Nog eens art. 8 en 72 WïóninQnóód Parochiële Kerstactie Afbrekend WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJ!RPER KWARTAAL^' 1.2 EN DE GEVOLGEN ORGELBOEKJE! Oorlogsslachtoffers opgelet Wat voor 1 Jan. dient te gebeuren INGEZONDEN ZATERDAG 12 DECEMBER 1953 No. 50 VIER BH ZEVENTIGSTE JAARGANG f CONFECTIE VAN rê EEN RIJK BEZIT PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 ABONNEMENTS- 25 Buiten Venray f 1.45 Van geachte zijde ontvingen wij onderstaand artikel ter plaatsing. De aandachtige lezer zal ervaren, dat in dit stuk verschillende problemen worden belicht, die zeker in Venray te licht over het hoofd worden gezien. Het beroep van de schrijver, om via samenwerking der standen tot een betere oplossing van deze problemen te komen, kunnen we dan ook van harte onderstrepen. Wie nog eens denkt aan het Venray van vlak na de oorlog en het Venray van thans, moet zeggen: wat zijn we vooruit gegaan. Hier voor past alle lof aan onze gemeen telijke bestuurders. Er is echter nog een prooleem dat zeer nijpend is en wat dringend om een oplossing vraagt. Dit probleem is het woning pro bleem. Aan de oplossing hiervoor is veel gedaan en wij moeten hier voor ook dankbaar zijn. De nood is echter nog groot. En dat is een zaak, welke wij met zorg gadeslaan. Venray is niet alleen het dorp Ven ray, maar ook de onderhorige kerk dorpen. Deze hebben verhoudings gewijs geen gelijke tred gehouden in de ontwikkeling. Versta ons wel: verhoudingsgewijs. Wij weten immers even goed als U, dat er een grotere trek bestaat naar de stad als wjj in dit ver band Venray zo mogen noemen als naar het dorp Dit is ook na tuurlijk. De dorpen hebben zich verhoudingsgewijs echter te weinig ontwikkeld. Dit op zich ware nog niet zo erg. We moeten deze zaak echter zien in zijn oorzaken en even tuele gevolgen. En aldus gezien is het een zaak, die, wij herhalen het nog eens, ons met zorg vervult. Gebrek aan bouwgrond Wat zien wij in deze namelijk als oorzaak van een afgeremde ontwik keling van onze dorpen? Het ge brek aan beschikbare bouwgrond. En dit vindt weer zijn oorzaak in het niet beschikbaar stellen. Dit is erg, want wat zien wij nu? Dat vele mensen, die op een van onze dor pen zijn geboren en getogen en zich daar willen vestigen noodgedwongen naar Venray of elders moeten ver trekken, met alle nadelige gevolgen van dien. Uiteraard zullen dit voor het merendeel arbeiders zijn. Wat zien wij nu in Venray en in vele andere grote plaatsen? Wij zien daar hele kolonies van arbeiders woningen verrijzen. Wij misgunnen Venray deze aanwas niet. Daar gaat het niet om. Ware het echter niet veel beter, sociaal gezien, de men sen in hun eigen vertrouwde om geving te laten, te midden van de boeren en middenstandsbevolking van onze dorpen, inplaats van door ze nu bij elkaar te plaatsen in grote arbeiderswijken en er zodoende een etiketje op te plakken van: dit zijn arbeiders. Wij weten allen welk gevaar dit met zich brengt. Het schept een minderwaardigheidscomplex en als straks de tijden slechter worden dan schept dit een gerede voedings bodem voor socialisme en com munisme. Bovendien houden onze dorpelingen bij het slechter worden der tijden wanneer ook bij hen de arbeiders konden wonen een beter exploit voor de moderne soci ale christelijke caritas, die ieder christenmens dient te beoefenen. Men moet dit niet minimaliseren. De caritas is een van de grondpijlers van ons Christendom. En wanneer de mogelijkheid tot ontplooïng hier van wordt ingeperkt, zal dit zich hard wreken aan