Nog eens art. 8 en 72
WïóninQnóód
Parochiële Kerstactie
Afbrekend
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJ!RPER KWARTAAL^' 1.2
EN DE GEVOLGEN
ORGELBOEKJE!
Oorlogsslachtoffers opgelet
Wat voor 1 Jan. dient te gebeuren
INGEZONDEN
ZATERDAG 12 DECEMBER 1953 No. 50
VIER BH ZEVENTIGSTE JAARGANG
f CONFECTIE VAN
rê
EEN RIJK BEZIT
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652
ABONNEMENTS-
25 Buiten Venray f 1.45
Van geachte zijde ontvingen wij onderstaand artikel ter
plaatsing. De aandachtige lezer zal ervaren, dat in dit stuk
verschillende problemen worden belicht, die zeker in Venray
te licht over het hoofd worden gezien. Het beroep van de
schrijver, om via samenwerking der standen tot een betere
oplossing van deze problemen te komen, kunnen we dan
ook van harte onderstrepen.
Wie nog eens denkt aan het
Venray van vlak na de oorlog en
het Venray van thans, moet zeggen:
wat zijn we vooruit gegaan. Hier
voor past alle lof aan onze gemeen
telijke bestuurders. Er is echter nog
een prooleem dat zeer nijpend is
en wat dringend om een oplossing
vraagt.
Dit probleem is het woning pro
bleem. Aan de oplossing hiervoor
is veel gedaan en wij moeten hier
voor ook dankbaar zijn. De nood is
echter nog groot. En dat is een zaak,
welke wij met zorg gadeslaan.
Venray is niet alleen het dorp Ven
ray, maar ook de onderhorige kerk
dorpen. Deze hebben verhoudings
gewijs geen gelijke tred gehouden
in de ontwikkeling. Versta ons wel:
verhoudingsgewijs.
Wij weten immers even goed als
U, dat er een grotere trek bestaat
naar de stad als wjj in dit ver
band Venray zo mogen noemen
als naar het dorp Dit is ook na
tuurlijk. De dorpen hebben zich
verhoudingsgewijs echter te weinig
ontwikkeld. Dit op zich ware nog
niet zo erg. We moeten deze zaak
echter zien in zijn oorzaken en even
tuele gevolgen. En aldus gezien is
het een zaak, die, wij herhalen het
nog eens, ons met zorg vervult.
Gebrek aan bouwgrond
Wat zien wij in deze namelijk als
oorzaak van een afgeremde ontwik
keling van onze dorpen? Het ge
brek aan beschikbare bouwgrond.
En dit vindt weer zijn oorzaak in het
niet beschikbaar stellen. Dit is erg,
want wat zien wij nu? Dat vele
mensen, die op een van onze dor
pen zijn geboren en getogen en zich
daar willen vestigen noodgedwongen
naar Venray of elders moeten ver
trekken, met alle nadelige gevolgen
van dien. Uiteraard zullen dit voor
het merendeel arbeiders zijn.
Wat zien wij nu in Venray en in
vele andere grote plaatsen? Wij zien
daar hele kolonies van arbeiders
woningen verrijzen. Wij misgunnen
Venray deze aanwas niet. Daar gaat
het niet om. Ware het echter niet
veel beter, sociaal gezien, de men
sen in hun eigen vertrouwde om
geving te laten, te midden van de
boeren en middenstandsbevolking
van onze dorpen, inplaats van door
ze nu bij elkaar te plaatsen in grote
arbeiderswijken en er zodoende een
etiketje op te plakken van: dit zijn
arbeiders.
Wij weten allen welk gevaar dit
met zich brengt. Het schept een
minderwaardigheidscomplex en als
straks de tijden slechter worden
dan schept dit een gerede voedings
bodem voor socialisme en com
munisme. Bovendien houden onze
dorpelingen bij het slechter worden
der tijden wanneer ook bij hen
de arbeiders konden wonen een
beter exploit voor de moderne soci
ale christelijke caritas, die ieder
christenmens dient te beoefenen.
Men moet dit niet minimaliseren.
De caritas is een van de grondpijlers
van ons Christendom. En wanneer
de mogelijkheid tot ontplooïng hier
van wordt ingeperkt, zal dit zich
hard wreken aan ons Christenzijn,
ons veel kwaad doen en in de kaart
spelen van het socialisme en het
communisme.
