TWEED! BLAD VAN PEEL EN MAAS Q, Noodtoestand onder Nederlandse Emigranten in Brazilië Katholieke Limburgse Emigratie Stichting opgericht Een gemeentelijk huishouden van honderd jaren geleden ALBERT HEIJN Minister wil helpen bij oplossen van moeilijkheden Lezers schrijven... en... Voordeel op Voordeel! Doperwten Sperciebonen i Spinazie i Wortelen extra fijn I Soepasperges j Tomatensoep met rijst i Tomatenpuree 82 67 87 95 85 72 31-27 Soepgroenten22 Appelmoes69 Appelmoes Per POt 28 Rivièra Sprits 250 gram "59] Capucijners 500 gram 33 Vet Spek gerookt 500 gram 119 Geld. Rookworst per stuk 75 Boterhamworst 100 gram 29 Pindakaas Per PDt 85 Fijne Chocolade 100 gram 49 ]mpeUtzUtqen ZATERDAG 28 FEBRUARI 1953 |No. 9 VIER EN ZEVENTIGSTE JAARGANG Na de beantwoording van de vragen van het Eerste Kamerlid Rip, naar aanleiding van een dagblad artikel, betreffende de noodtoestand onder Nederlandse emigranten in de Nederlandse kolonie Ribeirao in Brazilië heeft de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid thans medegedeeld dat zich in genoemde kolonie moeilijkheden voordoen, welke ver band houden met de ondertekening van de in het Portugees gestelde en overeenkomstig de bepalingen van de Braziliaanse wetgeving opgemaakte contracten. De minister vestigde er de aandacht op, dat de kolonie Ribeirao destijds werd voorbereid en tot stand gebracht op initiatief en onder leiding van de heer ir G. Heymyer, secretaris van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond, en geheel op particuliere leest werd geschoeid. Er is overleg gaande tussen de minister en zyn bij deze aangelegenheid eveneens betrokken ambtgenoten over de vraag, op welke wijze een be vredigende ontwikkeling van de gang van zaken nagestreefd kan worden door de by de moeilijkheden betrokkenen. Het licht niet in de bedoeling van de minister eigener beweging bepaalde maatregelen te treilen, zolang niet is vastgesteld dat de in eerste instantie verantwoordelijke personen en organisaties niet in staat zyn de moeilijkheden te overwinnen. Bij hun pogingen daartoe zal de minister laatst genoemden bystaaD, indien dit nodig is om een aanvaardbare oplossing te vinden. Contracten waren aanvankelijk niet rechtsgeldig Toen in 1950 zich ten aanzien van de kolonie Ribeirao een financiële debacle dreigde voor te doen, werden van pariculiere zijde credieten ver strekt, waarby het Ryk de aflossing en rente betaling en aflossing garan deerde. In verband met deze crediet- verstrekking dienden de contractuele verplichtingen, welke de kolonisten by hun deelneming aan de coöperatie op zich hadden genomen, te worden herzien. Afgezien van het feit, dat de contractuele verplichtingen zwaarder werden, bleek het tevens noodzakelijk de contracten een zodanige vorm te geven, dat zy rechtsgeldig zouden zijn volgens de Braziliaanse wetgeving. Dit laatste was aanvankelijk ver zuimd. Aan alle leden der coöperatie werd in November 1951 een voorlopig in de Nederlandse gesteld contract ter teke ning voorgelegd. Hierin was de ver plichting opgenomen om op een later tjjdstip de Portugese en aan de Brazi liaanse wetgeving aangepaste tekst van dit contract te tekenen. Een aan tal door de geleden verliezen te zeer teleurgestelde kolonisten weigerde het nieuwe contract te tekenen en ver liet de Fazenda Eveneens vertrekken enkele intellec tuelen, voor wie binnen de kolonie geen emplooi, dat met hun opleiding overeenkwam te vinden was. Totaal onverwacht Het is de minister bekend, dat enkele dezer kolonisten over de toenmalige gang van zaken verbitterd zyn. Hier bij dient in het oog te worden gehou den, dat