Pensioentrekkers nietvergeten'
maar verwaarloosd
Vastenbrief 1954
Venray vierde Vastenavond
Laf!
De Pans over de
Raadsvergadering
Zaterdag 6 Maart 1954 No. 9
VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
f ONOERVINDT
PEEL EN MAAS
f CONFECTIE VAN
Vak
EEN RUK BEZIT
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPCIfUT AH VOOR VFNR AY FN OMSTRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS-
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 *V jfc,fc,Ii.ljL( AU V UUI\ V CllAA I Eill UlllO 1 l\EiIiErl1 PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Bulten Venre, f 1.45
Aan Paedagoog werd in de vorige
„Peel en Maas" publiek in de
schoenen geschoven, dat hij laf was.
En dat zijn open brief onpaedago-
gisch was en niet naar „waarheid"
geschreven. Dit laatste kan Paeda
goog als een niet bewezen bewering
naast zich neerleggen. Maar de
beschuldigingen van lafheid treft
hem in zijn eergevoel.
Hierop kan hij, om te beginnen,
antwoorden, dat hij niet anoniem
geschreven heeft, maar onder een
schuilnaam. En dit is altijd geoor
loofd, men mag een artikel, en
zelfs een heel boek schrijven onder
een schuilnaam, omdat men redenen
heeft zijn eigenlijke naam niet be
kend te maken. Paedagoog heeft
van dat recht gebruik gemaakt
omdat hij op deze manier alleen
publiciteit kon geven aan een toe
stand die hij niet gezond vond in
een katholieke plaats als Venray.
Dat hij zijn eigenlijke naam niet
bekend wil maken is nog geen
teken van lafheid. Als hij zijn naam
verborg alleen uit vrees dat de
politie wegens zijn protest in die
open brief nu steeds op de loer
zou liggen om hem 'n proces te
maken omdat het achterlichtje van
zijn fiets 's avonds soms niet brandt,
of uit vrees dat die jongens van
hem nu gauwer een bekeuring
zullen krijgen als zij op straat met
een balletje schoppen, omdat er
nog zo weinig speelterreinen voor
de jeugd zijn: dan zou het een
teken van lafheid zijn. Zo'n bekeu
ring kan immers verdiend zijn.
Maar als hij door het schrijven
van een artikel onder zijn eigenlijke
naam tegen een ongezonde toestand,
iets zou moeten verduren dat
helemaal niet verdiend, is, bv. dat
dan de slecht opgevoede jeugd, die
verslaafd is aan de film, hem op
straat zou najouwen, omdat zij
niet meer naar films mag gaan
waarvoor zij niet de vereiste leef
tijd heeft, dan heeft hij reden
genoeg om onder een schuilnaam
te schrijven.
Stel je voor dat ik in „Peel en
Maas" een met mijn eigenlijke naam
ondertekend artikel zou schrijven
tegen het drankmisbruik in Venray
en daarin zou uitpakken tegern
kasteleins die maar borrels blijven
schenken als de klant al merkbaar
te veel opheeft: dat zo iets ge
wetenloos is, vooral als de drinker
door zijn vele drinken vrouw en
kinderen ongelukkig maakt, en dat
de politie, maar eens beter moest
optreden tegen zulke drinkers maar
ook tegen zulke kasteleins: dan
zou ik heel wat te verduren krijgen
van verschillende kasteleins: ze
zouden mij uitschelden omdat ik
hun zogenaamd het brood uit de
mond zou stoten. En zo'n scheld
partij is niet plezierig. En de
vrouwen van die zwakkelingen in
het drinken zouden mij op straat
uit dankbaarheid zo maar om de
hals vallen omdat ik het eens zo
flink heb durven zeggen: maar op
die omhelzingen ben ik niet erg
gesteld en er zouden van een
zekere zijde ook hoogstwaarschijn
lijk bezwaren tegen gemaakt
worden. Zou ik dan geen reden
hebben om hierover onder een
schuilnaam te schrijven? Of mag
ik over zulk een zaak helemaal niet
schrijven, omdat ik daardoor som
mige personen misschien tref op
hun gevoeligste plek, nl. in hun
portemonnaie
Zo heeft Paedagoog gemeend ook
over het filmprobleem in deze
plaats te mogen schrijven onder
een schuilnaam. We zullen deze
zaak maar verder overlaten aan de
zo pas geïnstalleerde plaatselijke
bioscoop-commissie. De namen van
de commissieleden boezemen genoeg
vertrouwen in, zodat we mogen
hopen dat deze zaak én door de
zakenman én door de burgerlijke
overheid niet alleen „zakelijk", in
de zin van economisch, bekeken
zal worden.
