Een gemeentelijk huishonden van honderd jaren geleden Moeilijkheden fruitteelt in hij de verouderde gemengd bedrijf. fan links „ZAT VAN DIE"! ATIS V^G^-dierenatlas Bij één pak geurige* VéGé-Goudmerk-Koffie WAARDEBON en lecktó BEL BIJ BRAND 39 2 door he-man H. J. Maas Maar wat er dan toch met Tien us BsHt.en gebeurd mocht zyn Hy was naar het raadhuis gewepst De heren van het raadhuis hadden hem getracteerd op grote borrels in het deftige café De Gans. Een erg vreemd geval, dat velen in de Heihoek een angstig gevoel veroorzaakte. Door de heren in het dorp getracteerd worden in de Gans, dat was iets hoogs en overkwam van de Heihoek alleen boer Faassen Die dan ook even vlot tracteerde. Zo hoog stond boer Vullings nog lang niet aangeschreven Iedereen in de hele streek wist ook te verzekeren, dat boer Faassen in de gemeenteraad zou komen, dat hy alleen maar zyn beurt hoefde af te wachten. Wat een dagen van kermis, van tractatie8 in het verschiet, zo rondom de stemming De heren en burgerB van het dorp bez chten volgens aloud gebruik dn gehuchten op de Zondagen als het daar kermis was. De biygers, de neringdoenden, om hun klanten in de gehuchten te eren en de heren van het raadhuis om zich ook eens in de buitenyen te laten zien. Goede kennissen, als de rijksontvanger en enige anderen, ver gezelden hen dan voor de aardigheid Dat waren altyd vreemdelingen met schoolse opleiding, die graag zelf staaltjes van „landelijke eenvoud" waarnamen. Waarover Nardu8 Boeks gewoonlijk lachte, dat zy te vroeg vertrokken, in plaats van do tyd af te wachten, dat de echte kermis in hetnachtelyk uur op wegen en velden begon 1 Deze tochten moesten te voet afge legd worden. En de wegen waren bar slecht. Altyd, maar vooral in de winter en in het najaar, met al zyn regens, die de wegen in modderpoelen veranderde. Deze en gene had wel een fiets, maar alleen voor mooi weer en op goede wegen. De dorpse bezoekers kwamen dan gewoonlijk in de gehuchten aan tegen vier in de namiddag, om dan hun rondgang langs allecafé'ste beginnen teneiude vooral toch maar geen haken en ogen achter te laten. Daar richtte zich ook vanzelf het uitgaansuur van de inwoners naar. De dorpse neringdoenden tracteerden vlot in elk café en zongen mee uit volle borst: „Komt vriendenschaar, komt by elkaar, de kermis komt maar ééns in 't jaar, de kermis komt maar ééns in 't jaar en op een kletskop groeit geen haar I" Jn Heihoek nam boer Faassen de heren omstreeks zes uur mee naar zyn huis voor een gul onthaal. Bitter of cognac om te beginnen. Dan karmenaai, gebroaje echenk en paarsvleis, alles van in het eigen bedrijf vetgemeste varken en een goeie fles wyn De Faassens wisten wel, hoe het hoorde. Maar Tienus Basten en de heren van het raadhuis, hoe kon dat nou kloppen In de Heihoek en in de hele streek wist immers iedereen alles van ieder een. Vanzelfsprekend behalve dat, wat iedereen angstvallig voor ieder een verborgen probeerde te houden Wat kon men van zo'n driekwart gek als Tienus Basten verwachten Dat hy alles van andere mensen van de heren van het raadhuis ging verklappen, wat men voor geen geld aan d$ wereld aan de bekendheid prijs gegeven zou willen zien. Maar dan moest Tienus het toch eerst zelf weten Och, men zei al eens wat, als hy er bij zat, in de gedachte, dat zo'n halfgare daar tocb niets van begreep, net als men wel eens onder volwassenen praatte, waar kleine kinderen by liepen te spelen En wie kon dan ook nog vooruit weten, wat Tienus daarvan in zyn kop samen zou gaan brouwen Wat men er van denken moest, wist men niet en dat juist kwelde de gemoederen. Nol Berens had geen stom woord uit Tienus los gekregen. „Ze zu'n 't dizze keer wel wies werre 1" Dat éne zaagde Tienus maar koppig door. Hij was „hogerop" geweest. Die burgemeester wisten alles en waren veel slimmer dan allemaal van de Heihoek samen, met Nol Berens en boer Vullings erby. De hele week na die Maandag had men Nol 's avonds geregeld samen