Om de 176 werkloze
bouwvakkers
Den Oos'genger
Vaderdag
Voor de Politierechter
Meisjes,
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Uit„Peel en Maas"
Tweede aanval op
het Hongerfront
17 juni:
Zaterdag 16 Juni 1956 No 24
ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
CONFECTIE VAI
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652
ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY f 1.45
De publicatie van de enquête,
welke de plaatselijke afdeling van
de Ned. Kath. Aannemerspatroons
bond heeft gehouden, heeft hier en
in den lande nog al wat deining
veroorzaakt.
Zoals men weet was het resultaat
van deze enquête, dat 14 Venrayse
aannemers vertelden binnen een
maand zonder werk te zitten, waar
door 176 bouwvakarbeiders werk
loos zouden worden.
Enkele landelijke bladen hebben
hierop de aandacht gevestigd en
zo kon het gebeuren dat bv. het
arbeidsbureau tot zelfs vanuit Rot
terdam werd opgebeld om die 176
arbeiders maar rechtstreeks naar
Rotterdam te sturen, om van andere
plaatsen en liefhebbers dan maar
niet te spreken. En zeker niet over
Venray zelf, waar andere aanne
mers zitten te bidden en te smeken
om wat meer metselaars, timmer
lieden enz.
Gevaar dat deze bouwvakarbei
ders werkloos worden is er dus
niet bepaald. Kunnen ze in Neder
land niet slagen en gezien de
reacties die van deze publicatie
het gevolg waren, is dat al onmo
gelijk dan is er nog altijd Duits
land en zelfs België, waar ze har
telijk welkom zijn.
Zo'n vaart loopt het dus niet.
Maar er zijn toch wel enkele punten,
waarop, naar aanleiding van deze
enquête gewezen mag worden.
Op de eerste plaats, dat dit
onderzoek met volledig is geweest.
Wil men een zuiver beeld krijgen
van de werkgelegenheid en de
werkmogelijkheid, dan is een onder
zoek noodzakelijk bij alle Venrayse
aannemers. En niet bij een gedeelte
daarvan.
Deze fout heeft de urgentie
commissie der provincie gemaakt,
die bij enkele Venrayse groot
aannemers cijfers en verwachtingen
heeft opgevraagd, en aan de hand
daarvan de bouwmogelijkheid in
Venray heeft bepaald.
Deze zelfde fout heeft ook de
N.K.A.P.B. gemaakt.
Want nu ligt de situatie toch zo,
dat een aannemer, die bijv. juist
met woningbouw hier bezig is,
mensen tekort kan komen om vlug
op te schieten, terwijl ze elders in
Venray feitelijk overbodig zijn. Zijn
klacht komt in de enquête niet
naar voren. (Men versta ons goed,
dit kan zo zijn. Of het werkelijk zo
is, is ons onbekend, omdat het o.a.
niet uit deze enquête blijkt.) Houdt
men bij de ene geen rekening, met
teveel, bij de andere weer niet met
het tekort.
Op de tweede plaats dient de
vraag gesteld te worden of men
bij een dergelijk onderzoek alleen
rekening houdt met het aantal
arbeiders, of alleen met het aantal
aannemers.
Zoals boven blijkt, behoeft men
over de arbeiders weinig zorg te
hebben. Zowel bij Venrayse aanne
mers als bij andere is voor hen
werk genoeg. Men behoeft ze prac-
tisch alleen bij de ene aannemer
weg te halen en naar de andere te
brengen.
Houdt men alleen rekening met
het aantal aannemers, dan kan
men als resultaat van deze enquête
veilig aannemen, dat 14 Venrayse
aannemers binnen nu en een maand
zonder werk zitten en dat zij voor
de keus gesteld worden ofwel hun
personeel over te doen aan anderen,
ofwel zelf de vreemde op te trek
ken met hun personeel. Het is
logisch dat deze mensen de laatste
maatregel zullen treffen, indien
dat mogelijk is. Geven zij hun per
soneel over, dan zijn ze aannemer
af.