Paedagoog wil zeggen dat een
zakenman niet zo „zakelijk" mag
zijn, dat hij daardoor anderen
schade toebrengt. En hier bedoelt
hij met schade, geestelijke schade,
toegebracht aan jeugdige onvol
wassen personen beneden of boven
de 18 jaar. Bovendien zou men dan
de gemeenschap beroven van het
vele goede, dat kan uitgaan van
cultureel én moreel opvoedende
films, die toch ook tevens mooia
ontspanningsfilms kunnen zijn.
Ook de burgerlijke overheid zal
deze zaak niet alleen „zakelijk"
mogen bekijken; zij zal, dunkt mij,
althans in het begin wat betreft
deze cultureel én moreel opvoedende
films inzake de belasting enigszins
tegemoet kunnen komen; het gaat
hier immers ook voor 'n deel de
geestelijke gezondmaking van ons
Limburgse volk, waarvoor welwèt
mag worden gedaan. Op deze
manier zal het algemeen welzijn
worden gediend en zal ook niemand
er schade door behoeven te leiden.
PAEDAGOOG.
Voorzieningen een dringende noodzakelijkheid
BEL OP BIJ BRAND
No. 392
De belangrijke productieve diens
ten, die een werknemer aan de
gemeenschap bewijst en zijn hechte
organisatie in vakbonden zijn er
oorzaak van, dat men bij belang
rijke, economische beslissingen de
positie van de arbeiders steeds
onder dè loupe neemt. Met de
overige burgers in dit land wordt
slechts rekening gehouden voor
zover deze een krachtige stem laten
horen, hecht georganiseerd zijn, of
wanneer er gevaar dreigt voor hun
eerste levensbehoeften.
Zowel het financieel economisch
als het sociale beleid is na de oor
log steeds gericht geweest op het
herstel van de credietwaardigheid
der schatkist, waarbij het nationaal
inkomen steeds zo werd verdeeld,
dat men verwachtte, niemand in
een toestand van gebrek te bren
gen.
Kind van de rekening
Van elke met vernuft uitgedachte
regeringsmaatregel, die wordt toe
gepast, profiteert een bepaalde
volksgroep, meestal ten koste van
een andere. Wij willen het ditmaal
illustreren met de pensioenen.
De politiek van muntontwaarding
en gedwongen sparen, heeft de
gepénsionneerden wel zeer hard
getroffen. Bij elke loonsverhoging
laten zij een veer. Steeds blijft
een aantal van hen zitten zonder
„compensatiemaatregelen".
Het moeilijke punt is hier, dat
men van rijkswege bezwaarlijk een
algemene verhoging van pensioenen
kan gebieden, wanneer er een
loonsverhoging komt. Bij de rijks'
pensioenen, al zijn zij ook in waarde
geknipt, is er nog wel een mouw
aan te passen. Daar kan men
tenslotte nog overgaan tot een
verhoging ten laste van 's rijks
kas of tot een toeslag uit dezelfde
bron.
Ongelukkig echter zijn zij, die
hun inkomen voor de oude dag
ontvangen uit een particulier fonds
of van een verzekeringsmaatschap'
pij. Deze bezitten een kapitaal, dat
dikwijls belegd is in staatspapieren
of in andere obligaties, die in reële
waarde niet stijgen. Ze worden
terugbetaald en verzwakte munt en
de rente wordt ook in dit ontwaarde
geld uitbetaald.
Eigenlijk zijn diegenen nog het
beste af, die in „de goede oude
tijd" hun besparingen voor de oude
dag in de vorm van vaste goederen
hebben gemaakt. Zij kunnen hun
bezit nu likwideren en ontvangen
dan in elk geval een grotere hoofd
som, dan zij destijds hebben ver
gaard.
