Mhmalijders vinden genezing
„ZAT VAN DIE"!
Het vak van.
emigreren!
F. W. HENDRIKS
BEL BIJ BRAND
392
Bekendmaking
door Herman H. J. Maas
Iedereen heeft nu wel begrepen, dat
Tienus Basten en Nol Berens, tot
twee heel verschillende soorten van
mensen behoorden.
Tienus, och, zogezegd wel ene goeie
klos, maar ene domme goedzak, zo
niks geen verstand of pienterheid. Ene
mens zondor geost.
Maar Nol, ene doortrapte strekel,
nog niet te vertrouwen, als j9 met
zes man rondom hem heen stond om
hom in do gaten te houden. Zjj waren
allebei hoegenaamd niet ontwikkeld,
geen van de twee kon lezen en schry
ven, geen van de twee iets meer dan
een eenvoudig woordje met grote
moeite spellen.
Maar Tienus was dom, en dat was
Nol niet. Tienus had geen aanleg om
te leren en Nol had de kans niet ge
kregen, dat was het ene groto verschil.
En het andere grote verschil was,
dat Tienus van aard eno goeie lobbes
was, en Nol eno geboren grauwe, eno
doorgewinterde judas.
In sommige dorpen noemden ze zo
iemand als Nol ene grauwe schale-
veger. En daarmee bedoelden ze dan
niet iemand, die wel eens oen lelijke
streek uithaaldo door omstandigheden,
maar iemand, die een in de grond,
dus van nature, bedorven karakter
had.
Een grappenmaker placht van een
ander te zeggen, om te lachen en
alleen uit gekheid zonder valse be
doeling: Hij (zij) ia in de grond wel
goed, maar jammer genoeg wil hü (zij)
er niet in!" Dan betekende „in de
grond" wat anders danvan aard,
van nature. Was het nu te betreuren,
dat Nol in zijn kinderjaren niet de
kans gekregen had om te leren
Een grote vraag in een paar woorden,
heel gauw gesteld. Maar lang niet zo
gauw en zo gemakkelijk te beant
woorden.
Victor Hugo was een beroemde
Franse schrijver (1802—1885). Diep
overtuigd van de waarheid van zijn
gedachte schreef hij eens„Voor elke
nieuwe school die gebouwd wordt,
verdwijnt een gevangenis
Ocharm, hij had de werkelijkheid
eens moeten aanschouwen 1
De voortdurende toename van mis
drijf ®n misdaad en aldoor meer over
volle gevangenissen
Een wetsovertreding zegt nog niets
aangaande karakter, aard of morali
teit van een mens. Waar zoveel wetten
zijn als b.v. in ons land, loopt ieder
e§n voortdurend gevaar, een wet te
ovei treden.
Je loopt in gedachten aan de ver
keerde kant van de straat, je fietst
onwetend zonder achterlicht, je wan
delt zondor erg over verboden grond,
enz. Het moet'maar net ongelukkig
treffen, dan krijg je een békèuring.
Maar met of zonder bekeuring, je
overtieedt do wet, natuurlijk zonder
je aan misdrijf of misdaad schuldig
le maken. Daarmee is nog volstrekt
niet gezegd, dat zulke wetten niet
moesten bestaan.
Victor Hugo bedoelde misdrijven
misdaden, criminaliteit.
En nu is het toch wel duidelijk, dat
iemand met misdadige aanleg en in
het bezit van een ontwikkeld verstand
voor medemens en maatschappij, over
het algemeen veel gevaarlijker is dan
iemand zonder ontwikkeling. (Krank
zinnigheid, waanzin, enz. buiten be
schouwing gelaten).
Vele geleerden, die studie gemaakt
hebben van de geest, de ziel van de
mens (psychologen), zijn van mening,
dat ieder mens een aangeboren karak
ter heeft, en dat dit in wezen (in de
grond, maar nu anders dan de grappen
maker bedoelde) niet verandert.
Hot kan door opvoedende leiding;
ontwikkeling, enz. wel 'gesublimeerd,
dat is gezuiverd, veredeld worden.
