deGruyter jong of oud de Gruyter's thee verkwikt het meest Uit het dagboek van Venray's Brandweer. sept.-okt. 1944. (Vervolg van voor-pagina) de publieke opinie tegen loslaten. Er zijn redenen om aan te nemen, dat er ook in het drostambt zeer velen leven, die op de zg „Wieder- heimkehr" niet gesteld zijn. Hier voor zijn voldoende redenen. Aan het „Relch" had men, afgezien van het feit, dat dit zo ontzaglijke ram pen over zijn ingezetenen bracht, niet de beste herinneringen. De Zelfkant was immers een iets verwaarloosd gebied, wat met ex centrische gewesten van vele sta ten het geval schijnt te wezen. We hebben de streek doorkruist, vlak na de overname, toen de allerergste oologsschade al wat hersteld was, doch men kon aan alles merken met een wat achterlijk gebleven gebied te doen te hebben. Vooral het wegenstelsel was primitief. Er is hier van Nederlandse zijde hard gewerkt en in een half dozijn jaren heel wat tot stand gebracht Wie zich daarvan overtuigen wil leze het jongste jaarverslag van ons Drostambt. Vooral het staatje aangaande de werkzaamheden aan openbare werken (inhoofdzaak van wegen) is leerrijk. Enkele citaten: Wegens stofvrij maken van de wegen zijn in de jaren 1949—1955 uitgegeven 484.468 gulden. Dit wegennet had een lengte van ruim 47 km. Het onderhoud van grind- en teerwegen, 244 km. vor derde uitgaven van bijna f 275.000. Aan onderhoud van waterlossin gen en sloten, over 116 km. is nog eens f 19.071 besteed. Voorts aan bruggen f 4137, aan rioleringen f 6331 en aan begraaf plaatsen f 7690. Het aantal straat lantaarns steeg van 41 in 1949 tot 193 in 1955. Sedert 1949 zijn 173 nieuwe wo ningen gebouwd. Het totale aantal afgegeven vergunningen bedraagt 896, waarvan de bouwkosten niet minder dan f 4 620.179 bedragen. De bevolking van het Drostambt telt 5950 zielen. 274 der ingezetenen werken in het buitenland, voorna melijk in Duitsland. Velen vinden nu werk in de nabijgelegen staats mijnen. De welvaart van het gebied is aanmerkelijk toegenomen, zodat er maar weinig zakelijke gronden zijn voor heimwee. De assimilatie voltrekt zich lang zaam en onopvallend. Men make zich daaromtrent niet ongerust; grensbevolkingen passen zich, dat bewijst de ervaring in het buiten land, gemakkelijker aan. omdat ze veel overeenkomsten vertonen. Nederland heeft hiervan de erva ring gehad na 1839. De afscheiding van België was toen geschied zon der medezeggenschap der Limburg se bevolking en had aanvankeiijk ook niet de instemming daarvan, dat is nu eenmaal een geschiedkun dig feit. Het duurde nog tot 1930 eer de hardnekkigste franskiljons het op gaven. Men behoeft zich omtrent de Zelfkant geen zorgen te maken. De bevolking weet zeer wel, dat ze er in welstand en vrijheid op vooruit is gegaan, dat ze opgeno men werd in een volksgeheel, dat haar nader staat dan het Pruissen van voorheen en dat ze, door het tot ontwikkeling komen van het mijngebied bij Vlodrop, waarheen straks grote verbindingswegen gaan alleen maar in ons staatsverband, nieuwe mogelijkheden ziet ontstaan. (De Tijd) De Venrayse brandweer had er bepaaldelijk geen erg in, dat het alarm, wat op de morgen van de 5e september gegeven werd, feitelijk het begin was van veel en lang werken, van onderduiken en weer te voorschijn komen van oorlog en van ellende, van zorg en nood. Op die morgen van de 5e sep tember leek het daar immers aller minst op. De Duitsers trokken toch met alle geweld terug en ook dit alarmsein beduidde niets anders, dan dat men de wacht moest gaan betrekken bij de Ursula-scholen, waar de duitsers onder het motto „Fuchs", geweldige hoeveelheden van allerlei soorten textiel hadden opgeslagen. Diezelfde Duitsers had den die voorraden op deze gedenk waardige dag zo maar zonder meer in de