Oostriim en zijn kerkschatten Van wasketel tot kookkast. ïï&ïj&x™™sssfïïsss weekblad voor venray en omstreken 10 jarig bestaan van de aid. Venray van het Nederlandse R00DE KRUIS Twee unieke objecten voor de watertoevoer in Brabant St. Liduina Zaterdag 11 mei 1957 No 19 ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS CONFECTIE VAI m 40 donors van de bloedtransfusiedienst werden onderscheiden Het was maandag druk in zaal Verheugen, waar de afd. Venray van het Nederlandse Roode Kruis, haar 10-jarig bestaan vierde. Deze afdeling, voortgekomen uit een sectie van de reeds lang ter ziele zijnde vereniging Venray Voor uit, mag zich in een gestadige groei verheugen en telt thans 1615 leden. Uit de „oude garde" die destijds de oprichting meemaakten zijn nog 2 personen actief werkzaam, n.l. de heer E. Bartels, als penningmeester en Dr Oosterbaan. als hoofd van de Roode Kruis-colonne. Beiden moch ten vanwege het hoofdbestuur, uit hande van de heer Burgemeester, een medaille voor 10 jaar trouwe dienst ontvangen. Waarnemend voorzitter, J. Colsen, belichtte in zijn openingswoord de diverse taken van de plaatselijke afdeling en vestigde zeer speciaal de aandacht op de bloedtransfusie dienst en de Roode Kruis-colonne, welke nog gaarne nieuwe leden aannemen. De colonne telt thans 40 leden, doch hoopt binnenkort een uitbreiding tot 60 leden te kunnen bewerken. Dr. Oosterbaan hield een korte lezing over de bloedtransfusiedienst, waarna de heer Burgemeester over ging tot het uitreiken van de Dr. Landsteiner-onderscheidingen aan 40 donors van de bloedtransfusie dienst. Zoals men weet, worden deze onderscheidingen verleend aan hen die minstens 5 maal bloed gegeven hebben (penning) en aan hen die zich minstens 15 maal hiervoor ter beschikking stelden (plaquette). Interessant is het hierbij te ver melden, dat in Venray in 1956 278 bloedtransfusies werden behandeld. Begrijpelijk is het dus, dat men over een groot aantal donors moet beschikken, mede gezien de diverse verschillende bloedgroepen. Venray mag dan ook trots zijn, dat vele van haar inwoners zich geheel vrij willig en belangeloos hiervoor heb ben aangemeld, om dikwijls op de onmogelijkste tijden te worden opgeroepen teneinde het leven van een evenmens te kunnen redden. Het is weer meimaand, zij het dan met sneeuw en hagel. En deze maand, zo toegewijd aan de Moeder Gods, spoort vele Ven- rayse mensen weer aan om Onze Lieve Vrouw van Oostrum, met een bezoek te vereren. De Behoudenis der Kranken, onder welke eretitel Zij in Oostrum wordt vereerd, is bijzonder geliefd in het Noord-Limburgse land en de vele processie- en andere kaarsen, die in deze genadekapel stil branden voor het kleine houten beeldje, tonen dat wel overduidelijk. Misschien, dat men zich bij zulk een bezoek realiseert, dat de legen de vertelt, hoe in het midden der 14e eeuw een boer dit kleine beeldje op zijn akker vond en daaibij een stem hoorde, die zei: „Hier wil ik rusten". De man nam het beeldje mee naar huis en beloofde inder daad een kapelletje te zullen bou wen op de plek waar hij het beeldje op de vlasakker gevonden had, in dien diezelfde vlasakker goede vruchten voort zou brengtn. Als dan die boer de volgende morgen zijn vlasakker in volle en overvloedige bloei ziet staan, ver vult hij zijn belofte en heeft de Behoudenis der Kranken, Haar rust plaats in Oostrum gevonden. Wat er van waar is, is natuurlijk moeilijk te achterhalen, maar feit is, dat rond 1400 de oude kronieken al vermelden, dat er in Oostrum een kapel is, waar Maria bijzonder wordt vereerd. Uit het feit, dat sindsdien deze Mariaverering eerder toe- dan af genomen is, mag men concluderen, viat Maria ook hier weer Haar bij zondere gunsten rijkelijk heeft uit gedeeld en nog immer uitdeelt. We willen echter de bezoeker van dit Mariale genadeoord nog op enkele andere dingen wijzen. Toen in 1935 de oude kapel door de groei der parochie moest wor den uitgebreid, stond men voor een moelijke keuze. Ofwel een geheel nieuwe kerk bouwen en de oude afbreken, oiwel