Met „onze jongens" op herhaling in Duitsland WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN in Nederland. Wat is de kostprijs van een ei? Venray en de Missionarissen van het H. Hart. Foor de politierechter Film-agenda Voor de huisvrouwen Zaterdag 18 December 1954 No. 51 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f ONDERVINDT PEEL EN MAAS f CONFECTIE VAI DRCJK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL f 1.2S Bulten Venray f 1.48 Daar kwamen ze weer, zoals we ze al zo dikwijls had den zien gaan: bepakt en bezakt met plunjezakken en ransels en in een uitgelaten stemming. Deze stemming heerst alleen de eerste twee dagen. Het weerzien van oude bekenden en kameraden doet de jongens goed. Hele ver halen over het burgerleven worden verteld en herinne ringen van de oude diensttijd worden weer opgehaald. Velen zijn ondertussen getrouwd, anderen bleven zoals zij waren, allen zijn het er echter over eens, dat de her halingsoefeningen goed zijn voor anderen, maar niet voor henzelf. Weggerukt uit het burgerleven, uit de burgerbe trekking en soms van vrouw en kinderen, blijft voor hen, ook door de geringe betaling aan „Jan Soldaat", weinig meer over in het leven van „rats, kuch en bonen", dat weer drie weken lang moet worden volgehouden. De opkomst ging weer ouderwets: veel kabaal, veel gelach en zeker het op tijd aanwezig in de plaats van bestemming De organisatie klopte ook, zoals altijd, niet en wanneer de soldaat zelf niet enig initiatief betoonde, zou de zaak reeds direct zijn vast gelopen, want wij hoorden zelfs een compagniei-commandant tegen een paar soldaten, die tegen de muur van een café leunden, zeggen: „Waar horen jullie bij?" „Bij het mobilisatie-verloop kapi tein". „O, zoeken jullie het dan zelf maar uit, want daar weet ik niets van". Deze kapitein is zelf ook dienstplichtig en voor hem is de herhaling ook gaen pretje. De slaapgelegenheid werd door de soldaten zelf „versierd" en in vele gevallen wist de een van de ander niet, waar men sliep, al waren allen het er over eens, dat de nieuwe slaapzakken, die iedereen bij de fourier kon bekomen, één van de weinig goede dingen vormen van deze HHO'54. Het eten was de eerste dag nog „eigen fourage", maar reeds 's avonds werd „bliketen" verstrekt en de andere dagen ging dit regelmatig verder. Dit eten is weliswaar niet smakelijk, maar het is voedzaam en warm, wat in deze koude dagen goed van pas kwam. In het enige café dat de plaats van opkomst rijk is, hing een on doordringbare walm van alle siga retten en werd er bier gedronken tegen de klippen op. Aan de tafeltjes zaten ze te spelen: de verwoede kaarters. „Spelen om geld', is bij dienstorder ten strengste verboden, maar een bedrag van f 3.80 in de pot open en bloot is heel normaal, want controle is er niet... Baarden en haren groeien Onder deze jongens troffen wij „Christus" en „Mattheus". „Chris tus" als burgerambtenaar in dienst van het leger en „Mattheus" als dienstplichtig sergeant. De baarden van deze twee groeien als de baar den van de Batavieren en het haar hangt in golven neer in hun nek. Het zijn de personen, die in 1955 in Tegelen hun rol vervullen bij de passiespelen en hoewel de dienst uitmaakt, dat het dragen van baard en lang haar verboden is, is voor de sergeant een uitzondering ge maakt ten behoeve van het goede doel. Zij lopen als „Christus" en „Mattheus.' dagenlang tussen de ongeordende troep soldaten, die hen bespot en uitlacht, maar zij blijven zichzelf en behouden de waardig heid, die bij hun rollen past. Eén divisie