Werkeloosheid
getallen juist?
Steunt uw orgelfonds
Schoolonderwijzer-Koster
Joannes Deenen
Beslissende cijfers
Uit„Peel en Maas"
BUITENLAND
De verkregen autorisatie om een
winkel in Oostrum in zeep, zout en
kruidenierswaren te gaan houden,
was aan Joannes Deenen verleend
in zijn hoedanigheid als koster. Zo
had hij ook zijn verzoekschrift in
gekleed. met gunstig gevolg dan.
Die winkel werd natuurlijk niet
door hem, maar door zijn vrouw
gedreven.
Zeker was de oprichting van die
winkel een goed denkbeeld. Oos
trum en Lull (met Boshuizen), het
kerkelijk gebied van het rectoraat
Oostrum (het kosterschap van
Joannes Deenen) telden samen in
een rond getal 500 inwoners. Zulk
een winkel beloofde dus wel, lonend
te zijn.
Maar ongetwijfeld sloot 't inslaan
van die weg voor Joannes Deenen
ook in, dat zijn onderwijsillusies
minstens grotendeels vernietigd
waren. Vooreerst had zelfs zijn dub
bele functie van schoolonderwijzer
en koster hem jarenlang niet meer
dan een kwartje daags opgeleverd,
eerst elf jaren voor zijn eigen onder
houd, daarna voor het onderhoud
van zijn gezin en hemzelf, totdat
het de provinciale gratificatie „ver
hoogd" was tot de duizelingwek
kende „hoogte" van een dikke 32
cents.
Doodjammer is het, dat hij in zijn
nagelaten documenten niet heeft
opgegeven, hoeveel hij van zijn per
soonlijk fortuin had ingeteerd, dus
aan het wanbeleid van het Venrayse
gemeentebestuur ten offer had
moeten brengen!
Nota bene, het bestuur, dat hem,
met het kerkbestuur samen, ge
vraagd had door zijn diensten uit
de nood geholpen te worden. En
hem daarna maar liet st
Tweedens liet het gemeentebe
stuur hem maar aansukkelen met
het hoog opgevoerde aantal school
kinderen in één vertrek van de
kosters woning!
En dat het gehele jaar door!
Wat een hels werk moet dat ge
weest zijn voor de krachten van
één persoon. (Later heeft hij wel
hulp gekregen van zijn zoon Jaco
bus, maar toen was hij de beste
jaren van zijn leven al voorbij, en
bovendien moest Jacobus dat maar
doen uit liefde voor zijn vader, hij
heeft er nooit een cent vergoeding
voor ontvangen). Het was absoluut
uitgesloten, dat er onder zulke be
droevende omstandigheden iets van
onderwijs en opvoeding terecht
kwam!
De regering in Den Haag trok er
zich evenmin wat van aan. Heeft
zij dat wel ergens in het hele land
gedaan?
Maar daarbij kwam, dat Limburg
immers staatkundig geen „Hollands"
gebied was. Noord-Limburg was
Opper-Gelder en lid van" de Duitse
bond. Van 1815 tot 1848 (eigenlijk
1839) zogenaamd Belgisch. Geen
staatkundig Nederlands gebied,
maar toch gold de Hollandse wet
geving er!
Daarvoor gaf de regering niets,
maar eiste wel drukkend zware be
lastingen!
Zulk een verward staatsbeleid
bood het plaatselijk bestuur van alle
gemeenten prachtgelegenheden om
in troebel water te vissen en de
vette snoeken naar eigen keuken
over te brengen.
Hoe konden zulke misstanden be
staan en maar blijven voortbestaan,
ofschoon de ingezetenen, die niet
dicht bij het vuur mochten komen,
daar de slachtoffers van werden?
Zo is het mogelijk geworden, dat
het peil van volksontwikkeling zelfs
tot rond het jaar 1900 zeer laag
stond, in heel Limburg enPeelland!
En het is waarlijk geen wonder
dat daarmee gepaard ging een on
rustbarend hoog criminaliteitscijfer!
Of de winkeliers in de dorpskom
van Venray ingenomen waren met
de winkel van Joannes Deenen in
Oostrum?
met hen te beginnen.
