De Meerselse Peel hu in gebruik Verpleging en verzorging te weinig gewaardeerd Sport in Venray. In het Venrayse land rond de eeuwwisseling WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN School- en bedrijfsvoetbal Zaterdag 11 Augustus 1956 No 32 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS druk en uitgave firma van den munckhof grote straat 28 telefoon 512 giro 150652 ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY I 1.45 In Januari 1953 werd de eerste, schop grond verzet in de Meerselse Peel. Midden Juli 1954 werd het ont ginningswerk opgeleverd en twee jaar daarna staat de eerste boer derij van de heer Swinkels onder kap. En in de laatste raadsverga dering blijkt, dat Ged. Staten de ruilverkavelingsovereenkomst heeft goedgekeurd, zodat we nu kunnen zeggen, dat de Meerselse Peel in derdaad klaar is. Van de 333 ha peelgrond, die 3 jaren geleden nog hoofdzakelijk buntgras voortbrachten en wat heide zijn slechts 210 ha voor ontginning overgebleven. Maar dat is nu goed akker- en weideland. De rest, 130 ha, heeft men af moeten staan aan het vliegveld. Dat betekent, dat van de geplande 20 kavels er 8 weg zijn gevallen, nl. de kavels 13 t.m. 20 en, dat er 12 kavels zijn overgebleven. Daarvan zullen de kavels 5 en 6 ook nog voor de helft met bos worden beplant. De gemiddelde kavelgrootte is ongeveer 16 ha, de een wat meer, de ander wat minder. Over de kwaliteit van de grond in doorsnee, zijn de deskundigen goed tevreden. Reeds twee jaren hebben zowel de Grontmy de ontginners van de Meerselse Peel en de nieuwe eigenaren er hun gewassen vanaf gehaald en over de opbrengsten is men tevreden. Het is en blijft jonge ontginnings- grond, maar de kwaliteit is eerder mee dan tegengevallen. Aan de ontginning van deze 210 ha. zijn 20.000 man-weken gegaan. De kosten van deze ontginning zijn feitelijk tegengevallen. Het was nl. zo, dat de stukken, die het vliegveld heeft ingepalmd, juist de voordeligste waren, wat ontginnen betrof. Dit zou de prijs gedrukt hebben van de overige zwaarder te ontginnen stuk ken. Daarenboven gold voor de Meerselse Peel-ontginning niet de zelfde financiële regeling als voor de Vredepeel. De subsidie, die de gemeente hiervoor ontving was een stuk kleiner. Al met al, schat men de ontginningskosten dus zonder wegen etc. meer op bijna ander half millioen. Wat per ha ongeveer uitkomt op ongeveer f 7.200. Hiervan wordt door het rijk 80 pet gedragen, waardoor een ha ontginningsgrond de gemeente on geveer aan f 900 gekomen is. De aanleg van wegen, electriciteit en waterleiding zal per ha die prijs doen stijgen tot f 1.400 tegen welke prijs gemiddeld ook de grond is verkocht aan de huidige eigenaren. En wegen heeft men al goede. Men heeft nl. dit grote ontginnings- gebied in zijn geheel ontsloten en wel in Noord-Zuidelijke richting. Midden door deze ontginning is een moderne weg aangelegd, die loopt van de Deurneseweg tot de Bakelse dijk. Op die weg lopen verder 8 km bedrijfswegen uit. Aan de afwatering is eveneens grote aandacht besteed. Midden door dit gewonnen gebied loopt een hoofdleiding, die beneden de stuw in het z.g. Defensie-kanaal uitkomt. Staatsbosbeheer zal voor de verdere aankleding van dit land schap zorg dragen. Verdiend is er dus niets, de ge meente zit zelfs nog met een rente verlies over die jaren. Juist als in de Vredepeel is men hier direct van het standpunt uit begaandat de nieuwe boer ook eigenaar moet worden van de ont ginningsgrond en zo is dus de nieuwe eigenaren de rekening ge presenteerd. Betere regeling De nieuwe bewoners van deze ontginningsgronden hebben een voordeel t.o v. hun collega's in andere ontginningen als Peelplan- Zuid en Vredepeel. Deze kregen immers 40 pet rijkssubsidie in boer- derijbouw, waaronder dan behalve de bouwkosten, ook de kosten van architect en toezicht vielen. Voor het overige moesten zij en voor de grond en voor de bouw van de boerderij minstens 15 pet eigen geld hebben, wilden ze de rest als