Pensioentrekkers nietvergeten' maar verwaarloosd Vastenbrief 1954 Venray vierde Vastenavond Laf! De Pans over de Raadsvergadering Zaterdag 6 Maart 1954 No. 9 VIJF EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f ONOERVINDT PEEL EN MAAS f CONFECTIE VAN Vak EEN RUK BEZIT DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPCIfUT AH VOOR VFNR AY FN OMSTRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS- GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 *V jfc,fc,Ii.ljL( AU V UUI\ V CllAA I Eill UlllO 1 l\EiIiErl1 PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Bulten Venre, f 1.45 Aan Paedagoog werd in de vorige „Peel en Maas" publiek in de schoenen geschoven, dat hij laf was. En dat zijn open brief onpaedago- gisch was en niet naar „waarheid" geschreven. Dit laatste kan Paeda goog als een niet bewezen bewering naast zich neerleggen. Maar de beschuldigingen van lafheid treft hem in zijn eergevoel. Hierop kan hij, om te beginnen, antwoorden, dat hij niet anoniem geschreven heeft, maar onder een schuilnaam. En dit is altijd geoor loofd, men mag een artikel, en zelfs een heel boek schrijven onder een schuilnaam, omdat men redenen heeft zijn eigenlijke naam niet be kend te maken. Paedagoog heeft van dat recht gebruik gemaakt omdat hij op deze manier alleen publiciteit kon geven aan een toe stand die hij niet gezond vond in een katholieke plaats als Venray. Dat hij zijn eigenlijke naam niet bekend wil maken is nog geen teken van lafheid. Als hij zijn naam verborg alleen uit vrees dat de politie wegens zijn protest in die open brief nu steeds op de loer zou liggen om hem 'n proces te maken omdat het achterlichtje van zijn fiets 's avonds soms niet brandt, of uit vrees dat die jongens van hem nu gauwer een bekeuring zullen krijgen als zij op straat met een balletje schoppen, omdat er nog zo weinig speelterreinen voor de jeugd zijn: dan zou het een teken van lafheid zijn. Zo'n bekeu ring kan immers verdiend zijn. Maar als hij door het schrijven van een artikel onder zijn eigenlijke naam tegen een ongezonde toestand, iets zou moeten verduren dat helemaal niet verdiend, is, bv. dat dan de slecht opgevoede jeugd, die verslaafd is aan de film, hem op straat zou najouwen, omdat zij niet meer naar films mag gaan waarvoor zij niet de vereiste leef tijd heeft, dan heeft hij reden genoeg om onder een schuilnaam te schrijven. Stel je voor dat ik in „Peel en Maas" een met mijn eigenlijke naam ondertekend artikel zou schrijven tegen het drankmisbruik in Venray en daarin zou uitpakken tegern kasteleins die maar borrels blijven schenken als de klant al merkbaar te veel opheeft: dat zo iets ge wetenloos is, vooral als de drinker door zijn vele drinken vrouw en kinderen ongelukkig maakt, en dat de politie, maar eens beter moest optreden tegen zulke drinkers maar ook tegen zulke kasteleins: dan zou ik heel wat te verduren krijgen van verschillende kasteleins: ze zouden mij uitschelden omdat ik hun zogenaamd het brood uit de mond zou stoten. En zo'n scheld partij is niet plezierig. En de vrouwen van die zwakkelingen in het drinken zouden mij op straat uit dankbaarheid zo maar om de hals vallen omdat ik het eens zo flink heb durven zeggen: maar op die omhelzingen ben ik niet erg gesteld en er zouden van een zekere zijde ook hoogstwaarschijn lijk bezwaren tegen gemaakt worden. Zou ik dan geen reden hebben om hierover onder een schuilnaam te schrijven? Of mag ik over zulk een zaak helemaal niet schrijven, omdat ik daardoor som mige personen misschien tref op hun gevoeligste plek, nl. in hun portemonnaie Zo heeft Paedagoog gemeend ook over het filmprobleem