kalfsbouillon '~~SQBp %0&térev)tuu' Sport in Ven ray. In het Venrayse land rond de eeuwwisseling. 1 I HET TWEEDE ZAKJE VOOR HALVE PRIJS I Statenvergadering Bij elke aankoop van een zakje Kalfsbouillon- of Koninginnesoep Uit„Peelen Maas" Limburg. Zaterdag 28 Juli 1956 No 30 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG m PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF \jltt?t? If UT A F* VRIUD A V TT1M fYlV/IQTI? Plfl* W ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.ra. ABONNEMENTS- GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 W C«l!(I\DJUAU V UUl\ V JuiN I Erli UiVlö x IvdVCril PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY f 1.45 Handboogschutters treden aan. In ieder kerkdorp van onze ge meente en in het dorp zelf kan men practisch iedere avond, maar zeker Zaterdags en Zondags de „pielemennekes" de handboogschut ters, aan het werk zien. In onze gemeente alléén al méér dan 400 mensen bij de handboog schutterijen aangesloten en in elf verenigingen ondergebracht. Diana was de eerste vereniging. Zij werd opgericht in 1897 en is in al die jaren bij PietTheuws, Jacob Gitzeis, Mathijs Custers, Martin Goumans en Piet Loonen te gast geweest, terwijl nu de doelen zijn gevestigd bij café de Engel. Eind 1900 kwam St. Joris uit Leunen het schutterscorps verster ken en dat goede voorbeeld werd in 1901 overgenomen door St. Anna in Venray en St. Hubertus in Mer- selo. Na de eerste wereldoorlog, in 1919 kwamen de Batavieren op nieuw in deze streken. Het waren namelijk de schutters van Casten- ray, die zich onder deze stoere naam schuil hielden. In 1925 kwam St. Antonius de rij der schuttersheiligen versterken te Halfweg en kwam St. Oda er in Venray. Bij Drikus YVillems was hier het stamhuis en het is sinds kort, dat op de banen bij de Burg graaf St. Oda nieuwe roem aan het verzamelen is. Ons Genoegen in Ysselsteyn en de Eendracht op het Veulen stam men uit 1926, terwijl Willem Teil in 1935 in Oirlo werd opgericht. De jongste schutterij, namelijk die van de Heide, St. Sebastiaan, stamt uit 1952. ZO NA EN KWATTA. Het is geen kleinigheid deze sport, dat moet men niet menen. Op de eerste plaats kosten de bogen behoorlijk geld. Men kent daar drie soorten in, namelijk de latboog en de Turks eiken, die ge middeld zo'n f 40 a f 50 kosten en dan de stalen boog, die dubbel zo duur is. De kwaliteit van zo'n boog hangt af van de trekkracht, die ongeveer van 9 tot 12 kg. loopt. Dan hebben alle schutters pijien nodig, dingen, die toch altijd om en om de f3 kosten en waarvan de prijs varieert naar het gewicht 14-33 gr. en de lengte 68-75 cm. Dat behoort tot de persoonlijke uitrusting van de schutters. De vereniging zorgt met de doel- houder voor de schietbaan, die aan verschillende hoge eisen moet vol doen. Zo moeten terwille van de veiligheid aan verschillende eisen worden voldaan. Tegenwoordig wordt geschoten op 25 Meter. Vroeger was dat meer zelfs 28 Meter, maar in verband met de Belgische voorschriften is ook Nederland langzaam maar zeker overstag gegaan en staan nu de schutters 25 Meter van het bla zoen. Trouwens het nadere contact met de Belgen waarover we het straks zullen hebben heeft nog andere invloeden gehad. Voor twee jaren schoot men nog op een blazoen, dat 6 punten telde, die allemaal met de ene of andere schone naam worden aangeduid. Zo hoorde men, als men inhetstroo schoot en het blazoen niet raakte, zo echt „bol" roepen, of „stroo" of „Hulsman". Raakte men de 1, dan was het „geitepaol" of „bikkie" 2 was „kwatta", 3 was een „goeie" 4 was „zo na", 5 was „hebbe" en 