Een gemeentelijk huishonden
van honderd jaren geleden
Moeilijkheden
fruitteelt in
hij de verouderde
gemengd bedrijf.
fan links
„ZAT VAN DIE"!
ATIS V^G^-dierenatlas
Bij één pak geurige*
VéGé-Goudmerk-Koffie
WAARDEBON
en
lecktó
BEL BIJ BRAND
39 2
door he-man H. J. Maas
Maar wat er dan toch met Tien us
BsHt.en gebeurd mocht zyn
Hy was naar het raadhuis gewepst
De heren van het raadhuis hadden
hem getracteerd op grote borrels in
het deftige café De Gans.
Een erg vreemd geval, dat velen
in de Heihoek een angstig gevoel
veroorzaakte. Door de heren in het
dorp getracteerd worden in de Gans,
dat was iets hoogs en overkwam van
de Heihoek alleen boer Faassen Die
dan ook even vlot tracteerde. Zo
hoog stond boer Vullings nog lang
niet aangeschreven Iedereen in de
hele streek wist ook te verzekeren,
dat boer Faassen in de gemeenteraad
zou komen, dat hy alleen maar zyn
beurt hoefde af te wachten.
Wat een dagen van kermis, van
tractatie8 in het verschiet, zo rondom
de stemming
De heren en burgerB van het dorp
bez chten volgens aloud gebruik dn
gehuchten op de Zondagen als het
daar kermis was.
De biygers, de neringdoenden, om
hun klanten in de gehuchten te eren
en de heren van het raadhuis om
zich ook eens in de buitenyen te
laten zien. Goede kennissen, als de
rijksontvanger en enige anderen, ver
gezelden hen dan voor de aardigheid
Dat waren altyd vreemdelingen met
schoolse opleiding, die graag zelf
staaltjes van „landelijke eenvoud"
waarnamen.
Waarover Nardu8 Boeks gewoonlijk
lachte, dat zy te vroeg vertrokken,
in plaats van do tyd af te wachten,
dat de echte kermis in hetnachtelyk
uur op wegen en velden begon 1
Deze tochten moesten te voet afge
legd worden. En de wegen waren
bar slecht. Altyd, maar vooral in de
winter en in het najaar, met al zyn
regens, die de wegen in modderpoelen
veranderde. Deze en gene had wel
een fiets, maar alleen voor mooi weer
en op goede wegen.
De dorpse bezoekers kwamen dan
gewoonlijk in de gehuchten aan tegen
vier in de namiddag, om dan hun
rondgang langs allecafé'ste beginnen
teneiude vooral toch maar geen
haken en ogen achter te laten.
Daar richtte zich ook vanzelf het
uitgaansuur van de inwoners naar.
De dorpse neringdoenden tracteerden
vlot in elk café en zongen mee uit
volle borst:
„Komt vriendenschaar, komt by
elkaar, de kermis komt maar ééns in
't jaar, de kermis komt maar ééns
in 't jaar en op een kletskop groeit
geen haar I"
Jn Heihoek nam boer Faassen de
heren omstreeks zes uur mee naar
zyn huis voor een gul onthaal.
Bitter of cognac om te beginnen.
Dan karmenaai, gebroaje echenk en
paarsvleis, alles van in het eigen
bedrijf vetgemeste varken en een
goeie fles wyn
De Faassens wisten wel, hoe het
hoorde.
Maar Tienus Basten en de heren
van het raadhuis, hoe kon dat nou
kloppen
In de Heihoek en in de hele streek
wist immers iedereen alles van ieder
een. Vanzelfsprekend behalve dat,
wat iedereen angstvallig voor ieder
een verborgen probeerde te houden
Wat kon men van zo'n driekwart
gek als Tienus Basten verwachten
Dat hy alles van andere mensen
van de heren van het raadhuis ging
verklappen, wat men voor geen geld
aan d$ wereld aan de bekendheid
prijs gegeven zou willen zien.
