Om de 176 werkloze bouwvakkers Den Oos'genger Vaderdag Voor de Politierechter Meisjes, WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Uit„Peel en Maas" Tweede aanval op het Hongerfront 17 juni: Zaterdag 16 Juni 1956 No 24 ZEVEN EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS CONFECTIE VAI DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROTE STRAAT 28 TELEFOON 512 GIRO 150652 ADVERTENTIE-PRIJS: 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 BUITEN VENRAY f 1.45 De publicatie van de enquête, welke de plaatselijke afdeling van de Ned. Kath. Aannemerspatroons bond heeft gehouden, heeft hier en in den lande nog al wat deining veroorzaakt. Zoals men weet was het resultaat van deze enquête, dat 14 Venrayse aannemers vertelden binnen een maand zonder werk te zitten, waar door 176 bouwvakarbeiders werk loos zouden worden. Enkele landelijke bladen hebben hierop de aandacht gevestigd en zo kon het gebeuren dat bv. het arbeidsbureau tot zelfs vanuit Rot terdam werd opgebeld om die 176 arbeiders maar rechtstreeks naar Rotterdam te sturen, om van andere plaatsen en liefhebbers dan maar niet te spreken. En zeker niet over Venray zelf, waar andere aanne mers zitten te bidden en te smeken om wat meer metselaars, timmer lieden enz. Gevaar dat deze bouwvakarbei ders werkloos worden is er dus niet bepaald. Kunnen ze in Neder land niet slagen en gezien de reacties die van deze publicatie het gevolg waren, is dat al onmo gelijk dan is er nog altijd Duits land en zelfs België, waar ze har telijk welkom zijn. Zo'n vaart loopt het dus niet. Maar er zijn toch wel enkele punten, waarop, naar aanleiding van deze enquête gewezen mag worden. Op de eerste plaats, dat dit onderzoek met volledig is geweest. Wil men een zuiver beeld krijgen van de werkgelegenheid en de werkmogelijkheid, dan is een onder zoek noodzakelijk bij alle Venrayse aannemers. En niet bij een gedeelte daarvan. Deze fout heeft de urgentie commissie der provincie gemaakt, die bij enkele Venrayse groot aannemers cijfers en verwachtingen heeft opgevraagd, en aan de hand daarvan de bouwmogelijkheid in Venray heeft bepaald. Deze zelfde fout heeft ook de N.K.A.P.B. gemaakt. Want nu ligt de situatie toch zo, dat een aannemer, die bijv. juist met woningbouw hier bezig is, mensen tekort kan komen om vlug op te schieten, terwijl ze elders in Venray feitelijk overbodig zijn. Zijn klacht komt in de enquête niet naar voren. (Men versta ons goed, dit kan zo zijn. Of het werkelijk zo is, is ons onbekend, omdat het o.a. niet uit deze enquête blijkt.) Houdt men bij de ene geen rekening, met teveel, bij de andere weer niet met het tekort. Op de tweede plaats dient de vraag gesteld te worden of men bij een dergelijk onderzoek alleen rekening houdt met het aantal arbeiders, of alleen met het aantal aannemers. Zoals boven blijkt, behoeft men over de arbeiders weinig zorg te hebben. Zowel bij Venrayse aanne mers als bij andere is voor hen werk genoeg. Men behoeft ze prac- tisch alleen bij de ene aannemer weg te halen en naar de andere te brengen. Houdt men alleen rekening met het aantal aannemers, dan kan men als resultaat van deze enquête veilig aannemen, dat 14 Venrayse aannemers binnen nu en een maand zonder werk zitten en dat zij voor de keus gesteld worden ofwel hun personeel over te doen aan anderen, ofwel zelf de vreemde op te trek ken met hun personeel. Het is logisch dat deze mensen de laatste maatregel zullen treffen, indien dat mogelijk is. Geven zij hun per soneel over, dan zijn ze aannemer af. „Afgezien, wat er dan met mijn zaak en mijzelf gebeurd" aldus een dezer aannemers, „het is duidelijk, dat de Venrayse bouwvakkers die ik teveel heb, het eerst bij plaatse lijke aannemers zullen proberen Ie komen, waar ze gezien het werk wat deze vooral in de vreemde hebben, welkom zijn. Echter niet voor woningbouw, omdat daar nog maar een enkele Venrayse aannemer werk in heeft. Ze