Naar onze gevoelens was het zelfs
beter een grotere spreiding over de
dorpen positief te bevorderen.
In allerlei toonaarden herhaald,
horen wij steeds de roep Venray
moet industie hebben. Inderdaad,
dit moet ook. Ware het echter niet
beter, waar het hier gaat om kleinere
industrieën deze ook proberen te
plaatsen op de dorpen die hiervoor
geschikt zijn. Aldus krijgt men van
zelf meer spreiding.
Wij weten wel, zoiets vraagt een
gemeentepolitiek van groot formaat
Inderdaad. Maar daarmee alleen zijn
wij er niet, het moet ook de grote
belangstelling hebben van al onze
ingezetenen en inzonder van onze
agrariërs, die de grootste groepe
ring vormt in onze gemeenschap
en voor het grootste deel mede de
toekomst van onze gemeente bepaalt.
Maar ook deze belangstelling al
leen is niet',voldoende er moet daad
werkelijke medewerking komen en
deze ontbreekt helaas nog veel te
veel. Wij zien immers hoe moeizaam
onze bestuurders moeten zwoegen
om een klein beetje bouwgrond te
krijgen op onze dorpen.
We weten wel, dit probleem ligt
niet zo eenvoudig en 't gaat niet
aan, om de boerenmensen zo maar
hun grond af te nemen. Dit is hun
kostwinning.
Een en ander dient over en weer
wel terdege bekeken te worden.
Wij menen echter ook, dat door
onze boerenmensen deze zaak te
eng bekeken wordt.
Bij de bestendiging van de be
staande toestand zullen ook zij van
de boven geschetste gevaren, als
behorend tot de gemeente Venray
en als aangewezen en georiënteerd
op de stad Venray (als wij het zo
nog eens mogen noemen) de na
delige gevolgen ondervinden.
Een van de bezwaren van onze
boerenmensen, die wij, waar het
bouwgrond betreft, vaak horen, is,
dat de prijs van de grond te laag
is. Zij doen het vaak voorkomen,
alsof zij alleen in deze het gelag
moeten betalen, als mén opwerpt:
ja maar 'dan wordt de kostprijs van
de te stichten woning te groot en
bijgevolg ook weer de huur.
Onze boerenmensen moeten er
wel van doordrongen zijn, dat wij
in een abnormale tijd leven tenge
volge van de oorlog.
En buitengewone tijden vragen
ook van de overheid buitengewone
maatregelen.
Zo hebben we thans een tijdperk
van zogenaamde geleide economie.
Ook bij de woningbouw leidt
thans de overheid alles langs be
paalde banen.
En allen moeten wij hierin ons
offer brengen. Dus niet alleen de
boer. Denkt bijv. maar eens aan de
loonstop voor arbeiders, de huur-
stop voor de huiseigenaars en alle
dergelijke maatregelen.
Vraag maar eens aan de arbei
der, hoe klein en sober zijn huis
is gebouwd. Vraag maar eens aan
de architect, hoe ook voor de wo
ningwetwoningen zijn honorarium
is beperkt.
Dus de opmerking, als het gaat
over de prijs van de grond, dat de
boer alleen het gelag zou moeten
betalen, gaat niet op.
Als het dus in onderhavige
kwestie om een klein stukje grond
gaat, en de boerderij is van derge
lijke omvang, dat zij hiervan geen
noemenswaardig nadeel ondervindt
dan dient men in deze breed te
zijn. Waar het gaat om grotere
complexen, die voor de boerderij
werkelijk een levensgevaar beteke
nen, dan dient men ernaar te stre
ven om naar vermogen te com
penseren.
Er moet echter ook dan weder
zijds naar gestreefd worden, dat er
evenredigheid zal bestaan tussen
het benodigde en de te geven com
pensatie. Dus hier past noch over
vragen, noch onderbieden.
En waar onze gemeente Venray
nog beschikt over nieuw ontgonnen
grond en in de toekomst nog te
ontginnen grond, menen wij, mits
men wederzijds de normen van
billijkheid in acht neemt, er nog
véél mogelijk is.
