29
ALBERT HEIJN
Voor de Politierechter
Schoolonderwijzer-Koster
Joannes Deenen
FEUILLETON
'n Actrice zonder
schoenen.
Gevonden
Bij elk pak Boffie Koffie
250 gram
AMANDEL
SPECULAAS
Haring in tomatensaus p. blik 69-36
Spinazie. groot blik 67
Chocohagel 250 gram 49
Pindakaasgrote pot 85
Haagse Leverworst 200 gram 45
i
Macaroni
Havermout
23
Pepermuntballen
.150
25
30
ZATERDAG 10 OCTOBER 1953 No* 41
VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
f ONDERVINDT 'T
1111
KLEDING WINT 'T
PEEL EN MAAS
f CONFECTIE VAN
EEN RIJK BEZIT
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WFPlfRT AF1 VOOR VFNR1Y FN OMSTRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. tnm. ABONNEMENTS-
QROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 Ed-rlvDLfAU V UWlV V üiTlvA I CflY ".JAVIO 1 IvdvErli PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45
Even een mededeling tussendoor.
Een door Joannes Deenen in 1851
samengesteld en geschreven Regle
ment voor het Oostrumse Schutters
gilde van Onze Lieve Vrouw, dat
tot diens nalatenschap behoorde,
berust thans in het Documentair
Gildenarchief van Noord-Brabant.
Verder had hij interessante heel
oude kerkboeken, onder meer, een
merkwaardig dik boek, getiteld:
„Den catholycken Pedagoge oft
Christelycken Onderwijzer in den
cathechismus", door den Gheleerden
ende Weerdighen Pater Petrus van
den Bossche Religieus ende Predi
cant Generaal des Ordre van den
Heylighen Dominicus".
Dat werk, voorzien van niet min
der dan drie kerkelijke „Approba
ties" (1684), verbiedt in scherpe
bewoordingen en uitvoerige om
schrijving het uitlenen van geld
tegen rente. Hierin staat o.a.:
De Christen heeft de plicht te
vervullen, zijn naaste met geleend
geld te helpen zonder daarvoor
rente te mogen vorderen.
Deze interpretatie van het 7de
gebod heeft eeuwen lang stand
gehouden. Zeker tot tegen het jaar
1900. Of men er zich in de practijk
ook aan hield Dat is een andere
kwestie.
Rond 1900 werd de interpretatie
aldus geformuleerd: geld uitlenen
tegen te hoge rente is woeker. De
kwestie werd dus overgeschakeld
naar het terrein van louter com
merciële aard, maar had daar direct
met het gebod van de christelijke
naastenliefde niet meer te maken.
In de eerste decennia van onze
eeuw is nog veel over dat onder
werp geschreven en getwist, maar
tot een definitieve oplossing is het
nooit gebracht.
Trouwens in die tijd had men
ook nog andere meningen.
Aartsbisschop Fénélon van Ka-
merijk schreef, dat het niet aan de
vrouwen is, de Staat te besturen,
oorlog te voeren, in de heilige
Bedieningen te treden, de staat
kunde, de wijsbegeerte, de krijgs
kunde, de rechtsgeleerdheid, de
godgeleerdheid, de werktuigkunde
te beoefenen. Dat alles is het werk
van mannen; de vrouwen moeten
leren de huishouding te besturen
en haar mannen zonder tegenkib-
belen onderdanig te zijn.
Wij haalden reeds aan, wat
pastoor Thissen, de geestelijke
toonaangever rond het jaar 1900
in de „Limburger Koerier" schreef
over wat men noemt de emancipa
tie der vrouw, en zich daarbij zelfs
beriep op de onfeilbare uitspraken
der Kerk. Had hij daar het recht
toe? Zo ja, dan hebben „de vrouwen"
zich van die uitspraken toch niets
aangetrokken en heeft de Kerk
daar ook niets tegen gedaan. (Maar
wij geloven niet aan pastoor This
sen Of de emancipatie der vrouw
in alle opzichten winst geworden is
voor de maatschappij, dat is weer
wat anders.
Vond Aartsbisschop Fénélon dus
een andere opvoeding (ander
onderwijs) nodig voor meisjes ddn
voor jongens, pastoor Thissen ging
nog veel verder. Hij had het over
Een vlucht voor de Russen
J. Vaszary.
22
Maar mijn vrouw was door de
reten van de barricade geglipt.
Door de vele gevangenschappen en
ontberingen was ziyLzo mager en
slank geworden als een kind. Door
de kleinste gaatjes kon zij heen.