ons Christenzijn, ons veel kwaad doen en in de kaart spelen van het socialisme en het communisme. Naar onze gevoelens was het zelfs beter een grotere spreiding over de dorpen positief te bevorderen. In allerlei toonaarden herhaald, horen wij steeds de roep Venray moet industie hebben. Inderdaad, dit moet ook. Ware het echter niet beter, waar het hier gaat om kleinere industrieën deze ook proberen te plaatsen op de dorpen die hiervoor geschikt zijn. Aldus krijgt men van zelf meer spreiding. Wij weten wel, zoiets vraagt een gemeentepolitiek van groot formaat Inderdaad. Maar daarmee alleen zijn wij er niet, het moet ook de grote belangstelling hebben van al onze ingezetenen en inzonder van onze agrariërs, die de grootste groepe ring vormt in onze gemeenschap en voor het grootste deel mede de toekomst van onze gemeente bepaalt. Maar ook deze belangstelling al leen is niet',voldoende er moet daad werkelijke medewerking komen en deze ontbreekt helaas nog veel te veel. Wij zien immers hoe moeizaam onze bestuurders moeten zwoegen om een klein beetje bouwgrond te krijgen op onze dorpen. We weten wel, dit probleem ligt niet zo eenvoudig en 't gaat niet aan, om de boerenmensen zo maar hun grond af te nemen. Dit is hun kostwinning. Een en ander dient over en weer wel terdege bekeken te worden. Wij menen echter ook, dat door onze boerenmensen deze zaak te eng bekeken wordt. Bij de bestendiging van de be staande toestand zullen ook zij van de boven geschetste gevaren, als behorend tot de gemeente Venray en als aangewezen en georiënteerd op de stad Venray (als wij het zo nog eens mogen noemen) de na delige gevolgen ondervinden. Een van de bezwaren van onze boerenmensen, die wij, waar het bouwgrond betreft, vaak horen, is, dat de prijs van de grond te laag is. Zij doen het vaak voorkomen, alsof zij alleen in deze het gelag moeten betalen, als mén opwerpt: ja maar 'dan wordt de kostprijs van de te stichten woning te groot en bijgevolg ook weer de huur. Onze boerenmensen moeten er wel van doordrongen zijn, dat wij in een abnormale tijd leven tenge volge van de oorlog. En buitengewone tijden vragen ook van de overheid buitengewone maatregelen. Zo hebben we thans een tijdperk van zogenaamde geleide economie. Ook bij de woningbouw leidt thans de overheid alles langs be paalde banen. En allen moeten wij hierin ons offer brengen. Dus niet alleen de boer. Denkt bijv. maar eens aan de loonstop voor arbeiders, de huur- stop voor de huiseigenaars en alle dergelijke maatregelen. Vraag maar eens aan de arbei der, hoe klein en sober zijn huis is gebouwd. Vraag maar eens aan de architect, hoe ook voor de wo ningwetwoningen zijn honorarium is beperkt. Dus de opmerking, als het gaat over de prijs van de grond, dat de boer alleen het gelag zou moeten betalen, gaat niet op. Als het dus in onderhavige kwestie om een klein stukje grond gaat, en de boerderij is van derge lijke omvang, dat zij hiervan geen noemenswaardig nadeel ondervindt dan dient men in deze breed te zijn. Waar het gaat om grotere complexen, die voor de boerderij werkelijk een levensgevaar beteke nen, dan dient men ernaar te stre ven om naar vermogen te com penseren. Er moet echter ook dan weder zijds naar gestreefd worden, dat er evenredigheid zal bestaan tussen het benodigde en de te geven com pensatie. Dus hier past noch over vragen, noch onderbieden. En waar onze gemeente Venray nog beschikt over nieuw ontgonnen grond en in de toekomst nog te ontginnen grond, menen wij, mits men wederzijds de normen van