6, het hoogste nummer, „witte man nen" of „pepermunt". Veel van die uitdrukkingen zijn verloren, nu het blazoen tot tien loopt, want nu is alleen de roos nog „pepermunt". De andere cijfers hebben nog geen bijnamen. Kampioen Ieder verenigingslid is verplicht zich eenmaal per week op de doel te vertonen. Natuurlijk ligt hier de bedoeling bij, dat hij dan ook schieten zal. Het duurt gewoonlijk lang voor dat men pijl en boog zodanig weet te hanteren, dat de pijlen ook in derdaad het blazoen gaan raken en niet in het stro, of wat erger is in het zand of in de verre omtrek terecht komen. Er behoort een vaste hand toe, een goed oog en stalen zenuwen, zoals de schutters zeggen, om steeds in behoorlijke vorm te blijven. En dat is belangrijk. Want de vereniging kent verschillende festiviteiten, waarbij het er om gaat de hoogste punten weg te halen. Daar is allereerst het openings concours, dat voor de meeste ver- t llnfen °P Paas-maandag ligt. In Mei en Juni volgt dan het ko- ningschieten, waarbij degene, die het hoogste aantal punten schiet, wordt en de konings- medaille krijgt, is hij drie jaar op een rij koning, dan wordt hij zelfs keizer, maar meer dan een medaille en de waardigheid is niet aan die functie verbonden. Dan zijn er nog onderlinge wed strijden voor de samenstelling van de zestallen, waarmede op con coursen geschoten wordt. De beste schutters komen in het eerste elf tal enz. In het najaar is het Alt-schieten waarbij iedere schutter prijzen kan winnen en waar niet de punten tellen, maar het gelukkigste schot. Op overdekte banen wordt in de winter ook geschoten en zo hebben we in Venray de onderlinge win tercompetitie. DISTRICT. Al de Venrayse verenigingen, zo ook die van Overloon, Holthees, Aijen en Griendtsveen, vormen te- samen het 11de District van de Ned. Bond voor handboogschutte rijen. In districtsverband worden 3 of 4 districtsconcoursen gehouden, waar bij dan de bovengenoemde zestallen elkaar bekampen om de hoogste plaats. De winnende zestallen uit iedere klasse ontvangen op het einde er van de ere-wimpel. Ook worden daaraan personele wedstrijden ver bonden, waar dus iedere individuele schutter zijn kans kan wagen. De uitslagen van deze wedstrij den vindt men telkens in ons blad gepubliceerd. Het winnende zestal in de hoogs te afdeling is districtskampioen en komt uit tegen de winnaars van andere districten om het lands- corps-kampioenschap, dat door de Ned. Bond wordt georganiseerd. In de districten worden verder ook de selectie-wedstrijden gehou den voor het persoonlijk landskam pioenschap. Uit alle districten ko men de 36 beste en hoogste schut ters bij elkaar, die dan in onder linge kamp de 14 beste uitmaken. OOK VENRAY ER BIJ Die wedstrijden zijn intussen al gehouden en uit Venray wist H. v. d. Putten, Jan Hensenstraat, dit nationale team te bereiken. Hij wist daarin de elfde plaats te ver werven. P. van Ooi, die wel bij de 36 beste behoorde, kon geen plaats bemachtigen in het nationale team. A.s. Zondag gaat dit nationale team dan tegen de Belgen aan het werk. Ook België stuurt zijn beste schutters naar Tilburg en dan be gint daar een internationale twee kamp, waarbij een internationale voetbalmatch nog maar kinderspel is. Na Tilburg gaat het dan nog een keer België in en wie dan tenslotte wint, heeft wel de allerhoogste plaats bereikt. Dat Venray in dit team zijn af gevaardigde heeft, toont wel aan, dat hier behoorlijke krachten onder onze schutters zijn en dat ook op internationaal gebied Venray zijn rol meespeelt. VOOR IEDEREEN. Zo blijkt dus deze sport, waarin alle