Venray s vroede vaderen
vergaderden.
ALBERT HEIJN
FEUILLETON
'n Actrice zonder
schoenen.
SUNDDOfKSS
VEILIG bij
ALBERT HEIJN
Zware Repen 3 voor 49
Carabiesjes 250 gram 59
Zomertoffee's 100 gram 19
Vruchtenkoekjes 100 gr. 25
Sardines groot blik 50
ZATERDAG 20 JUNI 1953 No. 25
VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPFIfUI AH VflHR VRNR4Y FN HM^TRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS-
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 VV E.C,I\.DL,2iU V VCIIKAI EilV UIVIO 1 rVE,I\C,i> PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45
Nog 250 woningzoekenden.
Kernplan Leunen wordt uitge
voerd.
Ontevredenheid over de her-
bouw-politiek.
Het is alweer een hele tijd ge
leden. dat Wethouder Reintjes de
vergaderingen bezocht. Intussen is
hij echter zover opgeknapt, dat hij
de laatste Raadsvergadering weer
aanwezig kon zijn, waarop hem
door de Voorzitter een hartelijk
welkom werd toegeroepen.
Was Wethouder Reintjes aanwe
zig, de heren de Bruijn, Camps,
Steeghs en Vermeulen ontbraken
op het appèl.
Allereerst werden de notulen van
de vergadering van 28 April jl.
goedgekeurd, waarna een hele was
lijst ingekomen stukken voor ken
nisgeving werden aangenomen.
Voor het merendeel waren dit
goedkeuringen van genomen Raads
besluiten door Ged. Staten. Zo was
er de goedkeuring van het weder -
opbouwplan Oirlo, van raadsbeslui
ten tot aankoop, ruiling, verpach
ting en verkoop van grond, de ver
huring van het perceel Marktstraat
no. 8, wijzigingen van begrotingen
enz. enz.
Winkelsluiting
In December 1952 heeft de Ven
ray se Raad de nieuwe Winkelslui
tingswet aangenomen, welke dan
ter verdere goedkeuring naar de
Minister moest gezonden worden.
De Minister had echter bezwaren
tegen enkele artikelen. Zo wil hij
fruitwinkels alléén opengesteld
hebben op Zondagen van 1.30 tot
7.30, voor zover ze in de onmidde-
lijke omgeving van het Ziekenhuis
liggen, terwijl ook het half uur
later sluiten door de week. alléén
voor bovèngenoemde winkels geldt.
Welke fruitwinkels daarvoor in
aanmerking komen, is overgelaten
aan het oordeel van B. en W.
Verder heeft hij bezwaar tegen
de openstelling van de winkels op
de Zondag vóór 6 Dec., omdat zijn
inziens er reeds voldoende koopge
legenheid bestaat in de 10 dagen
voor St Nicolaas, daar dan de
winkels tot 9 uur open mogen zijn.
En tenslotte is hij van mening,
dat het later openstellen op Zater
dagen beperkt moet blijven tot de
maanden April tot 'en met Sept.,
omdat alléén in die maanden lan
ger op het land wordt gewerkt.
B. en W. stellen nu voor de win
kelsluitingswet zo te veranderen,
opdat ze zo spoedig mogelijk wordt
goedgekeurd.
De heer F. JANSSEN is 't daar
mee echter niet eens. Wat de open
stelling van fruitwinkels aangaat,
meent hij te mogen verwachten,
dat B. en W. hierbij de nodige soe
pelheid mogen en zullen betrachten.
Ernstige bezwaren heeft hij echter
tegen de sluiting op St Nicolaas-
Een vlucht voor de Russen
J. Vaszary.
Wij kozen een klein, alleenstaand
huisje uit. Het leek volkomen ver
laten. Toen wij het erf opgingen,
zagen wij, dat de stal leeg was. Het
varkenshok gaapte ons ook hol aan,
met open deur. Op het erf lag een
doodgeschoten hond.