De boer schonk wijn en onder het
ledigen van de glazen werd er krijgs
raad gehouden, hoe nu verder te
handelen.
De vrouwen bleken het wreedst
in hun wraakgevoelens. Onze boerin
eiste hun dood, ze moesten maar
ergens als honden in de grond ge
stopt worden.
De meer gematigden waren de
mening toegedaan, dat zij een flink
pak slaag verdiend hadden. Dat was
echter al gebeurd.
Het was niet raadzaam ze vrij te
laten. Je kon er van verzekerd zijn,
dat zij dan terug zouden komen om
wraak te nemen en dan versterkt
met een hele bende kameraden.
In dergelijke kleine dorpen geeft
het oordeel van het dorpshoofd ge
woonlijk de doorslag. Zo kwam het,
dat ook nu besloten werd het dorps
hoofd te raadplegen. Hij moest
maar zeggen wat er gebeuren moest.
Iemand ging het dorpshoofd halen.
Deze kwam al gauw. Hij hoorde
de mannen aan en loste, na even
nagedacht te hebben, het probleem
aldus op.
„De rode politie pleegt zich te
verdedigen door te zeggen, dat al
leen die Russen roven en geweld
plegen, die schurken zijn en de be
velen van het rode leger negeren.
Wij moeten dus Russen die geweld
plegen aan de rode politie overhan
digen. Zij moeten dan maar hun
hoofd er over breken, wat zij met
de Russen willen doen".
Iedereen stemde daarmee in.
Een der mannen werd uitgezon
den om de rode politie te waar
schuwen, die in het dichtstbijzijnde
dorp zetelde.
Ons kwam echter deze oplossing
niet al te best van pas.
Als de leden van de rode politie
hierheen kwamen zouden zij ons
We kunnen er weinig over mede
delen. Slechts een enkele notie doet
vermoeden, dat er van die zijde enig
bezwaar was geopperd. Bij de perio
dieke herhaling van de aanvrage
om autorisatie vinden wij wel ar
gumentering van het verzoek (bij
de eerste aanvrage was elke argu
mentering achterwege gebleven),
daarin bestaande, dat de winkel tot
groot gerief van Oostrum en Lull
diende.
Het is opvallend, hoe weinig Joan
nes Deenen geneigd was tot klagen!
Maar hoe eigenaardig is het toch,
de Wet aan onderwijzers verbood,
er enig bedrijf bij uit te oefenen.
De theorie luidde, dat het onder
wijs de hele .mens van de onder
wijzer vergde. (Zonder dat die Wet
echter tevens een behoorlijk bestaan
alleen als onderwijzer waarborgde.
Hoe weinig belangrijk moest dan
wel de functie van minister, van
Kamerlid, van burgemeester, van
wethouder, enz. geacht zijn?
De bekleders van die functies
mochten er immers gerust nog
twintig andere functies, zaken en
bedrijven bij waarnemen!
Blijkbaar hadden zij in hun functie
alleen niet veel te doen, en vor
derde die van hun hersens ook niet
zoveel inspanning en tijd, dat zij
hun andere zaken niet meer konden
bijkomen!
't Is gek ingericht in een staats
bestel.
0—
Niet alleen collega's riepen de
hulp van Joannes Deenen in. Ook
anderen deden dat.
Wij zullen dat toelichten met
slechts een paar voorbeelden.
Onder meer het geval van de
weduwe Joannes Tissen te Venray,
die door de dorpsmachten in de
steek gelaten was, toen haar zoon
en kostwinner opgeroepen was voor
de militaire dienst.
(Wordt vervolgd)
Land- en Tuinbouw
Herfstbemestingsadviezen
Nu de meeste gewassen het veld
weer hebben geruimd en de herfst
inmiddels weer zijn intrede heeft
gedaan, lijkt het ons goed even stil
te staan bij die meststoffen welke
thans met succes kunnen uitge
strooid.
