Voor de Politierechter Kapitein van Köpenick Ée" .fee5®' Men moet als men voor de Politierechter verschijnt van Ne derlandse bloede zijn. Niet, dat dan de procedure zo prettig is, maar toch stuk ken prettiger dan wanneer men een Duitser is. Want dan komen zo licht de jaren 19401945 weer naar boven zweven en wordt zo graag de ge legenheid aangegrepen om nog' eens even een stoot in die richting te geven. Dat ondervond de vorige zitting een Duitse juffrouw, die als een souvenir aan Holland een zilveren vaasje meepikte. Ze had dat in een hotel zien staan, dat buitengewoon aardig gevonden en netjes gevraagd of ze dat kopen kon. De ober had haar op zijn beurt ook weer netjes aan het verstand gebracht, dat voor de verkoop van zilveren vaasjes in Holland de hotels niet in aanmerking komen, Daarvoor bestaan luxe zaken met gediplomeerde menheren, die der gelijke dingen verzorgen. Maar zie, deze Duitse juffrouw gaat vertrekken en als de ober dan de tafel afruimt, blijkt ook het zilveren vaasje mee vertrokken te zijn. Dan komt er politie aan te pas en als de Duitse juffer op het punt staat naar haar Heimat terug te fahren, dan slaat de Hollandse wet toe. En hard toe, om de schade van '40—'45 een klein beetje terug te halen. Want het werden maar liefst 3 maanden gevangenisstraf. Een Duitse jongeling was met 2ijn tante op de Venlose markt en opeens is er grote heibel. Men had namelijk gezien, dat die tante een handdoek wegratste van een der kramen en aangezien een derge lijke handelwijze moeilijk geduld kan worden, was er zo politie bij en een heleboel heibel. De Duitse neef ging een eindje aan de kant staar, maar werd on verwacht ook bij zijn kraag gevat en zie, ook uit zijn tas komt een handdoek te voorschijn. Neef is hoogst verbaasd hoe dat mogelijk is, maar dat brengt hem de Officier wel aan zijn verstand. Het schijnt een soort erfelijke belasting te wezen, gezien '40'45. Nu de kan jonge man f 75 hollandse guldens betalen om van die erfe lijkheid af te komen en het is maar te hopen, dat hij niet alles verstaan heeft, want anders houdt hij er zeker een complex van over. Maar ook de Nederlanderszijn het haasje en speciaal de Noord-Lim burgers, die het bier weer o zo best bevonden hadden. Hetgeen op zich, voor een enkele keer geen bezwaar is, maar men moet dan fiets, brom mer, skooter en auto laten staan waar ze staan. Want anders loopt 't mis.... K. uit Tegelen deed dat en mag f 40 betalen. G. uit Belfeld heeft zijn hele be drijf opgedronken, is al in de ge vangenis geweest, in een sanato rium voor drankzuchtigen en in Veenhuizen en toch kroop hij weer dronken op een fiets. Nu werd het een maand echt en een maand voorwaardelijk. V. uit Horst reed hier in Venrav met zijn brommer tegen een boom en de hulp brengende politie-agent rook de drank al meters ver. De bloedproef mislukte, want volgens de uitslag had de onfortuinlijke brommer meer alkohol dan bloed in zijn lichaam en volgens de me dische wetenschap is een dergelijk iemand onbestaanbaar. Desondanks kreeg de man f 40. v. H. uit Tegelen kreeg f 30 en K. uit Venlo, evenals C. f 40. S. uit Venlo kwam voor de 20ste maal en kreeg 14 dagen. Bovendien had hij nog een flinke portie aan voorwaardelijke straffen, zodat hij voor het eerste jaar uit de circu latie gaat verdwijnen. H. uit Baarlo kwam voor de 5de maal en kreeg vanwege 't lustrum 1 maand vast en 1 maand voorw. J. uit Venlo gaat er 1 maand ach ter. Het was bij hem de 3de maal. Waarmee de dronkelappen dan de revue weer gepasseerd zijn. uit Kessel is een achtenswaar- man, iets wat men van zijn B. dig buurman niet kan zeggen. Want dat is een vervelend mens, die de achtenswaardige