ALBERT HEIJN
Een verhaal van
Jan van Houtum
Voor de Politierechter
Meisjes.
Bij een pak A. H. THEE
Uit „Peel en Maas"
We hebben hier al 'ns meer gecon
stateerd, dat er zich voor de politie
rechter in Venrays Raadszaal, op
vallend veel Venlosemensen moeten
verantwoorden, die, terwijl ze teveel
aan Bacchus hebben geofferd, toch
een fiets of brommer bereden, of
althans trachten iets dergelijks te
doen. Of dat nu ligt aan de lokale
sfeer van „het stedje van plezier",
of dat het ligt aan de Venlose politie,
hebben we nog steeds niet kunnen
uitmaken, Waarschijnlijk zijn beide
er oorzaak van, hoewel er enige
leden van het Venlose politiecorps
vaste klanten zijn op de maande
lijkse rechtzitting.
Zo waren ditmaal G. uit Venlo,
Vr. uit Venlo, vanS. en V. uit Venlo.
het haasje en mogen f30.dokken,
En een heel klein mannetje uit
Bergen, die toevallig in Venlo wat
materiaal moest halen en in alle
haast niets gegeten had en zodoen
de van vier glazen bier hem lekker
om had, werd ook prompt door een
hele lange marechaussee van zijn
brommertje gehaald, zodat voor de
groene tafel zo iets als "Watt en
Half Watt" verscheen. Maar dat hele
kleine mannetje bleek al eens meer
dronken op zijn brommer gezeten
te hebben en mag daarom nu 7
dagen echt gaan brommen en daar
zal ook niet veel te eten zijn, maar
men heeft er wel tijd genoeg.
Een Duitser al lang woonachtig
in Belfeld, ging op een schone dag
ook naar de kómkommerstad, dronk
er een glas, enz. en werd op de
terugweg natuurlijk zouden we
haast zeggen bij zijn kraag ge
pakt. Nu zou dat nog allemaal wei
nig uitgemaakt hebben, maar ons
Duitsertje kwam in verzet en moest
als het ware meegesleurd worden.
Zijn verblijfsvergunning, die in
1954 afloopt, zal waarschijnlijk wel
niet verlengd worden, want ruzie
makers, aldus de Officier, hebben
we in Nederland al genoeg, daar
hebben we geen Duitsers bij nodig.
Waar alweer uit bewezen wordt, hoe
gevaarlijk het is in Venlo dergelijke
grappen uit te halen.
Oost en West in Gennep
We zijn nooit in de Emmastraat
in Gennep geweest en zullen er
waarschijnlijk ook nooit komen,
maar het is er niet prettig wonen,
zoals we uit ervaring hebben geleerd
bij de politierechter.
Daar wonen n.l. naast elkaar een
juffrouw uit het wijde en verre Rus
land afkomstig en een juffrouw uit
das grosse Reich. Beiden in alle eer
en deugd getrouwd met een Neder
lander, maar of het zo moet zijn,
beiden wonen daar vlak naast elkaar.
En zoals de ouden zongen, zo piepen
de jongen.
Daar wordt in het Russisch ge
scholden en in het Duits, daar wor
den mishandelingen gepleegd en met
stenen gegooid, kortom, als ergens
een ijzeren gordijn hard nodig is,
dan moest dit hangen tussen de
huizen van de Duitse en de Russin.
Deze laatste is al practisch iedere
rechtzitting op de rol, maar ze doet
nog geen eens moeite méér om te
komen.
Maar nu was ook de Duitse aan
wezig, die in gebroken Hollands en
Duits de rechter diets probeerde te
maken, dat Rusland de schuld van
alles was en dat zij niks „gewolt"
had. Maar wat doe je, als je een
Russische kei tegen het hoofd ge
gooid krijgt. Dan begint zelfs het
dikste Germanenbloed te koken en
te bruisen.