een nieuwe kerk bouwen en de oude kapel laten be staan. In dit laatste geval zou er dus een aparte kapel gekomen zijn voor de processies, zoals men dat bv. in Kevelaer kent en zou de kerk uit sluitend voor het parochiewerk zijn bestemd. Men heeft uiteindelijk een compromis gevonden door recht hoekig op het schip van de oude kapel een nieuw schip te bouwen, waardoor dus de kapel bij de nieuwe kerk bleef. Toen dit besluit eenmaal gevallen was, deden zich verschillende pro blemen voor. Een der grootste was wel, hoe het kleine Mariabeeldje in het oude priesterkoor der kapel een waardige en aanvaardbare plaats te geven. Niemand minder dan een stel der beste kunstenaars van Nederland, de Gebr. Brom uit Utrecht, kregen de opdracht om dit probleem op te lossen. Men weet waarschijnlijk uit eigen ervaring, op welk een sublieme wijze dit is geschied. Het kleine beeldje is op een expositie-troon geplaatst, die de ruimte van het oude KEN UW EIGEN INDUSTRIE. 5. koor op prachtige wijze vult en als vanzelf de blik van de bezoeker trekt naar dat stralende middelpunt, het beeldje van de Moeder Gods. De in koper gedreven zijluiken, waarin tientallen engelen het Mag nificat zingen en Jezus Moeder hun lof toejubelen, getuigt nietalleen van groot meesterschap, maar brengen de bezoeker er toe als het ware mee in te stemmen, mee te loven en te prijzen. Doch hier niet alleen, ook in de kerk zelf hebben de Gebr. Brom, prach tig werk verricht. Als we nu lezen, dat onlangs de nieuwe Communiebanken in ge bruik zijn genomen, dan is dit geen op zichzelf staand geval, maar weer een etappe meer in de uiteindelijke verfraaiing der kerk. Toen het nieuwe priesterkoor nog in de steigers stond, zijn de Gebr. Brom uitgenodigd, hebben een paar krabbels gemaakt en nu bijna twintig jaren later zijn die krab bels practisch verwezenlijkt ge worden. De oorlog met de grote verwoes ting, ook in en van Oostrums kerk, hebben het „verfraaiingswerk" heel wat jaren achteruit geplaatst, maar toch blijkt hier uit alles, dat men enkele jaren niet telt, slechts be wust, stap voor stap, niet alleen een verantwoorde en kunstzinnige kerkversiering heeft willen schep pen, maar doelbewust ook hier weer alles heeft geconcentreerd op dat schone middelpunt, het altaar, waar Christus Kruisoffer iedere dag op nieuw op onbloedige wijze wordt voltrokken. Wie Oostrums priesterkoor be kijkt, wordt als vanzelf gewezen naar die prachtige beeldengroep boven het hoogaltaar, waar Chris tus hangt aan het Kruis. Daarheen wijzende kandelaars, daarheen wijst de expositie-troon, dat machtig stuk koperwerk, waarvan men de finesses jammer genoeg te weinig zien kan. Van al deze stukken, hebben de Gebr. Brom, ware kunstschatten gemaakt. Wie het tabernakel ziet, waarin in email de Boodschap van de Engel aan Maria is uitgebeeld, waant zich terug in de middeleeuwen, toen monniken met eindeloos geduld hun miniaturen schilderden in hun ge tijdenboeken. Een rijkere versiering voor het tabernakel kennen wij in deze con treien niet. Maar alles toch ook weer zo, dat het de aandacht van de kerkbezoeker weer niet in die mate opeist, dat hij alleen maar kunstig gemaakte dingen ziet, in tegendeel, zijn aandacht als vanzelf richt op het wezenlijke, het Offer van Christus. Zo is het met de preekstoelen, zo is het met de onlangs geplaatste Communiebanken, die ook op zich weer een apart kunststuk zijn, waar in Leo Brom, voor de zoveelste maal alleen al in deze kerk zijn groot meesterschap heeft be wezen. Pracht smeedwerk in brons, dat uitstekend aansluit bij de preek stoelen. waarin de geel-koperen em blemen de aandacht van de bezoe ker richten op de heilige handeling, In Blerick woonde een goede vijf en twintig jaren geleden een lasser- bankwerker, die als twintig-jarige jongeman zijn vak geleerd had in de harde praktijk van die dagen. Zo was hij werkzaam geweest in in verschillende bedrijven in binnen- en buitenland. Daar had hij ook o.a. tentoonstellingen gezien, die op zijn vak betrekking hadden. Daar van was