De familie uit Szeged had zij
gevonden in het eerste huis van de
Szallag-straat. Maar niet alleen
bracht zij de gevonden voorwerpen
en het geld terug.
Daar zij dicht bij ons eigen huis
kwam, was zij ook daar aangegaan
en zij kon nu een hele boel dingen
door de congierge trouw bewaard,
te voorschijn toveren.
Etenswaren en sigaretten, zodat
deze dag weer gelukkig eindigde.
Daar er geen andere mogelijk
heid was, werd in de eetkamer
boven op de grote tafel een slaap
plaats voor ons klaargemaakt.
Wij sliepen er uitstekend na de
vele beslommeringen van deze be
wogen dag.
XIV
Drie dagen bleven wij bij onze
vrienden. Niemand wist er van. We
vertoonden ons niet buiten 't huis.
Toch leefden wij in voortdurende
angst.
In ieder huizenblok was een zo
genaamde „vertrouwensman". Ge
woonlijk leden van de communis
tische partij.
coëducatie op de lagere school
(jongens en meisjes bij elkaar in
de klassen) en keurde dat fel af.
Coëducatie was volgens hem het
begin van „de vrije liefde"(Die
onzinnige uitdrukking is niet van
hemzelf afkomstig. Die werd door
anderen in de taal gebracht, alsof
er ook „gedwongen liefde" bestaan
kan). In het lager onderwijs in de
Venrayse gehuchten voorheen en
in de Christelijke lering bestond
uitsluitend coëducatie. Wij hebben
daar echter nooit enig spoor van
verschil aangaande „de vrije liefde"
met de meisjes in de dorpskom, die
de bijzondere meisjesschool van de
Ursulinen bezocht hadden, kunnen
opmerken
Het verzoekschrift, dat Joannes
Deenen heeft opgesteld en verder
behandeld voor schoolonderwijzer
H. de S. te S wolgen, was gericht
aan Ged. Staten van Limburg. Dat
college had de bevoegdheid om aan
de schoolonderwijzers uit de pro
vinciale fondsen een gratificatie
toe te kennen.
Aan de Heeren Gedeputeerde
Staten der Prov. Limburg,
Geeft met verschuldigden eerbied
te kennen, de ondergeteekende
H. de S., schoolonderwijzer te
S wol gen, gemeente Meerlo, dat
hij het geheele jaar schoolhoudt,
en dat zijn tractement slechts
beloopt ter somme van 212 fran
ken van de Gemeente en de
schoolgelden der kinderen beloo-
pende ongeveer ad 60 franken per
jaar.
Dat aan de onderwijzers van
Meerlo en Blitterswijck lands-
tractementen zijn toegekend, en
dat aan hem ter vergoeding
daarvan door het voormalig
Gouvernement eene toelage uit
de provinciale fondsen was be
loofd.
Suppliant is man en vader van
een vrouw en vier kinderen, zoo
dat hij onmogelijk van boven
gemeld gering inkomen kan
bestaan, om welke reden hij de
Heeren Gedeputeerde Staten
dezer Provincie onderdanigst bidt
hem eene subsidie uit de provin
ciale fondsen te willen verstrek
ken, zullende hij altijd trachten
door getrouwe vervulling zijner
pligten, zich deze gunst waardig
te maken. Hetwelk doende, enz."
Men hoort het: dezelfde tekst en
melodie als van Joannes Deenens.
request aan het gemeentebestuur
van Venray.
De toestand in Meerlo stak toch
in ieder geval gunstig af tegenover
die van Venray. H. de S. was niet
koster en ontving 272 francs per
jaar of ruim 35 cents per dag,
alleen voor het schoolhouden.
Maar dat request zenden aan
Gedeputeerde Staten stond niet
gelijk met zo maar dadelijk succes
hebben
De burgemeester van Meerlo
heette Kellenaers. Deze, familie van
het destijdse gemeenteraadslid J.
Kellenaers in Venray, was eerst
ook schoolonderwijzer geweest,
maar had dat baantje laten varen
voor het burgemeesterschap van
Deze vertrouwensman had het
recht op elk ogenblik ieder huis
binnen te gaan, zelfs in het holst
van de nacht en het leven van de
bewoners economisch en politiek te
controleren.
Hij controleerde wat zij aten,
waar zij de levensmiddelen van
daan haalden. Hij mocht de voor
raden nagaan en als hij bevond,
dat sommigen meer hadden dan
anderen, had hij het recht het vol
gens hem overbodige surplus in
beslag te laten nemen.
