''fStaiïfc Van man tol man f Een spaarpot voor drokwerk kantoor Stennt nw orgelfonds Gezinsdag der Kil Schoolonderwijzer-Koster Joannes Deenen l* Proef maar eens een andere... zo zuiver rmmrm/cf/f/v, AFDRUKKEN EN VER CRUFEN MAR: xv Wat was het een miezerig gesol. De gemeentebesturen hadden lak aan de scholen en aan cte vraag, waarvan de schoolonderwijzers leven moesten. Hun voorgangers uit de tijd vóór de wetgeving van lSOf^ hadden twaalf ambachten en dertien ongelukken gehad, m?t het gevolg, dat het „schoolhouden" bepaald bleef tot de wintermaanden. Daarbij was natuurlijk ook een factor van belang, dat de kinderen van „de kleine lieden" werken moes ten om mee de kost te verdienen, in de plaats van spellen te leren. De mensen dachten toen, dat zij kinderen kregen om hen als een soort goedkope arbeiders op een leeftijd van een jaar of acht aan het „verdienen" ie zetten. Als zij er maar 'n hele ris hadden, die den boer op, of naar de steen ovens konden gaan werken, dan waren zij er daarmee „door" De enige verdienste van „de goede oude tijd" is, dat hij voorbij is. Joannes Deenen had er zich voor gespannen, om zijn collega in Swol gen te helpen en bij die poging de steun van burgemeester Kellenaers van Meerlo gekregen. Met „Monsieur le Baron" was be doeld Baron Michiels van Kessenich, De Ridderschap had in die tijden in Limburg nog veel invloed. Het Hertogdom bestond uit steden en 120 gemeenten. De steden waren Maastricht, Roermond, Venlo Sittard en Weert. De adel was in de Provinciale Staten vertegenwoordigd door 13 jonkheren en barons. Tot hen be hoorden toen Baron Weichs de Wenne en Jonkheer de Liedel de Well. De 5 steden waren vertegenwoor digd eveneens door 13 afgevaardig den, maar ook daar waren nog adelijke heren bij. Voor de Landelijke stand hadden ook 13 vertegenwoordigers zitting en tot hen behoorden eveneens ge kozenen uit de Ridderschap. De Gedeputeerde Staten waren samengesteld uit 5 leden, waarvan 3 uit de Ridderschap. Bovendien was de Gouverneur ook een Jonk heer. De Ridderschap van het Her togdom Limburg bestond in een rond getal uit 50 Jonkheren, Barons, en Graven, zodat het duidelijk is, dat de Ridderschap in het provin ciale bestuur alle macht in handen had De adellijke heren toonden in elk geval meer begrip van de situatie dan de gemeentebesturen. De Gedeputeerde Staten bezaten de bevoegdheid, aan daarvoor in aanmerking komende schoolonder wijzers uit de provinciale fondsen een gratificatie toete kennen. Maar dat moet elk jaar opnieuw worden aangevraagd. De stukken voor schoolonderwij zer S. te Swolgen werden in 1833 ingediend en bij besluit van 4 Dec. van datzelfde jaar kreeg hij een gratificatie voor 1833 van 60 francs. Er was in het verzoekschrift im mers aangehaald, dat de school onderwijzers in Meerlo en Blitters wijek landstractement genoten. Deze bevoorrechting moet wel te danken zijn geweest aan invloe den van aanzienlijke protestantse families. Een adellijk geslacht, in het kas teel Blitterswijck gevestigd, was protestant, In het boekje „Smakt en St Jozef" door H. H. J. Maas, lezen we, dat aan de dominee van Blitterswijck, rond het jaar 1860 een jaarlijks salaris van duizend gulden van rijkswege werd toege kend. Dat was, vergelijkender wijze beschouwd, een aanzienlijk bedrag. Gedeputeerde Staten hadden een precedent gesteld door toekenning van de gratificatie van 60 francs aan de schoolonderwijzer van de gemeente Broekhuizenvorst. Burgemeester Kellenaers schreef in zijn aanbeveling aan Baron Michiels van Kessenich (lid van Gedeputeerde Staten), dat hij het tractement van S. uit de gemeen telijke inkomsten had verhoogd bij de aanvaarding van zijn burge meesterschap. Let wel: hij had dat gedaan, dus niet het gemeentebestuur, ook niet het college van burgemeester en assesoren (schepenen en wethou ders). De actie ten behoeve van de schoolonderwijzer van S wolgen was dan met succes bekroond. In 1834 trouwde Joannes Deenen met Hermina Raijmakers in Sint Anthonis. In zijn eerste en laatste request aan het gemeentebestuur van Ven- ray, (waarover wij reeds in een vorig hoofdstuk spraken) om een behoorlijk salaris, sprak hij over zijn huisgezin. Hij is dus pas met actie voor verbetering van zijn salarispositie begonnen na zijn