29 ALBERT HEIJN Voor de Politierechter Schoolonderwijzer-Koster Joannes Deenen FEUILLETON 'n Actrice zonder schoenen. Gevonden Bij elk pak Boffie Koffie 250 gram AMANDEL SPECULAAS Haring in tomatensaus p. blik 69-36 Spinazie. groot blik 67 Chocohagel 250 gram 49 Pindakaasgrote pot 85 Haagse Leverworst 200 gram 45 i Macaroni Havermout 23 Pepermuntballen .150 25 30 ZATERDAG 10 OCTOBER 1953 No* 41 VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG f ONDERVINDT 'T 1111 KLEDING WINT 'T PEEL EN MAAS f CONFECTIE VAN EEN RIJK BEZIT DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WFPlfRT AF1 VOOR VFNR1Y FN OMSTRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. tnm. ABONNEMENTS- QROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 Ed-rlvDLfAU V UWlV V üiTlvA I CflY ".JAVIO 1 IvdvErli PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45 Even een mededeling tussendoor. Een door Joannes Deenen in 1851 samengesteld en geschreven Regle ment voor het Oostrumse Schutters gilde van Onze Lieve Vrouw, dat tot diens nalatenschap behoorde, berust thans in het Documentair Gildenarchief van Noord-Brabant. Verder had hij interessante heel oude kerkboeken, onder meer, een merkwaardig dik boek, getiteld: „Den catholycken Pedagoge oft Christelycken Onderwijzer in den cathechismus", door den Gheleerden ende Weerdighen Pater Petrus van den Bossche Religieus ende Predi cant Generaal des Ordre van den Heylighen Dominicus". Dat werk, voorzien van niet min der dan drie kerkelijke „Approba ties" (1684), verbiedt in scherpe bewoordingen en uitvoerige om schrijving het uitlenen van geld tegen rente. Hierin staat o.a.: De Christen heeft de plicht te vervullen, zijn naaste met geleend geld te helpen zonder daarvoor rente te mogen vorderen. Deze interpretatie van het 7de gebod heeft eeuwen lang stand gehouden. Zeker tot tegen het jaar 1900. Of men er zich in de practijk ook aan hield Dat is een andere kwestie. Rond 1900 werd de interpretatie aldus geformuleerd: geld uitlenen tegen te hoge rente is woeker. De kwestie werd dus overgeschakeld naar het terrein van louter com merciële aard, maar had daar direct met het gebod van de christelijke naastenliefde niet meer te maken. In de eerste decennia van onze eeuw is nog veel over dat onder werp geschreven en getwist, maar tot een definitieve oplossing is het nooit gebracht. Trouwens in die tijd had men ook nog andere meningen. Aartsbisschop Fénélon van Ka- merijk schreef, dat het niet aan de vrouwen is, de Staat te besturen, oorlog te voeren, in de heilige Bedieningen te treden, de staat kunde, de wijsbegeerte, de krijgs kunde, de rechtsgeleerdheid, de godgeleerdheid, de werktuigkunde te beoefenen. Dat alles is het werk van mannen; de vrouwen moeten leren de huishouding te besturen en haar mannen zonder tegenkib- belen onderdanig te zijn. Wij haalden reeds aan, wat pastoor Thissen, de geestelijke toonaangever rond het jaar 1900 in de „Limburger Koerier" schreef over wat men noemt de emancipa tie der vrouw, en zich daarbij zelfs beriep op de onfeilbare uitspraken der Kerk. Had hij daar het recht toe? Zo ja, dan hebben „de vrouwen" zich van die uitspraken toch niets aangetrokken en heeft de Kerk daar ook niets tegen gedaan. (Maar wij geloven niet aan pastoor This sen Of de emancipatie der vrouw in alle opzichten winst geworden is voor de maatschappij, dat is weer wat anders. Vond Aartsbisschop Fénélon dus een andere opvoeding (ander onderwijs) nodig voor meisjes ddn voor jongens, pastoor Thissen ging nog veel verder. Hij had het over Een vlucht voor de Russen J. Vaszary. 