in drie dagen De Nederlandse soldaat heef t door de eeuwen heen de naam gehad een prima soldaat te zijn. Van huis uit gekant tegen alles, wat maar naar discipline ruikt, kan men op „Jan Soldaat" in tijd van oorlog ver trouwen. Oefeningen als „Drietand", „Hold Fast" en „Battle Royal" heb ben bewezen, dat een parate divisie in drie dagen geformeerd kan zijn. De wijze, waarop dit gaat, is echter niet voorbeeldig. De ruw heid uit de diensttijd, herleeft op nieuw. Meisjes worden aange haald of nagefloten. Rauwe taal is aan de orde van de dag ook van de zijde van hen van wie men het niet zou verwachten. Naar Duitsland Aan de voet van het Teutoburger- wald, midden tussen twee van Duitsland's grootste steden, Dort mund en Hannover, ligt het Senne- lager, waar gedurende enkele maan den de Nederlandse militairen van de 3e divisie op herhalingsoefe ningen zijn. Sennelager is geen gewoon mili tair kamp en is in de verste verte niet te vergelijken met Oldebroek, Oirschot of de Wittenberg. Senne lager is meer te vergelijken met wereldstad, waar meestal babylo- nische spraakverwarring heerst. Het heeft zijn eigen kerken, bioscopen, cantines en winkels. Jeeps, G.M.C.'s en Webbs rijden af en aan en behoren toe aan de Engelsen, Duitsers, Joegoslaven, Polen en Nederlanders, die hier ge legerd zijn. Engelsen leren Neder lands, Nederlanders leren in enkele dagen meer Engels en Duits dan op school en de Duitsers trachten het „harde" in hun taal te ver zachten door gebrekkig Nederlands te praten. Geldmarkt De omgang tussen de Nederland se militairen met de Engelsen en Duitsers is van zeer vriendschap pelijke aard. De Engelsen staan echter vijandig in hun houding ten opzichte van de Duitsers en be moeien zich niet met hen, tenzij het hoogst noodzakelijk is. De handelsaard van de Neder lander heeft een internationale geld markt doen ontstaan. De Engelsen, die hier gedurende achttien maan den verblijven, zijn tuk op de Duitse marken, daar zij hun shillings slechts in de cantines kunnen gebruiken. Zij bieden graag 10 shillings voor 6 mark. De Nederlanders daarentegen zijn tuk op shillings. Zij ruilen de hun verstrekte marken met de Engelsen, kopen van hen ook de „tickets" nodig om Engelse sigaretten te kunnen verkrijgen en betalen dus voor één pakje Engelse sigaretten omstreeks f 0.70, terwijl zij de Duitse souvenirs met hollands geld betalen tegen de normaal geldende koers. Bovendien verkopen de Neder landers de hun door het leger ver strekte Amerikaanse sigaretten en hollandse sigaren voor een betere prijs dan zij er in Nederland zelf voor moeten betalen. Deze handel geschiedt weliswaar „ondergronds" omdat de commandanten van de diverse onderdelen deze ruilhandel hebben verboden. Trefpunt van twee generaals Op een afstand van 14 km ligt het enige stadje van betekenis. Paderborn is een vriendelijk stadje met tal van bezienswaardigheden, waarvan het raadhuis wel een van de meest voorname is. Paderborn heeft in de laatste oorlog veel geleden. Dit plaatsje vormde het laatste obstakel tussen een ontmoeting van twee bekende generaals. Patton van het Ameri kaanse leger en Montgomery van het Engelse leger. Het treffen van deze twee werd toen mogelijk ge maakt door een Engels bommen tapijt, dat 80 pet van het [stadje vernietigde. De bevolking heeft het thans beter, dan zij ooit gehad heeft, ook al zijn de prijzen enorm hoog, maar zij wil deze toestand zoveel mogelijk behouden en desnoods verbeteren. Van de „Krieg" heeft zij, evenals wij, haar buik vol. Toch is het mili taire in de houding van