Afgezien van de herfstbemesting
van stikstof of wintergranen, kool
zaad e.d„ bepalen wij ons nu meer
bij de fosfaat-, kali- enkalkbemes-
ting. Wat betreft de fosfaatbemes
ting is de tijd nu rijp om, in de
eerste plaats op de kalkbehoeftige
gronden (te lage pH) Thomasmeel
te strooien.
Van de verschillende kalimest
stoffen kunnen wij de chloorhou-
dende soorten (Kalizout 20 pet,
40 of 60 pet) het beste in de herfst
toedienen. Dit met het oog op chloor-
beschadiging bij gewassen welke
hiervoor gevoelig zijn (aardappelen,
tabak, stambonen, wortelen, vrucht
bomen e.a.).
De kalkmeststoffen dienen maar
nodig ten spoedigste te worden ge
strooid en zo mogelijk door de bouw-
voor gemengd. Pas dan zal men
voor een volgend oogstjaar een vol
ledig rendement kunnen verwachten.
SchtitfinappeH
tyotó-atüunü
£uXe~])ó6t
Hierin vindt U
pracht St. Nicolaascadeaux bij
fa. van den Munckhof
naar alle waarschijnlijkheid herken
nen en dan werden wij gearresteerd.
Hoe moesten wij dat ontlopen?
De oplossing drong zich vanzelf op.
Onze boer had een paard, dat hij
nog steeds voor de Russen had
weten te verbergen. Maar ook het
rode bestuur was geneigd op alle
trekdieren beslag te leggen: in het
belang van de leden der communis
tische partij. De boer nu was bang,
dat zijn paard de afgunst van de
roden zou opwekken. Hij wilde het
beest weg hebben voor de rode
politie er was. Hij gaf zijn beide
meisjes opdracht het paard naar
de boerderij van zijn zwager te
brengen, een tien kilometer verder
op. De meisjes waren bang alleen
de nacht in te gaan. Mijn vrouw
bood toen aan met hen mee te gaan.
1-Iet paard werd uit de stal ge
haald en, met die twee als weg
wijzers, zijn wij in die nacht op pad
gegaan.
Om een stuk weg af te snijden,
werd een pad dwars door de weiden
genomen, maar toen kwamen we op
een moerassig terrein, waar we tot
onze knieën door het brakke water
moesten waden. Het paard zakte er
tot zijn borst in. Met moeite kregen
we het eruit.
Het begon al te schemeren, toen
wij de boerderij van de zwager be
reikten. Juist op tijd. Een kar, met
de rode politie voor de andere hoeve,
ratelde hetzelfde ogenblik de weg
over.
Des middags kwam de kar weer
voorbij.
De drie gebonden Russen zaten
er op.
Zo was dus het gevaar geweken
en konden wij teruggaan.
Toen wij, na opnieuw drie uur ge
lopen te hebben, thuis kwamen, ont
ving ons de boer met zeer slechte
berichten. De rode politie had zeer
We hebben in dit blad een inte
ressante discussie gehad als we
dat grote woord mogen gebruiken
over de arbeidsreserve in deze
streek. Van de ene kant werd ge
zegd, dat er in Venray een verbor
gen werkloosheid is, vooral onder
de jonge boeren, van de andere
kant werd dit min of meer ont
kend. Beide partijen hebben daar
voor hun argumenten naar voren
gebracht en het feitelijk aan de
lezer over gelaten om conclusies te
trekken.
De lezer kan echter geen conclu
sies trekken, omdat in deze betogen
met cijfers werd gewerkt, die aan
zouden geven welke precies het
aantal mensen is, dat werkloos is
zonder als zodanig te zijn ingeschre
ven. En deze cijfers zijn niet con
troleerbaar.
De enige cijfers die namelijk over
de verborgen werkloosheid beschik
baar zijn, zijn die van het Gew.
Arbeidsbureau, waar de een of
andere ambtenaar, een schatting
maakt. Een schatting, die hij,
ondanks al zijn ervaring, feitelijk
nergens op baseren kan. ITet
kan te laag, het kan te hoog zijn.
En dat brengt gevaren met zich.