22 Maar mijn vrouw was door de reten van de barricade geglipt. Door de vele gevangenschappen en ontberingen was ziyLzo mager en slank geworden als een kind. Door de kleinste gaatjes kon zij heen. De familie uit Szeged had zij gevonden in het eerste huis van de Szallag-straat. Maar niet alleen bracht zij de gevonden voorwerpen en het geld terug. Daar zij dicht bij ons eigen huis kwam, was zij ook daar aangegaan en zij kon nu een hele boel dingen door de congierge trouw bewaard, te voorschijn toveren. Etenswaren en sigaretten, zodat deze dag weer gelukkig eindigde. Daar er geen andere mogelijk heid was, werd in de eetkamer boven op de grote tafel een slaap plaats voor ons klaargemaakt. Wij sliepen er uitstekend na de vele beslommeringen van deze be wogen dag. XIV Drie dagen bleven wij bij onze vrienden. Niemand wist er van. We vertoonden ons niet buiten 't huis. Toch leefden wij in voortdurende angst. In ieder huizenblok was een zo genaamde „vertrouwensman". Ge woonlijk leden van de communis tische partij. coëducatie op de lagere school (jongens en meisjes bij elkaar in de klassen) en keurde dat fel af. Coëducatie was volgens hem het begin van „de vrije liefde"(Die onzinnige uitdrukking is niet van hemzelf afkomstig. Die werd door anderen in de taal gebracht, alsof er ook „gedwongen liefde" bestaan kan). In het lager onderwijs in de Venrayse gehuchten voorheen en in de Christelijke lering bestond uitsluitend coëducatie. Wij hebben daar echter nooit enig spoor van verschil aangaande „de vrije liefde" met de meisjes in de dorpskom, die de bijzondere meisjesschool van de Ursulinen bezocht hadden, kunnen opmerken Het verzoekschrift, dat Joannes Deenen heeft opgesteld en verder behandeld voor schoolonderwijzer H. de S. te S wolgen, was gericht aan Ged. Staten van Limburg. Dat college had de bevoegdheid om aan de schoolonderwijzers uit de pro vinciale fondsen een gratificatie toe te kennen. Aan de Heeren Gedeputeerde Staten der Prov. Limburg, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de ondergeteekende H. de S., schoolonderwijzer te S wol gen, gemeente Meerlo, dat hij het geheele jaar schoolhoudt, en dat zijn tractement slechts beloopt ter somme van 212 fran ken van de Gemeente en de schoolgelden der kinderen beloo- pende ongeveer ad 60 franken per jaar. Dat aan de onderwijzers van Meerlo en Blitterswijck lands- tractementen zijn toegekend, en dat aan hem ter vergoeding daarvan door het voormalig Gouvernement eene toelage uit de provinciale fondsen was be loofd. Suppliant is man en vader van een vrouw en vier kinderen, zoo dat hij onmogelijk van boven gemeld gering inkomen kan bestaan, om welke reden hij de Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie onderdanigst bidt hem eene subsidie uit de provin ciale fondsen te willen verstrek ken, zullende hij altijd trachten door getrouwe vervulling zijner pligten, zich deze gunst waardig te maken. Hetwelk doende, enz." Men hoort het: dezelfde tekst en melodie als van Joannes Deenens. request aan het gemeentebestuur van Venray. De toestand in Meerlo stak toch in ieder geval gunstig af tegenover die van Venray. H. de S. was niet koster en ontving 272 francs per jaar of ruim 35 cents per dag, alleen voor het schoolhouden. Maar dat request zenden aan Gedeputeerde Staten stond niet gelijk met zo maar dadelijk succes hebben De burgemeester van Meerlo heette Kellenaers. Deze, familie van het destijdse gemeenteraadslid J. Kellenaers in Venray, was eerst ook schoolonderwijzer geweest, maar had dat baantje laten varen voor het burgemeesterschap van Deze vertrouwensman had het recht op elk ogenblik ieder huis binnen te gaan, zelfs in het holst van de nacht en het leven van de bewoners economisch en politiek te