de Pruis bewaard gebleven en zet hij grote ogen op als Jan Soldaat een ser geant gewoon bij zijn voornaam aanspreekt. Oefenen en nog eens oefenen Rond Sennelager liggen de mili taire schietterreinen, waar nu de Nederlandse soldaten hun kennis op alle wapenen dag in dag uit her nieuwen en verrijken. Om 6 uur 's morgens reveille, om 8 uur aan treden in volle gevechtsbepakking, naar de schietbanen, waar ook wordt gegeten en 's avonds na vijf uur nog vaak theoretische lessen. Zo gaat het bij de bataljons en.diverse compagnieën. De hygiënische toestand laat ech ter veel te wensen en mede door het koude, gure weer zijn er on noemelijk veel zieken, waarvan enkelen zelfs vrij ernstig. Toch wordt er geoefend en ons land be hoeft niet bevreesd te zijn, want in tijd van nood staat er een paraat leger, dat in aantal misschien niet toereikend zal zijn, maar waarvan de bekwaamheid een voldongen feit is. Wanneer nu ook Jan Soldaat eens een beter soldij zou laijgen, dan zou ook voor hem de tijd van her halingsoefeningen als deze HHO'54 enigermate prettiger worden, want een herhalingsoefening, hoe kort of hoe lang ook, blijft altijd een zeer ongewenste onderbreking van het burgerleven. BEL OP BIJ BRAND No. 392 In de practijk blijkt, dat de mees ten maar weinig van de geiten- houderij afweten. Juist door deze onwetendheid komt men gauw tot de opvatting de fokkerij te bestem pelen als een soort liefhebberij, een nuttige vrije tijdsbesteding. Al mag dit in zeker opzicht waar zijn, typerend voor de fokkerij is het stellig niet. De geitenfokkerij heeft nl. in het bijzonder haar bestaans basis te danken aan de voordelen, die zij heeft in verband met de melkproductie en, wat nog belang rijker is, de exportmogelijkheden, die de laatste tijd zonder meer gunstig kunnen worden genoemd. Zich in de eerste plaats bepalende tot de melkproductie wees i e heer S. de Jong Szn, Hoofdassistent A bij het Rijksveeteeltconsulentschap, er dezer dagen in een radiocauserie op, dat als gemiddelde melkpro ductie van de geit wordt aangehou den 700—800 kg per melkperiode van plm. 300 dagen, hetgeen niet wil zeggen, dat er geen hogere producties kunnen worden gehaald. Er zijn zelfs gevallen bekend, waar bij van één geit in één jaar een melkproductie van meer dan 2000 kg. werd bereikt. Voorwaar een buitengewone prestatie, want dit be tekend, dat een volwassen geit met een gewicht van 5060 kg. bij een dergelijke melkproductie in een jaar 40 maal haar eigen gewicht produ ceert. Het is dus geen wonder, dat de grote meerderheid van het aantal geiten in ons land uit economische overwegingen wordt gehouden. Daarbij kan dan ook worden uitge gaan van het feit, dat geitenmelk een uitstekend en licht verteerbaar voedsel is. Geitemelk bevat meer organisch gebonden fosforzuur en meestal ook meer vitamine C en BI dan koemelk. Andere belangrijke voordelen zijn, dat de geitenhcuder de melk van z'n geit vers kan ge bruiken en er bij de dieren weinig t.b.c. voorkomt. Soberheid, kenmerk van de geit Opmerkelijk is de soberheid van de geit. Het winterrantsoen kan in hoofdzaak bestaan uit hooi en in de zomer uit vers gras, aangevuld met aardappelschillen, voerbieten, merg- kool of andere stoppelgewassen er voorts uit keukenafval, zoals oud brood. Voor dieren met een hoge pro ductie moet uiteraard wat kracht- voeder worden bijgevoegd. Deze dieren vragen overigens niet alleen extra zorg voor de voeding, doch ook aan de verpleging moet de nodige aandacht worden geschon ken. De stalletjes, waarin de geiten worden gehouden, moeten aan