de slechte financiële toestand van de coöperatie door de toenmalige leiding lang verborgen was gehouden, zodat de dreigende debacle zich voor velen totaal onverwacht aandiende. Alle andere, thans nog aanwezige leden van de coöperatie, dus ook zy die nu bezwaren hebben tegen onder tekening van de Portugese versie daarvan, tekenden nieuwe, in het Nederlands gestelde contracten. Het is nog geen vaststaand feit, dat de nieuwe overeenkomsten in Brazilië rechtsgeldigheid missen. Deze kwestie wordt op het ogenblik door de Brazi liaanse rechter onderzocht. Dit neemt echter niet weg, dat het uiteraard gewenst mocht heten, dat bedoelde contracten, in 't Portugees vertaald en volledig aangepast aan de'Braziliaanse wet, door de kolonisten opnieuw zouden worden ondertekend. Met het oog op deze ondertekening werd nog eens van de Rortugese tekst een letterlijke Nederlandse ver taling gemaakt, welke op 30 Septem ber 1952 in de algemene vergadering van de coöperatie werd voorgelezen, 55 van de boeren tekenden het nieuwe contract. Strijdig met de goede trouw Naar aanleiding van het gestelde in het artikel „noodtoestanden onder Nederlandse emigranten", met name dat een deel der boeren de contracten onder zware pressie heeft getekend, merkte de minister op, dat by de beoordeling van de omstandigheden in Ribeirao het feit niet uit het oog mag worden verloren, dat de ere dieten aan de kolonie Ribeirao in goed vertrouwen aan de coöperatie werden verstrekt, er van uitgaande, dat de individuele leden hunne ver plichtingen, die deze credietvorlening met zich meebracht, zouden nakomen Zij hadden de commissaris van de kolonie immers 'n algemene volmacht verleend om deze lening aan te gaan. De weigering achteraf van enkele leden om de in het Portugees opge stelde contracten te tekenen, werd en wordt döor het bestuur van de coöperatie strijdig geacht met de trouw. „Zwarte" Terkopen, Het uitsluiten van de niet tot ondertekening bereid zynde kolonisten van nieuwe credieten heeft geleid tot zwarte verKopen van de statutair en contractueel aan de coöperatie toebehorende goederen. Het is niet juist, dat deze zwarte verkopen uitsluitend plaats vonden om in de eerste levensbehoeften te voorzien. Zwarte verkopen geschied den helaas reeds van 1950 af, zy het op kleinere schaal. Naar het oordeel van de minister kan niet worden gezegd, dat de commissaris van de kolonie Ribeirao in zyn opdracht niet is geslaagd. Door het ryk werden krachtens de wet van 13 Juli 1951, Stb 282, rente en aflossing gegarandeerd voor negen tiende van een lening groot twee en een half millioen gulden, welke lening door particuliere geldschieters aan de coöperatie werd verstrekt. Het bedrag der garantie werd by de wet van 23 Juni 1952 Stb 351 verhoogd tot 2 830.000 gulden. De geldlening waarop de garantie betrekking heeft, is nog niet volledig uitgeput. Bemoeienis van de regering met deze kolonie bestaat slechts in zoverre, dat door de staat de nakoming van de uit de eerder genoemde geldlening voortsprui tende verplichtingen tot negen tienden van de geleende bedragen werd gegarandeerd. In t verband met deze garantie ontving de heer Hogenbsom, naast zyn opdracht aan deKath. Nederl. Boeren en Tuindersbond, de opdracht van de regering de belangen van de staat te bewa ken. Samenwerking van alle Organisaties op Emigratiegebied Op een te Roermond gehouden vergadering kreeg bovengenoemde Stichting definitief haar beslag. Voor zitter werd de heer J. Maanen, de Voorzitter van de K A.B. Zyn ver vanger de heer W. NieBten, Provin ciaal Voedselcommissaris. Namens de Katholieke Middenstanders nam 0 a zitting