Wij klopten op de deur. Van bin
nen geen antwoord. Ik bonsde nog
eens, nu harder, op de deur. Niets.
Blijkbaar was het huis onbewoond.
Of...
Toen bewoog iemand voorzichtig
het gordijn aan de binnenkant van
het raam. Een verschrikt en angstig
gezicht van een oude vrouw keek
ons aan. Nog een ogenblik, toen
ging de deur open. Een jonge boer
staarde ons aan alsof wij spoken
waren.
„Zijn jullie Hongaren
"Ja."
„Waar kom je vandaan
Met een paar woorden deden we
ons verhaal. Hij noodde ons in de
keuken. Zijn jonge vrouw zat er met
een zuigeling van een paar maanden
op haar schoot, zij huilde. Op het
gezichtje van het kind waren bloe
dige sporen te zien. De oude vrouw,
die zonet uit het raam had gekeken,
zat in een hoek met het hoofd in de
handen.
De boer vertelde, dat de Russen
die nacht zijn vrouw hadden ver
kracht. Het kind, dat zij aan het
zogen was, hadden zij haar van de
borst gescheurd en in een hoek ge
gooid. Vervolgens hadden zij het
huis geplunderd.
Zondag, die immers traditie is en
uit alle kerkdorpen mensen, naar
Venray lokt om de optocht te zien
en inkopen te doen. De sluitingtijd
op Zaterdagavond alléén in de zo
mermaanden vindt hij dwaas, om
dat ook in de winter de boeren
langer werken dan tot 5 of 6 uur.
Men vergeet in den Haag, dat
we hier een kern vormen met een
geweldig groot achterland. Kappers
en sigarenwinkels mogen elke dag
langer open blijven, maar dat éne
uur op Zaterdagavond voor alle
winkels zou niet mogen.
Spreker heeft gezien, dat Venlo
met dezelfde regeling ook dezelfde
ministeriële bemerkingen kreeg,
maar dat daar de Raad die dwin
gende maatregelen niet nam en zelf
naar de Minister zal stappen om
dit verbod ongedaan te maken.
Spreker hoopt, dat ook Venray
zich hierbij zal aansluiten.
De VOORZITTER zegt toe, dat
B. en W. de fruitwinkels zo ruim
mogelijk zullen behandelen. Zijn
inziens heeft de Minister wel gelijk
met de Zondagsluiting voor St
Nicolaas. Door het later openstel
len van de winkels gedurende de
werkdagen, die het St Nicolaas-
feest voorafgaan, is er feitelijk
geen behoefte meer om ook Zon
dags de winkels open te stellen.
Spreker voelt verder ook wel iets
voor het argument, dat de Minis
ter naar voren schuift, nl. dat de
boerenbevolking alleen 's zomers
laat op het land werkt.
De heren F. JANSSEN en VAN
HAAREN zijn het met zijn laatste
zienswijze niet eens. Kan men de
rest nog accepteren, zij beiden staan
er op, dat Zaterdags de winkels
gedurende het gehele jaar tot 7 uur
open zullen zijn en geven de Voor
zittende raad, dit in den Haag zelf
te bepleiten.
Na onderling overleg blijken B.
en W. ook bereid te zijn de Zater
dagsluiting om 7 uur gedurende
het gehele jaar door te handhaven
en daarom zal de Minister een
dergelijk verzoek alsnog overhan
digd worden.
De heer VAN HAAREN vraagt
verder om een wijziging in de
Winkelsluitingswet, waardoor het
mogelijk wordt, dat 't VW-gebouw
in Ysselsteyn op Zondag openge
steld kan worden. Daarmede gaat
de Raad accoord.
En nu is het maar weer wachten
op wat de Minister over een en
ander te zeggen heeft. Tot zolang
sukkelen we maar door op de oude
weg.
Overname van wegen
Einde 1951 werd door de gemeen-
„In een nacht zijn we bedelaars
geworden", zei hij. „Ellendiger dan
de laagste bedelaar, want zelfs ver
loren we onze eer".