Als men inderdaad industrialisatie-
politiek wil voeren, men dus een
gemeente of streek wil doen profi
teren van industrie, dan is op de
eerste plaats toch wel nodig dat
men zo zuiver mogelijke gegevens
heeft over arbeidskrachten, al of
niet verborgen.
Want hoe wil men anders fabri
kanten en industriëlen warm kun
nen maken, om hun fabriek of
industrie in deze streek te vesti
gen.
Als men zich op schattingen moet
baseren, bestaat de grote mogelijk
heid, dat men de plank ver mis
slaat en dat hierdoor de zich vesti
gende industrie moeilijkheden zal
ondervinden met het aantrekken
van arbeidskrachten. Hierdoor loopt
deze industrie niet alleen vast,
maar ook verdere industrialisatie
pogingen zullen mis lopen, omdat
het voorgevallene nu niet bepaald
een reclame is voor Venray en
omgeving.
Zeker, er is enkele jaren geleden
een rapport geweest van de E.T.I.L.,
maar de toestand is intussen wel
heel wat gewijzigd, zoals we uit
het betoog van de jonge boeren
leider vorige week hebben kunnen
lezen, en bovendien waren ook deze
cijfers weinig anders dan schattin
gen. Er zullen dus op de eerste
plaats juiste cijfers moeten komen,
wil men niet voor verrassingen
komen staan.
Dat deze wetenschappelijk zo
juist mogelijk moeten worden
vastgesteld, behoeft na het boven
staande wel geen betoog meer.
Met deze vaststelling houden zich
verschillende instituten bezig en
het zal zaak zijn, die zo gauw
mogelijk aan het werk te zetten.
Een gemeente hier in de buurt,
die met ongeveer dezelfde moeilijk
heden zit als Venray, wat betreft
werkloosheid en arbeidsoverschot,
heeft na enkele geslaagde pogingen
om industrie aan te trekken, moeten
constateren, dat men beter even
halt kan houden, omdat de reeds
aangetrokken industriën geen per
soneel genoeg konden krijgen en
dat terwijl men er van hogerhand
van overtuigd was, dat er nog
genoeg moest zijn.
Deze kans loopt men in Venray
even goed als men niet zorgt, dat
men op de eerste plaats over zuivere
gegevens beschikt. Naast en met
het wetenschappelijk onderzoek zou
men kunnen proberen om b.v. jonge
uitvoerig geïnformeerd naar de bij
hem wonende hoofdstedelingen.
Waarom zij er niet waren?
En wanneer zij terug kwamen?
Zij hadden gezegd, dat zij terug
kwamen om met ons te spreken.
Dat was verschrikkelijk.
Het nuchtere verstand zei, dat wij
hier direct weg moesten.
Het is echter wel eens moeilijk
het nuchtere verstand te volgen.
Wij waren doodop van het vele
lopen. En wisten nergens een plaats
om naar toe te gaan. Gingen we
in het wilde weg de wereld in, dan
zouden alle banden met Peter ver
broken worden. Hij toch zou naar
ons toe komen om ons te waar
schuwen. Ons adres konden wij niet
achterlaten, ten eerste, omdat wij
niet wisten, waar wij onderdak
zouden vinden, ten tweede, omdat
dat adres eveneens de politie op ons
spoor zou brengen.
Er bleef niets anders over dan
onze gastheer te vertellen hoe de
zaken stonden en dat wij alle reden
hadden de rode politie te ontlopen.
Hij luisterde vol aandacht.
„Als deze schurken achter u aan
zitten, dan behoort u tot de goede
Hongaren. U kunt rustig hier blij
ven. Achter in de hof staat een
hooiberg, verbergt u daarin. Als ze
u komen zoeken, dan zeg ik wel,
dat u al lang weg bent. Daarna
zullen wij er wel wat op vinden".
Wij gingen de hof op. In de hooi
berg maakten we ons een holte en
kropen onder het hooi. Spoedig had
de slaap ons overmand.
Door het geschud van het meiske
werden we wakker.
„Sta op! Hier is de man, die u
hier gebracht heeft".
Peter stond voor ons.