Maar dan moest Tienus het toch
eerst zelf weten Och, men zei al
eens wat, als hy er bij zat, in de
gedachte, dat zo'n halfgare daar tocb
niets van begreep, net als men wel
eens onder volwassenen praatte, waar
kleine kinderen by liepen te spelen
En wie kon dan ook nog vooruit
weten, wat Tienus daarvan in zyn
kop samen zou gaan brouwen
Wat men er van denken moest,
wist men niet en dat juist kwelde
de gemoederen.
Nol Berens had geen stom woord
uit Tienus los gekregen.
„Ze zu'n 't dizze keer wel wies
werre 1" Dat éne zaagde Tienus maar
koppig door.
Hij was „hogerop" geweest. Die
burgemeester wisten alles en waren
veel slimmer dan allemaal van de
Heihoek samen, met Nol Berens en
boer Vullings erby.
De hele week na die Maandag had
men Nol 's avonds geregeld samen
gezien met zyn vast complot.
De boerin van de Koekamp en die
van de Haasboer hadden zich ook de
hele week duchtig geroerd.
De twee partyen in de Heihoek, de
Faassenspartij en de Vullingsparty
stonden sedert de vorige Zondagavond
feller verbeten tegenover elkaar dan
voorheen
De Faassens bemoeiden zich ner
gens meer mee. Menselijkerwijze ge
sproken hadden zy in oveileg met
„hoger hand" alle maatregelen in
stilte getroffen voor de veiligheid en
de rust van hun woning. Was daar
iets van uitgelekt
Het sterkte hen in ieder geval tot
een bewust optreden van onbezorgd
heid. Dat imponeerde allen.
Er bestond dan een Faassenparty
zonder Faassen.
Niemand had daar ooit een woord
over gekikt, maar als vanzelfsprekend
was door de Heihoekse publieke
opinie vrouw Janssen met haar café
hy de zogenaamde party Faassen in
g«deeld. Zeker party met verreweg
de sterkste aanhang.
Tienus Basten was hogerop gegaan
Wat was dat Het onbekende hulde
wat komen zou in een griezelige
geheimzinnigheid.
Hogerop, wat betekende dat
Wat kon daar allemaal toch aan
vastzitten
De boerinnen van de Vullingsparty
spraken er'schande over, dat het bij
vrouw Janssen in het café een god
deloos gedoei was geweest. Sommige
manslui probeerden wel dat te sussen
niemand had immers iets anders
bedoeld dan grappenmakerij, maar
dat baatte niets.
Een goddeloos gedoei, daar bleven
die boerinnen by.
Eigenlijk was het daar altyd een
goddeloos gedoei geweest, ook toen
Janssen nog leefde. Met de kermis
in het najaar hield hy dansmuziek en
daar werd in het dorp toch hard
tegen gepreekt.
Sommige manslui voerden daar
tegen aan, dat de vrollie dan maar
niet hadden moeten gaan dansen. De
boerinnen vonden, dat die vrollie de
kans waarnamen, daar viel toch wel
niets tegen te zeggen, maar van
Janssen was en bleef het een godde
loos gedoei.
Was het dan geen straf van de
hemel geweest, toen Janssen bij het
opbouwen van het dak van de dans
tent was gevallen en zyn beide benen
had gebroken
Dat moest iemand dan maar eens
heten liegen
Geen wonder, dat Janssen zoveel
geld had verdiend. Duivelsgeld En
geen wonder ook, dat vrouw Janssen
nu met Tienus Basten die duivels
kunsten van de vrye metselers had
uitgehaald. Alles maar weer om dat
duivelsgeld
Ziezo, zei Nardus Boeks, daar
draaide het dan maar weer op uit:
op echte Heihoekse, medemensen
gemeen bekladdende vroomdoenery.
Een straf van de hemel, dat Janssen
zijn benen had gebroken
Hoe was dat telegram uit de
hemel bij die boerinnen terecht ge
komen, die niet eens lezen konden
Inmiddels had al dat gekakel en
gewauwel en gehits en gestook de
hele week het mansvolk geprikkeld
en op stang gejaagd.
