Driekoningen Slag voor do automobiel-branche Welke verbrui ks- beperking wacht ons? WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN en vele andere ondernemers. Priester- en kloosterjubilea in 1957 Uit Peel en Maas 2e inenting tegen diphtcrie, kinkhoest en tetanns Zaterdag 5 januari 1957 No 1 ACHT EN ZEVENTIGSTE JAARGANG 11 PEEL EN MAAS CONFECTIE VAI DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MÜNCKHOF GROTESTRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY f 1.60 Welke gaven bieden wij aan Morgen vieren wij het feest van Driekoningen of Verschijning des Heren. De kerststal is nu helemaal opgevuld met de beelden van ko ningen en dienaren en een of meer kamelen. Het Evangelie verhaalt ons echt boeiend de aanbidding van het God delijk Kind door de Wijzen uit het Oosten, die door een wonderbare ster werden geleid bij hun zoeken naar de pasgeboren Koning. Het waren de eerste heidenen die door God werden geroepen tot het geloof in Christus onze Heer en Verlosser. In die Koningen of Wijzen moeten wij een beeld zien van ons zelf. Het geloof, dat ons in de H. Kerk wordt voorgehouden, dat is onze ster Christus in Zijn volle heerlijkheid die ons telkens weer leidt naar Christus onze Heer 'en Verlosser. Als wij ons steeds op onze aardse levenstocht laten leiden door de ster van ons geloof, zullen we eenmaal mogen aanschouwen in het andere lever. Die ster van ons geloof, zal voor ons blijven schitteren, wanneer wij maar openstaan voor het Woora Gods, dat ons in de kerk wordt ge preekt en dat wij kunnen lezen in de Heilige Schrift. Wanneer wij niet meer luisteren, zal die ster door onze eigen schuld voor ons verdwijnen. Maar welke zijn onze gaven? De Wijzen offerden goud, wierook en myrrhe. Het goud komt den Koning toe; de wierook wordt aan God geofferd, en met myrrhe wordt het lijk gebalzemd. Ja, de Wijzen belijden Hem, dien zij aanbidden, met zinrijke geschen ken: met het goud als hun Koning, met de wierook als hun God, met de myrrhe, als een mens die moet sterven voor de zonden der mensen. Ook wij mogen niet met ledige handen voor God verschijnen. Wij brengen morgen ook onze gaven mee naar de kerk. De Ko ningen komen met koninklijke gaven: de rijkdommen der aarde leggen zij aan de voeten van het Kind. Maar wat die luxe in Gods ogen waarde geeft, dat is de innerlijke gezindheid die zij uitdrukken: geloof n.l., aanbidding en liefde. Die moe ten ook wij morgen en trouwens altijd als wij naar de H. Mis gaan, meebrengen. Onze uitwendige gaven zijn welis waar geen schatten, maar brood en wijn, de kracht en de vreugde van ons leven, die wij willen wijden aan de dienst van onze God en Vader. En dat is nog niets vergeleken bij de gaven die wij offeren in het midden van de H. Mis: het Lichaam en Bloed van Christus, Christus Zelf. Zoals dat morgen zo treffend wordt gezegd in het offergebed na de Offerande: „Zie genadig neer, bidden wij U, Heer, op de gaven van Uw Kerk. Niet langer wordt U goud, wierook en myrrhe aangeboden, maar wat daar door die gaven wordt betekend, Jezus Christus n.l. Uw Zoon, onze Heer, Die wordt nu ons Offer en ons voedsel". Want door het Christus-woord priester worden onz* gaven van brood en wijn verandert in Chris tus' Lichaam en Bloed, die ons hebben verlost en ons heiligen. Door de handen van de priester offeren wij dan bij de consecratie aan onze hemelse Vader: het goud van de Goddelijke Persoon van Vaders welbeminde Zoon, de wie rook van Zijn oneindig waardevolle aanbidding, dankzegging en ver heerlijking en de myrrhe van