Hollandse emigranten De geschiedenis van Voor de Politierechter CheOÜL chre» In het Australische blad The Advocate van 27 Augustus j.l. vonden wij een soort interview, dat een verslaggeefster van dit blad heeft gehad met het echtpaar v.d. Werf-van Eijk, die dit jaar in Juli vanuit Venray naar Australië emigreerde. Behalve de persoonlijke belevenissen van dit paar en hun kinderen geeft dit verslag toch wel een duidelijk beeld hoe de Australiër zelf staat tegenover de immigrant, die zijn land binnenkomt en het noemt verschillende moei lijkheden op, die de landverhuizer zal onder vinden, voordat hij zich heeft aangepast aan het Australische leven. Deze week, aldus de verslag geefster-van het Australische blad The Advocate, heb ik twee mensen ontmoet, die geheel alleen naar een vreemde omgeving en vreemde mensen zijn getrokken. Bovendien daarheen getrokken zijn onder de meest moeilijke omstandigheden. Ze hebben daartoe geen honderd mijlen gereisd, maar duizenden, want zij kwamen van Nederland naar Australië. Toen Jac. van der Werf en zijn vrouw Catharina vd. Werf-v. Eijek besloten naar Australië te emigre ren, dachten zij niet aan zichzelf, maar wel aan hun kinderen. De toekomst voor hen is in Europa onzeker, er is nu al niet genoeg werk en hoe zal het wel zijn als de kinderen groter worden Jac. was electricien en had goed zijn brood, zijn werk werd goed betaald. Toos hield van haar ouders en haar zusters. Ik twijfel er aan, of zij wel ooit Nederland verlaten zou hebben, indien zij het alleen voor zich zelf had moeten doen. Maar er zijn vijf kinderen, de oud sten een tweeling van 5 jaren, de rest nog kleiner. Wanneer zij spreekt over de achtergeblevenen thuis; is het dui delijk, dat het afscheid zwaar is geweest. Maar Toos heeft al meer dere zware dingen verdragen. Zoals het verlies van haar voet. Dan beschrijft de verslaggeefster het werk van de ondergrondse in Nederland, het werk waarin ook Mej. van Eijk een werkzaam aan deel had. Ondermijnde beek Het was tenslotte om dit werk, dat zij tegen het einde van de oor log met haar familie moest onder duiken op een boerderij bij de familie Jac. Geurts op het Veulen en de verslaggeefster gaat dan voort met haar verhaal: Het moet een verschrikkelijke dag geweest zijn die Octoberdag in 1944. Toen zij op last van de Duitsers de boerderij verliet met haar moeder en zusters haar vader was reeds eerder vertrokken kon zij de Britse fronttroepen zien. Zij trok daarop af, niet goed wetend waar zij nu feitelijk was, maar zij hield de brandende boer derijen in de gaten. Zij kwam bij een kleine brug over een beek, maar de brug was vernield en de resten daarvan ondermijnd. Zonder moeilijkheden stak ze toen de beek over, maar een van haar zusters had hulp nodig. Toos keerde terug om haar zuster te helpen. Daar klonk een ontploffing, maar in de hel van granaatvuur had ze er nauwelijks erg in. Er was maar een ding, zij kon niet meer blijven staan. Van een naburig huis(Crooijmans) kwam een Duits soldaat. De beek was eveneens ondermijnd. Toos kreeg pijn aan haar been. Zij had haar voet verloren en het andere been was ernstig gewond. De Duit sers hielpen haar goed. Zij namen haar mee naar binnq» en verbonden haar, waarna ze naar een Duitse ambulance werd gebracht. Het was geen prettige reis. Zij liepen door weiden en struikgewas en het duurde van 7 uur 's avonds tot middernacht, voordat ze de dokter bereikte. Zij lag in een militair hospitaal in Lottum, waar zij de enigste burger was, maar de dokter hielp haar onmiddellijk. Het rechterbeen werd geamputeerd, haar linker ge opereerd, maar men vreesde lang dat zij ook dit zou moeten missen. Later werd zij naar Venlo vervoerd waar Toos van October tot Maart in de kelder van het ziekenhuis heeft gelegen. Op de 7de Maart ging ze terug naar huis, waar ze opnieuw moest leren lopen, nu op een kunstvoet. Australië Nu is ze in Australië aangekomen, maar niet zoals ze dat had gehoopt. Ze hadden verwacht onderdak te vinden en werk. Maar ze kwamen terecht in een kamp en Jac. moest eerst examen doen voor hij werk kon zoeken in zijn eigen branche. Zij zijn in het overgangskamp in Bonegilla. Het kampleven is voor niemand gemakkelijk, het is echter nog moeilijker voor