Ziekenfondsenbesluit Men Brniloft aan het Overbroek. Grote rol VéGé-beschuit Passelijke maandintentie van het Apostolaat des Gebeds PAUSELIJKE MAAND-INTENTIES Verzekeringsplicht ingevolge het rl6 SI6S.heden'"f61 Bij elke aankoop van f. 4. De Gruyter - artikelen Geldig van 22 t/m 28 mei 1957 Custard Chocolade Vlapoeder Griespudding vruchten Griespudding amandel Griespudding vanille 3ij aankoop van een grote rol VéGé-beschuit (14 stuks) a 29 ct. met 6 geldzegels, de 2e rol voor 19 ct. met 4 geldzegels en bovendien: voor slechts met 7 geldzegels UW SPAARBOEKJE IS MÉÉR DAN F WAARD. VRAAG UW VÉGÉ-KR'JIDENIER NAAR DE AANBIEDINGEN ELEGANTIA EN LANDGRAAF. juoi 1957 Iedere zondagmorgen kan men door de straatjes van het oude franse stadje Nice, een man naar de gevangenis zien gaan. Wanneer de poorten opengaan groeten de be wakers vol respect, als was het een vorst die binnen schrijdt. Dan begint mijnheer Fornero zijn ronde langs al de vergeten zon daars, die hem beschouwen als „de goede God" die vanuit de hemel is neergedaald in de gedaante van een povere grijsaard. Mijnheer Fornero is niet de enige die aan de mensen laat zien, dat God goed is. Iedereen heeft wel eens gehoord van Abbé Pierre, Werenfried van Straaten, pater Leppich, LaPiraof Lombard!. Zij zijn allen mensen, die Gods barmhartigheid laten zien en horen. Heeft er ooit een paus meer medelijden met de mensen gekend dan Pius XII? Het is Gods liefdevolle barmhar tigheid die in zijn stem doorklinkt. Wij moeten luisteren naar wat zulke grote figuren namens God zeggen en de zware offers die zij van ons vragen van ganser harte brengen. Vitjodieüs Elegant Duurzaam Uitstekende kwaliteit, Verzekerd tegen verlies en diefstal ...en bovendien Voordelig irv prijs van het APOSTOLAAT DES GF.BEDS VOOK DE MAAND JÜN1 1957 1. Gods barmhartigheid en ware boetvaardigheid. 2. Skandinavië tot de eenheid der kerk. LAND- EN TUINBOUW Kostenbesparing door verduurzaming van hout In een vorig artikel mochten wij U wijzen op de mogelijkheden tot verlaging van bedrijfsonkosten door het verduurzamen van hout. Moge lijkheden, die vooral voor de boer derij waar terecht vrij veel hout gebruikt wordt van veel belang zijn. Thans vragen wij de aandacht voor het eigenlijke doel van het verduurzamen en de eisen waaraan de conserveringsmiddelen in het algemeen moeten voldoen. Het doel is geen ander dan het hout zodanig giftig te maken, dat het niet meer kan worden aange tast door plantaardige organismen (zoals zwammen) o£ door insekten (zoals diverse houtboorders). In het algemeen worden aan een hout conserverend middel de vol gende eisen gesteld: Het moet zeer giftig zijn voor houtaantastende schimmels en hoor ders. Het moet diep in het hout dringen en door het hout worden vastgehouden, zodat het niet daar uit verdwijnen kan door verdamping of regen. Voor mens, dier of cul tuurplant mag het niet of slechts in zeer geringe mate schadelijk zijn. De scheikundige werking ervan mag eigenlijke houtbestanddelen niet aantasten, geen corrosie (roes ten of andere oxydatie) veroorzaken van metalen, geen nadelige invloed hebben op andere materialen waar mede het geconserveerde hout in aanraking komt en het brandrisico niet verhogen. Tenslotte moet een conserveringsmiddel bij voorkeur kleurloos en reukloos zijn. Zo opgesomd is het een groot aantal eisen. Gelukkig echter, be hoeft een conserveringsmiddel in zeer vele gevallen niet aan al die eisen tegelijk en in gelijke mate te voldoen, want aan welke van die eisen het werkelijk moet beant woorden is geheel afhankelijk van het doel waarvoor men het hout wil gebruiken. De vele bestaande houtconser veringsmiddelen worden gewoonlijk verdeeld in drie groepen: 1. Olie-achtige middelen o.a. creo- soot-olie en carbolineum. 