Moderne Bejaardenzorg. Onze terugkomst van evacuatie. yinkóteien... Waar is het voor? &eens»v2e8F1^ WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Sïïg'Sg'BBSS Zaterdag 28 Mei 1955 No"21 :ZES 'EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS CONFECTIE VAN -EEN RIJK BEZIT Even groot als Pasen is voor de Kerk het feest van Pinksteren, waarop de Stichting van de Kerk als bovennatuurlijke gemeenschap wordt herdacht. Omdat het weer in de regel mooi is en wij gaarne van de korte zomer in onze noordelijke streken genieten, zijn vele katholieken ge neigd het Pinksterfeest maar gauw af te doen en het met de kerke lijke viering wat makkelijker te nemen. Misschien ligt daarin de reden, dat voor velen dit feest niet het hoogfeest is, dat het in werkelijk heid behoort te zijn. Pinksteren toch is de herdenking van de uitstorting der .genaden over de mensen, die stroom van bovennatuurlijk leven, welke de nieuwe mensheid vormt. De genade was ons zeer nabij gekomen door de geboorte van Christus, zij was in feite verdiend op de Calvarieberg aan het Kruis, zij was als geloofsfeit bekrachtigd door de Verrijzenis van Christus op de Paasmorgen. Maar zij trad eerst ten volle in werking op de dag van Pinksteren. Want van het moment af, dat de H. Geest was neergedaald over de Apostelen, die met Maria ver gaderd waren, trad Petrus naar buiten en begon de prediking van het Heil en het dopen van de eerste Volgelingen van Jezus. In de Evangeliën vinden wij de rijkdom en verscheidenheid van de genaden op verstrooide plaatsen genoemd: in de onvolprezen hymne van Pinksteren vinden wij ze als een summum van troost bijeenge gaard, een schrijn van de prach tigste juwelen. Welke dan zijn de rijkdommen der genade, die wij door de Kerk ontvangen: Licht voor onze harten, troost voor onze zielen, de zeven voudige gaven als wijsheid, weten schap, voorzichtigheid, beheersing, vreze des Heren, raad en vrede der ziel. Voorts schenkt de H. Geest ons zoveel intimiteit in onze verhouding tot God, dat Hij voor ons alles doet wat maar nodig kan zijn om ons in het leven te steunen. De Geest wordt voor ons een Vader, een Vertrooster, een Heler van wonden en een zoete Gast. Het feest van Pinksteren is tege lijkertijd de start, waarbij de ziel wordt opgeheven tot de intieme gemeenschap met het leven in God, dat het leven van de H. Drievul digheid is. Maar van de andere kant is het ook het ontstaan van die grote gemeenschap, die in God hetzelfde leven beleeft als geheel, met elkaar en door de hulp van elkaar. Het is de enting van iedere rank op de wijnstok en tegelijkertijd de opbloei van de wijnstok als de ene grote plant, die God met de men sen vormt. En juist omdat de diepte van het Mysterie der menselijke en goddelijke vereniging in de Kerk juist op Pinksteren tot volle be leving komt, moeten wij het be treuren, dat de haastige mens zich zo weinig tijd gunt het feest als een echt hoogfeest te vieren. Men behoeft het daarom niet als een vorm van noordelijk calvinisme te beschouwen, indien iemand er toe kon besluiten de aanlokkelijke Eerste Pinksterdag met wat min der fiets- en wandeltochten en des noods zonder luidruchtige sport wedstrijden door te brengen en zich die dag wat meer dan gewoon op het uitzonderlijke karakter van het feest en dus van het wezen van het christelijke leven te bezin nen. Voor wie dit doet, is, naar onze mening, Pinksteren 1955 beslist een mijlpaal in zijn leven. Wanneer we de moderne bejaar denzorg bespreken, dienen we ons eerst voor ogen te stellen, wat we onder bejaarden verstaan. In het R.K. Artsenblad vonden we van de hand van Dr van den Hombergh, de volgende definitie: Een man of vrouw, die door onteigening van de werkgelegen heid in zijn beroep op een voor dit beroep vastgestelde of gebrui kelijke leeftijd uit de actieve sector van het dagelijks leven wordt ver wijderd. Men zegt dan, dat hij of zij rustend is. In vroeger jaren bleven deze mensen op hun eigen of bij hun kinderen of kwamen ten laste van de gemeenschap (armenzorg). Maar het Nederlandse