steek gelaten. De Venrayse bevolking scheen op dat vertrek gewacht te hebben, want ternauwernood hadden de Duitsers hun rug gedraaid of van alle kanten werd naar de scholen getrokken om er te halen, wat men maar vinden kon. Omdat het opgeslagene een soort „oorlogsbuit" konden de betrokken autoriteiten deze plunderingen niet tolereren en zodoende moest Ven- rays brandweer in het geweer ko men om met zachte drang de „ver overaars" terug te dringen. Wat in meer dan een opzicht ook maar gelukkig was, want nog dezelfde middag keerden de Duitsers terug. De gevolgen zouden waarschijnlijk verschrikkelijk zijn geweest als toen de plunderingen nog in volle gang waren geweest. De Duitsers bleken allerminst in vriendelijke stemming te zijn en konden maar weinig waardering opbrengen voor het werk der brand weer. Dit was mede aanleiding van de brandweermannen om zich terug te trekken, temeer waar de Duitsers een begerige blik wierpen op de beide brandweerwagens. Toch wilde men Jerusalem niet in de steek laten. Er kon ieder mo ment weer iets anders gebeuren en wie zou zeggen, dat de Duitsers dan weer zo vreedzaam zouden terug trekken, zonder de boel in brand te steken. Men besloot daarom terug te trekken op het St Jozefklooster, waarin een ploegen-systeemwacht werd gehouden. Van hier uit werd op zondag 10 september hulp ver leend in Oirlo. Op die dag beschoten Engelse vliegtuigen een trein nabij Oirlo, waarbij brand uitbrak in de boer derij van Bots. Die brand werd zo goed mogelijk geblust, terwijl twee gewonden in Venray naar het zie kenhuis werden overgebracht. 's Maandags werd bericht ont vangen, dat de SS op zoek was naar vrachtwagens en auto's en, dat men zelfs de brandweerwagens met name had genoemd. Men be sloot daarom op dinsdagmorgen de brandweerwagens te verplaatsen. En ze waren juist vertrokken naar St. Anna, toen enkele SS-mannen gewapend met mitrailleurs bij St Jozef aanklopten om de wagens te vorderen. ZWERVEN Dit was aanleiding voor de com mandant om de grote cadillac- trekker door te sturen naar Mer- selo, waar hij bij een boer op stal onderdook. De motorspuit autospuit en brand weerwagen, verborg men zo goed mogelijk in de bossen van huize St Anna. Maar het bestuur van huize St Anna vreesde, dat de in richting hierdoor moeilijkheden zou krijgen en verzocht, indien mogelijk oen andere schuilplaats te zoeken. Zo zou dezelfde avond ook het overige van Venrays brandweer materiaal naar de Testrik in Mer- selo trekken. Men was op weg, toen het bericht binnen kwam, dat het gevangen kamp in Ysselsteyn beschoten was door Engelse vliegtuigen, die on ophoudelijk over deze streek pa trouilleerden. Met de bosbrandweerwagen wer den de gewonden, die daar gevallen waren, opgehaald en naar het zieken huis overgebracht. Het waren b mannen, waarvan er nog diezelfde nacht aan hun verwondingen over leden. Geslapen werd er die nacht in Merselo, nadat men eerst nog na spertijd een 200 liter benzine in St Jozef had opgehaald en die ook in Merselo veilig had gesteld. Dinsdag trok men weer naar het dorp en werd een post ingenomen op het gemeentehuis. Merselo bleek te moeilijk bereikbaar voor berich ten en eventuele hulp zou moeilijk gehaald kunnen worden. De motorspuit werd zonder trek ker achter het raadhuis opgesteld, terwijl de autospuit en de bosbrand weerwagen verborgen werden in het pakhuis van de boerenbond, achter hotel de Gouden Leeuw. RUSTIG...!! Van 13 tot 24 september was 't rustig. Men houdt des nachts de wacht op het gemeentehuis om bij eventuele gebeurtenissen gereed te zijn. Maar er gebeurt niets bijzonders. Op zondag 24 september valt het alarm-systeem uit, alsmede de te lefonische verbindingen. In overleg wordt dan besloten ook overdag een waakdienst in te