Venray s vroede vaderen vergaderden. ALBERT HEIJN FEUILLETON 'n Actrice zonder schoenen. SUNDDOfKSS VEILIG bij ALBERT HEIJN Zware Repen 3 voor 49 Carabiesjes 250 gram 59 Zomertoffee's 100 gram 19 Vruchtenkoekjes 100 gr. 25 Sardines groot blik 50 ZATERDAG 20 JUNI 1953 No. 25 VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPFIfUI AH VflHR VRNR4Y FN HM^TRFKFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. p. mm. ABONNEMENTS- GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 VV E.C,I\.DL,2iU V VCIIKAI EilV UIVIO 1 rVE,I\C,i> PRIJS PER KWARTAAL f 1.25 Buiten Venray f 1.45 Nog 250 woningzoekenden. Kernplan Leunen wordt uitge voerd. Ontevredenheid over de her- bouw-politiek. Het is alweer een hele tijd ge leden. dat Wethouder Reintjes de vergaderingen bezocht. Intussen is hij echter zover opgeknapt, dat hij de laatste Raadsvergadering weer aanwezig kon zijn, waarop hem door de Voorzitter een hartelijk welkom werd toegeroepen. Was Wethouder Reintjes aanwe zig, de heren de Bruijn, Camps, Steeghs en Vermeulen ontbraken op het appèl. Allereerst werden de notulen van de vergadering van 28 April jl. goedgekeurd, waarna een hele was lijst ingekomen stukken voor ken nisgeving werden aangenomen. Voor het merendeel waren dit goedkeuringen van genomen Raads besluiten door Ged. Staten. Zo was er de goedkeuring van het weder - opbouwplan Oirlo, van raadsbeslui ten tot aankoop, ruiling, verpach ting en verkoop van grond, de ver huring van het perceel Marktstraat no. 8, wijzigingen van begrotingen enz. enz. Winkelsluiting In December 1952 heeft de Ven ray se Raad de nieuwe Winkelslui tingswet aangenomen, welke dan ter verdere goedkeuring naar de Minister moest gezonden worden. De Minister had echter bezwaren tegen enkele artikelen. Zo wil hij fruitwinkels alléén opengesteld hebben op Zondagen van 1.30 tot 7.30, voor zover ze in de onmidde- lijke omgeving van het Ziekenhuis liggen, terwijl ook het half uur later sluiten door de week. alléén voor bovèngenoemde winkels geldt. Welke fruitwinkels daarvoor in aanmerking komen, is overgelaten aan het oordeel van B. en W. Verder heeft hij bezwaar tegen de openstelling van de winkels op de Zondag vóór 6 Dec., omdat zijn inziens er reeds voldoende koopge legenheid bestaat in de 10 dagen voor St Nicolaas, daar dan de winkels tot 9 uur open mogen zijn. En tenslotte is hij van mening, dat het later openstellen op Zater dagen beperkt moet blijven tot de maanden April tot 'en met Sept., omdat alléén in die maanden lan ger op het land wordt gewerkt. B. en W. stellen nu voor de win kelsluitingswet zo te veranderen, opdat ze zo spoedig mogelijk wordt goedgekeurd. De heer F. JANSSEN is 't daar mee echter niet eens. Wat de open stelling van fruitwinkels aangaat, meent hij te mogen verwachten, dat B. en W. hierbij de nodige soe pelheid mogen en zullen betrachten. Ernstige bezwaren heeft hij echter tegen de sluiting op St Nicolaas- Een vlucht voor de Russen J. Vaszary. Wij kozen een klein, alleenstaand huisje uit. Het leek volkomen ver laten. Toen wij het erf opgingen, zagen wij, dat de stal leeg was. Het varkenshok gaapte ons ook hol aan, met open deur. Op het erf lag een doodgeschoten hond. Wij klopten op de deur. Van bin nen geen antwoord. Ik bonsde nog eens, nu harder, op de deur. Niets. Blijkbaar was het huis onbewoond. Of... Toen bewoog iemand voorzichtig het gordijn aan de binnenkant van het raam. Een verschrikt en angstig gezicht van een oude vrouw keek ons aan. Nog een ogenblik, toen ging de deur open. Een jonge boer staarde ons aan alsof wij spoken waren. „Zijn jullie Hongaren "Ja." „Waar kom je vandaan Met een paar woorden deden we ons verhaal. Hij noodde ons in de keuken. Zijn jonge vrouw zat er met een zuigeling van een paar maanden op haar