Verhuurder en verhoging Grondverpachting en herverkaveling WEEKBLAD VOOR VENRAY Verpleging en behandeling in het ziekenhuis Uit„Peel en Maas" Vervoer v. overledenen Zaterdag 5 November 1955 No 44 PEEL EN DRUK EN UITGAVE FIRtoA VAN DEN MUNCKHOF GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 ZES EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f CONFECTIE VAN m "EEN RIJK BEZIT^ MAAS Ï?W mVJTCrWCK'PM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS- A-"1' 1 lUiliBH PRIJS PER KW ART AAI. f 1.26 Bulten Vennjr i 1.48 f91103 Een van de voornaamste rechten welke de verzekerde ten aanzien van zijn ziekenfonds heeft, is wel het recht op verpleging en behan deling in een ziekenhuis. In de huidige tijd zijn in het geheel van de medische verzorging de ziekenhuizen onmisbaar, zij nemen in dit geheel zelfs een zeer gewichtige plaats In. Ongeveer 30 pet. van de uitgaven van de zieken fondsen wordt nl. besteed aan ziekenhuisverpleging. In de zieken huizen worden de specialisten in de gelegenheid gesteld de meest mo derne apparaten en middelen ten bate van de patiënt aan te wenden. Ziekenfondsverzekerden hebben recht op volledige verpleging en behandeling in een ziekenhuis ge durende ten hoogste 70 dagen per ziektegeval in de laagste klasse, indien de opname medisch nood zakelijk is. Wat is medische noodzakelijkheid Allereerst Iets over het begrip „medische noodzakelijkheid". Ver pleging en behandeling in een ziekenhuis kan alleen voor reke ning van de ziekenfondsen geschie den, indien de opneming om zuiver medische redenen noodzakelijk is, d.w.z. als er een medische indicatie is. Deze medische indicatie voor de opneming en het verblijf in een ziekenhuis wordt geacht aanwezig te zijn, indien en zolang de verple ging en behandeling, die met het oog op de genezing of belangrijke verzachting van het lijden van de patiënt zijn vereist, slechts in een ziekenhuis kunnen worden geboden. Opneming moet derhalve gericht zijn op het belang van de patiënt zelf, zodat opnemingen in het belang van anderen, b.v. de omge ving, de dokter of onderwijsdoel einden niet voor rekening van de ziekenfondsen kunnen komen. Het moet aannemelijk zijn, dat de verpleging en behandeling zullen leiden tot genezing of belangrijke verzachting van het lijden van de patiënt. Verzorging van chronische ziekten en van invaliden, waarbij belangrijke verzachting niet kan worden verwacht, is niet te be schouwen als ziekenhuisverpleging. Deze hulp komt dus niet voor rekening van de ziekenfondsen en het is duidelijk, dat zulks evenmin het geval is, als deze patiënten worden opgenomen in verpleeg inrichtingen, rusthuizen, tehuizen voor ouden van dagen, liefde gestichten, huizen voor gebrekkigen, blinden- en doofstommeninstituten, huizen voor moeilijke of achterlijke kinderen enz. enz. De kosten van opneming in deze huizen of instellingen komen nooit voor rekening van de ziekenfond sen. Twee beperkingen Om in aanmerking te komen voor verpleging in een ziekenhuis moet de opneming tevoren worden aangevraagd en bij spoedgevallen binnen 2 x 24 uur. De ziekenfond seri geven volledige verpleging. Dit betekent, dat in een ziekenhuis van alle daar ter beschikking staande hulpmiddelen gebruik gemaakt kan worden. Niettemin is de verpleging In de laatste raadsvergadering is blijkens de verslagen het een en ander te doen geweest rond de verpachting van 15 ha grond bij Kempkensberg. We hebben kunnen lezen, hoe aan de oude pachters de grond niet her- verpacht werd, omdat volgens ad vies van de Commissie voor Land- bouwaangelegenheden, deze 15 ha beter geschikt zijn om andere, kleine