Werkeloosheid getallen juist? Steunt uw orgelfonds Schoolonderwijzer-Koster Joannes Deenen Beslissende cijfers Uit„Peel en Maas" BUITENLAND De verkregen autorisatie om een winkel in Oostrum in zeep, zout en kruidenierswaren te gaan houden, was aan Joannes Deenen verleend in zijn hoedanigheid als koster. Zo had hij ook zijn verzoekschrift in gekleed. met gunstig gevolg dan. Die winkel werd natuurlijk niet door hem, maar door zijn vrouw gedreven. Zeker was de oprichting van die winkel een goed denkbeeld. Oos trum en Lull (met Boshuizen), het kerkelijk gebied van het rectoraat Oostrum (het kosterschap van Joannes Deenen) telden samen in een rond getal 500 inwoners. Zulk een winkel beloofde dus wel, lonend te zijn. Maar ongetwijfeld sloot 't inslaan van die weg voor Joannes Deenen ook in, dat zijn onderwijsillusies minstens grotendeels vernietigd waren. Vooreerst had zelfs zijn dub bele functie van schoolonderwijzer en koster hem jarenlang niet meer dan een kwartje daags opgeleverd, eerst elf jaren voor zijn eigen onder houd, daarna voor het onderhoud van zijn gezin en hemzelf, totdat het de provinciale gratificatie „ver hoogd" was tot de duizelingwek kende „hoogte" van een dikke 32 cents. Doodjammer is het, dat hij in zijn nagelaten documenten niet heeft opgegeven, hoeveel hij van zijn per soonlijk fortuin had ingeteerd, dus aan het wanbeleid van het Venrayse gemeentebestuur ten offer had moeten brengen! Nota bene, het bestuur, dat hem, met het kerkbestuur samen, ge vraagd had door zijn diensten uit de nood geholpen te worden. En hem daarna maar liet st Tweedens liet het gemeentebe stuur hem maar aansukkelen met het hoog opgevoerde aantal school kinderen in één vertrek van de kosters woning! En dat het gehele jaar door! Wat een hels werk moet dat ge weest zijn voor de krachten van één persoon. (Later heeft hij wel hulp gekregen van zijn zoon Jaco bus, maar toen was hij de beste jaren van zijn leven al voorbij, en bovendien moest Jacobus dat maar doen uit liefde voor zijn vader, hij heeft er nooit een cent vergoeding voor ontvangen). Het was absoluut uitgesloten, dat er onder zulke be droevende omstandigheden iets van onderwijs en opvoeding terecht kwam! De regering in Den Haag trok er zich evenmin wat van aan. Heeft zij dat wel ergens in het hele land gedaan? Maar daarbij kwam, dat Limburg immers staatkundig geen „Hollands" gebied was. Noord-Limburg was Opper-Gelder en lid van" de Duitse bond. Van 1815 tot 1848 (eigenlijk 1839) zogenaamd Belgisch. Geen staatkundig Nederlands gebied, maar toch gold de Hollandse wet geving er! Daarvoor gaf de regering niets, maar eiste wel drukkend zware be lastingen! Zulk een verward staatsbeleid bood het plaatselijk bestuur van alle gemeenten prachtgelegenheden om in troebel water te vissen en de vette snoeken naar eigen keuken over te brengen. Hoe konden zulke misstanden be staan en maar blijven voortbestaan, ofschoon de ingezetenen, die niet dicht bij het vuur mochten komen, daar de slachtoffers van werden? Zo is het mogelijk geworden, dat het peil van volksontwikkeling zelfs tot rond het jaar 1900 zeer laag stond, in heel Limburg enPeelland! En het is waarlijk geen wonder dat daarmee gepaard ging een on rustbarend hoog criminaliteitscijfer! Of de winkeliers in de dorpskom van Venray ingenomen waren met de winkel van Joannes Deenen in Oostrum? met hen te beginnen. De boer schonk wijn en onder het ledigen van de glazen werd er krijgs raad gehouden, hoe nu verder te handelen. De vrouwen bleken het wreedst in hun wraakgevoelens. Onze boerin eiste hun dood, ze moesten maar ergens als honden in de grond ge stopt worden. De meer gematigden waren de mening toegedaan, dat zij een flink pak slaag verdiend hadden. Dat was echter al gebeurd. Het was niet raadzaam ze vrij te laten. Je kon er van verzekerd zijn, dat zij dan terug zouden komen om wraak te nemen en dan versterkt met een