hem één ding bijgebleven, nml. pogingen die men in het buitenland ondernam om te komen tot een nieuw systeem om vee- voedsel te koken. De oude ijzeren „sopketel" was niet economisch genoeg. Daar ging te veel van de warmte verloren. Het waren buitenlanders, die in die dagen een nieuw systeem gin gen brengen, door de warmte méér teisoleren en een groter rendement te geven. Zo kijkend op die tentoonstelling, had de jonge vakman van die schone dromen, om dit systeem te vervolmaken en verder toe te gaan passen, zoals bijv. in slagerijen en andere zaken. Voorlopig kwam van deze dag dromerijen niets. Hij was werkzaam op de Centrale Werkplaats van de Ned. Spoorwegen en had het daar druk genoeg. Tot op een gegeven moment de buurvrouw zich ontval len liet, dat ze hoognodig een nieuwe wasketel nodig heeft. Dan is daar de spontane belofte, dat hij ervoor zal zorgen. Een goed kope ketel en beter dan welke ook De buurvrouw wacht en wacht. Ondertussen knoeit hij in de ach terkeuken en krijgt ruzie met zijn vrouw over de rommel. Telkens en telkens opnieuw wordt er ge tekend, worden er mallen gemaakt, wordt er gepast en gemeten en dan eindelijk is de ketel klaar. Moe, maar voldaan schrijft hij op de binnenwand van de nieuwe 'ketel: „MULDERS -KETEL". De eerste van de ruim 40.000 Mulders ketels die sindsdien over Nederland, Bel gië, Luxemburg, Frankrijk, Indo nesië, West-Indië, Midden- en Zuid- Afrika zijn verkocht. Maar de jonge bankwerker wist dit niet.... Omdat hij de mallen en het materiaal toch had, werden er meer ketels gemaakt. Eén in drie, vier weken. Vrienden en kennissen vroegen er naar, want de buur vrouw stak haar lof over de zuinige en handige ketel niet onder stoelen en banken. Na verloop van tijd werd er een voor reclame aan de deur gezet en prompt kwam er een briefje van de Nederl. Spoorwegen, dat deze handel niet geoorloofd was voor een employé van deze spoorwegen. Had hij toen geluk, dat hij als arbeids-contractant niet onder die bepalingen viel, later, als de crisis jaren komen en de Spoorwegen gaan bezuinigen, is het ook deze arbeids-contractant die moet gaan vertrekken. Maar intussen heeft hij al een betonnen hok achter in het tuintje moeten plaatsen, om een wat ge schikter werkplaats te kunnen krijgen en is hij zelfs moeten ver huizen naar een huis met een grote garage als werkplaats. Via een bevriende relatie kan hij achter elkaar de ijzerconstructies krqgenvoor 'n grote nieuwbouw, en zo is hij practisch zelfstandig onder nemer, voor hij het zelf weet. Na een half jaar is het werk ge daan en begint de ketelfabricage weer. Eerst alleen, dan met een die hier wordt voltrokken. Ware meesterstukjes zijn het, deze mi niatuurtjes. We zien de symbolische voor stellingen der H. Communie. Het dorstige hert, de pelikaan, die zich zelf opoffert voor zijn jongen, het Lam Gods, de vis en de broden, de fenix en de eenhoorn. Ze dragen mede het teakhouten blad en vormen een waardige af sluiting van het Oostrums priester koor. We vinden weinig kerken in deze streken, waar men grote kunste naars ^dergelijke kansen heeft ge geven. Kansen, die ze hebben ge grepen en waaruit iets schoons is ontstaan, dat aantoont, dat ook in deze tijd iets moois en waardevols nog immer gemaakt kan worden. En die in dergelijke mate beant woorden aan het doel, dat iedere kerkversiering zich moet stellen, nl. de aandacht der gelovigen te rich ten op het middelpunt van iedere kerk, het altaar. Oostrum mag zich gelukkig prij zen dergelijke kerkschatten de hare te mogen noemen en zo mede een voorbeeld te geven aan andere parochies. Het zal de bedevaartganger rijker maken, hieraan ook eens wat meer aandacht te schenken. loopjongen. Later als hij met zijn produkt de boer op moet, een knecht bij. Op de landbouwtentoonstellingen in deze streken, ziet men de nieuwe veevoeder-ketels staan en de vraag neemt toe. Dan komt er een reiziger bij en meer personeel en uiteindelijk zit men in de hanebalken van het huis in Blerick. Men kan niet meer voor of achteruit. OOSTRUM