Grad Deriet vertelt over Canada
Ook Uw hulp is dringend nodig
SPORT
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIjlRp^R KWA^TAALCf
NIEUWE KERKEN
Uit „Peel en Maas"
Oost-Duitse vluchtelingen,
een Europees probeem
Wollen Dekens
Venrayse PeelparcI
ZATERDAG 4 APRIL 1953 No. 14
VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652
In 1948 zat Grad Deriet in O ver-
loon zwaar te prakizeren. Met zyn
gezin van elf man, waaronder vier
jongens, moest hy een boerderij van
ruim io ha bewerken, maar wat zou
de toekomst breDgen.
In Indië werd gevochten en zijn
jongens zouden moeten gaan en wat
dan.... En zo langzamerhand begon
lijj aan emigratie te denken. Kaarten
werden gekocht, boeken besteld en
na lang praten werd besloten ofwel
naar Brazilië ofwel naar Canada te
gaan.
De voorlichting van Brazilië was
echter niet rooskleurig en bovendien
stond het klimaat hem helemaal niet
aan. Dus bleef Canada over.
We zwijgen over de voorbereiding
van de grote oversteek, alleen zal
Overloon nog wel eeD8 denken aan
de formidabel grote kist, die Grad
klaar maakte om zoveel mogelijk mee
te nemen. Want soo dollar mocht
maar aan geld meegenomen worden
en dat is niet veel voor elf man'.
1948
werd de grote reis aanvaard. Van de
Stichting voor de Emigratie had hij
het adres gekregen van een boer in
Canada en men was dus gereed.
Maar toeD de boot in Winnipeg
aankwam, had de boer.geen werk en
kon de familie Deriet, die tot over
maat van ramp bitter weinig Engels
kon, de emigratiehall intrekken. Een
groot gebouw, waarin de emigranten
zonder werk werden ondergebracht.
De drie weken daar doorgebracht
kostte kostbare dollars, want men
moest voor eigen kost zorgen en elf
monden kunnen per dag wat op.
Maar dat was slechts het begin.
Een nieuwe boer, 1000 miles het
binnenland in, werd aangewezen en
op eigen kosten (124 dollars) moest
de reis begonnen worden. De mach
tige kist was intussen ook aangeko
men, maar die verhoogde het reis
budget met 329 dollars, wat huisraad
en kleding kostte ook nog een kleine
100 dollar en toen de familie op
de plaats van bestemming was, „doe
was Grad dur zien devieze hin".
De boer waarbij ze terecht kwamen
was een Hollander mot vier zoons en
het was werken geblazen. Zeven
dagen in de week van 's morgens 5
tot 's avonds 9 uur voor 3 dollars per
dag, maar dan Z6lf de kost doen.
Aangezien op dit bedrijf vyf bazen
rondliepen was het niet prettig
werken, maar ja, men moest eten en
Engels leren....
1949
41/, maand later was de maat vol
en vertrok de familie weer naar een
andere plaats, waar ze zwaar armoede
leden tot de lente Grad een baan gaf
als timmerman en de jongens op een
boerderij konden gaan werken. Als
timmerman werd gemiddeld 45 dollar
per week Verdiend, terwijl de jongens
op de farm gemiddeld 25 dollar
haalde. De schulden in die winter
gemaakt konden worden betaald en
een kleine spaarpot gevormd. Wat
ook nodig was want in de daarop
volgende winter werd Grad werkloos,
maar konden de jongens in de bittere
kou gelukkig nog bij de houtzagerijen
werken, tegen een loon van 100 dollar
in de maand.
1950
In 1950 besloot de familie naar
Zuid-Alberta te vertrekken, dat 500
miles zuidelijker lag. flier was in de
bietencampagne wel geld te verdienen
(50 dollars per acre) maar daar stond
weer tegenover, dat vele weken
werkloos moesten worden doorge
bracht. Weliswaar leverde het werk
op een conservenfabriek nog wat
verdiensten op, maar de huishuur
van 50 dollar per maand en de daarop
volgende laDge winter eiste veel van
de spaarpot.