„Afgezien, wat er dan met mijn
zaak en mijzelf gebeurd" aldus een
dezer aannemers, „het is duidelijk,
dat de Venrayse bouwvakkers die
ik teveel heb, het eerst bij plaatse
lijke aannemers zullen proberen Ie
komen, waar ze gezien het werk
wat deze vooral in de vreemde
hebben, welkom zijn.
Echter niet voor woningbouw,
omdat daar nog maar een enkele
Venrayse aannemer werk in heeft.
Ze gaan naar de bouw van kloosters,
openbare gebouwen, of ziekenhuizen
die onderhanden zijn. En de woning
bouw ligt dan stil...."
Ditzelfde punt benadrukt een
andere aannemer, die zegt, dat
juist onder deze 14 Venrayse aan
nemers degene te vinden zijn, die
de particuliere bouw, welke men
nu voorstaat, op goede wijze kun
nen oplossen. Hun bedrijven zijn
merendeels niet geschikt voor wat
men noemt de „grote" woningbouw,
maar wel uitermate voor de parti
culiere bouw. Laat men de arbeiders
gaan, dan komen ze bijna alle bij
Venrayse groot-sannemers terecht,
die elders werken en dan nog maar
voor een heel klein gedeelte aan
woningbouw. Het is dus Venrays
woningbouw, die hier lijden zal.
Weer anderen zijn boos, omdat
ze menen, dat het hele spel begon
nen is om de klein-aannemer te
„nekken".
„Ik heb minstens drie maanden
geleden reeds bereidverklaringen
getekend dat ik voor enkele parti
culieren hun woning wil en ook
kan bouwen. In die drie maanden
tijd had men gemakkelijk kunnen
onderzoeken of dat waar is of niet.
Had men gemakkelijk de papieren
in orde kunnen hebben. Wat er
gebeurd mag zijn, dat in ieder
geval niet. Wat schiet ik dan op
met ministeriële beloften en wat
schiet de woningbouw in Venray
er mee op
„De minister spreekt van over
werken enz., maar zegt er niet bij,
waaraan overgewerkt moet worden.
Aan huizenbouw is dat schijnbaar
niet nodig. En zonder overwerk
krijg ik mijn werkplaats toch wel
gepoetst en mijn lager opgeruimd".
Aldus enkele bloemlezingen uit
gesprekken met voornamelijk kleine
aannemers, die er stuk voor stuk
weinig voorvoelen hun personeel
over te doen, omdat ze vrezen ze
niet meer terug te krijgen en die
feitelijk menen, dat een en ander
voornamelijk te doen is om de
klein-aannemer in de hoek te
duwen. Zij gaan niet graag buiten
Venray werken, wagen zich niet
aan grootse gebouwen en zijn dus
aangewezen op de kleine woning
bouw, waarvoor echter eerst feite
lijk al te weinig rufmte was, omdat
de woningbouwvereniging het be
schikbare bouwvolume met tien
tallen woningen tegelijk aanbe
steedde. Nu er echter particulieren
willen bouwen, ook al omdat de
minister nieuwe mogelijkheden
schept, nu is er weer geen bouw
volume, dit ondanks de beloften
van dezelfde minister.
De conclusie, die men uit een
en ander trekken kan, is dat men
voor werkloze bouwvakarbeiders
voorlopig niet bang behoeft te zijn.
Integendeel, maar dat men wel
moet vrezen, dat de woningbouw,
waarvoor deze 176 arbeiders kun
nen worden ingezet, mits er bouw
volume is, ernstig de dupe zal
worden, als zij naar andere aan
nemers overgaan. En dat verschil
lende aannemers en wel vooral
kleinere in een uiterst moeilijk
parket komen, dat misschien aan
een enkeling zelfs zijn zaak kan
kosten.
Het is duidelijk, dat dit niet mag
gebeuren. Hoe onvolledig deze
enquête ook geweest is, ze toont
in ieder geval aan, dat Venray
een ruimere toewijzing van bouw
volume nog rustig aan kan. Waar
mede èn de woningnood èn de aan
nemers zijn gediend. En we mogen
hopen, dat de publicatie van deze
gegevens dat ook inderdaad zal
bereiken. Het getal woningzoeken
den dringt daarop aan...