Zijn uit liefde tot God en de mensen ondergane offerdood aan het kruis. Ja, het H. Misoffer is het ware goud, dat nooit zijn glans en waar de verliest en dit goud mogen wij morgen, ja iedere dag, offeren. Waarom volgen wij dan de edel moedigheid van de Wijzen niet na? Zij luisterden naar de boodschap van God en keerden langs een andere weg naar hun land weer terug. Het werkelijk meeofferen in de H. Mis moest ook van ons andere mensen maken, die naar onze da gelijkse bezigheden terugkeren met een andere gezindheid, vastbes'o- ten voor Christus onze Heer en Verlosser alles te offeren, door goed te zijn voor iedereen met wie wij te maken hebben. Want dat beschouwt Christus als aan Hem Zelf gedaan. Ja, waar om zegt ons de H. Mis niets en doet de H. Mis ons niets? Omdat de ster van ons geloof door onze traagheid en wereldse gezindheid bijna zo goed als uitgedoofd is. Hoe zouden wij het goud van de H. Mis waarderen, hoe zou die korte stonde in de morgen waarin Christus Zichzelf offert, voor ons telkens opnieuw, onvervangbare sterkte en vreugde betekenen, als wij maar echt geloofden! In het advies van de Sociaal Eco nomische Raad lezen wij over een gelijke verdeling van de lasten, die voortvloeien uit de komende be stedingsbeperking. Bedrijfsleven, overheid en parti culieren moeten een evenredig deel daarvan dragen. Wij weten niet, uit welke maat regelen zou moeten blijken, dat de onderscheiden groepen van ons volk naar evenredigheid zijn ge troffen. Dit is ook stellig niet de opzet van het rapport, dat een advies inhoudt aan de regering en waaruit in zekere mate al blijkt, dat een verschuiving van inkomen plaats vindt van de jongeren naar de ouderen. De jongeren gaan namelijk pre mie betalen voor de ouderdoms- verzekering, die aan de ouderen nu toevalt. Het karakter van de ouderdoms- verzekering zal een inkomensver schuiving teweeg brengen, die op zichzelf niet mag worden betreurd. Het zijn in de afgelopen jaren al ie dikwijls „de oudjes" geweest, die de klappen hebben moeten ont vangen. Wanneer verder zou blijken, dat uit de voorgestelde bestedingsbe perking kleine welvaartsverschui vingen plaats "vinden van de ene groep in ons volk naar de andere, dan is daar niet veel op aan te merken, Aanvaarding van het toevallige en onvermijdelijke behoort tot de normale levensrisico's. Dit keer schijnt men echter weer eens een complex maatregelen te willen uitvaardigen, dat speciaal de kleine handeldrijvende en in dustriële middenstand en de am bachtslieden zal treffen. Een zware belasting. Wij wezen reeds op de komende ouderdomsvoorziening, die toevallig samenvalt met het tijdstip, waarop de consumptiebeperking voelbaar moet worden. Op 1 januari 1957 moet iedere middenstander beneden de 65 jaar zes en driekwart pet. van zijn in komen ter zijde leggen voor de premie van de ouderdomsverze- kering, die hij via de belastingkan- ioren moet betalen. Voor zijn personeel geniet de middenstander bij de betaling van een hoger loon (ingevolge de pre mie) nog een compensatie, omdat de vereveningsheffing wegvalt. Niettemin komt ook van deze premie nog 1.3 pet voor zijn reke ning. En daarnaast moet hij zijn gehele eigen premie opbrengen. Voor de kleine zakenmensen, met enkele krachten in dienst, is dit een zware belasting, die velen zwaar zullen voelen druk ken. De aankondiging van tariefsver hoging voor de spoorwegen, de posterijen en de energiebedrijven vormt evenzeer een bedreiging van het rendabiliteitscijfer voor de middenstand. Het zijn juist de middenstanders, die van deze