gaan naar de bouw van kloosters, openbare gebouwen, of ziekenhuizen die onderhanden zijn. En de woning bouw ligt dan stil...." Ditzelfde punt benadrukt een andere aannemer, die zegt, dat juist onder deze 14 Venrayse aan nemers degene te vinden zijn, die de particuliere bouw, welke men nu voorstaat, op goede wijze kun nen oplossen. Hun bedrijven zijn merendeels niet geschikt voor wat men noemt de „grote" woningbouw, maar wel uitermate voor de parti culiere bouw. Laat men de arbeiders gaan, dan komen ze bijna alle bij Venrayse groot-sannemers terecht, die elders werken en dan nog maar voor een heel klein gedeelte aan woningbouw. Het is dus Venrays woningbouw, die hier lijden zal. Weer anderen zijn boos, omdat ze menen, dat het hele spel begon nen is om de klein-aannemer te „nekken". „Ik heb minstens drie maanden geleden reeds bereidverklaringen getekend dat ik voor enkele parti culieren hun woning wil en ook kan bouwen. In die drie maanden tijd had men gemakkelijk kunnen onderzoeken of dat waar is of niet. Had men gemakkelijk de papieren in orde kunnen hebben. Wat er gebeurd mag zijn, dat in ieder geval niet. Wat schiet ik dan op met ministeriële beloften en wat schiet de woningbouw in Venray er mee op „De minister spreekt van over werken enz., maar zegt er niet bij, waaraan overgewerkt moet worden. Aan huizenbouw is dat schijnbaar niet nodig. En zonder overwerk krijg ik mijn werkplaats toch wel gepoetst en mijn lager opgeruimd". Aldus enkele bloemlezingen uit gesprekken met voornamelijk kleine aannemers, die er stuk voor stuk weinig voorvoelen hun personeel over te doen, omdat ze vrezen ze niet meer terug te krijgen en die feitelijk menen, dat een en ander voornamelijk te doen is om de klein-aannemer in de hoek te duwen. Zij gaan niet graag buiten Venray werken, wagen zich niet aan grootse gebouwen en zijn dus aangewezen op de kleine woning bouw, waarvoor echter eerst feite lijk al te weinig rufmte was, omdat de woningbouwvereniging het be schikbare bouwvolume met tien tallen woningen tegelijk aanbe steedde. Nu er echter particulieren willen bouwen, ook al omdat de minister nieuwe mogelijkheden schept, nu is er weer geen bouw volume, dit ondanks de beloften van dezelfde minister. De conclusie, die men uit een en ander trekken kan, is dat men voor werkloze bouwvakarbeiders voorlopig niet bang behoeft te zijn. Integendeel, maar dat men wel moet vrezen, dat de woningbouw, waarvoor deze 176 arbeiders kun nen worden ingezet, mits er bouw volume is, ernstig de dupe zal worden, als zij naar andere aan nemers overgaan. En dat verschil lende aannemers en wel vooral kleinere in een uiterst moeilijk parket komen, dat misschien aan een enkeling zelfs zijn zaak kan kosten. Het is duidelijk, dat dit niet mag gebeuren. Hoe onvolledig deze enquête ook geweest is, ze toont in ieder geval aan, dat Venray een ruimere toewijzing van bouw volume nog rustig aan kan. Waar mede èn de woningnood èn de aan nemers zijn gediend. En we mogen hopen, dat de publicatie van deze gegevens dat ook inderdaad zal bereiken. Het getal woningzoeken den dringt daarop aan... (I) Het volgend heeft mijn vriend Hubertus mij verteld. Ik laat hem nu zelf aan het woord. Ik ontmoette den Oos'ganger de eerste keer in mijn leven bij de Bikkelorskoel, aldus Hubertus. Bij de Bikkelorskoel was Michel de smid met zijn helper bezig, een ijzeren band te leggen om een nieuw karrad.. Die band lag in een fel brandend vuur van turf en vet kolen gruis gloeiend te worden. Zodra de band rood gloeide, pak ten Michel en zijn helper hem met hun zware tangen om hem om het rad te leggen. Dat werkje kwam heel nauw en vereiste nauwkeurig heid en geroutineerde handigheid. De band moest precies overal gelijk om de buitenrand van de houten velgenkomenliggen, rondom even hoog. Zolang de band koud was, leek het, alsof hij niet passen zou. Door de gloei-hitte was het ijzer uitgezet. Michel en zijn helper