K. het leven op allerlei manieren zuur maakt, tot dat K. de gal overliep en tegen de buurman „niksnutter" zei. Hiermee sloeg hij de spijker wel op zijn kop maar het is en blijft belediging. En dat kost een tientje. Een Venrayse zoon werd gedag vaard, omdat hij van zijn vader een duivenklok behouden had. Hij meende dat te kunnen doen, omdat zijn papa hem nog geld schuldig zou zijn van een erfenis en kost geld. Maar daarmee is hij eigen rech ter gaan spelen en niets waar een rechter meer hekel aan heeft, dan dat men onder zijn duiven gaat schieten. Zoonlief, die zijn eigen vader mijnheer noemde, ging dan ook over de kling voor f 30 en de klok ging terug naar papa. Een student, die aan het grens- kantoor te Venlo een marechaussee beledigd had, die zijn vaderlandse plicht deed bij de passen-controle kreeg f 25 boete. v. L. had in Velden ruzie met zijn buurman. En op een goede morgen, juist toen hij wou gaan schoffelen, is er de uitbarsting van gekomen. Uit de getuigenverklaring kwam vast te staan, dat L. met een schoffel aan de gang geweest is. Of hij geslagen had, of die had losgerukt, kwam niet vast te staan, maar wel, dat toen hij het slagveld verliet, zowel de buurman als zijn vrouw ernstige wonden aan de polsen hadden opgelopen, die ken nelijk van L. zijn schoffel afkoms tig waren. De vrouw is bijna een half jaar onder doktersbehandeling en de schaderegeling beliep derhalve nog astronomische cijfers. De politie rechter kon hier niets aan doen, maar liet L. dertig gulden betalen. In doorsnee zijn de gevallen voor de politierechter kleine en meestal onbeduidende dingen, waar men dikwijls over moet lachen. Maar zo nu en dan komt ook de tragiek om de deur kijken en dan kan het er heel stil worden in Venray's raadzaal. Zo ook in deze zitting. Daar wordt een flinke jonge man binnengebracht door enkele politie agenten. Hij blijkt in Arnhem „te zitten," is getrouwd en vader van enkele kinderen. Hij heeft een bedroevende jeugd gehad, is als kleine jongen enkele malen met de politie in aanraking geweest en uiteindelijk in een jeugdgevangenis, waar men hem aan orde en regelmaat heeft pro beren te wennen en een vak wou laten leren. Hij ging er echter van door en toen was het hek helemaal van de dam. Ondanks het feit, dat hij was getrouwd, ging hij rustig met an dere meisjes op stap, maakte hen ongelukkig en tenslotte liet zijn vrouw zich scheiden. En terwijl hij voor de ene zaak in voorarrest zit moet hij zich hier weer komen ver antwoorden voor een bijzonder laffe streek. Een meisje heeft hij namelijk zo ver gekregen, dat ze, ondanks de protesten der ouders, toch met hem omgaat. En dan weet hij op zekere dag het kind te bewegen met hem mee te trekken de wijde wereld in zogenaamd naar België. Maar als ze dan in Venlo zijn, is er geen geld meer en dan dwingt deze vlegel het meisje de geleende brommer te verkopen, waarbij het meisje wordt gesnapt. Als men dan op zoek gaat naar de jongeman, is hij verdwenen. Het meisje is al eerder voor geweest. Een zielig figuurtje, dat diep be treurde, niet naar de raad van haar ouders en bekenden te hebben ge luisterd. De zaak is toen aangehouden. Men wilde eerst de man horen. Die werd nu binnen gebracht. Het is een somber verhaal, wat de politierechter ophangt: van de ene gevangenis naar de andere, van meisje naar meisje en ondanks het feit, dat hij wel zorgde, dat 't meisje de schuldige was, zal hij 4 maanden moeten gaan brommen. Het meisje, dat al genoeg ge straft is, kreeg een maand voor waardelijk. en nog wat Men kent het voorval, hetwelk zich 50 jaren geleden afspeelde in de voorstad van Berlijn, Köpenick wat over geheel Europa een scha terlach