„Here Jesu. Here Jesu", mom
pelde de oude vrouw in de hoek.
Toen zij vernamen, dat wij sinds
dagen niet gegeten hadden, stond
de jonge vrouw op.
„We kunnen wat soep geven, ook
een snee brood. Iets anders hebben
we zelf niet meer".
We aten de soep en kwamen bij.
Wij durfden niet lang te blijven,
want de boer zei, dat er ieder half
uur weer andere Russen kwamen.
En dan weer het huis zouden door
zoeken, om te zien of er nog iets
van hun gading was. Als ze ons
vonden, zouden we stellig weer ge
vangen genomen worden.
Wij vroegen naar de kortste weg
naar de hoofdstad. De jonge boer
bood aan, ons een eind op weg te
helpen, dwars door de velden.
Wij namen afscheid van de on
gelukkige familie. Met de boer voor
op gingen we op weg. Tenslotte
wees hij ons hoe wij gaan moesten.
Met hernieuwde kracht begonnen
we de reis, met het vaste voornemen
de laatste 30 km in één stuk af te
leggen, al zouden we de hele nacht
moeten doorlopen. Maar na een paar
uur begaven ons de krachten.
Langzaamaan begon het te sche
meren.
We liepen met steeds onzekerder
stappen. Een snijdend koude wind
blies ons tegemoet, drong door tot
onze botten, Koudeen vermoeidheid,
maakten ons krachteloos, telkens
struikelden we, de minste oneffen
heid deed ons op de bevroren grond
neervallen.
Toch kwamen we weer bij een
dorpje. In de langzaam vallende
avond kwam op de wind het aan
houdend geratel van geweervuur
ons tegemoet.
We bleven ontmoedigd staan. We
bang voor de naderende nacht, voor
de onbekende gevaren die ons op
te 44 Meter Rosmolen weg gekocht
van de Spoorwegen. De rest was
al van de gemeente. Nu zouden de
spoorwegen, volgens de Wegenwet,
een jaarlijkse uitkering moeten
geven voor het onderhoud, maar
aangezien dit practisch miniem is
en bovendien de weg goedkoop
gekregen is, vragen B, en W. toe
stemming, om die jaarlijkse uit
kering maar te laten vervallen, wat
de Raad goed vindt.
In 1946 wilde St. Anna een toe
gangsweg maken tussen de Over-
loonseweg en de Gasstraat. Maar
dat is er nooit van gekomen en de
plannen dienaangaande zijn veran
derd.
B. en W. stellen nu voor de
stukken die daarvoor nog braak
liggen aan de aangrenzende bewo
ners te verkopen. Ook hiermede
gaat men zonder meer accoord.
In Oostrum ligt een pad Horken
pad genaamd, maar dat heeft zijn
langste tijd geduurd. Aangezien deze
niet meer gebruikt wordt en de
aanwonende mensen hem ook wil
len opruimen, stellen B. en W. voor
de verschillende stukken van die
pad maar te verkopen a f 0,30
per m2. aan de aanwonende land
eigenaren. Zonder hfd. stemming
wordt dat goed gevonden.
Bij de bouw van de lagere school
aan de Hoenderstraat bleek het
perceel aan de Zuidzijde iets te
smal. Uit perceel C. 6723 wil de
gemeente 33 m2. kopen en dat kan
gebeuren als de eigenaar van dat
grond 26 m2 krijgt uit perceel 6722.
Ook dat vindt men goed.
Scholen
Voor een vakonderwijzer in licha
melijke oefeningen moet de Ge
meente ingevolge de Lageronderwijs
wet het salaris betalen. Voor de
jongensschool te Venray was dat
over 1951 f 1365.83, over 1952
f 1775,39. Voor de Meisjesschool
over 1950 f 1189.30, over 1951
f 1035.57 en over 1952 f 545,97. Aan
de U.L.O. van de Broeders van
Liefde in Oostrum moet om de
zelfde reden over 1951 f 665.41 be
taald worden.