in het Bestuur de heer Coop mans. Verder wordt het bestuur terzijde gestaan door een Bisschop pelijke Commissaris. Tot Directeur, belast met de technische leiding en uitvoering, werd benoemd de heer W. Derks, tot op heden Secretaris van de Emigratiedienst van de L.L.T.B. De Stichting stelt zich tot doel de behartiging der emigranten-belangen in ruime zin. Voornamelijk zal zorg besteed worden aan het verspreiden der ware emigratiegedachte. Centraal geleid moet dit regionaal en locaal geschieden door degenen die de plaatselijke mentaliteit kennen en deze het best kunnen beïnvloeden. De activiteiten der afzonderlijke organisaties zullen worden gecoördi neerd waar het gaat om de mentali teitsvorming (collectieve voorlichting) en voorbereiding door middel van emigratiecursussen. De thuisfront gedachte zal worden gepropageerd en er zal contact met de geëmigreerden gelegd of gestimuleerd worden. Aldus zullen de voorlichting en voorberei ding katholiek en provinciaal worden opgezet als één geheel, gedragen door de diocesane organisaties, die in het bestuur het beleid bepalen. „Niemand zal de noodzaak van dit alles betwyfelen" aldus de Voorzitter. Immers, tot nu toe hebben we moeten roeien met de riemen die we hadden. Bijgevolg is ieder van ons individueel wel doordrongen van de noodzaak van emigratie, doch als gewest besef fen we zeer zeker nog niet wat emigratie betekent. Dit is te erger omdat het vraag stuk ons allen aangaat en in de komende jaren van steeds groter VI Nog iets over turfslyk. In „Peel en Maas" van 21 April ïooo komt een advertentie voor, luidende, dat notaris Linssen op 1 Mei des namiddags 4 uur ten verzoeke van Willem Geurts en ten herberge van Hendrikus Derks aan den Buus publiek zou verkopen 25 slagen Turfslyk in de Spurkt- weide afkomstig van den Patershof. Dat was dus geen eigendom van de gemeente. Hoeveel was een „slag"? In die tijden sprak men ook van slagen gras aan de Maas in Geysteren, slagen hout, 6Dz. Ea tegenwoordig Bpreekt men eveneens van slagen tophout, slagen bonenstaken, enz. Het komt ons voor, dat met turf slyk geen hoogveen (Peel), maar laag- vöen. bedoeld werd. Dat is een veen- vorming in het water. Planten groeien in het water, sterven af, zakken op den bodem, nieuwe planten groeien, enz. Na vele jaren is de bodem be dekt met een dikke laag plantenmod- der. Dat is dan turfslyk. Als dit gedroogd is, heeft men een bruikbare brandstof. Door de half vergane plan tenresten in die modder. Nu de uitgaven in 1837. De tractementen van burgemeester, schepenen of assessoren (wethouders) waren gelijk aan die van 1836. Ook de kosten van het plaatselijk bestuur, het officieel dagblad, het administratief memoriaal en andere posten waren niet veranderd. Onveranderd gebleven posten zal ik niet nogmaals noteren. Alleen afwykiDgen ten opzichte van het jaar 1836 komen hier dus in bespre king. De ontvanger kreeg uitbetaald remi8en van 4235 francs 60 centimës a 5 pet. en van 8791 francs 28 centi mes a 3 pet. (geheel uitschrijven) tot een totaal van -175 francs 52 centimes Het register van de burgerlijk stand kostte 215 francs. De belastingen op de gemeente goederen bedroegen 048 francs 61, centimes. Met 89 francs 66 centimes voor het onderhoud van het raadhuis kon volstaan worden. De brandspuiten (hoeveel vergden echter 200 francs onkosten. De bruggen 46 francs 50 centimes. De pompen en putten 07 francs 19 centimes. De rayaingen gingen daar ver boven uit, maar de vroede vaderen hadden de zuinigheid betracht. Er waren immers toch geen wegen Een nieuwe post was: onderhoud van andere gemeentegebouwen dan het raadhuis, 