volk wordt ouder. Dat wil zeggen, dat de ge middelde leeftijd van de Neder landse man en vrouw door allerlei oorzaken hoger is dan bijv. dertig, veertig jaren geleden en nog steeds stijgende is. Er komen dus méér rustende mensen. Dit ouder worden van de mensen heeft bepaalde gevolgen. Op de eerste plaats voor de man en vrouw zelf, maar vervolgens ook voor de omgeving, waarin hij of zij leeft en voor de gehele ge meenschap. Die gevolgen waren ook reeds vroeger kenbaar, maar vroegen omdat het aantal bejaarden betrek kelijk klein bleef niet die aan dacht, die ze heden ten dage ver gen. De psychologische aspecten van de ouderdom hebben nu echter de volle aandacht en mede hierdoor de bejaardenzorg van heden, de zorg om het bejaard zijn zelf. Bovendien wordt die zorg nog geaccentueerd door de woning nood. Als in een dorp in 3 woningen beneden een kamer moet ingericht worden, omdat de oudjes zo moei lijk meer de trap op kunnen, dan is dit zeker in de oudere en gro tere woningen nog te doen. Maar moet datzelfde gebeuren in vele woningen en zijn bovendien die woningen kleiner, dan komen de oudjes in verdrukking. Oudere mensen hebben andere behoeften, andere levenswijze zelfs als jongere. Zij hebben andere in teressen, dikwijls een andere men taliteit en hoe meer oudere mensen er komen, zoveel te meer botsingen komen er tussen oud en jong. Ze worden .voor hen zelf een last en voor anderen. Een oplossing voor bejaarden zorg en tevens voor de woningnood is o.a. gevonden in het Bejaarden-centrum. In een dergelijk centrum worden huisjes gebouwd, die aangepast zijn aan de behoeften van bejaarden. Die huizen zijn niet groot, men kan ze zelf onderhouden en schoon houden in een tijd, nu hulp zo moeilijk te krijgen is. Het buiten werk wordt door anderen gedaan. Ze zijn handig ingericht, zonder trappen etc. In die huizen zijn de bejaarden volkomen vrij en zelfstandig. Ze zorgen voor hun eigen potje, even tueel voor hun tuintje, staan op zo vroeg en zo laat ze willen en kunnen naar bed gaan als ze er zin in hebben. Ze kunnen bezoek ontvangen, kortom ze kunnen net doen, waar ze lust in hebben. In dat complex komt dan een verzorgingshuis te liggen, waar een gezamelijke recreatie is, een werkplaats, waar men kan prutsen etc. en waarin een bibliotheek aan hun wensen aangepast. Verder -een verpleeginrichting voor lichte ver pleging, voor die oudjes, die door invaliditeit of ouderdomsgebreken, niet meer geheel zelfstandig wonen kunnen. In dat verzorgingshuis is vak kundig personeel, speciaal opgeleid voor verzorging en verpleging van medemensen. De oudere mensen, die in een dergelijk complex wonen, zijn dus niet meer afhankelijk van plaats ruimten in woningen van hun kin deren, waar ze zich op hun oude dag nog aan moeten passen aan al het nieuws, wat daar komt of is, of ze behoeven niet meer te blijven tobben in die veel te grote woning, waaruit al hun kinderen zijn vertrokken. Ze vinden in dit complex de wo ning aangepast aan hun eigen be hoeften en vinden naast en rondom hen mensen van dezelfde leeftijd en dezelfde geestesgesteldheid als de hunne. Zij zijn niemand tot last en kun nen hun eigen leven leiden zoals ze graag willen. Moeten zij verzorgd of verpleegd worden, dan is die verzorging aangepast aan de spe ciale eisen. Zij blijven daar rustig tot hun dood. behalve natuurlijkbij zware verpleging, waarbij dan het ziekenhuis wordt ingeschakeld. Een dergelijk complex kost na tuurlijk geld. Daar behoeft geen winst in ge maakt te worden, maar de exploi tatiekosten moeten betaald worden. Betaald door de mensen die er ge bruik van maken. Men zal daar dus een zekere prijs moeten betalen. Sommigen zullen dat kunnen, anderen daarentegen niet. Voor deze laatsten zal dan de gemeenschap op dienen te komen, als een sociale of geneeskundige indicatie opname of vestiging in een dergelijk com plex nodig oordeelt. Daar zal dan Overheid, particulier initiatief en familie bij moeten dragen in de kosten. Gestichten Naast bovengenoemde moderne oplossing kennen we ook nog de gestichten, welke