(I)
Het volgend heeft mijn vriend
Hubertus mij verteld. Ik laat hem
nu zelf aan het woord.
Ik ontmoette den Oos'ganger de
eerste keer in mijn leven bij de
Bikkelorskoel, aldus Hubertus.
Bij de Bikkelorskoel was Michel
de smid met zijn helper bezig, een
ijzeren band te leggen om een nieuw
karrad.. Die band lag in een fel
brandend vuur van turf en vet kolen
gruis gloeiend te worden.
Zodra de band rood gloeide, pak
ten Michel en zijn helper hem met
hun zware tangen om hem om het
rad te leggen. Dat werkje kwam
heel nauw en vereiste nauwkeurig
heid en geroutineerde handigheid.
De band moest precies overal
gelijk om de buitenrand van de
houten velgenkomenliggen, rondom
even hoog. Zolang de band koud
was, leek het, alsof hij niet passen
zou. Door de gloei-hitte was het
ijzer uitgezet.
Michel en zijn helper sloegen
precies op de maat en met even
harde harde slagen met hun zware
hamers de band omlaag, totdat
deze vast de velgen omsloot. En
daarna, om het ijzer zo snel mo
gelijk af te koelen en het te doen
inkrimpen, werden er emmers water
uit de koel over leeggegooid.
De Oostrumse smid Piet Verheijen
deed dat werk van radbeslaan aan
de Molenbeek bij de Stenenbrug.
„Trans Cedron" bestond toen nog
niet.
Natuurlijk ontwikkelde zich ter
plaatse gedurende het werk veel
rook van het turfvuur en het vet-
kolengruis, vermengd met de op
stijgende waterdamp.
Die dikke wolken hingen zwaar
boven de weg, omdat het windstil
was.
Een voerman naderde met zijn
paard en kar en moest stilhouden.
Hij sprong van de kar af en kwam
er blijkbaar nieuwsgierig ook bij
staan kijken. Het toneeltje interes
seerde hem, dat kon men hem aan
zien. En vol ijver pakte hij mee
aan, greep twee emmers op om die
uit de koel te vullen en ze doel
matig leeg te gooien op het rad.
Pas toen het werk afgelopen was,
de band was afgekoeld en de rook
weggetrokken, ging de voerman
verder.
„Dat is nou de lange Gerrits, den
Oos'genger", vertelde Michel de
smid ons.
0—
Ik zou niet zo dadelijk hebben
kunnen zeggen waardoor, maar een
feit was het, dat hij sterk mijn aan
dacht trok. Hij zag er uit als een
andere 'soort man, dan ik in onze
omgeving gewoon was.
Daarna zag ik den Oos'genger
herhaaldelijk weer terug. Vooral
Zondags na de hoogmis, als de
kerkbezoekers zich over de varkens-
markt verspreidden, de een om naar
huis te gaan, de ander om te gaan
toepen, of te kienen, of te beugelen,
of dröpkes te drinken.
Hij was een opvallende figuur,
fors, kaarsrecht, en stak boven de
meeste mannen uit. Echt ook de
figuur van een volbloed militair.
Dat was echter niet alleen het
aparte van den Oos'genger. Of
meende "ik dat misschien zo maar,
omdat ik als dorpse jongen nog
maar weinig van de wijde wereld
had waargenomen?
Hij was in de Oost geweest, dus
moest hij, naar mijn mening, veel
gezien en veel beleefd hebben, alles
heel anders dan in het Venrayse
Land te zien en te beleven viel, en
dat maakte diepe indruk op mij.
Ik dacht er niet meer aan, dat ik
den Oos'genger nog wel eens nader
zou leren kennen, toen ik hem
's Zondags nooit meer zag. En toch
gebeurde dat. De aanleiding daar
toe bracht de wereldoorlog van 1914.
Die oorlog heeft een geweldige
verandering veroorzaakt in de men
selijke samenlevingen in en buiten
Euroga.^Een .omwoeling, zoals door
een schok van een aadbeving een
stukje aardoppervlakte wordt ver
scheurd en verwoest door schud
dingen en vuur.
