II schrijft wel een aardig stukje...?
Maarten van Rossem
de schrik van het platteland
Uit„Peel en Maas"
begrafenisregeling
Inentingen
ifyócc at uui tillen
BOM-TAXI
UW TAXI
Bel: 4 1 8
Zaterdag 11 Juni 1955 No 23
ZES EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
f CONFECTIE VAN
?sk
"EEN RIJK BEZIT
DRUK EN UITGAVE FIRlviA VAN DEN MUNCKHOF WFFFRÏ 1H VOOR VFNRAY FN OMSTRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS-
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 CiE,iVD).,nU V vUlV V Ei-Tlvrt I ErlT vllViO 1 IVUlVlln PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Bulten Venray f 1.45
Hij stierf 400 jaren geleden, niet als krijgsman
maar aan de „zwarte dood",
Vierhonderd jaar geleden op Pinksterdag anno 1555 stierf
Maarten van Rossem in de ouderdom van 76 jaar. Hij stierf
niet als krijgsman, wat hij heel zijn leven geweest was, maar
als slachtoffer van de „zwarte dood". Vier eeuwen zijn sedert
dien verstreken en nog altijd heeft zijn naam de wrange bij
smaak van plundering en brandschatting; nog altijd herinnert
men zich het spoor van geblakerde dorpen en bloedende steden,
dat Maarten achterliet, waar hij verscheen. Met zijn geharde
„crijchsknechten" heeft hij Den Haag geplunderd, Amsterdam
bedreigd en Antwerpen belegerd. Er is een tijd geweest, dat
de Parijzenaren hun stad ontvluchtten, toen zij hoorden dat
Maarten van Rossem in aantocht was.
Voor zijn vermetele aanval op Den Haag in 1528 had Maarten
reeds van zich doen spreken: Hij was de enige van zeventien
Gelderse ridders, die behouden terugkeerde van een veldtocht
tegen Nieuwpoort bij Schoonhoven anno 1516. De Gelderse
troepen waren omsingeld door de vijand en de weg naar de
vrijheid een dijk was doorgestoken en onder water gezet.
Maarten wilde zich niet gevangen geven, zoals de anderen; hij
ontdeed zich van zijn wapenrusting en met zijn paard zocht hij,
springend en wadend over sloten en weiden, een goed heen
komen. De anderen werden als rovers opgeknoopt...
Niet geschikt voor
Gouverneur.
Voor de man, die zoveel inzicht
in de situatie had, dat hij liever de
nek brak bij een sprong over een
sloot, dan zijn nek te buigen voor
de vijand, eindigde deze expeditie
in een onderscheiding.
Karei van Gelder zond hem na
melijk als stadhouder naar Fries
land daar kon hij een onverzet
telijke kerel best gebruiken.
Maar Maarten voelde, dat een
diplomatenrok hier beter paste dan
een vechtjas en legde het baantje
twee jaar later neer. Het duurde
nog tot 1527 voor Karei van Gelder
de toen 49-jarige Van Rossem nodig
had voor een baantje, dat hem wel
paste, n.l. het opperbevel over de
Gelderse troepen in de strijd tegen
de bisschop van Utrecht.
Volgens de zede van die dagen
bestond er geen vast front tussen
de strijdende partijen. Bisschop
Hendrik van Beyeren trok stropend
rond in Gelderland en vermoordde
en vierendeelde alle boeren, die zich
niet wilden laten plunderen.
En Maarten van Rossem zat diep
in Utrecht en leefde daar ten koste
van het platteland. Tot Karei V
zich in de strijd mengde, met finan-
cieele steun van Holland.
Huzarenstukje.
Op deze plotseling gewijzigde
situatie, antwoordde Maarten van
Rossum met een huzarenstukje, hij
verzamelde tweeduizend Gelderse
„crijchsluyden" rondom zich en
sprak hen als volgt:
„Wij verklaren de Hollanders de
oorlog, niet door een heraut,
maar door vuur en zwaard. Het
geldt nu Den Haag, het magazijn
van alle Hollandse schatten, die
ik u, mijn soldaten, met alle in
woners ten prooi geef."
Langs de Rijn trokken zij van
Montfoort via Woerden, naar Lei
den en vandaar naar Den Haag.