stellen, waarbij aan de brandweer wordt toegevoegd de medische dienst, opruim- en hersteldienst en de berichtendienst van de Lucht bescherming Venray. Die dagdienst krijgt het zwaar te verduren van alle mogelijke duit sers, die schijnbaar niets anders te doen hebben, dan de brandweer wagens op te sporen. En inderdaad ze vinden ze ook Op 27 september komt de mel ding binnen, dat de duitsers reeds met de bosbrandweerwagen zijn vertrokken en nu wachten op een andere auto, om de auto-spuit mee te slepen, die door het weghalen van een akku, zelf niet meer kon rijden. In snel overleg weet men de duitsers om de tuin te leiden en zelf de autospuit te bemachtigen, maar als die, na het overwinnen van vele moeilijkheden en levens gevaar, achter het raadhuis is ge stald, blijken de duitsers al zoveel van de wagen gesloopt te hebben, dat hij praktisch waardeloos ge worden is. Vrijdag 29 september worden er bommen op Oostrum gegooid. De brandweer is actief, maar behoeft gelukkig geen gewonden te bergen. De zondag daarop ontbindt men de dagploegen weer. Deze mensen hebben geen leven, omdat de hele dag door maar duitsers aankloppen om de auto's en daarbij alle moge lijke materialen gappen. Maar in de middag is het raak. Engelse vliegtuigen werpen bommen op het ziekenhuis van St. Anna, terwijl ook de boerderij van St. Anna zwaar wordt getroffen. ST. ANNA GETROFFEN De brandweer is paraat en weet uit de enorme ravage, die is aan gericht, een twintigtal verpleegden en enkele zusters te bergen. Er blijken zestien doden gevallen te zijn. De brandweer met vele andere helpers hebben een uiterst moei lijke taak om in al dat puin de slachtoffers te zoeken, temeer Goudmerk, een aromatische Ceylonmelange met krachtige afschenk. pakje 1 08 ct. Roodmerk, een krachtig atschenkende volgeurige thee-melange. pakje 94 ct. Blauwmerk, voorde liefhebbers van Assamthee met pittige afschenk. pakje 90 ct. Oranjemerk, pakje 82 ct. Groenmerk, pakje 74 ct. China thee, voor degenen die het China-karakter waarderen. pakje 1 00 ct. Zakjes thee, altijd de juiste hoeveelheid dus voordelig. 20 stuks 98 ct. DE KOFFIE- EN THEEZAAK waar granaatvuur de reddings pogingen bemoeilijkt. Ook op de boerderij wordt ge holpen. Deze was door de Duitsers bezet en ook hier zijn vele slacht offers gevallen. Door de mannen van de brandweer worden een twintigtal zwaar gewonden op Duitse vrachtwagens geladen. Er liggen vele doden rondom de boer derij, maar die moet men op Duits bevel laten liggen. 'sAvonds om half 9 vallen in de kom de eerste granaten. De troep wordt ontbon den en ieder wordt ingezet in eigen omgeving en buurt. Maar dinsdag 3 oktober worden de vrijwilligers weer ingezet, want van alle kanten, Overloon, Maas hees, Holthees en Smakt komen evacuees aan, die door de Duitsers bruutweg uit huis zijn gezet en in Venray maar onderdak moeten zien te krijgen. Voor zover deze mensen dat niet krijgen bij familie, vrien den of kennissen, worden ze onder gebracht in Jerusalem. Met de voedselvoorzienidg van deze mensen heeft men het druk. Want al helpen de boeren zeer goed, het moet allemaal gehaald worden, wat onder het langzaam zwaarder wordende granaatvuur niet altijd even prettig is. Zo moet men ook dikwijls te hulp springen als door dat granaatvuur slacht offers vallen. Er gaat nu bijna geen dag voorbij of men moet met gewonden naar het ziekenhuis Zo staat heel nuch ter in het officiële rapport: don derdag 5 oktober 8.45 voormiddag 3 gewonden verbonden en naar huis of ziekenhuis vervoerd. 12 uur 's middags 2 doden opgebaard in Jerusalem. 