2. In water oplosbare middelen zo als sublimaat en kopersulfaat. 3. In organische vloeistoffen op te lossen middelen o.a. penta- chloorfenol en koperaftenaat. De 3 groepen bestrijken tezamen een groot aantal verschillende be schermingsmiddelen, waaruit voor diverse doeleinden een keuze ge maakt kan worden. Dit is een groot voordeel, doch het maakt het kiezen extra moeilijk, want alleen de juiste keuze geeft de grootste levensduur aan het hout en de meeste be sparing. Zo is het b.v. niet verstan dig een teerolie-type op hout, dat in contact staat met gips, te ge bruiken, want dat geeft vlekken. Daar vele "middelen min of meer giftig zijn voor de mens is het van het grootste belang, dat voor hout, dat in aanraking komt met levens middelen een conserveringsmiddel gekozen wordt, dat demogelijkheid van voedselbederf volledig uit schakelt. Hout, dat "gebruikt wordt in de nabijheid van planten in kassen, zaadkisten, champignonkweekplaat sen, enz. moet verduurzaamd wor den met middelen, die niet schadelijk zijn voor het loof of de wortels van de plant. Daar de vele conserverings-mid- delen onder allerlei namen in de handel worden gebracht, is het be slist aan te bevelen, de leverancier vooraf te doen weten voor welk doel het geconserveerde hout moet dienen. Nog beter is het een des kundig advies te vragen aan het Instituut voor Tuinbouwtechniek of de Plantenziektekundige Dienst, belde te Wageningen, dan wel aan het Houtvoorlichtingslnstituut te Amsterdam of het Instituut voor Houtbereiding, eveneens te Amster dam. Ook de methoden waarop men het conserveringsmiddel in het hout kan brengen, verschillen. Eenvoudig ge- "zien, zijn er drie wijzen van werken: 1. Bestrijken met de kwast of be spuiten. Men kan dit zelf doen, doch hierbij dringt het middel uiteraard slechts zeer weinig in het hout. Komt er op de duur een scheur in zo behandeld hout, dan is op die plaats het hout onbeschermd. 2. Drenken; waarbij het hout een of meer dagen over zijn volle lengte ondergedompeld blijft in een bak of trog, gevuld met het conserveringsmiddel. In vele gevallen en voor het kortere hout kan men dit zelf verzorgen. Deze manier geeft echter wel een veel betere, maar toch nog geen afdoende bescherming. 3. Imgregneren. Hierbij wordt het verduurzamingsmiddel in afge sloten ketels en onder hoge druk in het hout geperst. Dit is de afdoende manier, geeft een maximum levensduur, komt vanzelfsprekend wat duurder, maar het resultaat maakt het verschil in prijs ruimschoots goed. Hout, verduurzaamd met het juiste middel en op de daarvoor aange wezen manier, geeft een zeer be langrijke kostenbesparing. Om dit te bereiken moet men deskundig advies vragen en daarbij vooral ver melden de houtsoort, het doel waar voor men het hout wil gebruiken en ook de afmetingen. U GEEFT TOCH VOOR UW RODE KRUIS Nog maar al te vaak komt het voor, dat men blijkbaar niet weet wie er verzekeringsplichtig is, in gevolge het ziekenfondsenbesluit. Dit kan aanleiding zijn tot nadeel voor betrokkenen. In verband hiermee willen wij in dit artikel de vraag eens behandelen wie er verzekeringsplichtig zijn. Zoals de bepalingen sedert 1 april 1957 luiden, vallen onder de ver plichte ziekenfondsverzekering alle personen, verzekerd ingevolge de Ziektewet. Dit zijn in grote trekken alle arbeiders in dienst van onderne mingen, publiekrechtelijke lichamen, rechtspersoonlijkheid bezittende ver enigingen en stichtingen, alsmede het huishoudelijk personeel, voor zover het inwonend is óf op ten minste 5 dagen per week in dienst van dezelfde werkgever pleegt werk zaam te zijn en verder inwonende kinderen van 21 jaar en ouder en uitwonende kinderen, die in het be drijf van hun ouders werkzaam zijn en op dezelfde