Ondanks al het bloed dat van haar
getroffen voorhoofd stroomde, slin
gerde dus de „schwer verletzte" de
kei terug, maar Rusland had zich
achter de deur verschanst en zo
werd deze deur nog'„gebutst", waar
op Rusland prompt een aanklacht
indiende, wegens vernieling.pe Duit
se ook niet mis, diende 'n aanklacht
in wegens vernieling van haar voor
hoofd en het was de Nederlandse
rechter, die in deze internationale
kwestie recht moest doen. En dat
gebeurde dan ook prompt.
Beide dames kregen f 25 boete
en onze Russin kreeg er nog een
maandje voorwaardelijk bij, van
wege haar 7e veroordeling en om
dat „butsen" van een voorhoofd ten
slotte, erger is als „butsen" van
een voordeur.
Oplichters
„Mundus vult decipi" leerde al de
oude Romeinen en ook heden ten
dage wil de wereld nog steeds be
drogen worden. Het gebeurt dan
niet dikwijls, dat de bedriegers tegen
daten geweest waren, die zich gauw
in een of ander verlaten zomer
verblijf verkleed hadden, zij droegen
witte tennisbroeken en gestreepte
truien met korte mouwen. Zij leden
dan ook erg van de koude.
De wachtpost verscheen van tijd
tot tijd opnieuw, telkens nieuwe
slachtoffers met zich brengend, men
sen, die, zoals wij, argeloos op weg
waren gegaan. Het waren zonder
uitzondering mannen. De meesten
waren soldaten in burgerpakjes.
Zo kwamen er een honderd man
bij elkaar. Toen de avond viel schop
ten de Russen ons om ons te doen
opstaan. Zij stelden de gevangenen
in rijen van twee aan twee op. Zo
werden we naar het dorp gebracht.
In het dorp aangekomen werden
we naar de Russische kommandan-
tura gebracht. Hier volgde een
nieuwe fouillering.
Als iemand nog het geluk gehad
had wat te redden, werd het nu
zonder pardon afgenomen. Aange
zien de vangst toch al niet groot
was, kwamen de kleren aan de
beurt. Had iemand laarzen aan, ze
werden hem van de benen getrok
ken. Mij namen ze mijn das af, mijn
vrouw haar pullover.
Daarna brachten ze ons naar de
gelagkamer van de herberg, waar
een tweehonderd man al bijeen
waren. Zij lagen allemaal op de
grond. Zij sliepen, althans probeer
den het. Niemand lette op de nieuwe
lingen.
Wordt vervolgd.
door Herman H. J. Maas
SLOT
Jan van Houtums omgeving, de
volwassenen voorop en de kinderen
achterna, noemde die ballast-loco-
motiefjes: „Pelgrim", „Kirchner"
en „Groenewold" ijzeren paarden.
De kleine Jan weigerde, dat na
te praten. „Geen paarden", hield hij
vol. Paarden hadden immers geen
wielen. Ook floten paarden niet en
er steeg geen dikke zwarte rook
uit op. Dat verdedigde hij met de
volle kracht van zijn overtuiging.
Waarom zagen anderen dat dan
niet Dat verdroot hem, met het
gevolg, dat hij zich meer en meer
in zijn eigen gedachten opsloot.
Dat hij zo hartstochtelijk aan de
waarheid hing, vonden de grote
mensen rond hem heen bedenkelijk
voor hem zelf en heel gevaarlijk
voor anderen.
Met de waarheid was nooit iets
te winnen, dat had de ondervinding
hun altijd geleerd. Alleen met liegen
en mooi praten viel iets te behalen.
Vreemd met dat jong, met die ogen
net of die altijd door iemand heen
keken om na te speuren, wat die
dacht en achter zijn wóórden poog
de te verbergen.
Dat kon niet pluis zijn.
Dat bracht het leven mee, dat de
mensen, vanaf dat zij naar de vol
wassenheid groeiden, heel veel te
verbergen hadden.
In het licht maakten zij toch niet
bekend, wat zij van tevoren in het
duister hadden uitgevoerd De
kunst bleef, zich in het licht voor
te doen, zoals men in het licht
gezien wenste te worden en dat
kon. toch alleen met heel mooie
woorden.
Dan kon men gerust in 't duister
uitvoeren, waar men zin in had,
voor zijn eigen voordeel of voor
zijn plezier. Zo was het leven en
niet anders.