bedrijven meer productief te maken. En zo is men er toe overgegaan om deze 15 ha in elf stukken te ver delen en uit te geven aan 11 van de 35 gegadigden, die zich hiervoor hebben gemeld. We willen ons niet mengen inde moeilijkheden, die daardoor gerezen schijnen te zijn, door de morele rechten, welke de oud-pachters wil len doen gelden. We willen wel echter eens wijzen op een punt, waarover schijnbaar aldus de krantenverslagen niets gezegd is en dat o.i. toch wel van groot be lang is. Men is deze 15 ha gaan verdelen in elf parten. Men behoeft geen groot rekenkunstenaar te zijn om te concluderen, dat dan de koek wel heel klein geworden is. En men heeft deze stukken dan gegeven aan kleine bedrijven, om die meer levens vatbaar te maken. Een goed streven maar Wanneer is een bedrijf levensvat baar? In het algemeen zou men in tweeërlei opzicht beperkt. Ten eerste heeft de patiënt recht op ten hoogste 70 dagen per ziekte geval. Een nieuw ziektegeval is aan te nemen, indien de patiënt een principieel andere behandeling moet ondergaan, b.v. indien na een langdurige behandeling met inwen dige middelen tot een operatie moet worden besloten. Verder is de voorbereidende operatie als een geval te beschouwen en de operatie, waar het eigenlijk om gaat, als een ander, nieuw geval. Wil er sprake zijn van een ander geval, dan moet een principieel andere behandeling plaats vinden; geenszins is het de bedoeling om bij geringe wijziging der genees wijzen te spreken van een ander geval. Vergt de aard der ziekte een langere verpleegduur dan 70 dagen, dan komt deze langere verpleging voor rekening van de patiënt. De aanvullende verzekering Voldoende mag het als bekend worden verondersteld, dat men zich voor enkele centen per week door gaans aanvullend kan verzekeren voor langere verpleegduur, zodat men de zekerheid heeft bij de op neming in een ziekenhuis niet voor financiële moeilijkheden geplaatst te worden, wanneer de verpleging langer duurt dan 70 dagen. Inschrij ving als lid van het aanvullende fonds is dus dringend noodzakelijk. De tweede beperking is, dat de patiënt slechts recht heeft op ver pleging in de laagste klasse, dan staat hem dit geheel vrij. Voor rekening van de patiënt komen dan de kosten van het verschil in prijs tussen de hogere en de laag ste klasse. Dat geldt ook voor het honorarium van de behandelend specialist. In ziekenhuizen, waar de kosten van de specialistische hulp in het tarief van de laagste klasse zijn inbegrepen, kan de patiënt alleen aanspraak maken op klinische specialistische hulp voor fonds- rekening, indien hij in de laagste klasse verpleegd wordt. Het ver schil in prijs tussen de laagste klasse en de hogere klasse is in het algemeen achteraf veel groter dan men zich voorgesteld heeft. Het is daarom verstandig tevoren overleg te plegen met het zieken huis. De geesteszieken Nog even willen wij wijzen op de geesteszieken. Met betrekking tot deze zieken kan als medisch noodzakelijk gelden de behoefte aan observatie zowel als die aan behandeling, ongeacht waar deze laatste in bestaat. De verpleging van geesteszieken is gewoonlijk van lange duur. Wij wijzen er echter op, dat de opvat ting, dat iedere geesteszieke gedu rende 70 dagen voor rekening van het ziekenfonds kan worden ver pleegd, onjuist is. Indien b.v. kan worden volstaan met een observatie van 14 dagen en er blijkt daarna geen medische indicatie meer te zijn in de zin der voorschriften, dan kan geen langere opneming worden toege staan. kunnen zeggen, wanneer het een behoorlijk bestaan oplevert voor de boer, die het bewerkt. Dat kan voor de een een bedrijf