Hetzelfde gold voor kleding en
andere artikelen. Ten algemene
nutte. De vertrouwensman had het
recht vluchtelingen in andermans
woningen onder te brengen.
Daarentegen mocht niemand men
sen in huis halen zonder zijn toe
stemming. Hij controleerde de be
zoekers en liet iedereen zich
legitimeren.
Zijn taak bestond ook daarin de
politieke overtuiging van de bewo
ners vast te stellen. Hij moest
rapporten opstellen over hun op
vattingen en politieke betrouw
baarheid.
De vertrouwensman werd door
niemand gecontroleerd. Meestal ge
bruikte hij zijn macht over de
bewoners ten eigen bate.
Zijn grootste zorg was zichzelf
een goed communist te tonen.
Dat kon je alleen bereiken door
veelvuldig mensen aan te brengen.
Hij liet de meest onschuldige men
sen door de Russen of de Rode Po-,
litie oppakken.
Persoonlijk werd hij vet van de
gestolen levensmiddelen en kleedde
hij zich met de kleren van de be
woners, die onderzijn terreur leef
den.
De staatsambtenaar en de fa
brieksdirecteur, als boven de an
deren uitstekend en de oude wereld
vertegenwoordigend, stonden in het
Meerlo.
Joannes Deenen wendde zich om
steun voor zijn collega in Swolgen
tot burgemeester Kellenaers. En
deze deed een goed woordje bij het
request.
Ik beveel hem in Uw welwillende
bescherming aan en noem mij met
de meeste eerbied, Uw dienaar, enz.
Wat er (voor een onderwijzer!)
gedaan moest worden voor nog
geen dertig gulden in een heel
jaar
Wordt vervolgd.
Aan de overkant van de Maas
schijnen de mensen veel krijgshaf-
tiger te zijn, als aan deze zijde
waarschijnlijk doordat zij dichter bij
Duitsland wonen Tenminste, dat
gevoel krijgt men, als men de zit
ting van de Politierechter volgt en
zo de zonden van de menschheid
in Noord-Limburg de revue pas
seren.
Neem bijv. 15 Augustus, hier een
doodgewone Zondag, waarop alles
kalm en rustig verloopt. Maar in
Arcen, daar golft het bier in brede
stromen. In plaatsman de gemoe
deren wat af te koelen, verhitte
deze drank zelfs in die mate, dat
er messen getrokken werden en
men daarmee in andermans ribbe-
kastje aan het peuteren ging.
Men sloeg er verder wat ruiten
kapot, omdat de dochter des kas
teleins niet lief genoeg lachte en
toen men daarvoor dan tenslotte
f 40 boete krijgt, gromt men, dat
het teveel is, terwijl een ander de
hemel op zijn blote knieën danken
zou, dat hij met al dat messenge-
peuter en ruitengerammel niet in
de nor belandde.
In Tegelen daar doen ze het al
weer anders.
Daar gaan ze dansen en als ze
dan met een schone jonkvrouwe
aan de arm de vloer opzwieren,
clan zijn ze zo galant om een ander,
die ze nu maar minder aanstaat,
even gauw te mangelen en zijn
schenen kapot te trappen, zodat 't
slachtoffer finaal „der vanaafwas.
Maar die was er toch nog niet zo
ver „vanaaf", of hij schopte op zijn
beurt, al tango-ende, mijnheer no.
één een paar blauwe schenen.
De eerste mijnheer kreeg f 15 en
de tweede f 25. Dat laatste had hij
te danken aan zijn tamelijk onsym
pathiek optreden voor de groene
tafel, waarmede hij de Officier tegen
zich in het harnas joeg, wat altijd
dom is.
In Venlo doen ze nog raarder.
Als ze daar gedronken hebben, dan
weten ze van „de joeks" niets an
ders meer uit te denken, dan de
portierkruk van een auto te slopen.
Met f 20 boete is „het plezeer" er
wel af.
In Bergen is het alweer een
ander menu. Daar was één man
drie vrouwen te erg af, want hij
sloeg ze met een pantoffel, dat het
rammelde. Maar ook dat mag nog
niet eens in deze geciviliseerde
wereld, waarom hij dan ook netjes
14 dagen op Rijkskosten mag gaan
logeren.
Dat zat hem niet zozeer in die
pantoffel, als wel in zijn strafre
gister, waar men een stuk onder
aan had moeten plakken, om al de
gepleegde euveldaden op te kunnen
vermelden.
