SPORT Meisjes, Schoolonderwijzer-Koster Joannes Deenen R°if Ivoor, Reseda 3 stuks doosje 65 ct 15 Angnstus Maria Kruutwis Voor feestje groot of klein verhuurt Joh. Claessens glaswerk, bestek en porcelein. Mestkuikens zestig eens in de week, als er tenminste zes werkdagen waren. Nou, die stamvader was omstreeks 1830 in Oostrum komen aanzetten. Uit Milheeze in de Meierij. In de dagen van de Belgische opstand. Een afdeling Hollandse soldaten was in Milheeze terechtgekomen. Een soldaat had de vrouw van Janus niet met rust kunnen laten. Toen geen nieuws onder militairen in oorlogstijd, en tegenwoordig ook geen nieuws Dat schijnt er zo bij te horen. Maar Janus vond dat niet goed en sloeg die vent tegen de grond. De soldaat maakte in die vechtpartij geen gebruik van zijn wapens, hij ging er vandoor. Dus dacht Janus tevreden, dat alles wel goed afgelopen was, en op de gewone tijd in de avond ging hij met de vrouw te bed. Helaas, oweeGebons op de deur, op de ramen. Een troep Hollanders was op komst. Buren kwamen ijlings waarschuwen. Maar moesten zich haasten om zelf ook uit de voeten te komen Anders zouden zij het moeten bezuren, dat zij Janus gered hadden. „Gauw, gauw, Janus D'r oit Ze zijn d'r bekant, die van 't volk, ze motten aauw hebbe, weges het waif En Janus het bed uit, in zijn hemd, met niets anders aan het lijf. De weg op, van de weg af veld en hei op, om Bakel heen, de Peel in, de Peel door, tot in Oos trum. Doodop natuurlijk. In Oostrum was hij dikwijls ge weest, als hij met de troep meetrok naar Kevelaer. Ter bedevaart. Ja, onderweg was het ook met de „maid" begonnen. Dat ze zijn „waif" werd. Ja, het moet toch ook ergens beginnen. Gelukkig was hij dus nu in een bekende plaats. Onder goed volk. Hollanders kwamen hier niet. Het Venray se Land was ook wel Bel gisch, maar geen streek om de opstand uit te vechten. Maar hoe verder Terug naar Milheeze kon niet. Daar was het voor Janus voorshands niet veilig. En geen kijk er op, wanneer dan wel. De Oostrummers wisten raad. Op één Zondag bouwden zij aan de Oelderse weg de lemen hut. Een paar trokken naar Milheeze om het „waif" te halen. Daar ging de „Barrevoetse Jaon" zich metterwoon vestigen. En zo bleef het: de Barrevoetse Jaon. Van vader op zoon. Na 1903 heb ik die lemen hut nog wel eens van de trein uit gezien. De oude pastoor L. van O. kon die geschiedenis ook smakelijk vertellen. VIII Op die manier, met holwoorden- gedaas, heeft men het lager onder wijs altijd bijzonder belangrijk ge» vonden De politiek interesseerde zich er voor, maar dan ging 't veelal om iets anders dan om bevordering van de volksontwikkeling. Waarlijk geen wonder, dat men nu de klacht aan heft, dat het peil van de volksont wikkeling beschamend laag staat. Minister Dr. A. Kuyper, „Abra ham de Geweldige", heeft eens ge zegd. dat hij het lager onderwijs niet van veel belang achtte, maar, dat alles op de Universiteiten aan kwam. Dit laatste willen wij niet betwisten, maar het lager onder wijs als bron van volksontwikkeling is eveneens van groot gewicht. Zulke uitlating als van Kuyper typeert de geestes-verhouding in sommige kringen tegenover het vraagstuk volksontwikkeling. Over de opvattingen van pastoor Thissen („Limburger Koerier") rond 1900 schreven wij reeds enkele woorden. En bij geen stervelinglheeft de opvatting van pastoor Thissen ooit bestrijding gevonden, behalve van een paar onderwijzers Nouja, dat schelden, dat mocht wel wat minder, maar zijn gedach ten vond „men" wel goed De onderwijzers speelden de eerste viool in de dorpen(Van nog geen acht gulden in de week Een pracht van violen dan toch De onderwijzers