Nu waren er goede berichten. De
leiders van de rode politie in Kis-
kunhalas, twee winkelbedienden
boeren te registreren, die op voor
hand toch al reeds weten, dat zij
in Nederland geen kans hebben om
zelfstandig boer te worden. Het
zou een prachtige taak zijn voor de
jonge boeren-organisaties om op
dit terrein eens een enquete te
houden, waarbij dan tevens een
beeld te krijgen is, over de bereid
heid om over te schakelen op
industrie in deze kringen.
Ons lijkt, dat dit onderzoek in
overleg met het Gemeentebestuur
of de industrie-commissie ingesteld
én voor de jonge boeren-organisaties
zelf én voor het Gemeentebestuur
alleen maar verhelderend kan
werken. Zowel de betrokkene, als
de organisatie en de gemeente
kunnen er hun voordeel mee doen.
o
Van de andere kant is het zo,
dat de cijfers, die wel bekend zijn,
dus die van de zgn. geregistreerde
werkloosheid ook een verwrongen
beeld geven van de toestand.
In dit blad is al meermalen be
toogd, dat feitelijk de arbeiders bij
zgn. vrije-werken, de Cultuur Tech
nische werken, even goed geregis
treerd dienden te worden, als de
DUW werkers. Niet alleen de aard
van het werk is het zelfde, maar
ook omdat deze werken voor het
grootste deel een verzamelplaats
zijn van mensen, die in hun vak
geen werk kunnen vinden of niet
bereid zijn een vak te leren.
Het is jammer genoeg zo, dat
door deze zgn. Vrije Werken, vele
en vooral jonge arbeiders worden
ontrokken aan de industrie.
De praktijk leert nu eenmaal, dat
een loon van 40 tot 50 gulden per
week, die door deze jongelui daar
verdiend kunnen worden, meer
aantrekkingskracht heeft, dan een
behoorlijke vakopleiding, die in de
aanvang zeker niet niet zo goed
gesalarieerd zal worden.
Men kan daar tegen preken zo
veel men wil, het loonzakje speelt
bij de meesten de grootste rol. En
als er over enige tijd geen vrije
werken meer zijn, dan is er immers
de sociale zorg, die op de een of
andere wijze wel zal zorgen, dat
zij aan hun geld komen.
Zien we van de ene zijde de
Overheid-gelden beschikbaar stellen
om de industrialisatie in bepaalde
gebieden te doen slagen, van de
kant is het Overheidsgeld (Sociale
Zorg) dat de arbeiders weghoudt
uit de industrie.
Zowel Sociale Zorg, als de in
dustrialisatie politiek van de over
heid zijn op zich goed, maar hier
schuilt een fout, die kan beslissen
over het al dan niet slagen van een
industrie, van een industrialisatie
in een gemeente of bepaalde streek.
Ofwel het verbod van tewerkstel
ling van arbeidskrachten die elders
beter gebruikt kunnen worden, of
lagere lonen voor de jongste ar
beiders op die werken zal nood
wendig zijn, om hier de voor hen
zelf ook gewenste verandering in
te brengen.
Met de industrialisatie-politiek
zal dus ook met deze cijfer-groe-
pering rekening moeten gehouden
worden. Een eenvoudige oplossing
zal te vinden zijn op de Arbeids-
bureaux, waar deze mensen staan
ingeschreven. Dat verder op boven
genoemd punt rustig gewezen mag
worden bij de overheid, is een
volgende conclusie in 't belang van
de industrialisatie van deze streek.
Zeker nu in de toekomst nog meer
dere vrije werken, als aanleg van
een vliegveld e.d. in overweging
wordt genomen.
uit Budapest, waren er met onze
kisten, die zij in beslag genomen
hadden, vandoor gegaan. Zij hadden
blijkbaar meer waarde toegekend
aan deze buit dan aan een politieke
loopbaan met een onzekere toekomst.
Thans was een schoenmaker ter
plaatse leider geworden. Peter had
gesproken met de rode politie. Zij
hadden er geen idee van, waar wij
zaten. De meesten achtten het een
verzinsel, dat wij in Pirto gezien
zouden zijn.
Zo konden wij dus rustig bij hem
terug komen.