gemeentelijke hypotheek kunnen krijgen. Die hypotheek liep dan 40 jaren. Voor de Meerselse Peel heeft men via een ruilverkavelingsovereen komst een betere en gemakkelijker betalingsregeling kunnen vinden. Op de eerste plaats kreeg men de grond kostenvrij overgedragen. Daarbij kreeg men nog subsidie voor bekalking, maar het grote voordeel is, dat de kostenregeling heel anders is. De boer kan nu namelijk ieder jaar gedurende 30 jaren 5 pet betalen van de restant-kosten die overblijven, indien de Rijkssubsidie voor boerderijenbouw is afgetrok ken. Hij behoeft dus minder geld te investeren als zijn collega's elders. Voor de gemeente is deze rege ling enerzijds voordelig, dat zij de verkoopprijzen van de Meerselsepeel meteen in handen krijgt en geen administratie daarover behoeft te voeren, maar anderzijds is deze overeenkomst ook een schadepost omdat zij daarvoor heeft af moeten zien van verschillende schade-claims die zij anders had ingediend in verband met de aanleg van het vliegveld. Nieuwe toekomst Zo is dan zonder de ophef die we gekend hebben bij de opening van de Vredepeel deze nieuw ontgonnen grond in de afgelopen jaren in ge bruik genomen. Daar gaan in de zeer nabije toekomst weer enkele pracht bedrijven komen, een onge dachte kans voor verschillende jongeren in een land waar grond gebrek een der grootste problemen der landbouwers is. Dit nieuwe land komt geheel bij Ysselsteyn en zal met dit kerkdorp getuigenis afleg gen van de oude onvruchtbare Peel. En voor het overige kijkt men al naar de Heydse Peel, het enige stuk onontgonnen Peelgrond, wat Venray nu nog rijk is. De plannen zijn klaar, maar er zijn geen men sen om het uit te voeren. Misschien dat mechanische ont ginning dit probleem op kan lossen, maar ook de grote ruilverkaveling heeft een oog op dit stuk laten vallen, dat een goede compensatie kan betekenen voor degenen, die omwille van een behoorlijke uitvoe ring der ruilverkaveling hun be drijf moeten gaan missen. Zij zou den hier, op dit stuk, een nieuw bedrijf kunnen stichten. Wat het worden zal is intussen nog immer niet bekend en de plan nen liggen voorlopig achter slot en grendel. We mogen hopen dat ze daarachter niet te lang blijven lig gen. Gezien de grote belangstelling voor de kavels in de Meerselse Peel bestaat er nog animo genoeg voor deze gronden. IV Met de weg van Oostrum naar slechte zandweg. Van het dorp naar IT Ir» IIJOC „i.j_ -m r Oirlo, was de eerste stap gezet op de weg naar verbetering van het Venrayse wegennet. Van Oostrum naar Geijsteren twee zand- en hei wegen. Van Oostrum naar Smakt een stuk zandweg en hier en daar zelfs helemaal geen weg. Van Leu nen naar Hoogriebroek, Laagrie- broek, het Veulen, de Hei slechts slechte zandwegen. Van het dorp naar de Nagtegaal door Veltum een Merselo een slechte zandweg. Van het dorp naar Deurne een bar slechte zand- en heiweg. Personen- en lange goederen treinen denderden sedert Juni 1883 door Oostrum, maar het leven in het Venrayse land werd er econo misch, cultureel sociaal nauwelijks door beïnvloed. Manus-ezel onderhield met zijn ezelskarretje een wekelijkse bood schappendienst naar de stad Venlo) Jan van Meijel en Folbers deden dat met hun voerkar. Bert Janssen van de Nagtegaal idem naar Deurne en Helmond. Het moest nog tot een heel eind in onze eeuw duren, eer de dorps kom van de gemeente Venray, door vaste wegen met de buitenwijken verbonden zouden zijn. De eerste aanleg van de vaste weg Venray Deurne, was op verre na niet van behoorlijke kwaliteit. De wijsheid werd door de zuinigheid bedrogen. Het was een prul, die niet ver geleken kan worden met de tegen woordige nu al weer te smalle verkeersader. 