gewoonlijk worden Met het begin van de zomer verschijnen ook de zomerze- gels. „Waar is het voor"? hoor ik u al vragen. Een volledig antwoord op deze plaats zou te veel plaatsruimte vergen. Zo talrijk zijn de verenigingen die er profijt van trekken. Om slechts enkele te noe men: de N.C.V. tot bestrijding van de tuberculose, de N.V. tot Rheumatiekbestrijding, het N.F. voor bijz. noden enz. enz. Kortom het doel is; Uw medemensen die in nood zijn te helpen. En als het daarom gaat, doet men nooit tevergeefs een be roep op het Venrays volk. Wist u b.v., dat verleden jaar alleen op het postkantoor de opbrengst van de actie der schoolgaande jeugd dus niet meegerekend voor meer dan f 1000 aan kinder postzegels werd gekocht en aan zomerzegels voor f 500.? Werkt u mee om dit jaar ook de zomerzegel-verkoop tot f 1000 op te voeren? Het pl. Comité voor de verkoop v. zomerzegels en prentbriefkaarten. MEI 1945 beheerd door een religieuse orde, al of niet met daarnaast een in richting van onderwijs. Deze hebben het grote voordeel, dat hier gewoonlijk gebruik ge maakt kan worden van bestaande keukens en een bestaande kapel, zodat dus de kosten geringer zullen zijn. Maar daarnaast moet ook ge wezen werden op het feit, dat de verzorging in dergelijke inrichtingen CENTRAAL geschied, men dus ge bonden is aan bepaalde regels. Regels die de bestuurders van een inrichting uitmaken en niet be jaarden, die hier niet ZELFSTAN DIG zijn, maar pensiongasten. Een deel hunner zelfstandigheid en vrijheid raken de oudere mensen hierin dus kwijt. En bovendien mag er op gewezen worden, dat een psychologische factor zeker voor deze generatie ook telt, namelijk, dat aan het gesticht nog teveel het idee kleeft van armenzorg. Vroeger kwamen daar immers zij in, die oud geworden, niet meer door familie of anderen konden op genomen worden en ten laste der gemeenschap in een gesticht ge plaatst werden. Hoe goed ook in vroeger dagen, thans past het niet meer in deze tijd, maar het idee zal nog wel enige tijd blijven be staan. Wat nu in Venray Het bejaardenprobleem speelt ook in onze eigen gemeente. Ook hier groeit het aantal bejaardenen daarmede de moeilijkheden, o.a. op het woning-terrein. Het is al weer enkele jaren ge leden, dat dit probleem hier in studie genomen is en men heeft intussen eens gekeken hoe in de andere gemeenten een oplossing gezocht en nog wordt. Een destijds gehouden enquête over de vraag, of hier inderdaad behoefte bestaat aan aparte bejaar denzorg, in de zin als hierboven omschreven, heeft niet de resul taten te zien gegeven, die de over heid er van verwachtte. Wat ook te verwachten was, aan gezien van de betrokkenen niemand wist, wat nu feitelijk de bedoeling en opzet is van de moderne be jaardenzorg. Nadien is men opnieuw begonnen en via het Sociaal Charitatief Cen trum, is een Comité Bejaardenzorg opgericht, dat dit hele probleem in studie heeft. Dat toont wel aan, dat men de behoefte als bestaand aanneemt en dat men van het idee afgestapt is, dat een eventueel complex in Horst of Overloon, mede voldoende zou zijn voor Venray. Een der grote vraagstukken, waarvoor dit comité zich geplaatst zal zien is, wat te kiezen: Bejaar dencomplex of Gesticht. Het eerste zal grotere financiële offers vragen als het tweede, maar méér vrijheid geven! Het vraagstuk der verzorging en verpleging zal bij beide een ge wicht in de weegschaal leggen, Misschien dat beide gecombineerd kunnen worden, waarbij dan het gesticht de verpleging op zich neemt, maar daarnaast het bejaar dencentrum vrij en zelfstandig de woongelegenheid, verzorging etc. biedt. Het is een moeilijk probleem Een probleem niet alléén voor de oudjes, waarvan nu sommigen onder de meest beroerde omstan digheden leven, maar ook voor ons allen. Want eenmaal komt ook voor ons de tijd, dat wij bejaard worden genoemd en wat dan? Het is ons eigen welbegrepen eigenbelang, als we nu reeds gaan zorgen, dat we dan vrij en onaf hankelijk onze oude dag kunnen „vieren" In het belang van de bejaarden Hebben we vorige week de „ver