schoot, zij huilde. Op het gezichtje van het kind waren bloe dige sporen te zien. De oude vrouw, die zonet uit het raam had gekeken, zat in een hoek met het hoofd in de handen. De boer vertelde, dat de Russen die nacht zijn vrouw hadden ver kracht. Het kind, dat zij aan het zogen was, hadden zij haar van de borst gescheurd en in een hoek ge gooid. Vervolgens hadden zij het huis geplunderd. Zondag, die immers traditie is en uit alle kerkdorpen mensen, naar Venray lokt om de optocht te zien en inkopen te doen. De sluitingtijd op Zaterdagavond alléén in de zo mermaanden vindt hij dwaas, om dat ook in de winter de boeren langer werken dan tot 5 of 6 uur. Men vergeet in den Haag, dat we hier een kern vormen met een geweldig groot achterland. Kappers en sigarenwinkels mogen elke dag langer open blijven, maar dat éne uur op Zaterdagavond voor alle winkels zou niet mogen. Spreker heeft gezien, dat Venlo met dezelfde regeling ook dezelfde ministeriële bemerkingen kreeg, maar dat daar de Raad die dwin gende maatregelen niet nam en zelf naar de Minister zal stappen om dit verbod ongedaan te maken. Spreker hoopt, dat ook Venray zich hierbij zal aansluiten. De VOORZITTER zegt toe, dat B. en W. de fruitwinkels zo ruim mogelijk zullen behandelen. Zijn inziens heeft de Minister wel gelijk met de Zondagsluiting voor St Nicolaas. Door het later openstel len van de winkels gedurende de werkdagen, die het St Nicolaas- feest voorafgaan, is er feitelijk geen behoefte meer om ook Zon dags de winkels open te stellen. Spreker voelt verder ook wel iets voor het argument, dat de Minis ter naar voren schuift, nl. dat de boerenbevolking alleen 's zomers laat op het land werkt. De heren F. JANSSEN en VAN HAAREN zijn het met zijn laatste zienswijze niet eens. Kan men de rest nog accepteren, zij beiden staan er op, dat Zaterdags de winkels gedurende het gehele jaar tot 7 uur open zullen zijn en geven de Voor zittende raad, dit in den Haag zelf te bepleiten. Na onderling overleg blijken B. en W. ook bereid te zijn de Zater dagsluiting om 7 uur gedurende het gehele jaar door te handhaven en daarom zal de Minister een dergelijk verzoek alsnog overhan digd worden. De heer VAN HAAREN vraagt verder om een wijziging in de Winkelsluitingswet, waardoor het mogelijk wordt, dat 't VW-gebouw in Ysselsteyn op Zondag openge steld kan worden. Daarmede gaat de Raad accoord. En nu is het maar weer wachten op wat de Minister over een en ander te zeggen heeft. Tot zolang sukkelen we maar door op de oude weg. Overname van wegen Einde 1951 werd door de gemeen- „In een nacht zijn we bedelaars geworden", zei hij. „Ellendiger dan de laagste bedelaar, want zelfs ver loren we onze eer". „Here Jesu. Here Jesu", mom pelde de oude vrouw in de hoek. Toen zij vernamen, dat wij sinds dagen niet gegeten hadden, stond de jonge vrouw op. „We kunnen wat soep geven, ook een snee brood. Iets anders hebben we zelf niet meer". We aten de soep en kwamen bij. Wij durfden niet lang te blijven, want de boer zei, dat er ieder half uur weer andere Russen kwamen. En dan weer het huis zouden door zoeken, om te zien of er nog iets van hun gading was. Als ze ons vonden, zouden we stellig weer ge vangen genomen worden. Wij vroegen naar de kortste weg naar de hoofdstad. De jonge boer bood aan, ons een eind op weg te helpen, dwars door de velden. Wij namen afscheid van de on gelukkige familie. Met de boer voor op gingen we op weg. Tenslotte wees hij ons hoe wij gaan moesten. Met hernieuwde kracht begonnen we de reis, met het vaste voornemen de laatste 30 km in één stuk af te leggen, al zouden we de hele nacht moeten doorlopen. Maar na een paar uur begaven ons de krachten. Langzaamaan begon het te sche meren. We liepen met steeds onzekerder stappen. Een snijdend koude wind