Bijvoorbeeld iemand mot verkwis
tende aanleg wordt nooit in zijn leven
schriel, vrekkig, gierig, org zuinig,
maar misschien wel verstandig gul,
viygevig, royaal, gaarne helpend, zon
der ooit krenterig ot cantenpotterig
te zijn. Aangenomen, dat die geleer
den het bij het rechte eind hebben,
dan komt do moeilijke vraagwelke
zekerheid geven opvoeding en ontwik
keling aangaande sublimatie of ver
edeling van een slecht aangeboren
karakter
Aan overerving van geestelijke
hoedanigheden valt in het minst niet
te twijfelen. Maar een kind heeft een
vader en een moeder, vier groot
ouders, acht overgrootouders, enz
Het wordt dus dadelijk een uiterst
ingowikkelde kwestie, de loop van
de overerving na te speuren.
Wie heeft die voorouders grondig
gekend Wat hebben zy aan geeste
lijk werk nagelaten? Hoe zijn geeste
lijke hoedanigheden van de mannelijke
en de vrouwelijke takken in het
geslacht vermengd, welke hebben
overheorst, welke zijn veredeld of
welko verlaagd Talrijke mogelijkhe
den En tenslotte zijn alle mensen
kinderen van Adam en Eva. Tenminste
wij katholieken nomen dat aan.
Lichamelyko en geestelijke degene- i
ratie (ontaarding, verbastering, afta- i
keling) zyn ook factoren van belang, j
Gevallen, dat oen geleerde of een
knn8tenaar, een grootfabrikant, enz.
aehterlyko kindoren had of heeft,
zyn bekend genoeg.
In ieder geval moeten wy ons wel
hoeden voor overschatting van de
invloed van de schoo'.opvoediog,
onverschillig of die scholen neutraal,
katholiek, christelijk, enz. zyn. Wie
dat niet geweten mocht hebben, heeft
hot door de twee wereldoorlogen wel
geloerd En vooral na de laatste, toen
stad en land vol waren van Engelse
on Canadezen.
Een volksschool is een verzameling
van allerlei onderling heel verschillen
de kinderen, uit verschillende huis
lijke omgevingen, met ver uiteen
lopende karakters, het ene kind zacht
en gevoelig, het andere ruw en grof,
enz. enz. en dikwijls nog bij elkaar
gopropt in veel te grote klassen
Begin daar maar eens aan op te
voeden! De hoofdzaak van de opvoe
ding gebeurt in het gezin. En dan
hoef je de aard van de gezinnen maar
te kennen om je hart vast te houden!
Dan zeg je van de grote massa: het
is een mirakel, dat er nog iets van
te recht komt. Tenslotte blijkt de
levenservaring (wie zijn hoofd stoot,
tegen d9 lamp loopt, zich de vingers
brandt, enz.) voor velon nog de boste
opvoedster geweest te zyn.
Tienus Basten en Nol Berens had
den geen schoolopvoediug gehad. En
evenmin gezinsopvoeding. Of we zou
den moeten denken, dat geen opvoe
ding eigenlijk ook opvoeding is.
Hondenweer is immers ook weer.
Iemand zonder karakter heefc ook
karakter.
De halfgaarheid van de onnozelen
werd vroeger heel aardig duidelijk
gemaakt in een vertelling over sche
pers in de Peel. Hot was een koude
natte herfstavond, de schepers liepen
te rillen rondom de schaapskooien
Zy besloten oen vuur te maken van
een turfhoop. Wie leep genoeg was
om te weten, dat wie het dichtst bij
het vuur zit zich het best warmt, is
nooit scheper in de Peel geworden.
Maar hoe korter by het vuur, hoe
moer warmte, dat snapten zy toch
wel. Dus kropen zy in kleine kring
rondom do brandende hoop, dicht
tegen elkaar aan, de voeten naar het
vuur gekeerd, en daarvoor de benen
over elkander en onder elkander door
gestoken Net een kluwen. Wat zy
zich lekker warmden Zy dutten er
van in slaap, en snurkten en droom
don. Mischien van de schone herderin
in het liedje, dat toen op de spinningen
gezongen word, wel twintig coupletten
lang eer zy elkander kregen. Maar 0
weeToen zy door en door warm
waren en opstaan wilden, kon niemand
zyn voeten terugvinden. Hoe zij ook
zochten, het baatte niets. Er schoot
niots anders over, dan maar af te
wachten, dat de Bakelse Peeiwerkers
de Peel moeston intrekken om hun
kuilen op te zoeken. Gelukkig gingen
die al in de na nacht van huis, want
hun weg was lang.
