ALBERT HEIJN Een verhaal van Jan van Houtum Voor de Politierechter Meisjes. Bij een pak A. H. THEE Uit „Peel en Maas" We hebben hier al 'ns meer gecon stateerd, dat er zich voor de politie rechter in Venrays Raadszaal, op vallend veel Venlosemensen moeten verantwoorden, die, terwijl ze teveel aan Bacchus hebben geofferd, toch een fiets of brommer bereden, of althans trachten iets dergelijks te doen. Of dat nu ligt aan de lokale sfeer van „het stedje van plezier", of dat het ligt aan de Venlose politie, hebben we nog steeds niet kunnen uitmaken, Waarschijnlijk zijn beide er oorzaak van, hoewel er enige leden van het Venlose politiecorps vaste klanten zijn op de maande lijkse rechtzitting. Zo waren ditmaal G. uit Venlo, Vr. uit Venlo, vanS. en V. uit Venlo. het haasje en mogen f30.dokken, En een heel klein mannetje uit Bergen, die toevallig in Venlo wat materiaal moest halen en in alle haast niets gegeten had en zodoen de van vier glazen bier hem lekker om had, werd ook prompt door een hele lange marechaussee van zijn brommertje gehaald, zodat voor de groene tafel zo iets als "Watt en Half Watt" verscheen. Maar dat hele kleine mannetje bleek al eens meer dronken op zijn brommer gezeten te hebben en mag daarom nu 7 dagen echt gaan brommen en daar zal ook niet veel te eten zijn, maar men heeft er wel tijd genoeg. Een Duitser al lang woonachtig in Belfeld, ging op een schone dag ook naar de kómkommerstad, dronk er een glas, enz. en werd op de terugweg natuurlijk zouden we haast zeggen bij zijn kraag ge pakt. Nu zou dat nog allemaal wei nig uitgemaakt hebben, maar ons Duitsertje kwam in verzet en moest als het ware meegesleurd worden. Zijn verblijfsvergunning, die in 1954 afloopt, zal waarschijnlijk wel niet verlengd worden, want ruzie makers, aldus de Officier, hebben we in Nederland al genoeg, daar hebben we geen Duitsers bij nodig. Waar alweer uit bewezen wordt, hoe gevaarlijk het is in Venlo dergelijke grappen uit te halen. Oost en West in Gennep We zijn nooit in de Emmastraat in Gennep geweest en zullen er waarschijnlijk ook nooit komen, maar het is er niet prettig wonen, zoals we uit ervaring hebben geleerd bij de politierechter. Daar wonen n.l. naast elkaar een juffrouw uit het wijde en verre Rus land afkomstig en een juffrouw uit das grosse Reich. Beiden in alle eer en deugd getrouwd met een Neder lander, maar of het zo moet zijn, beiden wonen daar vlak naast elkaar. En zoals de ouden zongen, zo piepen de jongen. Daar wordt in het Russisch ge scholden en in het Duits, daar wor den mishandelingen gepleegd en met stenen gegooid, kortom, als ergens een ijzeren gordijn hard nodig is, dan moest dit hangen tussen de huizen van de Duitse en de Russin. Deze laatste is al practisch iedere rechtzitting op de rol, maar ze doet nog geen eens moeite méér om te komen. Maar nu was ook de Duitse aan wezig, die in gebroken Hollands en Duits de rechter diets probeerde te maken, dat Rusland de schuld van alles was en dat zij niks „gewolt" had. Maar wat doe je, als je een Russische kei tegen het hoofd ge gooid krijgt. Dan begint zelfs het dikste Germanenbloed te koken en te bruisen. Ondanks al het bloed dat van haar getroffen voorhoofd stroomde, slin gerde dus de „schwer verletzte" de kei terug, maar Rusland had zich achter de deur verschanst en zo werd deze deur nog'„gebutst", waar op Rusland prompt een aanklacht indiende, wegens vernieling.pe