waren de land- opvreters! (Geen wonder, van nog geen acht gulden in de week zullen zij geen diner van zes gangen ge kregen hebben De onderwijzers leefden van de zuur verdiende penningen der brik kenbakkers (Geen wonder, dat zij zo schamel leefden!) Maar waarom betaalde men de brikkenbakkers niet zoveel guldens als penningen En waar leefden anderen van „Van de negen en negentig school meesters honderd gekken (Ja, inderdaad was hun opleiding een paskwil. Maar waarom wilde men die niet verbeteren In de jaren rond 1900 schreef H. H. J. Maas verscheidene artikelen in „De Sollicitant", „De Vacature", enz. om te betogen, dat eenH.B.S.- opleiding met 5-jarige cursus, ge volgd door een 2-jarige opleiding in Nederl. taal, letterkunde, psycho- onderwijskunde dringend nodig was. Een groot katholiek blad ant woordde daarop, dat dan geen enkel dorp nog een onderwijzer zou krij gen, maar dat er dan wel nog veel meer onderwijzers Kamerlid zouden worden Was dat laatste dan erg En ver der bleef alles, zoals het was De massa van „het volk" stond onverschillig tegenover school en ontwikkeling. Wat was er ook anders van mensen zonder ontwikkeling te verwachten Met schimpen op de schoolmees ters deden zij graag mee, als slaven van „Hogerhand", die de trom over belastingen verstond te roeren En nu spreken wij over de tijd om 1900. Maar veel erger was alles voorheen nog Aan voorschriften, mooie woor den, gewichtigdoend gedaas, enz. heeft in het verleden de volksschool nooit ontbroken, maar altijd aan geld. Maar hoe wil men in 's hemels naam toch begrijpen, dat het peil van de volksontwikkeling bescha mend laag staat, als men de ge schiedenis niet kent Denkt men dan, dat een zinnetje hakkelen zonder van de stof iets te kennen, ontwikkeling is Arbeiders, die geen briefkaart klaar krijgen, verdienen toch maar over de honderd gulden vrij geld per week (Daar kunnen we ge makkelijk dadelijk honderd bewijzen van overleggen). En een rood puntje zetten op een stembiljet en de uitslag 20 van de voetbalwedstrijd lezen is toch van oneindig hoger belang dan ont wikkeling Maar er zijn toch wel uitzon deringen O, zeker, zeker, die zijn er ook. Uitzonderingen, zei U toch Zo de ouden zongen, zo piepen de jongen. Het woord „paedagoog" (opvoeder) is tegenwoordig een schimpnaam voor de schoolmeester. De Romeinen van de Oudheid wisten het reeds: „Quem dii odere, Paedagium facere Wij zouden zeggen: „Wie de goden haten, ma ken zij schoolmeester !"De „goden" waren „mensen", maar altijd in over treffende trap: veel hoger of veel erger dan de „gewone". 0— Schoolonderwijzer Joannes Dee nen, met een daverende bombast op een stuk papier van het Venrayse gemeentebestuur in de lade, kon dan beginnen met onderwijzing van de jeugd. En hij begon ook. In het lokaal van de kosterij, waarin Lindert Lemmen zijn spoe len had laten snorren. Het is een goede honderd jaren geleden. Maar honderd jaren gele den zat hij nog in datzelfde lokaal. Hij begon dadelijk het hele jaar school te doen. Vacanties waren er in die tijd nauwelijks. Wel vrije dagen: heilige dagen, kermis, vas tenavond enz. Ook dagen voor kin derhulp bij aardappelen-rooien, en oogsten van hooi en koren. Lindert Lemmen sloot zijn school van Pasen tot Allerheiligen, en hij had in de winter 15 tot 20 scholie ren. Was Lindert Lemmen verstandig en practisch? Was Joannes Deenen een dwaze jongen, een gek? Uit zijn idealisme, uit zijn liefde voor het volk sproot een andere opvatting voort. Hij had boeken gelezen van de Maatschappij tot nut van het algemeen, van Pestalozzi, van Comenius, enz. En onnozele die hij was, hij geloofde aan de goede wil