En zy brachten de redding. Na
diepzinnnig het geval aan alle kan
ten bekeken te hebben, pakte een van
hen zijn turfspade en zwaaide die
met kracht over de benen van de
schepers. En met één sprong stonden
die schepers overeind, ieder had zyn
eigen voeten terug Of zy bly waren
Ja, dat had die Bakelaar -'m fyn
geleverd. Om dankbaar voor te zijn.
Anders is maar al te dikwijls ondank
des werelds loon.
Dat mocht toen ook wel gezegd
worden ten opzichte van de Bakelaren.
Want al wat dom of onnozel was,
werd geregeld de Bakelaren in de
schoenen geschoven.
O, hoeveel verhaaltjes daarover be
stonden
Deze koer vertel ik ze toch niet, ik
wil nu alleen maar herinneren aan
de Bakelse Metten. In het Yenrayse
land toch nog wel bekend
Vroeger werden ze veel gezongen
Over de gevonden kei. In Bakel
dacht men, dat het een ei was. Maar
van welke vogel?
Zie, omdat te weten te komen,
moest het ei uitgebroed worden. En
natuurlijk moest dat een vrouw doen.
Ja, dat sprak wel vanzelf, zonder ver
schil van mening, maar...re... kijk, nu
de vrouw met de beste broedmachine
te vinden, daarvoor moesten deBakelse
vrouwen dan de revue passeren
Dat wordt in die Metten bezongen,
met 't refrein: „Vivat Baokelorum !r'
In Eindhoven hoor ik ze nog meer
malen voordragen, maar de tekst is
wel een beetje verknoeid. Wat plat en
rauw luidden de woorden, echter ner
gens naar de gemeen-vieze kant.
Eens had Tienus Basten nog wat
aardappelen in de kuil zitten, toen de
boeren en de kouters rondom al alles
van de hand hadden gedaan.
Een burger, in de dorpskom, die toe
vallig tekort kwam, kocht ze van hem
voor een goede pry's, zoveel had dat
jaar niemand in Heihoek gemaakt.
Sinds had Tienus zyn aardappelen
nooit meer verkocht, als de anderen
allemaal hun overtollige voorraad
alieverden. Vasthouden tot er gebrek
aan kwam 1
„Tk bin slim!" zei Tienus van zich
zelf. Met het gevolg, dat hy met zyn
aardappelen bleef zitten en ze aan de
varkens moest voeren, of dat ze be
vroren en verrotten. Als er maar weer
zo'n goed jaar kwam als toen
Daar bleef Tienus op zitten wachten
om „zat van die" te krygen.
Er werd veel over hem gelachen,
Hy werd er ook veel tussen genomen,
on meestal lachte hy dan zelf het
hardst mee, omdat hy er niets van
begreep. Maar daarover praatte heel
do Heikoek eendor, dat Tienus Basten,
die onnozele goddewat, die nooit wist
waar het scheidde, die van de wereld
geen benul had, die van waarde, kans
of tyd geen besef had, lang niet was
opgewassen tegen zo'n loep van een
kerel als die Nol Berens!
Die Nol zei nooit van zichzelf, dat
hy slim was. Hy' hield zich altijd van
don domme. Hy deed altyd maar, of
zyn neus bloedde
Het grootste boerengedoei van de
noihoek aan de Peelkant was dat van
boer Faassen. Die had geen zoon, daar
om moest hy wel twee vaste knechts
houden en in oogst-of ploeg tyden nog
een of twee dagloners.
De grote knecht, dat was Nol Berens.
Die loep kon werken voor drie, en
het hele boerenbedrijf, veld, wei en
stal, kende hy met één oog, volgens
de begrippen van die tyden: zodeden
grootvader en vader zaliger, God geve
hun de hemel, dus zo zal het wel goed
zyn en doe ik het ook!
Die loepIn alle vechtpartijen
'8 avonds op Zon- en feestdagen en
by alle nachtelijke baldadigheden aan
de huizen, als ruiten inslaan en andere
vernielingen (in die tyden op het Lim
burgse platteland bar erg) speelde hy
een rol, maar altyd achter de scher
men, door stoken, aanhitsen, enz.
Acbterat wist hy nooit ergens wat
van. Ze moesten dan maar eens met
bewijzen komen.
Hy ging er groot op, dat de veld
wachters en de marechaussee door
lopend achter hem heen zaten en dat
hy al dikwijls in Roermond voor de
rechtbank was geweest. Ze konden
hem niks maken
Hij zei altyd: „jao—nee, nee—jao".