De school op het Veulen heeft een
aparte onderwijzeres nodig in de
naaldvakken en de rekening die
daarvoor werd gepresenteerd is
f 230.58 groot.
De vergoeding voor de B.L.O
school over 1951 en '52 is f 7030.95
(75 2/3 leerling) en f 8806.50 (103
leerling).
Al deze bedragen werden zonder
meer 'goed gekeurd door de Raad.
Gemeente reikt
helpende hand
Reeds herhaaldelijk is door de
Raad geklaagd over de trage afgifte
van herbouwfinancieringen, hetgeen
een gevolg is van de door het Mini
sterie van Wederopbouw aan de
Provinciale* Directies gegeven voor
schriften over de doorzending van
aanvragen.
Het was ondanks alle pogingen
welke in het werk werden gesteld
niet mogelijk hierin verandering te
brengen. In enkele dringende ge
vallen kon in het uiterste geval
voorrang worden verkregen, doch
meer kon niet worden bereikt
In plaats van een verbetering is
in de laatste tijd nog een verslech
tering ingetreden, doordat het aan
tal aanvragen, dat door de Provin-
de onbekende wegen wachtten.
Aan het eind van het dorp stond
een eenzaam huis, aan de rand van
een klein bosje. Wat kan ons ge
beuren, als we hier ingaan Kracht,
om verder te gaan hadden we toch
niet meer.
Wij stapten op het huis af.
Wij liepen voorzichtig om het huis.
Op het erf begon een hond te blaf
fen. Een oude man kwam naar
buiten en keek om zich heen. Toen
hij ons ontwaarde, viel zijn mond
open van verbazing.
Ik ging naar hem toe. Ik legde
hem uit, dat wij om onderdak
vroegen voor deze nacht. De vraag
kwam moeizaam uit mijn mond,
daar ik uitgeput was. Het bewust
zijn, dat wij eigenlijk aan het bedelen
waren en niets betalen konden,
maakte me moedeloos.
„Kom rustig binnen", zei de oude
man. „Ik ben alleen met mijn vrouw
en wij zijn erg bang. Het is pret
tiger om met meer mensen te zijn".
Wij volgden hem naar binnen.
Zijn vrouw was een druk pratend
oud mensje. Zij wa£ zeer verheugd
over onze komst. Wel een keer of
tien zei zij, hoe blij zij was, dat wij
er waren en dat zij de nacht niet
meer alleen behoefden in te gaan.
Het was ontzettend geweest met
de Russen. Zij hadden weliswaar
zelf geen hinder ondervonden, door
dat ze oud waren.
„Mijn man is een gepensionneerd
mijnwerker en de mijnwerkers laten
ze met rust, omdat die proletariërs
zijn. Alleen de trouwringen hebben
ze meegenomen, het horloge van
mijn man, onze wekker en een
gouden ketting. En dan een paar
laarzen. Maar in het dorp Daar
zijn te keer gegaan. De vrouwen
verkracht. Massa's mensen dood
geschoten. Alle huizen leeg geplun
derd".
Terwijl zij aan het vertellen was,
maakte zij het avondeten klaar. Haar
man zei niet veel, knikte alleen be
vestigend bij het verhaal van zijn
ciale Directie te Maastricht in elke
maand voor de provincie Limburg
naar het Ministerie mag worden
doorgezonden nogmaals ernstig
werd ingekrompen.
Deze maatregel legt de herbouw
in onze gemeente vrijwel stil en de
heroprichting van de bijna 9 jaar
geleden verwoeste panden wordt
ernstig vertraagt, tot groot nadeel
voor de betrokkenen en voor de
gemeente.
B. en W. menen, de herbouw te
kunnen bespoedigen wanneer door
de gemeente aan de betrokkenen
een voorschot wordt verstrekt op
de uiteindelijke Rijksbijdrage, onder
cessie van de gemeente van hun
aanspraken op deze Rijksgelden.