Die eerstvolgende Zondag, nadat
Tienus Basten naar h-t raadhuis
was getrokken en die door vrouw
Janssen bij haar hopeloos zoeken naar
een vreedzame uitweg bestemd was
voor haar pogingen om al dat gedoe
met Tienus tot een goed einde te
brengen, waren alle gemoederen ver
hit tot de spanning, dat er maar een
stootje hoefde te komen voor een
felle uitbarsting.
Na de hoogmis in het dorp en
onderweg hadden de Heihoekers al
meer borrels gedronken dan anders
en waren zy met hete koppen laat
thuis gekomen „voor de soep" en
alweer vroeg in het café van vrouw
Janssen aangeland.
Het zat lelijk te broeien 1
Ja, dat deed het. Zo lelijk als maar
ooit, dat verzekerde de een aan de
ander. Daar kon niemand van weg
blijven. Niemand mocht zyn vrienden
in de steek laten, als er eens wat
losbrak.
Wordt vervolgd.
IX
Het zal voor de belangstellende
lezers wel aangenaam zijn. eens wat
afwisseling te brengen in de loop van
de beschouwingen. Want deze afwis-
soling kan meteen het inzicht ver
helderen in de manier, waarop destijds
het beleid van het gemeentebestuur
te werk ging.
Men zegt dikwyls, dat alle politiek
vuil is Maar dat neemt niet weg, dat
politiek er altijd geweest is, en er
altijd blijven zal, waar geregeerd werd,
wordt en zal worden En de politiek
in zichzelf is niet vuil De mensen
maken de politiek vuil door hun eigen
slechte bedoelingen.
Men hoort dikwijls ook zeggen „Ik
bemoei mij niet mot de politiek". Dat
is een uitvlucht om misschien zijn
eigen gemakzucht, zijn eigen bang
heid, zijn zucht naar eigenbelang, enz
te verbergen.
Wie zo praten, moeten echter niet
over het hoofd zien
ie. dat de politiek het met hen
het allergemakkelijkst heeft;
2e. dat de politiek zich wel met
hen bemoeit, zonder tegenstand, en
3e. dat zy hun medemensen onder
de voeten lopen, tot aller schade.
Anderen de kastanjes uit het vuur
laten halen valt nooit goed te praten.
Het gezegde is al zo,oud als de
wereld, dat ieder volk de regering
heeft, die het zelf verdient. Het volk
kan niet zelf regeren, maar heeft
recht op een goede regering, als het
die zelf wil.
De staat van de Venrayse gemeente
begroting, voor de dienst 1839, zoals
die door de Raad was aangenomen
13 October 1838, biedt het gerief, dat
daardoor meteen een overzicht ge
geven wordt van de toestand in 1838
zelf, voor zover als een en ander in
de begroting voor dat jaar 1838 was
vastgelegd en by de vaetstelling van
de begroting voor 1839 öf wel, öt(nog)
niet was uitgevoerd.
Men zie daarvoor de vorige hoofd
stukken Ook in die tyden werd de
begroting ingewikkeld ineengezet.
Vol plaatjes en praatjes over dieren!
HAND IN HAND MET OUWEHAND, het bekende dierenpark
te Rhenen, werd dit gezellige boekje gemaakt. Leuk en
leerzaam voor de kinderen. Het ligt voor U klaar bij
Uw VéGé-kruidenier!
Jongens en Meisjes!
Kijk Moeder maar eens lief
aan en vraag of ze een pak
VéGé-Goudmerk-Koffie gaat
halen. Dan krijg je óók dat
leuke boekje mei al die
wilde - dieren-plaatjes
Uw kopje VéGé-koffis ean scheutje VéGé-koffiemelk dubbel genot
Wacht niet te lang.
Er zijn vele liefhebbers. Pak
dit buitenkansje: die verrukke
lijke koffie, dat leuke atlasje
en... nog 41 geldzegeis boven
dien Dit is alleen al 201/2 cent
korting!
Bij inlevering van deze bon ontvangt U bij één
pak VéGé-Goudmerk-Koffie van 250 gram
niet alleen 41 geldzegeis maar bovendien
zolang de voorraad strekt:
GRATISlEN DIERENATLASJE
Deze aanbieding is slechts korte tijd geldig.
