naar Karachi, om
haar broer, mgr. Salesius Lem
mens O.F.M. te gaan helpen bij
zijn eerste missie-arbeid in Pakistan.
Zij trader als eerste Europese in
de inlandse congregatie, die haar
broer daar had gesticht. Gedurende
al die jaren heeft zij er, tezamen
met haar Indische zusters en nog
één Europese, zuster Anna Reyn
uit Hilversum, haar zware taak
vervuld.
Al die jaren heeft haar moeder
in Oostrum gebeden, dat zij haar
dochter nog eens mocht terugzien
en in haar brieven schreef zij on
veranderlijk „Tot ziens" ofschoon
zij wist, dat deze zusters geen terug
keer of vakantie in het vooruit
zicht kon worden gesteld.
Na 18 jaar is haar hoop toch in
vervulling gegaan en haar gebed
verhoord. Zuster Truus Lemmens
en zuster Anna Reyn zijn naar het
vaderland teruggekeerd en brengen
in Venray een vakantie van enkele
maanden door, gastvrij opgenomen
door de zusters Ursulinen van
„Jeruzalem".
In haar, naar onze begrippen, wel
zeer bijzondere religieuze kledij,
hebben de beide zusters bijzonder
opzien gebaard in Venray, en zelfs
bij hun aankomst-op Schiphol. Zij
waren op 1 augustus om 1.45 uur
's nachts in Karachi In een K.L.M.-
vliegtuig gestapt en kwamen de
zelfde dag, maar dan enige uren
vroeger (tengevolge van het tijds
verschil tussen de beide continen
ten), nl. om 5.45 in de namiddag,
op Schiphol aan.
De familie had gerekend op aan
komst de volgende dag en zo ston
den de zusters in hun witte ge
waden met rose rand, rozenkrans
en missiekruis, helemaal alleen op
het vliegveld. Bij een nicht van
zuster Anna in Amsterdam hebben
zij toen onderdak gevonden en na
tuurlijk was de volgende dag de
hele familie in Amsterdam om haar
op te halen.
In Oostrum was het huis van
mevrouw Lemmens, feestelijk ver
sierd en de harmonie was voor de
ontvangst aanwezig.
Na 18 jaar hopen en bidden, kon
moeder Lemmens haar dochter aan
haar hart drukken, een vreugde,
die vermengd was meteen nog niet
vergeten leed. Want in 1942 was
haar zoon, mgr. Salesius Lemmens,
ver van haar verwijderd tijdens
zijn mlssiearbeid in Karachi, jam
merlijk door verdrinking om het
leven gekomen.
CoDgregatie groeide
De congregatie, die mgr. Salesius
Lemmens in 1937 te Karachi op
richtte hij was in 1935 vanuit
Venray, daarheen vertrokkengaf
hij de "naam van zusters Francisca
nessen van Christus Koning. Zij
was bedoeld voor Inlandse zusters,
die hier met meer vrucht aan de
missionering zouden kunnen wer
ken dan niet-inheemse vrouwen. Hij
begon met zes inlandse zusters.
In oktober 1939 vertrok Truus
Lemmens ook naar dit gebied en
trad er als eerste blanke in de con
gregatie van haar broer.
Ook Anna Reyn uit Hilversum,
kwam naar Karachi en trad in. Zij
Is 11 jaar lang overste geweest en
novice-meesteres.
Beide moedige vrouwen hebben
al die jaren hun liefderijk werk
verricht, voor het allergrootste ge
deelte onder de armsten van deze
Oosterse wereld. Behalve enkele
Engelse scholen richtten zij tal van
inlandse scholen op, de zg. Oerdoe.
Zij wijden zich aan ziekenverpleging,
trokken op kamelen en onder be
geleiding van een ossenwagen de
binnenlanden in en pasten zich in
haar leefwijze volkomen aan de In
dische leefgewoonten aan.
Negen kloosters hebben de zus
ters sedertdien gesticht, bescheiden
instellingen van gewoonlijk twee
kamers. Maar van daaruit kon het
missiewerk met vrucht worden
voortgezet.
Thans telt de congregatie 70 in
landse zusters, behalve dan de beide
blanke Nederlandse zusters, zuster
Truus en zuster Anna.
Ook vacantie voor de missie
Het verblijf in Venray van de
twee zusters zal enkele maanden
duren. Hun enige zorg is, hoe zij
zich in deze tijd verdienstelijk kun
nen maken voor haar missie en
deze meer bekendheid kunnen geven.
„Preken kunnen we niet, zoals de
paters-missionarissen", zegt zuster
Truus lachend. Maar zij hopen toch
iets te kunnen doen, misschien met
lezingen. Want stilzitten kunnen zij
in haar vacantie ook niet.