Hogerhand gaf zelf 't voorbeeld.
Als dat knoeierij moest heten, dan
moest Hogerhand maar eens be
ginnen, het leven anders te maken,
alleen Hogerhand kon dat. de klei
ne man niet.
Bedenkelijk genoeg voor hemzelf
maar ook gevaarlijk voor anderen,
als hij die in het licht te kijk zou
gaan zetten, zoals zij in het duister
in werkelijkheid waren. Dat zou
hem ingepeperd worden
Nu wilde men hem nog wel „een
stille jongen" noemen, die geen
belhamelstreken uithaalde, nooit
brutaal was en op geen enkele
manier iemand last aandeed.
Zo verwerkte Jan van Houtum
maar stilletjes al zijn indrukken.
O—
Op een afstand van een goede
honderd meter van zijn huis af,
werd het emplacement met het
station en de goederenloods aan
gelegd. Een half uur van de dorps
kom met het grote Franciskanen-
de lamp lopen, maar nu hadden we
er toch een stelletje.
Zo was er een zekere C. uit
Deurne, een man met een nogal
groots strafregister, die op zekere
dag besloot foto's te gaan inlijsten
ten dienste van andere mensen. Dies
trok hij de boer op en wist o.a. van
een eerzame joffer een stel foto's
los te krijgen, die hij in zou lijsten.
De joffer moest echter maar wach
ten en wachten, schreef brief op
brief, maar C. had plotseling niet
meer de minste trek in het inlijsten
van foto's. De eerzame het wachten
moe, nam de politie in de arm (fi
guurlijk natuurlijk) en C. was het
haasje. Toen konden de foto's wel
ingelijst worden, maar het was te
laat.... C. ontkende pertinent de
foto's te hebben willen houden, maar
vanwege zijn strafregister werd er
niet veel geloof aan zijn woorden
gehecht. Intussen zal de juffrouw
moeten verschijnen om te getuigen.
En dan hebben we een dergelijk
drama hier in Venray beleefd.
Een grossier uit Venlo verkocht
hier waszuigers, handige instru
menten, waarmede de wekelijkse
was een peuleschilletje schijnt te
zijn. Die grossier bracht deze zuigers
aan de man onder een bepaald merk.
Enkele heertjes hadden nu ont
dekt, waar die grossier deze zuigers
liet fabriceren en wisten van de
fabrikant een partijtje los te krijgen
waarmede zij de boer op gingen.
Tot dusver was er geen vuiltje
aan de lucht. Maar zij gingen toen
die waszuigers verkopen onder het
merk van de fabrikant, gaven daar
voor garantiebewijzen en bestel-
biljetten uit en dat was fout. Want
die grossier was daarvan alles
behalve gediend. En zo kwamen ook
in deze zaak de dienaren van Her
mandad proces-verbaal opmaken.
Deheertjes bekenden min of meer
dat ze fout waren en kregen prompt
f 40 en 2 maanden voorwaardelijk
wegens oneerlijke concurrentie.
En tot slot nog enkele boosdoeners
van de andere kant van de Maas.
M. uit Gennep had zich in een
café heerlijk sappel zitten drinken,
maar toen het klokje van gehoor
zaamheid sloeg, kon hij maar niet
scheiden van zijn tafeltje en nog
minder' van zijn borrel. Er moest
dan natuurlijk weer politie bij te
pas komen en nu kreeg hij als be
loning voor die aanhankelijke liefde
f 25 boete.
Een aannemer uit Bergen was
naar een aanbsteding geweest en
hoe bestaat het had daar een
borreltje gedronken. Of dat de oor
zaak was is onbekend, maar toen
hij later buiten was kreeg hij hoog
lopend ruzie met een kameraad, die
hij tot slot van het lied toen maar
op zijn neus dofte, zodat twee maan
den daarna diezelfde neus nog
deerlijk gehavend was. f 25 boete
en 2 weken voorwaardelijk was loon
naar werken.
klooster en het daaraan verbonden
Gymnasium, het aanzienlijke Pen
sionaat van de Ursulinen, de twee
grote hotels, drie bierbrouwerijen,
enige sigarenfabrieken, een cichorei-
fabriek, een jeneverstokerij, een
touwslagerij en nog meer andere
zaken.
