Grad Deriet vertelt over Canada Ook Uw hulp is dringend nodig SPORT WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIjlRp^R KWA^TAALCf NIEUWE KERKEN Uit „Peel en Maas" Oost-Duitse vluchtelingen, een Europees probeem Wollen Dekens Venrayse PeelparcI ZATERDAG 4 APRIL 1953 No. 14 VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF GROOTESTRAAT 28 TELEF. 512 GIRO 150652 In 1948 zat Grad Deriet in O ver- loon zwaar te prakizeren. Met zyn gezin van elf man, waaronder vier jongens, moest hy een boerderij van ruim io ha bewerken, maar wat zou de toekomst breDgen. In Indië werd gevochten en zijn jongens zouden moeten gaan en wat dan.... En zo langzamerhand begon lijj aan emigratie te denken. Kaarten werden gekocht, boeken besteld en na lang praten werd besloten ofwel naar Brazilië ofwel naar Canada te gaan. De voorlichting van Brazilië was echter niet rooskleurig en bovendien stond het klimaat hem helemaal niet aan. Dus bleef Canada over. We zwijgen over de voorbereiding van de grote oversteek, alleen zal Overloon nog wel eeD8 denken aan de formidabel grote kist, die Grad klaar maakte om zoveel mogelijk mee te nemen. Want soo dollar mocht maar aan geld meegenomen worden en dat is niet veel voor elf man'. 1948 werd de grote reis aanvaard. Van de Stichting voor de Emigratie had hij het adres gekregen van een boer in Canada en men was dus gereed. Maar toeD de boot in Winnipeg aankwam, had de boer.geen werk en kon de familie Deriet, die tot over maat van ramp bitter weinig Engels kon, de emigratiehall intrekken. Een groot gebouw, waarin de emigranten zonder werk werden ondergebracht. De drie weken daar doorgebracht kostte kostbare dollars, want men moest voor eigen kost zorgen en elf monden kunnen per dag wat op. Maar dat was slechts het begin. Een nieuwe boer, 1000 miles het binnenland in, werd aangewezen en op eigen kosten (124 dollars) moest de reis begonnen worden. De mach tige kist was intussen ook aangeko men, maar die verhoogde het reis budget met 329 dollars, wat huisraad en kleding kostte ook nog een kleine 100 dollar en toen de familie op de plaats van bestemming was, „doe was Grad dur zien devieze hin". De boer waarbij ze terecht kwamen was een Hollander mot vier zoons en het was werken geblazen. Zeven dagen in de week van 's morgens 5 tot 's avonds 9 uur voor 3 dollars per dag, maar dan Z6lf de kost doen. Aangezien op dit bedrijf vyf bazen rondliepen was het niet prettig werken, maar ja, men moest eten en Engels leren.... 1949 41/, maand later was de maat vol en vertrok de familie weer naar een andere plaats, waar ze zwaar armoede leden tot de lente Grad een baan gaf als timmerman en de jongens op een boerderij konden gaan werken. Als timmerman werd gemiddeld 45 dollar per week Verdiend, terwijl de jongens op de farm gemiddeld 25 dollar haalde. De schulden in die winter gemaakt konden worden betaald en een kleine spaarpot gevormd. Wat ook nodig was want in de daarop volgende winter werd Grad werkloos, maar konden de jongens in de bittere kou gelukkig nog bij de houtzagerijen werken, tegen een loon van 100 dollar in de maand. 