in deze plaats te mogen schrijven onder een schuilnaam. We zullen deze zaak maar verder overlaten aan de zo pas geïnstalleerde plaatselijke bioscoop-commissie. De namen van de commissieleden boezemen genoeg vertrouwen in, zodat we mogen hopen dat deze zaak én door de zakenman én door de burgerlijke overheid niet alleen „zakelijk", in de zin van economisch, bekeken zal worden. Paedagoog wil zeggen dat een zakenman niet zo „zakelijk" mag zijn, dat hij daardoor anderen schade toebrengt. En hier bedoelt hij met schade, geestelijke schade, toegebracht aan jeugdige onvol wassen personen beneden of boven de 18 jaar. Bovendien zou men dan de gemeenschap beroven van het vele goede, dat kan uitgaan van cultureel én moreel opvoedende films, die toch ook tevens mooia ontspanningsfilms kunnen zijn. Ook de burgerlijke overheid zal deze zaak niet alleen „zakelijk" mogen bekijken; zij zal, dunkt mij, althans in het begin wat betreft deze cultureel én moreel opvoedende films inzake de belasting enigszins tegemoet kunnen komen; het gaat hier immers ook voor 'n deel de geestelijke gezondmaking van ons Limburgse volk, waarvoor welwèt mag worden gedaan. Op deze manier zal het algemeen welzijn worden gediend en zal ook niemand er schade door behoeven te leiden. PAEDAGOOG. Voorzieningen een dringende noodzakelijkheid BEL OP BIJ BRAND No. 392 De belangrijke productieve diens ten, die een werknemer aan de gemeenschap bewijst en zijn hechte organisatie in vakbonden zijn er oorzaak van, dat men bij belang rijke, economische beslissingen de positie van de arbeiders steeds onder dè loupe neemt. Met de overige burgers in dit land wordt slechts rekening gehouden voor zover deze een krachtige stem laten horen, hecht georganiseerd zijn, of wanneer er gevaar dreigt voor hun eerste levensbehoeften. Zowel het financieel economisch als het sociale beleid is na de oor log steeds gericht geweest op het herstel van de credietwaardigheid der schatkist, waarbij het nationaal inkomen steeds zo werd verdeeld, dat men verwachtte, niemand in een toestand van gebrek te bren gen. Kind van de rekening Van elke met vernuft uitgedachte regeringsmaatregel, die wordt toe gepast, profiteert een bepaalde volksgroep, meestal ten koste van een andere. Wij willen het ditmaal illustreren met de pensioenen. De politiek van muntontwaarding en gedwongen sparen, heeft de gepénsionneerden wel zeer hard getroffen. Bij elke loonsverhoging laten zij een veer. Steeds blijft een aantal van hen zitten zonder „compensatiemaatregelen". Het moeilijke punt is hier, dat men van rijkswege bezwaarlijk een algemene verhoging van pensioenen kan gebieden, wanneer er een loonsverhoging komt. Bij de rijks' pensioenen, al zijn zij ook in waarde geknipt, is er nog wel een mouw aan te passen. Daar kan men tenslotte nog overgaan tot een verhoging ten laste van 's rijks kas of tot een toeslag uit dezelfde bron. Ongelukkig echter zijn zij, die hun inkomen voor de oude dag ontvangen uit een particulier fonds of van een verzekeringsmaatschap' pij. Deze bezitten een kapitaal, dat dikwijls belegd is in staatspapieren of in andere obligaties, die in reële waarde niet stijgen. Ze worden terugbetaald en verzwakte munt en de rente wordt ook in dit ontwaarde geld uitbetaald. Eigenlijk zijn diegenen nog het beste af, die in „de goede oude tijd" hun besparingen voor de oude dag in de vorm van vaste goederen hebben gemaakt. Zij kunnen hun bezit nu likwideren en ontvangen dan in elk geval een grotere hoofd som, dan zij destijds hebben ver gaard. Géén sociale zegen Het is een cynisch spel in deze tijd, dat de belangen van de pro ductieven en