Tot wat hogere leeftijd gekomen,
vroeg Jan van Houtum zich ver
baasd af, hoe zo iets toch mogelijk
was geweest. Een station van een
grote spoorweglijn een half uur
van het centrum af met geen an
dere verbinding dan toen een heel
slechte grindweg en een nog veel
slechtere veldweg daarnaast en
geen andere vervoermiddelen dan
kar en rijtuig.
Hogerhand zo hoorde hij ver
klaren had zich met hand en
tand verzet tegen aanleg vlak bij
de Kom. De aanlegplaats was door
twee krachten terug geduwd.de ene
duwde van Oost naar West, de
andere duwde terug van West naar
Oost
Die afstand zou Hogerhand niet
verhinderen, van de spoorweg ten
volle te profiteren. Maar de uittocht
van het volk diende belemmerd en
de intocht van allerlei ongenode
gasten moest kost wat kost
voorkomen worden Zo was de
verbazing van Jan van Houtum
tevens ontsteltenis van zijn gemoed
over de drijfveren van de mensen.
Het grote verkeer leidde door 't
gehucht en langs het verkeer, zon
der met zijn adem de streek zelf
te beroeren.
Het onontwikkelde, onbekwame
en onbenullige bestuur van de ge
meente zag met zijn benevelde en
kortzichtige blik niets anders dan
een paar ijzeren spoorstaven, waar
treinen over rolden van stad tot.
stad in de verte en waardoor zelfs
de ezels- en paardenvoerkar naar
„de stad" niet tot het verleden
konden behoren
Wat een bestuursbeleid
Dat niets ontdekte niets begrij-
den kon van mogelijkheden om de
streek op te heffen uit de aloude
negorij-toestand
Circa dertig jaren na de spoor
wegaanleg lagen niet alleen de
meer verspreide, verwijderde ge
huchten, maar zelfs het stations
gehucht en het dorp ook nog in
dezelfde armoedige staat van ge
brek aan welvaart, in dezelfde
hopeloze en troosteloze toestand
van cultuurloze verlatenheid, van
duistere onbeschaafd en verwilderd
ruwe aloude volkszeden van drank
misbruik, vechtpartijen en balda
digheden gedompeld als tevoren.
De gloeiende lampen van de
locomotieven ijlden in razende vaart
door het donkere gewest heen,
zonder een moment van ..kans om
de streek zelf te beschijnen en te
belichten.
Precies op dezelfde wijze als de
spoorlijn de Peel doorsneed
O—
Met honderd passen bereikte men
Jan van Hou turn's woning het em
placement. Die aanleg beheerstë
Jans kleinkinderjaren.
De Molenbeek doorsneed in de
breedte het terrein, waar het em
placement moest komen en vorm
de daar een moerasbodem met wat
venpiassen.
Nu moest die beek omgeleid
worden om het emplacement heen
aan de kant van het van Houtumse
huis. Daarmee begonnen de grote
werkzaamheden.
Er werden drie bruggen gebouwd
een spoorbrug, een brug voor de
toegang naar het station en een
naar de goederenloods.
Al dat bewegen en woelen kon de
kleine Jan volgen in de tuin en
door de gevelramen beneden en
boven van hun woning.
Daar ontstond voor hem de hele
wereld. Uit de diepte vlogen schep
pen aarde van verschillende kleuren
op en vormden hoge wallen. Een
rij mannen stootten telkens hun
schoppen in die zandmassa en
zwaaiden die in regelmatig tempo
leeg, terzij in een sliert van kiep-
wagens.
Dan kwam een van de locomo
tiefjes aanrollen met een sliert
lege wagentjes, om de volle weg
te sleuren naar het midden van 't
terrein.
Roepklanken vermengden zich
tot een geweldgeraas van geluiden,
met het doffe rollen van wielen,
het stoten van de locomotieven,
het bonzen van buffers, het ketting
knarsen van heiblokken.