een vrouw met vijf baby's die daarenboven wordt gehandicapt door een been, dat altijd zorgvuldig moet worden be handeld. Het lopen in modder en oneffen terrein vindt zij een pro bleem. Zij vindt het dubbel hard in dit kamp, omdat ze voor het eten voor de twee kleinsten helemaal naar de andere kant moet terwijl de anderen kinderen een half uur daarna weer bij hun zelf moeten eten. Dat gaat zo drie maal per dag. De eerste dag in Bonegilla at zij niet, omdat ze er doodeenvoudig geen .tijd voor had. De Engelse taal Haar Engels is redelijk en doet haar best om het nog beter te maken. Zij beweert dat een vrouw, even goed als een man, de taal zo spoedig mogelijk moet leren. Maar haar man kent het niet zo goed, hij is het ook pas gaan leren, toen besloten werd de reis naar Austra lië te beginnen. Hij heeft te weinig ondervinding van de taal. Hij spreekt het behoorlijk, maar kan nauwelijks verstaan wat ze hem antwoorden. Zijn kleine dictionaire helpt hem echter over de grootste moeilijk heden heen. Hij en zijn vrouw zijn de immi granten, die wij wensen. Ze doen alles om vlug in te burgeren. Hij kon een betrekking krijgen in een plaats waar verschillende andere Hollanders werkten, maar hij deed het niet, „het is niet goed voor mijn Engels" zei hij. Thuis zit hij de woorden op te zoeken in een krant, die hij niet kent en uit schoolboekjes voor de jeugd leert hij de vreemde woorden. Hij is vastbesloten de taal gron dig te leren en zo spoedig mogelijk een Australiër te worden. Hij is naar dit land gekomen en zal er blijven, als hij maar een kleine kans krijgt. Moeilijkheden Het is, aldus de verslaggeefster op het einde van haar verhaal, niet gemakkelijk Ie emigreren naar een vreemd land, terwijl men' weinig van de taal kent en niets van de gewoonten en gebruiken. Het kamp leven, waarmede de meeste emigran ten kennis maken, is niet gemak kelijk. De meesten hebben bovendien zware geldzorgen. Zij mogen maar vijftig pounds meebrengen en het kampleven is duur. En als men met schuld beginnen moet is het niet gemakkelijk. Bovendien blijft soms de bagage lang uit en zit men midden in de winter met de zomer kleding. Het begin is zwaar, soms ontzaggelijk zwaar. Daarom doet deze verslaggeefster een dringend beroep op de bevolking van Austra lië om juist deze eerste maanden te helpen. De geschiedenis van Jac. en Toos, aldus dit blad, toont wel duidelijk aan, dat deze mensen vol goede wil en vol verwachting zijn. Laten wij hen helpen waar en zoveel we kunnen. Zij zijn het waard in meer dan een opzicht. Sprookje Tot zover het interview in dit blad. De conclusies die men hier uit kan trekken, leren voor de zoveelste maal dat het belangrijk is de taal te kennen en dat men zich zal moeten aanpassen, veel moet kunnen Verdragen en deson danks de moed er blijven inhouden. Zij die werken willen en van plan zijn zo spoedig mogelijk in te burgeren in het nieuwe vreemde vaderland vinden hun weg, al duurt het misschien lang en al zijn er- ontzaggelijk veel moeilijkheden te overwinnen. Niet iedereen moet rekenen op dezelfde steun en hulp, die boven genoemd echtpaar kreeg. Want na het verschijnen van dit artikel kreeg dit niet alleen honderden paketten met spullen voor hen zelf en hun kinderen, maar daarnaast ook honderden aanbiedingen voor een betrekking. Tenslotte kregen zij zelfs een prachtige woning aan geboden met een grote kippenfarm, welk aanbod ze tenslotte uit de vele hebben aanvaard. Zij zijn nu weg uit het kamp en leven gelukkig. Een nieuwe lente, een nieuw ge luid, dichtte eens een onzer grote poëten. We zouden hetzelfde kun nen zeggen in iets andere vorm: 'n nieuwe Officier, een nieuw geluid. De Officier van Justitie Mr. Will- brinninck had zijn zetel voor deze zitting afgestaan aan een jongere collega en aan de strafmaat kon men dat merken. Deze Officier houdt van voor waardelijke straf op hun boekje geschreven, wat dikwijls wel een goede hindernis is, om in de toe komst zich nogmaals te bezondigen, want dan staan de deuren der ge vangenis wijd en wijd open. Dat begon al met tweeVenrayse juffers, die ondanks het feit, dat ze in Ysselsteyn wonen en de wijde peelviakte voor zich hebben liggen, toch elkaar steeds opzoeken en zo echt venijnig ruzie