De heer Louwes hield donderdag
jl. een interessante voordracht over
het wezen en waardering van de
boerenarbeid.
Men moet zich hoeden aldus
spreker de boerenarbeid als roman
tisch te bekijken. Verschillende
schrijvers hebben prachtige boeken
over htt boerenleven geschreven,
maar verliezen zich dikwijls in
romantische bespiegelingen, en ook
vele andere mensen vergeten zo
dikwijls dat ondanks alle bekoring
in het boerenleven en in de boeren
arbeid, dit alles toch vaak hard en
eentonig is, afhankelijk van het
weer en vele andere factoren, en
maar moeilijk de ontwikkeling van
de arbeidsomstandigheden in de
industrie etc. kan bijhouden.
Het grote feit in de verhouding
van onze boerenstand tot de overige
bevolkingsgroepen is de opheffing
van het isolement van het platte
land.
Een leven van harde arbeid en
soberheid werd vanzelfsprekend
aanvaard toen ook andere bevol
kingsgroepen in soortgelijke om
standigheden leefden en vooral ook
doordat er weinig contact bestond.
Maar nu Is dat contact er wel en
daardoor de onophoudelijke verge
lijking van de boerenarbeid en de
boerenwelstand met die van andere
bevolkingsgroepen in dorp en stad.
Wat vroeger als vanzelfsprekend
werd beschouwd, wordt nu meer
en meer kritisch bekeken en ge
wogen, en in toenemende mate
doet dit de jeugd. Het is deze ont
wikkeling, die nog maar in haar
aanvangsstadium is, die onze volle
aandacht verdient.
Door de kortere arbeidstijden,
confortabeler wonen en werken, het
klimaat der socialere wetgeving Is
- De heer Jac. Fonck werd voor
f 9.510,— eigenaar van een winkel
huis met café en twee woningen,
gelegen hoek Grote Markt-Hof straat
van 10 augustus 1907
Bij V. In de Hoenderstraat
werd in de kermisdagen een 5-tal
jonge kippen gestolen.
- Nieuwe volle haring 5 cent,
ingelegde 6 cent en nieuwe aard
appelen k 4 cent per kilo werden
aangeboden.
een tegenstelling groeiende tussen
industrie en landbouw, dat een der
allergrootste vraagstukken der
toekomst zal worden, aldus de heer
Louwes.
De waardering van de
boerenarbeid
De waardering voor de boeren
arbeid moet niet afgebedeld, maar
door prestaties verkregen worden.
Voor betere prestaties is nodig:
a. De produktiviteit van de boe
renarbeid zo hoog mogelijk opvoe
ren, o.a. door cultuurtechnische
verbetering en door een rationele
bedrijfsvoering met behulp van
onderwijs, voorlichting, coöperatie,
etc. etc.
b. Een goed landbouwprijsbeleid,
dat aanvult waar eigen kracht
tekort schiet.
c. Werkclassificatie van de boe
renarbeid, waardoor men betere
waardering krijgt van en voor
boerenarbeid.
d. Samenwerking op het gebied
van de bedrijfsvoering, mechanisa
tie, bij het verrichten van zondags-
arbeid, etc.
e. Een doelmatige en constante
beïnvloeding van de publieke opinie.
f. Een goedgerichte politieke
aktiviteit.
g. S chepping v an een goed woon
klimaat.
De voornaamste conclusies van
deze spreker waren:
1. Met het wezen van de land
arbeid blijven waardevolle elemen
ten van sociologische en culturele
aard verbonden; het is zaak onder
de huidige omstandigheden van een
zakelijke waardering op grond van
de produktiviteit van de arbeids
voorwaarden en de arbeidsomstan
digheden uit te gaan.
Het probleem van de landarbeid
als voornaamste onderdeel van het
landbouwbeleid als geheel is polit.'ek,
sociaal en economisch verreweg
het belangrijkste probleem der
huidige mensheid.
2. Het vraagstuk van de revo
lutionaire ontwikkelingsmogelijk
heden op het gebied van de arbeids-
produktivlteit en arbeidsomstandig
heden in de Industrie, o.a. door
atoom-energie en automatisering
naast het noodwendig vooreerst en
misschien ten dele voorgoed achter
blijven van die mogelijkheden in
Rondom de wet op de nieuwe huurverhoging
De jongste huurverhoging heeft
alweer veel pennen in beweging
gebracht en het einde is nog niet
in zicht. Er doen zich allerlei pro
blemen voor. Wij willen hier eens
enige nieuwe bepalingen nader
bekijken, waarmede wij een greep
doen uit de vele vragen.