zijn van 12 ha, voor de ander een 6. Dat ligt aan de grond, en aan de bewerking, alsmede aan de soort landbouw, die men bedrijft, maar boven alles aan de eisen, die de boer zelf aan het leven stelt. Een norm isdaarprac- tisch niet voor vast te leggen. Wil een bedrijf echter blijven floreren, dan zal de grond echter het grootste deel eigendom moeten zijn. Want hoe goed de nieuwe pachtwet ook zorgt voor de pachter, zekerheid, dat hij zijn grond ten alle tijden kan bewerken en houden heeft hij en kan hij niet hebben. Of dit bij het onderhavige geval inderdaad nu allemaal wel zo is, blijft voor de buitenstaander een vraag. We mogen aannemen, dat de landbouwcommissie van de Raad de juiste cijfers van eigen dom en pacht onder ogen heeft gehad. Maar toch kunnen we ons niet onttrekken aan de indruk, dat hier kleine bedrijven in het leven wor den gehouden, die ondanks de een tot twee hectare grond, die ze nu kunnen pachten van de gemeente, toch feitelijk niet economisch zijn verantwoord. Daarmede is niets ten nadele ge zegd van de pachters, wiens ijver en werklust men prijzen moet. Maar hiermee komt wel het land bouwbeleid in onze gemeente in 't geding. We hebben hierboven al gezegd, dat deze materie zeer moeilijk is uit te maken, welk bedrijf nu wel en welk nu niet voor de toekomst vruchten zal afwerpen. En het is voor een Raadscom missie geen sinecure uit liefst 35 gegadigden juist die te kiezen, welke oud bedrijf en bedrijfsvoe ring de beste garanties geven voor de toekomst. Maar de vraag zal toch wel ge steld zijn geworden, wanneer vol gens deze commissie een klein be drijf kans van slagen heeft. Het antwoord daarop is niet in het open baar gegeven. 0— Daarnaast of liever gelijktijdig daarmede loopt het vraagstuk der herverkaveling. We moeten herver- kavelen om kleine bedrijven, die „het niet halen" zodanig te verdelen dat andere „het wel kunnen halen". Over deze herverkaveling is o.a. in dit blad al eens geschreven, ook al in verband met de uitwijkmoge lijkheden welke de Gemeente nog immer heeft in de Heydse Peel, die nog ontgonnen moet worden. Hoewel men in boerenkringen zelf weinig over deze herverkave- lings-geschiedenis hoort jammer genoeg, gezien het zeer grote be lang zowel voor de boeren zelf, als voor de gemeente is men er wel van overtuigd, dat ze onherroepe lijk een keer komen gaat. De land bouwpolitiek, die een zo rendabele mogelijke bedrijfsvoering eist, dwingt daar op den duur zeker toe. Dan zullen ook weer de hier boven besproken kleine bedrijven ter sprake komen. En misschien dat men dan wel eens spijt kan hebben de verdeling van vorige week aangehouden te hebben. Nogmaals het gaat er niet om een van de nieuwe pachters te brandmerken, als zou hij het er toch niet op kunnen halen. Het gaat ons om de vraag: moet men de stichting, van kleine bedrijven bevorderen (en dan klein verstaan in die zin, dat met 1 ha eigendom 45 ha er bij gepacht kunnen wor den) of dat men zegt: neen, dat doen we niet. Gezien de maatschappelijke ver houdingen van dit ogenblik, de po litiek, die op landbouwterrein ge voerd wordt en de herverkaveling, die wachtende is, houden we het liever op wat grotere bedrijven, waarvan zowel in economisch als in sociaal opzicht betere resultaten te verwachten zijn. Het antwoord op die vragen, die juist voor vele boeren en ook voor de gehele Venrayse gemeenschap van groot belang zijn, hebben we niet kunnen horen. Uit het gegeven advies heeft men hoogstens kunnen concluderen, dat de Raadscommissie voorstander is van uitbreiding van kleine bedrijven. Maar niet, hoe ver ze van plan is, daarmee te gaan en