billijkheid in acht neemt, er nog véél mogelijk is. Op de eerste plaats zal echter blijven wederzijds begrip. Ook de nodige voorlichting zal echter ook niet mogen ontbreken. Wij menen, dat in deze de stands- organisatie der boeren meer kon doen. Hun medewerking in deze is tot nog toe als wij goed zien louter negatief geweest: hoe zullen wij het best onze grond houden en hoe zullen wij het doen om zo goed mogelijk vergoed te worden?! Let wel, lezer, wij veroordelen dit geenszins. Doch men moest het een doen en het ander niet laten. Dit probleem is te groot, dan dat men zich er enkel maar vanaf kan maken met een negatieve houding. Men dient hier ook positief te zijn, dus niet enkel negatief, waar het om zulk een groot belang gaat, wat het hele volk aangaat. Onze bestuurders en de mensen van deze tijd hebben een grote verantwoordelijkheid ten opzichte van het nageslacht. Laat ieder zich hiervan goed bewust zijn. En wij mogen in deze tijd met zijn grote problemen, die om een eveneens grote oplossing vragen, er als christen mensen wel eens degelijk over nadenken, wie wij kiezen als onze bestuurders Er is een mooi gebruik, dat de gemeenteraad wordt geopend met gebed. Laten onze senatoren eraan denken, dat zij dan ook werkelijk bidden en vragen om Gods onont beerlijke bijstand, want hun ver antwoordelijkheid is groot. Wij hopen, geachte lezer, dat U het met ons eens zult zijn, dat het probleem van de woningbouw in derdaad van enorme betekenis is. Wij moeten naar een intensere samenwerking der standen. Laten wij nu geen nieuwe schei dingsmuren gaan oprichten door bepaalde groepen mensen uit ons milieu te weren of weg te jagen en op een bepaalde plaats bij el kaar te drijven. De aarde is voor ons allen ge maakt en niet voor bepaalde uit verkoren groeperingen. Mensen van Venray, mensen van het land van Dr. Poels wien ter ere gij allen gezamelijk een standbeeld heb opgericht, is uw gemeenschap niet een betere en socialer oplossing vaneen dergelijk brandend probleem waard? St. Petrus Banden Nu het over enkele weken weer Kerstmis is, Kerstmis, het feest van liefde, van vrede, van goedheid, willen wij weer graag Uw aandacht vestigen op de Kerstactie voor de armen van onze parochie, welke actie verleden jaar voor de eerste maal gevoerd werd en die zo succesvol was. De actie, waarbij de parochianen zelf hun gaven komen schenken aan het Kerstkindje in de kribbe. Het Kerstkindje, dat zo schamel in de kribbe ligt, willen wij zo graag iets goeds schenken. Daarom wordt, evenals verleden jaar, bij de Kerststal in de Parochiekerk weer een mand geplaatst, waarin alle goede gaven kunnen worden gedeponeerd voor het Kerst kind en waarmede de arme parochianen zullen worden verblijd. Immers, „wat gij aan de minsten der Mijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan". Het Kerstactie-comité stelt zijn verwachtingen hoog. Het mag dit doen, door zijn ervaringen van verleden jaar. Het stelt zich zelfs als ideaal, dat door ieder gezin één stuk nieuw goed wordt geschonken. Deze actie, welke door de Hoogeerwaarde Heer Deken zeer wordt toegejuicht, zal, wanneer iedere parochiaan hieraan medewerkt, zeer zeker slagen. PAROCHIEEL KERSTACTIE-COMITÉ Verantwoording Vorig bedrag f 16.123.30 N.N. een orgelpijpje f10.00 totaal f 16.133.30 Sint Nicolaas heeft het Orgelfonds schraal bedacht. Mogen we mis schien nog verlate zendingen ver wachten? Vol verwachting klopt nog ons hart! Wat dunkt U van het afgebeelde orgel in het vorige nummer van Peel en Maas? Vindt U het niet