gezien met zyn vast complot. De boerin van de Koekamp en die van de Haasboer hadden zich ook de hele week duchtig geroerd. De twee partyen in de Heihoek, de Faassenspartij en de Vullingsparty stonden sedert de vorige Zondagavond feller verbeten tegenover elkaar dan voorheen De Faassens bemoeiden zich ner gens meer mee. Menselijkerwijze ge sproken hadden zy in oveileg met „hoger hand" alle maatregelen in stilte getroffen voor de veiligheid en de rust van hun woning. Was daar iets van uitgelekt Het sterkte hen in ieder geval tot een bewust optreden van onbezorgd heid. Dat imponeerde allen. Er bestond dan een Faassenparty zonder Faassen. Niemand had daar ooit een woord over gekikt, maar als vanzelfsprekend was door de Heihoekse publieke opinie vrouw Janssen met haar café hy de zogenaamde party Faassen in g«deeld. Zeker party met verreweg de sterkste aanhang. Tienus Basten was hogerop gegaan Wat was dat Het onbekende hulde wat komen zou in een griezelige geheimzinnigheid. Hogerop, wat betekende dat Wat kon daar allemaal toch aan vastzitten De boerinnen van de Vullingsparty spraken er'schande over, dat het bij vrouw Janssen in het café een god deloos gedoei was geweest. Sommige manslui probeerden wel dat te sussen niemand had immers iets anders bedoeld dan grappenmakerij, maar dat baatte niets. Een goddeloos gedoei, daar bleven die boerinnen by. Eigenlijk was het daar altyd een goddeloos gedoei geweest, ook toen Janssen nog leefde. Met de kermis in het najaar hield hy dansmuziek en daar werd in het dorp toch hard tegen gepreekt. Sommige manslui voerden daar tegen aan, dat de vrollie dan maar niet hadden moeten gaan dansen. De boerinnen vonden, dat die vrollie de kans waarnamen, daar viel toch wel niets tegen te zeggen, maar van Janssen was en bleef het een godde loos gedoei. Was het dan geen straf van de hemel geweest, toen Janssen bij het opbouwen van het dak van de dans tent was gevallen en zyn beide benen had gebroken Dat moest iemand dan maar eens heten liegen Geen wonder, dat Janssen zoveel geld had verdiend. Duivelsgeld En geen wonder ook, dat vrouw Janssen nu met Tienus Basten die duivels kunsten van de vrye metselers had uitgehaald. Alles maar weer om dat duivelsgeld Ziezo, zei Nardus Boeks, daar draaide het dan maar weer op uit: op echte Heihoekse, medemensen gemeen bekladdende vroomdoenery. Een straf van de hemel, dat Janssen zijn benen had gebroken Hoe was dat telegram uit de hemel bij die boerinnen terecht ge komen, die niet eens lezen konden Inmiddels had al dat gekakel en gewauwel en gehits en gestook de hele week het mansvolk geprikkeld en op stang gejaagd. Die eerstvolgende Zondag, nadat Tienus Basten naar h-t raadhuis was getrokken en die door vrouw Janssen bij haar hopeloos zoeken naar een vreedzame uitweg bestemd was voor haar pogingen om al dat gedoe met Tienus tot een goed einde te brengen, waren alle gemoederen ver hit tot de spanning, dat er maar een stootje hoefde te komen voor een felle uitbarsting. Na de hoogmis in het dorp en onderweg hadden de Heihoekers al meer borrels gedronken dan anders en waren zy met hete koppen laat thuis gekomen „voor de soep" en alweer vroeg in het café van vrouw Janssen aangeland. Het zat lelijk te broeien 1 Ja, dat deed het. Zo lelijk als maar ooit, dat verzekerde de een aan de ander. Daar kon niemand van weg blijven. Niemand mocht zyn vrienden in de steek laten, als er eens wat losbrak. Wordt vervolgd. IX Het zal voor de belangstellende lezers wel aangenaam zijn. eens wat afwisseling te brengen in de loop van de beschouwingen. Want deze afwis- soling kan meteen het inzicht ver helderen in de manier, waarop destijds het beleid van het gemeentebestuur te werk ging. Men zegt dikwyls, dat alle politiek vuil is Maar dat neemt niet weg, dat politiek er altijd geweest is, en er altijd blijven zal, waar geregeerd werd, wordt en zal worden En de politiek in zichzelf is niet vuil De mensen maken de politiek