1950 In 1950 besloot de familie naar Zuid-Alberta te vertrekken, dat 500 miles zuidelijker lag. flier was in de bietencampagne wel geld te verdienen (50 dollars per acre) maar daar stond weer tegenover, dat vele weken werkloos moesten worden doorge bracht. Weliswaar leverde het werk op een conservenfabriek nog wat verdiensten op, maar de huishuur van 50 dollar per maand en de daarop volgende laDge winter eiste veel van de spaarpot. De jongelui werkten nog in de houtzagerij, maar toen een uitnodiging kwam van een andere Loonder, nl. de molenaar Bouman, om naar Ontario te komen werd die uitnodiging gaarne geaccepteerd. Drie dagen en nachten werd gereisd en zo begon dan 1951 met een vriendelijke ontvangst in Ontario. Na veertien dagen gelogeerd te hebben bij de familie Bouman, vertrok de familie naar Osawa, waar men meende de beste vooruitzichten te hebben. Hier zijn namelijk de fabrieken van General Motors, waar flinke lonen worden betaald en goed werk is. Daar werd een huis gehuurd en de joDgelui gingen naar de fabriek. Papa ging eens met een dokter praten, die een dochter van hem in dienst had en wist 500 dollar te lenen. Daarmee werd een stuk grond gekocht en in 1951 had Grad het druk met het maken van een grote kelder. Toen deze klaar was, begon voor de familie Deriet een kelderleven, dat duurde tot 1952 toen Grad zelf daar een prachtig huis opbouwde van alle gemakken voor zien. Tevens werd dat jaar nog een ander huis gebouwd voor een Hol lander, die daar zin in had en toen het jaar teu einde was, bleek dat de keuze van 1951 goed was geweest. Er werd op de fabrieken zeer goed verdiend, als dienstbode verdienden de meisjes goed geld, zodat men eindelyk kon zeggen geslaagd te zijn. En zo is dan na jaren omzwervingen het geluk weergekeerd en is de fam. Deriet in goede doen. Zodat Grad begin 1953 kon zeggen „Ik geleuf dakkis noa Loën gaoj, want daor heb ik nog wat te regelen." En zo stapt dan in deze weken door Venray een geslaagde emigrant, die de moeilijke knepen van het emigreren kent en aan de lijve de moeilijkheden heeft onder vonden. EMIGREREN zegt Grad Deriet, is een vak, waarbij men allereerst moet leren de tanden vast op elkaar te zetten en Nederland overboord te gooien. Men werkt daar anders, handelt er anders, denkt er anders en het is zaak, die werkwijze, die handelwijze en die denkwijze zo gauw mogelijk eigen te maken. Het voornaamste hulpmiddel daar toe is de taal Minstens drie jaren moeilijkheden waren hem bespaard gebleven, als hij de taal maar gekend had. Wie de taal niet kent, staat er als een kat in een vreemd pakhuis en hoe vriendelijk de Canadezen ook zijn en tot hulp bereid, als men zyn mond niet kan opendoen, staat men ook daar voor Piet Snot. Voor vaklui is Canada een goed land, met goede verdiensten, niet te hoge belastingen en goede sociale maatregelen. Maar men dient voor zichtig te zyn met de keuze van de streek, waarheen men emigreert. Hierover dient men zich zo goed mogelijk in te lichten. Want tussen Noord en Zuid, tussen Oost en West Canada liggen enorme verschillen Voor boeren met grote kinderen zyn er nog vele mogelijkheden in de boerderijen, die daar door de trek naar steden en fabrieken met tien tallen leeg liggen! Wel zal daar hard, bitter hard gewerkt moeten worden en hoewel de prijzen, in verhouding tot dat wat de vakman verdiend, laag liggen, is er dan een go6de boterham te halen. Mensen met kleine kinderen moeten vooral het eerste jaar rekenen op veel tegenslagen. Dan is er nog geen kinderbijslag, de verdiensten niet zo groot en de aanschaffingskos- ten van een en ander hoog. Eq gewoonlijk is men dan door zyn centen heen Canada is een prachtig land, maar om zich daar een plaats te verwerven moet men hard willen werken en dan zal het waarachtig wel gaan Dat bewijst trouwens Grad Deriet zelf, die na vyf jaren weer naar zijn geboorteland kan terug komen, daar een prachtig huis heeft en wiens kinderen nu in een week zoveel ver dienen, als de heenreis naar Canada hen toondertijd kostte 1 Wilt gij gaarne medestrijden Voor de uitbouw van Gods Kerk, Blijf dan ook Uw krachten wijden Aan het Limburgs Nike werk. I April 1893 Pastoor W.A. Notermans, werd be noemd tot pastoor deken te Wyk— Maastricht. Hy was zes jaar werk zaam te Venray. - Tot pastoor te Venray werd be noemd W. Hillen, sinds 1885 pastoor te Susteren. 