Wist niks!
En bovendien verstond hy de kunst,
de vrollie razend gek te maken. En
dat, terwijl hij toch eigenlijk van
gezicht en postuur een aarts-lelijke
vent was. Vreemde dingen in de
wereld van het vrouwvolk.
Dat zou men nou gemeenlyk zien,
Nol, die geen spier deugde, maar een
goeie werker, en een ander, als Tienus
Basten, een goeie kerel wel, maar
nog geen schop onder zyn achterste
waard
Hendrien, de enige dochter van
boer Faassen, moest hard meewerken
met de boerin en de meid. Hendrien
was een gelp megje, knap en flink.
Op haar zeventien jaren dacht zij nog
niet precies aan vryen en trouwen.
Maar door haar gezond en sterk
lichaam en haar vrouwelijke vrolijke
natuur stoeide zy wel graag met het
mansvolk van de boerderij. Dat was
immers eigen volk?
Daar had de lepe Nol zijn duivels
plan op uitgeprakkezeerd. Als hy het
maar zo ver kon brengen, dat boer
en boerin Faassen hun toestemming
wel moesten geven, dan zou by door
met Hendrien te trouwen later het
hele gedoei erven
Hy wachtte zyn goede kans af in
stilzwijgendheid. Maar toen het eens
zo trof, dat hy met Hendrien alleen
in de schuur werkte, greep hij de
gelegenheid dadelijk aan. Het kwam
al gauw tot een wild gestoei.
Hendrien, te kinderlijk van gemoed
nog, met nog ongerept gezonde
moraliteit, had geen erg in de bedoe
lingen van Nol. Zy stootte harde
lachkreten uit. „Da's vals, laot meej
losAan stille afzondering dacht zy
geen moment.
Plotseling trad boer Faassen, op
merkzaam geworden door Hendriens
roepen, de schuur binnen. Hy meende
wel dadelijk te begrypen, wat er in
Nol omging, en joeg hem op staande
voet van de boerderij af. Nol kon de
volgende Zondag zyn kist en zyn
kleren komen halen. Zo raakten aan
de Peelkant de poppen weer eens
aan het dansen.
Wordt vervolgd.
Handboogsport
Deze week staat de handboogsport
in het teken van het Orgelfonds. Door
de verenigingen Diana en St. Oda
worden op 10 12 en 14 November
wedstrijden uitgeschreven, welke ge
houden worden in Zaal Schellen.
De opbrengst van deze wedstrijden
waaraan prachtige prijzen zyn ver
bonden, zyn ten bate van het Orgel
fonds.
Alle schutters van District XI
worden aan deze wedstrijden uitge
nodigd.
Nog steeds moet onze kerk het
gemis van een Orgel terdegen onder
vinden. In de Kerkdorpen van onze
gemeente klinken nog overal de
heerlyke tonen van het orgel. Ea onze
Deken, welke ook Uw Deken is, zou
gaarne zo spoedig mogelijk over een
orgel beschikken, maar hy staat voor
zo veel moeilijkheden. En daarom
heeft het voor dit doel opgerichte
Orgelfonds alle verenigingen aange
zocht om ieder op zijn manier mede
te werken om de bouw van het orgel
te bespoedigen.
Daarom hebben de verenigingen
Diana en St. Oda besloten hun steun
in deze te geven en daar voor deze
wedstrijden uitgeschreven.
Wy hopen dan ook dat alle schut
ters van onze kerkdorpen achter ons
zullen staan en mede zullen werken
dat deze wedstrijden zullen slagen.
Schutters gryp u pijl en boog od
doe mee aan deze wedstrijden, wy en
zeer zeker de Hoogeerw. Deken zal
hiervoor u allen dankbaar zyn, en als
eenmaal het orgel zyn eerste tonen
zal laten galmen door onze kerk, dan
zullen deze ook voor u allen opstijgen
tot voor Hem, waarop wij allen onze
hoop gevestigd hebben en zal Hy zeer
zeker de zegen over uwe verenigingen
doen neerdalen. Wy hopen op u allen.
HetBe8tuur van Diana en St. Oda.
Emigranten
Op Dinsdag 11 November a s. zal
er van 2—5 uur in Hotel de Zwaan
een zitdag worden gehouden door de
Secretaris van de Vestigingscommissie
van de LL.T.B. voor aspirant emi
granten.