blies ons tegemoet, drong door tot onze botten, Koudeen vermoeidheid, maakten ons krachteloos, telkens struikelden we, de minste oneffen heid deed ons op de bevroren grond neervallen. Toch kwamen we weer bij een dorpje. In de langzaam vallende avond kwam op de wind het aan houdend geratel van geweervuur ons tegemoet. We bleven ontmoedigd staan. We bang voor de naderende nacht, voor de onbekende gevaren die ons op te 44 Meter Rosmolen weg gekocht van de Spoorwegen. De rest was al van de gemeente. Nu zouden de spoorwegen, volgens de Wegenwet, een jaarlijkse uitkering moeten geven voor het onderhoud, maar aangezien dit practisch miniem is en bovendien de weg goedkoop gekregen is, vragen B, en W. toe stemming, om die jaarlijkse uit kering maar te laten vervallen, wat de Raad goed vindt. In 1946 wilde St. Anna een toe gangsweg maken tussen de Over- loonseweg en de Gasstraat. Maar dat is er nooit van gekomen en de plannen dienaangaande zijn veran derd. B. en W. stellen nu voor de stukken die daarvoor nog braak liggen aan de aangrenzende bewo ners te verkopen. Ook hiermede gaat men zonder meer accoord. In Oostrum ligt een pad Horken pad genaamd, maar dat heeft zijn langste tijd geduurd. Aangezien deze niet meer gebruikt wordt en de aanwonende mensen hem ook wil len opruimen, stellen B. en W. voor de verschillende stukken van die pad maar te verkopen a f 0,30 per m2. aan de aanwonende land eigenaren. Zonder hfd. stemming wordt dat goed gevonden. Bij de bouw van de lagere school aan de Hoenderstraat bleek het perceel aan de Zuidzijde iets te smal. Uit perceel C. 6723 wil de gemeente 33 m2. kopen en dat kan gebeuren als de eigenaar van dat grond 26 m2 krijgt uit perceel 6722. Ook dat vindt men goed. Scholen Voor een vakonderwijzer in licha melijke oefeningen moet de Ge meente ingevolge de Lageronderwijs wet het salaris betalen. Voor de jongensschool te Venray was dat over 1951 f 1365.83, over 1952 f 1775,39. Voor de Meisjesschool over 1950 f 1189.30, over 1951 f 1035.57 en over 1952 f 545,97. Aan de U.L.O. van de Broeders van Liefde in Oostrum moet om de zelfde reden over 1951 f 665.41 be taald worden. De school op het Veulen heeft een aparte onderwijzeres nodig in de naaldvakken en de rekening die daarvoor werd gepresenteerd is f 230.58 groot. De vergoeding voor de B.L.O school over 1951 en '52 is f 7030.95 (75 2/3 leerling) en f 8806.50 (103 leerling). Al deze bedragen werden zonder meer 'goed gekeurd door de Raad. Gemeente reikt helpende hand Reeds herhaaldelijk is door de Raad geklaagd over de trage afgifte van herbouwfinancieringen, hetgeen een gevolg is van de door het Mini sterie van Wederopbouw aan de Provinciale* Directies gegeven voor schriften over de doorzending van aanvragen. Het was ondanks alle pogingen welke in het werk werden gesteld niet mogelijk hierin verandering te brengen. In enkele dringende ge vallen kon in het uiterste geval voorrang worden verkregen, doch meer kon niet worden bereikt In plaats van een verbetering is in de laatste tijd nog een verslech tering ingetreden, doordat het aan tal aanvragen, dat door de Provin- de onbekende wegen wachtten. Aan het eind van het dorp stond een eenzaam huis, aan de rand van een klein bosje. Wat kan ons ge beuren, als we hier ingaan Kracht, om verder te gaan hadden we toch niet meer. Wij stapten op het huis af. Wij liepen voorzichtig om het huis. Op het erf begon een hond te blaf fen. Een oude man kwam naar buiten en keek om zich heen. Toen hij ons ontwaarde, viel zijn mond open van verbazing. Ik ging naar hem toe. Ik legde hem uit, dat wij om onderdak vroegen voor deze nacht. De vraag kwam moeizaam uit mijn mond, daar ik uitgeput was. Het bewust zijn, dat wij eigenlijk aan het bedelen waren en niets betalen konden, maakte me