0— Zo is uiterlijk en innerlijk het aspect van het dorp en van alle buitenwijken (tegenwoordig „kerk dorpen") evenals overal na de eeuw wisseling, sterk veranderd. In de dorpsstraten stonden toen de betrekkelijk deftige huizen van de families Esser, de familie van den Bogaart, de families Poels, enz. Bekend waren rondom en veraf de hotels De Zwaan en de Gouden Leeuw met hun geregeld postwagen- verkeer op elke personentrein. De notabelen van het dorp gingen elke avond druk uit. Te beginnen met het stamcafé Tielemarten, hoek Maasheseweg en Stationsweg. Daar werd gekaart, gebeugeld en gepolitiekt van wat ben je me! Te eindigen met de Heren-societeit bij Pau Luthers na het sluitingsuur voor andere café's. Die notabelen zaten er wel warmpjes in. Verder waren er in de kom vele kleinere bedrijven, als winkels, café's, enz. Er bestonden twee café's met kienbank, daar was het 's zondags na de hoogmis stampvol, ook kwamen er veel bezoekers uit de buitenwijken. Enkele café's met biljart, enkele café's met ingebouwde beugelbaan. De druk in zwang zijnde kaart spelen waren hoog jassen, kruisjas sen, pandoeren en nog wel enkele. Ik heb van kaartspelen nooit iets gekend, zo komt het, dat ik ze mij niet allemaal meer herinner. Er waren ook nog al handwerkslieden in de kom, zoals ververs, timmer lui, smeden, koperslagers, een touwslager, enz. Verder sigaren makers in de fabrieken van de Essers en de firma Aerts. Dat waren in de verhoudingen van toen grootbedrijven. Zoals ook de jenever stokerij en de zeep- en zoutziederij van de Essers en de bierbrouwerijen van De Keizer, De Gouden Leeuw, Het Hert en van Rutten. Zo was het aantal arbeiders nog al aanzienlijk. En ook probeerden enige families hun kostje op te scharrelen met het ophalen van vodden, botten, enz. en het ver richten van kleine reparaties aan koper- en tinwerk. Daarvoor trok ken zij met de hondskar de boer op. De nachtelijke veiligheid was toe vertrouwd aan Jan Toep (van Aarsen), een zeer populaire figuur. Komt nader aan de beurt. Veel grote boeren waren er inde buitenijen niet. Wel veel keuter - boerkes. En een groot deel van de bevolking bestond uit dagloners, die hadden het arm. Op 31 December 1893 telde de hele gemeente 5883 inwoners. Op 31 December 1894 was het gestegen tot 5926, op 31 Dec. 1898 tot 6221 en op 31 Dec. 1899 tot 6245. De toename van de bevolking ging dus maar langzaam. Dat valt te sterker op, als men daarmee vergelijkt de stand van de bevolking in 1847: toen waren er 4555 inwoners. Dus slechts een vermeerdering met 1690 inwoners in 52 jaren! Het algemene welvaartspeil stond dan ook zeer laag. Talrijk waren de in de gemeente Venray geborenen, zoals in heel Peelland, die hun heil moesten gaan zoeken in Duits land, waar toen de algemene wel vaart veel hoger stond dan ergens in heel Europa. LAND- EN TUINBOUW De strijd tegen het insect Er is een jaargetijde, waarin de insektenbestrijdingsmiddelen zó po pulair zijn als in de zomer. Dit geldt zowel voor de stad als voor het platteland; boer en burger, ze onder vinden gelijke last van de scharen vliegen, muggen, motten, mieren, die met iedere warme dag aan groeien tot een ware plaag. Gelukkig vindt de mens steeds effectiever middelen om zichzelf en zijn dieren te beschermen tegen deze kleine kwelgeesten. Eén van de nieuwste insekticides is het zogenaamde dieldrin, dat zich onderscheidt door een zeer lange nawerking en dat bovendien vliegen, die bij een bestrijding met andere middelen de slag overleefden, af doende bestrijdt. Deze insekticide is in het nieuwe bestrijdingsmiddel Nouryflex verwerkt en is, mits nauwkeurig volgens de aanwijzingen toegepast, ongevaarlijk voor mensen en huisdieren. Het middel kan worden toegepast in stallen, schuren, e.d., op vloeren, muren en zolders. Het is voor gebruik gereed en kan met een rug- of motorspuit, maar ook met een gewone hand spuit, van een fijne sproeidop voor- Het ligt niet alleen aan het meisje van vandaag Het Groene Kruis klaagt, dat er geen meisjes meer te vinden zijn voor de verplegingMer thuis liggen de zieken, voor de verzorging van de pasgeborenen, hun moeder en de gezinnen. De gezinsverzorging klaagt al even hard, dat er practisch geen meisjes meer komen voor die prach tige hulp aan gezinnen, waarin plotseling