De jongelui werkten nog in de
houtzagerij, maar toen een uitnodiging
kwam van een andere Loonder, nl.
de molenaar Bouman, om naar Ontario
te komen werd die uitnodiging gaarne
geaccepteerd. Drie dagen en nachten
werd gereisd en zo begon dan
1951
met een vriendelijke ontvangst in
Ontario. Na veertien dagen gelogeerd
te hebben bij de familie Bouman,
vertrok de familie naar Osawa, waar
men meende de beste vooruitzichten
te hebben.
Hier zijn namelijk de fabrieken van
General Motors, waar flinke lonen
worden betaald en goed werk is.
Daar werd een huis gehuurd en de
joDgelui gingen naar de fabriek. Papa
ging eens met een dokter praten, die
een dochter van hem in dienst had
en wist 500 dollar te lenen. Daarmee
werd een stuk grond gekocht en in
1951 had Grad het druk met het
maken van een grote kelder. Toen
deze klaar was, begon voor de familie
Deriet een kelderleven, dat duurde
tot
1952
toen Grad zelf daar een prachtig huis
opbouwde van alle gemakken voor
zien. Tevens werd dat jaar nog een
ander huis gebouwd voor een Hol
lander, die daar zin in had en toen
het jaar teu einde was, bleek dat de
keuze van 1951 goed was geweest.
Er werd op de fabrieken zeer goed
verdiend, als dienstbode verdienden
de meisjes goed geld, zodat men
eindelyk kon zeggen geslaagd te zijn.
En zo is dan na jaren omzwervingen
het geluk weergekeerd en is de fam.
Deriet in goede doen. Zodat Grad
begin
1953
kon zeggen „Ik geleuf dakkis noa
Loën gaoj, want daor heb ik nog wat
te regelen." En zo stapt dan in deze
weken door Venray een geslaagde
emigrant, die de moeilijke knepen
van het emigreren kent en aan de
lijve de moeilijkheden heeft onder
vonden.
EMIGREREN
zegt Grad Deriet, is een vak, waarbij
men allereerst moet leren de tanden
vast op elkaar te zetten en Nederland
overboord te gooien. Men werkt daar
anders, handelt er anders, denkt er
anders en het is zaak, die werkwijze,
die handelwijze en die denkwijze zo
gauw mogelijk eigen te maken.
Het voornaamste hulpmiddel daar
toe is de taal
Minstens drie jaren moeilijkheden
waren hem bespaard gebleven, als
hij de taal maar gekend had. Wie
de taal niet kent, staat er als een
kat in een vreemd pakhuis en hoe
vriendelijk de Canadezen ook zijn en
tot hulp bereid, als men zyn mond
niet kan opendoen, staat men ook
daar voor Piet Snot.
Voor vaklui is Canada een goed
land, met goede verdiensten, niet te
hoge belastingen en goede sociale
maatregelen. Maar men dient voor
zichtig te zyn met de keuze van de
streek, waarheen men emigreert.
Hierover dient men zich zo goed
mogelijk in te lichten. Want tussen
Noord en Zuid, tussen Oost en West
Canada liggen enorme verschillen
Voor boeren met grote kinderen zyn
er nog vele mogelijkheden in de
boerderijen, die daar door de trek
naar steden en fabrieken met tien
tallen leeg liggen!
Wel zal daar hard, bitter hard
gewerkt moeten worden en hoewel
de prijzen, in verhouding tot dat
wat de vakman verdiend, laag liggen,
is er dan een go6de boterham te
halen. Mensen met kleine kinderen
moeten vooral het eerste jaar rekenen
op veel tegenslagen. Dan is er nog
geen kinderbijslag, de verdiensten
niet zo groot en de aanschaffingskos-
ten van een en ander hoog.
Eq gewoonlijk is men dan door
zyn centen heen
Canada is een prachtig land, maar
om zich daar een plaats te verwerven
moet men hard willen werken en
dan zal het waarachtig wel gaan
Dat bewijst trouwens Grad Deriet
zelf, die na vyf jaren weer naar zijn
geboorteland kan terug komen, daar
een prachtig huis heeft en wiens
kinderen nu in een week zoveel ver
dienen, als de heenreis naar Canada
hen toondertijd kostte 1
Wilt gij gaarne medestrijden
Voor de uitbouw van Gods Kerk,
Blijf dan ook Uw krachten wijden
Aan het Limburgs Nike werk.