verwekten over de destijds bespottelijke uniformenvrees in Duitsland. Een geniale deugniet, die reeds jaren lang in de gevangenis door bracht, verkledend in kapiteins uniform, neemt van het paradeveld een compagnie soldaten weg en steelt met hun hulp en onder hun bescherming een burgemeester, een ontvanger en de inhoud van de ge- Geentekas. De beide eersten levert hij over aan het gerecht, het geld echter eigende hij zich toe. Een boevenstreek, die hem Schin- derhannes en Cartouches benijden. De man, die dit zaakje opknapte, is zeker de populairste van geheel Duitsland. Met duizenden en dui zenden werden van deze gebeurte nis prentbriefkaarten en andere illustratiën gemaakt en verkocht. Wat massel daarmede gemaakt werd blijkt wel uit de bijzonder heid dat de kaarten verkocht wer den voor 10 pfenning en gefabri ceerd voor 3.50 Mark per honderd. En daar waren verkopers, die in 'n ogenblik 80 a 100 Mark hadden gebeurd. Het stuk werd opgevoerd als sa- tyrische revue in het Metropool theater voor welks ingangen, zich eindeloze queus vormden. Reeds een paar dagen daarna verscheen een geïllustreerd verhaal van het gebeurde. Inderdaad populairder man be staat er niet dan de „Rauberhaupt- man von Köpeniek", wien zeker een reusachtige ovatie wacht van de „witzige Berliner". Intussen het gezag zit er lelijk mee in, de burgemeester en ont vanger van de plaats, de bevelvoe rende officieren van het parade plein, de gedupeerde soldaten, voor al echter de in Duitsland boven al les heilige uniform, zijn een spot geworden voor geheel Europa. 't Is waarlijk geen wonder, dat „der Oberste Kriegsherr" alles be halve vrolijk is over het zaakje. Ook de Duitse pers zoekt op aller hande wijzen de mogelijkheid van deze gebeurtenis te verklaren en haar blamerend karakter te ver kleinen. Zelfs was er een blad zo onhan dig er Pausin Johanna, hersenschim miger gedachtenis, bij te halen. Minder onhandig verdedigt zich de Koln. Volksz. die 'n paar voorbeel den yan groots bedrog aanhaalt, waarvan het ene in Frankrijk, het andere in Engeland werd opgevoerd. Het eerste is de geschiedenis van een zekere Pierre Cognard. Deze was als tuchthuisboef ont snapt en vermoordde in zijn her kregen vrijheid de Franse emigran ten-officier de markies Pontit Ste Helene. Met de papieren van zijn slacht offer begeeft hij zich tijdens de 100 dagen naar Gent, waar Lodewijk XVIII verbleef, wien hij zijn diens ten aanbood. In die dagen waren er niet veel officieren die de moed daartoe hadden. Men begrijpt dus, hoe de bedrieger, wiens papieren schijn baar in orde waren, welkom was. Wel had hij vreemde, ruwe manieren, doch men schreef dit toe aan zijn leven te velde. Bij de tweede restauratie trok ook Cognard de Tuilleriën binnen, werd door de koning benoemd tot generaal-luitenant, geridderd en met een commando in Parijs be kleed. Het ongeluk wilde echter dat een ketting-kameraad van de geridder de gunsteling vrij en naar Parijs kwam. Hij herkende de boef, wilde van dit geheim profiteren, maar werd zeer zeker onhandig door zijn makker smadelijk de deur uitgeworpen. Het gevolg was een onmiddellijke aanklacht. In 't eerst vond hij weinig geloof bij de politie, die een zo hoogge plaatste overste en markies niet durfde gevangen nemen. De aan klager hield echter aan en zeide, dat het bewijs zijner bewering in de schouder van de geridderde was ingebrand met de bekende lettersTF Men besloot te onderzoeken en de markies moest zijn mooie jas ver ruilen tegen de tuchthuislivrei. Toch smaakte de man de vol doening politie en hof, tot de koning incluis, zo mooi gefopt te hebben. Niet minder brutaal is de volgende Engelse boevenstreek, door