moedeloos. „Kom rustig binnen", zei de oude man. „Ik ben alleen met mijn vrouw en wij zijn erg bang. Het is pret tiger om met meer mensen te zijn". Wij volgden hem naar binnen. Zijn vrouw was een druk pratend oud mensje. Zij wa£ zeer verheugd over onze komst. Wel een keer of tien zei zij, hoe blij zij was, dat wij er waren en dat zij de nacht niet meer alleen behoefden in te gaan. Het was ontzettend geweest met de Russen. Zij hadden weliswaar zelf geen hinder ondervonden, door dat ze oud waren. „Mijn man is een gepensionneerd mijnwerker en de mijnwerkers laten ze met rust, omdat die proletariërs zijn. Alleen de trouwringen hebben ze meegenomen, het horloge van mijn man, onze wekker en een gouden ketting. En dan een paar laarzen. Maar in het dorp Daar zijn te keer gegaan. De vrouwen verkracht. Massa's mensen dood geschoten. Alle huizen leeg geplun derd". Terwijl zij aan het vertellen was, maakte zij het avondeten klaar. Haar man zei niet veel, knikte alleen be vestigend bij het verhaal van zijn ciale Directie te Maastricht in elke maand voor de provincie Limburg naar het Ministerie mag worden doorgezonden nogmaals ernstig werd ingekrompen. Deze maatregel legt de herbouw in onze gemeente vrijwel stil en de heroprichting van de bijna 9 jaar geleden verwoeste panden wordt ernstig vertraagt, tot groot nadeel voor de betrokkenen en voor de gemeente. B. en W. menen, de herbouw te kunnen bespoedigen wanneer door de gemeente aan de betrokkenen een voorschot wordt verstrekt op de uiteindelijke Rijksbijdrage, onder cessie van de gemeente van hun aanspraken op deze Rijksgelden. Aan de gemeente zou daarnaast dan echter moeten worden vergoed de rente over de verstrekte gelden, te berekenen over het tijvak liggende tussen de verstrekking door de ge meente en de betaalbaarstelling door het Rijk van de bijdrage. Wanneer deze voorschotten zou den kunnen worden verleend uit de opbrengst van kortlopende leningen zal het rente bedrag ongeveer 1,5 pet. bedragen. Het voorschot kan zo groot zijn als het bedrag dat door de Prov. Directie is geaccepteerd en vast gesteld. Hierdoor loopt de gemeente geen risico. SCHANDAAL De heer F.JANSSEN had geen bezwaar tegen de regeling als zo danig, die B. en W. hebben opge steld, maar waar hij wel grote be zwaren tegen had, was het feit, dat negen jaren na de bevrijding een dergelijke regeling nog nodig was. De noodzaak van dit voorstel geeft wel een treurig voorbeeld hoe het gesteld is met de oplossing van de nood der oorlogsslachto* fers. Men laat ze maar zitten m de ellende. Spreker kan niets anders zeggen dan dat hij zeer teleur gesteld is over de houding van de Regering in deze materie en dat weer het oorlogsslachtoffer de dupe is, van een en ander. Want ten slotte moet degene, die van deze regeling gebruik maakt, rente betalen tot de Rijksbijdrage afkomt en wanneer zal dat zijn De heer VAN HAAREN is be vreesd, dat den Haag bij deze regeling hoe goed op zich ook zal redeneren, dat men in Venray toch vooruit kan en eerst maar elders zal helpen, zodat het gehele effect alleen maar vertra gend zal zijn. WETH. WINTELS zegt in zijn antwoord, dat men het voorstel moet zien als een overbrugging van de tijd die ligt tussen de aan vang van de aanvrage om Rijks financiering en de toekenning hiervan; een tijd, die volgens hem zowat om het half jaar ligt Wie dus nu van deze regeling gebruik maakt, kan deze zomer al bouwen en behoeft niet te wachten op de winter. Men moet verder er goed aan denken, dat niemand verplicht is om van deze regeling gebruik te maken, men is daarin volkomen vrij. Inderdaad moet rente betaald worden maar men krijgt ook rente van zijn inschrijving op het Groot boek, dus hier zit geen verlies in, temeer omdat de rente zeer laag is, die de Gemeente vraagt en