de improductieven, dus de pensioentrekkers, eigenlijk tegenover elkaar staan. Vakvereni gingen staan te hameren op loons verhoging, een politiek van goed koop geld en een gedragslijn van budgettekorten door de staat. Dit leidt tot een inflatie, tot hogere prijzen en in feite yragen zij dus om loonsverhoging ten koste van een pensioenverlaging, want alle vaste inkomentrekkers, die voor een groot deel geen enkele com pensatie krijgen voor deze gang van zaken moeten tenslotte het gelag betalen, althans voor een deel. Dit wordt in bepaalde kringen als een sociale zegen gezien, maar de pensioentrekkers denken er wel anders over. Zij verwerven in goederen een steeds geringer deel van het nationaal product. Een verbetering in de dikwijls meelijwekkende toestand der pen sioentrekkers is voorlopig niet te verwachten. Door het geven van toeslagen bereikt men niet alle betrokkenen, omdat de pensioenen door een reeks van verschillende fondsen en stichtingen worden uit betaald. En zelfs met die toeslag of verhoging maakt men in de meeste gevallen een symbolisch gebaar, dat niet voldoende is, om de achteruitgang op te vangen. De oplossing van het vraagstuk begint pas op het moment, dat de regering besluit aan de muntver zwakking door een politiek van begrotingstekorten een eind te maken en dan zal het er nog maar om gaan, om de bestaande achter stand in te halen. Tot het graf In de laatste jaren wordt er steeds meer geschreven over de komende algemen ouderdomsvoorziening. De regering is daarmee wel zover ge vorderd, dat men de vèrwachting mag uitspreken, dat deze zal voor zien in een zg. bodempensioen voor iedereen. De bedoeling zal vanzelfsprekend zijn, dat deze de thans bestaande noodvoorziening voor ouden van dagen zal vervangen. De zogenaam de „noodwet Drees" wordt geheel uit de schatkist (vereveningshef fing) betaald. Bij de nieuwe rege ling zal er premie worden betaald door het productieve gedeelte van ons volk, dat de improductieven van het nodige voorziet. De kosten van deze generale verzekering wor den dus jaarlijks omgeslagen over de inkomengenieters Indien met de uitvoering van deze plannen op korte termijn wordt begonnen, zullen vele trekkers van lage pensioenen, die ook van deze regeling voor rijk en arm zullen profiteren, hun huidig pensioen met een nieuwe „bodem" zien versterkt. Daarmee zal dan een groep van ons volk, die al te lang tot de „vergeten groepen" behoorde, haar zorgen eindelijk zien verminderen, Wie draagt de lasten Zal die premie door de produc tieven, dus de werkenden van ons volk, kunnen worden opgebracht? Met behulp van een loonsverhoging zeker, zo zal men opmerken. Dat zal zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, omdat dit immers weer tot prijsstijging leidt, zoals uit het voorgaande blijkt. Velen betalen nu reeds die premie, omdat ouders of schoonouders een aanvulling moeten geven op hun schamel pensioen. Anderen zullen hierdoor premie moeten betalen, die dit thans nog niet doen, omdat zij t.z.t. willen profiteren van een premieloze nooduitkering, die uit de wereld moet, omdat zij de gehele verzekeringsgedachte op losse schroeven zet. Slechts wanneer de nationale productie zoveel wordt opgevoerd, dat hieruit een volksverzekering kan worden gefinancierd, zal het pensioenprobleem zijn oplossing naderbij komen. Het gegoochel met het bestaande nationale inkomen, dat door loonsverhoging wordt her verdeeld, is een zacht heelmiddel, dat voor pensioentrekkers slechts stinkende wonden laat. Bisschoppen vragen om diepere beleving der goddelijke deugden In de jaarlijkse vastenbrief heb ben de bisschoppen de Katholieken