In die dagen, zo herinnerde vriend
Hubertus zich nog levendig, was
ook voor het Venrayse Land het
dadelijke gevolg, dat de meesten
ons allerlei karweitjes gingen aan
pakken, die zij voorheen spottend
en minachtend geweigerd zouden
hebben te doen.
Over de Owee-ërs, die zich schat
rijk maakten met smokkelen, met
clandestiene handel, enz. wil ik nu
niet spreken. Wat levensstaat en
stand naar het scheen doortraditie
rotsvast opgebouwd hadden, viel als
een kinderkaartenhuisje ineen.
H.H.J. MAAS.
(wordt vervolgd)
van 11 Juni 1910
De heer Try nes werd herkozen
als lid van provinciale staten.
van 12 Juni 1909
Bij de aanbesteding voor reke
ning van Fr. van Baar voor het
bouwen van een nieuwe stalling,
schuur enz. was P. Oudenhoven met
f 798 de laagste inschrijver.
van 20 Juni 1908
Pastoor P. Schmeitz keerde
terug van een bedevaart naar Rome.
In de paterskerk werd het
feest van Sint Antonius plechtig
gevierd. P. Odulfus de Haas O.F.M.
preekte.
De wed. Marcellis werd 96 jaren.
De bliksem sloeg in in de wo
ning van T. in het Venrayse Broek.
De bierbrouwerij „De Keizer"
werd verkocht aan de heer Math.
Janssen.
De heer J. van der Craats, op
zichter bij het Staatsbosbeheer al
hier, werd benoemd tot onbezoldigd
rijksveldwachter.
10 pensionairen van Jerusalem
naderden de eerste maal ter heilige
Communie.
M. Hendriks, station Venray,
verkocht prima droge nieuwe La-
plata maïs voor f 7,30 de 100 kg.
van 18 Juni 1910
De heer J. Wijnhoven werd
onderwijzer te Bakel.
De match tussen Venray en
Stetfl werd gewonnen met 2—1.
A. M. Denissen reed iedere
dinsdag en zaterdag met een vracht
kar van Vierlingsbeek naar Venray.
van 19 Juni 1909
Reeds 170 leden behoorden tot
de Mariavereniging.
17 Zustergezelschappen namen
deel aan een groot konkours, dat
de handboogschutterij Sint Anna
had uitgeschreven.
De Eerw. Heer Piet Wijnhoven
werd 11 Juni te St Louis priester
gewijd.
15 Juni begon de geregelde
dienst van de paardentram Venray-
station.
Dr H. Poels en J. Poels, pasoor
te Newark arriveerden uit Amerika
te Venray.
De heer Johan F.J. Martens,
rijksontvanger, overleed 12 Juni,
35 jaar oud.
van 16 Juni 1906
Te Merselo werd in de kerk
een nieuw orgel geplaatst, dat
kermis-Zondag in gebruik werd ge
nomen.
De heer L.H. Nelissen uit Oirlo,
werd benoemd aan de O.L.School
te Neerkant, Deurne.
De Middenstandsvereniging
„De Hanze" alhier, besloot de half
jaarlijkse rekeningen in te voeren.
De Anti-Hongercampagne ont
wikkelt zich geheel volgens plan.
De resultaten van de eerste start
waren zo groot, dat nu reeds aan
40 duizend kinderen en 10 duizend
moeders op Korea één jaar lang
melk wordt uitgedeeld, in samen
werking met de UNIGEF, het Kin
dernoodfonds der Verenigde Naties.
Dit danken zij aan de edelmoedig
heid der Nederlanders, die niemand
gebrek kunnen zien lijden.
Wij staan thans op het punt, een
nieuwe doorbraak in het honger
front te forceren.
Dank zij de medewerking van
het bakkersgilde, dat in de
week van 18 tot 24 juni a.s. overal
in Nederland „papieren witjes" zal
aanbieden.