In Gennep hebben ze wat anders
uitgevonden. Als daar twee buur-
bijzonder onder verdenking en con
trole.
Zo was onze situatie niet bepaald
rooskleurig.
Terzelfder tijd waren de commu
nistische couranten van Budapest,
andere waren er trouwens niet, vol
verhalen over onze arrestatie.
Hele artikelen, doorspekt met
domme leugens.
Volgens deze verhalen was mijn
vrouw met ragfijne kousen aan en
gekleed in de meest modieuse en
elegante kleren in handen van de
politie geraakt. Haar talloze leren
koffers hadden vol goud en ju
welen gezeten. Wij hadden brutaal
en onhebbelijk de nadruk op onze
fascistische gevoelens gelegd en
steeds opmerkingen gemaakt, die
beledigend waren voor het volk.
Deze artikelen verzwegen, dat
men ons aan de Russen overge
leverd had. Zij eindigden allemaal
met de zin, dat wij in de gevange
nis op onze verdiende loon wach
ten. Voor welke zonden
Daar schreven zij niet over.
Zulk geschrijf had echter een
gevolg, dat erger was dan welk
signalement in welke krant ook.
Wij wisten thans zeker, dat wij ons
niet in het publiek konden vertonen
zonder herkend te worden.
Dus konden we nu de straat niet
meer op.
Daar tegenover kon de vertrou
wensman ieder ogenblik in onze
woning verschijnen en ook dan was
het met ons gedaan.
Wij hadden niet alleen vrees voor
de vertrouwensman, ook voor de
Russische patrouilles, die met of
zonder reden doorgingen de huizen
te doorzoeken.
In geval wij gearresteerd werden
zouden wij ook nog onze gastheren
in de grootste moeilijkheden bren
gen.
Wat moesten we doen? Hoe kon
vrouwen ruzie hebben, gooit de
een de ander een steekpannetje
naar d'r hoofd, waardoor èn het
steekpannetje èn het hoofd „ge
butst" werden. Ook dat mag niet
en ook hier was f 40 de pleister
op beide butsen.
Bovenstaande wil echter niet
zeggen, dat aan deze kant van de
Maas geen „rare" mensen wonen.
Dan kijk maar eens naar Seve-
num, waar ze een stierhouder heb
ben, die de lucht van die beestjes
niet verdragen kan en dat met
„Bols" tracht te verdrijven.
Daar kon de Officier nog enig
zins inkomen, maar als dan de
lucht verdreven is door Bols, dan
nooit op een fiets klimmen, want
dan geven het ongelukken.
Om die les te leren, kreeg de
stierhouder f 30.
Daar was verder een handelaar,
die met 5 weegbriefjes van varkens
had geknoeid, waardoor de beestjes
belangrijk lichter werden, dan ze
in werkelijkheid waren.
De schade is bijbetaald, maar
desniettemin kostte ieder vervalst
briefje hem een tientje. En daar
baatte zelfs het mooie briefje niet
aan, dat hij naar de Officier ge
stuurd had, dat hij tot zijn spijt
niet op de rechtzitting kon komen,
aangezien hij het „op zijn zenuwen"
had gekregen vanwege de dag
vaarding.
En tenslotte behoeven we hier in
Venrpy de neus ook niet zo hoog in
de lucht te steken, want hier is 'n
familie druk doende geweest, elkaar
met rieken en schoppen naar de
andere wereld te helpen. Degene,
die zijn broer met de riek te lijf
gegaan was, kreeg 40 gulden boete
en 1 maand voorwaardelijk, omdat
hij niet had doorgeprikt, maar de
ander, die er met de schop op had
getimmerd en inderdaad bloed had
doen vloeien, mag een maand na
gaan denken, dat dergelijke dingen
wel in tijden van oorlog en zo ge
tolereerd worden, maar in vredes
tijd waarin we nu verondersteld
worden te leven ten strengste
verboden zijn
Rechtspraak in ziekenhuis
te Horst
De bewoners en verpleegden van
het ziekenhuis in Horst hebben
gisteren een ongewoon schouwspel
beleefd en gadegeslagen. Om half
tien arriveerde de *Roermondse
Politierechter mr. Movius, geassis
teerd door de officier van Justitie,
mr. Wilbrenninck, en de griffier
om de kroongetuige te horen in de
strafzaak tegen D. uit Horst, die
daar mishandeling heeft gepleegd.