sloegen precies op de maat en met even harde harde slagen met hun zware hamers de band omlaag, totdat deze vast de velgen omsloot. En daarna, om het ijzer zo snel mo gelijk af te koelen en het te doen inkrimpen, werden er emmers water uit de koel over leeggegooid. De Oostrumse smid Piet Verheijen deed dat werk van radbeslaan aan de Molenbeek bij de Stenenbrug. „Trans Cedron" bestond toen nog niet. Natuurlijk ontwikkelde zich ter plaatse gedurende het werk veel rook van het turfvuur en het vet- kolengruis, vermengd met de op stijgende waterdamp. Die dikke wolken hingen zwaar boven de weg, omdat het windstil was. Een voerman naderde met zijn paard en kar en moest stilhouden. Hij sprong van de kar af en kwam er blijkbaar nieuwsgierig ook bij staan kijken. Het toneeltje interes seerde hem, dat kon men hem aan zien. En vol ijver pakte hij mee aan, greep twee emmers op om die uit de koel te vullen en ze doel matig leeg te gooien op het rad. Pas toen het werk afgelopen was, de band was afgekoeld en de rook weggetrokken, ging de voerman verder. „Dat is nou de lange Gerrits, den Oos'genger", vertelde Michel de smid ons. 0— Ik zou niet zo dadelijk hebben kunnen zeggen waardoor, maar een feit was het, dat hij sterk mijn aan dacht trok. Hij zag er uit als een andere 'soort man, dan ik in onze omgeving gewoon was. Daarna zag ik den Oos'genger herhaaldelijk weer terug. Vooral Zondags na de hoogmis, als de kerkbezoekers zich over de varkens- markt verspreidden, de een om naar huis te gaan, de ander om te gaan toepen, of te kienen, of te beugelen, of dröpkes te drinken. Hij was een opvallende figuur, fors, kaarsrecht, en stak boven de meeste mannen uit. Echt ook de figuur van een volbloed militair. Dat was echter niet alleen het aparte van den Oos'genger. Of meende "ik dat misschien zo maar, omdat ik als dorpse jongen nog maar weinig van de wijde wereld had waargenomen? Hij was in de Oost geweest, dus moest hij, naar mijn mening, veel gezien en veel beleefd hebben, alles heel anders dan in het Venrayse Land te zien en te beleven viel, en dat maakte diepe indruk op mij. Ik dacht er niet meer aan, dat ik den Oos'genger nog wel eens nader zou leren kennen, toen ik hem 's Zondags nooit meer zag. En toch gebeurde dat. De aanleiding daar toe bracht de wereldoorlog van 1914. Die oorlog heeft een geweldige verandering veroorzaakt in de men selijke samenlevingen in en buiten Euroga.^Een .omwoeling, zoals door een schok van een aadbeving een stukje aardoppervlakte wordt ver scheurd en verwoest door schud dingen en vuur. In die dagen, zo herinnerde vriend Hubertus zich nog levendig, was ook voor het Venrayse Land het dadelijke gevolg, dat de meesten ons allerlei karweitjes gingen aan pakken, die zij voorheen spottend en minachtend geweigerd zouden hebben te doen. Over de Owee-ërs, die zich schat rijk maakten met smokkelen, met clandestiene handel, enz. wil ik nu niet spreken. Wat levensstaat en stand naar het scheen doortraditie rotsvast opgebouwd hadden, viel als een kinderkaartenhuisje ineen. H.H.J. MAAS. (wordt vervolgd) van 11 Juni 1910 De heer Try nes werd herkozen als lid van provinciale staten. van 12 Juni 1909 Bij de aanbesteding voor reke ning van Fr. van Baar voor het bouwen van een nieuwe stalling, schuur enz. was P. Oudenhoven met f 798 de laagste inschrijver. van 20 Juni 1908 Pastoor P. Schmeitz keerde terug van een bedevaart naar Rome. In de paterskerk werd het feest van Sint Antonius plechtig gevierd. P. Odulfus de Haas O.F.M. preekte. De wed. Marcellis werd 96 jaren. De bliksem sloeg in in de wo ning van T. in het Venrayse Broek. De bierbrouwerij „De Keizer" werd verkocht aan de heer Math. Janssen. De heer J. van der Craats, op zichter bij het Staatsbosbeheer al hier, werd benoemd tot onbezoldigd rijksveldwachter. 