I April 1893
Pastoor W.A. Notermans, werd be
noemd tot pastoor deken te Wyk—
Maastricht. Hy was zes jaar werk
zaam te Venray.
- Tot pastoor te Venray werd be
noemd W. Hillen, sinds 1885 pastoor
te Susteren.
4 April 1891
- W. van den Munckhof—Sassen
maakt bekend, dat hy zyn drukkerij,
boek- en papierhandel heeft overge
plaatst van Patersstraat naar de Grote
straat, in het pand vroeger bewoond
door G. van Well.
4 April 1903
- By het gehouden toelatings
examen voor de Ryksnormaalschool
te Venray, slaagden alle 6 candidaten,
voor de voorbereidende cursus alle
io candidaten.
- De onderwijzers van Venray,
hielden April hun eerste buiten-
vergadering in de school van Merselo.
Alph. Vermeulen, hoofd te Venray
sprak over: Verleden en Toekomst.
H. Maas, onderwijzer te Oirlo, gaf een
openbare proefles in lezen.
- By de aanbesteding van een
Wy vervolgen deze week ons serie
artikelen over het Oost-Duitse vluch
telingenprobleem. In dit artikel wordt
een schril beeld opgehangen van de
droevige toestanden, waarin de vluch
telingen in Berlijn te komen.
Slechts 'n gering percentage
politieke rlnchteiingen
Terwijl WestBerlyn reeds met de
onmogelijke opgave worstelt, om te
voorzien in de nood van 300 ooo werk
lozen, neemt dit leger van mensen
zonder werk door de vele vluchte
lingen nog met de dag toe. En deze
categorie van werklozen biedt nog de
meeste zorgen. Want zy zijn niet
alleen zonder middelen van bestaan,
maar zy ontberen daarnaast de meest
noodzakelijke goederen en kleding.
Hun moeilijkheden zijn vele malen
groter dan die van de werklozen, die
altyd in WestBerlyn gevestigd zijn
geweest. Het is een dwingende eis
om de vluchtelingen aan werk te
helpen, maar de gelegenheid daarvoor
is niet groot genoeg.
Deze situatie is reeds enkele jaren
zo, en heeft in Augustus 1950 geleid
tot afkondiging van 't zogenaamde
„Notaufnahmegestetz". Volgens deze
Wet worden vluchtelingen, die niet
kunnen aantonen, dat zy om aan
arrestatie te ontkomen, dus omwille
van de persoonlijke vrijheid, gevlucht
zyn, uitgeschakeld vooreen verblijfs
vergunning en ondersteuning.
Zy worden evenwel niet terugge
stuurd naar Óóst Duitsland, maar
krygen een onderkomen in een van
de vluchtelingenbarakken. En daar
begint dan het eindeloos wachten.
De uitzichtloze toekomst, die zo
gemakkelijk kansen oplevert om ver
keerde neigingen en immorele han:
delingen vrij spel te laten.
De vluchtelingen, die dagelijks, reeds
om vyf uur 's morgens, voor de aan-
meldingsbureau's bij honderden sa-
mengroepen, bieden een beeld van de
diepste menselijke ellende.
Als om zes uur de barakken by een
dezer opvangstcentra open gaan, stro
men de wachtenden, die tot enkele
duizenden aangroeiden, er binnen.
Om half negen, het tijdstip, waarop
de ambtenaren van het bureau met
hun -werkzaamheden aanvangeD, zijn
de barakken overvol. Enkele vluchte
lingen die er nog- aankomen en pro
beren toegelaten te worden, krygen
te horen de volgende dag om zes uur
'smorgens het nog eens te proberen.
Ontsteld en verslagen druipen zy
af. Weer een dag in onzekerheid. On
zekerheid Ja, inderdaad, want slechts
de vluchtelingen in de opvangst-
barakken maken een kans om in het
it te komen van het zo zeer be
geerde papier, dat recht geeft op
registrering by de politie. En dat is
de enige weg om „erkend" te worden
als politiek vluchteling.