Op de eerste plaats zal echter
blijven wederzijds begrip. Ook de
nodige voorlichting zal echter ook
niet mogen ontbreken.
Wij menen, dat in deze de stands-
organisatie der boeren meer kon
doen. Hun medewerking in deze is
tot nog toe als wij goed zien
louter negatief geweest: hoe zullen
wij het best onze grond houden en
hoe zullen wij het doen om zo goed
mogelijk vergoed te worden?!
Let wel, lezer, wij veroordelen
dit geenszins. Doch men moest het
een doen en het ander niet laten.
Dit probleem is te groot, dan dat
men zich er enkel maar vanaf kan
maken met een negatieve houding.
Men dient hier ook positief te zijn,
dus niet enkel negatief, waar het
om zulk een groot belang gaat,
wat het hele volk aangaat.
Onze bestuurders en de mensen
van deze tijd hebben een grote
verantwoordelijkheid ten opzichte
van het nageslacht. Laat ieder zich
hiervan goed bewust zijn.
En wij mogen in deze tijd met
zijn grote problemen, die om een
eveneens grote oplossing vragen,
er als christen mensen wel eens
degelijk over nadenken, wie wij
kiezen als onze bestuurders
Er is een mooi gebruik, dat de
gemeenteraad wordt geopend met
gebed. Laten onze senatoren eraan
denken, dat zij dan ook werkelijk
bidden en vragen om Gods onont
beerlijke bijstand, want hun ver
antwoordelijkheid is groot.
Wij hopen, geachte lezer, dat U
het met ons eens zult zijn, dat het
probleem van de woningbouw in
derdaad van enorme betekenis is.
Wij moeten naar een intensere
samenwerking der standen.
Laten wij nu geen nieuwe schei
dingsmuren gaan oprichten door
bepaalde groepen mensen uit ons
milieu te weren of weg te jagen
en op een bepaalde plaats bij el
kaar te drijven.
De aarde is voor ons allen ge
maakt en niet voor bepaalde uit
verkoren groeperingen.
Mensen van Venray, mensen van
het land van Dr. Poels wien ter ere
gij allen gezamelijk een standbeeld
heb opgericht, is uw gemeenschap
niet een betere en socialer oplossing
vaneen dergelijk brandend probleem
waard?
St. Petrus Banden
Nu het over enkele weken weer Kerstmis is, Kerstmis,
het feest van liefde, van vrede, van goedheid, willen wij
weer graag Uw aandacht vestigen op de Kerstactie voor
de armen van onze parochie, welke actie verleden jaar
voor de eerste maal gevoerd werd en die zo succesvol was.
De actie, waarbij de parochianen zelf hun gaven komen
schenken aan het Kerstkindje in de kribbe.
Het Kerstkindje, dat zo schamel in de kribbe ligt, willen
wij zo graag iets goeds schenken.
Daarom wordt, evenals verleden jaar, bij de Kerststal in
de Parochiekerk weer een mand geplaatst, waarin alle
goede gaven kunnen worden gedeponeerd voor het Kerst
kind en waarmede de arme parochianen zullen worden
verblijd. Immers, „wat gij aan de minsten der Mijnen hebt
gedaan, hebt gij aan Mij gedaan".
Het Kerstactie-comité stelt zijn verwachtingen hoog. Het
mag dit doen, door zijn ervaringen van verleden jaar. Het
stelt zich zelfs als ideaal, dat door ieder gezin één stuk
nieuw goed wordt geschonken.
Deze actie, welke door de Hoogeerwaarde Heer Deken
zeer wordt toegejuicht, zal, wanneer iedere parochiaan
hieraan medewerkt, zeer zeker slagen.
PAROCHIEEL KERSTACTIE-COMITÉ
Verantwoording
Vorig bedrag f 16.123.30
N.N. een orgelpijpje f10.00
totaal f 16.133.30
Sint Nicolaas heeft het Orgelfonds
schraal bedacht. Mogen we mis
schien nog verlate zendingen ver
wachten? Vol verwachting klopt nog
ons hart!