Als dan in 1937 'n oude fabriek in Oostrum vrij komt, waagt Mul ders de grote sprong, mede omdat hij dan beter woont t.o.v. de boeren bevolking, welke zijn rood-koperen ketels moeten afnemen. Aldra blijkt ook die ruimte te klein en een grote loods wordt er bijgebouwd. Dagelijks verlaten meer ketels de fabriek en men heeft ternauwer nood tijd, om te experimenteren met een ketel met roerinstallatie, die aan het oude ideaal nieuwe ge stalte moet geven. De mobilisatie komt. Her en der waarts in 't land liggen de soldaten, die gevoed moeten worden. Dan valt het oog op de gemakkelijk te onderhouden en zuinige Mulders- ketels en op een goede dag komt het Rijksinkoopbureau aankloppen in Oostrum, om over leveranties aan het Nederlandse leger en andere officiële instanties eens te praten... Het is bij praten niet gebleven, De nieuwe aluminium Muldersketel voor de voedselbereiding was daar van het resultaat en zelfs de inval der Duitsers kon de fabricage niet belemmeren. Integendeel, nu de officiële in stanties deze ketels hadden leren kennen, werden ze voor jeugd kampen etc. meer en graag ge vraagd. Zo is men dan de oorlog doorgekomen met veel moeilijk heden en veel improvisatie. Vlak voor het einde demonteerde men de machines, uit angst, dat ze naar Duitsland zouden worden ge sleept. Dat was maar gelukkig, want verschillende granaten ver woestten woonhuis en fabriek. Na de oorlog waren de moeilijk heden nog groter. Er was bijna aan geen materiaal te komen, er waren geen kranen en andere kleine, maar onontbeerlijke dingen, die men vroeger van elders betrok; er was zo goed als niets. Maar in Oostrum gaf men het gevecht niet gauw op. Kon men ze niet krijgen, dan zelf maar gieten en met een oude kachel begon men te experimenteren. De veilinghal in Oostrum werd gehuurd voor opslag, de oude loods gebruikt als werkplaats en toen men het gieten wat onder de knie had, werd de oude melkfabriek ineens gieterij. Als in Rotterdam 14 ton alimi- nium liggen en de schepen niet ge lost worden door de havenstaking doet men het zelf, en zo improvi- seerd men maar door. Men huurt een oude danstent om ketels in op te slaan en is al helemaal niet meer verwonderd als dat ding op een keer de lucht invliegt bij een storm. Maar de 1500 ketels voor de Noord Oost Polder de eerste grote na-oorlogse opdracht wordt op tijd en goed uitgevoerd. Al zeg gen de mensen van het Rijksinkoop bureau later, dat zij dat helemaal niet verwacht hadden. Want hoe zou men aan spullen kunnen komen. Maar de gieterij in de oude zuivel fabriek in Oostrum bergt vele ge heimen onder het zwarte giet-zand en de ketels waren immers klaar. 20 Man personeel kunnen de op drachten niet meer af. Als men op een gegeven moment tot de ont dekking komt, dat de mensen lan ger dan een jaar op een Mulders ketel moeten wachten valt het grote besluit: Dan maar een nieuwe fabriek In 1948 werden de plannen opge steld, einde 1949 werd begonnen en einde 1950 verliet de eerste MUVERO-ketel de nieuwe grootse fabriek. Gauw verteld, maar niet zo eenvoudig als men wel vermoed. Dagen en nachten tekenwerk, dagen en nachten planning. Maar als in 1951 de fabriek offi cieel wordt geopend, dan komen uit binnen- en buitenland archi tecten naar deze hal kijken, die zo opmerkelijk is geconstrueerd en die een unicum is in den lande. Zo worden dan thans in deze bijna 5000 m2 grote hal de MU VERO ketels gemaakt. Er is veel aan ver anderd. Want het eenvoudige ke teltje van de buurvrouw heeft vele en grote wijzigingen ondergaan. Kijken we maar eens naar de stookgelegenheid. Nu heeft men er voor vaste brandstoffen, voor stads- propaan en aard-gas, met oliestook en electrische verwarming. De boer draait 's avonds voor het naar bed gaan het knopje om en 's morgens is het veevoer gaar gestoomd. Maar ook het oude ideaal is ver wezenlijkt. Naast de ketels voor voedselbereiding, is men begonnen aan de slagers kookinstallatiebouw en hele slagerijen verlaten kant en klaar de MUVERO-fabrieken. Dropketels, conservenketels, voor practisch