Daar iD die barak wachten nu enkele
duizenden op zo'n „Zettelchen".
Een ambtenaar komt aangelopen
met een pakje van deze papieren in
zyn hand. Waar maar deuren zyn,
dringen de mensen uit de barakken.
Nerveus geworden door het dringen,
heeft deze de papieren boven zyn hoofd
en schudt dan de gehele stapel uit
boven de grijpgrage vingers van de
vluchtelingen.
Zwaaiend met hun armen en schop
pend met hun benen, proberen de lot
genoten elkaar zo ver mogelijk van
de ambtenaar af te houden.
De gelukkigen, die heelhuids en
met een wel wat verfrommeld, maar
toch nog heel papier uit de veldslag
te voorschijn komen, slaken een zucht
van verlichting. Want het bezit van
dit onnozele stukje papier, waarop
niet anders vermeld staat dan een
volgnummer, kan de weg naar een
nieuwe toekomst openen.
Of dit inderdaad zo is, ervaren de
vluchtelingen eerst na een dag of
dertig. Alvorens zy officieel te boek
gesteld wordeD, als politieke vluchte
lingen, moeten zy aankloppen by 15
instanties. Op deze weg passeren zy
politieregistratie en worden zy o.a.
aan een medisch onderzoek onder
worpen. Iedere dag brengt weer de
stryd om het volgnummer, en het is
geen zeldzaamheid als er een dag
wachten nodig is voor een bezoek
aan een bureau, dat slechts enkele
minuten duurt.
De ontgoocheliDg na het uitgebreide
onderzoek is groot voor velen. Want
het percentage dat als poliiek vluchte
ling wordt aangerekend, is zeer gering.
By het onderzoek komt herhaalde
lijk vast te staan, dat sommige vluchte
lingen wel wat lichtvaardig gehandeld
hebben, met hun tocht naar het
Westen. Zy hebben hun hele bezit
er aan gegeven om te vluchten voor
een gevaar, dat in feite niet aanwezig
was.
Zelfs komt het voor, dat afgezanten
van kleine plaatsen naar West Berlyn
vluchten om te informeren of er daar
kansen zijn voor bepaalde arbeiders.
Zo kwam practisch een heel dorp
naar het Westen. En dit ondanks de
verzekering, dat vluchten voor deze
mensen armoede zonder uitzicht zou
betekenen.
Van de 300 ooo personen, die sedert
1949 naar het Westen gevlucht zyn,
wordt slechts 5 procent beschouwd
als politiek vluchteling. De geringheid
van dit percentage bergt in zich de
tragiek van dat andere grote gedeelte
vluchtelingen, die omdat zy niet
direct bedreigd werden, op geen enkele
wyze aan bod kunnen komen.
Zyhokkenin de vluchtelingenbarak
ken, waar hun ledigheid en gebrek
aan de belangrijkste dingen, weinig
weerstand vormen voor de verleiding,
om langs illegale weg eens iets te doen
en eens iets wat te verdienen. En in
die omgeving van mismoedige mensen
groeien kinderen op. Hun klaterlach
snerpt in de oren van de grijsaard, die
enkele bedden verder wat uitrust van
een doelloze wandeling. Ook dringt
het kirren van de kindoren door naar
andere zijde, waar een man en vrouw
ieder moment van de dag bewijzen,
dat zy met hun huwelijk niet het
geluk hebben meegekregen. De klein
tjes spelen tussen de bedden, waar
het leven van de mensen die weg
trokken uit hun gewone doen, verder
gaat. Moet nog gevraagd worden wat
die kinderen te zien en te horen
krijgen
Het Nationaal Instituut Steunt Wettig Gezag heeft op 28 Maart
te Venlo een provinciale dag gehouden. De Nat. Reserve,
de Reserve Grensbewaking, de Reserve Rijks en Gemeente
politie uit geheel Limburg hebben daar gedefileerd voor hoge
autoriteiten, o.w. de Minister van Oorlog. Het Nederlandse
volk dient -zich te realiseren, waarom de reservediensten zo
nodig zyn. Daarom plaatsen wy hieronder een artikel, dat
antwoord op het waarom zal geven.