Onder dekking van de nacht leger
de hij een deel van zijn volk in het
Haagse Bos en een ander deel bij
Rijswijk en op het afgesproken
signaal een boerderij in lichter
laaie ontrolden beide groepen
de Gelderse banier en onder het
geschreeuw van „Gelder! Gelder!"
overvielen zij de volkomen over
rompelde Hagenaars op 6 Maart
1528. Zij staken de St Jacobskerk
en dertig huizen in brand en haal
den vele patriciërswoningen leeg.
Rijk met buit beladen keerden van
Rossems mannen via Bodegraven
naar Utrecht terug.
Dit wapenfeit is het patroon ge
worden, dat het verdere leven van
Maarten van Rossem als veldheer
beheerste.
De opvolger van zijn heer, Hertog
Karei van Gelder, die in 1538 stierf
stelde de bevelhebber ook wel zeer
zware eisen. Willem van Gulik,
hertog van Kleef, wikkelde zich
namelijk in een strijd op leven en
dood met Keizer Karei V, met
slechts twee verre bondgenoten,
de Franse Koning en Koning Chris-
tiaan III van Denemarken.
En hij deed dat zonder veel kas
geld te hebben. Maarten moest dus
maar zien hoe hij het rooide.
Plundering van Brabant.
De oorlog voedt zich zelf, dacht
Maarten van Rossem en hij trok,
met schijnbaar vreedzame bedoe
lingen naar Antwerpen.
Hij verzocht Luik om vrije door
tocht, maar die werd geweigerd.
Antwèrpen en Den Bosch brachten
zich in staat van tegenweer. In
Den Boseh werden de huizen tegen
de stadswallen afgebroken en een
aarden wal werd opgeworpen.
Maartens eerste aanval mislukte
maar weldra trok hij en thans
met 14000 man voetvolk en 2000
ruiters weer over de Maas, 18
kanonnen met zich voerend.
En nu moest het Brabantse plat
teland het ontgelden.
In Oisterwijk werden de kerken
en kloosters geplunderd en het
dorp zelf werd brandend achterge
laten. St Oedenrode werd geplun
derd en platgebrand. Oirschot en
de Beerzen werden leeggeroofd.
René, Prins van Oranje, rukte
met krijgsvolk uit Breda op, toen
Antwerpen bedreigd werd.
Maar Maarten liet de tien ven
dels ruiterij en de 3000 man voet
volk bij Breeschaet in de val lopen
Slechts met moeite wist de prins
te ontkomen, met achterlating van
2000 man, die pr.ompt gevangen
werden genomen.
„In geen seshonderd jaren
hadde ruiter of knechten voor Ant
werpen gheweest", maar de ma
gistraten van de stad lieten zich
niet door het Gelderse krijgsver-
toon imponeren.
De Antwerpenaren schoten goed
en deden menige dappere uitval.
Een week hield Maarten het beleg
voor de stad vol. Toen werd 't hem
te heet en na een mislukte poging
om de stad door handlangers in
brand te doen steken, trok hij af.
Hij begon zijn woede te koelen
op het platteland. Hij plunderde de
buitenplaatsen van de rijke koop
lieden, stootte zijn hoofd bij Lier,
dat hem met geschut verwelkomde
verloor veel volk bij 't overtrekken
van de Nethe en trok rovend en
brandschattend door het Belgische
land.
Overal waar hij geweest was,
liet hij een spoor van verkoolde
balken, verstoorde welvaart en
armoede achter.
Dappere studenten.
De Leuvense studenten bleken
heel wat mans, bezetting was er
niet en de raad besloot de plun
dering af te kopen voor 50.000
leliën plus wijn en leeftocht, maar
toen een wagen van van Rossem
door de nauwe poort naar binnen
wilde om de wijn te komen halen,
sneden de studenten de strengen
door, zodat de wagen dwars in de
poortopening stond.
Toen vatten de burgers moed,
zij beschoten de Geldersen met ka
nonnen en allerlei oorlogstuig,
zelfs vrouwen en meisjes van goe
den huize stonden op de wallen en
trokken tegen het vreemde krijgs
volk van leer en zo hevig, dat zij
van Rossem tot de aftocht wisten
te bewegen.
Plunderend trok Maartens leger
verder, tot de mannen eindelijk,
zuchtend onder de krijgsbuit en
doodmoe van deze bewogen stroop
tocht, bij Mazieres de Maas over
trokken.