Duit se ook niet mis, diende 'n aanklacht in wegens vernieling van haar voor hoofd en het was de Nederlandse rechter, die in deze internationale kwestie recht moest doen. En dat gebeurde dan ook prompt. Beide dames kregen f 25 boete en onze Russin kreeg er nog een maandje voorwaardelijk bij, van wege haar 7e veroordeling en om dat „butsen" van een voorhoofd ten slotte, erger is als „butsen" van een voordeur. Oplichters „Mundus vult decipi" leerde al de oude Romeinen en ook heden ten dage wil de wereld nog steeds be drogen worden. Het gebeurt dan niet dikwijls, dat de bedriegers tegen daten geweest waren, die zich gauw in een of ander verlaten zomer verblijf verkleed hadden, zij droegen witte tennisbroeken en gestreepte truien met korte mouwen. Zij leden dan ook erg van de koude. De wachtpost verscheen van tijd tot tijd opnieuw, telkens nieuwe slachtoffers met zich brengend, men sen, die, zoals wij, argeloos op weg waren gegaan. Het waren zonder uitzondering mannen. De meesten waren soldaten in burgerpakjes. Zo kwamen er een honderd man bij elkaar. Toen de avond viel schop ten de Russen ons om ons te doen opstaan. Zij stelden de gevangenen in rijen van twee aan twee op. Zo werden we naar het dorp gebracht. In het dorp aangekomen werden we naar de Russische kommandan- tura gebracht. Hier volgde een nieuwe fouillering. Als iemand nog het geluk gehad had wat te redden, werd het nu zonder pardon afgenomen. Aange zien de vangst toch al niet groot was, kwamen de kleren aan de beurt. Had iemand laarzen aan, ze werden hem van de benen getrok ken. Mij namen ze mijn das af, mijn vrouw haar pullover. Daarna brachten ze ons naar de gelagkamer van de herberg, waar een tweehonderd man al bijeen waren. Zij lagen allemaal op de grond. Zij sliepen, althans probeer den het. Niemand lette op de nieuwe lingen. Wordt vervolgd. door Herman H. J. Maas SLOT Jan van Houtums omgeving, de volwassenen voorop en de kinderen achterna, noemde die ballast-loco- motiefjes: „Pelgrim", „Kirchner" en „Groenewold" ijzeren paarden. De kleine Jan weigerde, dat na te praten. „Geen paarden", hield hij vol. Paarden hadden immers geen wielen. Ook floten paarden niet en er steeg geen dikke zwarte rook uit op. Dat verdedigde hij met de volle kracht van zijn overtuiging. Waarom zagen anderen dat dan niet Dat verdroot hem, met het gevolg, dat hij zich meer en meer in zijn eigen gedachten opsloot. Dat hij zo hartstochtelijk aan de waarheid hing, vonden de grote mensen rond hem heen bedenkelijk voor hem zelf en heel gevaarlijk voor anderen. Met de waarheid was nooit iets te winnen, dat had de ondervinding hun altijd geleerd. Alleen met liegen en mooi praten viel iets te behalen. Vreemd met dat jong, met die ogen net of die altijd door iemand heen keken om na te speuren, wat die dacht en achter zijn wóórden poog de te verbergen. Dat kon niet pluis zijn. Dat bracht het leven mee, dat de mensen, vanaf dat zij naar de vol wassenheid groeiden, heel veel te verbergen hadden. In het licht maakten zij toch niet bekend, wat zij van tevoren in het duister hadden uitgevoerd De kunst bleef, zich in het licht voor te doen, zoals men in het licht gezien wenste te worden en dat kon. toch alleen met heel mooie woorden. Dan kon men gerust in 't duister uitvoeren, waar men zin in had, voor zijn eigen voordeel of voor zijn plezier. Zo was het leven en niet anders. Hogerhand gaf zelf 't voorbeeld. Als