Géén sociale zegen
Het is een cynisch spel in deze
tijd, dat de belangen van de pro
ductieven en de improductieven,
dus de pensioentrekkers, eigenlijk
tegenover elkaar staan. Vakvereni
gingen staan te hameren op loons
verhoging, een politiek van goed
koop geld en een gedragslijn van
budgettekorten door de staat. Dit
leidt tot een inflatie, tot hogere
prijzen en in feite yragen zij dus
om loonsverhoging ten koste van
een pensioenverlaging, want alle
vaste inkomentrekkers, die voor
een groot deel geen enkele com
pensatie krijgen voor deze gang
van zaken moeten tenslotte het
gelag betalen, althans voor een
deel. Dit wordt in bepaalde kringen
als een sociale zegen gezien, maar
de pensioentrekkers denken er wel
anders over. Zij verwerven in
goederen een steeds geringer deel
van het nationaal product.
Een verbetering in de dikwijls
meelijwekkende toestand der pen
sioentrekkers is voorlopig niet te
verwachten. Door het geven van
toeslagen bereikt men niet alle
betrokkenen, omdat de pensioenen
door een reeks van verschillende
fondsen en stichtingen worden uit
betaald. En zelfs met die toeslag
of verhoging maakt men in de
meeste gevallen een symbolisch
gebaar, dat niet voldoende is, om
de achteruitgang op te vangen.
De oplossing van het vraagstuk
begint pas op het moment, dat de
regering besluit aan de muntver
zwakking door een politiek van
begrotingstekorten een eind te
maken en dan zal het er nog maar
om gaan, om de bestaande achter
stand in te halen.
Tot het graf
In de laatste jaren wordt er steeds
meer geschreven over de komende
algemen ouderdomsvoorziening. De
regering is daarmee wel zover ge
vorderd, dat men de vèrwachting
mag uitspreken, dat deze zal voor
zien in een zg. bodempensioen voor
iedereen.
De bedoeling zal vanzelfsprekend
zijn, dat deze de thans bestaande
noodvoorziening voor ouden van
dagen zal vervangen. De zogenaam
de „noodwet Drees" wordt geheel
uit de schatkist (vereveningshef
fing) betaald. Bij de nieuwe rege
ling zal er premie worden betaald
door het productieve gedeelte van
ons volk, dat de improductieven
van het nodige voorziet. De kosten
van deze generale verzekering wor
den dus jaarlijks omgeslagen over
de inkomengenieters
Indien met de uitvoering van
deze plannen op korte termijn wordt
begonnen, zullen vele trekkers van
lage pensioenen, die ook van deze
regeling voor rijk en arm zullen
profiteren, hun huidig pensioen met
een nieuwe „bodem" zien versterkt.
Daarmee zal dan een groep van
ons volk, die al te lang tot de
„vergeten groepen" behoorde, haar
zorgen eindelijk zien verminderen,
Wie draagt de lasten
Zal die premie door de produc
tieven, dus de werkenden van ons
volk, kunnen worden opgebracht?
Met behulp van een loonsverhoging
zeker, zo zal men opmerken. Dat
zal zoveel mogelijk moeten worden
voorkomen, omdat dit immers weer
tot prijsstijging leidt, zoals uit het
voorgaande blijkt.
Velen betalen nu reeds die premie,
omdat ouders of schoonouders een
aanvulling moeten geven op hun
schamel pensioen. Anderen zullen
hierdoor premie moeten betalen,
die dit thans nog niet doen, omdat
zij t.z.t. willen profiteren van een
premieloze nooduitkering, die uit
de wereld moet, omdat zij de gehele
verzekeringsgedachte op losse
schroeven zet.
Slechts wanneer de nationale
productie zoveel wordt opgevoerd,
dat hieruit een volksverzekering
kan worden gefinancierd, zal het
pensioenprobleem zijn oplossing
naderbij komen. Het gegoochel met
het bestaande nationale inkomen,
dat door loonsverhoging wordt her
verdeeld, is een zacht heelmiddel,
dat voor pensioentrekkers slechts
stinkende wonden laat.
Bisschoppen vragen om diepere
beleving der goddelijke deugden
In de jaarlijkse vastenbrief heb
ben de bisschoppen de Katholieken
van Nederland opgeroepen tot een
diepere beleving der drie goddelijke
deugden: geloof, hoop en liefde.