hele bende kameraden. In dergelijke kleine dorpen geeft het oordeel van het dorpshoofd ge woonlijk de doorslag. Zo kwam het, dat ook nu besloten werd het dorps hoofd te raadplegen. Hij moest maar zeggen wat er gebeuren moest. Iemand ging het dorpshoofd halen. Deze kwam al gauw. Hij hoorde de mannen aan en loste, na even nagedacht te hebben, het probleem aldus op. „De rode politie pleegt zich te verdedigen door te zeggen, dat al leen die Russen roven en geweld plegen, die schurken zijn en de be velen van het rode leger negeren. Wij moeten dus Russen die geweld plegen aan de rode politie overhan digen. Zij moeten dan maar hun hoofd er over breken, wat zij met de Russen willen doen". Iedereen stemde daarmee in. Een der mannen werd uitgezon den om de rode politie te waar schuwen, die in het dichtstbijzijnde dorp zetelde. Ons kwam echter deze oplossing niet al te best van pas. Als de leden van de rode politie hierheen kwamen zouden zij ons We kunnen er weinig over mede delen. Slechts een enkele notie doet vermoeden, dat er van die zijde enig bezwaar was geopperd. Bij de perio dieke herhaling van de aanvrage om autorisatie vinden wij wel ar gumentering van het verzoek (bij de eerste aanvrage was elke argu mentering achterwege gebleven), daarin bestaande, dat de winkel tot groot gerief van Oostrum en Lull diende. Het is opvallend, hoe weinig Joan nes Deenen geneigd was tot klagen! Maar hoe eigenaardig is het toch, de Wet aan onderwijzers verbood, er enig bedrijf bij uit te oefenen. De theorie luidde, dat het onder wijs de hele .mens van de onder wijzer vergde. (Zonder dat die Wet echter tevens een behoorlijk bestaan alleen als onderwijzer waarborgde. Hoe weinig belangrijk moest dan wel de functie van minister, van Kamerlid, van burgemeester, van wethouder, enz. geacht zijn? De bekleders van die functies mochten er immers gerust nog twintig andere functies, zaken en bedrijven bij waarnemen! Blijkbaar hadden zij in hun functie alleen niet veel te doen, en vor derde die van hun hersens ook niet zoveel inspanning en tijd, dat zij hun andere zaken niet meer konden bijkomen! 't Is gek ingericht in een staats bestel. 0— Niet alleen collega's riepen de hulp van Joannes Deenen in. Ook anderen deden dat. Wij zullen dat toelichten met slechts een paar voorbeelden. Onder meer het geval van de weduwe Joannes Tissen te Venray, die door de dorpsmachten in de steek gelaten was, toen haar zoon en kostwinner opgeroepen was voor de militaire dienst. (Wordt vervolgd) Land- en Tuinbouw Herfstbemestingsadviezen Nu de meeste gewassen het veld weer hebben geruimd en de herfst inmiddels weer zijn intrede heeft gedaan, lijkt het ons goed even stil te staan bij die meststoffen welke thans met succes kunnen uitge strooid. Afgezien van de herfstbemesting van stikstof of wintergranen, kool zaad e.d„ bepalen wij ons nu meer bij de fosfaat-, kali- enkalkbemes- ting. Wat betreft de fosfaatbemes ting is de tijd nu rijp om, in de eerste plaats op de kalkbehoeftige gronden (te lage pH) Thomasmeel te strooien. Van de verschillende kalimest stoffen kunnen wij de chloorhou- dende soorten (Kalizout 20 pet, 40 of 60 pet) het beste in de herfst toedienen. Dit met het oog op chloor- beschadiging bij gewassen welke hiervoor gevoelig zijn (aardappelen, tabak, stambonen, wortelen, vrucht bomen e.a.). De kalkmeststoffen dienen maar nodig ten spoedigste te worden ge strooid en zo mogelijk door de bouw- voor gemengd. Pas dan zal men voor een volgend oogstjaar een vol ledig rendement kunnen verwachten. SchtitfinappeH tyotó-atüunü £uXe~])ó6t Hierin vindt U pracht St. Nicolaascadeaux bij fa. van den Munckhof naar alle waarschijnlijkheid herken nen en dan werden wij gearresteerd. Hoe moesten wij dat ontlopen? De oplossing drong zich vanzelf op. Onze boer had een paard, dat hij nog steeds voor de Russen had weten te verbergen. Maar ook het rode bestuur was geneigd op