Keizer Karei V, horende van hun
euveldaden, zwoer een dure eed:
„En al brake ook de Turk met sijn
ganse macht in de Christenheid,
ick en wil geen vrede, tenware
Willem voor altijd afstand doet
van Gelre...,"
Maar intussen behaalde Maarten
een overwinning bij Sittard op 10
duizend man onder René van
Oranje en nam hij en passant ook
Amersfoort in, een heldenfeit, dat
hem 80.000 rijders van 24 stuivers
elk aan schatting opbracht.
Weer Brabant in.
En opnieuw viel Maarten Noord-
Brabant aan.
Bij Vught stak hij zeshonderd
huizen en een kasteel in brand.
Vlijmen, Boxtel, Oisterwijk, Hilva-
renbeek, Tilburg, Oirschot, Oerle,
Esch, Heivoort, Gestel, Waalre,
Geldrop geen van de Noordbra
bantse steden en dorpen bleef ge
spaard.
Eindhoven weigerde schatting te
betalen, de bezetting werd over de
kling gejaagd en onder de voet
gelopen.
Alleen Helmond en Den Bosch
ontkwamen aan het algemene nood
lot. De reactie van Keizer Karei
was fel: met een geweldige leger
macht belegerde hij de stad Duu-
ren. Twee dagen lang verdedigde
zich de bezetting tegen een onon
derbroken stormloop.
Toen de commandant door een
stenen kogel verpletterd werd, gaf
men zich gewonnen krijgsvolk
en burgers werden tot de laatste
man toe uitgemoord
Toen was het- afgelopen voor
hertog Willem. Ootmoedig wierp
hij zich aan de voeten van de kei
zer en hij smeekte om vergiffenis.
De nederlaag van de hertog be
tekende echter niet een nederlaag
voor Maarten van Rossem, want
de keizer stelde de eis, dat Maar
ten hem met 250 Gelderse ruiters
ter beschikking zou worden ge
steld.
Weldra trok de toen 67jarige
veldheer aan het hoofd van alle
Nederlandse strijdkrachten van de
keizer op tegen de Franse troe
pen. Hij werd na een tweede veld
tocht, waarin hij zelfs Parijs ging
bedreigen, tot gouverneur van
Luxemburg benoemd.
Tijdens een laatste veldtocht in
Frankrijk brak in het legerkamp
bij Givet de pest uit en ook van
Rossem werd besmet. IJlings werd
hij naar Antwerpen vervoerd om
te worden verpleegd en daar stierf
hij op 7 Juni 1555 juist op le
Pinksterdag in de leeftijd van
76 jaren.
van 15 Juni 1907
Benoemd werd tot onderwijzer
aan de dorpsschool J.H. Janssen.
De onderwijzers aan de scholen
te Oirlo en Oostrum, kregen een
gratificatie van f 50.
Bij gelegenheid van het 280-
jarig bestaan schreef de schutterij
St Anna een concours uit. 14 gezel
schappen waren opgekomen.
De 28-jarige Leonard Jacobs
van de Boschhuizen viel onder een
zwaar beladen kolenkar en overleed
spoedig.
Te Leunen bestond het plan
een fietsclub op te richten.
van 16 Juni 1907
Op 14 Juni hielden de leden
van de stoomzuivelfabriek Venray,
een algemene vergadering. De fa
briek heeft gekost f 39.279,59.
Tot electriciën bij „Sint Ser-
vatius" werd benoemd de heer
Breidenbach uit Grubbenvorst.
De heer Nicolas uit Roermond,
plaatste 2 nieuwe fraaie ramen in
de kapel te Oostrum.
In Merselo's kerk werd een
orgel geplaatst. Bij de werkzaam
heden viel de timmerman P. Toonen
van het zangkoor en werd ernstig
gewond.
De heer L.H. Nelissen uit Oirlo,
werd benoemd tot onderwijzer te
Neerkant.
Land- en Tuinbouw
Vernietig de boterbloemen in
uw weiland
Vele weilanden zien geel van de
boterbloemen. Indien de boer precies
zou kunnen berekenen hoeveel
schade dit op het oog onschuldige
onkruid doet, zou hij de bestrijding
ongetwijfeld met kracht ter hand
nemen.
Wij menen er dan ook goed aan
te doen op de nadelen van een
grote boterbloembezetting te wijzen.