van de potentaten rondom hem heen In 1830 had hij reeds 69 leerlingen 36 jongens en 33 meisjes. Oostrum, Boshuizen, Lull en Brukske hadden toen samen ongeveer 500 inwoners. Maar die leerlingen bleven niet schoolgaand van 6 tot 12 jaren Geen denken aan. De een 2 jaren, de ander 3, minder 4, nog minder 5, bij uitzondering een 6 jaren. De kinderen van 8 jaren moesten al naar de steenoven, moesten als koe- hard gaan dienen, enz. De ouders hadden wel kinderen ter wereld ge bracht, maar deze waren zonder reisgeld gekomen. Ze moesten mee verdienen En zo, en niet anders, was het ook nog tegen 1900. Daar zaten wij zelf tussen. Van de honderd schoolgaande kinderen verlieten er geen vijf de school, die lezen en schrijven kon den. (Lezen is iets anders dan moei zaam een woord spellen, een zin uithakkelen. Schrijven iets anders dan een hanepoot krabbelen; ook gedachten formuleren). En Joannes Deenen mocht inge volge art. 3 van de deliberatiën van den gemeenteraad van Venray, ook de „voordelen" genieten (zeker wel, „genieten" ook!), die aan dezen post verknocht zijn". (Ja, zo vast „verknocht" of verknoopt, dat ze niet van de vroedere vaderen los te knopen waren Die waren wel vroeder, afblijven van het. batig saldo Want Joannes Deenen „genoot" dan ook voor het hele jaar school- doen voor circa 70 kinderen (ten minste zo tussen 6 en 8 jaren en wat ouder) de „verknochte voor delen" van vijftig francs van de gemeente Venray, of vierentwintig gulden En het kosterschap leverde hem daarbij nog zoveel op, dat hij in een rond getal aan éen kwartje daags kwam. Als man midden in de dertig, met vrouw en kind „genoot" hij die zelfde „verknochte voordelen" ook nog Zulke mensen, die immers veel te onnozel zijn om voor hun eigen zak te zorgen, zijn ook veel te on nozel om een monument van brons of steen te verdienenEen monu ment van inkt op papier is wat anders. Schrijver dezes was erbij tegen woordig, toen meester Rutten van Wanssum in de winter van 1896-97 op de toneelvoorstelling in Meerlo de komieke voordracht zong: „Hoe rijmt dat op elkaar Een strofe daarvan luidde: .Prettige vacantie!" wenste mij de burgevaar, met per week acht gulden op 'n haar, dus tussen prettig en vacantie een maximum van distancie knoop die eindjes aan makaar! Minimum en maximum, hoe rijmt dat op elkaar Tróelala, Tróelala, hóe rijmt dat op elkaar?" Schrijver dezes vond dat toen de moeite waard om het op te schrij ven en het te bewaren voor de Ge schiedenis. Na 57 jaren komt liet te tepas Wordt vervolgd. Land- en Tuinbouw Electrische kracht in de landbouw In de loop der jaren is de elec- triciteit ook op vrijwel alle boer derijen, die eertijds er van verstoken moesten blijven door hun afgelegen ligging, bron van licht en warmte geworden. Inde meest uiteenlopende toepassingen geniet nu ook de landbouw van haar zegeningen: vooral in de electrische kracht schuilen voor de bedrijfsarbeid nog vaak onbekende mogelijkheden, die algemene aandacht verdienen. De moderne electromotor is hier de krachtbron en kan allerlei ver moeiend en tijdrovend werk verrich ten als dorsen, stro- en bietensnijden malen, pompen, zagen, enz. De voortschrijdende techniek heeft onvermoeid gestreefd naar perfectionering en verbetering van de electromotor. Een voorbeeld van wat men bereikte is de Heemaf S.K.A.