van Nederland opgeroepen tot een diepere beleving der drie goddelijke deugden: geloof, hoop en liefde. De bisschoppen wijzen er in hun schrijven op, dat deze deugden in onze tijd kwijnen, zodat vaak geen onderscheid meer te zien valt tus sen gelovigen en ongelovigen. In het slot van de vastenbrief sporen de bisschoppen de gelovigen aan in de H. Vastentijd op te zien naar het Kruis, waaraan de mensgewor- den zoon van God hangt, die ons voorbeeld en onze verlosser is. In de aanhef van hun herderlijk schrijven zeggen zij, dat op de bo dem van alle problemen, die ons zelf en de mensheid beroeren, altijd weer het probleem ligt, hoe wij moeten leven om ons eeuwig eind doel te bereiken. Alles hangt af van de vraag, of wij in ons leven God waarlijk die nen, door Zijn heilige wil te vol brengen. Door onze wedergeboorte uit water en de H. Geest verkregen wij naast het natuurlijk leven, dat wij van onze ouders ontvingen nog een ander hoger leven, dat wij het bo vennatuurlijk leven van de ziel noemen. Hierdoor zijn wij deelachtig aan Gods natuur. Onze heiliging kan alleen hierin bestaan, dat wij ook als waarachtige kinderen Gods trachten te leven. Maar wat betekent dit „leven als kind Gods"? Dat leven is een diepe werkelijkheid, dat ons vele gaven schenkt o.a. de drie goddelijke deugden, geloof, hoop en liefde. Uit deze goddelijke krachten moeten wij leven als kinderen Gods. Het begint met het geloof, dat een licht is, waardoor God de harten van Zijn gelovigen door de verlich ting van de H. Geest onderwijst. Het geeft ons het vermogen het eeuwige van het vergankelijke te onderscheiden, het hemelse van het aardse en het goddelijke van het menselijke. Vele gelovigen, zo constateren de bisschoppen, maken een grote fout, omdat hun geloof te zwak en mis schien wel dood is. Zij noemen zich kind van Zijn kerk, maar volgen haar lering en leiding niet. Ons geloof wijst ons niet alleen de enige en ware weg, die Christus is, het dringt ons ook die weg op te gaan in volle overgave aan die Christus. Geven wij ons aan dit geloof over, dan gaat een tweede goddelijke kracht in ons leven, n.l. de hoop. Ook hier worden vele fou ten gemaakt. De hoop, die diep in onze ziel moet leven en tot uiting moet ko men in het gebed, wordt verwaar loosd omdat vele gelovigen niet of zo goed als niet bidden. Zij verlaten Toen Zondag de lange stoet wa gens vertrok van Hotel de Keizer, begleid door muziek en schutterijen, toen scheen het zonnetje en was er weinig wat er op wees, dat Prins Joop zou moeten vechten tegen regen en sneeuw. Er was toen al zo'n echte gezel lige stemming in het dorp. De vlaggen hingen uit en links en rechts zag men de meest wonder baarlijke poppen aan de gevels zwieren en de meest vreemde ge drochten aan de dakgoten hangen. Een nieuwigheid, die het wel deed. Op het stadhuis werd de Prins en de Raad ontvangen door de heer Burgemeester, waarna op de Raad zaal de plechtige overdracht plaats had van de macht. En dat men graag bereid was om de Prins drie dagen te volgen, bleek wel uit de enthousiaste ontvangst, die hij kreeg, toen hij in alle waardigheid zich op mensen of misschien zelfs op eigen zogenaamde kracht en grootheid. Nog anderen bidden mis schien heehveel, maar verliezen zich wellicht in allerlei onbeduidende intenties. Wij moeten vooral, zo zeggen de bisschoppen, de fundamentele in tenties, die Christus ons geleerd heeft in het Onze Vader niet ver geten. De derde en hoogste kracht, welke in onze ziel moet leven is de god delijke deugd der liefde. Wij moeten haar krijgen van God, wij moeten haar putten uit het goddelijk Hart van onze Zaligmaker, bijzonder in de