een prachtstuk, onze Parochiekerk waar dig? Inspireert U de tekening niet tot het nog eens tasten in Uw beurs We zijn het volkomen eens met de slotopmerking van de Redacteur van Peel en Maas in het onder schrift bij de afbeelding van het nieuwe orgel, waar hij zegt, dat 't iedereen duidelijk zal zijn, dat het Orgelfonds nog wel 't een en ander zal kunnen gebruiken. Helpt ons nu Immers de f 20.000 moeten vol! Bouwt allen mee aan Uw Orgel Gironummer 576604 Orgelfonds Venray In de Gazet van Limburg ver scheen een artikel over dè Fazenda Ribeirao in Brazilië, dat blijkens het „voorwoord" mede bedoeld was als antwoord op het afbrekend geschrijf van ons blad over deze Fazenda. We menen er goed aan te doen, om deze gehele kwestie nog eens duidelijk te stellen, om alle mis verstand te voorkomen. In 't begin van dit jaar verscheen van de hand van een zekere Pater Strooband in de Nieuwe Eeuw een van onze grootste katholieke weekbladen een artikel over de Fazenda Ribeirao, waarin niet alleen ernstige beschuldigingen stonden aan het adres van ver schillende leiders en bewoners van deze Fazenda, maar ook de opzet van deze onderneming zeer critisch werd bekeken. Dit artikel circuleerde hier ook in Venray, waar vandaan verschil lende families naar deze Fazenda waren ge-emigreerd en waar ver schillende families er wat voor voelden om dit voorbeeld te volgen. Enkele weken nadien kwam deze Pater Strooband in Leunen spreken, over emigratie naar Brazilië. Ver schillende liefhebbers waren daar aanwezig, die hier verwacht hadden, een nadere toelichting te horen over het wel en wee van de emi gratie naar Brazilië en bijzonder over de moeilijkheden in de Fazen da, waarmede de toekomstige emigrant ernstig rekening diende te houden. Een vertegenwoordiger van de Fazenda verscheen ook op de ver gadering, praatte voordien met Pater Strooband en het gevolg was dat op deze vergadering over niets anders werd gesproken dan over de mogelijkheden in de provincie Parana, waarvan de meeste aan wezigen voordien nog nooit hadden gehoord. Over de Fazenda met haar mogelijkheden en moeilijk heden werd geen woord gerept. We hebben naar aanleiding van die vergadering in ons blad ge vraagd om een behoorlijke toelich ting over de mogelijkheden van emigratie naar Brazilië, niet omdat we zo graag de moeilijkheden van de Fazenda etaleerden zoals van enkele zijden werd gesuggereerd maar in het belang van onze boeren, die een emigratie naar Brazilië overwogen, opdat deze mensen teleurstellingen en moeite bespaard zouden blijven, waar blijkens be richten hun voorgangers mee te kampen hadden. We hebben van de kant van de Fazenda via hun vertegenwoordiger in Nederland, toen een antwoord gekregen, waarin vooral op de mogelijkheden van de Fazenda diepgaand werd ingegaan en we hebben dat in een artikel gepubli ceerd. Op dat artikel is nu van Brazi- liaans-Venrayse zijde een reactie gekomen en even goed als we aan de ene kant de Fazenda aan het woord gelaten hebben, meenden we verplicht te zijn, ook de andere partij het woord te moeten laten. Dat men dit afbrekend geschrijf noemt van Peel en Maas is dus al onjuist, want hier waren betrok kenen zelf aan het woord. Of deze mensen de zaak eenzijdig zien, kan de Gazet van Limburg evenmin beoordelen als wij, evenmin als zij of wij kunnen beoordelen of alles op de Fazenda „goede boel" is. Als bezoekers, die daar enkele weken geweest zijn, al niet eensgezind in hun oordeel zijn, dan wachten wij ons wel voor een oordeel. Dat dit debat is ontstaan over een