vuil door hun eigen slechte bedoelingen. Men hoort dikwijls ook zeggen „Ik bemoei mij niet mot de politiek". Dat is een uitvlucht om misschien zijn eigen gemakzucht, zijn eigen bang heid, zijn zucht naar eigenbelang, enz te verbergen. Wie zo praten, moeten echter niet over het hoofd zien ie. dat de politiek het met hen het allergemakkelijkst heeft; 2e. dat de politiek zich wel met hen bemoeit, zonder tegenstand, en 3e. dat zy hun medemensen onder de voeten lopen, tot aller schade. Anderen de kastanjes uit het vuur laten halen valt nooit goed te praten. Het gezegde is al zo,oud als de wereld, dat ieder volk de regering heeft, die het zelf verdient. Het volk kan niet zelf regeren, maar heeft recht op een goede regering, als het die zelf wil. De staat van de Venrayse gemeente begroting, voor de dienst 1839, zoals die door de Raad was aangenomen 13 October 1838, biedt het gerief, dat daardoor meteen een overzicht ge geven wordt van de toestand in 1838 zelf, voor zover als een en ander in de begroting voor dat jaar 1838 was vastgelegd en by de vaetstelling van de begroting voor 1839 öf wel, öt(nog) niet was uitgevoerd. Men zie daarvoor de vorige hoofd stukken Ook in die tyden werd de begroting ingewikkeld ineengezet. Vol plaatjes en praatjes over dieren! HAND IN HAND MET OUWEHAND, het bekende dierenpark te Rhenen, werd dit gezellige boekje gemaakt. Leuk en leerzaam voor de kinderen. Het ligt voor U klaar bij Uw VéGé-kruidenier! Jongens en Meisjes! Kijk Moeder maar eens lief aan en vraag of ze een pak VéGé-Goudmerk-Koffie gaat halen. Dan krijg je óók dat leuke boekje mei al die wilde - dieren-plaatjes Uw kopje VéGé-koffis ean scheutje VéGé-koffiemelk dubbel genot Wacht niet te lang. Er zijn vele liefhebbers. Pak dit buitenkansje: die verrukke lijke koffie, dat leuke atlasje en... nog 41 geldzegeis boven dien Dit is alleen al 201/2 cent korting! Bij inlevering van deze bon ontvangt U bij één pak VéGé-Goudmerk-Koffie van 250 gram niet alleen 41 geldzegeis maar bovendien zolang de voorraad strekt: GRATISlEN DIERENATLASJE Deze aanbieding is slechts korte tijd geldig. Alléén bij de VéGé-kruidenier. Hoeveel raadsleden hebben er toen iets van begrepen? Nog pas geleden hoorden we klagen, dat by de behandeling van de be groting 1933 menigeen er geen touw aan wist vast te knopen. Desalniettemin is die begroting 1953 aangenomen en zal ze de richtlynen aangeven voor het bestuursbeleid van de naaste toekomst. Een raadslid, dat voorgestemd heeft en later daartegen met afkeurende critiek komt, maakt zelf een mal figuur. De voorgaande jaren Alles by elkaar genomen betreffen deze beschouwingen dus de jaren 1835 tot en met 1839. Een tijdperk vanvyf op elkander volgende jareD, waardoor wy een heldere kyk kunnen krijgen op de sociale en economische ver houdingen in het Venrayse land van honderd jaren geleden. En meteen een beter inzicht in de toestanden van tegenwoordig. Want wat is immers in de tyd honderd jaren Zeker kan er in zo'n tyd veel ver anderen. Maar voortgang is lang niet hetzelfde als vooruitgang Velen van ons hebben nog by de petroleumlamp zitten studeren en schrijven. Is het beter, wat wy nu doen en voortbrengen by electnsch licht? En de hoofdzaak van alles,zyn wij er gelukkiger door geworden Laat iedereen daar maar eens zelf over nadenken. liet bestuursbeleid Het jaar 1838 had een batig saldo opgeleverd van 24652 francs 79 cen times. Uit de vorige hoofdstukken weten wy, dat bv. het batig saldo over de dienst 1837 de som van 34095 francs 51 centimes had bedragen (als wij nu maar niet op de fouten letten) En de voorgaande jaren hadden immers even eens telkens een aanzienlijk batig saldo opgeleverd. Maar wat was ermee gedaan Wat waren de gemeentenaren er econo misch en cultureel mee opgeschoten Is er toen iets in het Venrayse land tot stand gebracht, waarnaar wy" heden ten dage kunnen kijken als naar verering en bewondering af dwingende museumstukken Tot onze