Een papieren witje kost slechts
25 ct., een kwartje met een mach
tig, mensenreddend effect, daar het
de Bond zonder Naam in staat
stelt, één maand lang ergens ter
wereld een hongerlijdend kind of
moeder van melk te voorzien.
Zonder aarzeling zetten wij ons
anti-honger-offensief door, ook al
lijkt de taak oneindig bij een hon
gerlijdendemenigte van 1.250.000.000
medemensen.
Van Nederland uit zal 't geweten
der mensheid worden wakker ge
schud. Nederland grijpt de koe bij
de horens en geeft aan de gehele
wereld een voorbeeld van prak
tische naastenliefde.
Met aller medewerking en hulp
zullen wij verdere honderdduizenden
ja zelfs millioenen hongerlijders
overal ter wereld soulaas kunnen
brengen. Helpt dus mee de Anti-
Hongerweek tot een succes te ma
ken. Van 18 tot 24 juni wordt een
Anti-Hongerweek doorgevoerd.
In die week kunt U bij al Uw
bakkers vragen naar het „papieren
witje" een op papier getekend
broodje wat 25 ct kost.
Met de opbrengst hiervan kunnen
wij een maand lang melk verschaf
fen aan een kind of moeder, die
honger lijdt.
Doe mee aan de Anti Honger
week van 18 tot 24 juni
Deze verkiezingen hebben hun
schaduwen reeds ver vooruit ge
worpen. Tot zelfs bij de politie
rechter toe.
Men beweert, dat de democratie
de eenheid in ons volk helpt be
waren en verstevigen. Dat kan wel
waar zijn, maar een feit blijft, dat
wij zo tegen de tijd van de verkie
zingen toch maar even een paar
maanden danig uit elkander val
len kunnen.
Zo hadden die twee buren uit
een nabijgelegen stad altijd goed
met elkander kunnen opschieten.
Tot de ene buurman een bepaalde
partij aan een zege in de verkie
zingsstrijd wilde helpen.
Hij plaatste in zijn tuin een groot
bord, waarop de kiezer allerlei be
gerenswaardige zaken in het voor
uitzicht worden gesteld, mits slechts
de grote meerderheid van het ne-
derlandse volk op deze ene zeer
bepaalde partij wilde stemmen.
Op dat bord stond vader Drees.
Nu hing de andere buurman ook
een bepaalde partij aan.
Hij liet al die beloften niet over
zijn kant gaan. Ook hij timmerde
een bord aan een paal om den
volke kond te doen van de gouden
dagen, die zullen aanbreken wan
neer de partij van deze (andere)
buurman het maar voor het zeggen
had.
En op dat bord stond vader
Romme!
.Vergeefse moeite" smaalde de
ene buurman die met Drees
toen hij de ander bezig zag.
„Wij breken alles door."
Dit liet de andere buurman
die van Romme niet op zich
zitten. „Wij snijden alles door, tot
zelfs de kabeltjes van Drees", daar
mee doelende op de gebeurtenissen
in Roermond.
Waarop de Dreesman zich begon
op te winden. „Zo, zei-die, dat is
alles wat jullie kunnen, kabels
doorsnijen en stinkbommen gooien.
Maar voor de Drees-centjes zorgt
den dieje" en hij kletste op vaders
Drees minnelijk aangezicht.
De Romme-man was niet om een
antwoord verlegen, haalde er wo
ningbouw bij en scholen en zo.
Toen stonden die twee eertijds
vreedzame buurmannen daar elkaar
eens precies te zeggen, wat ze niet
alleen over de polletiek van elkan
ders partijen dachten, maar ten
slotte ook wat ze over elkanders
familie, tot in de verste graad, wel
dachten.
En dat was eerlijk niet heel veel
mooi!
Hun gesprek groeide uit tot een
oploopje. Zo met zijn tweeën zou
er niets van gekomen zijn, maar
het oploopje lokte een politieman
naderbij. Toen die tot kalmte ging
manen, zei de felle buurman, die
vader Drees aanhing, een erg vies
woord, waarvan de hoogste rech
terlijke instanties hebben uitge
maakt, dat het niet in de krant
mag, zodat wij het hier niet kun
nen herhalen.