Wat dunkt U van het afgebeelde
orgel in het vorige nummer van
Peel en Maas? Vindt U het niet een
prachtstuk, onze Parochiekerk waar
dig? Inspireert U de tekening niet
tot het nog eens tasten in Uw
beurs
We zijn het volkomen eens met
de slotopmerking van de Redacteur
van Peel en Maas in het onder
schrift bij de afbeelding van het
nieuwe orgel, waar hij zegt, dat 't
iedereen duidelijk zal zijn, dat het
Orgelfonds nog wel 't een en ander
zal kunnen gebruiken.
Helpt ons nu Immers de f 20.000
moeten vol!
Bouwt allen mee aan Uw Orgel
Gironummer 576604
Orgelfonds Venray
In de Gazet van Limburg ver
scheen een artikel over dè Fazenda
Ribeirao in Brazilië, dat blijkens
het „voorwoord" mede bedoeld
was als antwoord op het afbrekend
geschrijf van ons blad over deze
Fazenda.
We menen er goed aan te doen,
om deze gehele kwestie nog eens
duidelijk te stellen, om alle mis
verstand te voorkomen.
In 't begin van dit jaar verscheen
van de hand van een zekere Pater
Strooband in de Nieuwe Eeuw
een van onze grootste katholieke
weekbladen een artikel over de
Fazenda Ribeirao, waarin niet
alleen ernstige beschuldigingen
stonden aan het adres van ver
schillende leiders en bewoners van
deze Fazenda, maar ook de opzet
van deze onderneming zeer critisch
werd bekeken.
Dit artikel circuleerde hier ook
in Venray, waar vandaan verschil
lende families naar deze Fazenda
waren ge-emigreerd en waar ver
schillende families er wat voor
voelden om dit voorbeeld te volgen.
Enkele weken nadien kwam deze
Pater Strooband in Leunen spreken,
over emigratie naar Brazilië. Ver
schillende liefhebbers waren daar
aanwezig, die hier verwacht hadden,
een nadere toelichting te horen
over het wel en wee van de emi
gratie naar Brazilië en bijzonder
over de moeilijkheden in de Fazen
da, waarmede de toekomstige
emigrant ernstig rekening diende
te houden.
Een vertegenwoordiger van de
Fazenda verscheen ook op de ver
gadering, praatte voordien met
Pater Strooband en het gevolg was
dat op deze vergadering over niets
anders werd gesproken dan over
de mogelijkheden in de provincie
Parana, waarvan de meeste aan
wezigen voordien nog nooit hadden
gehoord. Over de Fazenda met
haar mogelijkheden en moeilijk
heden werd geen woord gerept.
We hebben naar aanleiding van
die vergadering in ons blad ge
vraagd om een behoorlijke toelich
ting over de mogelijkheden van
emigratie naar Brazilië, niet omdat
we zo graag de moeilijkheden van
de Fazenda etaleerden zoals van
enkele zijden werd gesuggereerd
maar in het belang van onze boeren,
die een emigratie naar Brazilië
overwogen, opdat deze mensen
teleurstellingen en moeite bespaard
zouden blijven, waar blijkens be
richten hun voorgangers mee te
kampen hadden.
We hebben van de kant van de
Fazenda via hun vertegenwoordiger
in Nederland, toen een antwoord
gekregen, waarin vooral op de
mogelijkheden van de Fazenda
diepgaand werd ingegaan en we
hebben dat in een artikel gepubli
ceerd.
Op dat artikel is nu van Brazi-
liaans-Venrayse zijde een reactie
gekomen en even goed als we aan
de ene kant de Fazenda aan het
woord gelaten hebben, meenden we
verplicht te zijn, ook de andere
partij het woord te moeten laten.
Dat men dit afbrekend geschrijf
noemt van Peel en Maas is dus al
onjuist, want hier waren betrok
kenen zelf aan het woord. Of deze
mensen de zaak eenzijdig zien, kan
de Gazet van Limburg evenmin
beoordelen als wij, evenmin als zij
of wij kunnen beoordelen of alles
op de Fazenda „goede boel" is. Als
bezoekers, die daar enkele weken
geweest zijn, al niet eensgezind in
hun oordeel zijn, dan wachten wij
ons wel voor een oordeel.
Dat dit debat is ontstaan over
een dergelijke belangrijke kwestie,
betreuren wij. Maar we zijn er van
overtuigd, dat de oorzaak daarvan
niet bij ons ligt. We meenden in
het belang van onze toekomstige
emigranten te handelen, om een
juiste en goede voorlichting te
vragen.