rede lijke eisen o.a. met betrekking tot de ventilatie en de voedergelegen heid voldoen. Exportkansen gunstig Een goéde verpleging en verzor ging is ook belangrijk in verband met de export. In dit opzicht be staan er voor de geitenfokkerij in ons land hoopvolle perspectieven. Een mogelijkheid is dit jaar reeds naar voren gekomen door de export van geiten naar Israël, die in totaal 1700 k 1800 geiten omvat. Slagen deze dieren in hun nieuwe vader land, dan zijn de kansen gunstig om een volgend jaar eèn belangrijk groter aantal te leveren. Behalve Israël hebben ook andere landen, zoals bijvoorbeeld Griekenland, be langstelling voor geiten. Met een goede propaganda kan er op dit punt stellig nog wel iets worden bereikt. Alles bij elkaar genomen kan dus worden gezegd, dat de geitenhou- derij in ons land voldoende moge lijkheden biedt, mogelijkheden, die, wanneer zij op de juiste wijze worden aangegrepen een steentje kunnen bijdragen tot onze nationale welvaart. Voor een tot in de uiterste hoeken bezette zaal te Horst opende het Statenlid, de heer H. Eraonts een kippenhouders-vergadering en had daarbij allereerst de prettige taak een groot aantal vooraanstaande figuren uit de kippenwereld welkom te mogen heten, waaronder de nes tor H. Breukers van de Roermond- i eiermijn. Vervolgens deed hij de mede deling, dat op 22 Dec. a.s. te Horst een pluimvee-vakschool geopend zal worden en waarvoor zich reeds een groot aantal leerlingen hebben laten inschrijven, terwijl er zich hierbij nog enkelen kunnen aansluiten. Aan deze nieuwe vakschool zijn dan een 6-tal leerkrachten verbon den en het ligt in de bedoeling om reeds in Juni a.s. het theoretisch gedeelte te examineren. De heer Kok, hoofdinspecteur van het Bedrijfschap voorplul mvee en De honderdjarige Congregatie der Missionarissen van het H. Hart en bijzonder wel de Nederlandse provincie heeft een rede tot dankbare feestviering. Met haar 613 gepro feste leden, waaronder vijf missie-bisschoppen, is zij on betwist de grootste van alle M.S.C.-provincies in de wereld. Inderdaad bloeit er een rijke oogst aan leden en werken, zoals de Vaticaanse pro-secretaris, Mgr Montini, namens Paus Pius XII aan de Generaal Overste der Con gregatie schreef bij .gelegenheid van het honderdjarig be staan. In deze ontwikkeling en groei heeft Venray een speciale plaats ingenomen en in een reeks artikelen wilen we dit naar voren brengen en tevens onze Venrayse Missionaris sen van het H. Hart de revue laten passeren. In November 1854 beweegt Jules Chevalier, kapelaan te Issoudun, zijn collega Maugenest om samen een plan uit te voeren, dat hij al op het Groot Seminarie had opge vat: de stichting van een aposto lische priester-congregatie. Hij wilde deze congregatie geheel gewijd zien aan het H. Hart, waar in hij perspectief zag voor heilzame zielzorg in de moderne tijd. Samen bidden ze de hemel om een teken van Gods welgevallen over hun plan en houden een no veen, die zou eindigen op 8 Decem ber. Dat was tevens de dag, waarop Maria's Onbevlekte Ontvangenis tot dogma zou verklaard worden. Hun gebed tot Maria werd ver hoord en 8 December komt na de H. Mis een parochiaan naar Che valier en bericht, dat een priester, die onbekend wilde blijven, de som van 20.000 francs ter beschikking wilde stellen voor een huis van missionarissen ter evangelisatie van het gebied rond Issoudun. Aanstonds richtten zij zich tot de Aartsbisschop van Bourges om de goedkeuring van hun plan. eieren, weidde in den brede uit over tal van maatregelen, die zou den kunnen leiden