10 pensionairen van Jerusalem naderden de eerste maal ter heilige Communie. M. Hendriks, station Venray, verkocht prima droge nieuwe La- plata maïs voor f 7,30 de 100 kg. van 18 Juni 1910 De heer J. Wijnhoven werd onderwijzer te Bakel. De match tussen Venray en Stetfl werd gewonnen met 2—1. A. M. Denissen reed iedere dinsdag en zaterdag met een vracht kar van Vierlingsbeek naar Venray. van 19 Juni 1909 Reeds 170 leden behoorden tot de Mariavereniging. 17 Zustergezelschappen namen deel aan een groot konkours, dat de handboogschutterij Sint Anna had uitgeschreven. De Eerw. Heer Piet Wijnhoven werd 11 Juni te St Louis priester gewijd. 15 Juni begon de geregelde dienst van de paardentram Venray- station. Dr H. Poels en J. Poels, pasoor te Newark arriveerden uit Amerika te Venray. De heer Johan F.J. Martens, rijksontvanger, overleed 12 Juni, 35 jaar oud. van 16 Juni 1906 Te Merselo werd in de kerk een nieuw orgel geplaatst, dat kermis-Zondag in gebruik werd ge nomen. De heer L.H. Nelissen uit Oirlo, werd benoemd aan de O.L.School te Neerkant, Deurne. De Middenstandsvereniging „De Hanze" alhier, besloot de half jaarlijkse rekeningen in te voeren. De Anti-Hongercampagne ont wikkelt zich geheel volgens plan. De resultaten van de eerste start waren zo groot, dat nu reeds aan 40 duizend kinderen en 10 duizend moeders op Korea één jaar lang melk wordt uitgedeeld, in samen werking met de UNIGEF, het Kin dernoodfonds der Verenigde Naties. Dit danken zij aan de edelmoedig heid der Nederlanders, die niemand gebrek kunnen zien lijden. Wij staan thans op het punt, een nieuwe doorbraak in het honger front te forceren. Dank zij de medewerking van het bakkersgilde, dat in de week van 18 tot 24 juni a.s. overal in Nederland „papieren witjes" zal aanbieden. Een papieren witje kost slechts 25 ct., een kwartje met een mach tig, mensenreddend effect, daar het de Bond zonder Naam in staat stelt, één maand lang ergens ter wereld een hongerlijdend kind of moeder van melk te voorzien. Zonder aarzeling zetten wij ons anti-honger-offensief door, ook al lijkt de taak oneindig bij een hon gerlijdendemenigte van 1.250.000.000 medemensen. Van Nederland uit zal 't geweten der mensheid worden wakker ge schud. Nederland grijpt de koe bij de horens en geeft aan de gehele wereld een voorbeeld van prak tische naastenliefde. Met aller medewerking en hulp zullen wij verdere honderdduizenden ja zelfs millioenen hongerlijders overal ter wereld soulaas kunnen brengen. Helpt dus mee de Anti- Hongerweek tot een succes te ma ken. Van 18 tot 24 juni wordt een Anti-Hongerweek doorgevoerd. In die week kunt U bij al Uw bakkers vragen naar het „papieren witje" een op papier getekend broodje wat 25 ct kost. Met de opbrengst hiervan kunnen wij een maand lang melk verschaf fen aan een kind of moeder, die honger lijdt. Doe mee aan de Anti Honger week van 18 tot 24 juni Deze verkiezingen hebben hun schaduwen reeds ver vooruit ge worpen. Tot zelfs bij de politie rechter toe. Men beweert, dat de democratie de eenheid in ons volk helpt be waren en verstevigen. Dat kan wel waar zijn, maar een feit blijft, dat wij zo tegen de tijd van de verkie zingen toch maar even een paar maanden danig uit elkander val len kunnen. Zo hadden die twee buren uit een nabijgelegen stad altijd goed met elkander kunnen opschieten. Tot de ene buurman een bepaalde partij aan een zege in de verkie zingsstrijd wilde helpen. Hij plaatste in zijn tuin een groot bord, waarop de kiezer allerlei be gerenswaardige zaken in het voor uitzicht worden gesteld, mits slechts de grote meerderheid van het ne- derlandse volk op deze ene zeer bepaalde partij wilde stemmen. Op dat bord stond vader Drees. Nu hing de andere buurman ook een bepaalde partij aan. Hij liet al die beloften niet over zijn kant gaan. Ook hij timmerde een bord aan een paal om den volke kond te doen van de gouden dagen, die zullen aanbreken wan neer de partij van deze (andere) buurman het maar voor het zeggen had. En op dat bord stond vader Romme! .Vergeefse moeite" smaalde de ene buurman