dergelijke belangrijke kwestie, betreuren wij. Maar we zijn er van overtuigd, dat de oorzaak daarvan niet bij ons ligt. We meenden in het belang van onze toekomstige emigranten te handelen, om een juiste en goede voorlichting te vragen. Dat die voorlichting, blijkens de reactie van verschillende zijden, Herstel van oorlogsschade Voor het herstel van door oor logsgeweld zwaar beschadigde doch herstelbare panden (dit zijn panden, waarvan de herstelkosten meer dan f 3000.bedroegen) is inder tijd door de Wederopbouw in vele gevallen eèn voorlopige financiering verstrekt, zulks in afwachting van nadere wettelijke voorzieningen, welke op dit punt getroffen dien den te worden. In de Wet op de Materiële Oorlogsschaden zijn be palingen opgenomen, welke o.m. een definitieve afwikkeling van de hier bedoelde schadegevallen beogen. In het algemeen gesteld biedt gx/huemde wet 2 mogelijkheden: 1) Toepassing van artikel 8: de vergoeding die krachtens dit artikel wordt toegekend, wordt ook wel de vervangingswaarde of integrale vergoeding genoemd. 2) Toepassing van artikel 72: met toepassing van de z.g. aanvullende bijdrage of premie. V ervangings waar de Toepassing van artikel 8 houdt in, dat een schadevergoeding wordt vastgesteld, welke op de vervan gingswaarde is gebaseerd. Dit be tekent, dat de Staat een zeer groot gedeelte, in vele gevallen zelfs de volledige door de Wederopbouw goedgekeurde herstelkosten, voor zijn rekening neemt. De ervaring heeft uitgewezen, dat de regeling, vooral voor zwaar beschadigde panden, zeer gunstig is. Het bedrag, dat als vervangings waarde wordt vastgesteld, wordt verrekend met hetgeen op grond van een voorlopige financiering reeds aan de belanghebbende werd uitbetaald. Toepassing van artikel 8 is ech ter aan voorwaarden verbonden; deze zijn: a) het zuiver vermogen volgens de vermogensheffing ineens op 1 Januari 1946 van de belanghebben de (n) op schadedatum mag, na af trek van de Rijksbijdrage, een be drag van f 20.000 niet overschrij den. b) vervangingswaarde wordt al leen toegekend voor 1 woning met bedrijf (b.v. woon-winkelhuis) dan wel voor 1 woning en een afzon derlijk bedrijfspand. Aanvullende bydrage Toepassing vanart. 72 komt hier op neer, dat, behalve de Rijksbij drage, door het Rijk nog een aan vullende bijdrage wordt verleend. Deze aanvullende bijdrage varieert van 20 tot 50 pet van 't verschil tussen de goedgekeurde herstel kosten en de Rijksbijdrage en is afhankelijk van de grootte van het betrokken pand. Met enkele uitzonderingen kan een dergelijke bijdrage voor ieder pand worden gevraagd. Ook hier vindt weer verrekening plaats met hetgeen reeds vroeger door de We- niet juist geweest is, hoewel ze door betrokkenen zelf gegeven is, bewijst wel dat er iets hapert. Dat men die „hapering" probeert te camoufleren door dat afbrekend geschrijf te noemen, is niet fair en daardoor worden misverstanden, moeilijkheden en onderiing geruzie eerder vergroot, dan verkleind. Tot schade van de emigratie naar Brazilië zelf en wat nog veel erger is, tot schade van de toekomstige emigrant, wiens onzekerheid alleen maar wordt vergroot. Waarom deze onzekerheid niet weggenomen kan worden door een neutraal en onpartijdig rapport, is een vraag, waarop nog steeds geen antwoord gegeven is. deropbouw werd betaald. Voor diegenen, die een renteloos en/of een rentedragend crediet hebben gehad, zal dit meestal tot gevolg hebben, dat 't rentedragend crediet, verminderd'met aflossingen, aan het Rijk dient te worden terug betaald. De