Op bezoek bij eeo kuikenbroeder Meisjes,; WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Venray en de Missionarissen van het H. Hart. Verbinding Wilhelminakanaal met Maas van eminent belang Hollanders boeren goed op Braziliaanse Fazenda HYPOTHEKEN Zaterdag 26 Februari 1955 No 8 ZES EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Vat# W PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRtaA VAN DEN MUNCKHOF GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Balten Venrny f 1.48 XI Het is geen gemakkelijke taak om geschiedenis te schrijven. Deze taak wordt nog moeilijker, wanneer men gaat schrijven over mensen, die nog in leven zijn. Degenen, die overleden zijn, heb ben als beschermende spreuk: de mortuis nisi bene, wat wil zeggen: „over de overledenen niets dan goeds". Dit beschermende woord kennen de levende niet. Desondanks wil ik me er aan wagen, omdat het voor de volledigheid van deze ar tikelen nodig is. We wilden een overzicht geven van de Missionarissen van het H. Hart, die uit Venray stammen. Het doel hiervan was om een herinne ring op te roepen aan hen die ons zijn voorgegaan in de eeuwige rust; maar verder ook hen naar voren te brengen, die nog leven en onder ons werken. Hiervan moge het doel zijn hen beter te leren kennen en door deze kennis op onze manier mee te leven met hun priesterwerk door ons gebed en offer. En deze uitwerking zullen deze artikelen zeker niet missen. De volgende Missionaris van het H. Hart stamt uit Merselo en wel uit de Zaal. Het is Pater Piet Arts oftewel genoemd „Piet van de Zaal". In Januari 1900 werd hij geboren en hij weerstond de roepstem in zich met, om n.l. missionaris te gaan worden. In Tilburg werden de gymnasiale studies gemaakt en in 1920 werd hij tot de kloosterge loften toegelaten bij de M.S.C. Na zijn philosophische en theo logische studies werd hij in Augus tus 1925 priester gewijd. Had Piet het verlangen gekoesterd om eens in de missies werkzaam te zijn als missionaris, dit verlan gen werd bij hem niet vervuld. Hij zou zich moeten bepalen tot indirect missiewerk en wel op een zeer voorname plaats. In 1926 vertrekt hij als hoofd professor van de eerste klas naar Tilburg, welke taak hij tot 1930 vervulde. Ofschoon in Tilburg blijvend werd hem de moeilijke functie toever trouwd van Econoom van het grote missiehuis in Tilburg en tevens Directeur en Novicenmeester van de Broeders. Om zich verder op economisch gebied te bekwamen ging hij in op dracht van zijn overheid college lopen op de Economische Hogeschool in Tilburg. Dit was in de jaren 19361939. Tevens werd hem de zielzorg toevertrouwd van de Visi tatie in Tiibug. Toen Pater Muysers in 1939 zijn taak als provinciaal econoom neer legde, was hij de aangewezen per soon om hem als zodanig op te volgen. Dit werk bepaalt zich niet alleen tot de eigen Congregatie, maar tevens is hij economisch adviseur van de Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart. Zijn ontwikkeling in de sociologie en economie bracht als vanzelf enkele adviseurschappen met zich mee. Zo is Pater Piet Arts adviseur van de Standsorganisatie van de Werknemende Middenstand. Verder is hij als leraar verbonden aan de gewestelijke Sociale School der K.A.B. Tenslotte heeft hij nog de leiding van de bekende Tilburgse Studie- en Debatingclub Lumen et Veritas. Andere Missionarissen van het H. Hart getuigen in hun levensloop van het Schriftwoord, dat we geen vaste woonplaats hebben in deze wereld. Het leven van Pater Arts zou de schijn kunnen verwekken, dat bij de Missionarissen van het H. Har een gelofte van Stabiliteit bestaat. Practisch heeft hij geheel zijn pries terleven in Tilburg doorgebracht vanaf 1926 tot op heden. En zo kan het de indruk vestigen, dat Pater Arts een Tilburgse Pater is geworden, maar dan vergist men zich. Pater Piet Arts is een Venray er en zal dit blijven, ondanks het feit dat hij langere tijd in Tilburg ver bleef dan in Venray. In een fraai uitgegeven brochure hebben de heren Hans Gruyters en Paul Kuypers aandacht gevraagd voor het vraagstuk van de uitdie ping en doortrekking van het Wil helminakanaal tot de Maas en de omleiding van de Zuid-Willemsvaart rond de stad Helmond op zodanige wijze, dat het Eindhovens Kanaal rechtstreeks met het