de moeder is uitgevallen. Het ziekenhuis klaagt over te kort aan verpleegsters en ook depsych. inrichtingen zitten met grote te korten aan verplegend personeel. Een probleem hier, maar ook een probleem in heel ons land. Waarom is er in het algemeen gebrek aan verplegers en verpleeg sters, aan gezin- en kinderverzorg sters? Het antwoord is voor de hand liggend, omdat in deze branche te weinig verdiend wordt. In verhouding tot andere werk zaamheden, zoals op kantoor, in winkel, in huishoudelijke dienst en zelfs op de fabriek, wordt het werk van het meisje in de verpleging of verzorging niet hoog genoeg aan geslagen. Daarbij komt dan nog, dat men in al die andere functies over veel meer tijd beschikt en men niet het nadeel kent van ongeregel de diensten. Nu kunnen we eenvoudig verder redeneren en zeggen, dat onze mo derne meisjes te materialistisch zijn, geen offergezindheid meer bezitten en alleen nog maar geld willen verdienen in zo weinig mogelijk uren, om veel vrij te zijn. Dit is een dooddoener, waarna we zelf weer heel rustig in een vermate- rialiseerde wereld kunnen weg doezelen. Volgens ons klopt echter de boven genoemde beschuldiging niet. Dit verschijnsel van 'n tekort aan ver zorgend en verplegend personeel drijft slechts als wrakhout aan de oppervlakte van onze samenleving. Op de bodem ervan liggen zware gezonken stukken, waaraan wij allen schuldig zijn. Een jonge moeder, een pasgeboren kind, een wees, een arme, zieke of oude mens verzorgen en bijstaan behoort steeds nog tot het gebied van de liefdadigheid. Dit zal en moet zo blijven, want de liefde be hoort het hoofdmotief te zijn bij hulpverlening aan behoeftige men sen. Maar daarmede zijn wij, of is de gemeenschap nog niet vrijge sproken, zodat we dan in alle ge wetensrust kunnen klagen over het zien, verspoten worden. Muren wor den meestal tijdens de zomer maanden gekalkt; er is geen enkel bezwaar tegen om het genoemde middel op pas gekalkte muren te spuiten. Heeft men geen spuit voor handen, dan kan het ook met be hulp van een brede kwast worden aangebracht. Het verdient aanbeveling om de bestrijding van houtworm en boktor ook in de warme maanden ter hand te nemen. Dank zij het sterk in dringende vermogen houtworm en boktor zijn heel moeilijk te be- strijde, omdat zij zich zo diep in het hout bevinden mag men ook hierin een goed resultaat verwach ten. Wel is het zaak het middel goed in het hout te laten dringen; een gebruik van ongeveer 1 liter per 5 m2 is voldoende. Het is nu de tijd om de strijd tegen het insect met kracht aan te vatten; een strijd die uit bedrijfs- hygiënisch oogpunt met kracht ge voerd moet worden. Bietenlo of De koppen en bladeren van de suikerbieten vormen een voortref felijk rundveevoeder. Door de meeste veehouders wordt dit ook wel erkend. Helaas handelt men lang niet altijd dienovereenkomstig. Als men in de herfst het maken van de loofkuil gade slaat, dan krijgt men vaak de indruk dat de boer blij is er met de geringste kosten af te zijn. De verliezen die bij de conservering van dit loof optreden zijn in ons land buiten gewoon groot. In Denemarken wordt heel wat meer aandacht aan het bietenloof geschonken. Daar wordt dit pro duct slechts bij hoge uitzondering niet in een silo bewaard en bijna steeds wordt het A.I.V.-zuur toege voegd. Bij het opstellen van het bouwplan (via het voederplan) wordt het bietenloof daar ten volle gewaardeerd en niet als een toe valligheid beschouwd. Een vaste silo voor het bietenloof is van zeer groot belang. Wil men de conservering van de koppen en bladeren van oogst 1956 in orde krijgen, dan moet men zo nodig nu een silo (laten) bouwen. De mees te beleggingen zijn heel wat minder winstgevend dan deze. Kortom: bietenloof hoort in 'n silo. te kleine aantal mensen, dat deze liefdadige diensten wil verrichten. Wij verwijten de meisjes, dat ze te berekend zijn en niet in verple ging of verzorging willen, omdat er te weinig verdiend wordt. Maar dit verwijt