Alléén bij de VéGé-kruidenier.
Hoeveel raadsleden hebben er toen
iets van begrepen?
Nog pas geleden hoorden we klagen,
dat by de behandeling van de be
groting 1933 menigeen er geen touw
aan wist vast te knopen.
Desalniettemin is die begroting 1953
aangenomen en zal ze de richtlynen
aangeven voor het bestuursbeleid van
de naaste toekomst. Een raadslid, dat
voorgestemd heeft en later daartegen
met afkeurende critiek komt, maakt
zelf een mal figuur.
De voorgaande jaren
Alles by elkaar genomen betreffen
deze beschouwingen dus de jaren 1835
tot en met 1839. Een tijdperk vanvyf
op elkander volgende jareD, waardoor
wy een heldere kyk kunnen krijgen
op de sociale en economische ver
houdingen in het Venrayse land van
honderd jaren geleden.
En meteen een beter inzicht in de
toestanden van tegenwoordig. Want
wat is immers in de tyd honderd
jaren
Zeker kan er in zo'n tyd veel ver
anderen. Maar voortgang is lang niet
hetzelfde als vooruitgang
Velen van ons hebben nog by de
petroleumlamp zitten studeren en
schrijven. Is het beter, wat wy nu
doen en voortbrengen by electnsch
licht? En de hoofdzaak van alles,zyn
wij er gelukkiger door geworden
Laat iedereen daar maar eens zelf
over nadenken.
liet bestuursbeleid
Het jaar 1838 had een batig saldo
opgeleverd van 24652 francs 79 cen
times.
Uit de vorige hoofdstukken weten
wy, dat bv. het batig saldo over de
dienst 1837 de som van 34095 francs
51 centimes had bedragen (als wij nu
maar niet op de fouten letten) En de
voorgaande jaren hadden immers even
eens telkens een aanzienlijk batig
saldo opgeleverd.
Maar wat was ermee gedaan Wat
waren de gemeentenaren er econo
misch en cultureel mee opgeschoten
Is er toen iets in het Venrayse
land tot stand gebracht, waarnaar wy"
heden ten dage kunnen kijken als
naar verering en bewondering af
dwingende museumstukken Tot
onze lering, onderrichting en weg
wijzing
De batige saldi hebben ons hoe
genaamd niets te zeggen aangaande
de meer of mindere welstand der
ingezetenen van Venray in die tijden
En nog veel minder dan niets be
treffende hun peil van geestelijke ont
wikkeling.
Een goed bestuur zou met zulke
financiële middelen toch wel wat van
betekenis hebben weten te bereiken,
Wie zich aan het verleden spiegelt,
spiegelt zich zacht 1
Nog een ander geschiedkundig voor
beeld. Ook in Peelland. Deurne was
rond 1900 een schatrijke gemeente.
(Het „Millioenenparadijs") Gemeente
belasting bestond er niet. Maar het
was tevens de gemeente met een
talrijke klasse doodarme, voortdurend
armlastige Peelwerkers. De historische
geschriften liggen er voor het opslaan
om de bewijzen daarvan in overvloed
te vinden.
Ook Venray en andere Peeldorpen
zijn in de Peelexploitatie van voor
heen betrokken geweest.
De gemeente Deurne als zodanig
was rijk en ook sommige personen
waren rijk geworden. HN. Ouwerling
van Deurne, schreef in het begin van
onze eeuw een reeks van artikelen
met het opschrift: „De Melkkoe"
(„De Zuid-Willemsvaart").
Een gemeentemuseum
Honderd jaren geleden had Venray
nog geen vijfduizend inwoners. Vijftig
jaren geleden nog pas omsteeks zes
duizend. En thans nadert het reeds
snel de twintigduizend 1
Honderd jaren geleden had Venray
de meeste inwoners van alle Noord-
Limburgse gemeenten ten noorden
van Venlo.
Thans is Venray een centrum van
die streek.
Men praat er over standbeelden.