8.15 namiddags twee doden geborgen, 1 gewonde ver bonden en naar het ziekenhuis ver voerd.... NIEUWE PLOEG Nu de toestand langzamerhand critiek gaat worden wordt besloten een nieuwe vrijwilligersgroep in te zetten. Zij komt op vrijdag 6 okto ber in dienst en zal dag en nacht dienst doen vanuit de kelder van hotel de Gouden Leeuw. Maar de wapens worden de brand weer al langer hoe meer uit de handen genomen. Want op diezelfde dag krijgt men de autospuit achter 't gemeentehuis te pakken en om de moeilijkheden nog al groter te maken, komt verder het bericht dat de cadillac trekker in Merselo ook door de duitsers is gevonden en al op weg is naar die heimat. Ons rest nog alleen een motor spuit zonder trekker en dat houdt in, dat alleen de kom van de ge meente nog geholpen kan worden bij brand. Buiten de kom is hulp onmogelijk, ook al omdat nu de alarmering hopeloos geworden is. Een handwagen van de gemeente wordt ingericht als materiaal-wagen en nu moet men er maar het beste van hopen. Gelukkig is er aan water nog geen gebrek. De norton putten doen het goed en open water is er ook nog te vinden. Plunderaars Het granaatvuur wordt iedere dag zwaarder. Alleen al op maandag 9 oktober brachten vrijwilligers van de brandweer 21 gewonden naar het ziekenhuis, terwijl 3 doden geborgen werden. Ondanks vele beroerde dingen blijft de stemming goed. Afgezien van het granaatvuur, waarvoor men al wat onverschil liger gaat worden, nu men front- ervaringen krijgt en men aan het huilen en piepen al zo ongeveer uit kan maken, waar het spul neer zal komen, zijn er de duitsers, die in plaats van mee te werken liefst tegenwerken en overal wat op te zeggen hebben. Zo hebben in de nacht van dinsdag op woensdag 11 okt. twee brand weermannen een half uur lang tegen de muur van het postkantoor gestaan, met een duitser met de mitrailleur in aanslag voor hen. Die Duitsers waren bezig het post kantoor overhoop te halen en te zien of daar nog wat te plunderen viel. Zij werden daarbij betrapt door de brandweermannen, die een ge wonde hadden weggebracht. Daar waren de heren zo verontwaardigd over, dat ze de brandweermannen tegen de muur zetten en hun na een half uur met een flinke trap de Draalstraat inschopten, wat de brandweermannen al lang niet meer voelden omdat ze niets anders dachten dan een schot in hun rug te krijgen. Het bombardement Dan breekt de Donderdagmorgen van de 12e oktober aan. Al sinds de vroege ochtend is het rumoerig in de lucht en als de begrafenis missen uit zijn van de verschillen de slachtoffers van het granaatvuur is het al 'niet meer raadzaam op straat te komen. Van 1112 uur bereikt het granaatvuur zijn hoog tepunt. Overal hoort men het hui lende gegier der granaten en het doffe bonken. Dan verschijnen 48 bommenwer pers, die 2 maal hun series bom men op Venray loslaten. Geweldige explosies zijn hoorbaar, de grond trilt en beeft. Muren scheuren, wegen barsten open en boven alles hangt een enorme stofwolk. Venray is gebombardeerd! Met anderen gaat de brandweer te hulp. Door de met puin gebar- rikadeerde straten gaat 't naar de huizen, die zijn ingestort, om men sen te bevrijden, die in de kelders zitten opgesloten. En zie,' in een goed half uur zijn er tientallen uit 't puin gehaald, zo nodig verbonden en vervoerd. Er wordt hard en verbeten gewerkt op andere plaatsen, waar een doodse stilte heerst onder de bergen puin en men praktisch zeker is, dat er geen overlevenden meer zijn. Vrijwilligers uit 't dorp, de buurt en de brandweer doen 't onmoge lijke om nog redding te brengen. Voor een 30 tal mensen komt deze helaas te laat. Zo goed en zo kwaad het kan, worden de gewonden en doden vertransporteerd naar het ziekenhuis en Jerusalem. Een andere ploeg is bezig een brand, die na het bombardement ontstaan is bij café den Engel te blussen. Met al het hout dat met het bombardement vrijgekomen is, kan dit zeer gevaarlijk worden. Men werkt door tot 's nachts 2 