dat knoeierij moest heten, dan moest Hogerhand maar eens be ginnen, het leven anders te maken, alleen Hogerhand kon dat. de klei ne man niet. Bedenkelijk genoeg voor hemzelf maar ook gevaarlijk voor anderen, als hij die in het licht te kijk zou gaan zetten, zoals zij in het duister in werkelijkheid waren. Dat zou hem ingepeperd worden Nu wilde men hem nog wel „een stille jongen" noemen, die geen belhamelstreken uithaalde, nooit brutaal was en op geen enkele manier iemand last aandeed. Zo verwerkte Jan van Houtum maar stilletjes al zijn indrukken. O— Op een afstand van een goede honderd meter van zijn huis af, werd het emplacement met het station en de goederenloods aan gelegd. Een half uur van de dorps kom met het grote Franciskanen- de lamp lopen, maar nu hadden we er toch een stelletje. Zo was er een zekere C. uit Deurne, een man met een nogal groots strafregister, die op zekere dag besloot foto's te gaan inlijsten ten dienste van andere mensen. Dies trok hij de boer op en wist o.a. van een eerzame joffer een stel foto's los te krijgen, die hij in zou lijsten. De joffer moest echter maar wach ten en wachten, schreef brief op brief, maar C. had plotseling niet meer de minste trek in het inlijsten van foto's. De eerzame het wachten moe, nam de politie in de arm (fi guurlijk natuurlijk) en C. was het haasje. Toen konden de foto's wel ingelijst worden, maar het was te laat.... C. ontkende pertinent de foto's te hebben willen houden, maar vanwege zijn strafregister werd er niet veel geloof aan zijn woorden gehecht. Intussen zal de juffrouw moeten verschijnen om te getuigen. En dan hebben we een dergelijk drama hier in Venray beleefd. Een grossier uit Venlo verkocht hier waszuigers, handige instru menten, waarmede de wekelijkse was een peuleschilletje schijnt te zijn. Die grossier bracht deze zuigers aan de man onder een bepaald merk. Enkele heertjes hadden nu ont dekt, waar die grossier deze zuigers liet fabriceren en wisten van de fabrikant een partijtje los te krijgen waarmede zij de boer op gingen. Tot dusver was er geen vuiltje aan de lucht. Maar zij gingen toen die waszuigers verkopen onder het merk van de fabrikant, gaven daar voor garantiebewijzen en bestel- biljetten uit en dat was fout. Want die grossier was daarvan alles behalve gediend. En zo kwamen ook in deze zaak de dienaren van Her mandad proces-verbaal opmaken. Deheertjes bekenden min of meer dat ze fout waren en kregen prompt f 40 en 2 maanden voorwaardelijk wegens oneerlijke concurrentie. En tot slot nog enkele boosdoeners van de andere kant van de Maas. M. uit Gennep had zich in een café heerlijk sappel zitten drinken, maar toen het klokje van gehoor zaamheid sloeg, kon hij maar niet scheiden van zijn tafeltje en nog minder' van zijn borrel. Er moest dan natuurlijk weer politie bij te pas komen en nu kreeg hij als be loning voor die aanhankelijke liefde f 25 boete. Een aannemer uit Bergen was naar een aanbsteding geweest en hoe bestaat het had daar een borreltje gedronken. Of dat de oor zaak was is onbekend, maar toen hij later buiten was kreeg hij hoog lopend ruzie met een kameraad, die hij tot slot van het lied toen maar op zijn neus dofte, zodat twee maan den daarna diezelfde neus nog deerlijk gehavend was. f 25 boete en 2 weken voorwaardelijk was loon naar werken. klooster en het daaraan verbonden Gymnasium, het aanzienlijke Pen sionaat van de Ursulinen, de