tot opvoering van de kippen-productiviteit, welke overigens nu reeds op een hoog peil staat, waar de Nederlandse kip plm. 200 eieren per jaar produceert tegen haar Amerikaanse collega als men het zo noemen mag slechts 165. Spr. releveerde dat dit fraaie resultaat voor een groot deel te danken is aan de loffelijke bemoei ingen van de voorlichtingsdienst. Het is voornamelijk zaak, vooral goed toe te zien, dat men de juiste kuikens koopt en men dient te letten op de afstamming. Daarbij speelt het geen rol of men al een paar centen meer of minder betaalt voor een kuiken, want straks zou zich in het uiteindelijk resultaat wel eens met honderden guldens kunnen wreken, dat men nu goed kope kuikens heeft kunnen kopen van misschien minderwaardige kwaliteit. Ook moet de aandacht besteed worden aan de kruisingen die ook heel wat invloed kunnen hebben op de productiviteit. In een begeesterende rede vertel de daarna de heer Dings enige cij fers over productiviteit en export, over de kostprijs, winst enz. Zo werden in 1953 ruim 2.5 mil liard eieren aangevoerd en waarvan 1,6 milliard werd geëxporteerd, zo doende een belangrijke diviezenop- brengst voor het land vormende. Voorzover hij het nu kon overzien zou 1954 een opbrengst geven van 3 milliard, waarvan twee derde voor export. Van deze 2 milliard gaat dan niet meer of minder dan 80 pet naar Duitsland, terwijl de overige 20 pet over verschillende landen verspreid wordt. Vanzelfsprekend is aan de Roer- mondse eiermijn ook een calcula tie-afdeling verbonden en dit bureau heeft zich nu eens aan 't rekenen gezet om aan de weet te komen of de pluimveehouders aan hun kippen ook iets kunnen verdienen. Dit bureau is uitgegaan van het stand punt dat een man 700 kippen kan verzorgen en dat deze man f 1,09 per uur verdient, verder re kening houdend met de voedering en legering, alsmede met tal van kostprijsbeïnvloedende factoren, kwam men tot het resultaat dat de pluimveehouder gemiddeld f 5,83 per jaar aan een kip verdient, een ver dienste die nou werkelijk niet zo spectaculair is. Met dezelfde cijfers kwam men tevens tot de bevinding dat de kostprijs van een ei momenteel 12,5 cent is. De spreker was van mening, dat in latere jaren de export wel eens met sprongen zou kunnen teruglo pen, veroorzaakt door het intensie ver aanpakken van de pluimvee houderij in de nabuurlanden en dan was het zaak een grotere afzet te zoeken in eigenland, wat goed mo gelijk is omdat de gemiddelde Ne derlander nog altijd veel te weinig eieren eet. Door een pakkende en gestage propaganda zou dit gebruik heel wat kunnen worden opgevoerd. Als interessante bijzonderheid vertelde hij daarbij, dat ook het gebruik van melk nog niet zo verbijsterd hoog is, waar Nederland 225 liter per jaar en per hoofd consumeert, ter wijl dit in Amerika op 450 staat. De aanwezigen hebben op die middag heel wat lering opgedaan. Na een nieuwe gebedsverhoring stemt de Aartsbisschop toe en stelt Chevalier en Maugenest vrij om hun plannen te gaan uitvoeren. Van het toegezegde geld werd een huis gekocht en in September 1855 wordt het geïnstalleerd. Bittere armoe was hun deel, maar trots alles hielden ze vol. Intussen heeft de voornoemde gebedsverhoring invloed gehad op Pater Chevalier, wat betreft zijn visie op Maria. Als Moeder van God heeft Zij een onbeperkte macht op het. Hart van Haar Zoon, dat de bron is van alle genaden. Dit is de grote glorie van Maria. Zij heeft een macht op het Hart van Chris tus gekregen door Haar Onbevlekt zijn en door de grote liefde tussen Moeder en Kind. Dit