H. Mis en in de H. Communie. Wel moeten wij met die liefde wil len medewerken en uit die liefde willen leven. Want de overgave aan Christus, welke uit het geloof moet voortspruiten en die reeds openbloeit in de hoop, moet haar voltooing en vruchtbaarheid vinden in de liefde. Wij moeten God beminnen; Hem zelf, Zijn Gezondene, die onze Ver losser is en Zijn H. Geest. Deze liefde dient alles te omvatten. Want hier is de bron, waaruit alle goeds voortkomt, maar waar deze goddelijke liefde ontbreekt en niet beleefd wordt, staan wij ook aan de bron van alle kwaad. En hieruit laat zich verklaren, dat het Christendom van onze tijd zo bloedarm is, dat zovelen God vergeten en er zoveel vijandschap tussen de mensen is. Wie dit alles overweegt, zo zeg gen de bisschoppen, zal gemakke lijk kunnen begrijpen, hoe het kind Gods, dat leeft uit het geloof, de hoop en de liefde, vanzelf ook moet komen tot de beleving van de zede lijke deugden, waaraan men de Christelijke persoonlijkheid ook naar buiten moet kunnen kennen. Met bezorgdheid constateren de bisschoppen, hoe overal deze chris telijke deugden kwijnen. Hoe tal lozen menen christenen te kunnen zijn zonder gerechtigheid en zelf beheersing, zonder christelijke sterkte en voorzichtigheid. De bisschoppen sporen aan, na op Maria te hebben gewezen, om door het trouw beluisteren van de lijdensmeditaties en het bidden van de Kruisweg de Gekruiste weer iets beter te leren kennen. Tevens vragen zij om gebed en boete voor de grote noden van de Kerk, om gebed voor de zorgen van de H. Vader en voor onze Ko ningin én haar Koninklijk Huis. „Wij sporen U aan tot boetvaar digheid en boetedoening, opdat gij en al onze zonen en dochters over de gehele wereld de eerste schrede moogt zetten op de weg van daad werkelijk redelijk herstel der mens heid." „De gelovigen van onze tijd zou den verre ten achter staan bij hun voorouders, als zij de verzachting van het vroegere verbod niet vrij willig zouden aanvullen met aan onze tijd aangepaste werken van boetvaardigheid. En dit vooral thans na hun geestelijke offers zo nodig zijn om die vele gevaren van de morele en sociale orde af te wen den en te overwinnen." ,Wij beklagen en betreuren de onduldbaar toenemende uitgaven aan luxe en vermaak, die in bittere tegenstelling staan tot de ellende en het gebrek van velen (egoïsme) Wat de gelovigen nu niet uitgeven voor ijdele dingen, komt ten goede aan de naastenliefde; edelmoedig komen zij tegemoet aan de noden van Kerk en armen". „Ontwapent de straffende gerech tigheid des Heren door een boete- kruistocht over de gehele wereld. Stelt tegenover de grote menigten van hen, die de Naam van God lasteren en Zijn wetten overtreden. Een wereldbond van allen, die Hem de verschuldigde eer bewijzen en aan Zijn beledigde Majesteit de verplichte tol betalen van hulde, offer en eerherstel, die zoveel an deren Hem weigeren te geven." op het bordes verscheen en zijn eerste rede hield. De heer Burge meester en de heer Colsen ontvingen voor hun aandeel de nodige deco raties, daarmede een rij openende, die eerst Dinsdagavond in Yssel- steyn ophield. Receptie Na de aftrap van de bal, die de gecostumeerde voetbalwedstrijd in luidde de Prins en zijn gevolg zagen we in de gouden koets en in de Vastenavondexpresse werd het eerste Prinselijk bezoek ge bracht aan de ouden van dagen in de ambachtsschool, waar de Kajot- ters een vrolijke middag voor de oudjes hadden georganiseerd. Met speechen, sigaren en bonbons vloog de tijd om. Waarna in de Residentie de receptie was, waar verschillende verenigingen en particulieren de Prins geluk kwamen wensen. Met een bezoek aan