4 April 1891 - W. van den Munckhof—Sassen maakt bekend, dat hy zyn drukkerij, boek- en papierhandel heeft overge plaatst van Patersstraat naar de Grote straat, in het pand vroeger bewoond door G. van Well. 4 April 1903 - By het gehouden toelatings examen voor de Ryksnormaalschool te Venray, slaagden alle 6 candidaten, voor de voorbereidende cursus alle io candidaten. - De onderwijzers van Venray, hielden April hun eerste buiten- vergadering in de school van Merselo. Alph. Vermeulen, hoofd te Venray sprak over: Verleden en Toekomst. H. Maas, onderwijzer te Oirlo, gaf een openbare proefles in lezen. - By de aanbesteding van een Wy vervolgen deze week ons serie artikelen over het Oost-Duitse vluch telingenprobleem. In dit artikel wordt een schril beeld opgehangen van de droevige toestanden, waarin de vluch telingen in Berlijn te komen. Slechts 'n gering percentage politieke rlnchteiingen Terwijl WestBerlyn reeds met de onmogelijke opgave worstelt, om te voorzien in de nood van 300 ooo werk lozen, neemt dit leger van mensen zonder werk door de vele vluchte lingen nog met de dag toe. En deze categorie van werklozen biedt nog de meeste zorgen. Want zy zijn niet alleen zonder middelen van bestaan, maar zy ontberen daarnaast de meest noodzakelijke goederen en kleding. Hun moeilijkheden zijn vele malen groter dan die van de werklozen, die altyd in WestBerlyn gevestigd zijn geweest. Het is een dwingende eis om de vluchtelingen aan werk te helpen, maar de gelegenheid daarvoor is niet groot genoeg. Deze situatie is reeds enkele jaren zo, en heeft in Augustus 1950 geleid tot afkondiging van 't zogenaamde „Notaufnahmegestetz". Volgens deze Wet worden vluchtelingen, die niet kunnen aantonen, dat zy om aan arrestatie te ontkomen, dus omwille van de persoonlijke vrijheid, gevlucht zyn, uitgeschakeld vooreen verblijfs vergunning en ondersteuning. Zy worden evenwel niet terugge stuurd naar Óóst Duitsland, maar krygen een onderkomen in een van de vluchtelingenbarakken. En daar begint dan het eindeloos wachten. De uitzichtloze toekomst, die zo gemakkelijk kansen oplevert om ver keerde neigingen en immorele han: delingen vrij spel te laten. De vluchtelingen, die dagelijks, reeds om vyf uur 's morgens, voor de aan- meldingsbureau's bij honderden sa- mengroepen, bieden een beeld van de diepste menselijke ellende. Als om zes uur de barakken by een dezer opvangstcentra open gaan, stro men de wachtenden, die tot enkele duizenden aangroeiden, er binnen. Om half negen, het tijdstip, waarop de ambtenaren van het bureau met hun -werkzaamheden aanvangeD, zijn de barakken overvol. Enkele vluchte lingen die er nog- aankomen en pro beren toegelaten te worden, krygen te horen de volgende dag om zes uur 'smorgens het nog eens te proberen. Ontsteld en verslagen druipen zy af. Weer een dag in onzekerheid. On zekerheid Ja, inderdaad, want slechts de vluchtelingen in de opvangst- barakken maken een kans om in het it te komen van het zo zeer be geerde papier, dat recht geeft op registrering by de politie. En dat is de enige weg om „erkend" te