controleren. Hij controleerde wat zij aten, waar zij de levensmiddelen van daan haalden. Hij mocht de voor raden nagaan en als hij bevond, dat sommigen meer hadden dan anderen, had hij het recht het vol gens hem overbodige surplus in beslag te laten nemen. Hetzelfde gold voor kleding en andere artikelen. Ten algemene nutte. De vertrouwensman had het recht vluchtelingen in andermans woningen onder te brengen. Daarentegen mocht niemand men sen in huis halen zonder zijn toe stemming. Hij controleerde de be zoekers en liet iedereen zich legitimeren. Zijn taak bestond ook daarin de politieke overtuiging van de bewo ners vast te stellen. Hij moest rapporten opstellen over hun op vattingen en politieke betrouw baarheid. De vertrouwensman werd door niemand gecontroleerd. Meestal ge bruikte hij zijn macht over de bewoners ten eigen bate. Zijn grootste zorg was zichzelf een goed communist te tonen. Dat kon je alleen bereiken door veelvuldig mensen aan te brengen. Hij liet de meest onschuldige men sen door de Russen of de Rode Po-, litie oppakken. Persoonlijk werd hij vet van de gestolen levensmiddelen en kleedde hij zich met de kleren van de be woners, die onderzijn terreur leef den. De staatsambtenaar en de fa brieksdirecteur, als boven de an deren uitstekend en de oude wereld vertegenwoordigend, stonden in het Meerlo. Joannes Deenen wendde zich om steun voor zijn collega in Swolgen tot burgemeester Kellenaers. En deze deed een goed woordje bij het request. Ik beveel hem in Uw welwillende bescherming aan en noem mij met de meeste eerbied, Uw dienaar, enz. Wat er (voor een onderwijzer!) gedaan moest worden voor nog geen dertig gulden in een heel jaar Wordt vervolgd. Aan de overkant van de Maas schijnen de mensen veel krijgshaf- tiger te zijn, als aan deze zijde waarschijnlijk doordat zij dichter bij Duitsland wonen Tenminste, dat gevoel krijgt men, als men de zit ting van de Politierechter volgt en zo de zonden van de menschheid in Noord-Limburg de revue pas seren. Neem bijv. 15 Augustus, hier een doodgewone Zondag, waarop alles kalm en rustig verloopt. Maar in Arcen, daar golft het bier in brede stromen. In plaatsman de gemoe deren wat af te koelen, verhitte deze drank zelfs in die mate, dat er messen getrokken werden en men daarmee in andermans ribbe- kastje aan het peuteren ging. Men sloeg er verder wat ruiten kapot, omdat de dochter des kas teleins niet lief genoeg lachte en toen men daarvoor dan tenslotte f 40 boete krijgt, gromt men, dat het teveel is, terwijl een ander de hemel op zijn blote knieën danken zou, dat hij met al dat messenge- peuter en ruitengerammel niet in de nor belandde. In Tegelen daar doen ze het al weer anders. Daar gaan ze dansen en als ze dan met een schone jonkvrouwe aan de arm de vloer opzwieren, clan zijn ze zo galant om een ander, die ze nu maar minder aanstaat, even gauw te mangelen en zijn schenen kapot te trappen, zodat 't slachtoffer finaal „der vanaafwas. Maar die was er toch nog niet zo ver „vanaaf", of hij schopte op zijn beurt, al tango-ende, mijnheer no. één een paar blauwe schenen. De eerste mijnheer kreeg f 15 en de tweede f 25. Dat laatste had hij te danken aan zijn tamelijk onsym pathiek optreden voor de groene tafel, waarmede hij de Officier tegen zich in het harnas joeg, wat altijd dom is. In Venlo doen ze nog raarder. Als ze daar gedronken hebben, dan weten ze van „de joeks" niets an ders meer uit te denken, dan de portierkruk van een auto te slopen. Met f 20 boete is „het plezeer" er wel af. In Bergen is het alweer een ander menu. Daar was één man drie vrouwen te erg af, want hij sloeg ze met een pantoffel, dat het rammelde. Maar ook dat mag nog