En dat bracht hem nu voor de
groene tafel.
Vijf en twintig gulden moet die
buurman betalen, omdat hij het
gezag had beledigd. Maar als hij
zo is doorgegaan tot de verkiezin
gen, kon het wel eens een duur
jaar voor hem geworden zijn.
En dat allemaal vanwege de
polletiek!
LAND- RN TUINBOUW
Overwegingen in de lege stal
De zomermaanden zou men de
„schoonmaaktijd" van de stal kun
nen noemen. Verbeteringen, aan
vullingen, tijdens de winter nodig
gebleken, kunnen dan worden uit
gevoerd.
Vaak valt dan ook opnieuw de
aandacht op de hoge eisen, die aan
de moderne stal worden gesteld.
De ligplaats van de dieren b.v.
vormt een groot probleem. Het vee
vertoeft immers zijn halve leven op
stal, daarom is een warme, niet te
harde ligging vereist.
Veelal heeft men wel eens gelezen
of gehoord over de voordelen van
de moderne rubber stalvloer en zo
is men tot de ontdekking gekomen,
dat stro voordien de enige mo
gelijkheid niet geheel voldoet.
Indien deze overwegingen in de
lege stal de inleiding vormen voor
een modernisering, doet men er
goed aan eens aandacht te schen
ken aan de mogelijkheden van de
rubber stalvloer.
De zachtheid van het materiaal
voorkomt stalbenen; rubber beschut
het vee tegen optrekkende kou van
de vloer en voorts zal minder
lichaamswarmte aan de dieren ont
trokken worden, wat een verhoogde
melk- en vetproduktie meebrengt.
Voorts heeft een dergelijke vloer
het voordeel, dat men met minder
dan de helft stro kan volstaan,
waardoor men de aanschaffings-
kosten er snel uit heeft.
Slechts enkele gegevens over
deze stalvloer werden hier genoemd.
Vele veehouders en deskundigen
hebben zich over de voordelen uit
gesproken en dit ideaal van zorg
voor het vee omschreven.
Vaak is gebleken, dat het een
ideaal is, waard om nagestreefd te
worden.
Hooien en melken
In sommige perioden van de zomer
rammelt het wel eens bij de voe
ding van het melkvee. De noodzaak
voldoende wintervoer te winnen
brengt de boer er toe de oppervlakte
weidegras voor de koeien tot het
uiterste te beperken.
Vanzelfsprekend is hier geen enkel
bezwaar tegen, mits dat „uiterste"
voldoende gras geeft voor het
melkvee.
Is dat niet het geval, dan kost dat
geld, omdat op de melkbriefjes
lagere cijfers genoteerd worden.
Vooral is dit gevaar groot, als
de regen of de warmte niet komen,
die nodig zijn om de grasgroei gelijke
tred te laten houden met het om-
weiden van de koeien.
Houdt daarom zo mogelijk altijd
een perceel in reserve, dat bij trage
grasgroei afgeweid kan worden. Is
dit niet goed mogelijk, dan kan in
het uiterste geval reeds gemaaid
gras worden bijgevoerd.
Eenvoudiger en minder bewer
kelijk is echter de volgende werk
wijze: Bij het maaien worden de
greppels niet geheel uitgemaaid.
Ook in de slootkanten blijft een
strook gras staan. Dit spaart het
tijdrovende handmaaien en zodra
het perceel leeg komt kan de koeien
weer wat gras worden geboden.
Vergeet echter niet, dat ook dit
slechts een noodoplossing is.
BEL OP BIJ BRAND
No. 392
In een of ander tijdschrift heeft
eens een verhaal gestaan naar aan
leiding van vaderdag. De schrijver
voelde niets voor dergelijke dagen,
omdat bepaalde fabrikanten dit
idee hadden gelanceerd om er een
slaatje uit te kunnen slaan.
Maar op het eind van het ver
haal moest de schrijver toch wel
bekennen, dat hij zelf vader
op de zo door hem gewraakte va
derdag heel bijzonder genoten had.