Byna ïoo mannen, even moedig als
een de Ruyter, even ondernemend
als een Piet Hein, even doortastend
als een Tromp, even onverzettelijk
als een Doorman, byna ïoo mannen
van Nederlandse stam liggen begra
ven op het erekerkhof van Poesan,
het stille terrein, weer tussen bergen
altyd die bergen, altyd die zo
gevaarlijke valleien - het stille ter
rein, waarop alle vlaggen der Ver
enigde Naties wapperen als symbool
van verbondenheid, een getuigenis
van een grootse daad, voortkomende
uit de spontane wil der vredelieven
der!een daad, tevens geboren uit 't
weten, dat eendracht macht maakt
Ruim 300 mannen van Nederlandse
stam dragen thans de tekenen van
schotwonden in het lichaam.
woonhuis voor J.M. Beckers kleer
maker te Leunen, was A. vd. Water,
de laagste inschrijver voor f 917,—
van een schuur met bergplaats voor
Ant. Loonen te Oostrum, G. Am-
brosiu8 voor f 797,—.
Zy hebben tot op de huid na voor
Uw vryheid de heuvels beklommen
als klipgeiten, deze hebben kou en
ellende doorstaan, honger en dorst
geleden, elke vorm van vermaak
opgegeven, elke vorm van comfort in
de steek gelaten, elke vorm van
veiligheid verloren, voor Uw vrij
heid.
Zo streed en strijdt het bataljon
der Nederlanders.
De omstandigheden zyn belangrijk
beter geworden. Er kwamen tenten
en toen het front stil kwam liggen
na de eerste overeenkomst by de
wapenstilstandsbesprekingen te Pan-
munjon, toen werden er bunkers
gebouwd, stro aangevoerd, toen kon
den de dapperen zelfs slapen donder
dat de slaapzak wegdreef.
Er was altyd eten en drinken en
goede kleding. Het leek er warempel
al op, alsof iedereen weer kon gaan
leven, doch de patrouille-activiteiten
en de noodzakelijkheid om krijgsge
vangenen te maken, bleven geboden
en de verliezen helaas niet uit.
De soldaten lagen weer in hun
foxholes of bunkers, zy trokken
tentzeilen over het gat in de grond,
waarin ze opgerold als stekel
varkens lagen en sliepen snel.
Soms werden ze wakker, omdat het
tentzeiltje wegdreef en ze dus de
eigenaren werden van een particulier
zwembad. Soms stonden ze nooit
meer op, omdat sluipende roden met
de bajonet een einde aan het leven
maakte. Soms dreef een commandant
deze jongens vooruit, wederom tegen
een heuvelstelling op, waarvan ze
dikwijls enige malen waren afge
slagen.
Dit allemaal is vei van huis. We
moeten nu het oog even gericht
houden op „de buurt".
Realiseert U zich wel, dat ik
let wel enige dagen fietsen van
hier, opgehaald zou worden, wanneer
ik hetzelfde had geschreven als nu
in dit bladRealiseert U zich wel,
dat enige dagen fietsen van hier de
vrouwen en meisjes, kinderen soms,
regelmatig gekidnapt wordon. Reali
seert U zich wel, dat enige dagen
fietsen van hier de vryheid niet meer
bestaat
Realiseert U zich wel, dat enige
dagen fietsen van hier de toestanden
nog erger zyn, dan die, welke wy
gekend hebben in de jaren 1940—
1945?
Als U zich dit NIET realiseert
wordt het tijd, dat U de ogen geopend
worden en dat U zich op de een of
andere wijze gaat inzetten.
Als U zich dit alles WEL realiseert,
dan ontbreekt het U aan elk verant
woordelijkheidsbesef, indien U niet
onmiddellijk Uw diensten aanbiedt
by een der reserve organen.
Indien Hitler in het jaar 1940 reke
ning had moeten houden met het feit,
dat er 'in Nederland, behalve een leger,
ook een Home Guard zou zyn, een
reserve dus, die kans gezien zou heb
ben af te rekenen met parachutisten
en 5e colonne, dan zou het m.i. heb
ben kunnen gebeuren (en velen onder
strepen deze mening) dat Hitier onze
grenzen riet zou hebben geschonden,
omdat het oponthoud te lang zou zyn
geweest voor zyn, zo geheten Blitz
krieg.