de Smakt en Leu nen, waar de fanfare een uitvoering gaf, en verder Venrayse cafees werd de eerste dag gesloten. Optocht Maandagmiddag was er dan de optocht. Maar voor het zover was had natte sneeuw, regen en koude veel van de duizende bezoekers ge vraagd. De bussen waren overvol en konden het vervoer niet aan. De optocht ging ondanks alles toch door, en toen de bonte stoet eenmaal aan het trekken was, kre gen de weergoden wat medelijden en met de kijkers en met de mede werkers. En het was inderdaad een bonte stoet. Ieder jaar opnieuw staat men verbaasd niet alleen over het ent housiasme, waarmede gebouwd en versierd wordt, maar ook over de vindingrijkheid van al diegene, die medewerken. Gemeentepolitiek, grote politiek, honderd en een on derwerp werden op de korrel ge nomen en kregen hun deel. Meer dan 40 wagens en groepen vormden een lange rij, die ternauwernood plaats kreeg op het Henseniusplein, waar de prijs uitreiking plaats had. De wisselbeker kwam in bezit van de Fa. Hub de Jong, die inder daad met zijn groep Circus Mok de prijs verdiende. Dan was de grote pop van de R.A.S. een ver diende tweede prijs. Muvero, Aan nemersbedrijf Gebr. Janssen, Snip en Snap, allemaal prijswinnaars, die de zegepalm verwierven. Maar ook de andere medewerkers kregen een waardig aandenken aan hun deel name. En toen begon het dansen, dat ditmaal geopend werd in Zaal Schaeffers door de Prins en zijn gevolg. Met een bezoek aan Oostrum, Veulen, Castenray en Oirlo en Venrayse cafees werd deze dag be sloten. In Oirlo bleken de Spurriemökken de stemming ook goed er in te kunnen houden en was de begroe ting tussen beide Prinsen meer dan hartelijk. Boerenbruiloft Hadden de weergoden Maandag nog medelijden gekend, Dinsdag was het zonder pardon. De gehele dag sneeuw en nog eens sneeuw, zodat het in de straten een vieze brei was, waar geen doorkomen aan scheen. Maar ondanks dat, ging de boeren bruiloft uit. Niet groot maar wel aardig. Ook hier verbaasd men zich waar al de toeren en mutsen toch wel vandaan komen. En onder alle sneeuw werd het bruidspaar ver enigd en werd een grote krenten mik aangeboden, waaruit de ballon nen zelfs opstegen. En dat de boerenbruiloft er in ging, bleek bij de stemming, die er overal was in de overvolle café's en danszalen. De Prinselijke stoet bezocht Mer- selo, Heide en Ysselsteyn en het was inde laatste plaats, dat de prin selijke ontmoeting plaats vond met al het statige ceremonieel, wat daar aan te pas komt. Dat een en ander vergezeld ging van luide toejuchin- gen mag als bekend worden ver ondersteld. Een bezoek aan dancing Royal en Juliana alsmede de officiële sluiting in hotel de Zwaan, was 't einde van dit driedaagse feest, dat weer velen enkele plezierige uren heeft ge bracht en men weer eens hartelijk heeft gelachen en plezier gemaakt. En daar was het toch om te doen. Zo is dan het driedaagse rijk van Prins Joop den urste uitgesneeuwd, kunnen we haast zeggen, maar uit alles blijkt, dat men in Venray zo langzamerhand de Vastelaovend zo weet te vieren, dat menig plaats waar de Vastenavond reeds langer officieel wordt gevierd, ons benijd. En dat is wel de beste pluim, die Joop den urste kan overhouden uit het bonte gedoe. ROOMSE MANNEN! Allen op naar Amsterdam, in den nacht van 13 op 14 Maart. Voorziet U tijdig van Spoorkaartjes. Spoedeisende De nieuwe Zondagswet zorgt voor openbare rust op Zondag. Maar dat kan hier in het Zuiden nog wel eens rare consequenties met zich brengen, omdat b.v. de hele Zondag in het openbaar geen muziek gemaakt mag worden, zo dat dus serenades e.d. zouden komen te vervallen. En dat men van hoger hand er op