Maar het zou voor Venray zelf en
mede voor de omstreken (want ook
die zijn indegeschiedenis van Venray
betrokken) van veel hoger belang zyn,
instructief en algemeen cultureel, als
in Venray een gemeentelijk museum
werd opgericht, waarin alles ver
zameld en wetenschappelijk gerang
schikt wordt, wat door mensen, af
komstig van het Venrayse land, op
allerlei gebied tot stand is gebracht.
Een vraagbaak voor ontwikkelde
Onvoldoende inzicht in de rentabiliteit
bij de grondgebruikers
De ontwikkeling van de fruitteelt;
waarby enerzijds nieuwe methoden
ingang hebben gevondeD, doch daar
naast veel van het oude bleef bestaan
heeft er toe geleid, dat in een aantal
bedrijven zich moeilijkheden voor
doen.
Deze moeilijkheden vindt men
vooral in de bedrijven, waar geen
gelyke tred is gehouden met de voor
uitgang, waar nog gewerkt wordt met
oude boomgaarden met een slecht
sortiment, de verzorging onvoldoende
en bijgevolg de oogsten klein en
onregelmatig zyn, daarby nog vaak
van inferieure kwaliteit.
Het ligt voor de hand, dat by een
regelmatig terugkerende afzetmoei
lykheden het fruit 'uit deze boom
gaarden lage prijzen opbrengt of
totaal onverkoopbaar is.
Door het grote aanbod van goed
fruit, is geen belangstelling meer voor
slecht, noch voor vers gebruik, noch
voor verwerking of veevoeder.
Het voortgaan met de oude beplan
ting by de extensieve verzorging
heeft in steeds toenemende mate tot
een toestand geleid die hoe
langer hoe minder voldoening schenkt
Men is niet alleen wrevelig over
de financieele resultaten geworden,
doch ook anderszins niet meer tevre
den over het werken met fruit, dat
zich boe langer hoe meer van normaal
boèrenwerk bezig is te distanciören.
Met welke moeilijkheden zitten
vooral de boerenfruittelers
Wij constateren op de eerste plaats
zeer vaak een onvoldoende belang
stelling voor verbetering hunner
fruitteelt, terwyl daarby toch al komt
eon gebrekkige vakkennis.
Bij de grote verscheidenheid in de
de onderdelen van het gemengde
bedrijf, en de teelt der gewassen is
het op landbouwkundig gebied alleen
reed8 zeer moeilijk aan alle onder
delen die verzorging te geven, welke
voor een goed rendement noodzake
lijk is.
De fruitteelt staat er het meest
van verwijderd en wordt bijgevolg
ook het meest veronachtzaamd.
Veelal is het fruitperceel of totale
ingezetenen van Venray en omliggen,
de dorpen. (Geysteren, Wanssum,
Wel), Meerlo, Blitterswyck, Bergen-
Broeckhuizen, Horst).
Een vraagbaak voor studerenden in
den lande, voor studenten aan de Uni
versiteiten, enz.
Schop eens tegen dit steentje
Vindt men dit idee van een ge
meentelijk museum wel de belangstel
ling waard, maar wenst men daarbij
toch standbeelden en andere monu
menten op plein of in p'antsoen, ook
goed, het een hoeft het ander niet
uit te sluiten. De huldiging van ver
dienstelijke voorgangers siert en ver
rijkt geestelijk elk volk.
De geschiedenis van het Venrayse
land is veel rijker dan denkelijk wel
de meeste inwoners zelf bevroeden.
Terug naar de begroting
Verscheidene posten van inkomsten
waren in de begroting voor 1839 gelijk
gebleven aan die van voorgaande jaren.
Ook nu bleef de hoofdzaak de op
brengst van veen- en turfgrond, het
weigeld en de verkoop van turfslyk.
(In totaal begroot op 7000 francs)
De ingezetenen moesten betalen
voor datgene, wat zy van de gemeente
wensten te verkrijgen.
Maar wat bood de gemeente hun
Zy mochten lopen over de slechte
wegen, die voor het grote merendeel
wel van uit oude tyden af door het
gebruik, zonder aanleg door een be
stuur, ontstaan zullen zijn.