De bisschoppen wijzen er in hun
schrijven op, dat deze deugden in
onze tijd kwijnen, zodat vaak geen
onderscheid meer te zien valt tus
sen gelovigen en ongelovigen. In
het slot van de vastenbrief sporen
de bisschoppen de gelovigen aan
in de H. Vastentijd op te zien naar
het Kruis, waaraan de mensgewor-
den zoon van God hangt, die ons
voorbeeld en onze verlosser is.
In de aanhef van hun herderlijk
schrijven zeggen zij, dat op de bo
dem van alle problemen, die ons
zelf en de mensheid beroeren, altijd
weer het probleem ligt, hoe wij
moeten leven om ons eeuwig eind
doel te bereiken.
Alles hangt af van de vraag, of
wij in ons leven God waarlijk die
nen, door Zijn heilige wil te vol
brengen.
Door onze wedergeboorte uit water
en de H. Geest verkregen wij naast
het natuurlijk leven, dat wij van
onze ouders ontvingen nog een
ander hoger leven, dat wij het bo
vennatuurlijk leven van de ziel
noemen. Hierdoor zijn wij deelachtig
aan Gods natuur.
Onze heiliging kan alleen hierin
bestaan, dat wij ook als waarachtige
kinderen Gods trachten te leven.
Maar wat betekent dit „leven als
kind Gods"? Dat leven is een diepe
werkelijkheid, dat ons vele gaven
schenkt o.a. de drie goddelijke
deugden, geloof, hoop en liefde.
Uit deze goddelijke krachten
moeten wij leven als kinderen Gods.
Het begint met het geloof, dat een
licht is, waardoor God de harten
van Zijn gelovigen door de verlich
ting van de H. Geest onderwijst.
Het geeft ons het vermogen het
eeuwige van het vergankelijke te
onderscheiden, het hemelse van het
aardse en het goddelijke van het
menselijke.
Vele gelovigen, zo constateren de
bisschoppen, maken een grote fout,
omdat hun geloof te zwak en mis
schien wel dood is. Zij noemen zich
kind van Zijn kerk, maar volgen
haar lering en leiding niet.
Ons geloof wijst ons niet alleen
de enige en ware weg, die Christus
is, het dringt ons ook die weg op
te gaan in volle overgave aan die
Christus. Geven wij ons aan dit
geloof over, dan gaat een tweede
goddelijke kracht in ons leven, n.l.
de hoop. Ook hier worden vele fou
ten gemaakt.
De hoop, die diep in onze ziel
moet leven en tot uiting moet ko
men in het gebed, wordt verwaar
loosd omdat vele gelovigen niet of
zo goed als niet bidden. Zij verlaten
Toen Zondag de lange stoet wa
gens vertrok van Hotel de Keizer,
begleid door muziek en schutterijen,
toen scheen het zonnetje en was er
weinig wat er op wees, dat Prins
Joop zou moeten vechten tegen
regen en sneeuw.
Er was toen al zo'n echte gezel
lige stemming in het dorp. De
vlaggen hingen uit en links en
rechts zag men de meest wonder
baarlijke poppen aan de gevels
zwieren en de meest vreemde ge
drochten aan de dakgoten hangen.
Een nieuwigheid, die het wel deed.
Op het stadhuis werd de Prins en
de Raad ontvangen door de heer
Burgemeester, waarna op de Raad
zaal de plechtige overdracht plaats
had van de macht. En dat men
graag bereid was om de Prins
drie dagen te volgen, bleek wel uit
de enthousiaste ontvangst, die hij
kreeg, toen hij in alle waardigheid
zich op mensen of misschien zelfs
op eigen zogenaamde kracht en
grootheid. Nog anderen bidden mis
schien heehveel, maar verliezen zich
wellicht in allerlei onbeduidende
intenties.
Wij moeten vooral, zo zeggen de
bisschoppen, de fundamentele in
tenties, die Christus ons geleerd
heeft in het Onze Vader niet ver
geten.
De derde en hoogste kracht, welke
in onze ziel moet leven is de god
delijke deugd der liefde. Wij moeten
haar krijgen van God, wij moeten
haar putten uit het goddelijk Hart
van onze Zaligmaker, bijzonder in
de H. Mis en in de H. Communie.
Wel moeten wij met die liefde wil
len medewerken en uit die liefde
willen leven. Want de overgave
aan Christus, welke uit het geloof
moet voortspruiten en die reeds
openbloeit in de hoop, moet haar
voltooing en vruchtbaarheid vinden
in de liefde.