uur. Vrijdag helpt men mensen over- huizen naar Huize Servatius. Velen zijn bang geworden in hun te kleine of te zwakke kelders. Tegen 8 uur in de avond wordt er brand gemeld in de gymnastiek zaal van het gymnasium Jerusalem. Men slaagt er in de brandspuit daar te krijgen en er wordt geblust tot 4 uur 's morgens. BRAND VAN JERUSALEM Zaterdagsmorgens is het eerste werk de natte slangen op de bin nenplaats van Jerusalem te drogen te hangen, wat maar langzaam vordert omdat er vele granaten inslaan, 's Middags doen Typhoons weer een aanval op Venray. Op de Eindstraat begint het puin van een huis te branden, maar aangezien het niet kwaad kan en bovendien door het hevig granaatvuur blussen onmogelijk wordt laat men de zaak rustig verder branden. Zaterdags is er weer hetzelfde aan de hand. Weer komen Typhoons beschie tingen uitvoeren. Nu brandt het in de Hofstraat en ook het klooster Jerusalem raakt in brand. Aan blussen kan niet meer gedacht worden. Tientallen mensen moeten uit de kelders van Jerusalem over gebracht worden en op de binnen plaats smeulen de slangen der brandweer weg in het laaiende vuur. Achter een der bijbouwen brandt de motorspuit. Dan gaat het met emmers water op de vuur haard los, maar er is geen houden aan. Zo lang de Duitsers de toren bezet blijven houden van de grote kerk zullen de engelse vliegtuigen aan blijven vallen en is het onmo gelijk om in de omgeving daarvan ook maar enig nuttig werk te ver richten. Alleen al op deze zaterdag werd de toren zesmaal aangevallen, terwijl daarnaast een hevig artile- rieduel boven de kom werd uitge voerd. Het is op die dag ook, dat enkele brandweermannen de eerste Engelse patrouille zien, die 's avonds in de buurt van de Grote kerk rondzwerft. Met hen werd gekeken naar de brandende Hofstraat, waar blussen onmogelijk is en een ongunstige wind het vuur op belendende per celen brengt. Gelukkig draait hij en dan is met emmers water en medewerking van de hele buurt nog veel onheiPvoorkomen. Ook Zondag 15 oktober gaat met blussingswerkzaamheden om. De bewoners van de Hofstraat en de talrijke slachtoffers in Jerusalem worden geholpen, zo goed als maar kan. TOREN OPBLAZEN Maandag 16 oktober zien we Duit sers rondscharrelen bij de toren. Als ze een tijd weg zijn klinkt een zware explosie en dreunt wederom het halve dorp. Als we naar buiten zien en de stof is neergeslagen, zien we, dat Venrays toren is op geblazen. De Duitsers hebben hun laatste heldendaad verricht. Het"4is nu wachten op de bevrijding. Dinsdag 17 oktober verloopt be trekkelijk rustig al kan men merken, dat het geschut dichterbij komt, wat ook woensdag het geval is. De granaten vliegen nu verder over de kom heen. In de vroege morgen is er een ontzaggelijk artillerie-duel, wat tegen half 8 ophoudt. Dan zien we opeens vreem de tanks, vreemde uniformen. De Engelsen zijn er Het| tweede Britse leger heeft Venray-kom veroverd. Bespaar ons de verhalen van sigaretten bully- beaf en granaten, die nu van de duitse kant begonnen te regenen. We waren bevrijd.... Vrijdag 20 okt. kwam de brand weer weer in actie. Ze worden nu doodgravers, want in verschillende huizen liggen lijken al soms langer dan 10 dagen, een andere ploeg probeert met de goede hulp van de Engelsen de oude T-Ford weer aan het rijden te krijgen en als op 26 oktober het bevel komt dat Ven ray moet evacueren, is een der laatste die het dorp verlaat de oude rode T-Ford van Venrays brandweer met enkele leden daar van. De weg naar Helmond bete ken het einde van de oorlogshan delingen van Venrays brandweer Bovenstaand artikel is een vrije bewerking van het officiële rapport van de Venrayse Vrijwillige Brand weer over haar activiteiten gedu rende Venrays bevrijding.

Peel en Maas | 1956 | | pagina 4