huwelijk. En uit de data kunnen wij af leiden, na de geboorte van zijn eerste kind. Dus hij is er voor zich zelf toch waarlijk niet haastig mee geweest. Dat eerste kind is op jonge leeftijd gestorven. Zijn zoon Jacobus werd geboren in 1837 en zijn dochter Anna Ger- trudis in 1845. Hij was in dienst getreden in 1823 en had er maar de voorkeur aan gegeven, zijn er fenis in te teren, in de plaats van de martelgang van het geschooi, want die naam verdiende het pogen van de onderwijzers tot lots verbetering toch te beginnen. In 1837 besloten hij en nog an dere Venrayse schoolonderwijzers zich ook maar tot Gedeputeerde staten te wenden om de gratificatie uit de provinciale fondsen. Maar inmiddels waren heel waar schijnlijk zoveel verzoekschriften van onderwijzers bij Gedeputeer den binnen gekomen, dat ook dit College ging rekenen. De gemeente Venray, die elk jaar een batig saldo van over de 30 duizend francs had, kon voor onderwijzers niets missen rond het jaar 1900 evenmin. Zo vond de methode ingang, dat de gemeentebesturen de last met hun onderwijzers maar afwentel den op Gedeputeerde staten. Dat heeft zich wellicht over de hele provincie, althans over de Landelijke Stand, verbreid. In ieder geval bleek het College van Gedeputeerden een bepaalde norm te hebben gesteld, om de greep in de provinciale fondsen niet al te diep te doen worden. Hoeveel Venrayse schoolonder wijzers zich tegelijk met Joannes Deenen in 1837 tot Gedeputeerde Staten hebben gericht om de pro vinciale gratificatie, kunnen wij uit de nagelaten stukken van Jo annes Deenen niet opmaken. Wij vinden echter daarin wel, dat bij besluit van Ged. Staten van 10 Juli 1837 het stuk is in de Fran se taal opgesteld aan 3 school onderwijzers van Venray de grati ficatie van 60 frans toegekend werd voor 1837, omdat zij in het bezit waren van een of meer examen-diploma's. Joannes Deenen bezat er twee, een van de Com missie in Maastricht en een van de Commissie in Hasselt. Die drie waren: Jean Deenen, Oostrum; Antoine Arts, Merselo; Henri Heidens, Oirlo. Maar er was nog heel wat meer aan die beschikking verbonden en iets interessants ook Daarover dan verder. Wordt vervolgd, In ieder gezin is wel eens iets. Dit regeltje wordt je meestal toegevoegd, als je met een vriend of kennis spreekt over een voorval, dat de gemoederen thuis in heftige beroering heeft gebracht. Dat klinkt dan een beetje troostend en wil zeg gen, dat je niet al te erg moet in zitten over die strubbelingen. Maar waarom is het eigenlijk nodig je over zo'n meningsverschil druk le maken? Hel zou immers van een kadaver geest in het gezin getuigen als er nooit eens verschil van inzicht was over het een of ander. Het zou maar een saaie beweging zijn en je zou er weinig kans hebben om iets van elkaar te leren. Er mag dus gerust wel eens iets zijn in het gezin. De kwestie is al leen hoe je zo'n botsing opvat. En wat dit betreft bestaat er nogal wat verschil van opvatting. Sommige van onze collega's huisvaders voeren in hun gezin een directoriaal regiem. Wat Pa zegt is wet, en iedereen, die door de mazen van Pa's wet geving wil kruipen, zal het moeten bezuren. Toegegeven, je moet tuurlijk zorgen, dat je de touwtjes in handen blijft houden. Leven onder de overheersende pantoffel van Ma is niet gezond. Als vader ben je het hoofd van het gezin en draag je alle verantwoor ding. Daarom is een beetje dictatuur over verschillende zeer belangrijke zaken zeker nodig. Niet omdat je zo graag de baas speelt of omdat je er behagen in schept vrouw en kinderen voor je in het stof te zien knielen. Dat beetje dictatuur moet er alleen zijn als we de onzen moe ten beschermen tegen ernstige dwalingen of fouten, waarvan zij zelf de consequenties niet zien. Dat valt altijd lang niet mee, want het is voor je zelfs wel eens hard om voor iets te waarschuwen of iets te verbieden, wat je kinder zo graag willen. Maar in zulke ge vallen gaat het. er om of je de baas bent over jezelf en je ook terdege bewust bent van jebescher mende plichten. Wat die andere, minder belang rijke zaken betreft, moet je volop democraat zijn. Helaas zijn er velen onder ons, die zich de beledigde majesteit voelen, als zij zich moe ten neerleggen bij een meerderheids besluit van vrouw en kinderen. Gewoonlijk