niet eens in deze geciviliseerde wereld, waarom hij dan ook netjes 14 dagen op Rijkskosten mag gaan logeren. Dat zat hem niet zozeer in die pantoffel, als wel in zijn strafre gister, waar men een stuk onder aan had moeten plakken, om al de gepleegde euveldaden op te kunnen vermelden. In Gennep hebben ze wat anders uitgevonden. Als daar twee buur- bijzonder onder verdenking en con trole. Zo was onze situatie niet bepaald rooskleurig. Terzelfder tijd waren de commu nistische couranten van Budapest, andere waren er trouwens niet, vol verhalen over onze arrestatie. Hele artikelen, doorspekt met domme leugens. Volgens deze verhalen was mijn vrouw met ragfijne kousen aan en gekleed in de meest modieuse en elegante kleren in handen van de politie geraakt. Haar talloze leren koffers hadden vol goud en ju welen gezeten. Wij hadden brutaal en onhebbelijk de nadruk op onze fascistische gevoelens gelegd en steeds opmerkingen gemaakt, die beledigend waren voor het volk. Deze artikelen verzwegen, dat men ons aan de Russen overge leverd had. Zij eindigden allemaal met de zin, dat wij in de gevange nis op onze verdiende loon wach ten. Voor welke zonden Daar schreven zij niet over. Zulk geschrijf had echter een gevolg, dat erger was dan welk signalement in welke krant ook. Wij wisten thans zeker, dat wij ons niet in het publiek konden vertonen zonder herkend te worden. Dus konden we nu de straat niet meer op. Daar tegenover kon de vertrou wensman ieder ogenblik in onze woning verschijnen en ook dan was het met ons gedaan. Wij hadden niet alleen vrees voor de vertrouwensman, ook voor de Russische patrouilles, die met of zonder reden doorgingen de huizen te doorzoeken. In geval wij gearresteerd werden zouden wij ook nog onze gastheren in de grootste moeilijkheden bren gen. Wat moesten we doen? Hoe kon vrouwen ruzie hebben, gooit de een de ander een steekpannetje naar d'r hoofd, waardoor èn het steekpannetje èn het hoofd „ge butst" werden. Ook dat mag niet en ook hier was f 40 de pleister op beide butsen. Bovenstaande wil echter niet zeggen, dat aan deze kant van de Maas geen „rare" mensen wonen. Dan kijk maar eens naar Seve- num, waar ze een stierhouder heb ben, die de lucht van die beestjes niet verdragen kan en dat met „Bols" tracht te verdrijven. Daar kon de Officier nog enig zins inkomen, maar als dan de lucht verdreven is door Bols, dan nooit op een fiets klimmen, want dan geven het ongelukken. Om die les te leren, kreeg de stierhouder f 30. Daar was verder een handelaar, die met 5 weegbriefjes van varkens had geknoeid, waardoor de beestjes belangrijk lichter werden, dan ze in werkelijkheid waren. De schade is bijbetaald, maar desniettemin kostte ieder vervalst briefje hem een tientje. En daar baatte zelfs het mooie briefje niet aan, dat hij naar de Officier ge stuurd had, dat hij tot zijn spijt niet op de rechtzitting kon komen, aangezien hij het „op zijn zenuwen" had gekregen vanwege de dag vaarding. En tenslotte behoeven we hier in Venrpy de neus ook niet zo hoog in de lucht te steken, want hier is 'n familie druk doende geweest, elkaar met rieken en schoppen naar de andere wereld te helpen. Degene, die zijn broer met de riek te lijf gegaan was, kreeg 40 gulden boete en 1 maand voorwaardelijk, omdat hij niet had doorgeprikt, maar de ander, die er met de schop op had getimmerd en inderdaad bloed had doen vloeien, mag een maand na gaan denken, dat dergelijke dingen wel in tijden van oorlog en zo ge tolereerd worden, maar in vredes tijd waarin we nu verondersteld worden te leven ten strengste verboden zijn Rechtspraak in ziekenhuis te Horst De bewoners en verpleegden van het ziekenhuis in Horst