bedrijven de beste klanten zijn. Wij denken aan het postverkeer met kleine briefpakjes en de vele reclame die door mid denstanders als drukwerk wordt aangeboden. Zoals men weèt, gaat zowel het tarief voor drukwerk als dat voor briefpakjes omhoog. Grote bedrijven maken veelal gebruik van andere reclame- en verzendin gs wegen De giro-belasting Nu moet men toegeven dat ook in andere sectoren de kosten'hoger worden, maar algemeen wordt als vaststaand aangenomen, dat een kostenverzwaring zwaarder drukt naarmate men economisch minder weerstand kan bieden. Zeer duidelijk komt de bedreiging van de middenstand aan het licht bij de beoogde heffing van 2 cent bij elke giro-overschrijving. Het zijn juist de middenstanders, die veel kleine posten per giro plegen over te maken. De grotere bedrijven maken bij het geldverkeer een druk gebruik van hun bankrelatie, hetgeen bij middenstanders veel minder het ge val is. Velen van hen beschikken zelfs niet over een bankrelatie. Hun gehele geldverkeer gaat per giro dienst. Juist om deze reden zal in het bijzonder de middenstand door de ze maatregel worden getroffen. Vatten wij alle verhogingen, die aanstaande zijn, samen, dan zijn het juist de algemene kosten en de indirecte kosten van een bedrijf, die getroffen worden. Bij de vaststelling van de bruto winstmarges van een winkelier of ambachtsman worden deze kosten dikwijls verwaarloosd of op een nonchalante wijze gecalculeerd. Hieraan zal een einde moeten ko men. De volgend jaar te betalen pre mie voor de algemene ouderdoms- verzekering en de opnieuw stijgen de sociale lasten voor het perso neel mogen voor de middenstand een waarschuwing zijn dat zij de ze kosten moet door calculeren in de prijs van het eindproduct. Het bovenstaande betekent, dat de bruto-winstmarges voor de mid denstand evenals voor groothandel en fabrikant zullen moeten stijgen, want de meeste zelfstandigen zullen de nieuwe premie niet van hun eigen inkomen kunnen voldoen. Volgen zij de regels van de gead viseerde bestedingsbeperking, dan zal ook van de door hen te betalen premie 1,3 pet voor eigen rekening komen. Stijgende pry zen In dit kader moet opnieuw aan dacht worden besteed aan de prijs- stabilisatiepolitiek van de regering, waarbij ook de middenstanders be reid zijn geweest hun medewerking te verlenen. Deze medewerking is toegezegd tot 1 januari 1957 en zal dan opnieuw worden bezien. Uit het voorgaande kan gemak kelijk worden geconcludeerd, dat de middenstand slechts op voor haar gunstiger winstmargevoorwaarden haar medewerking aan de regering kan prolongeren. Deze correctie van de winstmar ges zal voor een reeks van artike len op weinig moeilijkheden stuiten en zich automatisch voltrekken. Dit wordt anders met de marges op merkartikelen, waarvan meesten tijds de verkoopprijzen aan consu menten door de fabrikanten worden vastgesteld en waarvan de winke lier in meerderheid van gevallen niet mag afwijken zonder risico te lopen van verdere leverantie te worden uitgesloten, afgezien van de betaling van een boete. Er zal derhalve in de komende weken een intensief overleg moeten plaatsvinden tussen de fabrikanten en de vertegenwoordigers van win keliers over het standpunt dat in deze zaak moet worden ingenomen. Komt men niet tot een gunstige herziening van winstmarges dan worden de winkeliers het kind van de rekening der bestedingsbeper king. Het is niet steeds zeker dat de fabrikanten de winkeliers steu nen in hun streven naar verbetering der marges. Bij hun prijspolitiek streven zij er naar de