rangen, standen en leeftijden zijn vertegenwoordigd, vele mensen te trekken. Telkens opnieuw ziet men de pijlen snorren en telkens opnieuw kan men de schutters dan hierheen, dan daarheen zien trekken om in onderlinge wedstrijden hun krach ten te beproeven. Een oude sport, die terug gaat naar de oude Grieken en Romeinen maar die vandaag de dag ook nog steeds mensen weet te trekken. Wie de nieuwe banen ziet, die de laatste tijd zijn aangelegd en waarvan die van St. Oda bij de Burggraaf een voorbeeld is voor heel het Zuiden, weet, dat ook in deze moderne tijd deze sport nog springlevend is en ontspanning brengt aan velen. Sportiviteit en onderlinge kame raadschap zijn de resultaten van deze vreedzame sport, die voortge komen uit oorlogsgeweld en krijg, nu de mens van 1956 enkele uren ontspanning geeft. We mogen onze Venrayse schut' ters nog vele „pepermuntjes" toe wpnspn ii VENRAYS WEGEN. Als ik nu de krantenartikelen lees over veilig verkeer en in de raadsverslagen lees, wat men daar allemaal voor doet, dan denk ik onwillekeurig terug aan mijn kinderjaren, toen B. en W. van Venray aan alle voerlui en koet siers de verplichting oplegden om in de straten en vooral op bochten hun paarden stapvoets te laten lopen om zodoende ongelukken te voorkomen.... Dan denkt men ook onwillekeu rig aan de wegen van die tijd. In de eerste jaren van onze eeuw vertoonde zich in het Venrayse land nog maar heel zelden een auto of een motorfiets. Dat was elders ook wel zo, uitgezonderd de grote wegen, bijv. Maastricht RoermondVenlo—Nijmegen. Rond 1900 zag het er met de wegen in het Venrayse land nog allertreurigst uit. Een verharde weg van Venlo over Horst door Castenray en Leu nen liep door de dorpskom: Pa- tersstraatGrotestraatHofstraat, naar Maashees. En dan nog een verharde weg van de dorpskom naar het station en verder doorgetrokken naar Wanssum en dat was alles. En bovendien waren die wegen dikwijls in slechte staat. Voor het dagelijks onderhoud moesten de „wegkretsers" (kantonniers) zorgen. Zij dwongen de voertuigen telkens de spoorbanen te veranderen, door het leggen van stukken hout ofwel schansen en scharden en veegden de gemaakte sporen weer dicht. Op het punt, waar de weg Oos trumWanssum zich splitste in drieën (Wanssum—Meerlo—Oirlo) stond in die jaren een paal met daarop een plank gespijkerd en daarop geverfd: Wanssum 3 kwartier wel een uur. Om de spelling had de verver zich niet bekommerd. En ook niet om hoofdletters. Spotvogels wisten te verklaren, hoe het wel eens een uur kon wor den. Dat pasten zij toe op de Meie- rijse bedevaartstroepen („pajjers") van man- en vrouwvolk. O, die Venrayse wegen van die tijd! Dat was kortweg iets ver schrikkelijks Maar romantisch toch ook wel, met de hutten er langs. Losse zandwegen in de droge tijden, diepe sporen, huiten en bulten, modder in regentijden, harde en scherpe knobbels in de winter on begaanbaar, onbevaarbaar. Arme paarden en arme karretjes, toen wij tegen 1900 begonnen te fietsen. Daarover schrijvende denk ik on willekeurig aan de weg naar Oirlo. Oeldere lag ten opzichte van de dorpskom helemaal geïsoleerd. Een weg, die de naam van weg niet verdiende. Zo oriënteerde Oel dere zich meer naar Horst. Dat was te merken aan de taal en aan de aard van de bevolking. Tussen Oeldere en de dorpskom boterde het niet. In de kom hadden ze het graag over de schildwachten van Oeldere, dat waren de spurriesta- ken. In Oeldere spotte men terug: „keieschieters"! (schijters bang voor de spurriestaken, al hadden ze straten met keien).' Dat had een historische onder grond. Oeldere