Deze is ook toegangkelijk voor per
sonen uit andere beroepen dan de
de landbouw. Naar vermogen zullen
alle gewenste inlichtingen inzake
emigratie verstrekt worden. Betref-
fenden worden in hun eigen belang
verzocht steeds zoveel mogelijk hun
bescheiden als (eventueel) trouwboekje
paspoort, oproep, enz. mee te brengen.
Landbouwers, nu wordt het tijd
voor het
schilderen van landbouw
machines en wagens
Wy zyn ruim gesorteerd in de daar
voor bestemde verf, prachtkleuren
Komt zien, het verplicht U tot niets.
Op een bus goede verf staat
Langstraat 46 Telef. 713
Vaak komt het toeval de weten
schap te hulp en soms wordt er uit
grote nood iets goeds geboren. Toen
het Roergebied onder een bommen
regen lag, zoals de geschiedenis nim
mer had gekend, toen in deze streek
van Duitsland de bevolking in schuil
kelders leefde, die niet bestand waren
tegen het oorlogsgeweld gingen velen
tussen Wuppertal en Hagen hun
tenten opslaan in Klutert, waar
immers een ondergronds rotBenlaby-
rinth afdoende beschutting bood.
Wie in deze periode het eerst ont
dekt heeft, dat de lucht in deze
gangen en grotten een heilzame
uitwerking had, is niet bekend. Een
feit is echter, dat vele asthmapatiën-
ten na enige uren verlichting voelden.
Feit is ook, dat in deze moeilijke
en angstige dagen vele astbmapatiën-
ten na dagenlang in de grotten
geschuild te hebben van hun vreselijke
ziekte waren genezen. Was hot toeval
Geen toeval
Men dacht het. Later kwam men
er op terug. Door toeval konden niet
vrijwel alle asthma en bronchitis
lijders verlichting voelen na enige
uren in de onderaardse gangen te
hebben vertoefd.
Er werd oen andere mogelijkheid
geopperd de chock, veroorzaakt door
de bombardementen en de angsten
in de rotsen uitgestaan, zouden een
indirecte invloed hebben.
Na de oorlog bleek ook deze theorie
onhoudbaar. Tot in verre omtrek was
het geheim van het labyrinth bekend
geworden en-ook na de oorlog bleken
tal van patiënten te genezen. Klutert
kreeg het er druk mee. Van heinde
en verre kwamen de zieken.
Ze namen een pension en brachten
zoveel mogelijk uren door in de on
deraardse gangen. Opnieuw noteerde
men opmerkelijke resultaten. Ongeveer
tachtig percent der lijders genas,
andere zieken beweerden daarentegen,
dat hun toestand verergerd was. Een
buitenlands (Frans) professor in de
geneeskunde, zelf asthmalyder, ver
toefde negen dagen in de gangen van
Klutert en moest by zich zelf een
belangrijke vooruitgang constateren.
Diepgaand onderzoek
De stroom bleef en blijft aanhouden.
Klutert heeft naam gemaakt. Zelfs
uit het buitenland komen ly'ders aan
asthma, bronchitis en andere adem
halingsaandoeningen hier verlichting
ot verbetering zoeken.
Dat lucht en klimaat in de grotten
een heilzame uitwerking hebben staat
onomstotelijk vast en kort geleden
hebben diverse medische organisaties
een begin gemaakt mot het weten
schappelijke onderzoek van het waar-
en hoe.
Het officiële „Gesundheitamt" van
Schwelm heeft dezer dagen de eerste
resultaten in een medisch tijdschrift
gepubliceerd. Volgens de wetenschap
pelijke waarnemers en onderzoekers
is het koolzuurgehalte in de onder
aardse gangen ongeveer acht tot tien
maal zo groot als in de buitenlucht.
Het natuurlijke ademvolume wordt
hierby belangrijk verhoogd. O.m. heeft
dit een uitstekende uitwerking op de
door zenuwinvloeden veroorzaakte
ademhalingsstoringen.
Het hoge vochtigheidsgehalte van
de lucht, ongeveer 93 pet, het geringe
zout gehalte en de gelijkmatige lage
temperaturen veroorzaken voorts, dat
het bloed de koolzuur gemakkelijk en
vlugger opneemt.