staat, om de wet in al haar strengheid toe te passen is bewezen, door de gebeurtenissen in Kerkrade, waar een heel muziek corps netjes op de bon werd gezet. Nu is er echter in de wet een mogelijkheid opengelaten, waarbij via een Raadsbesluit tenminste na 1 uur Zondagmiddags muziek in het openbaar gemaakt mag worden. En met Vastenavond voorde deur werd het dus de hoogste tijd, dat een der gelijk besluit genomen zou worden. Daarom waren onze vroede vaderen Zaterdag j.l. bijeen gekomen in 'n spoedeisende raadsvergadering, waarin deze kwestie werd bespro ken. Het Raadsbesluit geeft aan de Burgemeester de bevoegdheid op de Zondagen van Carnaval en ker missen van 13 uur tot 24 uur ont heffing te verlenen van de Zondags wet en verder wanneer deze onthef fing uit hoofde van een sociaal of cultureel belang door hem nood zakelijk wordt geacht. Dat de Raad hiertegen geen bezwaar had, was logisch en zo hing reeds een kwartier daarna de nieuwe verordening in de kast, waardoor ze dus ook al openbaar was afge kondigd. Enkele raadsleden maakten van de gelegenheid gebruik om nog enkele vragen te stellen. Zo zou de heer MAAS graag zien, dat de busdiensten naar het Zieken huis reden, omdat de afstand veel te ver is. Bovendien zou hij graag wat meer lichtpunten daar in die omgeving zien. Het doortrekken van de busdienst, aldus het antwoord van de VOOR ZITTER, is niet goed mogelijk om technische redenen. Trouwens men tobt ook b.v. bij St Anna met de zelfde moeilijkheden. Misschien, dat in combinatie met de Stationsbus een oplossing gevonden kan worden. Maar hieraan wordt nog gedokterd. Ook wordt nog gedokterd aan het verlichtingsplan van de gemeente. Daar zal ongetwijfeld ook wel de omgeving van het Ziekenhuis op staan, maar hoe en wat, moet nog worden afgewacht. De heer VAN HAAREN vroeg om verbetering van het Mgr. Nolens- park, en kreeg de toezegging, dat Gemeentewerken dit zal bekijken. De heer Fr. JANSSEN wilde weten of het verbod om affiches etc. aan te plakken ook gold voor de a.s. verkiezingen. Toen dit bevestigend werd be antwoord, vroeg hij B. en W. dan bij de a.s. verkiezingen hierop ook sterk te letten. En ook dit werd hem toegezegd. De heer ODENHOVEN, die wilde weten, wanneer de tuin bij de Am bachtsschool nu eens weid klaar gemaakt, kreeg als antwoord, dat hieraan begonnen werd, zo gauw het werkbaar weer was. En dat was het dan. De VOORZITTER wenste allen nog een prettige Vastelaovond toe, en toen was alles afgelopen. Nieuws uit Venray en Omgeving ZONDAGSDIENST Doktoren Van Zaterdagavond 8 uur tot Maandagmorgen 8 uur Dr. BLOEMEN, Stationstraat 9 Telefoon 465 Alléén voor spoedgevallen Visites moeten aangevraagd worden voor 12 uur. GROENE KRUIS DONDERDAG a.s.: Consultatiebureau voor zuigelingen uit de KOM VRAGEN OVER HET VLIEGVELD IN DE PEEL Het Tweede Kamerlid, de heer Visch, heeft aan de minister van Oorlog en de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de regering het voornemen heeft in de Peel tussen Venray en de Rips een mi litair vliegveld aan te leggen? 2. Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord, kan de minister dan mededelen, hoeveel ha grond met deze aanleg aan de bodemcul tuur zal worden onttrokken? 3. Is de minister in staat mede te delen hoeveel boerengezinnen, als gevolg van deze maatregel, gedu peerd zullen worden en in welke vorm het te lijden verlies zal wor den vergoed? 4. Is de minister niet van oor deel, dat de vliegbases Eindhoven en Volkel voldoende ruimte bieden voor legering van meer squadrons, zodat de gronden nabij Venray voor cultuur-doeleinden behouden kun nen blijven.

Peel en Maas | 1954 | | pagina 1