Mannen schreeuwden „heiup
en trokken aan de kabels, totdat
hun rug bijna de grond raakte,
rezen dan weer aan de vierende
kabel snel overeind en de klappen
de slag van het heiblok dreunde
neer op de kop van een paal.
Als de volwassenen daarover later
nog eens weer aan het praten
raakten, dan stuwden hun herin
neringen de ogen nog vol hunkering
en spanden de gelaatstrekken.
Het leger van arbeiders met hun
opzichters en ingenieurs, het onge
wone van het grote werk, het rol
lende geld veranderden het alle
daagse leven in een lange
onafgebroken kermisroes.
Hoe ging het er 's nachts dikwijls
toe! Er werd in die dagen meer
wijn gedronken, onder de ingenieurs
en opzichters, dan, dat dacht men
tenminste zo van horen vertellen,
dan onder „de gewone man". Bier
kónden zij niet meer drinken, dan
wipten zij met de knieën de tafels
omhoog, zodat de glazen en flessen
op de vloer rinkelden, waar de
stampende hakken alles tot scher
ven versnerpten. Of de volle flessen
werden tegen de muur gekwakt,
's Morgens kon de vloer met wijn
geschrobd en gedweifd worden.
Tbt en
met 1 0 Juni
Ter kennismaking
a 52-60-66-72-80 of 86 ct.
Choc. Repen 10-18
Choc. Bloemen 100 gram 58
Vruchtenkoekjes lOOgram 25
Bessensap. peril» 27
Pudding 7 smaken per pak 1 7
Limonade per fles vanaf 89
Makreel. per blik 65
Haring in iom.saus per blik 36-74
Huishoudzeep 2 dubt. si. 29
Toiletpapier per rol 8
Grote Spritsen 5 voor 25
Ontbijtspek 200 gram 57
Boeren Metworstioogram 41
maakt U het leven
GOEDKO P E R!
Dat gebeurde dikwijls in Jan van
Houtum's huis, maar natuurlijk was
hij daar niet bij.
Terwijl ingenieurs en opzichters
zó zaten te fuiven, werden in de
nacht ijlings moeilijke werken op
een gemakkelijke manier uitgevoerd
Naar het scheen gemakkelijk. Als
heipalen niet meer zakken wilden,
omdat ze in de moerbodem op een
keiharde bank waren terecht geko
men, dan zaagde men er 's nachts
maar gauw „de kop af". En de
volgende morgen was het werk
piekfijn voltooid, de vermoeide
slaperige bedronken ingenieurs en
opzichters keurden alles goed.
Maar naderhand zonk een echte
zware goederentrein-locomotief, die
in de weke, eeuwenlang door de
beek doorspoelde onderbodem, waar
zo maar los een laag ballast opge
komen was, in de grond.
Met behulp van zware locomo
tieven moest het gevaarte weer op
vaste bodem getrokken worden.
Dag en nacht gilden de stoomflui
ten, ketttngen knarsten en spron
gen met schril geluid stuk als glas.
Zijn hele verdere leven heeft Jan
van Houtum die noodklanken in
zijn herinneringen gehoord.
Onder de hand bleef alles op de
been. Zo volgde voor het gehucht
het ene feest op het andere.
De aannemer ging er door over
de kop. Hij moest de schade her
stellen en hij had veel te laag aan
genomen om zulke tegenvallers te
kunnen verdragen. De huisgenoten
van Jan voelden diep zijn leed mee.
Hij kwam dagelijks bij hen aan
huis, alsof hij tot hen behoorde,
en was een door-en door édel mens.
Voortdurend hield hij zich met de
kleine Jan bezig.
Anderen liet zijn lot koud onver
schillig. De een werd door knoeien
rijk, de ander arm. Zo was ook
het leven. Wie niet goed knoeien
kon, moest het dan ook maar liever
laten.
De verlangende herinneringen
van de grote mensen gaven hun
verhalen schelle kleuren en grote
afmetingen.
Wat een consternatie was het
geweest, toen een arbeider op een
avond om een weddenschap een
halve liter jenever in één teug
uitdronk! Zulk een weddenschap
wordt natuurlijk niet begonnen
met een nuchtere kop. Hij sloeg
als een zak tegen de grond neer.