twee grote hotels, drie bierbrouwerijen, enige sigarenfabrieken, een cichorei- fabriek, een jeneverstokerij, een touwslagerij en nog meer andere zaken. Tot wat hogere leeftijd gekomen, vroeg Jan van Houtum zich ver baasd af, hoe zo iets toch mogelijk was geweest. Een station van een grote spoorweglijn een half uur van het centrum af met geen an dere verbinding dan toen een heel slechte grindweg en een nog veel slechtere veldweg daarnaast en geen andere vervoermiddelen dan kar en rijtuig. Hogerhand zo hoorde hij ver klaren had zich met hand en tand verzet tegen aanleg vlak bij de Kom. De aanlegplaats was door twee krachten terug geduwd.de ene duwde van Oost naar West, de andere duwde terug van West naar Oost Die afstand zou Hogerhand niet verhinderen, van de spoorweg ten volle te profiteren. Maar de uittocht van het volk diende belemmerd en de intocht van allerlei ongenode gasten moest kost wat kost voorkomen worden Zo was de verbazing van Jan van Houtum tevens ontsteltenis van zijn gemoed over de drijfveren van de mensen. Het grote verkeer leidde door 't gehucht en langs het verkeer, zon der met zijn adem de streek zelf te beroeren. Het onontwikkelde, onbekwame en onbenullige bestuur van de ge meente zag met zijn benevelde en kortzichtige blik niets anders dan een paar ijzeren spoorstaven, waar treinen over rolden van stad tot. stad in de verte en waardoor zelfs de ezels- en paardenvoerkar naar „de stad" niet tot het verleden konden behoren Wat een bestuursbeleid Dat niets ontdekte niets begrij- den kon van mogelijkheden om de streek op te heffen uit de aloude negorij-toestand Circa dertig jaren na de spoor wegaanleg lagen niet alleen de meer verspreide, verwijderde ge huchten, maar zelfs het stations gehucht en het dorp ook nog in dezelfde armoedige staat van ge brek aan welvaart, in dezelfde hopeloze en troosteloze toestand van cultuurloze verlatenheid, van duistere onbeschaafd en verwilderd ruwe aloude volkszeden van drank misbruik, vechtpartijen en balda digheden gedompeld als tevoren. De gloeiende lampen van de locomotieven ijlden in razende vaart door het donkere gewest heen, zonder een moment van ..kans om de streek zelf te beschijnen en te belichten. Precies op dezelfde wijze als de spoorlijn de Peel doorsneed O— Met honderd passen bereikte men Jan van Hou turn's woning het em placement. Die aanleg beheerstë Jans kleinkinderjaren. De Molenbeek doorsneed in de breedte het terrein, waar het em placement moest komen en vorm de daar een moerasbodem met wat venpiassen. Nu moest die beek omgeleid worden om het emplacement heen aan de kant van het van Houtumse huis. Daarmee begonnen de grote werkzaamheden. Er werden drie bruggen gebouwd een spoorbrug, een brug voor de toegang naar het station en een naar de goederenloods. Al dat bewegen en woelen kon de kleine Jan volgen in de tuin en door de gevelramen beneden en boven van hun woning. Daar ontstond voor hem de hele wereld. Uit de diepte vlogen schep pen aarde van verschillende kleuren op en vormden hoge wallen. Een rij mannen stootten telkens hun schoppen in die zandmassa en zwaaiden die in regelmatig tempo leeg, terzij in een sliert van kiep- wagens. Dan kwam een van de locomo tiefjes aanrollen met een sliert lege wagentjes, om de volle weg te sleuren naar het midden van 't terrein. Roepklanken vermengden zich tot een geweldgeraas van geluiden, met het doffe rollen van wielen, het