die met Drees toen hij de ander bezig zag. „Wij breken alles door." Dit liet de andere buurman die van Romme niet op zich zitten. „Wij snijden alles door, tot zelfs de kabeltjes van Drees", daar mee doelende op de gebeurtenissen in Roermond. Waarop de Dreesman zich begon op te winden. „Zo, zei-die, dat is alles wat jullie kunnen, kabels doorsnijen en stinkbommen gooien. Maar voor de Drees-centjes zorgt den dieje" en hij kletste op vaders Drees minnelijk aangezicht. De Romme-man was niet om een antwoord verlegen, haalde er wo ningbouw bij en scholen en zo. Toen stonden die twee eertijds vreedzame buurmannen daar elkaar eens precies te zeggen, wat ze niet alleen over de polletiek van elkan ders partijen dachten, maar ten slotte ook wat ze over elkanders familie, tot in de verste graad, wel dachten. En dat was eerlijk niet heel veel mooi! Hun gesprek groeide uit tot een oploopje. Zo met zijn tweeën zou er niets van gekomen zijn, maar het oploopje lokte een politieman naderbij. Toen die tot kalmte ging manen, zei de felle buurman, die vader Drees aanhing, een erg vies woord, waarvan de hoogste rech terlijke instanties hebben uitge maakt, dat het niet in de krant mag, zodat wij het hier niet kun nen herhalen. En dat bracht hem nu voor de groene tafel. Vijf en twintig gulden moet die buurman betalen, omdat hij het gezag had beledigd. Maar als hij zo is doorgegaan tot de verkiezin gen, kon het wel eens een duur jaar voor hem geworden zijn. En dat allemaal vanwege de polletiek! LAND- RN TUINBOUW Overwegingen in de lege stal De zomermaanden zou men de „schoonmaaktijd" van de stal kun nen noemen. Verbeteringen, aan vullingen, tijdens de winter nodig gebleken, kunnen dan worden uit gevoerd. Vaak valt dan ook opnieuw de aandacht op de hoge eisen, die aan de moderne stal worden gesteld. De ligplaats van de dieren b.v. vormt een groot probleem. Het vee vertoeft immers zijn halve leven op stal, daarom is een warme, niet te harde ligging vereist. Veelal heeft men wel eens gelezen of gehoord over de voordelen van de moderne rubber stalvloer en zo is men tot de ontdekking gekomen, dat stro voordien de enige mo gelijkheid niet geheel voldoet. Indien deze overwegingen in de lege stal de inleiding vormen voor een modernisering, doet men er goed aan eens aandacht te schen ken aan de mogelijkheden van de rubber stalvloer. De zachtheid van het materiaal voorkomt stalbenen; rubber beschut het vee tegen optrekkende kou van de vloer en voorts zal minder lichaamswarmte aan de dieren ont trokken worden, wat een verhoogde melk- en vetproduktie meebrengt. Voorts heeft een dergelijke vloer het voordeel, dat men met minder dan de helft stro kan volstaan, waardoor men de aanschaffings- kosten er snel uit heeft. Slechts enkele gegevens over deze stalvloer werden hier genoemd. Vele veehouders en deskundigen hebben zich over de voordelen uit gesproken en dit ideaal van zorg voor het vee omschreven. Vaak is gebleken, dat het een ideaal is, waard om nagestreefd te worden. Hooien en melken In sommige perioden van de zomer rammelt het wel eens bij de voe ding van het melkvee. De noodzaak voldoende wintervoer te winnen brengt de boer er toe de oppervlakte weidegras voor de koeien tot het uiterste te beperken. Vanzelfsprekend is hier geen enkel bezwaar tegen, mits dat „uiterste" voldoende gras geeft voor het melkvee. Is dat niet het geval, dan kost dat geld, omdat op de melkbriefjes lagere cijfers genoteerd worden. Vooral is dit gevaar groot, als de regen of de warmte niet komen, die nodig zijn om de grasgroei gelijke tred te laten houden met het om- weiden van de koeien. Houdt daarom zo mogelijk altijd een perceel in reserve, dat bij trage grasgroei afgeweid kan worden. Is dit niet goed mogelijk, dan kan in het uiterste geval reeds gemaaid gras worden bijgevoerd. Eenvoudiger en minder bewer kelijk is echter de volgende werk wijze: Bij het maaien worden de greppels