In het ziekenhuis had ook de
uitspraak plaats. Dit was de voort
zetting van de behandeling van de
Venrayse zitting van Vrijdag j.l.
Kindermuts (wol), v.d. Berken,
Kempweg; badhanddoek en was
handje, J. Wijnhoven. Groenewoldse
pad 8; muntbiljet, v. Lierop, Hagel-
v/eg; kinderarmbandje, G. Pijpers,
Leunen K 60; zilveren armbandje,
A, Stevens, Langeweg 28; blauwe
vulpen, Th. Hagens. Veulen H 20;
rood damesportemonnaie, A. Jans
sen, Langeweg 43; damesportemon
naie, A. Jenneskens. Veltum; vulpen
Wed. van Veghel, Merselo M7; bos
sleutels aan ring, H. Dechnar,
Langstraat 4; nikkelen tabaksdoos,
P. van Gerven, Kempweg 22; riem
van regenjas, Politiebureau; grijze
den we uit deze muizenval raken
Ogenschijnlijk was er geen uit
weg.
De fabrieksdirecteur kwam op
een goede dag thuis met 't bericht,
dat er een schitterende kans was
voor onze ontvluchting.
De Russische commandant, die
zijn fabriek controleerde, was van
plan een vrachtauto het land op
te zenden om levensmiddelen voor
de arbeiders op te scharrelen. Als
wij die commandant met iets kon
den omkopen, zou deze vrachtauto
ons wel op ons landgoed kunnen
brengen.
Wij besloten ons gouden horloge
op te offeren.
De directeur nam het de volgen
de dag mee. De commandant stond
het horloge aan. Hij deed 't maar
dadelijk om zijn pols en zei dat
onze zaak in orde was.
Wij moesten echter ook de Rus
sische luitenant, die met de wagen
zou meereizen, wat aanbieden. De
directeur had reeds met hem ge
sproken. De luitenant wilde't liefst
wat brandewijn.
Brandewijn hadden we niet. De
staatsambtenaar had echter nog
een fles echte Franse cognac ver
borgen. Hij zocht ze direct op en
drukte ze mij in de hand.
Ik had deze fles voor de dag van
de bevrijding weggezet. Deze dag
is echter nog zo ver verwijderd en
misschien komt ze wel nooit. Neem
ze. Ik zou gelukkig zijn, als ik je
hiermede van dienst zou kunnen
zijn bij de vlucht.
De volgende dag, heel vroeg in
de morgen, vertrokken wij.
Het begin was het moeilijkste
en gevaarlijkste. Van de woning
tot de fabriek moesten we te voet
gaan. Er was minstens vijftig pro
cent kans dat wij aangehouden
zouden worden.
We probeerden zo veel mogelijk
Specials
aanbieding
t/m Woensdag 14 October
de koffie die iedereen zo lekker vindt
van 55 voor
gram
22
500
gram
gram
Drop div. soorten
100
gram
MAAKT U HET LEVEN QOEDKOPER!
herenjas, van Haaren, Stationsweg
21a; autoped op luchtbanden, Claes-
sens, Grotestraat; bankbiljet, Poels,
Grotestraat; kinderarmbandje, L.
Pouwels, Langstraat 16a; doublé
armband, Bonants, Markt 4; porte-
monnaie met inhoud, Poels, Sta
tionsstraat 43; witte damesschoen,
v.d. Berg, Langstraat 60; rozen
krans,"van Lierop, Hagelweg; auto-
wiel met band, Kazerne R.P.; parel
halssnoer en kinderkerkboek, van
Gerven, Bergweg 2; band v. jongens
jas, G. Seuren, St. Odastraat 16;
kindervoiletje, L. Tonen,-Vlakwater;
portemonnaie, v. Gerven, Bergweg 2;
helft van rijwieljasbeschermer, J.
Min, Kempweg; rozenkrans. Gou-
mans, Patersstraat; zwart rubber
zadeldoek, H. Boom, Oude Oostrum-
seweg 43; jascentuur (grijs), Dijk
man, Oostrum; lipssleutel, kazerne;
badhanddoek, J. Temme, Oude
Oostrumseweg; zilveren armband,
van Bragt, Kempweg 27; bruine
ons uiterlijk te veranderen en toen
gingen we met bang hart op weg.
Onze bagage telde nog een bun
dei meer. Mijn vrouw droeg deze.