men al heel wat vlugger aan het bouwen is. vrouw. Wij zeiden ook niet veel. In de warme keuken namén vermoeid heid en slaap met een zo elemen taire kracht bezit van ons, dat wij alleen nog oog hadden voor het warme eten. Eindelijk was het eten klaar. Het eenvoudige eten, aardappelsoep en bruin brood, kwam ons als een prin selijk maal voor. De gepensionneer- de mijnwerker toverde zelfs nog een fles wijn te voorschijn. Met een volle maag, in deze aangename warmte, kon ik gewoonweg niet $an de dreigende toekomst denken. Terwijl de oude vrouw in de kamer ernaast het bed voor ons klaar maakte, dacht ik maar: „Nu ga ik slapen, slapen..." De hond op het erf sloeg woedend aan. Daarna werd er geklopt. Wij verstijfden allen. Maar het was de buurman die binnen stapte. Een jonge mijnwer ker. Hij vertelde hijgend: „De Russen zijn de mannen in het dorp aan het verzamelen. Naar verteld wordt, worden ze naar Siberië ge bracht. Iedereen van 15 tot 60 jaar namen ze mee. Ik blijf de nacht over niet thuis. Ik ga naar de mijn. Daar vinden de Russen me niet". De oude mijnwerker zei, dat hij mee ging. Zij nodigden mij ook uit. Maar ik wilde niet van mijn vrouw gescheiden worden. Wie weet of wij elkaar in dat geval ooit zouden weerzien. En ik was moe. Zo ont zettend moe. De oude mijnwerker haalde zijn mijnlamp te voorschijn, trok een oude jas aan en vertrok met de jonge mijnwerker. Wij bleven achter met de oude vrouw, die nu pas echt blij was met ons en de Hemel dankte, dat zij de nacht niet alleen inging. Zij bleef maar breeduit vertellen, hoe de Russen haar iedere nacht tot nu toe opgejaagd hadden. Zij zochten wijn en vrouwen. Erg geruststellend was dat niet. Wij besloten in elk geval met onze Zelfs met een voor, koopt U Altijd meer waar voor Uw geld Altijd betere kwaliteit, voor lagere prijs! WEER EEN PAAR SPREKENDE VOORBEELDEN: Geldig f/m 24 Juni puur, melk, extra bitter, hazelnoot, butterscotch Frans-Marokkaanse B0FFIE KOFFIE dat's betere, ja beste koffie I MAAKT U HET LEVEN GOEDKOPER! De heer Fr. JANSSEN is het niet met de Wethouder eens, wat de tijdsduur betreft. Hem zijn ge vallen bekend, dat men reeds drie jaren wacht op de Rijksbijdrage. Er komen telkens nieuwe aanvragen en slechte een deel, en dat moet dan nog urgent zijn, wordt toege staan. De aanvragen moeten zich dus wel op blijven stapelen en niemand weet, wanneer zijn geval eens uit de kasten zal komen. Zeker niet nu het rampengebieder nog bijgekomen is. Spreker vindt het uitstekend dat ook deze mensen geholpen worden, maar vindt het een schandaal dat dit gebeurt ten koste van de oorlogsslachtoffers, die al jaren wachten om nu einde lijk eens uit de rommel te komen. Spreker heeft de indruk, dat men het in Den Haag wel gelooft. Die gemoedelijke Limburgers, die slik ken immers alles. Maar het wordt hoog tijd, dat die heren eens aan hun verstand gebracht wordt, dat men niet eeuwig en altijd de voeten op die gemoedelijke mensen af kan vegen. Ook de VOORZITTER moet con stateren de indruk te krijgen, dat Den Haag deze streken nog altijd als randgebieden beschouwd met alle nadelige gevolgen van dien. Spreker prijst zich daarom ge- kleren aan naar bed te gaan. Wij lagen er in. De oude vrouw praatte steeds door. Haar woorden hoorde ik half in de slaap. Mijn blik viel op een eenvoudige spreuk, op de muur tegenover ons: „Waar God, daar zegen, Waar zegen, daar vrede, Waar vrede, daar liefde". 