niet geheel uitgemaaid. Ook in de slootkanten blijft een strook gras staan. Dit spaart het tijdrovende handmaaien en zodra het perceel leeg komt kan de koeien weer wat gras worden geboden. Vergeet echter niet, dat ook dit slechts een noodoplossing is. BEL OP BIJ BRAND No. 392 In een of ander tijdschrift heeft eens een verhaal gestaan naar aan leiding van vaderdag. De schrijver voelde niets voor dergelijke dagen, omdat bepaalde fabrikanten dit idee hadden gelanceerd om er een slaatje uit te kunnen slaan. Maar op het eind van het ver haal moest de schrijver toch wel bekennen, dat hij zelf vader op de zo door hem gewraakte va derdag heel bijzonder genoten had. Zijn kinderen hadden hem echt verwend. Deze eerlijke bekentenis van een tegenstander van vaderdag hij is inmiddels grotendeels bekeerd toont het geheim, waarom net zoals moederdag ook de vaderdag heeft ingeslagen. Het is namelijk het geheim van het menselijke. Het woord vader is een begrip en hoe verder men afstand ervan neemt, des te verhevener wordt het. Een begrip overigens met rijke schakeringen. Het vaderschap is iets schoons, omdat het de voortzetting van het leven inhoudt. En alles wat het leven raakt, heeft voor de mens iets aantrekkelijks, iets waardoor hij geboeid wordt. De fabrikanten mogen dan al om zuiver economische motieven de vaderdag hebben gecreërd, zij heb ben toch een machtig goede greep gedaan, die in de praktijk alle eco nomische belangen doet vergeten en de aandacht volkomen richt op de zeer belangrijke persoon van de vader. Sigaren, dassen en wat dies meer zij, worden slechts bijkomstige din gen, die mogen bijdragen tot het eerbetoon voor de vader. De laatste jaren is het type van de ideale vader overigens aanzien lijk gewijzigd. Het is nog niet zo lang geleden, dat de vader de onbetwistbare au toriteit was in het gezin, wiens woord werd beschouwd als wet en die als een feodaal over zijn onder geschikte vrouw en ojiderworpen kinderen heerste. Dit systeem had grote voordelen, al waren die voordelen dan ook voornamelijk aan de kant van de autoritaire vader, die zich niet kon vergissen, voor wie iedereen boog als de wijze, de verstandige, de machtige. Trouwens enige tijd voordat de beschaving in ons land haar intree deed, kon de man zelfs zijn vrouw, zijn bezit of zijn kinderen verdob belen, zonder dat er een haar naar kraaide. Het is nu wel iets anders. De mannen streven over het al gemeen niet meer naar absolute autoriteit, wellicht een nevengevolg van de vrouwen-emancipatie. Hun ideaal ziet er thans anders uit. Zij zien de vrouw niet meer als de hulp, die kinderen voorl brengt en hem dient, maar op de eers.te plaats als de liefste levensgenoot. De kinderen wil hij niet met be vel en gebod groot brengen, doch met begrip, voorbeeld en leiding naar de volwassenheid voeren. Als het nodig is doet hij de vaat, stofzuigt hij, stopt hij de kinderen in bad of voorziet hij de jongste van een schone luier. Vroeger was zoiets onmogelijk. Vroeger waren die werkzaamheden een vernedering, nu schaamt hij zich niet meer een schort aan te binden, wanneer dat nodig mocht zjjn. De vaders van nu wensen geen despoten meer te zijn, maar de be trouwbare kracht voor de vrouw, de vertrouwde en leidende vriend voor de kinderen. Deze verandering kan een goede verandering zijn en een hechtere basis voor gezinsgeluk dan welke autoritaire, welke mijn-woord-is- wet-mentaliteit ook, mits er de de liefde is. In de nieuwe gezinsverhoudingen moet de liefde het bindende element zijn. Zonder die liefde kan slechts macht of gezag het krammende en lijmende element zijn. In de nieuwe gezinsverhoudingen past ook de viering van vaderdag, mits die dag zo gevierd wordt, dat het voornaamste accent gelegd wordt op de liefde van het kind voor de oorsprong van zijn leven. bij moeilijk heden, ofwel voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck D 67, TeL 263.

Peel en Maas | 1956 | | pagina 1