overing" van Venray herdacht, deze week willen we even teruggaan naar Mei 1945, toen Nederland in zijn geheel werd bevrijd en de laatste Venrayenaars uit hun eva cuatieplaatsen eindelijk weer terug konden komen. Over de bevrijding van ons land is veel, lang en breed geschreven, over de terugkomst uit evacuatie nog niets. Dit artikel wil dan nog even een terugblik werpen op die, voor Venray zo vreemde tijd, waar aan zovelen van ons prettige en ook minder prettige herinneringen heb ben. EVACUEREN. Op die gedenkwaardige morgen van 12 October 1944 werden we dan bevrijd. „We", dat waren de mensen, die dagen lang al in de kelders gezeten, een moderne oor log over zich heen hoorden en dikwijls ook zagen gaan. Die in die kelders aten, sliepen, en baden. Over dat leven van die dagen zouden boeken te schrijven zijn, daar ieder gezin, ieder mens toch zijn persoonlijke belevenissen en ondervindingen had. Verstoken van gas, electriciteit, dikwijls ook van water, hokten we daar tezamen. Drie, vier tot vijf familie's soms, met nog evacué's uit Overloon. Levensmiddelen en kruideniers waren waren niet meer te krijgen, brood werd nog zelden gebakken, bovendien was het levensgevaarlijk dit bij een bakker te gaan halen. Men was aangewezen op weckfles sen en wat links en rechts nog te krijgen viel. Toch realiseerden wij ons dat niet op die morgen van de bevrij dingsdag.... Toen in de straten geroepen werd, dat de eerste Engelsen er waren en zij weldra in levende lijve in de kelder stonden, toen meenden de meesten, dat nu het leed was geleden. Dat er honderden huizen totaal waren verwoest, dat anderen zo zwaar beschadigd waren, dat aan bewoning niet te denken was, daar dacht niemand aan. De Engelsen waren er immers en de oorlog zou nu spoedig voorbij zijn. Wij hebben de Engelsen er kwaad om aangekeken, dat al spoedig het bevel kwam: Evacueren Waarvoor immers...? Naderhand moesten we toegeven, dat ze moeilijk anders konden. Honderden mensen in de kelders samengepakt, onder de meest pri mitieve omstandigheden, verstoken van practisch alle levensbehoeften, zonder enige hygiëne, met een zeer groot gebrek aan woon- en slaap- ruimten, dat moest mislopen. Temeer, daar niemand kon zeggen of het front inderdaad spoedig en ver verplaatst zou worden. Zo kwam dan het evacuatie-be vel. Twee dekens en een verscho ning en de rest laten liggen... Om zo en zo laat bij het Zieken huis verzamelen... VRAAGTEKEN We hebben ze tientallen malen gezien, de foto's van oorlogsvluch telingen. Er is echter geen fotograaf geweest die in die dagen op de Merseloseweg foto's heeft gemaakt van die trieste rij Venrayse mensen, die daar met een pungel of krui wagen voorts jouwden naar het Ziekenhuis, waar de Engelse vracht wagens gereed stonden voor vertrek met onbekende bestemming. We ervoeren toen wat het is oorlogs- vluchteling te zijn. Wat er toen in veel mensen is omgegaan is niet te beschrijven. Vaders en moeders, gelukkig dat hun gezin nog bijeen was, maar vol zorg voor alles wat zij daar achter lieten. Ouden van dagen, dieerjaan dachten, dat zij misschien het oude en vertrouwde beeld van Venray niet meer terug zouden zien. Allen zich afvragend: waarheen, hoelang en wat vinden we terug? Daar aan hef Ziekenhuis stonden de wagens, hoge Engelse kisten, die als kenmerk heel toepasselijk een vraagteken in hun embleem voerden. De ene vrachtwagen na de andere werd volgeladen met mensen. En terwijl daarbuiten het aantal kruiwagens groter en groter werd, liep Venray leeg. De handigen waren al naar Merselo doorgelopen en hadden daar maar hun evacuatie bestemming op eigen houtje ge maakt. Anderen waren op een oude fiets maar de wijde wereld inge trokken, maar het overgrote deel stapte in de bruine Engelse vracht wagens, die langzaam de grote poort uitzwaaiden, Merselo waarts. Langs de weg naar Merselo zagen we dreigende kanonnen staan. En in de weiden zagen we het vee dood liggen. Het ging naar Deurne, waar van heden en van de toekomst, zij dit Comité een vruchtbare studie, een oplossing van het probleem en de verwezenlijking daarvan van harte toegewenst 1 in het kamp Zeilberg de honderden tesamen kwamen, om daar soms soep, maar altjjd D.D.T.