Proeven hebben uitgewezen, dat
per ha gemaaid gras de boterbloe
men 10.000 kg of meer kunnen uit
maken van het totale gewicht. Van
zelfsprekend betekent dit niet, dat
na de bestrijding van boterbloemen
het gewicht aan gras met dezelfde
hoeveelheid zal toenemen. Het zal
een ieder evenwel duidelijk zijn,
dat deze grote „oogst" boterbloemen
een behoorlijke meeropbrengst aan
gras had kunnen geven.
Indien men voorts bedenkt, dat
het .prachtige gewas boterbloemen'
gegroeid is van de voor het gras
land bestemde bemesting en andere
voedingsstoffen, zal het duidelijk
zijn, dat na een boterbloemenbe-
strijding alle meststoffen voor
100 pet aan het gras ten goede
komen.
Boterbloemen worden door het
vee niet gegeten, zodat zeer veel
gras tussen de boterbloemen plan
ten blijft staan en voor het vee
verloren gaat. Het gevolg hiervan
is, dat men een „bossig" slecht af
geweid weiland overhoudt.
Het is niet mogelijk in dit korte
artikeltje in details te treden, doch
ongetwijfeld zult U inzien, dat het
mooie boterbloempje één der meest
ongewenste onkruiden in de weide
is en daarom is een volledige be>
strijding alleszins verantwoord.
Boterbloemen zijn zeer gevoelig
voor de groeistof M.C.P.A. en een
éénmalige bespuiting met bijv. No-
lachiet heeft tot resultaat, dat in
dien op het juiste tijdstip gespoten
wordt, het weiland zeker 3 jaar vrij
is van boterbloemen. De betrekke
lijk geringe kosten van een derge
lijke bespuiting worden ruimschoots
goedgemaakt door de hogere gras
opbrengst, terwiji tevens 100 pet.
rendement van de bemesting wordt
verkregen.
De bijzondere kwaliteit van
Douwe Egberts koffie komt
volledig tot haar recht, als U
deze koffie maalt direct voor
het zetten.
Gebruik daarvoor de ideale
Douwe Egberts wandkoffie-
molen, die verkrijgbaar is op
1500 punten, verpakt bij
D-E koffie, thee en Moccona.
Een vast wederkerende ver
schijning in onze redactionele ko
lommen is het „aardig stukje"
waarbij wij de een of andere in
zameling aanbevelen.
Maar oude wijsheid leerde reeds
„spaar Uw voet vanhethuis Uws
naasten, opdat hij U niet zat
worde". Daar zijn wij zo lang
zamerhand wel aan toe, want
aan de aardige stukjes komt geen
einde-
Het nieuwsblad ondervindt waar
schijnlijk méér dan een dagblad de
pressie van zovele personen, werk
zaam voor een charitatief of ander
doel, om in zijn kolommen steun te
verlenen aan dat doel. Het staat nu
eenmaal dicht bij, ja midden in de
plaatselijke gemeenschap. En men
heeft immers de schoonste doel
stellingen voor ogen, of het nu An
jercollecte is, of Roode Kruis, of
Santos, of kanker-, rheuma-, en
tbc-bestrijding, invaliden en ouden
van dagen, reclassering en kinderen
in nood, 19401945 en de oud
militairen, vluchtelingen en andere
slachtoffers van ramp en tegen
spoed. Er is altijd de meest nobele
doelstelling aanwezig. En ons hart
is goed genoeg en het stukje is
gauw genoeg geschreven. Soms
hebben we er twee tegelijk...
Maar we beginnen ons toch wel
af te vragen of al die aardige stuk
jes ten slotte nog wel een appèl
inhouden. We kunnen ook van onze
krant geen bedelkrant maken, wat
ze zeker zou worden als we som
mige ijverige comitéleden hun of
haar gang lieten gaan!
De nieuwsbladredacteur merkt
wellicht het best hoe we langzamer
hand met die collectenstroom in het
slop geraken.
Wanneer hij al nauwelijks (zonder
al te veel tot de draad versleten
cliché's te gebruiken) iedere keer
wéér zijn „aardig stukje" fabriceert,
hoe moet het dan de mensen wel
te moede zijn die naar aanleiding
daarvan hun portemonaie al of niet
opendoen?