Maar hij kwam op den duur toch
weer bij en lag toen al maar te
murmelen: „Wees gegroet, Maria....
vol van gratie.... wat dunkt U er
van, meneer den dokter.... vol van
gratie...." Maar hij vol van jenever!
Die het hadden meegemaakt,
hadden zich kromgelachen en ge
bulkt. (Nadat de schrik voorbij was)
En dat was een koddig geval met
die twee ingenieurs. Die hadden op
Nieuwjaarsdag 's avonds bij de
familie van Houtum laat zitten
pimpelen na de zware pimpeldag
van felicitaties. Reeds na midder
nacht wilden zij met alle geweld
nog per rijtuig naar het dorp, want
zij hadden die avond gewed, wie
van hen zich verloven zou met de
knappe dochter van een notabel.
Dat moest nu ook maar dadelijk
uitgemaakt worden, dan kon meteen
de verloving worden gevierd, om
de brand van jaloersheid van de
verliezer te blussen.
De een trok drie jassen over
elkaar aan voor de kou, want hij
moest koetsieren. Maar ongelukkig
raakte hij dadelijk de macht over
het stuur kwijt. Hij trok opeens te
hard naar links, en het hele stel
plonste pardoes de beek in, paard
rijtuig en ingenieurs. Wat een
moeite was het geweest, hen levend
uit het water te krijgen. Maar de
roes was over en daarmee tevens
de verlovingszin.
Ja het leek net, alsof er wel een
geest van dolheid in de mensen
was gevaren.
De notabelen van het dorp, anders
immers zo wijs en zo deftig in het
licht, vanouds, schenen al even gek.
De vos verliest wel zijn haren,
maar niet zijn streken.
Op Aswoensdag, daaropvolgend,
in de vroegte, toen een Pater naai'
een gehuchtskerk ging om daar de
rector, die ziek lag te vervangen,
ontmoette hij in de straat een
zwaaiende mijnheer Van den
Struikgaard nog in zijn vasten
avondspakje, en in zijn ontsteltenis
zei hij: -
„Maar meneer Van den Struik-
gaard
En de aangeschoten carnavals
vierder hief lustig aan: „Niks te
zuchten, eerwaarde, wij zijn jongens
van Jan de Witt!..."
Het verhaal van Jan van Houtum
is nog lang niet uitverteld. Het
wordt nog wel eens vervolgd.
Diploma-uitreiking
Handelscursos
Vrijdag en Zaterdag waren de
laatste examendagen van de 3-jarige
Handelscursus. Achttien candidaten
werden aan een spervuur van
vragen onderworpen, waarbij het
zeventien mocht gelukken de eind
streep te behalen.
De geslaagden zijn: W. v. Aarsen,
L. Baken, L. Coenen, M. Potten,
L. Mathijssen en M. Schreurs uit
Venray; J. Camps, A. Jeuken en
P. Rutten uit Oostrum; H. en Th.
Cuypers uit Geijsteren; Th. Droes-
sen, Heijde; El. Jacobs en A. Lem-
mens uit Ysselsteyn; A. Swinkels
en P. Thijssen uit Leunen en A.
Peters uit Oirlo.
Namens de school feliciteerde
de heer van Heijster de geslaagden,
namens de Middenstand deed voor
zitter Derksen hetzelfde, waarbij
hij hen tevens aanspoorde, dit
diploma te zien als een begin en
niet als een einde.
Verder boden kapelaan Keijsers
namens de heer Deken en de heer
M. Gitmans namens de gecomit-
teerden gelukwensen aan.
De Rijksgecomitteerde wees hier
bij op het grote belang van deze
driejarige Handelscursussen, die
betere en grotere resultaten op
leverden als de stoomcursussen
voor het Middenstandsdiploma, die
dikwijls vele en onverwachte
moeilijkheden opleveren en waar
van het geleerde dikwijls zo weinig
blijft hangen. Als het enigszins
mogelijk was, spoorde hij aan om
de driejarige cursus te volgen, die
gezien de resultaten en gezien het
onderwijs het meest waardevolle
instituut is om het middenstands
diploma te behalen.