aanvullende bijdrage zal dan gelijk zijn aan 't renteloos crediet, hetwelk daardoor komt te vervallen. Zoals bekend heeft de Staat het recht, voor een verleend rentedra gend en renteloos crediet een hy potheek te vestigen op 't betrokken pand. Zowel art. 8 als 72 bieden dit grote voordeel, dat het recht op hypotheekvestiging door de Staat komt te vervallen. Een reeds inge schreven hypotheek zal worden doorgehaald. Dit is van veel belang voor hen, die hun pand willen" ver kopen of bij derden geld onder hy- photecair verband willen opnemen. Aanvraag indienen! Volgens de Wet worden art. 8 en 72 slechts op verzoek van de be langhebbende (n) toegepast. Voor hen, die hun panden vóór 4 Jan. 1952 hebben hersteld, moet deze aanvrage vóór 4 Jan. 1954 worden ingediend. De afd. Wederopbouw ter gemeentesecretarie Venray ver strekt hiervoor formulieren, welke na ingevuld en door alle belang hebbenden te zijn ondertekend aan het op het formulier voorkomende adres moeten worden ingezonden. Tenslotte is er in deze kategorie schadegevallen een aantal panden, waarvoor tot dusver alleen maar een Rijksbijdrage, eventveel aange vuld tot f 2250 of f 3000 is ver strekt, zonder verdere financieele tegemoetkoming. Ook zij kunnen eventueel in aanmerking komen voor vervangingswaarde of aan vullende bijdrage. Een desbetreffend verzoek moet door hen eveneens vóór 4 Jan. 1954 worden ingediend. Zij dienen zich echter vooraf te verstaan met de afd. Wederopbouw ter gemeentesecretarie Venray, ten einde te vernemen aan welke voor waarden zij nog meer moeten vol doen. Indien reeds een verzoek om toepassing van art. 8 of 72 is ge daan, behoeft dit niet meer te worden herhaald. Nadere inlichtingen worden U gaarne door de Afdeling We deropbouw ter gemeente-secre tarie Venray verstrekt. Herbouw Oorlogsschade Verzoeken om afwikkeling vol gens de Wet op de Materiële Oor logsschade van voorlopig gefinan cierde herbouwgevallen (dat zijn die gevallen waarvoor de Staat een deels renteloos en/of rentedragend crediet heeft verleend) moeten ook eveneens vóór 4 Jan. 1954 plaats hebben. De voorwaarden voor toepassing van artikel 8 zijn dezelfde als voor herstelgevallen; de uitvoering is echter geheel verschillend. Het is in vele gevalllen, ook al komt de belanghebbende in aanmer king voor artikel 8, niet zo, dat dit artikel de gunstigste uitkomst geeft. De grootte van het gebouwde pand en het daarvan afhankelijke bedrag der goedgekeurde bouwkosten, als ook het tijdstip waarop gebouwd werd spelen hierbij een rol. Voor de berekening van artikel 8 zijn 2 methoden, waarvan de laagste uitkomst de uitkering voor dit ar tikel bepaalt, te weten: Voor een woning of een bedrijf: methode 1. Het op het tijdstip van aanvang van de bouw geldende indexcijfer min 1 maal f5000 plus de Rijksbijdrage. methode 2. De goedgekeurde bouw kosten min de bouwkosten op basis van Mei 1940 plus de Rijksbijdrage. Voor een woning met bedrijf (b.v. woon en winkelhuis) methode 1. Het op het tijdstip van aanvang van de bouw geldende indexcijfer min 1 maal f 8000.