-poeder te krijgen. Papieren werden onderzocht, per soonsbewijzen bekeken door Engelse en Nederlandse militairen, maar aangezien de Duitser niet ver van de Zijlberg af zat moest het verder. Dezelfde militairen hadden in tussen uitgemaakt, waarheen de tocht zou gaan, maar toen de mensen weer in de wagens zaten, wist nie mand waar ze terecht zouden komen. De meesten hadden zich al in het onvermijdelijke geschikt en de stem ming werd allengs beter. Er was toch niets aan te doen en we moes ten maar afwachten. Helmond, Eindhoven, Weert, later zelfs België, waren de uiteindelijke plaatsen van bestemming. Soms laat in de avond reed de wagen voor het gemeentehuis, of een kloos ter in die plaats en dan stond men daar... Bekeken en aangegaapt door nieuwsgierigen, geholpen door En gelsen en Rode Kruis. Dan ging het naar het evacuatie adres, dat soms zeer goed, soms zeer slecht was. LOOTING.... Laten we de evacuatie-adressen even rusten. Sommigen hebben daar de meest prettige herinner ingen aan, hebben daar werkelijk alle hulp, steun en sympathie ge vonden, anderen daarentegen kun nen hierover stukken vertellen, waarover men heden ten dage nog kwaad wordt. Ook hier heeft ieder mens zijn eigen herinneringen aan, evenals aan de kwestie van de evacuatie-vergoedingen, gaarkeu ken enz. enz. Venray bleef leeg achter... Dat wil zeggen: de Engelsen richt ten in verschillende huizen hun verblijfplaats in, met alle gevolgen van dien. De O.D. had de bewaking van Venray op zich genomen. Links en rechts in het dorp waren de grote platen komen hangen, waarop vermeld stond „Looting is a serious crime", dat gappen en plun deren een ernstig misdrijf is. Dat er onder de toenmalige tijde lijke bewoners bij waren, die dat niet begrepen hadden, kan men gerust aannemen. Velen hebben dit zelfs ondervonden. Niemand mocht in het dorp ko men, die daar geen bewijs voorhad en die bewijzen werden, zeker in 't begin, alléén aan vaklui verstrekt, die dan de eerste pogingen doen om de huizen weer wat bewoonbaar te maken. De liefde tot zijn land is echter eenieder aangeboren en als men bovendien slechts twee dekens en één stel ondergoed heeft mee mogen nemen, terwijl in Venray nog vele bruikbare spullen lagen, dan is het wel zeer verklaarbaar, dat men na een klein beetje ingeburgerd te zijn op het evacuatie-adres, weer eens gauw een poging waagde om Venray binnen te komen. Maar daar stond de O.D., op post, vervaarlijk en geducht en die kende geen pardon. Menigeen is dan ook in het gevang terecht gekomen, in de kelders van Servatius en heeft daar moeten boeten voor de clan destiene insluiping in ons dierbaar oord. Maar er waren nu eenmaal méér evacueé's als O.D.'ers en zo gelukte de clandestiene insluiping nog al eens een keer. Als we denken aan de regeling van die dagen, dan kunnen we nu soms wel eens lachen. Er werd af gebroken en beslist en de eigenaar had al geluk als hij nog vooraf een seintje kreeg, dat zijn pand nog verder werd gesloopt. Het is ook vóórgekomen, dat het al gebeurd was, voordat hij er erg in had. Men kreeg pannen-bonnen, stenen-bonnen en dat betekende dan, dat men die elders kon gaan halen. Dat men het ook wel eens deed zonder bonnen, ligt schijnbaar in 's mensen aard en zo kon het wel eens gebeuren, dat een huiseigenaar, die zijn dak aan het „herbepannen" was, merkte, dat aan de andere kant van het dak ze er even netjes weer werden afgehaald. Verhalen zijn te vertellen over het wild-west leven van de eerste opruimtroepen, die in kelders, bij walmende benzinepitjes, tussen het drogend wasgoed en textiel de duis tere avonden sleten, met bully-beaf en corned-beaf. Wild West.... inderdaad tot zelfs de kippen toe, die huizenhoog vlo gen en langzaam maar zeker in wilde toestand geraakten. Verhalen over herstel en weder opbouw van die dagen zijn er boekenvol. Er waren geen hamers, geen spijkers, geen zagen, geen glas en maak dan maar een