lering, onderrichting en weg wijzing De batige saldi hebben ons hoe genaamd niets te zeggen aangaande de meer of mindere welstand der ingezetenen van Venray in die tijden En nog veel minder dan niets be treffende hun peil van geestelijke ont wikkeling. Een goed bestuur zou met zulke financiële middelen toch wel wat van betekenis hebben weten te bereiken, Wie zich aan het verleden spiegelt, spiegelt zich zacht 1 Nog een ander geschiedkundig voor beeld. Ook in Peelland. Deurne was rond 1900 een schatrijke gemeente. (Het „Millioenenparadijs") Gemeente belasting bestond er niet. Maar het was tevens de gemeente met een talrijke klasse doodarme, voortdurend armlastige Peelwerkers. De historische geschriften liggen er voor het opslaan om de bewijzen daarvan in overvloed te vinden. Ook Venray en andere Peeldorpen zijn in de Peelexploitatie van voor heen betrokken geweest. De gemeente Deurne als zodanig was rijk en ook sommige personen waren rijk geworden. HN. Ouwerling van Deurne, schreef in het begin van onze eeuw een reeks van artikelen met het opschrift: „De Melkkoe" („De Zuid-Willemsvaart"). Een gemeentemuseum Honderd jaren geleden had Venray nog geen vijfduizend inwoners. Vijftig jaren geleden nog pas omsteeks zes duizend. En thans nadert het reeds snel de twintigduizend 1 Honderd jaren geleden had Venray de meeste inwoners van alle Noord- Limburgse gemeenten ten noorden van Venlo. Thans is Venray een centrum van die streek. Men praat er over standbeelden. Maar het zou voor Venray zelf en mede voor de omstreken (want ook die zijn indegeschiedenis van Venray betrokken) van veel hoger belang zyn, instructief en algemeen cultureel, als in Venray een gemeentelijk museum werd opgericht, waarin alles ver zameld en wetenschappelijk gerang schikt wordt, wat door mensen, af komstig van het Venrayse land, op allerlei gebied tot stand is gebracht. Een vraagbaak voor ontwikkelde Onvoldoende inzicht in de rentabiliteit bij de grondgebruikers De ontwikkeling van de fruitteelt; waarby enerzijds nieuwe methoden ingang hebben gevondeD, doch daar naast veel van het oude bleef bestaan heeft er toe geleid, dat in een aantal bedrijven zich moeilijkheden voor doen. Deze moeilijkheden vindt men vooral in de bedrijven, waar geen gelyke tred is gehouden met de voor uitgang, waar nog gewerkt wordt met oude boomgaarden met een slecht sortiment, de verzorging onvoldoende en bijgevolg de oogsten klein en onregelmatig zyn, daarby nog vaak van inferieure kwaliteit. Het ligt voor de hand, dat by een regelmatig terugkerende afzetmoei lykheden het fruit 'uit deze boom gaarden lage prijzen opbrengt of totaal onverkoopbaar is. Door het grote aanbod van goed fruit, is geen belangstelling meer voor slecht, noch voor vers gebruik, noch voor verwerking of veevoeder. Het voortgaan met de oude beplan ting by de extensieve verzorging heeft in steeds toenemende mate tot een toestand geleid die hoe langer hoe minder voldoening schenkt Men is niet alleen wrevelig over de financieele resultaten geworden, doch ook anderszins niet meer tevre den over het werken met fruit, dat zich boe langer hoe meer van normaal boèrenwerk bezig is te distanciören. Met welke moeilijkheden zitten vooral de boerenfruittelers Wij constateren op de eerste plaats zeer vaak een onvoldoende belang stelling voor verbetering hunner fruitteelt, terwyl daarby toch al komt eon gebrekkige vakkennis. Bij de grote verscheidenheid in de de onderdelen van het gemengde bedrijf, en de teelt der gewassen is het op landbouwkundig gebied alleen reed8 zeer moeilijk aan alle onder delen die verzorging te geven, welke voor een goed rendement noodzake lijk is. De fruitteelt staat er het meest van verwijderd en wordt bijgevolg ook het meest veronachtzaamd. Veelal is het fruitperceel of totale ingezetenen van Venray en omliggen, de dorpen. (Geysteren, Wanssum, Wel), Meerlo, Blitterswyck, Bergen- Broeckhuizen, Horst). Een vraagbaak voor studerenden in