stoten van de locomotieven, het bonzen van buffers, het ketting knarsen van heiblokken. Mannen schreeuwden „heiup en trokken aan de kabels, totdat hun rug bijna de grond raakte, rezen dan weer aan de vierende kabel snel overeind en de klappen de slag van het heiblok dreunde neer op de kop van een paal. Als de volwassenen daarover later nog eens weer aan het praten raakten, dan stuwden hun herin neringen de ogen nog vol hunkering en spanden de gelaatstrekken. Het leger van arbeiders met hun opzichters en ingenieurs, het onge wone van het grote werk, het rol lende geld veranderden het alle daagse leven in een lange onafgebroken kermisroes. Hoe ging het er 's nachts dikwijls toe! Er werd in die dagen meer wijn gedronken, onder de ingenieurs en opzichters, dan, dat dacht men tenminste zo van horen vertellen, dan onder „de gewone man". Bier kónden zij niet meer drinken, dan wipten zij met de knieën de tafels omhoog, zodat de glazen en flessen op de vloer rinkelden, waar de stampende hakken alles tot scher ven versnerpten. Of de volle flessen werden tegen de muur gekwakt, 's Morgens kon de vloer met wijn geschrobd en gedweifd worden. Tbt en met 1 0 Juni Ter kennismaking a 52-60-66-72-80 of 86 ct. Choc. Repen 10-18 Choc. Bloemen 100 gram 58 Vruchtenkoekjes lOOgram 25 Bessensap. peril» 27 Pudding 7 smaken per pak 1 7 Limonade per fles vanaf 89 Makreel. per blik 65 Haring in iom.saus per blik 36-74 Huishoudzeep 2 dubt. si. 29 Toiletpapier per rol 8 Grote Spritsen 5 voor 25 Ontbijtspek 200 gram 57 Boeren Metworstioogram 41 maakt U het leven GOEDKO P E R! Dat gebeurde dikwijls in Jan van Houtum's huis, maar natuurlijk was hij daar niet bij. Terwijl ingenieurs en opzichters zó zaten te fuiven, werden in de nacht ijlings moeilijke werken op een gemakkelijke manier uitgevoerd Naar het scheen gemakkelijk. Als heipalen niet meer zakken wilden, omdat ze in de moerbodem op een keiharde bank waren terecht geko men, dan zaagde men er 's nachts maar gauw „de kop af". En de volgende morgen was het werk piekfijn voltooid, de vermoeide slaperige bedronken ingenieurs en opzichters keurden alles goed. Maar naderhand zonk een echte zware goederentrein-locomotief, die in de weke, eeuwenlang door de beek doorspoelde onderbodem, waar zo maar los een laag ballast opge komen was, in de grond. Met behulp van zware locomo tieven moest het gevaarte weer op vaste bodem getrokken worden. Dag en nacht gilden de stoomflui ten, ketttngen knarsten en spron gen met schril geluid stuk als glas. Zijn hele verdere leven heeft Jan van Houtum die noodklanken in zijn herinneringen gehoord. Onder de hand bleef alles op de been. Zo volgde voor het gehucht het ene feest op het andere. De aannemer ging er door over de kop. Hij moest de schade her stellen en hij had veel te laag aan genomen om zulke tegenvallers te kunnen verdragen. De huisgenoten van Jan voelden diep zijn leed mee. Hij kwam dagelijks bij hen aan huis, alsof hij tot hen behoorde, en was een door-en door édel mens. Voortdurend hield hij zich met de kleine Jan bezig. Anderen liet zijn lot koud onver schillig. De een werd door knoeien rijk, de ander arm. Zo was ook het leven. Wie niet goed knoeien kon, moest het dan ook maar liever laten. De verlangende herinneringen van de grote mensen gaven hun verhalen schelle kleuren en grote afmetingen. Wat een consternatie was het geweest, toen een arbeider op een avond om