voorwaarden als die, welke voor andere arbeiders gelden. Werklozen Ook werklozen, die een uitkering ontvangen krachtens de Werkloos heidswet, de Sociale Voorziening of de Uitkeringsregeling 1952, zijn ver- verzekerlngsplichtig. Eveneens actief en gepensioneerd spoorwegpersoneel (het laatste voor zover beneden 65 jaar) en de ge pensioneerde weduwen en wezen van leden van dat personeel. Van deze groepen zijn onder meer uitgezonderd zij, die een vast loon in geld van meer dan f6.900,per jaar verdienen. Ambtenaren in de zin der Amb tenarenwet 1929, mijnarbeiders en een groot deel van het personeel van schoolverenigingen zijn niet verzekeringsplichtig. Arbeidscontractanten in dienst van een publiekrechtelijk lichaam, die niet onder de Ziektewet vallen, om dat voor hen een bijzondere rege ling geldt, vallen wel onder de ver plichte ziekenfondsverzekering, in dien althans hun loon niet meer bedraagt dan f 6.900,— per jaar. Zeelieden en militairen Voorts vallen onder de verplichte ziekenfondsverzekeringzeelieden. Deze hebben alleen wanneer zij aan de wal in "Nederland zijn recht op hulp vanwege een ziekenfonds; hun gezinsleden hebben als indirect- verzekerden altijd recht daarop. Verder vallen er onder militairen (dienstplichtigen en reserveperso- neel), die kostwinner zijn volgens regeling der verplichte ziekenfonds verzekering en voor langer dan 100 dagen in werkelijke militaire dienst zijn. Personen beneden 65 jaar met een rente krachtens de Invalidi teitswet (lnvaliditteltsrente, ouder domsrente, weduwenrente of wezen rente) van tenminste f 125,per jaar; toeslagen op rente worden niet meegerekend. Personen beneden 65 jaar met een ongevalsrente (berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 50 pet of meer) of een weduwen- of wezenrente krachtens de Ongeval lenwet 1921, de Land- en Tuinbouw - ongevallenwet 1922 of de Zee ongevallenwet 1919; en oud-dienst plichtigen en oud-reserve personeel beneden 65 jaar met een pensioen wegens verwonding, verminking, ziekten of gebreken, door militaire dienst veroorzaakt. Al de personen, die ingevolge de Ziektewet verzekerd zijn of voor de toepassing van de verplichte zieken fondsverzekering als zodanig gelden, worden aangeduid als „rechtstreeks verplicht-verzekerden". Aan het Overbroek gaan woens dag 29 mei de vlaggen uit voor Jozef Crooymans en Antonia Pee lers.. die op deze dag hun gouden bruiloft gaan vieren. Crooymans werd geboren 4 dec. 1877 en de gouden bruid op 17 nov. 1879. De meisjes uit de buurt zijn al weken bezig met de versiering van woning en kerkweg. Per landauer en begeleid door Ruiterclub en Fanfare begeeft de feeststoet zich naar de parochie kerk te Leunen, waar een plechtige hoogmis tot dankzegging zal wor den opgedragen. Het verleden van het gouden paar heeft zich helemaal aan het Overbroek afgespeeld, waar beiden, in hun jeugd, buurtbewoners waren. Om in die tijd bij elkaar te ko men was nog eenvoudiger als nu. met al die schrik- en puntdraad, zo vertelde ons de gouden bruid. Van de 8 kinderen, 3 jongens en 5 meisjes, die in de wieg lagen, komen er nog 6 als grote mensen naar het feest. Samen brengen ze 8 kleinkinderen mee. Het feest zal thuis gevierd wor den met een 50-tal gasten. Over enkele maanden zal het gouden echtpaar van een welver diende rust gaan genieten en de boerderij gaan verlaten en zich in de kom van Leunen vestigen. Moge het beiden gegeven zijn, nog lang van deze welverdiende rust te genieten. 1 bij moeilijk- w Wj VWJ voor raa(j en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof- Sangers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls. Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck, D 67, Tel. 263 V<xt? écropt. éfeééee cpo/

Peel en Maas | 1957 | | pagina 4