262 francs 14 centimes. Nergens blykt uit, welke gemeente gebouwen dat waren. Scholen zeker niet, want de uitgaven voor het openbaar onderwijs waren niet ver anderd. Bovendien, welke scholen waren eigendom van de gemeente? Hier en daar deed de kosterij dienst als school. Het was de vroedere vaderen licht goedNiks gedaan, de mensen lezen te leren. Dan gingen ze kranten lezen en konden iemand narekenen. Het peil van volksontwikkeling stond bar laag. Toch waren er wel gestudeerde mensen. Ook onder de schoolonder wijzers. Brandspuiten Ook nieuw was de post van 7 francs voor de opzigters der brandspuitén. Ongetwijfeld een nuttige instelling betekenis zal gaan worden. Men denke aan de toenemende overbevolking, de werkloosheidsdrei ging en de onmogelijkheid het groeiend aantal monden en handen voedsel en werk te verschaffen. Zowel omwille van het voort bestaan van ons volk als omwille van de emigranten zelf, dient er ten deze een deugdelijke algemene voor lichting te komen alsook zo verant woord mogelijk gelegenheid tot per soonlijk advies en voorbereiding in cursusverband. Alle zorg zal besteed worden om de emigrant een „uitrusting" mee te geven die hem in staat kan stellen religieus, sociaal en economisch zonder schade in te burgeren in het nieuwe land. Tevens zal de StichtiDg over het nodige documentatiemateriaal gaan beschikken om het te kunnen door geven aan degenen die in enige vorm meewerken aan het bovenontwikkelde program. Resumerend kwam de Voorzitter tot de volgende punten: Actie voor een algemene mentaliteits vorming t.a.v. een verantwoorde emigratie en haar eisen; erop wijzen dat beroepskeuze moet zyn afgestemd op de economische situatie in de emigratielanden; de persoonlijke voor lichting zal een detaillering moeten geven van de algemene kennis die de aspirant reeds bezit; het feiten materiaal moet op grond van de ervaring systematisch worden ge ordend; „blinde" plaatsingen moeten waar mogelyk vervangen worden door plaatsing via priesters, by geloofsgenoten en reeds gevestigde Nederlanders; het emigratie-thuisfront moet worden gestimuleerd. Aan het eind der vergadering werd nog de hoop uitgesproken dat nu ook alle katholieke Limburgers de weg naar de K.L.E S., waarvan het Secretariaat op het Landbouwhuis gevestigd is, zullen weten te vinden. Want misschien herinneren oudere lezers zich nog wel het volgende geval van omstreeks 1900. Er brak brand uit. De leden van de vrijwillige brandweer haastten zich naar het brandspuitlokaal. Maar de spuit stond er niet! Niemand wist de vermiste te vinden. Eindelijk, na lang heen en weer zoeken, vond men de verlorene in een wei, waar de brandweer lang geleden geoefend had en daarna biertjes was gaan drinken. De slangen lekten als een mandje wegens de droogte. Niet erg overigens, het brandende perceel was inmiddels toch uitgebrand. Daar heeft toen Venrad us een aardig stukje over geschreven in de Hel mondse „Zuidwillemsvaart". Met opzichters was zulk een onheil misschien voorkomen, Als die ten minste trouw by de spuit waren gebleven in de plaats van ook biertjes te gaan drinken. Weer een nieuwe postaan beloo ning voor die zich bij den brand bijzonderlijk uittekeenen" 44 francs. Voor wat hoorde wat, toen ook. De animo voor hulp en redding was zeker in het verleden niet zo heel groot geweest, by het hete vuur en de vallende gevels. Nogmaals een nieuwe postopzig ters der werklieden by het repareeren der wegen hadden 85 francs vergoe ding voor hun waakzaamheid genoten, Ja, met de dagdieverij zal het ook wel erg geweest zyn. Maar er is nergens te vinden, dat de werklieden ook loon voor hun