was een zelfstandige parochie, waaronder het rectoraat Castenray ressorteerde. De rector van Kassele was tevens kapelaan van Oeldere. Alle andere gehuchten: Oostrum, Leunen, Merselo en Smakt, waren rectoraten van de parochie Venray. Eertijds was de pastoor van Venray ook deken, daarna is jaren lang de pastoor van Horst deken van Ven ray geweest en vervolgens is de pastoor van Venray weer deken geworden over alle parochies in het gemeentegebied van Venray. Maar de historische ondergrond ligt dieper. Oeldere was eertijds een zelf standige Heerlijkheid onder het be stuur van Jan van Broeckhuijsen Heer van Geijsteren, Spraeland, Oostrum en Oirlo met eigen rech ten. Ruim honderd jaren geleden werd in officiële stukken van het gemeentebestuur van Venray nog gesproken over de gemeente van Venray en van Oirlo. Tegenwoordig zouden we spreken van het annexatiegebied Oirlo. Maar dat lag de inwoners van Oirlo niet. Tussen Oirlo en Oostrum was de verstandhouding altijd goed maar tussen Oirlo en de dorpskom wilde het niet vlotten. Terwijl het voor Oostrum geen moeite kostte, om een of twee raadsleden in het gemeentebestuur te krijgen kreeg Oirlo soms geen kans op één. Dat duurde zo lang, tot H. G. de Ponti, hoofd der school te Oirlo werd en onder het motto: Goede scholen en goede wegen brengen het land zegen, begon hij met in gezonden stukken in Peel en Maas onder de naam van Jan van Buiten de noodzaak van een goede verbin ding met Venray te bepleiten. Zijn grote tegenstander was H. Trynes, die onder de naam Peter van Venrode Jan van Buiten pro beerde schaakmat te zetten. Daar zijn heel wat regels druk over verschenen, maar het duurde toch nog een kleine tiental jaren, f 1 i 1 degruyter vooraborden Geldig var> 25 t/m 31 Juli 1956 li v ^prscenü voor dat Oirlo met Oostrum via een goede kiezelweg werd verbon den. van 25 juli 1908. De heer H. Chr. Janssen te Oirlo werd benoemd tot onderwij zer te Poeldijk op een aanvangsa- laris van f 600. Willem Engels opende te Leu nen een winkel in koloniale waren. De heer Th. Slits ontving prima blank zuiver schoofstroo voor f 9.per 1000 pond. van 30 juli 1910 Pater VictoriusBeekman o.f.m. hield een rede voor de Mariaver- eniging. van 31 juli 1909. Bij de gehouden herstemming voor 4 leden van de gemeenteraad werden gekozen Gerard Camps te Oostrum, Willem Wijnhoven, Lang straat, Jacobus Geurts te Casten ray en Peter Johannes Derks te Veltum. De arbeider-rangeerder Mart. Gielen te Oostrum kreeg een loffe lijke vermelding wegens betoonde eerlijkheid. De heer Jean Thissen slaagde voor het examen telegrafist bij de P. en T. van 25 juli 1906 Het aantal inrichtingen in de provincie Limburg, alwaar krach tens verlof alcoholhoudende drank anderen dan sterken drank wordt verkocht, bedraagt 5110. Hiervan zijn er te Venray 113 (honderd en dertien), Horst 71, Meerlo 49, Gennep 23, Bergen 75, Venlo 124, Roermond 119, Maas tricht 287. Wegens het halen van brand stoffen („bulte") uit de Vredepeel werd door veldwachter Lemmens tegen een 8tal landbouwers uit Overloon, Oploo en Milheeze, pro cesverbaal opgemaakt. van 28 juli 1906 Met het grondwerk voor het te bouwen gasfabriek alhier en het leggen der gasbuizen is een begin gemaakt. Er bestaat nu alle kans, dat we in de a.s. winter van het nieuwe licht zullen kunnen profiteren. Nieuwe aardappelen werden te koop aangeboden a 70 ct per vat en nieuwe snijbonen a 8 cent per kilo. Op 30 juli zouden publiek verkocht worden de navolgende boerderijen: „De Bollehoeve" te Merselo, groot 12 heet. 48 aren 80 centiaren, in pacht bij Martin Boll. „De