hebben gisteren een ongewoon schouwspel beleefd en gadegeslagen. Om half tien arriveerde de *Roermondse Politierechter mr. Movius, geassis teerd door de officier van Justitie, mr. Wilbrenninck, en de griffier om de kroongetuige te horen in de strafzaak tegen D. uit Horst, die daar mishandeling heeft gepleegd. In het ziekenhuis had ook de uitspraak plaats. Dit was de voort zetting van de behandeling van de Venrayse zitting van Vrijdag j.l. Kindermuts (wol), v.d. Berken, Kempweg; badhanddoek en was handje, J. Wijnhoven. Groenewoldse pad 8; muntbiljet, v. Lierop, Hagel- v/eg; kinderarmbandje, G. Pijpers, Leunen K 60; zilveren armbandje, A, Stevens, Langeweg 28; blauwe vulpen, Th. Hagens. Veulen H 20; rood damesportemonnaie, A. Jans sen, Langeweg 43; damesportemon naie, A. Jenneskens. Veltum; vulpen Wed. van Veghel, Merselo M7; bos sleutels aan ring, H. Dechnar, Langstraat 4; nikkelen tabaksdoos, P. van Gerven, Kempweg 22; riem van regenjas, Politiebureau; grijze den we uit deze muizenval raken Ogenschijnlijk was er geen uit weg. De fabrieksdirecteur kwam op een goede dag thuis met 't bericht, dat er een schitterende kans was voor onze ontvluchting. De Russische commandant, die zijn fabriek controleerde, was van plan een vrachtauto het land op te zenden om levensmiddelen voor de arbeiders op te scharrelen. Als wij die commandant met iets kon den omkopen, zou deze vrachtauto ons wel op ons landgoed kunnen brengen. Wij besloten ons gouden horloge op te offeren. De directeur nam het de volgen de dag mee. De commandant stond het horloge aan. Hij deed 't maar dadelijk om zijn pols en zei dat onze zaak in orde was. Wij moesten echter ook de Rus sische luitenant, die met de wagen zou meereizen, wat aanbieden. De directeur had reeds met hem ge sproken. De luitenant wilde't liefst wat brandewijn. Brandewijn hadden we niet. De staatsambtenaar had echter nog een fles echte Franse cognac ver borgen. Hij zocht ze direct op en drukte ze mij in de hand. Ik had deze fles voor de dag van de bevrijding weggezet. Deze dag is echter nog zo ver verwijderd en misschien komt ze wel nooit. Neem ze. Ik zou gelukkig zijn, als ik je hiermede van dienst zou kunnen zijn bij de vlucht. De volgende dag, heel vroeg in de morgen, vertrokken wij. Het begin was het moeilijkste en gevaarlijkste. Van de woning tot de fabriek moesten we te voet gaan. Er was minstens vijftig pro cent kans dat wij aangehouden zouden worden. We probeerden zo veel mogelijk Specials aanbieding t/m Woensdag 14 October de koffie die iedereen zo lekker vindt van 55 voor gram 22 500 gram gram Drop div. soorten 100 gram MAAKT U HET LEVEN QOEDKOPER! herenjas, van Haaren, Stationsweg 21a; autoped op luchtbanden, Claes- sens, Grotestraat; bankbiljet, Poels, Grotestraat; kinderarmbandje, L. Pouwels, Langstraat 16a; doublé armband, Bonants, Markt 4; porte- monnaie met inhoud, Poels, Sta tionsstraat 43; witte damesschoen, v.d. Berg, Langstraat 60; rozen krans,"van Lierop, Hagelweg; auto- wiel met band, Kazerne R.P.; parel halssnoer en kinderkerkboek, van Gerven, Bergweg 2; band v. jongens jas, G. Seuren, St. Odastraat 16; kindervoiletje, L. Tonen,-Vlakwater; portemonnaie, v. Gerven, Bergweg 2; helft van rijwieljasbeschermer, J. Min, Kempweg; rozenkrans. Gou- mans, Patersstraat; zwart rubber zadeldoek, H. Boom, Oude Oostrum- seweg 43; jascentuur (grijs), Dijk man, Oostrum; lipssleutel, kazerne; badhanddoek, J. Temme, Oude Oostrumseweg; zilveren armband, van Bragt, Kempweg 27; bruine ons uiterlijk te veranderen en toen gingen we met bang hart op weg. Onze bagage telde nog een bun dei meer. Mijn vrouw droeg deze. Het was een prille ochtend. De deur was