worden als politiek vluchteling. Daar iD die barak wachten nu enkele duizenden op zo'n „Zettelchen". Een ambtenaar komt aangelopen met een pakje van deze papieren in zyn hand. Waar maar deuren zyn, dringen de mensen uit de barakken. Nerveus geworden door het dringen, heeft deze de papieren boven zyn hoofd en schudt dan de gehele stapel uit boven de grijpgrage vingers van de vluchtelingen. Zwaaiend met hun armen en schop pend met hun benen, proberen de lot genoten elkaar zo ver mogelijk van de ambtenaar af te houden. De gelukkigen, die heelhuids en met een wel wat verfrommeld, maar toch nog heel papier uit de veldslag te voorschijn komen, slaken een zucht van verlichting. Want het bezit van dit onnozele stukje papier, waarop niet anders vermeld staat dan een volgnummer, kan de weg naar een nieuwe toekomst openen. Of dit inderdaad zo is, ervaren de vluchtelingen eerst na een dag of dertig. Alvorens zy officieel te boek gesteld wordeD, als politieke vluchte lingen, moeten zy aankloppen by 15 instanties. Op deze weg passeren zy politieregistratie en worden zy o.a. aan een medisch onderzoek onder worpen. Iedere dag brengt weer de stryd om het volgnummer, en het is geen zeldzaamheid als er een dag wachten nodig is voor een bezoek aan een bureau, dat slechts enkele minuten duurt. De ontgoocheliDg na het uitgebreide onderzoek is groot voor velen. Want het percentage dat als poliiek vluchte ling wordt aangerekend, is zeer gering. By het onderzoek komt herhaalde lijk vast te staan, dat sommige vluchte lingen wel wat lichtvaardig gehandeld hebben, met hun tocht naar het Westen. Zy hebben hun hele bezit er aan gegeven om te vluchten voor een gevaar, dat in feite niet aanwezig was. Zelfs komt het voor, dat afgezanten van kleine plaatsen naar West Berlyn vluchten om te informeren of er daar kansen zijn voor bepaalde arbeiders. Zo kwam practisch een heel dorp naar het Westen. En dit ondanks de verzekering, dat vluchten voor deze mensen armoede zonder uitzicht zou betekenen. Van de 300 ooo personen, die sedert 1949 naar het Westen gevlucht zyn, wordt slechts 5 procent beschouwd als politiek vluchteling. De geringheid van dit percentage bergt in zich de tragiek van dat andere grote gedeelte vluchtelingen, die omdat zy niet direct bedreigd werden, op geen enkele wyze aan bod kunnen komen. Zyhokkenin de vluchtelingenbarak ken, waar hun ledigheid en gebrek aan de belangrijkste dingen, weinig weerstand vormen voor de verleiding, om langs illegale weg eens iets te doen en eens iets wat te verdienen. En in die omgeving van mismoedige mensen groeien kinderen op. Hun klaterlach snerpt in de oren van de grijsaard, die enkele bedden verder wat uitrust van een doelloze wandeling. Ook dringt het kirren van de kindoren door naar andere zijde, waar een man en vrouw ieder moment van de dag bewijzen, dat zy met hun huwelijk niet het geluk hebben meegekregen. De klein tjes spelen tussen de bedden, waar het leven van de mensen die weg trokken uit hun gewone doen, verder gaat. Moet nog gevraagd worden wat die kinderen te zien en te horen krijgen Het Nationaal Instituut Steunt Wettig Gezag heeft op 28 Maart te Venlo een provinciale dag gehouden. De Nat. Reserve, de Reserve Grensbewaking, de Reserve Rijks en Gemeente politie uit geheel Limburg hebben daar gedefileerd voor hoge autoriteiten, o.w. de Minister van Oorlog. Het Nederlandse volk dient -zich te realiseren, waarom de reservediensten zo nodig zyn. Daarom plaatsen wy hieronder een artikel, dat antwoord