Dat die voorlichting, blijkens de
reactie van verschillende zijden,
Herstel van oorlogsschade
Voor het herstel van door oor
logsgeweld zwaar beschadigde doch
herstelbare panden (dit zijn panden,
waarvan de herstelkosten meer
dan f 3000.bedroegen) is inder
tijd door de Wederopbouw in vele
gevallen eèn voorlopige financiering
verstrekt, zulks in afwachting van
nadere wettelijke voorzieningen,
welke op dit punt getroffen dien
den te worden. In de Wet op de
Materiële Oorlogsschaden zijn be
palingen opgenomen, welke o.m.
een definitieve afwikkeling van
de hier bedoelde schadegevallen
beogen.
In het algemeen gesteld biedt
gx/huemde wet 2 mogelijkheden:
1) Toepassing van artikel 8: de
vergoeding die krachtens dit artikel
wordt toegekend, wordt ook wel
de vervangingswaarde of integrale
vergoeding genoemd.
2) Toepassing van artikel 72: met
toepassing van de z.g. aanvullende
bijdrage of premie.
V ervangings waar de
Toepassing van artikel 8 houdt
in, dat een schadevergoeding wordt
vastgesteld, welke op de vervan
gingswaarde is gebaseerd. Dit be
tekent, dat de Staat een zeer groot
gedeelte, in vele gevallen zelfs de
volledige door de Wederopbouw
goedgekeurde herstelkosten, voor
zijn rekening neemt. De ervaring
heeft uitgewezen, dat de regeling,
vooral voor zwaar beschadigde
panden, zeer gunstig is.
Het bedrag, dat als vervangings
waarde wordt vastgesteld, wordt
verrekend met hetgeen op grond
van een voorlopige financiering
reeds aan de belanghebbende werd
uitbetaald.
Toepassing van artikel 8 is ech
ter aan voorwaarden verbonden;
deze zijn:
a) het zuiver vermogen volgens
de vermogensheffing ineens op 1
Januari 1946 van de belanghebben
de (n) op schadedatum mag, na af
trek van de Rijksbijdrage, een be
drag van f 20.000 niet overschrij
den.
b) vervangingswaarde wordt al
leen toegekend voor 1 woning met
bedrijf (b.v. woon-winkelhuis) dan
wel voor 1 woning en een afzon
derlijk bedrijfspand.
Aanvullende bydrage
Toepassing vanart. 72 komt hier
op neer, dat, behalve de Rijksbij
drage, door het Rijk nog een aan
vullende bijdrage wordt verleend.
Deze aanvullende bijdrage varieert
van 20 tot 50 pet van 't verschil
tussen de goedgekeurde herstel
kosten en de Rijksbijdrage en is
afhankelijk van de grootte van het
betrokken pand.
Met enkele uitzonderingen kan
een dergelijke bijdrage voor ieder
pand worden gevraagd. Ook hier
vindt weer verrekening plaats met
hetgeen reeds vroeger door de We-
niet juist geweest is, hoewel ze
door betrokkenen zelf gegeven is,
bewijst wel dat er iets hapert. Dat
men die „hapering" probeert te
camoufleren door dat afbrekend
geschrijf te noemen, is niet fair en
daardoor worden misverstanden,
moeilijkheden en onderiing geruzie
eerder vergroot, dan verkleind. Tot
schade van de emigratie naar
Brazilië zelf en wat nog veel erger
is, tot schade van de toekomstige
emigrant, wiens onzekerheid alleen
maar wordt vergroot. Waarom
deze onzekerheid niet weggenomen
kan worden door een neutraal en
onpartijdig rapport, is een vraag,
waarop nog steeds geen antwoord
gegeven is.
deropbouw werd betaald.
Voor diegenen, die een renteloos
en/of een rentedragend crediet
hebben gehad, zal dit meestal tot
gevolg hebben, dat 't rentedragend
crediet, verminderd'met aflossingen,
aan het Rijk dient te worden terug
betaald. De aanvullende bijdrage
zal dan gelijk zijn aan 't renteloos
crediet, hetwelk daardoor komt te
vervallen.