van binnen nog verbar- ricadeerd. Zelf moesten wij de stenen en balken wegslepen. En dan nog geruisloos, om niemand wakker te maken en ons zelf niet bloot te stellen aan het gevaar om ondervraagd en herkend te worden. Eindelijk waren we op straat. Onderweg naar de fabriek ont moetten we twee Russische pa trouilles. Ze keken ons scherp aan, maar lieten ons ongemoeid. We herademden toen we in de fabriek aankwamen. Toch begonnen nu pas de sensaties. De vrachtauto, die des morgens om zes uur had moeten vertrekken kwam pas om elf uur aan. Al die tijd moesten wij op de binnenplaats van de fabriek wachten, waar een heleboel mensen in en uit bleven lopen. Wij trokken ons in een hoekje terug, keerden de ménsen de rug toe. Niettemin werd mijn vrouw telkens herkend. Men kwam naar ons toe en praatte met ons. Ieder ogenblik verwachtten we, dat iemand naar de politie zou gaan om ons aan te geven. Toen wij eindelijk konden gaan instappen, kwam de Russische com mandant op de proppen. Met ons gouden horloge aan de pols joeg hij ons de wagen af. Het was een militaire wagen, burgers mochten niet mee reizen. Wij zochten opgewonden naar de fabrieksdirecteur, opdat deze met de commandant zou praten en hem aan zijn belofte zou herinneren. Maar we konden hem niet vinden. Een fabrieks-ingenieur, die met de vrachtauto zou meegaan, probeerde toen te bemiddelen. rozenkrans en sleutel, Vermeulen Vlakwater M 71b; doublé dames armband, J. Vissers, Leunen K 2c; schop met steel, Lucassen, Leunen K 2; sleutel, Vermeulen, Burg. vd, Loostraat 25; bruine portemonnaie J. Hendriks, Grotestraat 5; rubber laars, G. Willems, Groenewoldse pad 12; kerkboek. Ewalts, Langstr. 17; Lourdes rozenkrans (wit), A Maas, Oostrum D 5a; muntbiljet meisjesschool; herenportemonnaie In de Rijp, Schoolstraat 2; kinder handtasje met inhoud, Goummans Leunen K 47; regenpijp, Wed. Cus ters, Molenhofweg 1; bos sleutels. Martens, Stationsweg 24; jasje met muts, Hendriks, Langeweg 32. Vulpen, vd. Venne, Oostrum D 4 De commandant schopte hem echter de deur uit. Toen wendde de ingenieur zich tot de luitenant, die eveneens met de vrachtwagen zou meegaan. Na wat heen en weer gepraat konden we hem de fles Cognac overhandigen. Tegen de vrachtauto leunend sloeg hij de hals van de fles en dronk haar in een teug leeg. Daarna wenkte hij ons op de wagen te kruipen. De Ingenieur vroeg de soldaten ons voorzichtigheidshalve met een zeildoek toe te dekken. Toen dit ge beurd was, vond hij het nog beter, wat van de bagage op het zeildoek te plaatsen om het minder verdacht te doen voorkomen. De Russen volvoerden deze taak zonder aarzelen. Zij gooiden een voudigweg kisten en fietsen op het zeildoek waar wij onder lagen, dat kwam zo zwaar aan, dat we dach ten het niet te overleven. Half versuft bleven we onder de lading liggen. Op het laatste ogenblik stapten nog enkele arbeiders in, die behulp zaam moesten zijn bij de voedsel voorziening. Deze hadden er geen idee van, dat onder het zeil men sen lagen en kropen over en op ons, totdat zij een geschikte plaats gevonden hadden. Eindelijk vertrokken we. Voor we de brug passeerden, hield de Russische wagen aan. Het bleek, dat je een aparte vergunning moest hebben om de brug te pas seren. De vergunning werd op een speciale kommandatura gegeven. We moesten terug. Zelf wisten we niet wat er ging gebeuren. Uit de fragmenten van de woordenwisseling, die we op vingen, was niet veel op te maken. Na enkele minuten rijden stond de wagen ergens stil. Klaarblijkelijk voor die speciale kommandantura, die gerechtigd was deze vergunning af te geven. Uren stonden we daar te wachten. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1