In onze vreugde vergaten wij alle
dreigende gevaren.
Wij snelden het huis in om onze
bagage te grijpen en op weg te gaan.
De boerin wilde ons niet met lege
handen laten gaan daar wij maar
twee dagen bij haar gelogeerd had
den en zodoende geen tijd hadden
gehad de waarde van de haar ge
schonken lappen op te eten. Zij
pakte gauw wat eieren, spek, boter,
worst en meel bij elkaar.
Terwijl wij aan het inpakken
waren, kwam er een kar voor het
huis. Door het raam zagen wij twee
agenten met een rode armband om
en een geweer in de hand van de
kar afspringen.
Wij kregen echter geen tijd meer
om ons te verbergen. Het zou ons
ook niet geholpen hebben, want wij
hoorden het ene kleine meisje op
een vraag van de agenten antwoor
den, dat wij in de keuken waren.
De agenten begonnen met Peter
te vragen naar zijn legitimatie
papieren.
In de hof kon ik uit het twist
gesprek opmaken, dat de agenten
daarmee niet tevreden waren.
Toen kwam een van de agenten
de keuken in. Hij was een geweldig
grote en dikke boer. Zijn onzekere
gang wees er op, dat hij lichtelijk
14 November 1891
Ter inventarisatie van de archie
ven verbleef te Venray A.J. Flament,
adjunct-archivaris te Maastricht.
18 November 1893
Gepubliceerd werd de gemeente
begroting van de dienst 1894. In
komsten en uitgaven werden be
raamd op f 28.468,40.
Tot rijksveldwachter werd be
noemd G. Schilleman, uit Bigger-
kerk.
TussenWanssum en Well, werd
het offerblok, staande bij het kruis,
door een onbevoegde geledigd.
14 November 1903
Het beheer van de aloude Bier
brouwerij „De Keizer" van Jean
Poels, zou opgedragen worden aan
Fr. van Baar te Deurne.
Tot stationschef te Iledel werd
benoemd J.M.L. van Riet, klerk
telegrafist te Venray.In zijn plaats
kwam J.B. de Wolf uit Den Bosch.
Onder de leden van de coöpe
ratieve boterfabriek te Lull, kwam
ook een Eierbond tot stand.
De heer H. Potjer, vroeger
Rijksontvanger te Venray, werd be
noemd tot Ontvanger te Heusden.
P. Odulphus de Haas O.F.M.,
hield op 8 November eenliefdadig-
heidspredicatie, die voor de Sint
Vincentiusvereniging f 99,13 op
bracht.
Bij het café van Jacob van de
Voort te Oostrum, werd het rijwiel
van de smid J. Kuijpers van Lull
ontvreemd.
De Fanfare Euterpe bracht 8
November een serenade met fakkel
licht aan haar president Theodor
van den Bogaart,bij gelegenheid van
diens patroonfeest.
Het circus „a la Genoveva",
trok heel weinig bezoek.
De drinkput achter de woning
van L. van Hout aan de Langstraat,
werd door het inschudden van pe
troleum bedorven.
ITALIë.
De kwestie Triest dreigt een
kruitvat te worden, nu de Italianen
het niet langer nemen, dat Tito
met zoveel respect door de Gealli
eerden, Amerika en Engeland be
handeld wordt en met zijn bluf en
wapengekletter, de beide machten
tot een bedaard en voorzichtig op
treden dwingt.
De Italianen, heet gebakerd als
zij zijn en de antipoden van de
laconieke Engelsen, hebben hevige
protest-demonslraties in Triest uit
gelokt,
Sinds de tijd van de Abessijnse
oorlog en het toenmalig verzet
tegen de sancties is er niet meer
zo'n uitbarsting van overdrijving
van al wat Engels is, in Italië ge
weest.
Niet alleen te Rome, maar in tal
van andere steden van het schier
eiland hebben de bloedige inciden
ten van Triest een golf van natio
nale verontwaardiging doen op
slaan.