Wij moeten God beminnen; Hem
zelf, Zijn Gezondene, die onze Ver
losser is en Zijn H. Geest. Deze
liefde dient alles te omvatten.
Want hier is de bron, waaruit
alle goeds voortkomt, maar waar
deze goddelijke liefde ontbreekt en
niet beleefd wordt, staan wij ook
aan de bron van alle kwaad.
En hieruit laat zich verklaren,
dat het Christendom van onze tijd
zo bloedarm is, dat zovelen God
vergeten en er zoveel vijandschap
tussen de mensen is.
Wie dit alles overweegt, zo zeg
gen de bisschoppen, zal gemakke
lijk kunnen begrijpen, hoe het kind
Gods, dat leeft uit het geloof, de
hoop en de liefde, vanzelf ook moet
komen tot de beleving van de zede
lijke deugden, waaraan men de
Christelijke persoonlijkheid ook naar
buiten moet kunnen kennen.
Met bezorgdheid constateren de
bisschoppen, hoe overal deze chris
telijke deugden kwijnen. Hoe tal
lozen menen christenen te kunnen
zijn zonder gerechtigheid en zelf
beheersing, zonder christelijke
sterkte en voorzichtigheid.
De bisschoppen sporen aan, na
op Maria te hebben gewezen, om
door het trouw beluisteren van de
lijdensmeditaties en het bidden van
de Kruisweg de Gekruiste weer
iets beter te leren kennen.
Tevens vragen zij om gebed en
boete voor de grote noden van de
Kerk, om gebed voor de zorgen
van de H. Vader en voor onze Ko
ningin én haar Koninklijk Huis.
„Wij sporen U aan tot boetvaar
digheid en boetedoening, opdat gij
en al onze zonen en dochters over
de gehele wereld de eerste schrede
moogt zetten op de weg van daad
werkelijk redelijk herstel der mens
heid."
„De gelovigen van onze tijd zou
den verre ten achter staan bij hun
voorouders, als zij de verzachting
van het vroegere verbod niet vrij
willig zouden aanvullen met aan
onze tijd aangepaste werken van
boetvaardigheid. En dit vooral thans
na hun geestelijke offers zo nodig
zijn om die vele gevaren van de
morele en sociale orde af te wen
den en te overwinnen."
,Wij beklagen en betreuren de
onduldbaar toenemende uitgaven
aan luxe en vermaak, die in bittere
tegenstelling staan tot de ellende
en het gebrek van velen (egoïsme)
Wat de gelovigen nu niet uitgeven
voor ijdele dingen, komt ten goede
aan de naastenliefde; edelmoedig
komen zij tegemoet aan de noden
van Kerk en armen".
„Ontwapent de straffende gerech
tigheid des Heren door een boete-
kruistocht over de gehele wereld.
Stelt tegenover de grote menigten
van hen, die de Naam van God
lasteren en Zijn wetten overtreden.
Een wereldbond van allen, die Hem
de verschuldigde eer bewijzen en
aan Zijn beledigde Majesteit de
verplichte tol betalen van hulde,
offer en eerherstel, die zoveel an
deren Hem weigeren te geven."
op het bordes verscheen en zijn
eerste rede hield. De heer Burge
meester en de heer Colsen ontvingen
voor hun aandeel de nodige deco
raties, daarmede een rij openende,
die eerst Dinsdagavond in Yssel-
steyn ophield.
Receptie
Na de aftrap van de bal, die de
gecostumeerde voetbalwedstrijd in
luidde de Prins en zijn gevolg
zagen we in de gouden koets en in
de Vastenavondexpresse werd
het eerste Prinselijk bezoek ge
bracht aan de ouden van dagen in
de ambachtsschool, waar de Kajot-
ters een vrolijke middag voor de
oudjes hadden georganiseerd. Met
speechen, sigaren en bonbons vloog
de tijd om.
Waarna in de Residentie de
receptie was, waar verschillende
verenigingen en particulieren de
Prins geluk kwamen wensen. Met
een bezoek aan de Smakt en Leu
nen, waar de fanfare een uitvoering
gaf, en verder Venrayse cafees
werd de eerste dag gesloten.
Optocht
Maandagmiddag was er dan de
optocht. Maar voor het zover was
had natte sneeuw, regen en koude
veel van de duizende bezoekers ge
vraagd. De bussen waren overvol
en konden het vervoer niet aan.