consumentenprijzen van hun merkartikelen zoveel mogelijk op een bepaald niveau te handhaven waarbij zij bij stijgende prijzen be reid zijn hun winstverlangen te be perken, terwijl zij er zich bij een dalende markt met hand en tand tegen verzetten deze tendens te volgen. Meer efficiency Stellen wij in dit verband nog eens tegenover elkaar de positie van het groot- en kleinbedrijf. Het eerste heeft een ver doorgevoerd culculatiesysteem en is ook in het verleden reeds met de verzorging van de sociale maatregelen voor haar personeel geconfronteerd. Het laatste heeft de sociale verzorging steeds als sluitpost van haar ver lies- en winstrekening gehanteerd. Het grootbedrijf blijft in dezelfde positie, al wordt de sociale zorg uitgebreid. Het kleinbedrijf zal de sociale zorg van de zelfstandige thans moeten aanvaarden als een integrerend deel van de prijsvor ming. Het resultaat van de verge lijking is dus ongunstig voor het kleinbedrijf. De concurrentie tussen beide groepen zal er toe leiden, dat men vooral in het kleinbedrijf de drang tot prijsverhoging, die dus bij haar het grootste zal zijn, met grote voorzichtigheid zal toepassen. Men zal bereid zijn op een ander terrein naar een compenserende kosten verlaging te zoeken. Deze kan alleen gevonden worden in een verhoging van de bedrijfefficiency, waaraan in het kleinbedrijf nogal eens een en ander mankeert. Uit deze drang naar kostenver laging moet een grotere drang naar samenwerking tussen bedrijfsgeno- ten voortvloeien, om eendrachtig aan de dreigende inkomstenvermin dering het hoofd te bieden. Wanneer men in brede kringen van de middenstand tot deze ge wenste ontwikkeling komt, zal welis waar de strijd tussen groot- en kleinbedrijf (nog) feller worden dan tot heden, maar dan zal hier een versterking zowel van de sociale toestand der middenstand op korte termijn als van de economische po sitie op langere termijn het gevolg van zijn. Over de resultaten van het nederlandse bedrijfsleven in 1956 mogen we in het algemeen zeer tevreden zijn. De ene bedrijfstak heeft daarbij een gunstiger positie ingeno men dan de andere op de wereldmarkt. Onder de sterke wisseling en verschuivingen, die het economisch leven nu eenmaal kenmerken, mogen we rond de jaarwisseling zeker spreken van een aardverschuiving in het kostenvlak van de automobielbranche, waarvan de gevolgen zich pas over enkele maanden zullen openbaren. fen, omdat wij als volk op te grote voet geleefd hebben en vooral om dat men in kringen van staat en overheid er nog onvoldoende be grip voor toont, dat met onze be lastinggelden te royaal wordt om gesprongen en dat menige staats dienst te duur werkt of overbodig is. BEL OP BIJ BRAND No. 392 Op twee fronten heeft men het autobedrijf in ons land een gevoe lige slag toegebracht. De eerste aanval kwam van dic tator Nasser in Egypte, door wiens toedoen de benzine-bevoorrading van Europa ernstig werd geschaad, omdat hij een aantal schepen op de bodem van het Suezkanaal heeft laten zinken en medewerking heeft verleend bij het afsnijden van pijp leidingen. Wij weten allen, dat de vertraag de olieaanvoer naar Europa slechts een tijdelijk karakter zal dragen, zodat de verstoring in de automo- branche, die hierdoor optreedt, eerlang weer zal verdwijnen. Niettemin moet worden vastge steld, dat gedurende deze periode een vijfde van het nederlandse ben- zineverbruikend rijdend materieel niet kan worden gebruikt. De schade hierdoor veroorzaakt, blijkt wel zeer duidelijk op zon dagen, wanneer de wegen even schoon zijn van auto's als