complex van godvruchtige ideëen drukt Pater Chevalier uit in een nieuwe titel, nl. „Onze Lieve Vrouw van het H. Hart". Spoedig verspreidt zich deze de votie over de hele wereld en reeds in 1866 was ze bekend in Sittard. Bij de grote verbreiding van deze devotie hebben de Zusters Ursu- linen een grote plaats ingenomen. In 1873 kwam Pater Chevalier in Sittard de feestrede houden in de basiliek bij de plechtige kro ning. Hier kon hij met vreugde consta teren, dat niet alleen de Zusters Ursulinen uit Sittard, maar ook de Zusters uit Venray grote vereers- sters en verspreidsters waren van de devotie van Onze Lieve Vrouw van het H. Hart. Het contact dat gelegd was tussen M.S.C. en Ursulinen (en nu wordt verstevigd) heeft zeer vruchtbare gevolgen gehad in verband met de uitbreiding van de jonge congre gatie in Nederland. De eerste Pater van Nederland, die zich ver bond met deM.S.C., namelijk Pater Simon Henri Peeters, geboren te Venray op 23 October 1860. In een volgend artikel hierover meer. J. A. In deze, voorlopig laatste, zitting van de politierechter, stonden natuurlijk weer de nodige dronken- mannen op de rol. Het afscheids woord van de Officier was niet bepaald vriendelijk. Hij dacht er namelijk sterk over om de boeten een volgend jaar eens wat hoger te gaan stellen. Wanneer in Alkmaar een chauf feur, die 30 glazen bier op had, 6 maanden krijgt en 2 jaren zijn rijbewijs kwijt is, dan zijn hier de straffen veel te mild. Temeer omdat men er hier weinig om schijnt te geven, wat moge blijken uit het feit dat het percentage dronkelap pen blijft stijgen en telkens grotere aantallen voor moeten komen. Op deze zitting werden echter de oude tarieven nog aangehouden. Alleen een Gennepenaar kreeg 14 dagen, maar die had dan ook het delirium en had verder de jas van de politie-agent dusdanig toe getakeld dat alleen al aan reparatie kosten f 84.30 in rekening werden gebracht. Een aannemer, ergens uit Oost- Brabant kwam 's avonds in Tegelen met zijn auto aan, terwijl hij er feitelijk te veel op had. Zodoende merkte hij ook niet, dat de politie hem bevel gaf te stoppen, maar eindelijk kreeg men hem zover dat hij zijn wagen stil zette. De aan nemer bekende inderdaad een bor rel op gehad te hebben en nam een deemoedige houding aan. Daar verder niets op hem aan te merken was, kreeg hij 12 maanden voorw. met een proeftijd van 1 jaar en ook zijn rijbewijs mocht hij nog houden. Hij was er zelf een beetje beduusd van, dat hij er zo gelukkig af kwam. Minder gelukkig was een Venlose kastelein, die hetzelfde had bedre ven, maar een minder deemoedige houding aannam. En bovendien een oud strafregister had. Hij is zijn rijbewijs een jaar kwijt en mag 14 dagen logeren in Roermond. Een jongeman uit Helden, die zijn intrede in het leger met teveel bier had gevierd, kreeg volgens aloud gebruik half geld en mocht f 15.dokken. Een Venlonaar, die op een motor was gaan zitten, terwijl hij teveel op had, mag 10 dagen naar Roer mond en is zijn rijbewijs een half jaar kwijt. Dat men aan de rechtbank geen onderscheid maakt, bleek uit de veroordeling van een Kaldenkerken- se slager, die op een goede middag dronken op zijn fiets door Venlo zwaaide. Ook hij kreeg f 30 boete. Toen hij op zijn vraag, of hy ook in marken kon betalen ten ant woord kreeg dat het dan 60 marken kostte, koos hij de wijste partij en betaalde in Hollandse munt. En voor de rest waren het de nodige vechtpartijtjes. Een mijnheer uit Gennep had een oude kasteleines, die naar mijnheer z'n zin zijn vader teveel inschonk, een pandoering