De optocht ging ondanks alles
toch door, en toen de bonte stoet
eenmaal aan het trekken was, kre
gen de weergoden wat medelijden
en met de kijkers en met de mede
werkers.
En het was inderdaad een bonte
stoet. Ieder jaar opnieuw staat men
verbaasd niet alleen over het ent
housiasme, waarmede gebouwd en
versierd wordt, maar ook over de
vindingrijkheid van al diegene, die
medewerken. Gemeentepolitiek,
grote politiek, honderd en een on
derwerp werden op de korrel ge
nomen en kregen hun deel. Meer
dan 40 wagens en groepen vormden
een lange rij, die ternauwernood
plaats kreeg op het Henseniusplein,
waar de prijs uitreiking plaats had.
De wisselbeker kwam in bezit
van de Fa. Hub de Jong, die inder
daad met zijn groep Circus Mok
de prijs verdiende. Dan was de
grote pop van de R.A.S. een ver
diende tweede prijs. Muvero, Aan
nemersbedrijf Gebr. Janssen, Snip
en Snap, allemaal prijswinnaars, die
de zegepalm verwierven. Maar ook
de andere medewerkers kregen een
waardig aandenken aan hun deel
name.
En toen begon het dansen, dat
ditmaal geopend werd in Zaal
Schaeffers door de Prins en zijn
gevolg.
Met een bezoek aan Oostrum,
Veulen, Castenray en Oirlo en
Venrayse cafees werd deze dag be
sloten.
In Oirlo bleken de Spurriemökken
de stemming ook goed er in te
kunnen houden en was de begroe
ting tussen beide Prinsen meer dan
hartelijk.
Boerenbruiloft
Hadden de weergoden Maandag
nog medelijden gekend, Dinsdag
was het zonder pardon. De gehele
dag sneeuw en nog eens sneeuw,
zodat het in de straten een vieze
brei was, waar geen doorkomen
aan scheen.
Maar ondanks dat, ging de boeren
bruiloft uit. Niet groot maar wel
aardig. Ook hier verbaasd men zich
waar al de toeren en mutsen toch
wel vandaan komen. En onder alle
sneeuw werd het bruidspaar ver
enigd en werd een grote krenten
mik aangeboden, waaruit de ballon
nen zelfs opstegen.
En dat de boerenbruiloft er in
ging, bleek bij de stemming, die er
overal was in de overvolle café's
en danszalen.
De Prinselijke stoet bezocht Mer-
selo, Heide en Ysselsteyn en het
was inde laatste plaats, dat de prin
selijke ontmoeting plaats vond met
al het statige ceremonieel, wat daar
aan te pas komt. Dat een en ander
vergezeld ging van luide toejuchin-
gen mag als bekend worden ver
ondersteld.
Een bezoek aan dancing Royal en
Juliana alsmede de officiële sluiting
in hotel de Zwaan, was 't einde van
dit driedaagse feest, dat weer velen
enkele plezierige uren heeft ge
bracht en men weer eens hartelijk
heeft gelachen en plezier gemaakt.
En daar was het toch om te doen.
Zo is dan het driedaagse rijk van
Prins Joop den urste uitgesneeuwd,
kunnen we haast zeggen, maar uit
alles blijkt, dat men in Venray zo
langzamerhand de Vastelaovend zo
weet te vieren, dat menig plaats
waar de Vastenavond reeds langer
officieel wordt gevierd, ons benijd.
En dat is wel de beste pluim, die
Joop den urste kan overhouden uit
het bonte gedoe.
ROOMSE MANNEN!
Allen op naar Amsterdam, in den
nacht van 13 op 14 Maart. Voorziet
U tijdig van Spoorkaartjes.
Spoedeisende
De nieuwe Zondagswet zorgt voor
openbare rust op Zondag.
Maar dat kan hier in het Zuiden
nog wel eens rare consequenties
met zich brengen, omdat b.v. de
hele Zondag in het openbaar geen
muziek gemaakt mag worden, zo
dat dus serenades e.d. zouden komen
te vervallen. En dat men van hoger
hand er op staat, om de wet in al
haar strengheid toe te passen is
bewezen, door de gebeurtenissen in
Kerkrade, waar een heel muziek
corps netjes op de bon werd gezet.