een weddenschap een halve liter jenever in één teug uitdronk! Zulk een weddenschap wordt natuurlijk niet begonnen met een nuchtere kop. Hij sloeg als een zak tegen de grond neer. Maar hij kwam op den duur toch weer bij en lag toen al maar te murmelen: „Wees gegroet, Maria.... vol van gratie.... wat dunkt U er van, meneer den dokter.... vol van gratie...." Maar hij vol van jenever! Die het hadden meegemaakt, hadden zich kromgelachen en ge bulkt. (Nadat de schrik voorbij was) En dat was een koddig geval met die twee ingenieurs. Die hadden op Nieuwjaarsdag 's avonds bij de familie van Houtum laat zitten pimpelen na de zware pimpeldag van felicitaties. Reeds na midder nacht wilden zij met alle geweld nog per rijtuig naar het dorp, want zij hadden die avond gewed, wie van hen zich verloven zou met de knappe dochter van een notabel. Dat moest nu ook maar dadelijk uitgemaakt worden, dan kon meteen de verloving worden gevierd, om de brand van jaloersheid van de verliezer te blussen. De een trok drie jassen over elkaar aan voor de kou, want hij moest koetsieren. Maar ongelukkig raakte hij dadelijk de macht over het stuur kwijt. Hij trok opeens te hard naar links, en het hele stel plonste pardoes de beek in, paard rijtuig en ingenieurs. Wat een moeite was het geweest, hen levend uit het water te krijgen. Maar de roes was over en daarmee tevens de verlovingszin. Ja het leek net, alsof er wel een geest van dolheid in de mensen was gevaren. De notabelen van het dorp, anders immers zo wijs en zo deftig in het licht, vanouds, schenen al even gek. De vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken. Op Aswoensdag, daaropvolgend, in de vroegte, toen een Pater naai' een gehuchtskerk ging om daar de rector, die ziek lag te vervangen, ontmoette hij in de straat een zwaaiende mijnheer Van den Struikgaard nog in zijn vasten avondspakje, en in zijn ontsteltenis zei hij: - „Maar meneer Van den Struik- gaard En de aangeschoten carnavals vierder hief lustig aan: „Niks te zuchten, eerwaarde, wij zijn jongens van Jan de Witt!..." Het verhaal van Jan van Houtum is nog lang niet uitverteld. Het wordt nog wel eens vervolgd. Diploma-uitreiking Handelscursos Vrijdag en Zaterdag waren de laatste examendagen van de 3-jarige Handelscursus. Achttien candidaten werden aan een spervuur van vragen onderworpen, waarbij het zeventien mocht gelukken de eind streep te behalen. De geslaagden zijn: W. v. Aarsen, L. Baken, L. Coenen, M. Potten, L. Mathijssen en M. Schreurs uit Venray; J. Camps, A. Jeuken en P. Rutten uit Oostrum; H. en Th. Cuypers uit Geijsteren; Th. Droes- sen, Heijde; El. Jacobs en A. Lem- mens uit Ysselsteyn; A. Swinkels en P. Thijssen uit Leunen en A. Peters uit Oirlo. Namens de school feliciteerde de heer van Heijster de geslaagden, namens de Middenstand deed voor zitter Derksen hetzelfde, waarbij hij hen tevens aanspoorde, dit diploma te zien als een begin en niet als een einde. Verder boden kapelaan Keijsers namens de heer Deken en de heer M. Gitmans namens de gecomit- teerden gelukwensen aan. De Rijksgecomitteerde wees hier bij op het grote belang van deze driejarige Handelscursussen, die betere en grotere resultaten op leverden als de stoomcursussen voor het Middenstandsdiploma, die dikwijls vele en onverwachte moeilijkheden opleveren en waar van het geleerde dikwijls zo weinig blijft hangen. Als het enigszins mogelijk was, spoorde hij aan