-motor, een uitvinding, die het gebruik van electriciteit voor krachtdoeleinden zeer heeft bevor derd. De reden van dit succes schuilt in de eerste plaats in eigen schappen van de motor, die vooral ook voor land- en tuinbouw als eisen worden gesteld. Voorbeelden hiervan zijn: de een voud van uitvoering en bediening, zodat, waar een krachtwerktuig nodig is, practisch gebruik direct mogelijk is; de druipwaterdichte uitvoering zorgt er voor, dat geen neervallend water in de motor kan dringen; de lagerschilden hebben nl. slechts aan de onderzijde een opening voor de luchtcirculatie. Een bizonderheid is ook de rotorcon- structie, die door dat hij op een speciale manier werd uitgevoerd, de rotor vrijwel onverwoestbaar maakt. De electromotor verdient een ruime toepassing in land en tuin bouw. Hij heeft die reeds gevonden maar bij de motorisatie in het moderne landbouwbedrijf kan aan de electrische krachtbron nog een grotere plaats worden ingeruimd. Hierdoor verkrijgt de ondernemer immers de beschikking over een ongekend aantal paardekrachten, dat naast bedrijfszeker en voordelig ook vlug en veilig is. Een doelmatige vinding! Aan een der grootste bezwaren van de overigens bedrijfszekere en goedkope A.I.V. inkuil- methode, n.l. het verdunnen en ver delen van het zuur, is een einde gekomen door een practische vin ding: een glazen zuurpompje. Alle nadelige invloeden van het zuur (schade aan huid en kleding) die de toepassing van deze inkuil- methode in de weg stonden zijn hierdoor weggenomen. De eenvoudige en goedkope in stallatie bestaat uit een glazen pompje, dat aan het ene eind door een rubberslang aangesloten is op de waterleiding en dat aan de andere kant met een sproeislang, eindigend in een 1 meter lange omgebogen buis, het verdunde zuur vlak boven het gras brengt. Het pompje heeft een zijdelings geplaatste zuigopening, die voor zien is van een slangetje, dat in een fles met onverdund zuur hangt. Het water, dat met grote snelheid door het glazen pompje stroomt, zuigt daar een hoeveelheid zuur aan, zodat een mengsel verspoten wordt. Een knijpkraantje regelt de door laat van het slangetje, dat in de fles met zuur hangt. Om de duitse verhouding (6 liter water en een liter zuur) te ver krijgen, moet men de juiste stand van het knijpkraantje vaststellen. Daartoe hangt men het aanzuig- slangetje in een bakje met een liter water enhoudt de sproeislang boven een emmer, Zodra de liter verspoten is, trekt men de emmer weg en meet de inhoud. Bevat de emmer 7 liter, dan heeft men dus de juiste stand gevonden. Is de hoeveelheid kleiner of groter, dan moet het aanzuigslangetje respectievelijk iets meer dichtge knepen ofiets verder geopend worden. Heeft men de juiste stand vast gesteld, dan blijft de mengverhou- ding constant. Het pompje, een aantal meters rubberslang en nog enkele kleinere benodigdheden bieden voor zeer ge ringe kosten een doelmatige instal latie, nauwkeurig en onverslijtbaar. De Rijkslandbouwconsulent voor Z.W. Friesland te Sneek, verstrekt voor zover nodig, inlichtingen. Burgemeester en Wethouders'der gemeente Venray, brengen ter al gemene kennis, dat bij besluit van Gedeputeerde Staten van 27 Juli 1953, No. B 19349, is goedgekeurd het besluit van de raad dezer ge meente van 12 Juni 1953, no. 317, tot onttrekking aan het openbaar verkeer van een gedeelte van de vroegere verbindingsweg tussen de Gasstraat en de Overloonseweg, gelegen tussen de percelen, ka dastraal bekend gemeente Venray, Sectie C 5516 en 5518 ter en 538 en 4544 ter andere zijde. <v fijne toiletzepen De Grayter «U 32 ct. Toiletzeep Goudstreep sluk 55 ct Badzeep per stuk 40 ct Overvette kinderzeeg Ingevolge het bepaalde in artikel 12, 2e lid van de Wegenwet ligt dit goedgekeurde raadsbesluit vanaf 12 Augustus 1953 gedurende veertien dagen voor eenieder op de secretarie i dezer gemeente ter inzage. De aandacht wordt erop gevestigd, dat ingevolge het bepaalde in art. 11a van de Wegenwet voor iedere belanghebbende uiterlijk tot op de dertigste dag na deze aankondiging van de beslissing van Gedeputeerde Staten beroep open staat op de Kroon. Venray, 12 Augustus 1953. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis, dat door hen ingevolge artikel 12a der Winkelsluitingswet 1951 voor en tijdens de kermis te Castenray, algehele ontheffing is verleend van de bepaling van artikel 2 en 8 der Winkelsluitingswet 1951 en wel: op 28 en 29 Augustus a.s. van 18 tot 21 uur; op 30 Aug. a.s. van 8 tot 24 uur; op 31 Augustus, 1 en 2 Sept. a.s. van 18 tot 24 uur. Venray 12 Augustus 1953. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen hierbij ter open bare kennis, dat door de raad dier gemeente in zijn vergadering van heden medewer king ingevolge de Lager-onderwijs- wet 1920 is verleend, o.m. aan het Bestuur van de bijzondere lagere school te YsselsteynVenray voor de aanschaffing van 10 2-persoons- banken, zulks in verband met de uitbreiding van die school. Venray, 28 Juli 1953. Burgemeester en Wethouders der gemeente Venray, brengen ter open bare kennis, dat bij besluit van de raad dezer gemeente van 28 Juli 1053, no. 391, aan het bestuur van de R.K. Lagere School te Venray Ysselsteyn medewerkink is ver leend voor de aanschaffing van: 1. een schoolbord; 2. gordijnen; 3. electrische armaturen; 4. tafeltje met stoelen voor onder- wijzerskamer; 5. vijf vloermatten; 6. olie voor proefstoken en droog stoken; en 7. een kruisbeeld. Een en ander is nodig voor de inrichting van de nieuwe klaslokalen alsmede voor het onderwijzerska mertje, waarmede het schoolgebouw is vergroot. Venray, 28 Juli 1953. Wielrennen Vrijdag j.l. vertrokken onze ren ners naar Echt, waar zij deelnamen aan de drie-daagse. De eerste dag was het meteen raak en lieten onze renners zien dat zij ook wel iets van fietsen kunnen. Theunissen werd 2e bij de junioren. Willems deed het bij de Senioren nog beter en wist met een ronde voorsprong op de rest te zegevieren. De tweede dag ging het anders en scheen alles samen te spannen tegen de Venrayse overmacht. Zo kon Theunissen het dit maal niet verder brengen dan de 4e plaats. Willems kreeg al evenmin een kans, en werd volgens de regels der kunst netjes in een hoekje gedrukt en moest hij met de 9e plaats ge noegen nemen. Zo kwam dan de laatste dag met aan het hoofd van de ranglijsten onze Venrayse renners. Beiden had den dus de beste kansen voor de eindoverwinning. Helaas, ook nu werd op minder sportieve manier gezorgd dat onze jongens geen schijn van kans kregen ondanks de verwoede pogingen die zij te werk stelden. In de einduitslag werden beiden tweede. Deze plaatsen zijn zeer eer vol en dan ook wel een felicitatie waard. Morgen gaat de reis naar Ospel alwaar het kampioenschap van Limburg verreden wordt. Mogen we hopen dat onze renners revanche zullen nemen. Jongens veel succes. P.D.V. DE ZWALUW Hier volgt dan de uitslag van Jemeppe, de vlucht, die zeer zwaar was, en ook flinke verliezen heeft gebracht aan de jonge duiven. 114 A. van Loon; 2 P. Lemmen; 3 H. Lucassen; 4 St Servaas; 5—50 J. Derks; 632 Jac. Verstegen; 7— 44 W. Peeters; 8-9-15-22-26 P. en J. Hendriks; 10 Joh. Janssen; 11 E. E. Oudenhoven; 12 Jos Vermeulen; 13 M, v.d. Broek; 16 A. Smits: 17- 23 Serveo; 18 J. Verstegen; 19 A. de Riet; 20-33 A. Arts en Zn. 21-47 G. Janssen W.; 24-27 A. van den Munckhof; 25-37 M. de Bruyn; 28 H. Kleuskens; 29-43 H. Derks; 30-38 G. Janssen H.; 31-48 A. Loonen; 34 M. Siebers; 35 P. Swaghöfer; 36 J. Wester; 49 J. Gommans; 40 M. Hendriks; 41-45 J. Strijbosch; 42 P. Strijbosch; 46 J.van Leuken; 49 H. Vermeulen en Zn. Een extra vermelding verdienen deze week P. en J. Hendriks, die maar liefst met 5 stuks bij de eerste 26 zaten. Een prestatie die er zijn mag. Uitslag Dax 1015 km. 1 Vissers, 2 Jaap Janssen, 3 A. Loonen. 