Zijn kinderen hadden hem echt
verwend.
Deze eerlijke bekentenis van een
tegenstander van vaderdag hij
is inmiddels grotendeels bekeerd
toont het geheim, waarom net
zoals moederdag ook de vaderdag
heeft ingeslagen.
Het is namelijk het geheim van
het menselijke.
Het woord vader is een begrip
en hoe verder men afstand ervan
neemt, des te verhevener wordt
het. Een begrip overigens met rijke
schakeringen.
Het vaderschap is iets schoons,
omdat het de voortzetting van het
leven inhoudt. En alles wat het
leven raakt, heeft voor de mens
iets aantrekkelijks, iets waardoor
hij geboeid wordt.
De fabrikanten mogen dan al om
zuiver economische motieven de
vaderdag hebben gecreërd, zij heb
ben toch een machtig goede greep
gedaan, die in de praktijk alle eco
nomische belangen doet vergeten
en de aandacht volkomen richt op
de zeer belangrijke persoon van de
vader.
Sigaren, dassen en wat dies meer
zij, worden slechts bijkomstige din
gen, die mogen bijdragen tot het
eerbetoon voor de vader.
De laatste jaren is het type van
de ideale vader overigens aanzien
lijk gewijzigd.
Het is nog niet zo lang geleden,
dat de vader de onbetwistbare au
toriteit was in het gezin, wiens
woord werd beschouwd als wet en
die als een feodaal over zijn onder
geschikte vrouw en ojiderworpen
kinderen heerste.
Dit systeem had grote voordelen,
al waren die voordelen dan ook
voornamelijk aan de kant van de
autoritaire vader, die zich niet kon
vergissen, voor wie iedereen boog
als de wijze, de verstandige, de
machtige.
Trouwens enige tijd voordat de
beschaving in ons land haar intree
deed, kon de man zelfs zijn vrouw,
zijn bezit of zijn kinderen verdob
belen, zonder dat er een haar naar
kraaide.
Het is nu wel iets anders.
De mannen streven over het al
gemeen niet meer naar absolute
autoriteit, wellicht een nevengevolg
van de vrouwen-emancipatie. Hun
ideaal ziet er thans anders uit. Zij
zien de vrouw niet meer als de
hulp, die kinderen voorl brengt en
hem dient, maar op de eers.te
plaats als de liefste levensgenoot.
De kinderen wil hij niet met be
vel en gebod groot brengen, doch
met begrip, voorbeeld en leiding
naar de volwassenheid voeren.
Als het nodig is doet hij de vaat,
stofzuigt hij, stopt hij de kinderen
in bad of voorziet hij de jongste
van een schone luier.
Vroeger was zoiets onmogelijk.
Vroeger waren die werkzaamheden
een vernedering, nu schaamt hij
zich niet meer een schort aan te
binden, wanneer dat nodig mocht
zjjn.
De vaders van nu wensen geen
despoten meer te zijn, maar de be
trouwbare kracht voor de vrouw,
de vertrouwde en leidende vriend
voor de kinderen.
Deze verandering kan een goede
verandering zijn en een hechtere
basis voor gezinsgeluk dan welke
autoritaire, welke mijn-woord-is-
wet-mentaliteit ook, mits er de
de liefde is.
In de nieuwe gezinsverhoudingen
moet de liefde het bindende element
zijn. Zonder die liefde kan slechts
macht of gezag het krammende en
lijmende element zijn.
In de nieuwe gezinsverhoudingen
past ook de viering van vaderdag,
mits die dag zo gevierd wordt, dat
het voornaamste accent gelegd
wordt op de liefde van het kind
voor de oorsprong van zijn leven.
bij moeilijk
heden, ofwel
voor raad en
inlichtingen is de R.K. Vereniging
tot bescherming van Meisjes:
Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers
Grote Straat 28, Tel. 581;
Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, Tel. 393;
Mevr. A. Pijls-Drenth,
Grote Straat 14;
Mej. T. Coenen, Patersstraat 30,
Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters
straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str.
14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de
Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel.
250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck
D 67, TeL 263.