Niet alleen bij de uiterst rechtse
elementen, zoals de neo-fascisten,
maar ook bij oprechte democraten
is de ontroering groot en de ver
bolgenheid richt zich vooral tegen
de Britten, die veel meer dan de
Amerikanen verantwoordelijk wor
den gesteld voor wat er in de
betwiste havenstad is gebeurd.
Dat de onlusten aldaar ontstaan
zijn naar aanleiding van 't hijsen
der Italiaanse vlag, wordt als een
bewijs aangezien, dat de Anglo
Amerikanen de Joegoslaven ter
wille zijn.
Zaterdag stond de Eeuwige. Stad
in rep en roer.
Het optreden van de Engelsen
heeft vooral zoveel verontwaardi
ging in Italië verwekt, dat de am
bassadeur officiële protesten heeft
laten horen in Londen.
aangeschoten was.
„Legitimeert u zich!"
Te zeggen, dat wij geen legiti
matie-bewijs hadden, zou zonder
meer een arrestatie tot gevolg ge
had hebben. Er zat niets anders op
dan hem onze eigen legitimatie
bewijzen te geven met onze eigen
foto's.
Hij draaide de papieren een tijd
lang tussen zijn vingers, keek er
naar. Vergeleek ons met de foto's.
Las onze namen enkele keren hard
op. Op het laatst zei hij met luide
stem:
„Dat is in orde. Wat zoekt u
hier?"
Uit zijn vraag begreep ik, dat hij
ons niet kende. Tegelijkertijd hoor
de ik in de hof de andere agent ver
tellen, dat hij een arbeider uit een
van de ijzergieterijen uit Budapest
was, uit politieke overtuiging in
dienst van de rode politie getreden.
»Wij gingen het land op, om
levensmiddelen te ruilen".
Ik gaf mijn vrouw een wenk, zij
begreep me en ging naar de kamer,
nog net voor de andere agent, de
keuken in kwam.
Mijn grootste zorg was nu eerst,
hoe ik de bewijzen de boerenagent
afhandig kon maken, want als de
arbeider uit Budapest onze naam
hoorde en mijn vrouw zag, zou alles
verloren zijn. Het was niet waar
schijnlijk, dat hij mij zou kennen.
Ik stond op en nam de dikke boer
de legitimatie-bewijzen uit de hand.
Wat onthutst heek hij mij aan.
De andere die juist binnen kwam
zei:
„Hebben deze mensen zich geligi-
timeerd?"
„Ja. De papieren zijn in orde".
De arbeider keek me een tijdlang
onderzoekend aan. Ik voelde dat
hij zijn geheugen naging waar hij
me ontmoet kon hebben.
Wordt vervolgd
Maar Engeland wijkt niet en zo
als bekend, wanneer Engeland zich
sterker voelt, moet de zwakkere
bukken.
De Italiaanse ambassadeur in
Londen kreeg dan ook de wind van
voren en vernam van Eden, dat de
regering achter de Engelse bevel
hebber in Triest staat.
Nu wil men het doen voorkomen
of het alleen maar neo-fascisten
zijn, die de relle'jes hebben veroor
zaakt.
Dat is natuurlijk een middel om
de wereld te doen geloven, dat het
een overdreven Italiaans nationa
lisme is, dat hieraan ten grondslag
ligt.
Maar men vergist zich, want de
Italianen zijn vrij algemeen in hun
opvattingen over de kwestie Triest
en op deze weg voortgaan zal op
Engeland schuld laden het Italië
van tegenwoordig, dat politiek toch
al zo wankel is, te drijven in de
richting van het neo-facisme.
Intussen dienen de Italianen de
oplossing van het probleem niet
door zich ongeduldig te tonen en
te ageren. Maar wie is daarmede
begonnen
Wie is begonnen met dreigen
PERZIë
Nu Mossadeq in zijn pyama en
ochtendjas voor zijn rechters staat
is de belangstelling van geheel de
wereld weer op deze typische man
gericht, wiens fanatisme Perzië in
korte tijd straatarm heeft gemaakt
door de rijke bron van 's lands
inkomsten, de olievelden, droog te
leggen.