4 W. Janssen, 5 Jaap Ver stegen, 6 A. De Riet, 7 J. Kusters, 8 Vissers, 9 P. Janssen en Zn. 10 J. van Els, 11-16 G. Janssen W. 12 H. Derks, 13 M. Siebers, 14 Gebr. Wil lems, 15 M. van Rooy, 17 Kelders. Afgelopen Zaterdag hebben we weer kunnen constateren, dat ook het oude gebruik van Kruitwis- wijding op Maria Hemelvaart, zeker wat het dorp betreft, langzaam maar zeker gaat verdwijnen. Ieder jaar weer komen minder kinderen met de kruutwis naar de kerk, om deze naar oud gebruik te laten zegenen. Dat is jammer, want daar mede gaat weer een oud en zinvol gebruik langzaam verdwijnen. Over de samenstelling van een kruutwis bestaan verschillende plaatselijke gebruiken: Zo zien we in Venray, dat hij dikwijls is samen gesteld uit enkele aren haver, rogge gerst of tarwe, een tak met een appel of peer, noten en of mangel- bladeren en daarbij enkele wilde bloemen, zoals korenbloemen of iets dergelijks. Na de zegening in de kerk heeft de kruutwis heilbrengende en on heil werende eigenschappen. Sommige boeren bewaren hem op stal, anderen voeren hem op aan het vee en de kippen. Vérder wordt een gedeelte van de kruutwis bij hevig onweer nog wel eens in de kachel gegooid, om bliksem-inslag te voorkomen. Ook, zoals b.v. in Bergen, daar wordt een gedeelte over de heg gegooid, om zo de rupsen te weren. Alle rassen na vooruitbestelling van 3 weken. Classens Broederij Oirlo De korrels uit de korenaren wor den bewaard om ze in het voor of najaar met het zaaigraan te ver mengen. Wanneer de eerste schoven van de oogst zijn binnen gehaald wor den enkele hieronder verborgen, om ongedierte tegen te houden. Ook tegen veeziekten helpt de kruutwis. Met een band wordt dan de bundel om het dier gebonden. Prof. Schrijnen gelooft, dat het „kruutwisgebruik" teruggaat tot 't oud-Germaansgeloof. Wellicht was het gebruik een „natuurverering" of gold het een of andere Ger maanse godheid. Bij van der Ven lezen we, dat het gebruik teruggaat tot de overleve ring van de opneming van Maria's lichaam in de hemel". Hij verhaalt ons dan, wat Gregorius Turmesés, in de 6e eeuw daarvan mededeelt: „Toen Maria haar levensloop vol eindigd had, en zij van de wereld werd afgeroepen, vergaderden alle apostelen uit alle windstreken in haar huis en wachtten bij haar. En zie, daar kwam de Heer Jezus met Zijn engelen, nam haar ziel en gaf haar aan de aartsengel Michaël. De volgende morgen brachten de apostelen het lichaam in een graf en bewaakten het in afwachting van de komst des Heren. En zie, de Heer stond plotseling bij hen, nam het heilige lichaam in een wolk en liet het in het paradijs brengen. Daar werd de ziel weer met het lichaam verenigd en zij geniet nu met de andere uitverkorenen de eeuwige zaligheid. Een wondere bloemenweelde vulde daarna het verlaten graf. Wilde veldbloemen en kruiden verspreid- den bedwelmende geuren. Dit mys terieus gebeuren activeerde de fantasie van schilders en kunste naars en fraaie kunstwerken ont stonden er door. Het zou jammer zijn, dat dit zin vol gebruik ook zou uitsterven. We kunnen slechts hopen dat onze boeren hieraan vast zullen blijven houden. Bij moeilijk heden ofwel voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot Bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-S angers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d. Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck, D 67, Tel. 263.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 2