Het feit, dat het hoe langer hoe
moeilijker wordt collectanten te
vinden, bewijst ook wel, dat men
het zo langzamerhand beu begint
te worden.
De Charity Chest
In Amerika heeft men vrijwel
overal een (echt-Amerikaanse) op
lossing gevonden in de dusgenoem-
de „Charity Chest". Daar zijn al
die charitatieve organen (met uit
zondering van de Anti-Polio-organi
satie) in één organisatie gebundeld,
die plaatselijk één collecte 'sjaars
organiseert. Aan het hoofd staan
vooraanstaande mensen: overheids
personen, zakenlieden, bestuurs
leden van belangrijke organisaties.
Iedereen werkt mee, de politie, de
brandweer,, alle muziekcorpsen, to
neelclubs, zangverenigingen, enz.
in stad of dorp. Een ganse week
staat alles in het teken van de
grootse inzameling.
Winkeliers ruimen er hun étalages
voor in, zakenmensen zetten een
collectebus in hun wachtkamer.
De meesten betalen per cheque
en ze moeten niet proberen zich er
met een Jantje van Leiden af te
maken. Want als Mr X, die door
het comité in alle stilte voor hon
derd dollar ls aangeslagen, een
cheque van vijf en twintig stuurt,
wordt hem wel beleefdelijk gevraagd
of hij zich niet heeft vergist.
De Amerikaanse zin voor publici
teit speelt ook een rol, want boven
een bepaald minimum worden de
bedragen gepubliceerd. En niemand
staat graag voor krenterig te boek.
Men zou het een soort welwillen
de chantage kunnen noemen en niet
ieder zal er zich even gaarne aan
onderwerpen, maar geld stinkt
niet en als er maar genoeg binnen
komt trekt het Comité er zich niets
van aan of de handtekening onder
de cheque met een blijde glimlach
of met een kwaadaardige grijns is
neergeschreven.
Ordening in vryheid
Als nieuwsbladmensen, die met
de neus bovenop de feiten zitten
en maar al te vaak moeten consta
teren, dat deze collectenvloed lang
zamerhand door het publiek als
„gebedel" wordt aangevoeld, vooral
door de opeenhoping van vele col
lecten binnen een tè kort tijdsbestek,
vragen wy ons af of het niet mo
gelijk is, zo plaatselijk, een beetje
orde wordt gebracht.
„Ordening in vrijheid" zou hier
allen ten goede komen, ook ons.
Want op die manier raakt van het
schrijven van een „aardig stukje"
alle aardigheid af. Al hoeft dan het
Amerikaanse voorbeeld niet direct
gevolgd te worden.
Algehele
Begrafenisonderneming
Goumans, Schoolstraat 1a
Telefoon 592
tegen Diphterie, Kinkhoest
en Tetanus.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat wederom de gelegenheid
bestaat tot kosteloze inenting te
gen diphterie, kinkhoest en teta
nus.
In de kerkdorpen Leunen, Cas*
tenray, Oirlo, Oostrum.
op Dinsdag 14 Juni 1955:
om 2 uur in de Meisjesschool te
Leunen;
om 2.30 uur in het patronaat te
Castenray;
3 u. in de meisjesschool te Oirlo;
3.30 u. in de school te Oostrum.
In de kerkdorpen Ysselsteyn,
Veulen, Heide en Merselo.
op Woensdag 22 Juni 1955:
om 2 u. in de school te Ysselsteyn;
om 2.30 in de school te Veulen;
om 3 u. in zaal Rongen te Heide;
om 3.30 u. in het Jeugdhuis te
Merselo.
Wij vertrouwen erop, dat alle
ouders, wier kinderen nog niet vol
ledig tegen deze gevaarlijke kinder
ziekten zijn geënt, van de geboden
gelegenheid gebruik maken. De
kinderen moeten ten minste 3
maanden oud zyn en gezond.
Kinderen, die reeds enkele jaren
geleden een inenting hebben ge
had, kunnen op genoemde dagen
één inenting ontvangen.
Men wordt verzocht stipt op tijd
aanwezig te zijn en de inentings-
kaart mede te brengen.
De tweede en derde inenting zul
len nog nader bekend gemaakt
worden.
Venray, 2 Juni 1955.
WED. P. BOM 6 ZONEN
Charles Ruysstraat 14 Venray