1) Wanneer gaat bij weekwonin-
gen de huurverhoging in? Dit is
een probleem waarover veel mis
verstand bestaat. Verscheidene
huurders hebben reeds bericht ont
vangen, dat de verhoging hun over
de dagen van 1 t/m 4 augustus 1957
in rekening zal worden gebracht.
Zij zijn echter van mening, dat de
verhoging pas is ingegaan op de
eerste dag van de volle week in
augustus.
Dit is echter in zoverre onjuist
dat men onderscheid moet maken
tussen woningwetwoningen en par
ticuliere woningen.
De huurverhoging voor beide
groepen wordt van kracht op 1
augustus 1957, maar voor de wo
ningwetwoningen staat de minister
van Volkshuisvestingen Bouwnijver
heid toe, dat de verhoging ingaat
met het begin van de eerste volle
week in augustus.
Voor particuliere woningen kan
de huiseigenaar, als hij niet tot de
eerste volle week wil wachten, de
verhoging vragen van 1 augustus
1957 af-
2) Wat betreft de afronding naar
boven op een veelvoud van 5 cent
kan worden opgemerkt, dat deze
afronding pas mag plaats hebben
nadat de totale huurprijs opnieuw
is vastgesteld, dus na de vermeer
dering met eventuele eerst afge
trokken vergoedingen.
3) Moet men beslist 25 pet huur
verhoging nemen, luidt een vol
gende vraag. Het antwoord hierop
luidt: neen, partijen zijn vrij om
lagere huurprijzen overeen te komen
dan die wettelijk toelaatbaar zijn.
Hierbij kan worden aangetekend,
dat de verhoging der huren geldt
onafhankelijk van hetgeen in een
mogelijk huurcontract is bepaald.
Verhuurders zijn niet verplicht
tot huurverhoging over te gaan.
4) Woning en bedrijfspand. De
huurverhoging heeft alleen betrek
king op zelfstandige woningen (niet
op winkel woningen) en op woningen
die met een bedrijfsruimte een zelf
standig geheel vormen, dit laatste
echter alleen indien het woonge
deelte meer dan 60 pet. van het
totale vloeroppervlak beslaat.
Op een pension is het begrip
„woonhuis" van toepassing zonder
meer.
Onder geen beding kan een
kamerverhuur- of pensionbedrijf
gerekend worden onder een „be
drijfspand", waarvoor uiteraard met
15 pet. huurverhoging kan worden
volstaan en geen blokkering. Die
pensionhoudster is dus wel degelijk
25 pet. huurverhoging verschuldigd
als de eigenaar/verhuurder deze
verhoging wil toepassen.
5) Deel- en onderhuren. Bij huur
van een deel van een woning, het
zij rechtstreeks van de eigenaar
de landbouw door historische be
lasting en natuurgebondenheid eist
voor zijn oplossing eerst staats
manswijsheid en daarnaast sociolo
gische en economische deskundig
heid.
3. De erkenning van de waarde
en de betekenis van de boeren
arbeid zal in de eerste plaats
moeten worden nagestreefd door de
produktiviteit ervan zo hoog moge
lijk op te voeren. Waar historische
belasting een tijdelijke en de
natuurgebondenheid een blijvende
achterstand van de produktiviteit
van de boerenarbeid veroorzaken
ten opzichte van het industriële
klimaat, zal een rechtvaardige
landbouwpolitiek een juiste verde
ling van het volksinkomen moeten
bewerken. De werkclassificatie kan
dienstbaar zijn om een juiste
grondslag voor de waardering en
de beloning van de landarbeid te
vinden.
De boerenstand als geheel en in
het bijzonder zijn organisaties zullen
de ontstellend grote problemen
waarvoor zij gesteld zijn, onver
vaard onder de ogen moeten durven
zien en zij zullen open moeten
staan voor vergaande en misschien
in wezen revolutionaire oplossingen,
waarbij een deel van de vrijheid
van bedrijfsvoering en de vrijheid
van tijd moet worden opgeofferd
om een redelijk bestaan en minder
gebondenheid aan het bedrijf te
verkrijgen.
Een moderne, intensieve en op
hoog peil staande beïnvloeding van
de openbare mening is onmisbaar;
zij is kostbaar, maar zal zich dubbel
betaald maken.
Het woonklimaat van de boeren
stand dient zo goed mogelijk te
zijn. Het volk als geheel moet zijn
boerenstand zien als een voorhoede
in de strijd om bestaansveiligheid,
wiens prestatie men moet kunnen
bewonderen, wiens standsfierheid
men moet kunnen hoogachten en
steunen, wiens welvaart men op
een verantwoord peil wil hand
haven.