Uit latere rapporten is komen vast
te staan, dat Hitier erop gerekend
had in dag door ons land te kunnen
wandelen. Zelfs in dit geval heeft hy
zich dus vergist.
Momenteel staan wy eigenlijk gelijk
aan de toestand van vóór Mei 1940.
Wederom staan vlak aan onze gren
zen tot aan de tanden gewapende
lieden. De ervaring leert, dat de mo
gelijkheid niet is uitgesloten, dat
Rusland zich van een aanvalsoorlog
zal afwenden. De communistische leer
immers veroordeelt iedereen in het
WesteD, die in een beter huis woont
dan een plaggenhut!
Deze leer, die iedereen uitmaakt
voor kapitalistische uitzuiger, indien
deze niet heeft trouw gezworen aan
de Stalinistische opvattingen, deze
leer loopt gevaar, indien de Russen
buiten hun grenzen zouden komen,
want dan zouden zy zien, dat het nog
wel erg meevalt de z g. kapitalistische
uitzuigers. Zy zouden kunnen zien,
dat onze arbeiders in betere sociale
omstandigheden verkeren, dan de
arheiders in Sovjet Rusland.
Er zyn dus optimistische berichten.
Do eerste was, dat de geschiedenis
leert, dat de Russen niet van de aan
val houden.
De tweede was het mogelijke bewijs,
dat de communistische leer gevaar
zou lopen, indien Russische troepen
over hun grenzen zouden komen en
dan is er nog iets, dat wy in eigen
hand hebben, dat is het krachtig
maken van ons eigen voik, het paraat
zyn. Het eDige wapen tegen de Russen.
Hierbij is het misschien goed, als
U nog eens wordt herinnerd aan de
Meidagen van 1940.
Uw hulp is dringend nodig by de
bescherming van de Godshuizen; Uw
hulp is driDgend nodig by de bescher
ming van vrouwen en meisjes; Uw
hulp is dringend nodig by de bescher
ming van ons geliefd Huis van Oranje;
Uw hulp is dringend nodig by de be
scherming van ons dierbaar Vader
land. Kent Uw verantwoordelijkheid!
Sla na de handen Ineen,
kijk niet langer de kat
nit de boom
Het is merkwaardig, dat hel Neder
landse volk een ramp behoeft om de
handen ineen te slaan.
De recente en de zeer recente
geschiedenis, hebben dat wel weer
overduidelijk bewezen. De recente ge
schiedenis, die van de oorlog, vaagde
de rangen, de standen en de voor
oordelen weg. Het volk was één.
Nauwelijks stond er weer voldoende
eten op tafel en nauwelijks waren de
bezetters, tegen wie het volk zich
heftig had gekeerd, weg, of de ver
bonden groepen vielen weer uiteen en
alles'wat tot eenheid had aangezet,
bleek niet meer kracht te bezitten,
die eenheid te bewaren.
Er kwam een nieuwe ramp over
Nederland. De watersnood.
Weer werden de handen ineenge
slagen. Hierby doelen wy nog niet
eens op de hulp, die van buiten de
landsgrenzen kwam. We doelen op de
eenheid van ons volk, de eenheid van
wil om te helpen, de eenheid van wil
om de handen uit de mouw te steken.
Maar nu de ramp al wat minder in
de men vergeve ons het woord
belangstelling is komen te staan, nu
ryst des te meer de vraagzou een
goede organisatie, die onmiddellyk in
dienst kan treden wanneer een ramp,
van welke omvang en van welke hoe
danigheid ook, ons land zou teisteren,
niet veel onheil kunnen voorkomen
Natuurlijk
Het Nederlandse volk is er niet of
nauwelyks toe te brengen in te
zien, dat een derde wereldoorlog nog
steeds tot de mogelijkheden behoort.
En om nu voor die eventualiteit tot
actie te komen, daar gevoelt ons volk
niets voor. Het wacht, totdat... het
te laat is.