Nu is er echter in de wet een
mogelijkheid opengelaten, waarbij
via een Raadsbesluit tenminste na
1 uur Zondagmiddags muziek in het
openbaar gemaakt mag worden. En
met Vastenavond voorde deur werd
het dus de hoogste tijd, dat een der
gelijk besluit genomen zou worden.
Daarom waren onze vroede
vaderen Zaterdag j.l. bijeen gekomen
in 'n spoedeisende raadsvergadering,
waarin deze kwestie werd bespro
ken.
Het Raadsbesluit geeft aan de
Burgemeester de bevoegdheid op
de Zondagen van Carnaval en ker
missen van 13 uur tot 24 uur ont
heffing te verlenen van de Zondags
wet en verder wanneer deze onthef
fing uit hoofde van een sociaal of
cultureel belang door hem nood
zakelijk wordt geacht.
Dat de Raad hiertegen geen
bezwaar had, was logisch en zo hing
reeds een kwartier daarna de nieuwe
verordening in de kast, waardoor
ze dus ook al openbaar was afge
kondigd.
Enkele raadsleden maakten van
de gelegenheid gebruik om nog
enkele vragen te stellen.
Zo zou de heer MAAS graag zien,
dat de busdiensten naar het Zieken
huis reden, omdat de afstand veel
te ver is. Bovendien zou hij graag
wat meer lichtpunten daar in die
omgeving zien.
Het doortrekken van de busdienst,
aldus het antwoord van de VOOR
ZITTER, is niet goed mogelijk om
technische redenen. Trouwens men
tobt ook b.v. bij St Anna met de
zelfde moeilijkheden. Misschien, dat
in combinatie met de Stationsbus
een oplossing gevonden kan worden.
Maar hieraan wordt nog gedokterd.
Ook wordt nog gedokterd aan het
verlichtingsplan van de gemeente.
Daar zal ongetwijfeld ook wel de
omgeving van het Ziekenhuis op
staan, maar hoe en wat, moet nog
worden afgewacht.
De heer VAN HAAREN vroeg om
verbetering van het Mgr. Nolens-
park, en kreeg de toezegging, dat
Gemeentewerken dit zal bekijken.
De heer Fr. JANSSEN wilde
weten of het verbod om affiches
etc. aan te plakken ook gold voor
de a.s. verkiezingen.
Toen dit bevestigend werd be
antwoord, vroeg hij B. en W. dan
bij de a.s. verkiezingen hierop ook
sterk te letten. En ook dit werd
hem toegezegd.
De heer ODENHOVEN, die wilde
weten, wanneer de tuin bij de Am
bachtsschool nu eens weid klaar
gemaakt, kreeg als antwoord, dat
hieraan begonnen werd, zo gauw
het werkbaar weer was. En dat was
het dan.
De VOORZITTER wenste allen
nog een prettige Vastelaovond toe,
en toen was alles afgelopen.
Nieuws uit
Venray en Omgeving
ZONDAGSDIENST Doktoren
Van Zaterdagavond 8 uur tot
Maandagmorgen 8 uur
Dr. BLOEMEN,
Stationstraat 9 Telefoon 465
Alléén voor spoedgevallen
Visites moeten aangevraagd worden
voor 12 uur.
GROENE KRUIS
DONDERDAG a.s.:
Consultatiebureau voor zuigelingen
uit de KOM
VRAGEN OVER HET
VLIEGVELD IN DE PEEL
Het Tweede Kamerlid, de heer
Visch, heeft aan de minister van
Oorlog en de volgende schriftelijke
vragen gesteld:
1. Is het juist, dat de regering
het voornemen heeft in de Peel
tussen Venray en de Rips een mi
litair vliegveld aan te leggen?
2. Indien vraag 1 bevestigend
wordt beantwoord, kan de minister
dan mededelen, hoeveel ha grond
met deze aanleg aan de bodemcul
tuur zal worden onttrokken?
3. Is de minister in staat mede
te delen hoeveel boerengezinnen, als
gevolg van deze maatregel, gedu
peerd zullen worden en in welke
vorm het te lijden verlies zal wor
den vergoed?
4. Is de minister niet van oor
deel, dat de vliegbases Eindhoven
en Volkel voldoende ruimte bieden
voor legering van meer squadrons,
zodat de gronden nabij Venray voor
cultuur-doeleinden behouden kun
nen blijven.