Zoals bekend heeft de Staat het
recht, voor een verleend rentedra
gend en renteloos crediet een hy
potheek te vestigen op 't betrokken
pand. Zowel art. 8 als 72 bieden
dit grote voordeel, dat het recht op
hypotheekvestiging door de Staat
komt te vervallen. Een reeds inge
schreven hypotheek zal worden
doorgehaald. Dit is van veel belang
voor hen, die hun pand willen" ver
kopen of bij derden geld onder hy-
photecair verband willen opnemen.
Aanvraag indienen!
Volgens de Wet worden art. 8 en
72 slechts op verzoek van de be
langhebbende (n) toegepast. Voor
hen, die hun panden vóór 4 Jan.
1952 hebben hersteld, moet deze
aanvrage vóór 4 Jan. 1954 worden
ingediend. De afd. Wederopbouw
ter gemeentesecretarie Venray ver
strekt hiervoor formulieren, welke
na ingevuld en door alle belang
hebbenden te zijn ondertekend aan
het op het formulier voorkomende
adres moeten worden ingezonden.
Tenslotte is er in deze kategorie
schadegevallen een aantal panden,
waarvoor tot dusver alleen maar
een Rijksbijdrage, eventveel aange
vuld tot f 2250 of f 3000 is ver
strekt, zonder verdere financieele
tegemoetkoming. Ook zij kunnen
eventueel in aanmerking komen
voor vervangingswaarde of aan
vullende bijdrage.
Een desbetreffend verzoek moet
door hen eveneens vóór 4 Jan. 1954
worden ingediend.
Zij dienen zich echter vooraf te
verstaan met de afd. Wederopbouw
ter gemeentesecretarie Venray, ten
einde te vernemen aan welke voor
waarden zij nog meer moeten vol
doen.
Indien reeds een verzoek om
toepassing van art. 8 of 72 is ge
daan, behoeft dit niet meer te
worden herhaald.
Nadere inlichtingen worden U
gaarne door de Afdeling We
deropbouw ter gemeente-secre
tarie Venray verstrekt.
Herbouw Oorlogsschade
Verzoeken om afwikkeling vol
gens de Wet op de Materiële Oor
logsschade van voorlopig gefinan
cierde herbouwgevallen (dat zijn
die gevallen waarvoor de Staat een
deels renteloos en/of rentedragend
crediet heeft verleend) moeten ook
eveneens vóór 4 Jan. 1954 plaats
hebben.
De voorwaarden voor toepassing
van artikel 8 zijn dezelfde als voor
herstelgevallen; de uitvoering is
echter geheel verschillend.
Het is in vele gevalllen, ook al
komt de belanghebbende in aanmer
king voor artikel 8, niet zo, dat dit
artikel de gunstigste uitkomst geeft.
De grootte van het gebouwde pand
en het daarvan afhankelijke bedrag
der goedgekeurde bouwkosten, als
ook het tijdstip waarop gebouwd
werd spelen hierbij een rol.
Voor de berekening van artikel 8
zijn 2 methoden, waarvan de laagste
uitkomst de uitkering voor dit ar
tikel bepaalt, te weten:
Voor een woning of een bedrijf:
methode 1. Het op het tijdstip van
aanvang van de bouw geldende
indexcijfer min 1 maal f5000
plus de Rijksbijdrage.
methode 2. De goedgekeurde bouw
kosten min de bouwkosten op
basis van Mei 1940 plus de
Rijksbijdrage.
Voor een woning met bedrijf (b.v.
woon en winkelhuis)
methode 1. Het op het tijdstip van
aanvang van de bouw geldende
indexcijfer min 1 maal f 8000.-
plus de Rijksbijdrage,
methode 2. De goedgekeurde bouw
kosten min de bouwkosten op
basis van Mei 1940 plus de
Rijksbijdrage.
Stellen wij het indexcijfer op het
tijdstip van de aanvang van de bouw
b.v. op 3, dan wordt de uitkomst
volgens methode 1 dus maximaal
1 is 2 x f 5000 plus de Rijks
bijdrage voor een woning of een
afzonderlijk bedrijf. Voor een wo
ning met bedrijf derhalve 2xf8000
plus de Rijksbijdrage.