0— Ik werd wakker doordat ik iemand hoorde huilen. Toen ik mijn ogen opende, bleek, dat de zon hoog aan de hemel stond. Het was al laat in de morgen. Zo uit de diepe slaap wistik eerst niet waar ik was en hoe ik daar gekomen was. Toen viel mijn blik op mijn vrouw en op de wasvrouw, tezamen nog in diepe rust. Toen pas kwam me weer voor de geest. Het huilen kwam uit de keuken. Een man huilde. Ik hoorde de zachte stem van de oude vrouw. Zij trachtte iemand te troosten. Woorden kon ik niet onderscheiden. Wat kon er gebeurd zijn Ik stond op en ging de keuken in. De jonge mijnwerker huilde, voor overliggend op de tafel. Het oude echtpaar trachtte hem te troosten. Ik had wel meer mannen zien huilen. Het is altijd aangrijpender dan het huilen van vrouwen ofikin- deren. Maar zulk een heftig en wan hopig snikken had ik bij een man nog nooit gezien. De oude vrouw vertelde, dat de Russen die nacht bij hem hadden ingebroken, terwijl hij in de mijn was. Zij hadden zijn vrouw gezocht. Deze had zich bij de buren verstopt. De dronken soldaten, hun ver langens niet stillen kunnend, hadden het huis uit wraak in brand ge stoken. Daarmee was hun armelijk bezit, dat zij met zoveel ijver en bitter hard werken bij elkaar ge schraapt hadden, gans vernietigd, tot niets geworden. „Ik heb niets... ik heb geen huis lukkig enkele van die nadelen te kunnen opheffen met deze regeling, maar is er van de andere kant ook van overtuigd, dat het de aller hoogste tijd wordt, dat er eens iets gaat gebeuren. Over het wat en hoe zullen B. en W. zich nog bera den. De regeling als zodanig wordt dan zonder meer aangenomen. Salarisverhoging Door de stijging van het aantal inwoners van Venray komt de salariëering van Burgemeester, Wethouders, Secretaris en Ontvan ger een stuk hoger te liggen. Maar ook de andere ambtenaren kunnen meer salaris krijgen, maar dat gebeurt niet automatisch, daarvoor moet de bezoldigingsregeling ge wijzigd worden. In verband daar mede heeft men onderling overlegd hoe een en ander dient te geschie den, terwijl men tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt heeft enkele andere regelingen, zoals rijwieltoelage op te nemen. De Raad gaat met die nieuwe regeling accoord, waarbij de heer VAN HAAREN zijn voldoening uitspreekt over de prettige wijze waarop het Georganiseerd Overleg heeft plaats gehad. Alleen zou hij B. en W. willen adviseren de kle- Ver volg zie 4de pagina meer..." zei hij maar steeds door, terwijl zijn lichaam schokte van het snikken. Naast hem op de tafel lagen wat brokstukken, die hij tussen de over blijfselen had gevonden. Een halve schoen, de verschroeide resten van zijn Zondagse pak, een of twee pannen .en een vrouwenmuts. „Het zijn geen mensen... geen mensen...", snikte hij. Ik waagde 't niet, hem te troosten. De oude vrouw deed toen haar verhaal van deze nacht. Het was de verschrikkelijkste van haar leven geweest. Vijf keer kwamen de Rus sen aanzetten. Dronken zochten ze naar vrouwen. De hond hadden ze doodgeschoten. „Ik sliep zo diep, zij hadden vergeefs op de deur gebeukt. Ik werd niet wakker". Toen was ze uit bed gesprongen om open te doen. terwijl de Russen de keukendeur al ingetrapt hadden. Toen pas zag ik de kapotte deur. de vernielde potten en pannen, de sporen van heel hun vernielzucht uitgevierd in deze nacht. „Ziet u het Alles hebben ze ge broken", zei de oude vrouw. „Die Lieve Heer heeft over u gewaakt, dat zij niet uw kamer zijn ingegaan, want dan was u er geweest. Vooral mevrouw. Zij hebben mij geslagen, omdat ik ze niet naar vrouwen wilde brengen. De Heer is u genadig geweest, dat u niet wakker bent geworden, dat u door alle verschrik kingen heen geslapen hebt". Daar dankte ik de Heer ook voor. Als we wakker waren geworden, hadden we zeker geprobeerd, om weg te komen. Het is niet waar schijnlijk dat ons zoiets gelukt zou zijn. Maar nu zag ik ook in, dat het niet raadzaam was nog langer hier te blijven. Met de oude mijnwerker ging ik de toestand na. Het bleek, dat wij een kilometer of achttien van Bu dapest verwijderd waren. Hij wees ons de weg, die we moesten volgen

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1