maken. De een slaat dan aan het schelden en noemt de andere „kruiersvrommes", waar op de andere de ruit maarinkletst met een steen of bezem. Beide dames kregen f 15 boete en 2 weken voorw. Dus nog een scheldwoord of een kapotte ruit en men wordt gratis naar Roermond gebracht. In Helden was het kermis en met kermissen gebeuren allerlei rare dingen. Zo ook in Helden, waar drie mannen die goed uit waren geweest 's avonds trek kregen in een boter ham. Waar kan men dan beter te recht als bij de bakker. En zo ston den deze 3 licht beneveld, omstreeks middernacht in des bakkers keuken, waar ze de dienstmaagd de stuipen op het lijf joegen met hun geliik. De bakker, vermoeid van al het werken voor de kermis, werd in zijn prille slaap gestoord en schoot daardoor in zulk een koleire-stem- ming, dat hij de politie belde en deze kurkte de 3 benevelden op wegens huisvredebreuk. Intussen is de kermis al weer lang vergeten en de boze bui des bakkers al lang weer over. Maar al maalt de molen der gerechtigheid langzaam, malen doet hij en zo ston den de bakker en zijn dienstmaagd alsmede de 3 benevelden nu voor de groene tafel. Omdat de bakker in een heel wat vriendelijker stem ming was en daarvan ook uiting gaf, wilde de Officier ook wat water bij de wijn doen, waardoor de drie hongerigen nu met een tientje er van af kwamen. Een Duitser die in Velden zijn auto voor een hotel geparkeerd had staan, ramde bij het wegrijden een andere geparkeerde wagen en maak te nogal wat brokken. Dat kan iedereen overkomen, maar dan moet je niet doorrijden of je neus bloedt. En dat deed deze Duitser wel. Met het gevolg een flinke raparatie- rekening. die al voldaan is en f 50 boete. We leven nu eenmaal niet meer in 1942 of daaromtrent. We bebben boven al beweerd, dat kermissen gewoonlijk gevolgen heb ben. Zo ook in Horst waar een drietal Horstenaren twee andere Horstenaren een pak op hun d.... hadden gegeven, dat er een kleer makersrekening bij de ene en een doktersrekening bij de ander aan te pas kwam. Daarom moesten de drie Horstenaren op 't matje komen,"die berouwvol bekenden, maar tevens de rechter diets maakte, dat zij even goed klappen hadden opgelopen, maar net even te sterk waren ge weest om in plaats van verdachten getuigen te worden. Daar kon de rechter komen, maar van de andere kant hadden er twee van de drie al een behoorlijke straflijst, zodat die f 30- kregen met 1 maand v.w. en de Horstenaar zonder straflijst f 20 maar ook met 1 mnd. v.w. In Gennep was er een knecht, die zijn baas bestal met voedermeel en aardappelen. Hij kreeg f 30 en 1 maand v.w. Trouwens daar gebeuren meer rare dingen in dat Gennep. Iemand verloor zijn horloge op het voetbal veld, maar een van degenen, die hem hielp zoeken vond het en stak het in zijn zak. Enkele dagen daarna verkocht hij het voor een tientje en dacht toen van de zaak af te zijn. Hij had echter buiten de politie ge rekend, die de zaak aan het licht bracht, waardoor hij nu f 25 boete kreeg en 2 mnd. v.w., terwijl de heler het horloge kwijt was en ook nog een tientje boete kreeg. Dat 't pad van caféhouders eerder over scherven, dan over rozen gaat, bewees deze zitting, waarop te horen was, dat kasteleins bij een drukke dag soms meer dan 100 bierglazen verspelen. Toen dan ook een kelner een dronkelap moedwillig een bier glas kapot zag slaan, haalde hij de politie er bij en de glazenvernieler kreeg als afschuwwekkend voor beeld voor andere glazenmoorde- naars f 40 boete. In Siebengewald woont Ingelore Hildegard, waaruit blijkt, dat ze uit Duitsland afkomstig is. Dat de vrede tussen Nederland en Duitsland al lang weer getekend is, hebben ze daar schijnbaar wel niet in de gaten. Zeker niet de buurvrouwen van Ingelore, die nog volop bezig zijn met de kruistocht tegen deze schone Duitse, die daar in alle eer en deugd is getrouwd met een Nederlander. En zo wordt er nogal eens opge- troefd. Maar onze Ingelore is ook niet mis en die greep de buurvrouw bij haar haardos op zodanige wijze, dat die buurvrouw nog maar een klein dosje had, toen de operatie was voltrokken. „Es kumt allemaol van de blage" aldus Ingelore, want een van die blage, had haar, toen ze in het bitterste van het gevecht gevallen was, zo gemeen getrapt, dat