Nog meer belang moet waarschijn
lijk gehecht worden aan de radio
actieve werking van de steenmassa
Het onderzoek staat nog in een
begin stadium. Maar het staat al vast,
dat tachtig van de honderd patiënten
baat hebben ondervonden van een
Klutertkuur, zodat het alleszins
begrypelyk is, dat de grotten veel
belangstelling trekken en er plannen
worden ontworpen om t.z.t. hier een
ondergronds sanatorium te bouwen
voor asthma- en bronchitislyders.
Voorlopig is de kuur gratis. Men
doet echter goed om voorzichtig te
zyn en 'de arts te raadplegen, omdat
gebleken is, dat ademhalingsstoringen
welke veroorzaakt worden door hart
kwalen, gebrekkige bloedsomloop of
verhoogde bloeddruk door een verblijf
in de grotten verergeren.
Verschillende vragen zich af: „Kan
ik, in myn omstandigheden en met
myn bekwaamheden, emigreren naar
Australië
Over de vakbekwaamheid die men
daarvoor nodig heeft, hieronder het
volgenne.
Voorop stellen wy en ieder die
naar Australië wil, moet dat goed
in zyn oren knopen emigreren is
een vak or zichzelf.
Een vak, dat als elk ander, een
degelijke voorbereiding vereist. De
eerste voorwaarde is, dat menvoldoet
aan de geestelijke en lichamelijke
eisen, die het opbouwen van een
bestaan als emigrant in Australië
stelt.
Onderschat die eisen niet.
De tweede voorwaarde is, dat men
zich nu reeds trachtin te leven in
de omstandigheden, waaronder men
daarginds zal komen te verkeren.
Men moet zich verzekeren van een
goede voorlichting over land en volk,
over klimaat en levensgewoonten.
Wanneer men zich daar nu reeds
op instelt, en er rekening mee houdt
zal men zich straks in Australië
gemakkelijker kunnen aanpassen.
Noodzakelijk is ook, dat men in
staat is zich in eenvoudige gesprekken
in het Engels verstaanbaar te maken.
Leer dus Engels. Dat is iets, wat
niet genoeg kan herhaald worden.
Indien men aan deze voorwaarden
voldoet, en niet te oud is, is men in
beginsel geschikt als emigrant. Dat
wil dan zeggen, dat men behoudens
onverwachte tegenslagen, voor 9opct
verzekerd kunt zyn van welslagen in
het nieuwe land.
Over welke vakbekwaamheid moet
er nu verder beschikt worden, om
voor werk in Australië in aanmerking
te komen
Het is zo, dat men by de beoor
deling vau vakbekwaamheid en
scholing in Australië andere maat
staven aanlegt dan hier bij ons.
In Australië eist men zowel een
theoretische opleiding als een aantal
jaren praktijk.
Het komt geregeld voor, dat een
prima vakman uit Nederland niet
voldoet aan de Australische eisen
der theorie.
Hy kan dan niet op grond van de
Nederlands—Australische overeen
komst emigreren. Daarvoor komen
alleen in aanmerking geschoolde
metaalarbeiders, arbeiders uit land
en tuinbouw en vrouwelijk personeel
voor de huishouding.
De metaalarbeiders nu moeten dan
voldoen aan de Australische eisen
van scholing. By de arbeiders uit
land en tuinbouw gaat het alleen om
hun ervaring, waarbij van 't grootste
belang is, dat zij zyn opgegroeid in
het bedry'f. Men wil er namelijk heel
zeker van zyn, dat zy in Australië
inderdaad in de land en tuinbouw
zullen blyven werken. e
Betekent dit nu, dat men met
naar Australië kan gaan als men
niet valt onder een van de hierboven
genoemde groepen
Zeker niet, want de economische
toestand in Australië blijft zich gunstig
ontwikkelen, waardoor allerlei mo
gelijkheden ontstaan voor arbeiders
met scholing of ervaring in vele be
roepen. Zy moeten een andere weg
bewandelen en door middel van onze
eigen immigratiedienst in Australië
een werkgever voor zich laten zoeken.
Ga eens praten bij een van de aan
meldingskantoren.
Wanneer men een geschikte emi
grant is, tien tegen een, dat er oen
weg voor gevonden wordt.