Aan de gemeente zou daarnaast dan
echter moeten worden vergoed de
rente over de verstrekte gelden, te
berekenen over het tijvak liggende
tussen de verstrekking door de ge
meente en de betaalbaarstelling
door het Rijk van de bijdrage.
Wanneer deze voorschotten zou
den kunnen worden verleend uit de
opbrengst van kortlopende leningen
zal het rente bedrag ongeveer
1,5 pet. bedragen.
Het voorschot kan zo groot zijn
als het bedrag dat door de Prov.
Directie is geaccepteerd en vast
gesteld. Hierdoor loopt de gemeente
geen risico.
SCHANDAAL
De heer F.JANSSEN had geen
bezwaar tegen de regeling als zo
danig, die B. en W. hebben opge
steld, maar waar hij wel grote be
zwaren tegen had, was het feit,
dat negen jaren na de bevrijding
een dergelijke regeling nog nodig
was. De noodzaak van dit voorstel
geeft wel een treurig voorbeeld
hoe het gesteld is met de oplossing
van de nood der oorlogsslachto* fers.
Men laat ze maar zitten m de
ellende. Spreker kan niets anders
zeggen dan dat hij zeer teleur
gesteld is over de houding van de
Regering in deze materie en dat
weer het oorlogsslachtoffer de dupe
is, van een en ander. Want ten
slotte moet degene, die van deze
regeling gebruik maakt, rente
betalen tot de Rijksbijdrage afkomt
en wanneer zal dat zijn
De heer VAN HAAREN is be
vreesd, dat den Haag bij deze
regeling hoe goed op zich ook
zal redeneren, dat men in
Venray toch vooruit kan en eerst
maar elders zal helpen, zodat het
gehele effect alleen maar vertra
gend zal zijn.
WETH. WINTELS zegt in zijn
antwoord, dat men het voorstel
moet zien als een overbrugging
van de tijd die ligt tussen de aan
vang van de aanvrage om Rijks
financiering en de toekenning
hiervan; een tijd, die volgens hem
zowat om het half jaar ligt Wie
dus nu van deze regeling gebruik
maakt, kan deze zomer al bouwen
en behoeft niet te wachten op de
winter. Men moet verder er goed
aan denken, dat niemand verplicht
is om van deze regeling gebruik
te maken, men is daarin volkomen
vrij. Inderdaad moet rente betaald
worden maar men krijgt ook rente
van zijn inschrijving op het Groot
boek, dus hier zit geen verlies in,
temeer omdat de rente zeer laag
is, die de Gemeente vraagt en men
al heel wat vlugger aan het
bouwen is.
vrouw. Wij zeiden ook niet veel. In
de warme keuken namén vermoeid
heid en slaap met een zo elemen
taire kracht bezit van ons, dat wij
alleen nog oog hadden voor het
warme eten.
Eindelijk was het eten klaar. Het
eenvoudige eten, aardappelsoep en
bruin brood, kwam ons als een prin
selijk maal voor. De gepensionneer-
de mijnwerker toverde zelfs nog
een fles wijn te voorschijn. Met een
volle maag, in deze aangename
warmte, kon ik gewoonweg niet
$an de dreigende toekomst denken.
Terwijl de oude vrouw in de kamer
ernaast het bed voor ons klaar
maakte, dacht ik maar: „Nu ga ik
slapen, slapen..."
De hond op het erf sloeg woedend
aan. Daarna werd er geklopt.
Wij verstijfden allen.
Maar het was de buurman die
binnen stapte. Een jonge mijnwer
ker. Hij vertelde hijgend: „De
Russen zijn de mannen in het dorp
aan het verzamelen. Naar verteld
wordt, worden ze naar Siberië ge
bracht. Iedereen van 15 tot 60 jaar
namen ze mee. Ik blijf de nacht over
niet thuis. Ik ga naar de mijn. Daar
vinden de Russen me niet".
De oude mijnwerker zei, dat hij
mee ging. Zij nodigden mij ook uit.