de kas sa's van tankstations en buiten- café's van inkomsten. En er ging des zondags het een en ander om, dank zij het auto verkeer. De winstcijfers van autobedrijven en benzinestations worden door deze situatie aanzienlijk gedrukt. Dit is onvermijdelijk, tijdelijk en een factor die door de internationale situatie veroorzaakt. Vervolgens zijn de kosten van de motorbrandstof omhoog gegaan. Het vervoer is veel duurder ge worden en het heeft betrekking op een veel grotere afstand, hetgeen de prijzen van de brandstof niet onberoerd kon laten. Hierdoor werd de prijs van het autotransport voor personen en goe deren duurder in verhouding tot ander vervoer zoals dat per spoor. Tien maal erger Mocht hieruit reeds een zekere verschuiving volgen activiteit ten nadele van het autobedrijf, dit ver schijnsel wordt tienvoudig vergroot door de verhoging van de invoer - belasting op benzine perl jan. 1957. Uit een oogpunt van landsecono- mie moge dit te verdedigen zijn, niet te ontkennen valt, dat de auto branche er een gevoelige terugslag door moet incasseren. De verwachtingen over een ver schuiving van 't goederentransport van auto naar de spoorwegen zijn niet zo pessimistisch, maar voor het personenvervoer zal een wijziging van het economisch beeld niet zijn te vermijden. Belanghebbenden in de auto branchezien met belangstelling naar het ministerie van waterstaat, waar de stukken klaar liggen, die een verhoging van de spoorwegtarieven aankondigen. Moge deze verhoging voor de N. V. Nederlandse Spoorwegen zelf nood zakelijk zijn, het is nog een open vraag of de ministers van econo mische en sociale zaken aan deze verhoging willen meewerken. Want het gaat niet alleen om eensluiten- de exploitatie-rekening voor de spoorwegen. Evenzeer zijn in het geding de verhouding tussen de kosten van auto- en spoorwegvervoer en de totale kosten van levensonderhoud der bevolking. De spoorwegen zelf zullen een tariefverhoging wensen. De automoblelbranche zal het zelfde standpunt innemen om de verhouding tussen de vervoerskos ten per auto en trein na de ver hoging van de benzineprijs weer in evenwicht te brengen. Het is echter waarschijnlijk, dat een deel der volksvertegenwoor diging en een aantal leden van het kabinet beslist niet enthousiast voor een verhoging zullen zijn. Hoeveel vertegenwoordigers en zakenmensen reizen er niet per trein! Onder de hak. Stijging van het spoorwegtarief heeft onmiddellijk gevolgen voor het kostenbeeld van een groot aan tal ondernemingen, die juist in deze weken geducht onder druk staan van minister Zijlstra met z'n prijsstabilisatie-politiek. Indien de overheid maar door gaat met zijn prijsverhogingen, zal men het particuliere bedrijfsleven van eenzelfde opvatting geen ver wijt kunnen maken. In dit licht is de tariefsverhoging van de spoor wegen nog onzeker. Mocht het noodzakelijk blijken dat deze niet doorgaat, dan worden de auto bedrijven en de autobusouder- nemingen in het bizonder getroffen. Een zelfstandige kostenverhoging van de autobielbranthe wordt nog veroorzaakt door de loonsverhoging van 1 januari, die de invoering van de algemene ouderdomsverzekering mogelijk maakt. Men zal er met ons van overtuigd zijn dat de garagebedrijven zeer loonintensief zijn en dat er op dit terrein sprake is van een ernstige arbeidssc'naarste. Bovendien vindt men in deze branche zeer veel eenmansbedrijven, die ook hun post sociale lasten moeten aanpassen aan de premieplicht voor de ouderdomsverzekering. Het gevolg is dus dat de repara tiekosten voor auto's ook