wat nu feitelijk haar standpunt is in deze hele materie. En dat was van belang. Want het getal van 35 gegadigden voor deze 15 ha is een teken aan de wand. We hebben altijd nog vrij ruim in onze grond gezeten. Uit wijkmogelijkheden naar ontgin- ningsgrond is er altijd geweest. Maar nu blijkt er al nood te zijn. Een nood, die alleen maar groter zal worden. Wordt nu het standdunt niet be paald, dan weten vele boeren nu niet hoe en wat en speculeert men misschien nog op stukjes grond, die een te klein bedrijf nieuwe moge lijkheden kunnen geven. Een speculatie, die misschien ver keerde resultaten heeft als de me ning van de Raadscommissie anders zou zijn, dan men uit boven staande zou concluderen. We geloven dat de Raadscommis sie, voor wiens werk we overigens alle respect hebben, goed werk zou doen, haar standpunt in deze eens naar voren te brengen. Evenals de herverkaveling. En we betreuren het dat zij juist deze verpachtingen als gerede aanleiding daartoe niet heeft aangegrepen. 10 Nov. 1906. Pater Seraphinus van Berlo hield de liefdadigheidspreek voor de St Vincentius-vereniging. De collecte bedroeg f 102.37. Op 11 december was de heer Th. Sanders 40 jaren gemeente veldwachter. Als nieuw lid van de Onder wijzersbond werd aangenomen de heer Maessen te Oostrum. De Fanfare Euterpe bracht een serenade aan haar president, Th. van den Boogaart, bij gelegenheid van zijn patroonsfeest. 11 Nov. 1905. Deken Janssens uit Horst zegende op 7 November de nieuwe kapel in van 't St Josephsgesticht. Pastoor Pascal Schmeitz celebreer de plechtige hoogmis. De Maatschappij „De Doorn boom" zou op 18 November een Ons bereikten de laatste dagen opmerkelijk veel vragen over situaties ontstaan door het niet verhogen van de huurprijs bij vorige verhogingen. Daar zijn blijkbaar veel moeilijkheden door ontstaan, zowel voor huur der als voor verhuurder. Wij zullen trachten in dit ad vies de bepalingen duidelijk uit een te zetten. De eerste huurverhoging bedroeg 15 pet per 1 januari 1951. De op 31 december 1950 geldende huur prijs kon verhoogd worden met de wettelijk toegestane huurverhoging van 15 pet en gold voor elke plaats gelijk. Op 1 januari 1954 kwam de twee de huurverhoging, variërende van 17 tot en met 29 pet al naargelang de gemeenteklasse. Een woning, gelegen in een le klasse gemeente kon verhoogd wor den met 17 pet en een in een 5de klasse gemeente met 29 pet; voor Venray gold 26 pet, gerekend van de huurprijs, die gold op 31 decem ber 1953. Daarin was dus begrepen de huurverhoging van 15 pet. Nu per 1 september 1955 zijn de huren wederom verhoogd met een uniform percentage van 5 pet, ge rekend van de huur, die op 31 au- nieuwe winkel in levensmiddelen openen op de Grote Markt. De heren P. Gooren en A. Rongen slaagden te Venlo voor het examen vrije- en ordeoefeningen. 9 Nov. 1907. Bij W. van den Munckhof in de Grote Straat was te koop de Oprechte Venlose Almanak voor zes centen. Op 3 November werd de Ven rayse Tekenschool wederom ge opend. Pater Aurelius Pompen hield de liefdadigheids-predikatie in de parochiekerk voor de St Vincen- tiusvereniging. Die bracht op f 113. Dat men het herhalingsonder- wijs niet waardeerde, bleek uit het feit, dat hieraan slechts 8 leerlin gen deelnamen. De Boerenbond bepaalde de prijs van Thomasslakken op f 2.14 en van Kaïnit op f 1.82 per 100 Kilo. gustus verschuldigd was. Als er geen hogere huur gevraagd werd. Uit diverse bij ons binnengeko men vragen blijkt ons, dat er heel wat huiseigenaren zijn, die öf in het geheel nog geen verhoging van de huurprijs hebben gevraagd óf slechts één van beide voorafgaande