venster dicht, probeer dan maar eens een dak dicht te maken enz. Toen eerst kwam de chaos voor de dag en het is nog steeds het grote wonder dat toch in enkele maanden tijd een dorp, dat zo ver nield, verwoest en geschonden was, weer bewoonbaar gemaakt is. Dat heeft de Venrayse mensen vele persoonlijke offers gekost, maar toch verdienen de mannen van het eerste uur een eresaluut. Zij hebben gezorgd voor electrici teit, voor het functioneren van de openbare diensten, voor herstel van riolering, huizen en werkplaatsen en zij waren het die de terugkeer der evacuees mogelijk maakten. Er zijn vele foto's genomen in de eerste maanden en het is wel eens goed om die zo nu en dan nog eens te bekijken. We hadden en hebben misschien veel critiek op wat in die dagen allemaal verordenerd, bevo len en van hogerhand uit gedaan is, maar als men deze foto's nu eens heel nuchter bekijkt, dan was de taak, waarvoor men toen stond practisch onmogelijk, zeker onder de toenmalige'omstandigheden. Dan begrijpt men niet dat de Venrayse mensen in zulk een be trekkelijk korte tijd toch weer terug konden, na eerst een stempeltje op hun persoonsbewijs gehaald te heb ben. Toen we Mei 1945 schreven was het overgrote deel al weer terug en is het begin gemaakt van de definitieve wederopbouw van Ven ray. Tien' jaren is een hele tijd, maar als we het verschil zien in velerlei opzichten tussen het Venray dat we achterlieten bij onze evacuatie, dat we terugvonden in 1945 en het Venray van heden, dan mogen we in menig opzicht heel tevreden zijn. Nieuws uit Venray en Omgeving Openbare bekendmaking Burgemeester en Wethouders der gemeente Venray brengen ter open bare kennis, dat de bij hun besluit van 29 December 1954, no. 801, aan P..G.H. Bom verleende vergunning voor het vervoer van personen met twee huurauto's in dier voege is ge wijzigd, dat de vergunning voortaan staat ten name van de wed. C.G.M. BomHendriks, wonende te Venray, Minister Charles Ruys- straat 14. Venray, 11 Mei 1955. DRANKWET Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare ken nis, dat is ingekomen een verzoek om een verlof A van Hendrikus Hubertus Kuijpers, zaakvoerder wonende te Venray, Castenray G 32b, voor de zaal, groot 153 m2 van het patronaatsgebouw, gelegen te Castenray G 4c. Binnen twee weken na de dag tekening dezer bekendmaking kan eenieder tegen het verlenen van het verlof A schriftelijk bezwaren bij het gemeentebestuur indienen. Venray, 20 Mei 1955. Burgemeester en Wethouders voorn. AH.M. Janssen, Burgemeester. Benoemiog Tot ambtenaar ter secretarie in Heemstede is benoemd de heer V. Janssen, tot heden werkzaam op het Venrayse Gemeentehuis. Broeder Hubertus Mulder o.f.m naar Rome Broeder Hubertus Mulder O.F.M., die de laatste jaren bekendheid verwierf door zijn lezingen over het broederleven in een Francis- kanerklooster, werd door de pro vinciaal »der Minderbroeders Fran ciscanen overgeplaatst naar Rome. Hier zal broeder Hubertus de be langen van de Nederlandse provin cie gaan behartigen. Verkeersactie Venray In het kader van de Veilig Ver keer Actie welke in Limburg in samenwerking met de Rijkspolitie allerwege wordt gehouden zal op 21 22 en 23 Septa.s.in Venray een grote actiè worden georganiseerd. Bond voor het Gezin Onder leiding van dhr. Fr. van Opbergen vergaderde Dinsdag in Lunchroom Verheugen de Venrayse afdeling van de Bond voor het Gezin. Dhr. G. Egging hield daarin een interessante lezing over het gezin en de zedelijke gevaren. Ook Kapelaan van Leipsig sprak een kort woord. De heren Fr. v. Opbergen en Wijnhoven stelden zich bij de be stuursverkiezing niet meer herkies baar. Als nieuw bestuur werd ge kozen Dr. Stijns, Kruyzen-Meesters, Dijkman Oostrum en H. Houba. Bijna verdronken Zondag miste E. aan de Endepoel zijn 3 jarig kind, dat in het water gevallen was van het daar lopende kanaal. De vader wist het kind op het droge te brengen en Dr. Ver- cauteren, die in record-tijd aanwe zig was, \yist de levensgeesten weer op te wekken. BEL OP BIJ BRAND No. 392

Peel en Maas | 1955 | | pagina 5