ze er tot in Oost-Duitsland schande van spraken. Kortom, het was een barre rel, die eerst be ëindigde toen de Blauwe Polizei, er een einde aan maakte, Ingelore kreeg f 15 en de juffrouw met de eertijds bloeiende haardos ook f 15 boete. En de blaag kreeg f 30 boete, omdat-ïe, voordat hem ergens naar gevraagd was, al ver telde, dat-ie in hoger beroep ging. Of de dames intussen in de gaten hebben, dat de oorlog al lang voor bij is, is twijfelachtig, gezien de meer dan giftige blikken van het haardosje, toen ze de boete ging betalen. Dat men in Ottersum niet zo maar 34 ton sprokkelhout bij de grens weg mag halen, ondervonden twee schone jongelingen, die hun hout kwijt werden en f 40 boete'.kregen. En dan waren er op het einde nogmaals de kijvende Venrayse fa milies, waarvan vorige week de ene partij werd veroordeeld, maar nu de andere op het matje kwam. Ook hier had men elkaar over en weer allerlei lieflijkheden naar het hoofd geslingerd, die werden beloond met f 30 boete en 1 week voorwaardelijk. Misschien, dat nu de rust terug keert, aangezien de gevangenis deuren reeds een kier openstaan. Rijkspolitie let op de „lampjes" Nu de herfstperiode met nevel, regen en mist is aangebroken en de donkere wintermaanden weer voor de deur staan, levert het verkeer op de wegen weer vele gevaren op. Voor de algemene verkeersveilig heid en meer in het bijzonder voor de veiligheid van alle weggebruikers is het van het grootste belang dat de in de Wegenverkeerswet en -reg lement gegeven verlichtingsvoor schriften nauwkeurig worden nage leefd. Evenals dit inde vorige jaren ge schiedde zullen ook dit jaar door de Rijkspolitie in overleg met het Open baar Ministerie, bijzondere ver scherpte controles worden gehouden op de verlichting van motorrijtuigen rijwielen en andere rij- en voer tuigen. Het doel dezer controles is ver hoging van de verkeersveiligheid voor een ieder die aan het wegver keer deelneemt. Alvorens tot deze verscherpte controle wordt overgaan wordt door de Rijkspolitie nogmaa's speciaal de aandacht hierop gevestigd. Met klem wordt aangeraden de verlich tingsinstallatie van motorrijtuigen, rijwielen en andere rij- en voertuigen vakkundig te laten nazien en in orde te laten brengen. Drinkwater per brandweertank Tengevolge van de ongewone langdurige droogte staan in Lim burg vele waterputten in afgelegen dorpen, waar men niet over een andere water voorziening beschikt droog. De Hors ter brandweer is al enkele malen naar kerkdorp Amerika uit gerukt om de bevolking per tank van het nodige drinkwater te voor zien. Overheid geeft f 2800. per gezin uit In „De "Katholieke Werkgever" d.d. 15 October j.l. brengt de Hoofd redacteur, drs J.H. Derksen, in een nabeschouwing over de Staatsbe groting 1954 een punt naar voren, dat in ruimere kring belangstelling verdient. Drs Derksen constateert, dat het totaal van de uitgaven van Rijk, provincie en gemeente neer komt op ongeveer f 2800- voor een gemiddeld gezin van vier personen. Een groot aantal nu van deze gezinnen heeft een inkomen in de orde van groote van f 3000.- en men komt ten aanzien van deze groep gezinnen dus tot de alleszins op merkelijke vaststelling, dat het col lectieve of „onzichtbare" inkomen vrijwel aan het zichtbare gelijk ge worden is. Schrijver acht het zinvol, naast het begrip „inkomen" in de dage lijkse betekenis van het woord, een begrip „inkomen" te stellen dat aangeeft welke in geld uitgedrukte waarden door de overheid aan haar onderdanen ter beschikking komen. Hierdoor wordt immers de moge lijkheid geschapen door cijferverge- lijking vast te stellen of, en in hoe verre de persoonlijke verantwoor delijkheid heeft plaats gemaakt voor een collectieve. Hoewel drs Derksen zonder nadere analyse geenszinds wil zeggen, dat de 50/50-verhouding, welke hij be rekende voor het jaar 1954. onjuist is, lijkt het hem wel, dat hiermede een punt is bereikt, dat een bijzon dere aandacht voor dit facet van de Millioenennota motiveert. BEL BIJ BRAND 3 9 2 Fabrieken la Almelo,.Amataraam. Dan Haa« HartogenboiCh. Service-ttallon* In allé grata »«eden. Agentschappen overal In Nederland' Agentschap voor Venrqy e.o. FIRMA W. WINTERS Hofstraat 3 VENRAY Tel. 473

Peel en Maas | 1953 | | pagina 4