maken die huisvaders geen woord vuil over hun échec, maar zij blijven mokken, omdat zij het onderspit hebben gedolven. Zo iets is intens flauw. Als kleine jongetjes noemden wij dit„niet tegen je verlies kunnen". Maarwat nog het ergste is: onze collega's die niet willen zwichten voor de meer derheid in het gezin, vinden nog, dat zij het volste recht hebben hun ontstemming te laten blijken over het niet voldoen aan hun zin. Wij zijn toch de baas zeggen die lieden' Nonsens. Al ben je dan de baas, daarom moet je niet verwachten van vrouw en kroost, dat zij in alles gewillig naar je pijpen zullen danssen. In tegendeel, men moet zoeken naar een evenwicht tussen de gezinsbin ding aan het gezag en de persoon lijke vrijheid. Een heel moeilijk punt is voor velen dit evenwicht te ves tigen tussen man en vrouw. Verschil van opvatting tussen echtelieden is van tijd tot tijd on vermijdelijk. Maar als dit voorkomt, heeft het ook geen doel dit verschil in een ruzie om te zetten. Sommige mannen doen dat helaas graag, omdat zij dan met veel grote en kwade woorden eens flink kun nen laten zien, hoe manhaftig zij eigenlijk wel zijn. Zoiets is mis plaatste trots. En wat is nu fnui kender voor een goede verstand houding tussen man en vrouw dan de trotsvan een man Trots brengt alleen maar een boel narigheid. Want trots gaat samen met onver zoenlijkheid, onverschilligheid en misplaatste zelfverheffing. Hoe kan nu in 's hemelsnaam een gezin pret tig, gezellig en gelukkig zijn, waar Des te lekkerder smaakt je dan weer Golden Fiction f Zo zacht, papa met zijn trots al die onhebbe lijkheden kwistig rondstrooit? In zulke huisgezinnen gaat meestal een zucht van verlichting op, als papa de deur uit gaat. Er wordt van de man, die met recht de scepter in het gezin wil zwaaien, grote zelfbeheersing ge vraagd, ontsproten aan de beoefe ning der Christelijke deugden. Verschillende inwoners van Over- loon en meerdere nog van de om geving, zijn in de afgelopen zomer getuige geweest van de prachtige bedevaart naar Beauraing op 14 Juni, waaraan 1300 pelgrims heb ben deelgenomen. Behalve de grootse plechtigheden op zulk een bevoorrechte plaats (Maria verscheen daar in 1932-'33 meer dan dertig keer aan vijf kin deren) laat ook de aaneenschakeling van natuurschoonheden, vooral in de Maasvallei op de deelnemers 'n diepe indruk na. Steeds meerderen zouden in de gelegenheid gesteld moeten worden om deze prachtige en verzorgde pelgrimstocht mee te maken. Daar de kosten echter voor velen nog steeds een beletsel schijnen te zijn, hebben de propagandisten van het Secretariaat van Beauraing te Box tel, zich bereid verklaard om door middel van spaarkaarten met spaar - zegels iedereen in de gelegenheid te stellen het reisgeld wekelijks of maandelijks met kleine bedragen bijeen te sparen. Laat deze gelegenheid voor velen 'n gelegenheid zijn om zich aan te sluiten bij de grootse hulde, die jaarlijks aan de „Koningin des Hemels" en de „Moeder met het Gouden Hart" wordt gebracht tot intentie van de bekering der zon daars en de genezing van de zieken! Voor Overloon kan men zich om spaarkaarten vervoegen bij Mej. A. Rongen, Peelkant C 230 Overloon. i Foto Hoedemaekers al DW en ai nw artikelen voor De K.A.B. heeft Zondag haar win terseizoen wel op bijzondere wijze ingezet, met de organisatie van een gezinsdag, 's Morgens was er een H. Mis voor de leden opgedragen, waarna 's middags in hotel de Zwaan de oud-gedienden der K.A.B. bijeen geroepen waren, om zo gezellig onder elkaar, nog eens wat oude herinneringen op te halen. Door de Voorzitter werden ze wel kom geheten en werd de bedoeling van deze middag uiteengezet. Dat de dames en heren die be grepen, bleek wel ;uit de buiten gewoon prettige stemming, die er aldra heerste en waarbij nog menig oud nummertje ten beste werd ge geven. 's Avonds op de grote gezinsavond van de K.A.B. waar een Breda's gezelschap voor ontspanning zorgde, waren ze weer present en ook hier heerste een prettige stemming. Zowel door de Voorzitter als Deken Berden, werden de KAB-ers aange spoord om het onderlinge contact te verstevigen en zich bewuster K.A.B.-leden te tonen. Voldaan keerden alle aanwezigen 's avonds huiswaarts.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 4