den lande, voor studenten aan de Uni versiteiten, enz. Schop eens tegen dit steentje Vindt men dit idee van een ge meentelijk museum wel de belangstel ling waard, maar wenst men daarbij toch standbeelden en andere monu menten op plein of in p'antsoen, ook goed, het een hoeft het ander niet uit te sluiten. De huldiging van ver dienstelijke voorgangers siert en ver rijkt geestelijk elk volk. De geschiedenis van het Venrayse land is veel rijker dan denkelijk wel de meeste inwoners zelf bevroeden. Terug naar de begroting Verscheidene posten van inkomsten waren in de begroting voor 1839 gelijk gebleven aan die van voorgaande jaren. Ook nu bleef de hoofdzaak de op brengst van veen- en turfgrond, het weigeld en de verkoop van turfslyk. (In totaal begroot op 7000 francs) De ingezetenen moesten betalen voor datgene, wat zy van de gemeente wensten te verkrijgen. Maar wat bood de gemeente hun Zy mochten lopen over de slechte wegen, die voor het grote merendeel wel van uit oude tyden af door het gebruik, zonder aanleg door een be stuur, ontstaan zullen zijn. Als zy een put of pomp hadden aangelegd, hadden zy het water gratis. Zo werd de begroting van de ge wone inkomsten voor 1839 vastgesteld op 12879 francs 28 centimes en van de buitengewone inkomsten 34152 francs 79 centimes, of in totaal dan 47032 francs 1 centimes. Wordt vervolgd oppervlakte boomgaard te klein om doelmatig te kunnen worden verzorgd. Het loont niet een sproeimachine aan te schaffen, men moet snoeien en sproeien laten uitvoeren, hetgeen hetgeen alles tesamen veel feilen heeft. De arbeidsvoorzieningen in de oogst levert voorts vaak grote zorg op. Men weet vaak niet hoe men in de landbouw in de benodigde werk kracht voorziet, om nog te zwijgen om aan plukkers van fruitte komen. De fruitoogst wordt derhalve in de laatste jaren vaak op de boom ver kocht tegen uitermate lage pry's Zo zyn de fioantieele resultaten van de fruitteelt in het boerenbedrijf dan ook doorgaans slecht. Toch treft men geen maat regelen ter verbetering. De regelmatig terugkerende moei lykheden hebben het de boer thans wel duidelijk gemaakt, dat er met verlies en hinder voor de overige bedrijfsvoering wordt gewerkt. En de zaak nu eens terdege aan pakken, doet men nog slechts zeer spaarzaam of in 't geheel niet. Het is nog niet geheel te overzien in hoeverre de subsidie op het rooien en de grondverbetering de lust tot 't hanteren van de byl zal versterken. Er zyn echter nog enkele weerstan den, die het rooien blijven tegen werken. We noemen hiervan het nog vaak onvoldoende inzicht in de rentabiliteit van het bedrijf en de afzonderlijke delen. Men heeft niet voldoende ko8tenbesef. Dit is een algemeen voorkomend verschijnsel, hoewel technisch goed geschoold, is de doorsnee jonge boer economisch onvoldoende ontwikkeld. Het juiste inzicht in de kosten ont breekt derhalve vaak volkomen. Op de waarde van eigen arbeid, of afschrijvingen als gevolg van slijtage let men niet. Op deze wijze kan het gebeuren, dat er jarenlang onrendabele teelten worden aangehouden. De gebondenheid aan familie en bezitsverhoudingen maken het geheel nog belangrijk moeilijker. Ook komt het veel voor, dat men m totaal verkeerd beeld heeft van de waarde vau oude en versleten boomgaarden. Zo gaat men al gauw geloven, dat het rooien van een boomgaard een ^aanzienlijk kapitaal verlies betekent. Van slechte boomgaarden kunnen we echter de waarde der bomen heel gerust verwaarlozen. De opstand by betere boomgaarden kan geschat worden op f 3000 tot f 5000. Wanneer deze percelen gerooid worden, en er landbouwteelten wor den bedreven, dan leveren deze nog een behoorlijke winst op, ook als er omreden van het kapitaalverlies door rooien, jaarlijks moet worden afge schreven van de oogst. Voorts wordt de waarde van een grasboomgaard als weide vaak over schat. Een ingesteld onderzoek heeft uit gewezen, dat het gras inderdaad van minder kwaliteit is. De practische boer moet