Het proces heeft een ongekend
verloop met een beschuldigde, die
zijn rechters onbevoegd verklaart
over hem te oordelen en die het
ene ogenblik met de vuist op tafel
slaat en even later een en al on
derdanigheid is en dan weer met
sarcasme de rechter antwoordt.
Niemand weet, hoe het vonnis
zal uitvallen.
De verwachtingen lopen uiteen
van de doodstraf tot levenslange
of zeer lange gevangenisstraf.
Toeschouwers in Teheran, de
Perzische hoofdstad zijn van me
ning, dat de dood van Mossadeq
de nationalistische gevoelens van
een sterke groep Mohamedanen zal
aanwakkeren. Deze groep heeft vrij
v.eel invloed.
Toen Mossadeq werd afgezet,
verwachtte iedereen, dat de olie
kwestie tussen Perzië en Engeland
spoedig zou zijn geregeld. Het lijkt
er echter niet op.
Politieke waarnemers zijn van
mening, dat de Sjah niet liever
wil dan de kwestie in het reine te
brengen, teneinde op deze wijze de
berooide schatkist van het land
weer bij te vullen.
Hij heeft echter te maken met
sterke nationalistische gevoelens,
die het accoord met alle geweld
willen verhinderen en in ieder ge
val tot dusver hebben kunnen
traineren.
Aanbesteding
weg Oostrum-Well
Bij de Maandag te Maastricht
gehouden aanbesteding van het
maken van een aardebaan met
verharding voor verlegging van de
provinciale weg Oostrum-Well (toe
gangsweg tot bij Well over de Maas
te bouwen brug) volgens bestek
no. 30, dienst 1953, werd ingeschre
ven als volgt:
Aannemersbedrijf
P. C. Zanen te Tilburg f 298.670
Vissers' Wegenbouw en
Aann.bedrijf te Drunen f 308.900
Janssen de Jong C.V.
te Horst f 318.600
H. Boesewinkel, Nijmegen f 321.000
Konings Wegenbouw
te Vught f 327.600
Aannemersbedrijf
„De Oosthoek" te Uden f 327.800
W. Rasenberg en Zn., Breda f 330.900
R. Foeckert te Heerlen f 333.000
T. Tempelman en Zn.
te Geleen f 342.000*
Aann. en Wegenbouwbedr.
„Limburg" te Heerlen f 342.200
Gebr. Hoyinck, Arnhem f 349.640
De Geruisloze Weg
te Heemstede f 359.000
Kon. Mij. Wegenbouw
te Roermond f 377.700
Fa. Jac. v. Oord en Zn.
te Utrecht f 396.700
Man eet muis... en wint auto!
Het was in een café in het West-
faalse dorp Straelen dicht bij de
Nederlandse grens, dat een muisje
zich zonder ophef zijn weg zocht
door de gelagkamer naar zijn
holletje ergens onder een plint.
Op het laatste ogenblik echter
werd het beestje opgemerkt door
een der stamgasten, die hier een
gelegenheid zag om zijn handigheid
te vertonen en met een snelle greep
het diertje te pakken wist te
krijgen. De andere aanwezigen
staken hun waardering voor deze
prestatie niet onder stoelen of
banken en er was er een, op nog
meer sensatie belust, die de muizen
vanger uitdaagde: „Als je dat beest
levend opeet, krijg jij mijn auto".
De uitgedaagde keek eens door het
raam om zich ervamte vergewissen,
dat de uitgeloofde prijs er werkelijk
stond.
De wagen was inderdaad de
moeite waard, vond hij en zonder
verder te aarzelen verzwolg hij het
muisje. De auto werd hem, en de
voormalige eignaar verzocht alleen
er mee naar huis gebracht te
worden. Hetgeen geschiedde.
Kleuter onder vrachtauto
Maandagmiddag is het drie-jarig
jongetje van de familie De B. uit
Breda, op het marktplein te Deurne,
onder een zware vrachtauto gelopen
en dodelijk verongelukt. Het kind
was met zijn moeder bij zijn groot
ouders op vacantie.
Te Roermond werd vrijgespro
ken J. vd. H. uit Venray, verdacht van
het veroorzaken van een ernstige
aanrijding door grove schuld.