alle trekdieren beslag te leggen: in het belang van de leden der communis tische partij. De boer nu was bang, dat zijn paard de afgunst van de roden zou opwekken. Hij wilde het beest weg hebben voor de rode politie er was. Hij gaf zijn beide meisjes opdracht het paard naar de boerderij van zijn zwager te brengen, een tien kilometer verder op. De meisjes waren bang alleen de nacht in te gaan. Mijn vrouw bood toen aan met hen mee te gaan. 1-Iet paard werd uit de stal ge haald en, met die twee als weg wijzers, zijn wij in die nacht op pad gegaan. Om een stuk weg af te snijden, werd een pad dwars door de weiden genomen, maar toen kwamen we op een moerassig terrein, waar we tot onze knieën door het brakke water moesten waden. Het paard zakte er tot zijn borst in. Met moeite kregen we het eruit. Het begon al te schemeren, toen wij de boerderij van de zwager be reikten. Juist op tijd. Een kar, met de rode politie voor de andere hoeve, ratelde hetzelfde ogenblik de weg over. Des middags kwam de kar weer voorbij. De drie gebonden Russen zaten er op. Zo was dus het gevaar geweken en konden wij teruggaan. Toen wij, na opnieuw drie uur ge lopen te hebben, thuis kwamen, ont ving ons de boer met zeer slechte berichten. De rode politie had zeer We hebben in dit blad een inte ressante discussie gehad als we dat grote woord mogen gebruiken over de arbeidsreserve in deze streek. Van de ene kant werd ge zegd, dat er in Venray een verbor gen werkloosheid is, vooral onder de jonge boeren, van de andere kant werd dit min of meer ont kend. Beide partijen hebben daar voor hun argumenten naar voren gebracht en het feitelijk aan de lezer over gelaten om conclusies te trekken. De lezer kan echter geen conclu sies trekken, omdat in deze betogen met cijfers werd gewerkt, die aan zouden geven welke precies het aantal mensen is, dat werkloos is zonder als zodanig te zijn ingeschre ven. En deze cijfers zijn niet con troleerbaar. De enige cijfers die namelijk over de verborgen werkloosheid beschik baar zijn, zijn die van het Gew. Arbeidsbureau, waar de een of andere ambtenaar, een schatting maakt. Een schatting, die hij, ondanks al zijn ervaring, feitelijk nergens op baseren kan. ITet kan te laag, het kan te hoog zijn. En dat brengt gevaren met zich. Als men inderdaad industrialisatie- politiek wil voeren, men dus een gemeente of streek wil doen profi teren van industrie, dan is op de eerste plaats toch wel nodig dat men zo zuiver mogelijke gegevens heeft over arbeidskrachten, al of niet verborgen. Want hoe wil men anders fabri kanten en industriëlen warm kun nen maken, om hun fabriek of industrie in deze streek te vesti gen. Als men zich op schattingen moet baseren, bestaat de grote mogelijk heid, dat men de plank ver mis slaat en dat hierdoor de zich vesti gende industrie moeilijkheden zal ondervinden met het aantrekken van arbeidskrachten. Hierdoor loopt deze industrie niet alleen vast, maar ook verdere industrialisatie pogingen zullen mis lopen, omdat het voorgevallene nu niet bepaald een reclame is voor Venray en omgeving. Zeker, er is enkele jaren geleden een rapport geweest van de E.T.I.L., maar de toestand is intussen wel heel wat gewijzigd, zoals we uit het betoog van de jonge boeren leider vorige week hebben kunnen lezen, en bovendien waren ook deze cijfers weinig anders dan schattin gen. Er zullen dus op de eerste plaats juiste cijfers moeten komen, wil men niet voor verrassingen komen staan. Dat deze wetenschappelijk zo juist mogelijk moeten worden vastgesteld, behoeft na het boven staande wel geen betoog meer. Met deze vaststelling houden zich verschillende instituten bezig en het zal zaak zijn, die zo gauw mogelijk aan het werk te zetten. Een gemeente hier in de buurt, die met ongeveer dezelfde moeilijk heden zit als Venray, wat betreft werkloosheid en arbeidsoverschot, heeft na enkele geslaagde pogingen om industrie aan te