omhoog zullen gaan in een verhouding, die waarschijdlijk de gemiddeld te ver wachten kostenstijging zal over treffen. Moderniseren of sterven Wij zien hier als onvermijdelijk een verdere rationalisatie van de autobranche. Menig kleinbedrijf zal moeten moderniseren of sterven, waarbij ook de meest doelmatige bedrijfsgrootte ter sprake komt. Aan een verdergaande concentratie in deze bedrijfstak zal wel niet zijn te ontkomen, waarbij opnieuw een aantal kleine zelfstandigen een moeilijke tijd tegemoet zal gaan. Houdt men daarbij het oog op de steeds toenemende kapitaalbehoefte die in deze branche een factor van betekenis vormt, dan zal men met ons een grote geldschaarste in het automobielbedrijf mogen tegemoet zien. Niet eenvoudig maar'wel belang wekkend zijn de gevolgen van de consumptiebeperking voor de auto branche. Het kan niet worden ont kend, dat een belangrijk percentage van het autogebruik nog steeds wordt aangewend voor ontspanning en luxe. Vermindering van het reële inkomen en toeneming van de kosten zullen dit percentage ver minderen. Het aantal particulieren dat zich de luxe van een eigen auto uan permitteren, zal verminderen mèt de schadelijke gevolgen voor de autohandel en -reparatiebedrijven. Eigenaren van grotere auto's zullen naar een kleinere wagen zoeken en een aantal liefhebbers van auto rijden, dat juist voornemens was zich dit voorjaar een eigen auto aan te schaffen, zal daarvan voor lopig afzien. Slecht voorjaar Pas over enkele maanden zal men kunnen waarnemen in hoe verre de handel van deze gewijzig de instelling zal hebben te lijden. Op dit ogenblik is dit moeilijk te constateren omdat de aanschaffers van auto's in de wintermaanden voornamelijk behoren tot hen, die voor zakelijke doeleinden dit ver voermiddel niet kunnen missen en dus toch aan de markt blijven. Het ziet er echter naar uit dat vooral komend voorjaar de handel in nieuwe en nog meer in tweede hands grote auto's een moeilijke tijd tegemoet gaat. Voor de gebruikers van auto's voor zakelijke doeleinden is er één lichtpunt aan de donkere hemel van de benzineconsumptie. Voor zover zij van hun auto minder dan 10 pet. voor privé-doeleinden ge bruik maken, mogen zij dit mindere in de plaats stellen van de tot nu toe aangenomen 10 pet. van de cataloguswaarde voor de fiscus. Men weet dat door de belasting dienst voor de inkomstenbelasting tot heden werd aangenomen, dat wie naast zijn zaken ook voor privé van zijn auto gebruik maakte, dit privé 10 pet. van de catalogusprijs van de auto per jaar zou zijn onge acht of dit met de werkelijkheid overeenstemde. Een recent arrest van de Hoge Raad heeft echter toegestaan dit privé-gebru'k gelijk te stellen aan het werkelijke indien dit aantoon baar geringer is. En dit komt nogal eens voor, vooral wanneer men een auto met een hoge catalo gusprijs voor een veel lager bedrag tweedehands koopt. Hier is dus sprake van een tegemoetkoming aan zakenmensen, die een gering privé-gebruik van hun auto maken. Het geheel der maatregelen, dat de autobranehe treft, is er vooral op gericht het luxe rijden en het maken van vacantietrips, dus de besteding voor genoegen en ont spanning te verminderen. Uit een oogpunt van gebruiksbe perking, met als nevendoel opvoe ring van de verkeersveiligheid en besparingen moge dit aanlokkelijk zijn, de autobranche zal er haar omzet door zien verminderen. Het is een eerste dreun op het hoofd van een bepaalde groep bur gers, die economisch wordt getrof Op 19 maart 1957 herdenkt mgr dr J. H. G. Lemmens, bisschop van Roermond, de 25ste verjaardag van zijn bisschopscongregatie. In het bisdom Roermond zijn 50 jaar priester: 16 maart J. Ker- bosch, pastoor te Lottum; A. Lem mens, pastoor te Schimmert; G. J. Lenders te Bemelen; G. S tassen, pastoor te Geulle. 