ieder product worden er ketels vervaardigd. De soep wordt er in gekookt, even goed als de schoensmeer of als ijs. Voor ieder product vervaardigt Muvero de ketels, in rood koper, in aliminium of in chroom-nikkelstaal, waar men zich in spiegelen kan. Het productie-programma toont pastei-ovens, slagersketels die prachtige combinaties kunnen vor men, drukketels, mengbakken en werktafels, koelbakken en gammel - len. En in een hoek is men de nieuws te vinding aan het bouwen, de prachtige kookkasten, waarin het vlees in vochtige lucht wordt ge kookt in een voortdurende constan te warmte, geregeld door thermo staten. De 70 man personeel hebben het er druk aan. Allen zijn opgeleid in de fabriek, die haar eigen speci fieke eisen stelt aan iedere vakman. In alle onderdelen van het „ijzer vak" wordt men hier onderwezen en opgeleid en het doet goed, Ven- rayse jongens de zware forceer- banken en de moderne draaibanken te zien bedienen, ze als vormers en gieters bezig te zien. Er is personeel tekort, om aan alle aanvragen on middellijk te kunnen voldoen. De totale liter-inhoud van de na de bevrijding geleverde ketels over schrijdt thans de 7.000.000 liter, ter wijl aan totaal-gewicht sinds die tijd ruim 12.000.000 kg aan ketels werden vervoerd. BUITENLAND. Want niet alleen in het binnen land heeft MUVERO een klinkende naam. De vrachtwagens rijden per jaar 10 maal de aardbol rond ofwel 400.000 km., om ook in het buiten land Mulders ketels te brengen. Op de grote tentoonstellingen in Frankrijk, zowel in Parijs, Lyon, Marseille als Lille en Nancy staan MUVERO ketels en op het kantoor hangen de prfjzen, die Mulders' stand gewonnen heeft in Brussel, Luxemburg en andere plaatsen. Rechtstreeks export, die dit Ven- rayse product tot ver in Europa brengt. En men schrikt al niet meer als een missie-bisschop op vacantle eens even aankomt wip pen, om te praten over leveranties van ketels naar de missiegebieden van Indonesië. Want de zwartjes van Afrika kennen deze ketels even goed, als de mensen op de Ned. Antillen. Missiehuizen en missionarissen zijn onze beste vertegenwoordigers, is het standpunt van de heer Mulders. Zo is ook hier uit het kleine, het groote weer geboren! Een trotse fabriek is gegroeid uit het kleine bijkeukentje, een goed product uit het wasketeltje van de buurvrouw. Dank zij* grote energie, de vaste wil om iets te bereiken en een weinig geluk, wordt Venrays naam thans mede hoog gehouden door deze moderne fa briek, waaruit gemiddeld twintig ketels per dag de wijde wereld worden ingezonden. Ketels, waaraan Venray.se mensen hun werkkracht en werklust hebben gegeven uitgevoerd, waarbij ditmaal de gronden volledig werden geëgali seerd, om de infiltratie zo goed mogelijk tot haar recht te laten komen. Weliswaar waren hierdoor de kosten f 4000 per ha, doch niet vergeten moet worden, dat practisch nieuwe vruchtbare gronden zijn ontstaan, omdat de oude akkers niets waard waren. Begenmeester In Someren troffen we de enige regenmeester van heel Nederland aan, een man, die daarnaast nog keurmeester is, doch krachtens zijn exclusieve functie de pomp- aggregaten bedient, de hydranten opent en sluit, het regenschema al naar de behoeften der boeren opstelt en noteert, hoeveel water door de grondgebruikers is afge nomen. Het verplaatsen van de zij leidingen en sproeiers geschiedt door de grondgebruikers zelf. Het betref t een strook oude bouw land-zandgrond tussen het dorp Someren en de Zuid-Willemsvaart, die reeds vele honderden jaren in cultuur is en vrijwel uitsluitend voor graan teelt werd benut.. De droogtegevoeligheid van deze grond is zeer groot en de ligging ten opzichte van het kanaal bijzon der ongunstig. Door de kunstmatige beiegening, waai voor het water 50 tot 60 meter diep uit de grond wordt gepompt waterontrekking aan het kanaal bleek duurder en minder practisch kon een ge deelte van de akkers tot grasland worden gemaakt, zodat het vee in de nabijheid van de bedrijfsgebou wen kan worden geweid. Prima Grasland Na de droge zomer