(deelhuur) of van de huurder
(onderhuur) geldt, dat de huurprijs
van dat deel stijgt in evenredigheid
met de huurprijs van het gehele
pand. Ingeval de eigenaar of de
huurder zelf hoofdbewoner is, mag
deze de evenredige onderhuur met
20 pet verhogen als vergoeding voor
het ongerief, dat hij een deel van
de woning aan anderen heeft afge
staan. De eigenaar van een huis,
die zijn bezit niet zelf bewoont, doch
heeft verhuurd aan anderen, kan
geen recht doen gelden op de hier
voor genoemde vergoeding van 20
pet. wegens ongerief.
6) Bedrijfspanden. De huur van
bedrijfspanden kan maximaal ver
hoogd worden met 15 pet., echter
alleen door een te treffen overeen
komst tussen partijen.
Tot de bedrijfspanden worden ook
gerekend: a. winkelwoningen en b.
woningen waarin een bedrijf wordt
uitgeoefend, indien het bedrijfs-
gedeelte 40 pet. of meer van de
totale vloeroppervlakte beslaat. De
onderhuren voor gedeelten van be
drijfspanden worden op gelijke wijze
vastgesteld als die voor gedeelten
van woningen (zie hierboven onder
5). Afronding ook hier naar boven
op veelvouden van 5 cent.
7) Geen huurverhoging. Indien
een verhuurder met zijn huurder
overeenkomt geen huurverhoging
te vragen, dan behoeft hij ook niets
te storten op het „grootboek wo
ningverbetering". Deze verhuurder
kan echter op dit besluit terug
komen binnen een periode van een
eventuele nieuwe huurverhoging,
indien de aard van de overeenkomst
een dergelijke handelwijze toelaat,
maar dan wordt hij wel stortings-
plichtig.
BEL OP BIJ BRAND
No. 392
Nieuws uit
Venray en Omgeving
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingenbureau voor de Kom.
Bekendmaking
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray, brengen ter open
bare kennis, dat op 26 juli 1957 is
ingekomen een schrijven van Lamers
Johann Hendricus Theodor, café
houder, wonende te Venlo, Straelse-
weg 1, gekozen woonplaats Hense-
niusstraat 1 te Venray, waaruit
blijkt, dat hij volhardt bij zijn op
22 april 1952 ingediend verzoek om
een vergunning voor de verkoop
van sterke drank in het klein, op
welk verzoek destijds afwijzend
moest worden beschikt, uitsluitend
op grond van het feit, dat het wet
telijk maximum aantal vergun
ningen voor Venray was bereikt.
Verzoeker wenst thans in aan
merking te komen voor een slijt-
vergunning voor de rechter-voor-
kamer van het pand Hensenius-
straat 1 te Venray.
Binnen twee weken na dagteke
ning dezer bekendmaking kan een
ieder tegen het verlenen der ver
gunning schriftelijke bezwaren bij
het gemeentebestuur indienen.
Venray, 9 augustus 1957.
DIPLOMA-UITREIKING
In de nijverheidsschool alhier
werd het diploma uitgereikt van
de cursus Stichting Vakopleiding
in het Bouwbedrijf volgens het
leerlingstelsel. Twintig timmer
lieden en zeven metselaars konden
in aanwezigheid van hun ouders
het diploma dezer Stichting uit
handen van de heer Klein Schip
horst in ontvangst nemen.
De heren Bartels en Oomens
xesp. dir. arbeidsbureau en nijver
heidsschool feliciteerden de jonge
lui, maar drongen er op aan verder
te blijven studeren om nog bekwa
mer vaklui te worden. Daartoe zal
o.a. in september a.s. de cursus
gezel gegeven worden.
De geslaagden waren:
Timmerlieden: P. Droog, Seve-
num; Th. Franzen, Boxmeer; H.
Heufs, Horst; Fr. Cox, Ysselsteyn;
Fr. Daniëls, Horst; L. Franken,
Boxmeer; J. v. Gassel, Sevenum;
J. Geerats, Venray; H. Heinemans,
Grubbenvorst; J. Hendriks, Venray;
J. Hermkens, Horst; M. vd. Heiden,
Afferden; Fr. v. Nork, Lottum; G.
Jaspers, Bergen; P. Nabben, Seve
num; H. Peeters, Venray; F. Thijs-
sen, Meerlo; G. Voermans, Venray;
A. van Veghel, Merselo; J. Verhaag,
Sevenum.
Metselaars: J. v.d. Dlerendonck,
Ysselsteyn; J. v.d. Hogenhof, C.
Rongen en G. Siebers, Venray; C.
v.d. Hombergh, Velden; J. vd. Laar,
Grubbenvorst; P. Lommen. Wans-
sum; J. Thielen, Stevensbeek en
R. Wijnhoven, Meerlo.
Namens de geslaagden bracht
van Dierendonck dank aan de
examinatoren, schoolbestuur en de
heer Lambo, controleur van de
Stichting.