verlengde Wil helminakanaal zou worden verbon den. Zij stellen voor, spoedig een studie- en actiecomité in te stellen, dat de bevordering van doortrek king, verdieping en verbreding van het Wilhelminakanaal tot uitslui tende taak heeft. De schrijvers beginnen met aan dacht te vragen voor de buiten sporig zware taak, die Brabant en Limburg in het kader van de in- dustrialisatiepolitiek te vervullen hebben. Uitgaande van het huidige en toekomstige werkgelegenheids- peil moeten Oost-Brabant en Noord- Limburg als één groot sanerings- gebied worden beschouwd. Waar de taak van de overheid bij de industrialisatie vooral ligt in het verbeteren van vestigingsfactoren, verdient een zo belangrijke vesti gingsfactor als een waterweg alle aandacht. Nu arbeidslonen en arbeidsvoor waarden in ons land steeds meer genivelleerd worden en het vroegere voordeel van de goedkope arbeid voor deze streek is weggevallen, is het scheppen van andere voorwaar den voor industrievestiging van nog groter belang geworden. Door het verbeteren van de verkeerssituatie kan men het ontstaan van nieuwe industrieënmogelijk maken. „Op de industrie wachten, alvorens tot ver betering van de verkeerssituatie over te gaan, is het paard achter de wagen spannen", aldus de schrij vers. Zij betogen, dat door de door trekking van het Wilhelmina kanaal, vooral na verdieping en verbreding, dit een veel aantrek kelijker verkeerswater zou wor den, waarlangs zich nieuwe in dustrieën zullen vestigen, die kun nen profiteren van de verbinding met de Maas en daardoor met het industriegebied van Zuid- Limburg. De schrijvers zien hierin een kans voor Helmond, Gemert en Venray om tot ware industriecentra uit te groeien en zo de bevolkingsdruk van dit gebied op te vangen. Verdere voordelen zien zij in de mogelijkheid tot vestiging van zware industrieën aan een dergelijke wa> terweg, waardoor tevens de een zijdigheid van de Brabantse indus trie kan worden opgeheven. Deze kans is te gunstiger, omdat het kanaal juist aan de noordzijde van de kolengebieden van de Peel zou komen te liggen, een gebied, dat ongetwijfeld op de zware in dustrie aantrekkingskracht zal uit oefenen. Zij zouden daarom dit project gaarne opgenomen zien onder die, we'.ke geheel uitgewerkt gereed gehouden worden voor uit voering als zich conjuncturele werk loosheid zal voordoen. Ook in internationaal verband achten de schrijvers het kanaal van groot belang. Zij gaan daarbij uit van de opvatting, dat voor Antwer pen een Maas-Rijn-kanaal nooit een bruikbare verbinding met de Rijn kan betekenen. Zij menen dan ook, dat een plan tot aanleg van een Maas-Rijn-kanaal niet gekoppeld dient te worden aan het vraagstuk van een Moerdijkkanaal. Van de verschillende mogelijk heden van een Maas-Rijn-kanaal is het tracé Arcen—Ruhrort, veruit het goedkoopste en bovendien het meest aangepast aan de verschillen de betrokken belangen, zo betogen zij. Dit kanaal zou met het door getrokken Wilhelminakanaal de ont sluiting betekenen voor Brabant en Limburg. Een integrale oplossing van het waterwegenvraagstuk in dit gebied zou voorts nog de volgende elemen ten moeten bevatten: de opheffing van de stop bij Ternaaien en- of aanleg van het Cabergkanaal: aan leg van een kanaal van Aken over Geilenkirchen naar Born, als zij- kanaal van het Julianakanaal; ver binding van het Eindhovens-kanaal met het doorgetrokken Wilhelmina kanaal. Om te voorkomen, dat door ge brek aan coördinatie van de ver schillende belangen de ontsluiting van de streek langer dan nodig zou worden tegen gehouden, adviseren de schrijvers tot vorming van een soort consortium in Oost-Brabant en Noord-Limburg, dat volkomen representatief moet zijn en dat deze ontsluiting bevorderen tot doel zal hebben. Moeilijkheden zijn overwonnen Lof van president Een correspondent van de Volks krant schrijft: Het „coöperatieve emigratie centrum" van Nederlandse boeren op de Fazenda Ribeirao in Brazilië is de moeilijkheden van de laatste jaren te boven gekomen. Op deze unieke Nederlandse nederzetting, waar al 90 ze'fstandigen een bedrijf van 15 hectare hebben, leven al 700 melkkoeien, 2000 varkens en 20.000 legkippen. De 650 Neder landse bewoners hebben dagelijks hulp van 300 Braziliaanse knechten, die goed de kost