Het was een prille ochtend. De
deur was van binnen nog verbar-
ricadeerd. Zelf moesten wij de
stenen en balken wegslepen. En
dan nog geruisloos, om niemand
wakker te maken en ons zelf niet
bloot te stellen aan het gevaar om
ondervraagd en herkend te worden.
Eindelijk waren we op straat.
Onderweg naar de fabriek ont
moetten we twee Russische pa
trouilles. Ze keken ons scherp aan,
maar lieten ons ongemoeid.
We herademden toen we in de
fabriek aankwamen. Toch begonnen
nu pas de sensaties.
De vrachtauto, die des morgens
om zes uur had moeten vertrekken
kwam pas om elf uur aan. Al die
tijd moesten wij op de binnenplaats
van de fabriek wachten, waar een
heleboel mensen in en uit bleven
lopen.
Wij trokken ons in een hoekje
terug, keerden de ménsen de rug
toe. Niettemin werd mijn vrouw
telkens herkend. Men kwam naar
ons toe en praatte met ons.
Ieder ogenblik verwachtten we,
dat iemand naar de politie zou
gaan om ons aan te geven.
Toen wij eindelijk konden gaan
instappen, kwam de Russische com
mandant op de proppen. Met ons
gouden horloge aan de pols joeg
hij ons de wagen af. Het was een
militaire wagen, burgers mochten
niet mee reizen.
Wij zochten opgewonden naar de
fabrieksdirecteur, opdat deze met
de commandant zou praten en hem
aan zijn belofte zou herinneren.
Maar we konden hem niet vinden.
Een fabrieks-ingenieur, die met de
vrachtauto zou meegaan, probeerde
toen te bemiddelen.
rozenkrans en sleutel, Vermeulen
Vlakwater M 71b; doublé dames
armband, J. Vissers, Leunen K 2c;
schop met steel, Lucassen, Leunen
K 2; sleutel, Vermeulen, Burg. vd,
Loostraat 25; bruine portemonnaie
J. Hendriks, Grotestraat 5; rubber
laars, G. Willems, Groenewoldse
pad 12; kerkboek. Ewalts, Langstr.
17; Lourdes rozenkrans (wit), A
Maas, Oostrum D 5a; muntbiljet
meisjesschool; herenportemonnaie
In de Rijp, Schoolstraat 2; kinder
handtasje met inhoud, Goummans
Leunen K 47; regenpijp, Wed. Cus
ters, Molenhofweg 1; bos sleutels.
Martens, Stationsweg 24; jasje met
muts, Hendriks, Langeweg 32.
Vulpen, vd. Venne, Oostrum D 4
De commandant schopte hem
echter de deur uit. Toen wendde de
ingenieur zich tot de luitenant, die
eveneens met de vrachtwagen zou
meegaan.
Na wat heen en weer gepraat
konden we hem de fles Cognac
overhandigen.
Tegen de vrachtauto leunend
sloeg hij de hals van de fles en
dronk haar in een teug leeg.
Daarna wenkte hij ons op de
wagen te kruipen.
De Ingenieur vroeg de soldaten
ons voorzichtigheidshalve met een
zeildoek toe te dekken. Toen dit ge
beurd was, vond hij het nog beter,
wat van de bagage op het zeildoek
te plaatsen om het minder verdacht
te doen voorkomen.
De Russen volvoerden deze taak
zonder aarzelen. Zij gooiden een
voudigweg kisten en fietsen op het
zeildoek waar wij onder lagen, dat
kwam zo zwaar aan, dat we dach
ten het niet te overleven.
Half versuft bleven we onder de
lading liggen.
Op het laatste ogenblik stapten
nog enkele arbeiders in, die behulp
zaam moesten zijn bij de voedsel
voorziening. Deze hadden er geen
idee van, dat onder het zeil men
sen lagen en kropen over en op
ons, totdat zij een geschikte plaats
gevonden hadden.
Eindelijk vertrokken we.
Voor we de brug passeerden,
hield de Russische wagen aan. Het
bleek, dat je een aparte vergunning
moest hebben om de brug te pas
seren. De vergunning werd op een
speciale kommandatura gegeven.
We moesten terug.
Zelf wisten we niet wat er ging
gebeuren. Uit de fragmenten van
de woordenwisseling, die we op
vingen, was niet veel op te maken.
Na enkele minuten rijden stond
de wagen ergens stil. Klaarblijkelijk
voor die speciale kommandantura,
die gerechtigd was deze vergunning
af te geven.
Uren stonden we daar te wachten.
Wordt vervolgd.