trekken, moeten constateren, dat men beter even halt kan houden, omdat de reeds aangetrokken industriën geen per soneel genoeg konden krijgen en dat terwijl men er van hogerhand van overtuigd was, dat er nog genoeg moest zijn. Deze kans loopt men in Venray even goed als men niet zorgt, dat men op de eerste plaats over zuivere gegevens beschikt. Naast en met het wetenschappelijk onderzoek zou men kunnen proberen om b.v. jonge uitvoerig geïnformeerd naar de bij hem wonende hoofdstedelingen. Waarom zij er niet waren? En wanneer zij terug kwamen? Zij hadden gezegd, dat zij terug kwamen om met ons te spreken. Dat was verschrikkelijk. Het nuchtere verstand zei, dat wij hier direct weg moesten. Het is echter wel eens moeilijk het nuchtere verstand te volgen. Wij waren doodop van het vele lopen. En wisten nergens een plaats om naar toe te gaan. Gingen we in het wilde weg de wereld in, dan zouden alle banden met Peter ver broken worden. Hij toch zou naar ons toe komen om ons te waar schuwen. Ons adres konden wij niet achterlaten, ten eerste, omdat wij niet wisten, waar wij onderdak zouden vinden, ten tweede, omdat dat adres eveneens de politie op ons spoor zou brengen. Er bleef niets anders over dan onze gastheer te vertellen hoe de zaken stonden en dat wij alle reden hadden de rode politie te ontlopen. Hij luisterde vol aandacht. „Als deze schurken achter u aan zitten, dan behoort u tot de goede Hongaren. U kunt rustig hier blij ven. Achter in de hof staat een hooiberg, verbergt u daarin. Als ze u komen zoeken, dan zeg ik wel, dat u al lang weg bent. Daarna zullen wij er wel wat op vinden". Wij gingen de hof op. In de hooi berg maakten we ons een holte en kropen onder het hooi. Spoedig had de slaap ons overmand. Door het geschud van het meiske werden we wakker. „Sta op! Hier is de man, die u hier gebracht heeft". Peter stond voor ons. Nu waren er goede berichten. De leiders van de rode politie in Kis- kunhalas, twee winkelbedienden boeren te registreren, die op voor hand toch al reeds weten, dat zij in Nederland geen kans hebben om zelfstandig boer te worden. Het zou een prachtige taak zijn voor de jonge boeren-organisaties om op dit terrein eens een enquete te houden, waarbij dan tevens een beeld te krijgen is, over de bereid heid om over te schakelen op industrie in deze kringen. Ons lijkt, dat dit onderzoek in overleg met het Gemeentebestuur of de industrie-commissie ingesteld én voor de jonge boeren-organisaties zelf én voor het Gemeentebestuur alleen maar verhelderend kan werken. Zowel de betrokkene, als de organisatie en de gemeente kunnen er hun voordeel mee doen. o Van de andere kant is het zo, dat de cijfers, die wel bekend zijn, dus die van de zgn. geregistreerde werkloosheid ook een verwrongen beeld geven van de toestand. In dit blad is al meermalen be toogd, dat feitelijk de arbeiders bij zgn. vrije-werken, de Cultuur Tech nische werken, even goed geregis treerd dienden te worden, als de DUW werkers. Niet alleen de aard van het werk is het zelfde, maar ook omdat deze werken voor het grootste deel een verzamelplaats zijn van mensen, die in hun vak geen werk kunnen vinden of niet bereid zijn een vak te leren. Het is jammer genoeg zo, dat door deze zgn. Vrije Werken, vele en vooral jonge arbeiders worden ontrokken aan de industrie. De praktijk leert nu eenmaal, dat een loon van 40 tot 50 gulden per week, die door deze jongelui daar verdiend kunnen worden, meer aantrekkingskracht heeft, dan een behoorlijke vakopleiding, die in de aanvang zeker niet niet zo goed gesalarieerd zal worden. Men kan daar tegen preken zo veel men wil, het loonzakje speelt bij de meesten de grootste rol. En als er over enige tijd geen vrije werken meer zijn, dan is er immers de sociale zorg, die op de een of andere wijze wel zal zorgen, dat zij aan hun geld komen. Zien we van de ene zijde de Overheid-gelden beschikbaar stellen om de