Als men zich nu opgeeft, is er een
goede kans, dat men volgend voorjaar
kan vertrekken. En dit geld vooreen
reeks van beroepen. Mits er in Austra
lië behoefte aan is. Een kleermaker
b.v. heeft weinig kans om in zyn vak
aan de slag te komen.
Tot slot, nog een bericht, dat velen,
wier familieleden kort geleden naar
Australië zijn vertrokken zal interes
seren
De Commissaris voor de Emigratie
ontving een brief van de Australische
Minister van Imigratie, de heer Holt.
Men zal zich herinneren, dat deze
minister, toen hy enige maanden
terug ons land bezocht, enigszins
pessimistisch was met betrekking tot
do werkgelegenheid iff Australië. In
zyn brief nu schrijft hij het vol
gende:
„Bij mijn terugkeer in Australië
was ik verheugd te vernemen,
dat ondanks alle moeilijkheden,
die zich met de werkgelegenheid
hebben voorgedaan, de Hollandse
emigranten er in geslaagd zyn,
in een geregeld tempo werk te
blyven vinden."
Benoemingen in het Bisdom
Roermond
Z. H. Exc. de Bisschop van Roer
mond heeft als opvolger van de ZEw
heer A. Terstappen benoemd tot
pastoor van de St Matthiasparochie
de ZEw. heer F. Rouvet, pastoor te
Brunssum-Langenberg en tot pastoor
van laatstgenoemde parochie de WE.
heer M. Haessen, thans kapelaan te
Heer.
Onder zand bedolf en
Maandagmiddag is een 52jarige
Maastrichtse arbeider, werkzaam in
een zandgroeve te Vylen onder het
zand bedolven en gedood.
Inyasie yan wilde zwijnen
Het bosrijke Groesbeek is Maandag
in opschudding gebracht door een
aantal wilde zwijnen, dat opklaar
lichte dag door de dorpstraten en de
tuinen rende.
Uit de richting Reichswald kwam
de troep naar het dorpscentrum, waar
men er een zevental signaleerde.
De beesten renden als razenden
over de landerijen en zochten tussen
de huizen een wijkplaats. Bij een
gezin, waar de echtelieden in de
keuken zaten, kwam een der dieren
door de achterdeur naar binnen,
waarna het beest een inspectie in de
achterkeuken hield en vervolgens
even in de keuken kwam neuzen.
Toen de opgejaagde dieren in de
verschillende bossen een schuilplaats
vonden, gingen enkele boswachters
met het geweer er achter aanjagen.
25 jaar geleden: 10.000e
werknemer bij Philips
Maandag was het precies 25 jaar
geleden, dat de tienduizendste werk
nemer bij Philips in dienst trad.
Dit ging op Maandag 31 October
gepaard met een feestelyke ontvangst
by welke gelegenheid dr A. Philips
voor de microfoon van de Philips
korte golfzender een rede uitsprak.
By het einde van het verslagjaar
1951 bad de onderneming met de
dochtermaatschappijen in Nederland
gezamenlyk ruim 43 500 personen in
dienst.
In de fabrieken en kantoren te
Eindhoven waren by na 28.000 perso
nen werkzaam en in andere plaatsen
in Nederland ruim 15.500.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Venray brengen hierby ter
openbare kennis, dat door de Raad
dezer gemeente in zyn vergadering
van heden medewerking, ingevolge
de bepalingen van de Lager Onder
wijswet 1920, is verleend aan:
1. Het Bestuur van de St Ursula
scholen A en B, Maasheseweg 1,
voor het treffen van voorzienin
gen aan een der lokalen van de
voormalige Landbouwhuishoud-
school aan do Eindstraat, tijdelyk
in gebruik als lokaal voor gewoon
lager onderwys aan meisjes;
2. het Bestuur van de R.K. Bijz.
Lagere Jongensschool te Oirlo-
Venray, voor do aanschaffing van
leer en hulpmiddelen en school-
benodigdheden voor de inrichting
van de nieuwe school en voor de
aanschaffing van leeren hulpmid
delen voor de eersto inrichting
van het 7e en se leerjaar;
3. het Bestuue van de R K. Byz.
Lagere Jongensschool te Oirlo—
Venray, voor de aanschaffing van
lampen en montagemateriaal,
alsmede voor de betaling van het
montageloon ten behoove van de
electrische installatie van de
nieuwe school.
Venray, 28 October 1032
Burgemeester en Wethouders vnd..