verdienen. Men beschikt over een nieuwe melk fabriek, die dagelijks 2000 liter melk tot consumptiemelk, yoghurt en boter verwerkt. Bovendien zal de oogst van de eigen ca^saveteelt in een eigen manioca-fabriekje worden verwerkt. Zodoende krijgt de coöperatie de beschikking over een nieuw handelsoroduct. In de afgelopen jaren heeft de Fazenda Ribeirao, die goede toe komstmogelijkheden biedt, met enkele tegenslagen te kampen ge had. Een dertigtal emigrantkolo nisten is namelijk uit het coöpera tieve verband van de grote Fazenda getreden. Zij trokken veelal naar de omgeving van Parana en Rio Grande do Sul en namen elk hun aandeel in geld mee. Ongetwijfeld zijn de verplichtingen van de ach tergebleven kolonisten hierdoor verzwaard. Mede door de steun van een Nederlandse lening zijn echter de moeilijkheden overwonnen. Er zijn nieuwe jonge gezinnen gekomen, die alweer volop aan de slag zijn De laatste jaren is hard gewerkt aan de verdere ontginning, de wegenaanleg en het verkavelen van de percelen. Er is heel wat werk verzet om de erosie (uitspoeling van de reeltaarde bij zware regen val) op de hellingen te.'en te gaan. Verschillende teelten zijn aangepa-t aan de klimatologische omstandig heden. Er zijn minder risico dragende gewassen gezet. Ook met het vee, dat zich aan het klimaat moest aanpassen, gaat het steeds beter. De fokkerij en mesterij van varkens heeft een belangrijke uit breiding ondergaan. Ruim 20.000 legkippen zorgen thans voor een stijgende eierpro- ductie. die coöperatief verpakt, ge stempeld en gesorteerd wordt. Er is thans een eigen mengvoeder installatie in bedrijf. Dit betekent weer een belangrijke besparing, ter wijl ook de kwaliteit in eigen hand gehouden kan worden. Zo zijn de kolonisten ook zelf "molenaar" ge worden. Er wordt 200 ton meng voeder per maand verwerkt. De landbouw-, veeteelt- en zuivel producten vinden grotendeels een afzet in het naburige wooncentrum van Campinas en Sao Paolo. Er worden melk, yoghurt, boter en eieren geleverd, die bij de Brazi liaanse bevolking zeer in trek zijn. In het afgelopen seizoen is ruim 6 millioen kg cassave-wortel zeer behoorlijk afgezet. Ook de toenemende belangstelling bij de emigranten voor ontwikke- lings- en vormingsavonden bewijst, dat het de mensen op de „Landbouw en Veeteeltcoöperatie Holambra" redelijk goed gaat. Er is zelfs een soort Volksuniversiteit. Er worden aan de meisjes huishoud- en naai cursussen gegeven. Onder leiding van de eminente pater Verberne zijn er enkele ver- kennersgroepen actief. Tot de ge liefkoosde sporten behoort vooral volleybal. Er wordt aan volksdansen en voordrachtkunst gedaan. Vele bezoekers aan de Fazenda, waaronder de president van Brazilië, staken hun bewondering voor het noeste en vakkundige werk van de emigranten niet onder stoelen of banken. Ook de meeste jonge boeren, die zich uit het coöperatief verband van de Fazenda Ribeirao hebben teruggetrokken redden zich in Pa rana en Rio Grande do Sul goed. bij moeilijk heden, ofwel voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck, D 67, Tel. 263. Ons land heeft een kippenstapel van om de twintig millioen stuks. Om die op peil te houden moeten er elk jaar heel wat eitjes worden uitgebroed, maar sinds de broed machine de taak van de „kloek" heeft overgenomen, is dat geen kunst meer, hoewel een erg zorg vuldig werkje. Dat ervaart men, als men op bezoek is bij een kui- kenbroederij, zoals onze streek er talrijke kent. Ofschoon het buiten nog wintert, kan men tegenwoordig in de kui- kenbroederijen reeds de voorproef jes van de lente meemaken, want practisch elke dag hoort men er het getjielp van de de pas-geboren kuikentjes. Wij zijn dezer dagen een kijkje gaan nemen in een dergelijke kui kenbroeder ij, waarvan de broed machines de trots zijn van de eige naar. Deze kasten hebben een grote capaciteit, zelfs tot 15.000 eieren. De meeste bedrijven hebben meer van deze kasten, zodat dus nogal wat „kloeken" vervangen worden. Natuurlijk wordt het gewenste aantal ineens in de machine ge plaatst. Door om de paar dagen nieuwe voorraad aan te brengen, wordt voorkomen, dat op een be paald ogenblik de hele kast tegelijk moet worden gecontroleerd. Want het is niet zo, dat men de eieren in de machine schuift, 'n blokje om