valt zwaar op ons zelf terug, omdat onze huidige mentaliteit dit soort werk in de sfeer houdt van liefdadigheid in die zin, dat het zichzelf financieel op de been moet houden met col lectes, giften en inzamelingen en toekenningen. Het loon de waardemeter van de functie Dit teruggekaatste verwijt willen we nog eens even verder onder zoeken. Wanneer wij onze auto in revisie doen, onze radio laten na zien of onze schoenen laten repa reren, betalen we heel gewoon daarvoor. Wanneer we werknemer zijn wil len we behoorlijk uitgekeerd wor den en naargelang we hogere func ties bekleden, moeten de salarissen stijgen. Nacht- en zondagsdienst moet dubbel of beter worden uit betaald. Dit alles is normaal. Onze verindustrialiseerde wereld doet dit ook, want de productie moet opgevoerd worden, techniek en bureaucratie moeten zich verder ontwikkelen, en het geld, het loon is de waardemeter voor de functies die men in dit proces verricht. Maar buiten de industrialisatie, buiten techniek en mechanisatie staat het kind en zijn moeder, dat geen hoopgevende kandidaat is, en de zieke of oude mens die uitge schakeld werd. De diensten nu verricht aan „de mens", die functioneel heeft afge daan, geheel of althans voorlopig, worden gerangschikt onder liefde daden en behoeven dus schijnbaar geen financiële kwalificatie. Van een gezinsverzorgster b.v. verwachten we zonder meer, dat zij geduldig iedere dag de haar toe vertrouwde klantjes verzorgt, dat huishouden regelt, moeder de vrouw vervangt en wat dies meer zij. We vinden het normaal, dat een religieuze zuster of een een leken- verpleegster op elk ogenblik van de dag of nacht de droge lippen van een koortsige zieke bevochtigt of het doodszweet bij een sterven de van het voorhoofd veegt. Zij allen moeten soms de meest netelige en weerzinwekkende zaken voor een voor hen totaal vreemde mens opknappen en dit voor een vergoeding, die juist omdat het uit liefde of zeker toch met liefde moet gebeuren, ook onder het domein van liefdadigheid valt en meer op een aalmoes dan op loon gelijkt. Deze werkelijWfe liefde-diensten ten opzichte van de mens zelf ge steld, vinden plaats buiten het gebied van Arbeid-kapitaal, buiten ons eco nomisch proces en worden dus fi nancieel niet gewaardeerd. Het verkopen van een bad pak wordt hoger aange schreven dan 't verzorgen van een kind Hierin menen we, zit de fout, die we niet beter betitelen kunnen dan met onchristelijke mentaliteit. Het verkopen van een jurk of badpak, het typen van vracht- of correspondentie-brieven, het ver pakken van elektrische lampen of het knippen van pyama's staat, althans financieel, hoger aange schreven dan het verzorgen van een kind of van een zieke. Toch is het dagelijks wassen van een kind belangrijker dan het construeren van een machine, en een angstige stervende mens bijstaan veel voor namer dan een technische uitvin ding. Wanneer onze maatschappij hier van overtuigd was zou zij zich haasten te zorgen, dat ziekenhuizen en alle dergelijke inrichtingen en verenigingen, dit ook financieel beter kunnen uitdrukken. We behoeven ntet bang te zijn, dat de liefde-diensten aan een mens be wezen zouden verworden tot koud en zakelijk berekende loondiensten, want een vreemd kind, een vreemd gezin en een vreemde zieke, zwakke of oude mens bijstaan en helpen, eist steeds, zelfs indien het goed betaald wordt, ook van het vrou welijke karakter, veel liefde geduld en offerbereidheid. Met een beroep te doen op de menslievendheid en edelmoedigheid van onze moderne meisjes, zou het gevaar bestaan, dat onze sterk economisch-gekleurde maatschappij zelf een daad van onrecht beging, wanneer zij het een niet honoreert in haar eigen termen. II. Schoolvoetbal Zoals U vorige week hebt kun nen lezen, is de schoolcompetitie ten einde met een overwinning van de school van Overloon. 