Maar ik wilde niet van mijn vrouw
gescheiden worden. Wie weet of wij
elkaar in dat geval ooit zouden
weerzien. En ik was moe. Zo ont
zettend moe.
De oude mijnwerker haalde zijn
mijnlamp te voorschijn, trok een
oude jas aan en vertrok met de
jonge mijnwerker.
Wij bleven achter met de oude
vrouw, die nu pas echt blij was met
ons en de Hemel dankte, dat zij de
nacht niet alleen inging.
Zij bleef maar breeduit vertellen,
hoe de Russen haar iedere nacht
tot nu toe opgejaagd hadden. Zij
zochten wijn en vrouwen.
Erg geruststellend was dat niet.
Wij besloten in elk geval met onze
Zelfs met een
voor, koopt U
Altijd meer waar voor Uw geld
Altijd betere kwaliteit, voor lagere prijs!
WEER EEN PAAR
SPREKENDE VOORBEELDEN:
Geldig f/m 24 Juni
puur, melk, extra bitter, hazelnoot, butterscotch
Frans-Marokkaanse
B0FFIE KOFFIE
dat's betere, ja beste koffie
I
MAAKT U HET LEVEN GOEDKOPER!
De heer Fr. JANSSEN is het
niet met de Wethouder eens, wat
de tijdsduur betreft. Hem zijn ge
vallen bekend, dat men reeds drie
jaren wacht op de Rijksbijdrage.
Er komen telkens nieuwe aanvragen
en slechte een deel, en dat moet
dan nog urgent zijn, wordt toege
staan. De aanvragen moeten zich
dus wel op blijven stapelen en
niemand weet, wanneer zijn geval
eens uit de kasten zal komen.
Zeker niet nu het rampengebieder
nog bijgekomen is. Spreker vindt
het uitstekend dat ook deze mensen
geholpen worden, maar vindt het
een schandaal dat dit gebeurt ten
koste van de oorlogsslachtoffers,
die al jaren wachten om nu einde
lijk eens uit de rommel te komen.
Spreker heeft de indruk, dat men
het in Den Haag wel gelooft. Die
gemoedelijke Limburgers, die slik
ken immers alles. Maar het wordt
hoog tijd, dat die heren eens aan
hun verstand gebracht wordt, dat
men niet eeuwig en altijd de voeten
op die gemoedelijke mensen af kan
vegen.
Ook de VOORZITTER moet con
stateren de indruk te krijgen, dat
Den Haag deze streken nog altijd
als randgebieden beschouwd met
alle nadelige gevolgen van dien.
Spreker prijst zich daarom ge-
kleren aan naar bed te gaan.
Wij lagen er in. De oude vrouw
praatte steeds door. Haar woorden
hoorde ik half in de slaap.
Mijn blik viel op een eenvoudige
spreuk, op de muur tegenover ons:
„Waar God, daar zegen,
Waar zegen, daar vrede,
Waar vrede, daar liefde".
0—
Ik werd wakker doordat ik iemand
hoorde huilen. Toen ik mijn ogen
opende, bleek, dat de zon hoog aan
de hemel stond. Het was al laat in
de morgen.
Zo uit de diepe slaap wistik eerst
niet waar ik was en hoe ik daar
gekomen was. Toen viel mijn blik
op mijn vrouw en op de wasvrouw,
tezamen nog in diepe rust. Toen pas
kwam me weer voor de geest.
Het huilen kwam uit de keuken.
Een man huilde. Ik hoorde de zachte
stem van de oude vrouw. Zij trachtte
iemand te troosten. Woorden kon ik
niet onderscheiden.
Wat kon er gebeurd zijn
Ik stond op en ging de keuken in.
De jonge mijnwerker huilde, voor
overliggend op de tafel. Het oude
echtpaar trachtte hem te troosten.
Ik had wel meer mannen zien
huilen. Het is altijd aangrijpender
dan het huilen van vrouwen ofikin-
deren. Maar zulk een heftig en wan
hopig snikken had ik bij een man
nog nooit gezien.