loopt, en na 21 dagen er de kui kentjes uit te voorschijn kan halen. Er is integendeel heel wat te doen. Zo moet geregeld gezorgd worden voor verse lucht in de kasten voor het juiste vochtigheidsgehalte van die lucht. De temperatuur wordt automatisch constant gehouden door ingebouwde thermostaten. Verder moeten de eieren op ge regelde tijden van de ene zijde op de andere gedraaid, „gekeerd", worden. Wanneer de eieren n.l. steeds in dezelfde stand bleven lig gen, zou de zich ontwikkelende kiem in het ei naar beneden zak ken en aan de ei-schaal gaan kleven, waardoor misgroeisels zouden ont staan. Schouwen Wanneer de eieren drie dagen in de machine zijn geweest, worden ze „geschouwd". Met een sterke lamp worden de eieren beschenen, zodat deze, wanneer het verder donker is, doorschijnend worden. Is het ei bevrucht, dan ziet men er een rode vlek in, de kiem, van waaruit bloedadertjes door heel het ei lopen. De eieren waarin niets bijzonders is te zien, zijn onbevrucht en worden verwijderd. Als de eieren 19 dagen bebroed zijn, worden ze uit de rekken ge haald en onder in de machine in bakken van fijn gaas gelegd. Als het zover is, hoeft men niet lang meer te wachten, want al spoedig beginnen enkele eieren reeds een scheurtje te vertonen. Dit scheurtje wordt groter en groter, totdat de eischaal kapot springt. Door de opening zien we een nat wezentje, dat verwoede pogingen doet om zich uit zijn benauwend omhulsel te bevrijden. Als we goed kijken zien we op de snavel van het pas geboren diertje een klein ste keltje zitten, de z.g. „eitand". Hier mee maakte het kuiken het eerste gaatje in de eierschaal. Spoedig na de geboorte valt deze „eitand" af. Wanneer het eindelijk gelukt is, zich uit de eierschaal te bevrijden, begint het diertje zijn ontdekkings tocht in de wereld door... eens rus tig uit te blazen van de vermoeie nissen. Door de warmte van de machine is zijn donspakje gauw gedroogd en weldra waagt het kui kentje onder luid gepiep de eerste schreden op zijn levenspad. Sexen Twee dagen blijven de diertjes nog op hun geboorteplaats. Voedsel hebben ze dan niet nodig, want ze teren nog op de dooier, die ze bij het verlaten van het ei hebben mee genomen. In deze twee dagen worden de hennetjes en haantjes gesorteerd; sexen heet dit werkje. Meestal is dit iets wat door experts moet wor den gedaan, die hiervoor een aparte opleiding gehad hebben. Bij enkele rassen kan men het al aan de kleur van het donspakje zien. Wanneer de kuikentjes twee dagen oud zijn worden ze over het hele land verstuurd om te worden voor bereid op hun taak: het produceren van ons dagelijks eitje. JAN v.d. KAM. Land- en Tuinbouw Een belangrijke demonstratie Het was kortgeleden voor de 28ste keer, dat een grote demonstratie van trekkers en bijpassende grond bewerkingswerktuigen in Frankrijk werd gehouden. Er waren niet minder dan 300 trekkers, verdeeld over 70 merken. Begrijpelijk was voor deze demon stratie een zeer groot terrein nodig. Het is onmogelijk om in dit korte artikel, een omschrijving van deze groot opgezette demonstratie te geven; we moeten ons dan ook be palen om het nieuwste en het be langrijkste te bespreken. Speciaal geldt dit de wieltrekkers, met vierwielaandrijving. De laatste jaren zijn er verschillende fabrieken in Frankrijk, welke zich op de con structie van de trekker met vier even grote wielen toeleggen. Hierdoor verkrijgt men een goede gewichtsverdeling over voor- en achteras. De motor wordt zoveel mogelijk naar voren gebracht. Hoewel een dergelijke trekker aanmerkelijk duurder is, blijkt deze vooral op zware gronden waar veel hakvruch- ten worden verbouwd, zeker voor delen te bezitten. Vooral is deze wieltrekker van belang met het oog op behoud van een goede bodemstructuur. Immers hoe minder slip hoe minder kans op structuurbederf. Bij vierwielaandrijving komt slip pen practisch niet voor, zodat dit een van de beste middelen is om slip te voorkomen. Ongetwijfeld is een dergelijke demonstratie van groot belang, temeer daar de kwes tie van aantasting van de grond structuur door de trekker in het middelpunt van de belangstelling staat. en financieringen Lage rente. Assurantiekantoor F. H. BERGMANS ZN. VENRAY Leunseweg 25b Telefoon 677

Peel en Maas | 1955 | | pagina 5