Zeer globaal geschat zal de uit
komst volgens methode 2 bedragen
2 3 x de goedgekeurde bouwkosten
plus de Rijksbijdrage.
Bij toepassing van artikel 72 zal
in de regel het rentedragend cre
diet aan de Staat moeten worden
terugbetaald plus 10 pet. van het
renteloze crediet (afkoop). Echter
bestaat tevens de mogelijkheid dat
door inmiddels plaats gehad heb
bende huurstijgingen het renteloos
crediet verlaagd en het rentedra
gend crediet verhoogd moet worden.
(Het rentedragend deel vormt nl.
het rendabele deel van het pand;
door hogere huurwaarde stijgt de
rendabele waarde van een pand).
Het verschil dat ontstaat door ver
laging van het renteloze crediet zal
dan eveneens aan de Staat moeten
worden terugbetaald.
Onteigende, herstelbaar
beschadigde woningen
Van belang is nog, dat voor her
stelbaar beschadigde panden, welke
onteigend zijn en waarvan de ont
eigeningsvergoeding nog niet defi
nitief is vastgesteld, eveneens vóór
4 Januari 1954 toepassing van de
Wet op de Materiële oorlogsschade
wordt gevraagd. Voor de oorlogs
schade, welke, doordat het pand
onteigend werd, niet hersteld is kun
nen worden, zal dan alsnog een nor
male herstelfinanciering gegeven
kunnen worden.
Rest nog de mededeling dat geen
betaling van rente over het rente
dragend crediet wordt gevorderd
vanaf de datum waarop de belang
hebbende te kennen heeft gegeven
voor afwikkeling volgens de Wet
op de Materiële Oorlogsschaden in
aanmerking te willen komen.
De afd. Wederopbouw op het ge
meentehuis verstrekt U over deze
moeilijke materie alle hulp. Men
gelieve zich dus hiertoe te wenden.
Werkt allen mee aan de
Parochiële Kerstactie!
Geachte Redactie,
Uw opmerkingen in Peel en Maas
van 5 Dec. j.l. betreffende rijvaar-
digheids-examens kan ik ten volle
onderschrijven. Ik heb ook al vaak
gedacht: Waarom is Venray bij het
afleggen van bedoelde examens
uitgeschakeld, terwijl daar toch
reeds jaren en jaren de gelegenheid
voor bestond? En Venray is toch
een plaats van betekenis, die in dit
geval als middelpunt van Noord-
Limburg toch wel voor bovenge
noemd doel in aanmerking mag ko
men.
Als 't juist omgekeerd was ge
weest, dus, als in Venray eerst geen
examens hadden afgelegd kunnen
worden, maar deze plaats met de
nieuwe regeling juist wel was aan
gewezen, dan zou iedereen dat
vanzelfsprekend gevonden hebben.
Vooral, nu als gevolg van het toe
nemend motorverkeer het aantal
aspirant-motorrijtuigen-bestuur
ders zo is toegenomen.
De veronderstelling, dat Venray
geen geschikte examinators zou
hebben, is natuurlijk onzinnig, 't Is
zoals U opmerkt: „de rijkunst moet
uit ervaring en practijk geleerd
worden." De routine maakt iemand
rij vaardig, géén examen! En als
een examinator het gaal zoeken in
allerlei futiliteiten, dan slaagt nie
mand, ook de examinator zelf niet,
als hij nog eens examen zou moe
ten afleggen.
Het zou inderdaad ongetwijfeld
veel geld en veel tijd besparen, als
de oude regeling weer zou worden
ingevoerd en in Venray rij vaardig -
heids-examens konden worden af
gelegd. Wis en zeker: daar is alles
voor en niets tegen.
Maar nu de quintessence: Hoe
kan dit verkregen worden? Wie
neemt het initiatief? Is er in Ven
ray geen vereniging van automo
bilisten of motorrijders, die in sa
menwerking met elkaar deze zaak
aanpakken, eventueel met steun van
ANWB en KNAC?
Ongetwijfeld kan gerekend wor
den op de volle sympathie van alle
motorrijtuigen-bestuurders en zeer
zeker van de vele toekomstige rij
ders uit Venray en omgeving.
We hopen op succes!
Hoogachtend,
A. RONGEN.
Blitterswijck, 8 Dec. '53.