De oude vrouw vertelde, dat de
Russen die nacht bij hem hadden
ingebroken, terwijl hij in de mijn
was. Zij hadden zijn vrouw gezocht.
Deze had zich bij de buren verstopt.
De dronken soldaten, hun ver
langens niet stillen kunnend, hadden
het huis uit wraak in brand ge
stoken. Daarmee was hun armelijk
bezit, dat zij met zoveel ijver en
bitter hard werken bij elkaar ge
schraapt hadden, gans vernietigd,
tot niets geworden.
„Ik heb niets... ik heb geen huis
lukkig enkele van die nadelen te
kunnen opheffen met deze regeling,
maar is er van de andere kant ook
van overtuigd, dat het de aller
hoogste tijd wordt, dat er eens iets
gaat gebeuren. Over het wat en
hoe zullen B. en W. zich nog bera
den. De regeling als zodanig wordt
dan zonder meer aangenomen.
Salarisverhoging
Door de stijging van het aantal
inwoners van Venray komt de
salariëering van Burgemeester,
Wethouders, Secretaris en Ontvan
ger een stuk hoger te liggen. Maar
ook de andere ambtenaren kunnen
meer salaris krijgen, maar dat
gebeurt niet automatisch, daarvoor
moet de bezoldigingsregeling ge
wijzigd worden. In verband daar
mede heeft men onderling overlegd
hoe een en ander dient te geschie
den, terwijl men tevens van de
gelegenheid gebruik gemaakt heeft
enkele andere regelingen, zoals
rijwieltoelage op te nemen.
De Raad gaat met die nieuwe
regeling accoord, waarbij de heer
VAN HAAREN zijn voldoening
uitspreekt over de prettige wijze
waarop het Georganiseerd Overleg
heeft plaats gehad. Alleen zou hij
B. en W. willen adviseren de kle-
Ver volg zie 4de pagina
meer..." zei hij maar steeds door,
terwijl zijn lichaam schokte van het
snikken.
Naast hem op de tafel lagen wat
brokstukken, die hij tussen de over
blijfselen had gevonden. Een halve
schoen, de verschroeide resten van
zijn Zondagse pak, een of twee
pannen .en een vrouwenmuts.
„Het zijn geen mensen... geen
mensen...", snikte hij.
Ik waagde 't niet, hem te troosten.
De oude vrouw deed toen haar
verhaal van deze nacht. Het was de
verschrikkelijkste van haar leven
geweest. Vijf keer kwamen de Rus
sen aanzetten. Dronken zochten ze
naar vrouwen. De hond hadden ze
doodgeschoten. „Ik sliep zo diep, zij
hadden vergeefs op de deur gebeukt.
Ik werd niet wakker". Toen was ze
uit bed gesprongen om open te doen.
terwijl de Russen de keukendeur al
ingetrapt hadden.
Toen pas zag ik de kapotte deur.
de vernielde potten en pannen, de
sporen van heel hun vernielzucht
uitgevierd in deze nacht.
„Ziet u het Alles hebben ze ge
broken", zei de oude vrouw. „Die
Lieve Heer heeft over u gewaakt,
dat zij niet uw kamer zijn ingegaan,
want dan was u er geweest. Vooral
mevrouw. Zij hebben mij geslagen,
omdat ik ze niet naar vrouwen
wilde brengen. De Heer is u genadig
geweest, dat u niet wakker bent
geworden, dat u door alle verschrik
kingen heen geslapen hebt".
Daar dankte ik de Heer ook voor.
Als we wakker waren geworden,
hadden we zeker geprobeerd, om
weg te komen. Het is niet waar
schijnlijk dat ons zoiets gelukt zou
zijn.
Maar nu zag ik ook in, dat het
niet raadzaam was nog langer hier
te blijven.
Met de oude mijnwerker ging ik
de toestand na. Het bleek, dat wij
een kilometer of achttien van Bu
dapest verwijderd waren. Hij wees
ons de weg, die we moesten volgen