- plus de Rijksbijdrage, methode 2. De goedgekeurde bouw kosten min de bouwkosten op basis van Mei 1940 plus de Rijksbijdrage. Stellen wij het indexcijfer op het tijdstip van de aanvang van de bouw b.v. op 3, dan wordt de uitkomst volgens methode 1 dus maximaal 1 is 2 x f 5000 plus de Rijks bijdrage voor een woning of een afzonderlijk bedrijf. Voor een wo ning met bedrijf derhalve 2xf8000 plus de Rijksbijdrage. Zeer globaal geschat zal de uit komst volgens methode 2 bedragen 2 3 x de goedgekeurde bouwkosten plus de Rijksbijdrage. Bij toepassing van artikel 72 zal in de regel het rentedragend cre diet aan de Staat moeten worden terugbetaald plus 10 pet. van het renteloze crediet (afkoop). Echter bestaat tevens de mogelijkheid dat door inmiddels plaats gehad heb bende huurstijgingen het renteloos crediet verlaagd en het rentedra gend crediet verhoogd moet worden. (Het rentedragend deel vormt nl. het rendabele deel van het pand; door hogere huurwaarde stijgt de rendabele waarde van een pand). Het verschil dat ontstaat door ver laging van het renteloze crediet zal dan eveneens aan de Staat moeten worden terugbetaald. Onteigende, herstelbaar beschadigde woningen Van belang is nog, dat voor her stelbaar beschadigde panden, welke onteigend zijn en waarvan de ont eigeningsvergoeding nog niet defi nitief is vastgesteld, eveneens vóór 4 Januari 1954 toepassing van de Wet op de Materiële oorlogsschade wordt gevraagd. Voor de oorlogs schade, welke, doordat het pand onteigend werd, niet hersteld is kun nen worden, zal dan alsnog een nor male herstelfinanciering gegeven kunnen worden. Rest nog de mededeling dat geen betaling van rente over het rente dragend crediet wordt gevorderd vanaf de datum waarop de belang hebbende te kennen heeft gegeven voor afwikkeling volgens de Wet op de Materiële Oorlogsschaden in aanmerking te willen komen. De afd. Wederopbouw op het ge meentehuis verstrekt U over deze moeilijke materie alle hulp. Men gelieve zich dus hiertoe te wenden. Werkt allen mee aan de Parochiële Kerstactie! Geachte Redactie, Uw opmerkingen in Peel en Maas van 5 Dec. j.l. betreffende rijvaar- digheids-examens kan ik ten volle onderschrijven. Ik heb ook al vaak gedacht: Waarom is Venray bij het afleggen van bedoelde examens uitgeschakeld, terwijl daar toch reeds jaren en jaren de gelegenheid voor bestond? En Venray is toch een plaats van betekenis, die in dit geval als middelpunt van Noord- Limburg toch wel voor bovenge noemd doel in aanmerking mag ko men. Als 't juist omgekeerd was ge weest, dus, als in Venray eerst geen examens hadden afgelegd kunnen worden, maar deze plaats met de nieuwe regeling juist wel was aan gewezen, dan zou iedereen dat vanzelfsprekend gevonden hebben. Vooral, nu als gevolg van het toe nemend motorverkeer het aantal aspirant-motorrijtuigen-bestuur ders zo is toegenomen. De veronderstelling, dat Venray geen geschikte examinators zou hebben, is natuurlijk onzinnig, 't Is zoals U opmerkt: „de rijkunst moet uit ervaring en practijk geleerd worden." De routine maakt iemand rij vaardig, géén examen! En als een examinator het gaal zoeken in allerlei futiliteiten, dan slaagt nie mand, ook de examinator zelf niet, als hij nog eens examen zou moe ten afleggen. Het zou inderdaad ongetwijfeld veel geld en veel tijd besparen, als de oude regeling weer zou worden ingevoerd en in Venray rij vaardig - heids-examens konden worden af gelegd. Wis en zeker: daar is alles voor en niets tegen. Maar nu de quintessence: Hoe kan dit verkregen worden? Wie neemt het initiatief? Is er in Ven ray geen vereniging van automo bilisten of motorrijders, die in sa menwerking met elkaar deze zaak aanpakken, eventueel met steun van ANWB en KNAC? Ongetwijfeld kan gerekend wor den op de volle sympathie van alle motorrijtuigen-bestuurders en zeer zeker van de vele toekomstige rij ders uit Venray en omgeving. We hopen op succes! Hoogachtend, A. RONGEN. Blitterswijck, 8 Dec. '53.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1