arbeid ontvingen. Dat moest maar by hand- en spandienst. Veldwachters Nu iets eigenaardigs. Het tracte- ment van den veldwachter werd in 1837 gebracht op 600 francs. Ongeveer gelyk aan dat van burgemeester en secretaris, en beduidend hoger dan de inkomsten van den ontvanger. Met bijverdiensten als bodelonen, enz kwam de veldwachter boven de jaartractementen van burgemeester en secretaris. En als nu de criminaliteit maar weinig te betekenen had gehad Rond 1900 stond het cijfer van de criminaliteit in de streek onrustbarend hoog. Dat raakte nou precies die werkzaamheden, waarmee de veld wachters zich vyftig jaren geleden vol y'ver niet bemoeiden. Zo zal het wel altijd geweest zyn in het ver leden. Een aardigheidje, toen ook gebeurd Misschien herinneren oudere lezers zich ook dat. Er was in een gehucht najaarskermis, en de spierzen waren ry'p. Op commando van een troepje kermishouders moest de dienstdoende veldwachter in de hof van den rector 's nachts de spierzen gaan afdoen. Deed hij het, dan kreeg hy te drinken Deed hy het niet, dan zouden ze hém vastbinden aan een staketsel. En hy deed hetDe rector heeft er over gepreekt. En het publiek in de kerk grinnikte. Zo was de mentaliteit. In 1837 had de veldwachter in Venray meer dan driemaal zoveel inkomen als een schoolonderwijzer en koster voor beide functies samen. Vanwege de volksontwikkeling. Iaderdaad waren de veldwachters omstreeks het jaar 1900 hoogst achtenswaardige lieden. Om zo te zeggen familieportretten. Niet allen tegenwoordig zullen dat begrijpen. Maar de ingewijden wel. Die toestand moet een oorzaak gehad hebben. Veldwachters konden ge schikte werktuigen zyn in handen van geraffiaeerde machthebbers. In de gemeente A werd een osse- boertje burgemeester. Niet veel jaren later waren de burgemeester, de secretaris en de veldwachter „binnen". Wordt vervolgd. Rampendepots Veertien dagen geleden werd de vraag gesteld, waarom het rampen depot van het Nederlandse Rode Kruis, wat hier in Venray is opgeslagen, niet ter beschikking is gesteld van het getroffen gebied en de vluch telingen uit deze gebieden. Deze mensen moesten nu, zo werd beweerd, op stro liggen, terwijl hier bedden en beddegoed ruimschoots in dit depot voorhanden is. Van de zy'de van het Nederlandse Rode Kruis deelt men ons nu mede, dat Venray inderdaad een rampen depot heeft, dat volledig is uitgerust. Hierin bevinden zich naast een twintigtal bedden verschillende kisten met toebehoren, als lakens slopen en dekens, alsmede verschillende kisten medicamenten, ja zelfs een klein chirurgisch bestek, zodat eventueel met de daarin voorhanden zynde ar tikelen, een klein ziekenhuis zou kun nen worden ingericht. In onze provincie en ia het gehele land zyn meerdere van zulke depots opgeslagen, die in tyden van nood goede diensten kunnen bewijzen. Op de vraag, waarom dit rampen depot niet is ingezet, is de oplossing heel eenvoudig. In het rampengebied zyn meer dan 20 depots reeds ingezet en hebben daar goede diensten be wezen. Deze waren afkomstig uit Zeeland zelf, maar ook uit Zuid- Holland en Brabant. week in week uiil Deze aanbiedingen gelden tol en mei Woensdag 4 Maari a.s.: PER BLIK i met extra fijne worteltjes i Doperwten vanaf 72 Tuinbouw Doperwten 79 j Snijbonen 7 5 z~." v» vanaf B0FFIE KOFFIE 'dat's bétere, ja beste koffie I 1 MAAKT U HET LEVEN GOEDKOPER! De eerste opzet van een rampen - depot is, dat dit dient voor de streek, waarin de goederen zyn opgeslagen. Zo zyn dus de diensten rond en in het rampengebied volledig ingescha keld. Aangezien het Rode Kruis een volledig overzicht had van.de nood en de behoeften kon