Als zy een put of pomp hadden
aangelegd, hadden zy het water gratis.
Zo werd de begroting van de ge
wone inkomsten voor 1839 vastgesteld
op 12879 francs 28 centimes en van
de buitengewone inkomsten 34152
francs 79 centimes, of in totaal dan
47032 francs 1 centimes.
Wordt vervolgd
oppervlakte boomgaard te klein om
doelmatig te kunnen worden verzorgd.
Het loont niet een sproeimachine
aan te schaffen, men moet snoeien
en sproeien laten uitvoeren, hetgeen
hetgeen alles tesamen veel feilen
heeft.
De arbeidsvoorzieningen in de oogst
levert voorts vaak grote zorg op.
Men weet vaak niet hoe men in
de landbouw in de benodigde werk
kracht voorziet, om nog te zwijgen
om aan plukkers van fruitte komen.
De fruitoogst wordt derhalve in de
laatste jaren vaak op de boom ver
kocht tegen uitermate lage pry's Zo
zyn de fioantieele resultaten van de
fruitteelt in het boerenbedrijf dan
ook doorgaans slecht.
Toch treft men geen maat
regelen ter verbetering.
De regelmatig terugkerende moei
lykheden hebben het de boer thans
wel duidelijk gemaakt, dat er met
verlies en hinder voor de overige
bedrijfsvoering wordt gewerkt.
En de zaak nu eens terdege aan
pakken, doet men nog slechts zeer
spaarzaam of in 't geheel niet.
Het is nog niet geheel te overzien
in hoeverre de subsidie op het rooien
en de grondverbetering de lust tot 't
hanteren van de byl zal versterken.
Er zyn echter nog enkele weerstan
den, die het rooien blijven tegen
werken.
We noemen hiervan het nog vaak
onvoldoende inzicht in de rentabiliteit
van het bedrijf en de afzonderlijke
delen. Men heeft niet voldoende
ko8tenbesef.
Dit is een algemeen voorkomend
verschijnsel, hoewel technisch goed
geschoold, is de doorsnee jonge boer
economisch onvoldoende ontwikkeld.
Het juiste inzicht in de kosten ont
breekt derhalve vaak volkomen.
Op de waarde van eigen arbeid, of
afschrijvingen als gevolg van slijtage
let men niet.
Op deze wijze kan het gebeuren,
dat er jarenlang onrendabele teelten
worden aangehouden. De gebondenheid
aan familie en bezitsverhoudingen
maken het geheel nog belangrijk
moeilijker.
Ook komt het veel voor, dat men
m totaal verkeerd beeld heeft van
de waarde vau oude en versleten
boomgaarden. Zo gaat men al gauw
geloven, dat het rooien van een
boomgaard een ^aanzienlijk kapitaal
verlies betekent.
Van slechte boomgaarden kunnen
we echter de waarde der bomen heel
gerust verwaarlozen.
De opstand by betere boomgaarden
kan geschat worden op f 3000 tot
f 5000. Wanneer deze percelen gerooid
worden, en er landbouwteelten wor
den bedreven, dan leveren deze nog
een behoorlijke winst op, ook als er
omreden van het kapitaalverlies door
rooien, jaarlijks moet worden afge
schreven van de oogst.
Voorts wordt de waarde van een
grasboomgaard als weide vaak over
schat.
Een ingesteld onderzoek heeft uit
gewezen, dat het gras inderdaad van
minder kwaliteit is. De practische
boer moet echter ook ondervonden
hebben, zeer zeker ten aanzien van
het vetgehalte der melk, dat dit
daalt wanneer de koeien uit normale
weiden in boomgaarden worden ge
zet.
Een groter hinderpaal vormt het
feit, dat de verpachters veelal be
zwaren hebben tegen het rooien
hunner verpachte boomgaarden.
Men vreest een verlaging van de
pachtprijs tot die van bouwland en
weiland en wil derhalve ook minder
waardige boomgaarden in stand hou
den.