Reeds byna vyf jaar bestaat een
organisatie in Nederland, die tot taak
heeft een reserve aan mankracht te
vormen, die de se colonne bestrijdt,
die belangrijke bewakingsdiensten
verricht by de verkeers- en water
wegen etc. Die organisatie heet Nat.
Instituut „Steun Wettig Gezag".
Zij streeft naar de opbouw van de
Nationale Reserve, de Reserve Grens
bewaking, de Reserve Ryks- en Ge
meentepolitie en de luchtwacht
diensten. Nog steeds heeft dit instituut
niet de „streefgetallen" bereikt. Het
vergeet echter, dat goede voorzorgen
rampen kunnen voorkomen. Voor
beelden, die deze stelling bewijzen,
zyn in de geschiedenis te over te
vinden.
In het jaar i9is wilden de Duitsers
onze grenzen schenden. De Duitse
legerleiding zag van het plan af omdat
zij bevreesd was, dat het kleine maar
goede Nederlandse leger van toen en
de reservisten de Duitse divisies, die
ingezet zouden worden, tèlang zouden
ophouden. De Duitsers liepen langs
onze grenzen.
Als Hitler in 1940 rekening had
moeten houden, dat zyn legers 14
dagen zouden worden opgehouden in
Nederland, dan zou zyn „Blitzkrieg"
zich hiertegen misschien hebben verzet.
Zo zou het ook in een - God ver
hoede het eventuele volgende oorlog
kunnen zijn.
Indien ons leger in het Europese
verband sterk is en er voldoende
reservisten zyn, die de se colonne
kunnen bestrijden, dan bestaat er ten
minste een fractie van een kans,
temeer dat... als... als-
Als het Nederlandse volk nu niet
de kat uit de boom zou blijven kijken;
als het nu eens maatregelen zou
nemen vóór een eventuele catastrophe;
als het nu eens de handen ineen zou
blijven houden, dan... dan zouden we
de toekomst met. meer vertrouwen
tegemoet kunnen zien.
Daarom dienen al die „boffers", al
diegenen, die niet dienstplichtig en
toch gezond zyn, óók een steentje by
te dragen en zich op te geven by een
der reserve-diensten.
HANDBOOG
Zondag ging de Handboogschutterij
„St Oda" naar Venlo, om daar de
stryd aan te binden tegen „de
Batavieren" in 't Ven.
Beide verenigingen zyn er voor een
paar jaren toe overgegaan om ieder
jaar-onderlinge wedstrijden to houden
eens in Venray en eens in Venlo.
Voor deze wedstrijd is een wissel
beker en tevens een lauwerkrans
beschikbaar gesteld. Deze beker moest
driemaal achter elkaar of in totaal
vijfmaal gewonnen worden, alvorens
het eigendom werd.
„De Batavieren" wisten deze beker
in de eerste wedstrijd te winnen,
maar in de tweede wedstrijd wist
„St Oda" met slechts twee punten
verschil beslag te leggen op deze
pry's en vorig jaar voor de tweede
keer met 32 punten verschil.
En nu Zondag ging het dan met
gooden moed naar Venlo, ondanks
dat wy tweevan onze beste schutters
moesten missen, om deze beker voor
de derde maal te winnen.
De schutters van St Oeike lieten
zich ook thans weer niet door de
Venlose Batavieren verslaan en zege
vierde ditmaal met 60 punten verschil
over hun tegenstanders, zodat thans
de beker defioitief eigendom is van
St Oda.
Er werd met 24 schutters geschoten
waarvan de 18 hoogste telde. De
uitslag was: de Batavieren 1297 en
St Oda 1357 punten.
De beker werd onder een toepas
selijk woord aan StOda overhandigd.
De vriendschapsbanden zullen in
de toekomst niet verbroken worden,
want twee nieuwe bekers zyn al
weer beschikbaar gesteld, zodat deze
zomer de stryd weer opnieuw gaat
beginnen.
Wy hopen, dat andere verenigingen
dit voorbeeld mogen volgen, het zal
de onderlinge vriendschap verstevigen
en de handboogsport tot groter bloei
brengen. Moge ook door het publiek
aan deze edele sport meer aandacht
worden besteed.
worden prima gewassen
a f 1.50 per stuk
in de