6 echte elftallen hebben elkaar met al het laaiende enthousiasme de jeugd eigen het afgelopen schooljaar be vochten en de honderden suppor ters hebben al naar gelang de stand kwade en goede dagen gehad. Men ziet in de krant staan: school competitie en men herinnert zich vaag, dat zoonlief het daar wel eens over gehad heeft, maar, dat is dan alles. Men realiseert zich dan niet, dat daar enkele jonge onderwijzers eens de koppen bij elkaar gestoken hebben, hun vrije woensdagmiddag opofferen en Venrays jeugd .een schoolcompetitie hebben bezorgd, die tot ver in de omtrek belang stelling trekt. Men moet de jeugd van Overloon maar eens horen hoe trots die is, die van Venray ver slagen te hebben. Men realiseert zich niet hoeveel moeite die onderwijzers gehad heb ben en nog iedere week hebben om de spullen bij elkaar te krijgen. Want centen zijn er geen, ballen zijn er geen, terreinen zijn er geen en zo kan men door blijven gaan. Toch zijn gedurende 30 woensdagen de elftallen tegen elkaar in het ge weer gekomen, waren er ballen, waren er scheidsrechters, waren er terreinen en was er zelfs een aar dige beloning voor de winnaar. De scholen gaan toe en gedurende de vacantie ligt de competitie stil, maar na de vacantie begint het weer opnieuw, weer met dezelfde moeilijkheden, of liever nog met groter moeilijkheden, want verschil lende kerkdorpen willen meedoen en zelfs Horst is aan het onder handelen. Dan zullen ruim 100 jongens wederom een pracht woens dagmiddag krijgen en zullen hon derden jongens als vurige suppor ters weer langs het lijntje staan. Deze onderwijzers verrichten een pracht stuk jeugdwerk en... zij zorgen voor Nachwuchs, zoals de Duitser dat zo treffend zegt, voor het Venrayse elftal, voor dat van Overloon, van Wans sum en van Horst. Maar dan mag men ook wel eens denken aan wat hulp. „Wat moeten we in hemelsnaam gaan doen, als het terrein aan de Leunseweg gaat verdwijnen?" Dat is een vraag, die de organi satoren zich practisch dagelijks stellen. Want al is dat terrein niet te best, men had er de ruimte, maar wat nu...? Het is met deze bange vraag, dat de vacantie ging beginnen. En dat men de nieuwe competitielijst op gaat stellen. Belangstelling is er genoeg van de jeugd uit, maar men kan nu eenmaal geen ijzer met handen breken. Waar niets is, ver liest zelfs de keizer zijn recht. Wil dit prachtige jeugdwerk, wil het enthousiasme der onderwijzers niet een grote knak krijgen, dan zal zo gauw als mogelijk is, de terreinkwestie dienen te worden opgelost. Terwijl daarnaast ook wel eens andere hulp, hetzij financieel of daadwerkelijk, dit werk alleen maar ten goede zal komen. Bedrijfsvoetbal Wat men bij de organisatoren van de schoolvoetbal hoort, hoort men ook bij het bedrijfsvoetbal. In Maart opperde een van de heren van de N.V. Metaalwaren- fabriek INALFA het idee, dat voor een betere verhouding onderling het misschien wel eens goed was, dat men een voetbalclub op zou richten. Dat hield de mensen ook na het werk samen en kweekt naast spor tiviteit, meer begrip en kameraad schap voor elkaar. En misschien zouden ook andere bedrijven daarin zin hebben. En zo ja, dan kon men misschien een kleine competitie spelen. Misschien... Enkele weken daarna stonden elftallen in het veld van de N.V. Blitta, van de N.V. Custers, van de N.V. Inalfa, van de Kajotters, van Muvero, van Nelissen, van Huize Servatius en van de Zuivelfabriek. En men heeft toen maar gauw een einde gemaakt aan deinschrijvingen en men is begonnen te voetballen. Och, financieel rukken die elf tallen het wel. Er wordt een kleine bijdrage per lid gevraagd en even tuele tekorten, daar zorgen de ver schillende directies wel voor. Maar waarvoor ze niet kunnen zorgen is voetbalterreinen. Weer de oud cha piter, weer de oude klacht. Vraag de organisatoren niet hoe, ze deze competitie aan een einde gekregen hebben, het was een trek ken hierheen, het was een trekken daarheen en, al was het enthousias me zowel van de organisatoren, als van de voetballers groot, maar als Servatius niet heel welwillend de

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1