industrialisatie in bepaalde gebieden te doen slagen, van de kant is het Overheidsgeld (Sociale Zorg) dat de arbeiders weghoudt uit de industrie. Zowel Sociale Zorg, als de in dustrialisatie politiek van de over heid zijn op zich goed, maar hier schuilt een fout, die kan beslissen over het al dan niet slagen van een industrie, van een industrialisatie in een gemeente of bepaalde streek. Ofwel het verbod van tewerkstel ling van arbeidskrachten die elders beter gebruikt kunnen worden, of lagere lonen voor de jongste ar beiders op die werken zal nood wendig zijn, om hier de voor hen zelf ook gewenste verandering in te brengen. Met de industrialisatie-politiek zal dus ook met deze cijfer-groe- pering rekening moeten gehouden worden. Een eenvoudige oplossing zal te vinden zijn op de Arbeids- bureaux, waar deze mensen staan ingeschreven. Dat verder op boven genoemd punt rustig gewezen mag worden bij de overheid, is een volgende conclusie in 't belang van de industrialisatie van deze streek. Zeker nu in de toekomst nog meer dere vrije werken, als aanleg van een vliegveld e.d. in overweging wordt genomen. uit Budapest, waren er met onze kisten, die zij in beslag genomen hadden, vandoor gegaan. Zij hadden blijkbaar meer waarde toegekend aan deze buit dan aan een politieke loopbaan met een onzekere toekomst. Thans was een schoenmaker ter plaatse leider geworden. Peter had gesproken met de rode politie. Zij hadden er geen idee van, waar wij zaten. De meesten achtten het een verzinsel, dat wij in Pirto gezien zouden zijn. Zo konden wij dus rustig bij hem terug komen. In onze vreugde vergaten wij alle dreigende gevaren. Wij snelden het huis in om onze bagage te grijpen en op weg te gaan. De boerin wilde ons niet met lege handen laten gaan daar wij maar twee dagen bij haar gelogeerd had den en zodoende geen tijd hadden gehad de waarde van de haar ge schonken lappen op te eten. Zij pakte gauw wat eieren, spek, boter, worst en meel bij elkaar. Terwijl wij aan het inpakken waren, kwam er een kar voor het huis. Door het raam zagen wij twee agenten met een rode armband om en een geweer in de hand van de kar afspringen. Wij kregen echter geen tijd meer om ons te verbergen. Het zou ons ook niet geholpen hebben, want wij hoorden het ene kleine meisje op een vraag van de agenten antwoor den, dat wij in de keuken waren. De agenten begonnen met Peter te vragen naar zijn legitimatie papieren. In de hof kon ik uit het twist gesprek opmaken, dat de agenten daarmee niet tevreden waren. Toen kwam een van de agenten de keuken in. Hij was een geweldig grote en dikke boer. Zijn onzekere gang wees er op, dat hij lichtelijk 14 November 1891 Ter inventarisatie van de archie ven verbleef te Venray A.J. Flament, adjunct-archivaris te Maastricht. 18 November 1893 Gepubliceerd werd de gemeente begroting van de dienst 1894. In komsten en uitgaven werden be raamd op f 28.468,40. Tot rijksveldwachter werd be noemd G. Schilleman, uit Bigger- kerk. TussenWanssum en Well, werd het offerblok, staande bij het kruis, door een onbevoegde geledigd. 14 November 1903 Het beheer van de aloude Bier brouwerij „De Keizer" van Jean Poels, zou opgedragen worden aan Fr. van Baar te Deurne. Tot stationschef te Iledel werd benoemd J.M.L. van Riet, klerk telegrafist te Venray.In zijn plaats kwam J.B. de Wolf uit Den Bosch. Onder de leden van de coöpe ratieve boterfabriek te Lull, kwam ook een Eierbond tot stand. De heer H. Potjer, vroeger Rijksontvanger te Venray, werd be noemd tot Ontvanger te Heusden. P. Odulphus de Haas O.F.M., hield op 8 November eenliefdadig- heidspredicatie, die voor de Sint Vincentiusvereniging f 99,13 op bracht. Bij het café van Jacob van de Voort te Oostrum, werd het rijwiel van de smid J. Kuijpers van Lull ontvreemd. De Fanfare Euterpe bracht 8 November een serenade met fakkel licht aan haar president Theodor van den Bogaart,bij gelegenheid