Tenslotte sprak A. Peters uit
Oirlo een kort dankwoord tot de
heren leraren, waarbij het gebruike
lijke cadeau niet achterwege bleef.
Spaarbank
In de maand Maart werd op de
Rijkspostspaarbank te Venray inge
legd f 45.182. In diezelfde maand
werd in Horst en Boxmeer ingelegd
resp. f 24.815 en f 69.316.
Bij moeilijk
heden ofwel
voor raad en
inlichtingen is de R.K. Vereniging
tot Bescherming van Meisjes:
Mevr. W. v.d. Munckhof-Sangers
Grote Straat 28, Tel. 581;
Mevr. M. v.d., Hombergh-Bot,
Oostsingel 6, Tel. 393;
Mevr. A. Pijls-Drenth,
Grote Straat 14;
Mej. T. Coenen, Patersstraat 30,
Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters
straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str.
14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de
Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel.
250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck,
D 69, Tel. 263.
Ouders opgelet!
Tweede inenting tegen
diphterie, kinkhoest en kwaad
aardige klem(tetanus)
Burgemeester en Wethouders van
Venray, brengen belanghebbenden
in herinnering, dat de tweede in
enting tegen diphterie, kinkhoest
en kwaadaardige klem (tetanus) zal
plaats hebben:
In de kerkdorpen Merselo, Heide,
Ysselsteyn en Veulen, op Maandag
8 Juni 1953:
om 2 uur in het Jeugdhuis te
Merselo;
om 2.40 uur in zaal Rongen te
Heide;
om 3.20 uur in zaal Bos-Janssen
te Ysselsteyn;
om 4 u. in de school te Veulen.
Wij vertrouwen, dat alle ouders,
wier kinderen nog niet volledig
tegen deze gevaarlijke kinderziek
ten zijn geënt, ook thans weer van
de geboden gelegenheid gebruik
zullen maken.
Men wordt verzocht stipt op tijd
aanwezig te zijn.
Venray, 20 Mei 1953.
3 Juni 1893
De landbouwer M. Swinkels
van de Leunse kermis naar zijn
ouderlijke woning aan 't Overbroek
terugkerend, werd zo ernstig mis
handeld, dat hij aan de gevolgen
overleed.
6 Juni 1891
Een groot aantal kiezers uit
Venray en omstreken bevelen de
candidatuur aan van Mr.-L. Haff-
mans, bij de verkiezing voor de
Tweede Kamer op 9 Juni.
6 Juni 1903
30 Mei hield de gemeenteraad
een openbare vergadering.
Tot onderwijzer te Oostrum
werd benoemd op een jaarwedde
van f 500 G. van den Eijnden, on
derwijzer te Weert.
Op 1 Juni had een concours
plaats van de Handboogschutterij
„Diana". 16 zustergezelschappen
waren opgekomen. Een mooie op
tocht werd vooraf gehouden.
„St Anna" te Venray won de
rozenprijs met 5 rozen. M. van
Stiphout te Merselo won een per
sonele prijs met drie enen in vijf
schoten.
31 Mei ontstond brand bij M.
van den Homberg te Blitterswijck.
Stal en schuren werden een prooi
van de vlammen. Een gedeelte van
het woonhuis bleef gespaard.
10 Juni'1893
Op 4 Juni overleed in Venray
de hier algemeen bekende en zeer
beminde Pater Wilhelmus Laumen
O.F.M. De Redactie wijdt aan hem
een gevoelig: In Memoriam.
Hij was van 18481854 student
aan het Gymnasium, was driemaal
Rector ervan en woonde sinds 1874
te Venray, waar hij les gaf aan het
Gymnasium, Directeur was van de
Derde Orde en een bekend biecht
vader.
Tot lof van de ingezetenen
van Venray durft de Redactie te
verzekeren, dat de Sacramertspro-
cessie op 4 Juni een van de schoon
ste was van het diocees.
J. MAENEN COMMANDEUR
ORANJE-NASSAU
Bij Kon. Besluit tot Commandeur
in de Orde van Nassau de heer J.
H. Maenen, lid van Gedeputeerde
Staten van Limburg, te Heerlen.