van 1949 is men daarmee begonnen. Een 35-tal boeren en een tuinder vormden toen een coöperatie. In 1955 was nog 85 pet van de akkers met graan bezet, doch vorig jaar is het bouw plan rigoureus gewijzigd en vimt men 10 tot 60 ha prima grasland. De beregeningsinstallatle is daar door reeds rendabel gemaaki en het aantal koeien steeg in één jaar tijds van 128 tot 167, terwijl intus sen al twee melkmachines zijn aan geschaft. Deze week zal in Veldhoven een tweede beregeningsinst^iiatie in gebruik worden genomen en in Leende, waar eenstreekvèrbeterings plan in uitvoering is, wordt het zelfde overwogen. In studie is een automatische kunstmatige beregenin g, die ook 's nachts in werking kan worden gesteld. Op eertijds droge gronden grazen nu de koeien Als methoden voor watertoevoer werden in het rapport van de com missie Waterbeheersing Noord- Brabant, dat wij elders in dit blad bespreken, o.a. genoemd beregening en infiltratie Beide systemen zijn reeds in Bra bant op de drooggevoelige gronden toegepast en hetgeen zowel in Wes terhoven in de buurt van Valkens- waard, waar in 1947 de eerste proef met infiltratie werd genomen, als in Someren met de eerste coöpe ratieve beregening in den lande gepresteerd wordt, kan uniek wor den genoemd. De resultaten zijn verrassend. Haveroogst Waar vóór de bevloeiing de gron den in Wesrerhoven slechts 700 kg haver per ha opleverden, wordt nu 7000 kg geoogt. Begonnen werd met een perseel van 50 ha. Er moest een waterlei ding worden gemaakt en een klein stuwtje in de aanwezige beek, die het gebied dwars doorsnijdt en het water van het Kempisch kanaal ontvangt. De resultaten van dit eerste ob ject, dat op f 830 per ha kwam, waren bijzonder gunstig, zodat in 1952 overgegaan tot infiltratie van het „Ganzenbroek", een oppervlakte van 58 ha waarvan de kosten f 1000 per ha bedroegen. Gekoppeld aan dit object werd in 1956 een derde Dekenale Afdeling VENRAY. De kath. Invalidenbond „St. Li duina" dekenale afd. Venray hield in het Brouwershuis haar jaarver gadering. In het algemeen was 1956 voor de afdeling een succesvol jaar ge weest. De 50 leden namen zich voor om in dit jaar een leden wervings actie te ondernemen onder 't motto „Ieder lid werft 1 lid". Uit het verslag van de secreta resse, Mej. Nelly van Dijk bleek, dat de activiteiten zeer belangrijk waren geweest. Buiten de revalidatie in het al gemeen, werden diverse problemen opgelost voor vele leden afzonder lijk. Er werd financieel genolpen bij aanschaffing van vervoer en of andere hulpmiddelen, terwijl in nauwe samenwerking met het Ned. Roode Kruis, afdeling Venray, ook enige invaliden een boottocht on dernamen door de Nederlandse wa teren en anderen een week vacan tle doorbrachten in het Henry Di- nanthuis te Zeist. Met voldoening werd er gewag gemaakt van de geslaagde Poppen- actie, welke de organisatie thans in staat stelde enige invalidenwa- gens aan te schaffen. De heer F. Flinsenberg, penning meester, liet eveneens een gunstig geluid horen over de finantieele positie van de bond. Bij de bestuursverkiezing werd het aftredende bestuurslid Flinsen berg met algemene stemmen weer in zijn functie herkozen. Na nog het zomeruitstapje te hebben besproken, sloot de heerE. Bartels, voorzitter, de vergadering, na nogmaals een beroep gedaan te hebben op alle leden, om hun beste krachten in te zetten tot grootma- king van de organisatie en om te helpen alle acties in 1957 te onder nemen en volledig te doen slagen. Nieuws uit Venray en Omgeving Bekendmaking Burgemeester en wethouders van Venray brengen ter openbare ken nis, dat de wijziging van de veror dening op de heffing van precario rechten in de gemeente Venray, vastgesteld bij besluit van de raad van 4 december 1956, no. 850, bij koninklijk besluit van 30 maart 1957, no. 18, is goedgekeurd. Bedoeld besluit is voor eenieder gedurende drie maanden ter secre tarie ter lezing neergelegd en tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld. Venray, 24 april 1957.

Peel en Maas | 1957 | | pagina 1