van diens patroonfeest. Het circus „a la Genoveva", trok heel weinig bezoek. De drinkput achter de woning van L. van Hout aan de Langstraat, werd door het inschudden van pe troleum bedorven. ITALIë. De kwestie Triest dreigt een kruitvat te worden, nu de Italianen het niet langer nemen, dat Tito met zoveel respect door de Gealli eerden, Amerika en Engeland be handeld wordt en met zijn bluf en wapengekletter, de beide machten tot een bedaard en voorzichtig op treden dwingt. De Italianen, heet gebakerd als zij zijn en de antipoden van de laconieke Engelsen, hebben hevige protest-demonslraties in Triest uit gelokt, Sinds de tijd van de Abessijnse oorlog en het toenmalig verzet tegen de sancties is er niet meer zo'n uitbarsting van overdrijving van al wat Engels is, in Italië ge weest. Niet alleen te Rome, maar in tal van andere steden van het schier eiland hebben de bloedige inciden ten van Triest een golf van natio nale verontwaardiging doen op slaan. Niet alleen bij de uiterst rechtse elementen, zoals de neo-fascisten, maar ook bij oprechte democraten is de ontroering groot en de ver bolgenheid richt zich vooral tegen de Britten, die veel meer dan de Amerikanen verantwoordelijk wor den gesteld voor wat er in de betwiste havenstad is gebeurd. Dat de onlusten aldaar ontstaan zijn naar aanleiding van 't hijsen der Italiaanse vlag, wordt als een bewijs aangezien, dat de Anglo Amerikanen de Joegoslaven ter wille zijn. Zaterdag stond de Eeuwige. Stad in rep en roer. Het optreden van de Engelsen heeft vooral zoveel verontwaardi ging in Italië verwekt, dat de am bassadeur officiële protesten heeft laten horen in Londen. aangeschoten was. „Legitimeert u zich!" Te zeggen, dat wij geen legiti matie-bewijs hadden, zou zonder meer een arrestatie tot gevolg ge had hebben. Er zat niets anders op dan hem onze eigen legitimatie bewijzen te geven met onze eigen foto's. Hij draaide de papieren een tijd lang tussen zijn vingers, keek er naar. Vergeleek ons met de foto's. Las onze namen enkele keren hard op. Op het laatst zei hij met luide stem: „Dat is in orde. Wat zoekt u hier?" Uit zijn vraag begreep ik, dat hij ons niet kende. Tegelijkertijd hoor de ik in de hof de andere agent ver tellen, dat hij een arbeider uit een van de ijzergieterijen uit Budapest was, uit politieke overtuiging in dienst van de rode politie getreden. »Wij gingen het land op, om levensmiddelen te ruilen". Ik gaf mijn vrouw een wenk, zij begreep me en ging naar de kamer, nog net voor de andere agent, de keuken in kwam. Mijn grootste zorg was nu eerst, hoe ik de bewijzen de boerenagent afhandig kon maken, want als de arbeider uit Budapest onze naam hoorde en mijn vrouw zag, zou alles verloren zijn. Het was niet waar schijnlijk, dat hij mij zou kennen. Ik stond op en nam de dikke boer de legitimatie-bewijzen uit de hand. Wat onthutst heek hij mij aan. De andere die juist binnen kwam zei: „Hebben deze mensen zich geligi- timeerd?" „Ja. De papieren zijn in orde". De arbeider keek me een tijdlang onderzoekend aan. Ik voelde dat hij zijn geheugen naging waar hij me ontmoet kon hebben. Wordt vervolgd Maar Engeland wijkt niet en zo als bekend, wanneer Engeland zich sterker voelt, moet de zwakkere bukken. De Italiaanse ambassadeur in Londen kreeg dan ook de wind van voren en vernam van Eden, dat de regering achter de Engelse bevel hebber in Triest staat. Nu wil men het doen voorkomen of het alleen maar neo-fascisten zijn, die de relle'jes hebben veroor zaakt. Dat is natuurlijk een middel om de wereld te doen geloven, dat het een overdreven Italiaans nationa lisme is, dat hieraan ten grondslag ligt. Maar men vergist zich, want de Italianen zijn vrij algemeen in hun opvattingen over de kwestie Triest en op deze weg voortgaan zal op Engeland schuld laden het Italië van tegenwoordig, dat politiek toch al zo wankel is, te drijven in de richting van het neo-facisme. Intussen