Berkenhof" te Merselo, groot 11 heet. 46 aren 95 centiaren, in pacht bij van Osch. Een boerderij aan het Veulen, groot 16 heet. 1 are, in pacht bij Martin Derks. Een boerderij aan de Helde groot 14 heet. 86 aren, in pacht bij Lin- ders. Een huis en tuin aan de Paters- straat, groot 9 aren, in pacht bij de kinderen Laarmans. Een huis aan de Lullse Kuilen, groot 14 aren, in pacht bij van Gerven. Verder nog 46 percelen bouwland weiland, heide en dennenbossen, gelegen in de gemeente Venray, in eigendom toebehorende aan de kinderen Frans vein den Boogaart. Gedurende het eerste halfjaar 1906 bedroeg de totale omzet van het Postkantoor f 322.166.45. De bekende chirurg der Ut rechtse hogeschool heeft voor zijn vertrek naar Heidelberg een knap stuk werk geleverd. Te Venray werd voor drie weken terug het zoontje van de heer J. K. een groot gedeelte der neus afge beten door een paard. Goede raad was duur! Door een dokter werd de wond gezuiverd en verbonden, doch het ventje was in dien toe stand zijn gehele leven aan bespot ting prijsgegeven en mismaakt. Hij werd naar Utrecht vervoerd en opgenomen in het St. Andreas- gesticht. Daar ondernam prof. Nar rat het kunststuk om de arme jongen terug te geven wat het paard vernield had. Nu, na ruim drie weken is de kleine Jean terug en met behulp van bestaande foto's is het de ge leerde kranige professor gelukt z'n patiënt een neus terug te geven, die volmaakt gelijkend is op de vroegere zo ongelukkig verloren schat. Het vlees van een der armen heeft de bouwstof geleverd en prof. Narrat is de knappe bouwkundige van deze mooie gevel Gedurende het le halfjaar 1906 werden ten Postkantoor te Venray ontvangen en besteld: 53210 brieven, 30758 briefkaarten 75863 nieuwsbladen, 43670 andere drukwerken, 1285 monsters van koopwaren, 3374 dienstbrieven. Gedurende het jaar 1905 ver trokken en kwamen aan met ge wone en retourkaar ten op 't station Venray: vertrokken 10227, aangekomen 10934, totaal 21261, Ruilverkaveling in Nrd. Limb. In de maandag gehouden Staten vergadering vestigde de heren Boots en Emonts de aandacht van het provinciaal bestuur op de wense lijkheid van een snelle ruilverka veling van de gehele Peelstreek. Nieuwe ontginningen worden ge reed gemaakt en het nieuwe infil tratieplan is in voorbereiding. Deze eisen, dat de daarbij gedachte ruil verkaveling zo spoedig mogelijk gereed zal komen. Ook door de nieuwe overeenkomst van Horst met vd. Griendt wat betreft de ontsluiting van Griendts- veen eist op dit terrein maat regelen. In zijn antwoord stelde deputé Derks, dat deze ruilverkaveling in Noord-Limburg alléén al 38.500 ha omvatte, terwijl van Midden Lim burg 30.000 ha hierbij zijn betrok ken. Het zal duidelijk zijn, dat de cultuur technische dienst aan deze projecten de handen vol heeft. Daarom wordt hieraan voorrang verleend boven alle andere, reeds eerder ingediende verzoeken om ruilverkaveling. Een onderdeel hiervan, namelijk de ruilverkaveling in het gebied van Horst en Venray alles te samen meer dan 9000 ha, hoopt men komend jaar in stemming te kunnen brengen. Bij de regering zal worden aan gedrongen op bijzondere medewer king voor dit gebied, zodat hier zowel de financiële middelen als arbeidskrachten beschikbaar zullen komen. Verder drongen de heren Boots en Emonts aan op de voltooiing van de Noord-Zuid-verbinding, die in Brabant voor een gedeelte reeds gereed is, maar waaraan in Lim burg nog weinig gedaan is. De heer Emonts wees er nog op, hoe achter de Vredepeel nabij de (Vervolg zie achterpagina)

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1