echter ook ondervonden hebben, zeer zeker ten aanzien van het vetgehalte der melk, dat dit daalt wanneer de koeien uit normale weiden in boomgaarden worden ge zet. Een groter hinderpaal vormt het feit, dat de verpachters veelal be zwaren hebben tegen het rooien hunner verpachte boomgaarden. Men vreest een verlaging van de pachtprijs tot die van bouwland en weiland en wil derhalve ook minder waardige boomgaarden in stand hou den. Hier ligt ongetwijfeld een taak der organisatie, om in deze bemiddelend op te treden en voorstellen te doen. Dat men veelal gehecht is aan een bepaalde bedrijfsvorm en het bedryfs beeld niet gaarne verandert, mag geen bezwaar tegen het rooien zijn. Ook al zou onze provincie wat min der bloesempracht opbrengen in 't voorjaar. Wanneer veranderingen verbeteringen blijken, dient men zeker op de dag van vandaag door te zetten. Wat kan er dus bereikt worden Vervanging van een slechte boom gaard leidt gemiddeld steeds tot een verhoging van de rentabiliteit in het gemengde bedrijf niet alleen, doch ook in bet specifieke fruitteeltbedryf. Wanneer een middelmatige boom gaard wordt gerooid, haalt men hier meer voordeel met de cultuur van landbouwgewassen in akker- of weidebouw, echter ook door een moderne aanplant in de plaats te stellen. Ook verbetert men zyn fruit teeltbedryf door de oude hoogstam- boomgaard, ook al behoeft hij nog niet gerooid te worden, in de toekomst te vervangen door een moderne struikaanplanting en dan op nieuwe grond. In de practyk zal men geval voor geval moeten bekijken. Wanneer er gerooid moet worden, dient men te onderzoeken of er voldoende ambitie en vakkennis by de bedrijfsleider of zijn opvolgers is, om het fruitteelt- bedrijf aan te houden. Zowel, dan is er reden om de teelt van fruit, en dan in moderne vorm voort te zetten. Is de vakkennis er niet en heeft men weinig ambitie om zich met fruit en het boerenbedrijf bezig te houden, dan rooie men om niet meer in te planten. Zes koeien door kortsluiting gedood De familie K. te Swolgen werd Maandag opgeschrikt door een heftig geloei van de zestien koeien in de stal by hun huis. Bij nader onderzoek bleken de dieren allen op de grond te liggen, omdat door een kortsluiting de rekken waar aan de koeien waren vastgebonden onder zware electrische stroom ston den. Het bleek nodig de electrische draden buitenshuis door te knippen om de kortsluiting te verhelpen. Van de zestien stuks vee bleven er zes dood liggen. De koeien waren verzekerd. De oorzaak van deze merk waardige kortsluiting is r.iet bekend. Track botste tegen anto Op de rijksweg van Eindhoven naar Geldrop, is Maandag de 30 jarige chauffeur D.B. uit Eindhoven, met zijn personenauto aangeredea door een truck met oplegger. De personenauto werd geheel vernield en de chauffeur, de enige inzittende, op slag gedood. MILLIOENEN SCHADE DOOR RUNDERHORZEL Het optreden van de runderhorzel bezorgt Nederland per jaar een ver lies van 10 millioen 875 000 gulden. De verminderde productie aan m9lk vlees en vet betekent een schade van 10.5 millioen gulden. De beschadiging van de huiden veroorzaakt een daling in waarde van ongeveer 375 000 gulden. Vergeleken by enkele jaren is dit nog een gunstig beeld. Dit blijkt uit de nota van de Minister van Landbouw, ir Mansholt aan de Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp „Voorschriftsn ter bestrijding van de runderhorzel". De intensieve bestryding heeft het aantal gevallen van aantasting door de runderhorzel de laatste jaren sterk verminderd. Omstreeks 1945 was 45 tot 50 pet v.an het aantal runderen aangetast. Dit is thans teruggelopen tot 15 percent. In de provincie Groningen was het aantal runderen, waarbij larven van de horzel werden aangetroffen in de jaren van '48 tot en met '51 achter eenvolgens 38, 26, 13 en 8 percent van de gehele veestapel. De daling is echter niet in alle provincies even sterk geweest.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 4