op het waarom zal geven. Byna ïoo mannen, even moedig als een de Ruyter, even ondernemend als een Piet Hein, even doortastend als een Tromp, even onverzettelijk als een Doorman, byna ïoo mannen van Nederlandse stam liggen begra ven op het erekerkhof van Poesan, het stille terrein, weer tussen bergen altyd die bergen, altyd die zo gevaarlijke valleien - het stille ter rein, waarop alle vlaggen der Ver enigde Naties wapperen als symbool van verbondenheid, een getuigenis van een grootse daad, voortkomende uit de spontane wil der vredelieven der!een daad, tevens geboren uit 't weten, dat eendracht macht maakt Ruim 300 mannen van Nederlandse stam dragen thans de tekenen van schotwonden in het lichaam. woonhuis voor J.M. Beckers kleer maker te Leunen, was A. vd. Water, de laagste inschrijver voor f 917,— van een schuur met bergplaats voor Ant. Loonen te Oostrum, G. Am- brosiu8 voor f 797,—. Zy hebben tot op de huid na voor Uw vryheid de heuvels beklommen als klipgeiten, deze hebben kou en ellende doorstaan, honger en dorst geleden, elke vorm van vermaak opgegeven, elke vorm van comfort in de steek gelaten, elke vorm van veiligheid verloren, voor Uw vrij heid. Zo streed en strijdt het bataljon der Nederlanders. De omstandigheden zyn belangrijk beter geworden. Er kwamen tenten en toen het front stil kwam liggen na de eerste overeenkomst by de wapenstilstandsbesprekingen te Pan- munjon, toen werden er bunkers gebouwd, stro aangevoerd, toen kon den de dapperen zelfs slapen donder dat de slaapzak wegdreef. Er was altyd eten en drinken en goede kleding. Het leek er warempel al op, alsof iedereen weer kon gaan leven, doch de patrouille-activiteiten en de noodzakelijkheid om krijgsge vangenen te maken, bleven geboden en de verliezen helaas niet uit. De soldaten lagen weer in hun foxholes of bunkers, zy trokken tentzeilen over het gat in de grond, waarin ze opgerold als stekel varkens lagen en sliepen snel. Soms werden ze wakker, omdat het tentzeiltje wegdreef en ze dus de eigenaren werden van een particulier zwembad. Soms stonden ze nooit meer op, omdat sluipende roden met de bajonet een einde aan het leven maakte. Soms dreef een commandant deze jongens vooruit, wederom tegen een heuvelstelling op, waarvan ze dikwijls enige malen waren afge slagen. Dit allemaal is vei van huis. We moeten nu het oog even gericht houden op „de buurt". Realiseert U zich wel, dat ik let wel enige dagen fietsen van hier, opgehaald zou worden, wanneer ik hetzelfde had geschreven als nu in dit bladRealiseert U zich wel, dat enige dagen fietsen van hier de vrouwen en meisjes, kinderen soms, regelmatig gekidnapt wordon. Reali seert U zich wel, dat enige dagen fietsen van hier de vryheid niet meer bestaat Realiseert U zich wel, dat enige dagen fietsen van hier de toestanden nog erger zyn, dan die, welke wy gekend hebben in de jaren 1940— 1945? Als U zich dit NIET realiseert wordt het tijd, dat U de ogen geopend worden en dat U zich op de een of andere wijze gaat inzetten. Als U zich dit alles WEL realiseert, dan ontbreekt het U aan elk verant woordelijkheidsbesef, indien U niet onmiddellijk Uw diensten aanbiedt by een der reserve organen. Indien Hitler in het jaar 1940 reke ning had moeten houden met het feit, dat er 'in Nederland, behalve een leger, ook een Home Guard zou zyn, een reserve dus, die kans gezien zou heb ben af te rekenen met parachutisten en 5e colonne, dan zou het m.i. heb ben kunnen gebeuren (en velen onder strepen deze mening) dat Hitier onze