Hier ligt ongetwijfeld een taak der
organisatie, om in deze bemiddelend
op te treden en voorstellen te doen.
Dat men veelal gehecht is aan een
bepaalde bedrijfsvorm en het bedryfs
beeld niet gaarne verandert, mag
geen bezwaar tegen het rooien zijn.
Ook al zou onze provincie wat min
der bloesempracht opbrengen in 't
voorjaar. Wanneer veranderingen
verbeteringen blijken, dient men
zeker op de dag van vandaag door
te zetten.
Wat kan er dus
bereikt worden
Vervanging van een slechte boom
gaard leidt gemiddeld steeds tot een
verhoging van de rentabiliteit in het
gemengde bedrijf niet alleen, doch
ook in bet specifieke fruitteeltbedryf.
Wanneer een middelmatige boom
gaard wordt gerooid, haalt men hier
meer voordeel met de cultuur van
landbouwgewassen in akker- of
weidebouw, echter ook door een
moderne aanplant in de plaats te
stellen. Ook verbetert men zyn fruit
teeltbedryf door de oude hoogstam-
boomgaard, ook al behoeft hij nog
niet gerooid te worden, in de toekomst
te vervangen door een moderne
struikaanplanting en dan op nieuwe
grond.
In de practyk zal men geval voor
geval moeten bekijken. Wanneer er
gerooid moet worden, dient men te
onderzoeken of er voldoende ambitie
en vakkennis by de bedrijfsleider of
zijn opvolgers is, om het fruitteelt-
bedrijf aan te houden. Zowel, dan is
er reden om de teelt van fruit, en
dan in moderne vorm voort te zetten.
Is de vakkennis er niet en heeft men
weinig ambitie om zich met fruit en
het boerenbedrijf bezig te houden, dan
rooie men om niet meer in te planten.
Zes koeien door kortsluiting
gedood
De familie K. te Swolgen werd
Maandag opgeschrikt door een heftig
geloei van de zestien koeien in de
stal by hun huis.
Bij nader onderzoek bleken de dieren
allen op de grond te liggen, omdat
door een kortsluiting de rekken waar
aan de koeien waren vastgebonden
onder zware electrische stroom ston
den. Het bleek nodig de electrische
draden buitenshuis door te knippen
om de kortsluiting te verhelpen.
Van de zestien stuks vee bleven er
zes dood liggen. De koeien waren
verzekerd. De oorzaak van deze merk
waardige kortsluiting is r.iet bekend.
Track botste tegen anto
Op de rijksweg van Eindhoven naar
Geldrop, is Maandag de 30 jarige
chauffeur D.B. uit Eindhoven, met zijn
personenauto aangeredea door een
truck met oplegger. De personenauto
werd geheel vernield en de chauffeur,
de enige inzittende, op slag gedood.
MILLIOENEN SCHADE
DOOR RUNDERHORZEL
Het optreden van de runderhorzel
bezorgt Nederland per jaar een ver
lies van 10 millioen 875 000 gulden.
De verminderde productie aan m9lk
vlees en vet betekent een schade van
10.5 millioen gulden.
De beschadiging van de huiden
veroorzaakt een daling in waarde van
ongeveer 375 000 gulden.
Vergeleken by enkele jaren is dit
nog een gunstig beeld.
Dit blijkt uit de nota van de
Minister van Landbouw, ir Mansholt
aan de Tweede Kamer, betreffende
het wetsontwerp „Voorschriftsn ter
bestrijding van de runderhorzel".
De intensieve bestryding heeft het
aantal gevallen van aantasting door
de runderhorzel de laatste jaren sterk
verminderd.
Omstreeks 1945 was 45 tot 50 pet
v.an het aantal runderen aangetast.
Dit is thans teruggelopen tot 15
percent.
In de provincie Groningen was het
aantal runderen, waarbij larven van
de horzel werden aangetroffen in de
jaren van '48 tot en met '51 achter
eenvolgens 38, 26, 13 en 8 percent
van de gehele veestapel. De daling is
echter niet in alle provincies even
sterk geweest.