de Daily Telegraph herinnerd. Bij een juwelier in de City ver voegde zich op zekeren dag een geestelijke, die verzocht zilveren thee en koffiekannen en vazen te mogen zien. Hij gaf voor namens zijn ge meente een cadeau te mogen kopen en betaalde het gekozene met een banknoot van 100 pond (f 1200). De juwelier talmde met het in pakken der geschenken en zond intussen iemand met het bankbiljet naar de dichtbijgelegen Engelse bank om het briefje te laten onder zoeken. Dit werd als echt erkend. De koopman stak het briefje verge noegd in zijn zak, en was bezig voor de geestelijke een kwitantie te schrijven toen de winkeldeur opnieuw geopend werd en een tweede geestelijke inkwam. De beide geestelijke heren zagen elkander eerst verbaasd aan, doch braken weldra in blijde erkennings blijken uit. Zij begroette elkander hartelijk als oude kennissen, die zich in lange tijd niet gezien hadden en noemde elkander Smith en Brown. De juwelier werd dolprettig ge stemd, toen ook de tweede geeste lijke verklaarde door zijn gemeente naren gemachtigd te zijn, een geschenk uit te kiezen. Al spoedig waren de toonbanken in de winkel met allerlei zilver werk overladen en juist had de tweede geestelijke zijn keuze op enige voorwerpen van hoge waarde gevestigd, toen een politiebeambte binnentrad, wiens verschijning de beide geestelijken met plotselinge en hevige schrik beving. „Ha, ha, riep de politieman, ein delijk heb ik jullie te pakken!" En zich wendend tot de verbaasde juwelier zeide hij: „die twee noemer, zich Smith en Brown nietwaar?" „Zij kwamen namens hun paro chianen om een geschenk uit te zoeken hé Hun ware naam is Snark en Prince en zijn de grootste boeven van onze Londense dieven bende". Terwijl hij sprak deed hij de beide boeven, die geheel onder in vloed van vrees schenen, de hand boeien aan en beval in een gereed staande koets te stappen. Ook de juwelier werd verzocht als getuige mee te gaan naar het politiebureau en nadat vele kostbare voorwerpen als bewijsstukken waren meegeno men, steeg ook de politiebeambte in en zette zich een tweede bij de koetsier. Daarna reed de koets snel weg. Nog niet lang was de wagen in beweging, toen de juwelier een wonderbare slaperigheid over zich voelde komen, waaraan hij geen weerstand kon bieden. Na vele uren ontwaakte hij met zware hoofdpijn op een eenzame plaats der Doks in de ledige wagen. Geestelijken en politiebeambten waren verdwenen en met hen de geschenken en andere ingepakte zaken, het bankbiljet, zijn horloge, portefeuille, kortom alles wat hij aan waarde bij zich droeg. Nooit werden de leden van dit komplot ontdekt en nimmer zag de gedupeerde iets van zijn zaken terug. Zeer zeker zijn beide staaltjes van gauwdievendurf erg brutaal. Maar zij bewijzen al zeer weinig ten voordele van het bespotte Duitse militairisme. Vooreerst als men mij voor de gek heeft gehouden, is het een magere troost voor me, dat ook mijn buurman voor 't lap:e gehou den is. Vervolgens halen het beide streken niet bij die van Köpenick. Daar wordt eenvoudig alles in 't ootje genomen, wat officieel met gezag bekleed is. Geen valse papieren helpen het bedrag volmaken, doch alleen ge raffineerde slimheid speelt hier een schitterend gelukte komedie. Maar pijnlijk, diep pijnlijk voor de belachelijke uniform-vrees van „das gjosze vaterland" VéOé i e BPijs èn nog 10°/o korting! bij aankoop van 1 pak VéGé-cacao d 65 ct. met nog 13 gratis geldzegels. Vers verpakt in cellofaan: Grote VéGé-ontbijtkoek 50 ct, me» 10 gratis geldzegels Grote VéGé-candijkoek 59 ct. met 12 gratis geldzegels 10%( in gratis geldzegels Alléén bij de 1600 VéGé- kruideniers

Peel en Maas | 1956 | | pagina 4