om de driejarige cursus te volgen, die gezien de resultaten en gezien het onderwijs het meest waardevolle instituut is om het middenstands diploma te behalen. Tenslotte sprak A. Peters uit Oirlo een kort dankwoord tot de heren leraren, waarbij het gebruike lijke cadeau niet achterwege bleef. Spaarbank In de maand Maart werd op de Rijkspostspaarbank te Venray inge legd f 45.182. In diezelfde maand werd in Horst en Boxmeer ingelegd resp. f 24.815 en f 69.316. Bij moeilijk heden ofwel voor raad en inlichtingen is de R.K. Vereniging tot Bescherming van Meisjes: Mevr. W. v.d. Munckhof-Sangers Grote Straat 28, Tel. 581; Mevr. M. v.d., Hombergh-Bot, Oostsingel 6, Tel. 393; Mevr. A. Pijls-Drenth, Grote Straat 14; Mej. T. Coenen, Patersstraat 30, Tel. 588; Mej. T. Paping, Paters straat 30; Mej. M. Pijls, Grote str. 14a, Tel. 673; Mevr. Baronesse de Weichs de Wenne, Geijsteren, Tel. 250; Mevr. vd. Haar, Blitterswijck, D 69, Tel. 263. Ouders opgelet! Tweede inenting tegen diphterie, kinkhoest en kwaad aardige klem(tetanus) Burgemeester en Wethouders van Venray, brengen belanghebbenden in herinnering, dat de tweede in enting tegen diphterie, kinkhoest en kwaadaardige klem (tetanus) zal plaats hebben: In de kerkdorpen Merselo, Heide, Ysselsteyn en Veulen, op Maandag 8 Juni 1953: om 2 uur in het Jeugdhuis te Merselo; om 2.40 uur in zaal Rongen te Heide; om 3.20 uur in zaal Bos-Janssen te Ysselsteyn; om 4 u. in de school te Veulen. Wij vertrouwen, dat alle ouders, wier kinderen nog niet volledig tegen deze gevaarlijke kinderziek ten zijn geënt, ook thans weer van de geboden gelegenheid gebruik zullen maken. Men wordt verzocht stipt op tijd aanwezig te zijn. Venray, 20 Mei 1953. 3 Juni 1893 De landbouwer M. Swinkels van de Leunse kermis naar zijn ouderlijke woning aan 't Overbroek terugkerend, werd zo ernstig mis handeld, dat hij aan de gevolgen overleed. 6 Juni 1891 Een groot aantal kiezers uit Venray en omstreken bevelen de candidatuur aan van Mr.-L. Haff- mans, bij de verkiezing voor de Tweede Kamer op 9 Juni. 6 Juni 1903 30 Mei hield de gemeenteraad een openbare vergadering. Tot onderwijzer te Oostrum werd benoemd op een jaarwedde van f 500 G. van den Eijnden, on derwijzer te Weert. Op 1 Juni had een concours plaats van de Handboogschutterij „Diana". 16 zustergezelschappen waren opgekomen. Een mooie op tocht werd vooraf gehouden. „St Anna" te Venray won de rozenprijs met 5 rozen. M. van Stiphout te Merselo won een per sonele prijs met drie enen in vijf schoten. 31 Mei ontstond brand bij M. van den Homberg te Blitterswijck. Stal en schuren werden een prooi van de vlammen. Een gedeelte van het woonhuis bleef gespaard. 10 Juni'1893 Op 4 Juni overleed in Venray de hier algemeen bekende en zeer beminde Pater Wilhelmus Laumen O.F.M. De Redactie wijdt aan hem een gevoelig: In Memoriam. Hij was van 18481854 student aan het Gymnasium, was driemaal Rector ervan en woonde sinds 1874 te Venray, waar hij les gaf aan het Gymnasium, Directeur was van de Derde Orde en een bekend biecht vader. Tot lof van de ingezetenen van Venray durft de Redactie te verzekeren, dat de Sacramertspro- cessie op 4 Juni een van de schoon ste was van het diocees. J. MAENEN COMMANDEUR ORANJE-NASSAU Bij Kon. Besluit tot Commandeur in de Orde van Nassau de heer J. H. Maenen, lid van Gedeputeerde Staten van Limburg, te Heerlen.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 4