A. H. M. Janssen, Burgemeester,
H. Vorst, Secretaris.
DE EMIGRATIE NAAR
AUSTRALIË
De commissaris voor de emigratie
deelt mede, dat de plaatsing in
betrekkingen van de onder de Aus
tralisch Nederlandse emigratieover-
komse geëmigreerde Nederlanders
gedurende de laatste zes maanden in
hetzelfde tempo als daarvoor en
zonder enige stoornis is geschiedt, of
wat de laatst aangekomene betreft,
nog geschiedt.
De Australische regering heeft
goedgevonden, dat een aantal van
hen, wier emigratie in Augustus
voor. korte tyd werd uitgesteld, nu
vertrekt.
Deze emigranten zullen aan boord
van de „Fairsea", die 29 November
aanstaande vertrekt, emigreren.
Het Australisch Nederlandse erni-
gratieprogramma voor 1953 zal in
midden November definitief worden
vastgesteld.
Kinderverlamming
In de week van 10 tot en mot 25
October zyn hier te lande nog maar
tien gevallen van kinderverlamming
aangegeven.
Het grootste aantal, drie, kwam
voor in Noordholland, nl. telkens een
in Amsterdam, Enkhuizen en Nieuw
Amstel. Tweegevallenin Zuidholiand:
in Rotterdam en Voorschoten; in
Limburg eveneens tweeMaastricht
en Tegelen: in de provincie Groningen
een: Vlachtwedde; in Drente een en
in Gelderland een.
„Willem Barendz" voor do
zevende maal naar de Noordpool
De dryvende traanfabriek van de
Nederlandse Maatschappy voor de
Walvisvaart de „Willem Barendsz"
is Zaterdagmorgen uit de Amster
damse haven vertrokken om weerom
de reis naar de Zuidelijke IJszee te
aanvaarden.
Het is de zevende maal na do
oorlog, dat deze Nederlandse walvis
vaarder aan de internationale jacht
op walvissen gaat deelnemen.
Evenals verleden j'aar zal 't vaar
tuig eerst koersietten naar Curacao,
alwaar bunkerolie zal ingenomen
worden. Vandaar gaat de reis naar
Kaapstad om dan, samen met de 12
jagers, op te stomen in de richting
van het vangstgebied.
Het eigenlijke vangstseizoen begint
dit jaar op 2 Januari a.s. Voor dio
tyd wordt echter reeds jacht gemaakt
op potvissen, maar aangezien er nog
een behoorlijke voorraad spermolie
aanwezig is, zal do jacht op deze
zeedieren aanmerkelijk korter zijn
dan verleden jaar.
Grote botersmokkel naar België
Er wordt volgens „La Libre Belgi-
que" in de Belgisch—Nederlandse
grensstreek opnieuw een levendige
smokkelhandel gevoerd in Nederlandse
boter. Het gaat thans niet meer om
aankopen door particulieren in Neder
land van kleine hoeveelheden boter,
doch het betreft gehele ladingen boter,
die clandestien de grens worden over
gebracht. De douane zou machteloos
staan, aldus het blad.
Zich inspirerend op de film „Hot
banket der smokkkelaars", die thans
in de Belgische theaters draait, heeft
een smokkelaarsbende kortgeleden
aan de Belgische zyde van de grens
een groot bal georganiseerd ter ge
legenheid van de honderdduizendste
kilo boter, welke zy frauduleus in
België had ingevoerd.
De deelneming aan het feest was
zeer groot, doch de douanebeambten,
die ook een uitnodiging hadden ont
vangen, hadden het beter gevonden
er toch maar niet heen te gaan.
Volgens „La Libre Belgique" wordt
de hoeveelheid boter, die in 1051 van
Nederland naar België werd gesmok
keld, op 8 millioen kilo geschat, een
waarde vertegenwoordigend van 900
millioen fr.
Ook zouden er op het ogenblik veel
kachels en haarden uit Nederland
naar België WQrden gesmokkeld. De
vaste koers van de Nederlandse gul
den meent het blad voornamelijk te
mogen toeschrijven aan de grote vraag,
die naar deze valuta bestaat van de
zyde der Beigische smokkelaars.
Het bird betoogt tenslotte, dat van
Nederlandse zyde niets gedaan zou
worden tegen deze smokkelhandel en
dat men sedert enige tyd zelfs het
toezicht in de grensstreek vry wel zou
hebben opgeheven.