40 jaar priester: 24 maart, ir J. Bemelmans, kanunnik van het Ka- thedraal-Kappittel en pastoor-deken te Heerlen; N. Boshouwers, pastoor te Neerbeek; B. Diederen, pastoor te Heerlen; J. Hou ben pastoor te Heerlen; J. Janssen, em.-pastoor van Griendtsveen te Boekei; dr J. Kurris, em.-pastoor van Schin op Geul op Oud-Valkenburg; W. Lins- sen pastoor-deken te Echt; J. Meu- lenberg, em. pastoor vanJabeek te Oirsbeek; P. van Nieuwenhoven, in specteur R.K. lager onderwijs te Roermond; mr dr J. Balgooij, rus tend te Den Haag; V. Schoolmees ters, pastoor te Roermond; M. Spaet- gens, pastoor te Klimmen; E. Steeg- mans, pastoor-deken te Meerssen; dr S. Teeuwen, rector Pius-convict te Nijmegen; G. Vostermans, pas toor te Leunen. 25 jaar priester: 12 maart, A. Cra mers, pastoor te Hegelsom;' mgr drs J. Damen, vertegenwoordiger van het Nederlands Episcopaat en rector van het Pauselijk Nederlands Col lege te Rome; L. van den Dungen, pastoor te Lemiers; J. van Eijseren, pastoor te Papenhoven-Grevenbicht; L. Francken, pastoor te Jabeek; A. Franssen, pastoor te Swartbroek; P. Funken, pastoor te Meers; J. Geurts, leraar te Sittard; E. Gom- mans, pastoor te Venlo; E. Heil, rector te Blerick; G.Höppener, pas toor te Venlo; J. Janssen, pastoor te Eckelrade; J. Janssen, rector te Heel; dr J. Janssen, Leiden; J. Kus- ters, leraar te Roermond; M.Meijs, pastoor te Slenaken; J.Nievergeld, eraar te Weert; J. Rijcken, pastoor te Obbicht: T- Rut ten, pastoor te Heijen; J, Slijpen, rustend te Heer len; H. Vercoulen, pastoor te Mer- selo; H. Verheggen, hoofdaalmoeze nier van de inrichtingen van Justitie te Den Haag; M. Vliegen, pastoor te Kerkrade; W. de Vrede, pastoor te Roosteren; W. Wagemans, pas toor te Heel; L. Weijs, rector te Haler-Uffelse; P. Wijnen, pastoor te Kerkrade-Holz; J. Wintgens, rus tend te Nijmegen. 11 januari 1913 De heer Victor Fonck Jr., sec retaris publiceerde een verslag van de voetbalvereniging D.S.O. seizoen 1911—1912. Op 5 januari werden tot be stuursleden van D.S.O. gekozen: S. Esser, Voorzitter, P. Esser Vice- voorzitter, V Fonck Jr. secretaxis, J. Oudenhoven, penningmeester, P. Emonds, captain. Nieuws uit Venray en Omgeving GROENE KRUIS DONDERDAG a.s. Consultatiebureau voor zuigelingen uit de Kerkdorpen. Burgemeester en wethouders van Venray maken bekend, dat de tweede inenting tegen diphterie, kinkhoest en tetanus zal plaats hebben: op woensdag 9 januari 1957 In de kerkdorpen Leunen, Casten- ray, Oirlo en Oostrum op dinsdag 15 januari 1957 op belde dagen op dezelfde uren en plaatsen waarop en waar de eerste inenting heeft plaats gehad. De dagen waarop de derde inen ting zal plaats hebben zullen nader bekend worden gemaakt. Venray 22 december 1956 Gevonden: dubbele rijwieltassen, Kazerne Langstraat; knikkerzakje, Nagel hout, Grotestraat 5a; zwarte dames- paraplu, A. Reijnders Oostrum D 36; woordenboek, Noy Langeweg 15; plastiek damesportemonnaie, P.Ja cobs, Merseloseweg M lc; heren onderbroek en 2 heren onder hemden, Goumans Kempweg 15; fox-hond, C. Barents, Hoopweg M70; rode autoped, vd. Pas, Wilhelmina- straat 47; oud damesrijwiel van Meijel Hofstraat 4; 2 paar gebreide wanten, Postkantoor; blauwe rozen krans, gebreide want, bruin lederen beursje, motorwanten en kinder sjaal, Politiebureau.

Peel en Maas | 1957 | | pagina 5