dienen de Italianen de oplossing van het probleem niet door zich ongeduldig te tonen en te ageren. Maar wie is daarmede begonnen Wie is begonnen met dreigen PERZIë Nu Mossadeq in zijn pyama en ochtendjas voor zijn rechters staat is de belangstelling van geheel de wereld weer op deze typische man gericht, wiens fanatisme Perzië in korte tijd straatarm heeft gemaakt door de rijke bron van 's lands inkomsten, de olievelden, droog te leggen. Het proces heeft een ongekend verloop met een beschuldigde, die zijn rechters onbevoegd verklaart over hem te oordelen en die het ene ogenblik met de vuist op tafel slaat en even later een en al on derdanigheid is en dan weer met sarcasme de rechter antwoordt. Niemand weet, hoe het vonnis zal uitvallen. De verwachtingen lopen uiteen van de doodstraf tot levenslange of zeer lange gevangenisstraf. Toeschouwers in Teheran, de Perzische hoofdstad zijn van me ning, dat de dood van Mossadeq de nationalistische gevoelens van een sterke groep Mohamedanen zal aanwakkeren. Deze groep heeft vrij v.eel invloed. Toen Mossadeq werd afgezet, verwachtte iedereen, dat de olie kwestie tussen Perzië en Engeland spoedig zou zijn geregeld. Het lijkt er echter niet op. Politieke waarnemers zijn van mening, dat de Sjah niet liever wil dan de kwestie in het reine te brengen, teneinde op deze wijze de berooide schatkist van het land weer bij te vullen. Hij heeft echter te maken met sterke nationalistische gevoelens, die het accoord met alle geweld willen verhinderen en in ieder ge val tot dusver hebben kunnen traineren. Aanbesteding weg Oostrum-Well Bij de Maandag te Maastricht gehouden aanbesteding van het maken van een aardebaan met verharding voor verlegging van de provinciale weg Oostrum-Well (toe gangsweg tot bij Well over de Maas te bouwen brug) volgens bestek no. 30, dienst 1953, werd ingeschre ven als volgt: Aannemersbedrijf P. C. Zanen te Tilburg f 298.670 Vissers' Wegenbouw en Aann.bedrijf te Drunen f 308.900 Janssen de Jong C.V. te Horst f 318.600 H. Boesewinkel, Nijmegen f 321.000 Konings Wegenbouw te Vught f 327.600 Aannemersbedrijf „De Oosthoek" te Uden f 327.800 W. Rasenberg en Zn., Breda f 330.900 R. Foeckert te Heerlen f 333.000 T. Tempelman en Zn. te Geleen f 342.000* Aann. en Wegenbouwbedr. „Limburg" te Heerlen f 342.200 Gebr. Hoyinck, Arnhem f 349.640 De Geruisloze Weg te Heemstede f 359.000 Kon. Mij. Wegenbouw te Roermond f 377.700 Fa. Jac. v. Oord en Zn. te Utrecht f 396.700 Man eet muis... en wint auto! Het was in een café in het West- faalse dorp Straelen dicht bij de Nederlandse grens, dat een muisje zich zonder ophef zijn weg zocht door de gelagkamer naar zijn holletje ergens onder een plint. Op het laatste ogenblik echter werd het beestje opgemerkt door een der stamgasten, die hier een gelegenheid zag om zijn handigheid te vertonen en met een snelle greep het diertje te pakken wist te krijgen. De andere aanwezigen staken hun waardering voor deze prestatie niet onder stoelen of banken en er was er een, op nog meer sensatie belust, die de muizen vanger uitdaagde: „Als je dat beest levend opeet, krijg jij mijn auto". De uitgedaagde keek eens door het raam om zich ervamte vergewissen, dat de uitgeloofde prijs er werkelijk stond. De wagen was inderdaad de moeite waard, vond hij en zonder verder te aarzelen verzwolg hij het muisje. De auto werd hem, en de voormalige eignaar verzocht alleen er mee naar huis gebracht te worden. Hetgeen geschiedde. Kleuter onder vrachtauto Maandagmiddag is het drie-jarig jongetje van de familie De B. uit Breda, op het marktplein te Deurne, onder een zware vrachtauto gelopen en dodelijk verongelukt. Het kind was met zijn moeder bij zijn groot ouders op vacantie. Te Roermond werd vrijgespro ken J. vd. H. uit Venray, verdacht van het veroorzaken van een ernstige aanrijding door grove schuld.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 2