grenzen riet zou hebben geschonden, omdat het oponthoud te lang zou zyn geweest voor zyn, zo geheten Blitz krieg. Uit latere rapporten is komen vast te staan, dat Hitier erop gerekend had in dag door ons land te kunnen wandelen. Zelfs in dit geval heeft hy zich dus vergist. Momenteel staan wy eigenlijk gelijk aan de toestand van vóór Mei 1940. Wederom staan vlak aan onze gren zen tot aan de tanden gewapende lieden. De ervaring leert, dat de mo gelijkheid niet is uitgesloten, dat Rusland zich van een aanvalsoorlog zal afwenden. De communistische leer immers veroordeelt iedereen in het WesteD, die in een beter huis woont dan een plaggenhut! Deze leer, die iedereen uitmaakt voor kapitalistische uitzuiger, indien deze niet heeft trouw gezworen aan de Stalinistische opvattingen, deze leer loopt gevaar, indien de Russen buiten hun grenzen zouden komen, want dan zouden zy zien, dat het nog wel erg meevalt de z g. kapitalistische uitzuigers. Zy zouden kunnen zien, dat onze arbeiders in betere sociale omstandigheden verkeren, dan de arheiders in Sovjet Rusland. Er zyn dus optimistische berichten. Do eerste was, dat de geschiedenis leert, dat de Russen niet van de aan val houden. De tweede was het mogelijke bewijs, dat de communistische leer gevaar zou lopen, indien Russische troepen over hun grenzen zouden komen en dan is er nog iets, dat wy in eigen hand hebben, dat is het krachtig maken van ons eigen voik, het paraat zyn. Het eDige wapen tegen de Russen. Hierbij is het misschien goed, als U nog eens wordt herinnerd aan de Meidagen van 1940. Uw hulp is dringend nodig by de bescherming van de Godshuizen; Uw hulp is driDgend nodig by de bescher ming van vrouwen en meisjes; Uw hulp is dringend nodig by de bescher ming van ons geliefd Huis van Oranje; Uw hulp is dringend nodig by de be scherming van ons dierbaar Vader land. Kent Uw verantwoordelijkheid! Sla na de handen Ineen, kijk niet langer de kat nit de boom Het is merkwaardig, dat hel Neder landse volk een ramp behoeft om de handen ineen te slaan. De recente en de zeer recente geschiedenis, hebben dat wel weer overduidelijk bewezen. De recente ge schiedenis, die van de oorlog, vaagde de rangen, de standen en de voor oordelen weg. Het volk was één. Nauwelijks stond er weer voldoende eten op tafel en nauwelijks waren de bezetters, tegen wie het volk zich heftig had gekeerd, weg, of de ver bonden groepen vielen weer uiteen en alles'wat tot eenheid had aangezet, bleek niet meer kracht te bezitten, die eenheid te bewaren. Er kwam een nieuwe ramp over Nederland. De watersnood. Weer werden de handen ineenge slagen. Hierby doelen wy nog niet eens op de hulp, die van buiten de landsgrenzen kwam. We doelen op de eenheid van ons volk, de eenheid van wil om te helpen, de eenheid van wil om de handen uit de mouw te steken. Maar nu de ramp al wat minder in de men vergeve ons het woord belangstelling is komen te staan, nu ryst des te meer de vraagzou een goede organisatie, die onmiddellyk in dienst kan treden wanneer een ramp, van welke omvang en van welke hoe danigheid ook, ons land zou teisteren, niet veel onheil kunnen voorkomen Natuurlijk Het Nederlandse volk is er niet of nauwelyks toe te brengen in te zien, dat een derde wereldoorlog nog steeds tot de mogelijkheden behoort. En om nu voor die eventualiteit tot actie te komen, daar gevoelt ons volk niets voor. Het wacht, totdat... het te laat is. Reeds byna vyf jaar bestaat een organisatie in Nederland, die tot taak heeft een reserve aan mankracht