huur verhogingen in rekening hebben bracht. Ten opzichte van zelfstandige be drijfsruimten is hierin voorzien, omdat voor deze panden een huur verhoging slechts kon worden op gelegd als partijen een nieuwe huur overeenkomst aangingen. Bij woningen gold deze bepaling niet; zij toch vielen alle onder de wettelijk afgekomen bepalingen, die zonder meer, ook al gaf een be staande huurovereenkomst een andere huurprijs aan, konden wor den verhoogd met het afgekondigde percentage. Zo bleek ons o.m., dat er huis eigenaren zijn, die totaal geen huur verhoging hebben gevraagd, wij moeten in het midden laten uit welke overwegingen. Eén deed het niet omdat het huis niet voldoende onderhouden was! Strop en uitkomst Deze huiseigenaren hebben nu een grote strop. De datum 31 augus tus 1955 is immers de datum, die doorslaggevend is voor de bereke ning van de 5 pet. Zo was er een huiseigenaar die voor zijn woning f 400 kreeg in december 1940 en nadien die prijs nimmer meer ver hoogde. Instede van f 608,— (4de klasse gemeente), die hij nu had kunnen beuren, krijgt hij nu maar f 420.—. Daar is niets aan te doen. Hij heeft het te danken aan eigen schuld, waarvan hij nu de nadelige gevolgen ondervindt. Nu is er één mogelijkheid, die hier nog een kleine verandering in zou kunnen brengen, nl. in het ge val, dat de verhuurder voor 31 augustus 1955 reeds een kwestie over de vorige huurverhoging had lopen, b.v. door weigerachtigheid van de huurder om de huurver hoging te betalen. Krijgt deze verhuurder zijn zaak zover, dat hem die vorige huurver hoging wordt toegewezen, hetzij door de huuradviescommissie, hetzij door de kantonrechter, dan is hij ook bevoegd de huurverhoging van 5 pet alsnog in rekening te brengen van 1 september 1955 af. Is hem dit advies gegeven door de huuradviescommissie en wil de huurder daaraan geen gevolg geven, dan kan de verhuurder altijd nog de betalingsverplichting door de kantonrechter laten vaststellen. Maar het spreekt vanzelf, dat het verzoek vóór 31 augustus 1955 bij de huuradviescommissie In behande ling moest zijn. Provisie, pachten en pension Voor de oorlog was het dikwijls de gewoonte, dat een makelaar, die een woning verhuurde, zijn provisie aan de huurder In rekening bracht, ook nu mag dit nog. Sleutelgeld valt hier echter niet onder. Tegen het eisen van sleutelgeld door anderen dan de verhuurder, treedt de wet op door de bepaling, dat elk beding bij huur en verhuur van onroerend goed, waarbij tegen over een derde een niet redelijk voordeel wordt overeengekomen nietig is. Een zodanige overeen komst wordt door de wet dus als niet aangegaan beschouwd. Het voordeel moet echter onredelijk zijn; normale makelaarsprovisie bv. is uiteraard geoorloofd. Er zijn vele verhuurders die de 5 pet. huurverhoging berekenen over de gehele huurprijs, waarin even tueel ook water of huurverhoging wegens aangebrachte verbeteringen is begrepen. Deze berekening is niet toegestaan. Alle bijkomende voorzieningen moeten eerst van de huurprijs worden afgetrokken en van het alsdan verkregen bedrag moet de 5 pet huurverhoging be rekend worden, waarna de bedragen der bijkomende voorzieningen er weer bij opgeteld kunnen worden. De huurwet geeft geen voorschrif ten voor pachtprijzen; deze zijn ge regeld in het Pachtbesluit. Pensionprijzen vallen eveneens niet onder huurwet; deze zijn vrij. Huurprijsbeheerslng voor onge bouwd onroerend goed is in 1954 reeds opgeheven. in en buiten Venray per speciale lijk-auto verzorgt Begrafenisonderneming J. Goumans, Schoolstraat 1a Telel. 592 (van onze landbouwkundige medewerker)

Peel en Maas | 1955 | | pagina 1