dit dus het beste beoordelen of ook nog andere depots moesten worden ingeschakeld. Eu, hoewel het goed mogelyk is, dat mensen op stro hebben moeten slapen, dan is dit zeker niet te wyten aan het feit, dat dit rampendepot in Venray gebleven is. Vlak by het rampengebied zelf lagen immers de reeds Zondag en Maandag van alle kanten van het land aange voerde hulppakketten en deze zyn dan ook van boven af zo efficiënt mogelyk ingezet. Moesten er mensen op stro slapen, dan lag dit aan de slechte melding of aan de slechte aanvoersmogelyk heden. Een aanvoer van alle rampen depots uit Nederland naar het ge troffen gebied zou een verschrikkelijke chaos veroorzaakt hebben, waarmede niemand zou zyn gediend. Bovendien komt een ongeluk zelden alleen en in dat geval zou de rest van Nederland niet op hulp hebben kunnen rekenen. Dit is de oorzaak, dat het rampen depot Venray niet is ingezet in Zee land. Daar hoort het niet thuis, zolang, daar nog de mogelijkheden voor handen waren om te helpen met het daar beschikbare of beschikbaar ge stelde materiaal. We vertrouwen, dat do vragen steller met dit antwoord zyn moeilijk heden ziet opgelost. Begroting De begroting is weer eens uit en als we alles op een hoopje gooien, dan blyft er niet veel meer over. Dan blykt dat we ieder jaar weer meer teruguit boeren en dat er bitter weinig vooruitzichten zyn om al die tekorten weer eens in te lopen. De mensheid is er dan zo aan toe, dat van her en der met de nodige ver wijten geslingerd wordt. Dan verwyt de ene straat de andere dat ze er beter by ligt, dat daar wel geld voor besteed kon worden, en aan de andere niet, dan verwijten de kerkdorpen de kom, dat daar wel prachtige wegen liggen en de kom de kerkdorpen, dat men daar wel aan de gang kan blyven. En daarmede is de herrie daar, maar de tekorten blyven er. Dus moet er bezuinigd worden en dus worden er minder werken uitge voerd en dus blyven er wegen liggen en dus... ga zo maar door, maar een oplossing schijnt er niet te zyn. Dan blykt het schone Venray met zyn kilometers wegen, met zyne schone ontginningen en zyn prachtige bossen, met zyn meer dan is.ooo inwoners, feitelijk arm te zyn en een tekort te moeten dragen van by na twee ton, meer dan één tientje per man. En toch slaapt er niemand een spiertje minder om en toch draaic de zaak door. En over honderd jaren schrijft er iemand in het plaatselijke blad, dat het nu maar Ia-la was en dat is, met ons tientje schuld, de enige troost die we hebben. Schade •De kranten hebben de laatste maand vol gestaan over Zeeland en Noord Brabant, over dat getroffen gebied aan onze Noordzee, dat zo verschrik kelijk geteisterd is en zoveel schade heeft moeten lyden. Er is spontaan geholpen en er wordt spontaan geholpen en de bijeenge brachte zestig millioen gulden spreken een niet mis te verstane taal van naastenliefde en offerbereidheid. Dat is gelukkig, omdat deze ge troffen mensen nu merken dat men achter hen staat, men hen niet in de steek laat en dat men mee wil helpen om de grote schade weer zo spoedig mogelijk te herstellen. Ook dit gebied heeft er zyn steentje toe bijgedragen. Zy weten immers wat het is, in een getroffen gebied te wonen. En by alles wat hier gegeven en geschonken is, is daarbij dan nog de hartelijke wens uitge- sproken, dat het die nieuwe getroffen streken gegeven moge zijn snel en spoedig te kunnen herrijzen. Geen acht, negen jaren te hoeven wachten op de definitieve regeling van de schade, geen negen jaar te hoeven wachten, voordat opgebouwd kan worden, voordat de laatste resten huisraadschade worden uitbetaald.

Peel en Maas | 1953 | | pagina 5