gegeven, maar nu het geval voor de rechtbank kwam, wist deze oude dame weinig meer van het geval af. Te weinig om de man uit Gennep te veroordelen. Wegens gebrek aan bewijs werd hij toen maar vrijgesproken. In Helden had de Harmonie een bal en plotseling liep daar midden op de dansvloer een kat. Een der harmonieleden pakte het beestje op en wilde het naar buiten bren gen, maar trof op zijn weg een jongeman, die een borreltje teveel op had en daardoor plotseling van zo'n grote dierenliefde was vervuld, dat hij onmogelijk kon toestaan, dat de kat uit de danszaal verwij derd werd. Het draaide natuurlijk op slaan uit en het lid van de Harmonie kreeg behalve een kapot te pet ook nog butsen op zijn hoofd, zodat hij voorlopig uitgeschakeld was in het opbouwproces van Nederland. De dieren- en bierlief hebber kreeg f 30.en mag voor alle kosten opdraaien. Dat waren er niet weinig, want alleen de pet kostte meer dan dertig gulden. Tenslotte was er nog een dienst bode uit Horst, die haar Mevrouw van een hoop last af wilde helpen. Daarom pikte ze maar vast een hoop textiel weg en wat sieraden, maar toen kwam de politie er bij. Een preek van de Officier over eksters, f 25.boete en een maand voorw. zijn het loon naar werken. De koning der Zuidzee Kapitein O'Keefe is een keiharde zeeman, die omstreeks 1870 dwars door alle oude gebruiken en finaal tegen de concurrerende handelaars in, het eiland Yap gaat exploiteren voor zijn copra-handel. Hij trouwt een beeldschone halfbloed, wordt rijk en bevrijdt het eiland van een brutale kaper, die de inlanders ter roriseert. Uit dankbaarheid kiezen de eilandbewoners hem als koning. Een spannend avonturenverhaal, dat voornamelijk steunt op de actie van Bart Lancaster als O'Keefe. Boven 14 jaar. De blauwe Gardenia In haar liefde teleurgesteld, laat Nora, een telefoniste, zich door een artist dronken voeren. De volgende dag blijkt die artist vermoord te zijn en iedereen verdenkt Nora. Tenslot te ontdekt een journalist de waar heid. Een „thriller" van het gewone routine-soort, waarin men tever geefs zal zoeken naar de vroegere kwaliteiten van Fritz Lang als filmer. Boven 18 jaar. 't Is alles Vitamine C wat de klok slaat Velen zijn geneigd bij het woord „vitamine" alleen te denken aan groente en fruit. Inderdaad zijn groente, fruit envooral aardappelen en lever belangrijke bronnen van een bepaald vitamine, het vitamine C, dat o.a. zorgt voor een goede toestand van het spier- en pees weefsel. Er zijn echter nog meer, en zeker even belangrijke vitamines, die ook in verschillende voedingsmiddelen voorkomen. Zo bevatten levertraan, boter en gevitamineerde margarine het vi tamine D, dat de groei mogelijk maakt. Ze bevatten echter ook vi tamine A, het anti-infectie vitamine, dat eveneens voorkomt in melk, kaas vette vissoorten, eieren, lever en nier. Vitamine A kan in het lichaam ook gevormd worden uit de natuur lijke kleurstof caroteen, voorkomend in groente en fruit. Bruinbrood, noten, peulvruchten en mager vlees leveren B-vitamines, evenals melk, lever en eieren. Het zijn slechts enkele van de vele vitamines, die wij voor U opsomden. Vitamines zijn onontbeerlijk voor het welzijn van de mens. Een vol ledige voeding, die melk, kaas, vlees (ook lever en nier) of vis of eieren of peulvruchten, verse groenten, aardappelen, fuit en bruinbrood bevat, garandeert dat wij alle be nodigde voedingsstoffen, dus ook de zeer kleine bestanddelen, die wij vitamines noemen, in voldoende hoe veelheden opnemen.

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1