te vormen, die de se colonne bestrijdt, die belangrijke bewakingsdiensten verricht by de verkeers- en water wegen etc. Die organisatie heet Nat. Instituut „Steun Wettig Gezag". Zij streeft naar de opbouw van de Nationale Reserve, de Reserve Grens bewaking, de Reserve Ryks- en Ge meentepolitie en de luchtwacht diensten. Nog steeds heeft dit instituut niet de „streefgetallen" bereikt. Het vergeet echter, dat goede voorzorgen rampen kunnen voorkomen. Voor beelden, die deze stelling bewijzen, zyn in de geschiedenis te over te vinden. In het jaar i9is wilden de Duitsers onze grenzen schenden. De Duitse legerleiding zag van het plan af omdat zij bevreesd was, dat het kleine maar goede Nederlandse leger van toen en de reservisten de Duitse divisies, die ingezet zouden worden, tèlang zouden ophouden. De Duitsers liepen langs onze grenzen. Als Hitler in 1940 rekening had moeten houden, dat zyn legers 14 dagen zouden worden opgehouden in Nederland, dan zou zyn „Blitzkrieg" zich hiertegen misschien hebben verzet. Zo zou het ook in een - God ver hoede het eventuele volgende oorlog kunnen zijn. Indien ons leger in het Europese verband sterk is en er voldoende reservisten zyn, die de se colonne kunnen bestrijden, dan bestaat er ten minste een fractie van een kans, temeer dat... als... als- Als het Nederlandse volk nu niet de kat uit de boom zou blijven kijken; als het nu eens maatregelen zou nemen vóór een eventuele catastrophe; als het nu eens de handen ineen zou blijven houden, dan... dan zouden we de toekomst met. meer vertrouwen tegemoet kunnen zien. Daarom dienen al die „boffers", al diegenen, die niet dienstplichtig en toch gezond zyn, óók een steentje by te dragen en zich op te geven by een der reserve-diensten. HANDBOOG Zondag ging de Handboogschutterij „St Oda" naar Venlo, om daar de stryd aan te binden tegen „de Batavieren" in 't Ven. Beide verenigingen zyn er voor een paar jaren toe overgegaan om ieder jaar-onderlinge wedstrijden to houden eens in Venray en eens in Venlo. Voor deze wedstrijd is een wissel beker en tevens een lauwerkrans beschikbaar gesteld. Deze beker moest driemaal achter elkaar of in totaal vijfmaal gewonnen worden, alvorens het eigendom werd. „De Batavieren" wisten deze beker in de eerste wedstrijd te winnen, maar in de tweede wedstrijd wist „St Oda" met slechts twee punten verschil beslag te leggen op deze pry's en vorig jaar voor de tweede keer met 32 punten verschil. En nu Zondag ging het dan met gooden moed naar Venlo, ondanks dat wy tweevan onze beste schutters moesten missen, om deze beker voor de derde maal te winnen. De schutters van St Oeike lieten zich ook thans weer niet door de Venlose Batavieren verslaan en zege vierde ditmaal met 60 punten verschil over hun tegenstanders, zodat thans de beker defioitief eigendom is van St Oda. Er werd met 24 schutters geschoten waarvan de 18 hoogste telde. De uitslag was: de Batavieren 1297 en St Oda 1357 punten. De beker werd onder een toepas selijk woord aan StOda overhandigd. De vriendschapsbanden zullen in de toekomst niet verbroken worden, want twee nieuwe bekers zyn al weer beschikbaar gesteld, zodat deze zomer de stryd weer opnieuw gaat beginnen. Wy hopen, dat andere verenigingen dit voorbeeld mogen volgen, het zal de onderlinge vriendschap verstevigen en de handboogsport tot groter bloei brengen. Moge ook door het publiek aan deze edele sport meer aandacht worden besteed. worden prima gewassen a f 1.50 per stuk in de

Peel en Maas | 1953 | | pagina 1